De Vandiesel Company
De baas
Willy
William
6
Mae
Walker
Annette
Billy
Julie
William Vandiesel William Vandiesel is de spilfiguur van de Vandiesel Company. Hij is de nazaat van de legendarische piraat Jack Vandiesel en als dusdanig diens enige echte erfgenaam. William is een levensgenieter. Toch is hij een keiharde werker die altijd in de vuurlijn staat, en vooral een teamgenoot waarop iedereen altijd kan rekenen. Zijn humor is onovertroffen en zijn oneliners zijn uit het leven gegrepen. De dagelijkse leiding laat hij over aan ‘de baas’, terwijl hij zelf meestal een team vormt met Mae.
Walker Jacques Vanderstappen is een Belgische flik die gedetacheerd is bij de Vandiesel Company. De naam Jacques Vanderstappen is een typisch Belgische combinatie van een Franstalige voornaam met een Vlaamse familienaam. Omdat dit te moeilijk in de mond ligt bij William is hij binnen het team omgedoopt tot Jack Walker. De meesten noemen hem gewoonweg ‘Walker’. Walker is spitsbroeder numero uno van William Vandiesel. Samen beleven ze de gekste dingen en komen daardoor ook in waanzinnige situaties terecht. Maar bovenal zijn het vrienden voor het leven, in goede en slechte tijden gaan ze voor elkaar door het vuur.
Annette Annette Spijker is een Amsterdamse die door de Nederlandse overheid is gedetacheerd bij de Vandiesel Company. Ze is een roodharige wulpse jonge vrouw die op Walker valt.
7
De baas De baas is een voormalige CIA-topman en is ook de liaison met de officiĂŤle instanties uit de verschillende landen. Hij leidt de Vandiesel Company, enerzijds met een ijzeren hand en anderzijds met een fluwelen handschoen. Dit wil zeggen dat hij tijdens een operatie ijzeren discipline en een onvoorwaardelijke opvolging van zijn bevelen eist, terwijl hij daarbuiten als een vader voor zijn team is. Willy is zijn rechterhand en brengt dan ook het merendeel van de tijd door met de baas, voornamelijk in de Operations Control Room (OCR) in het safe house in de Brusselse Marollen.
Willy Willy is een ex-CIA-agent met heel wat veldervaring. Hij is de logistieke verantwoordelijke bij de Vandiesel Company. Zijn werkterrein is de Operations Control Room (OCR). Hij komt zelden of nooit op het terrein, maar is wel alomtegenwoordig omwille van zijn centrale rol in de activiteiten. Willy is getrouwd met Mae.
Mae Mae is een bijzonder knappe Aziatische jonge vrouw. Zij is getrouwd met Willy en vormt op het terrein meestal een team met William Vandiesel. Ze is een expert op het gebied van oosterse gevechtskunsten. Ze is ingenieur van opleiding en heeft een grote technische kennis. Bovenal is ze nuchter van geest, wat vaak in schril contrast staat met de bourgondische neigingen van William. Beiden vullen elkaar perfect aan, maar de verschillen leiden vaak tot grappige situaties.
8
Billy Billy is een jonge Zweed die bij de Vandiesel Company is terechtgekomen na een korte carrière bij de Zweedse marine. Hij heeft een grote kennis van het maritieme gebeuren en is gepassioneerd door de natuur in het algemeen. Billy is binnen het team de expert in survivaltechnieken. Billy is helemaal geen stereotiepe Zweed. Integendeel, hij is eerder een onopvallende jongeman die zowel voor een zakenman als een skater kan doorgaan. Meestal vormt hij een duo met Julie.
Julie Julie Townsend is een jonge Britse. Ze heeft zich gespecialiseerd in grime en maquillage. Julie kan van een jongeman een oude kerel maken en vice versa, door middel van grime welteverstaan. Ze is onverschrokken en vooral spontaan. Hierdoor komt ze soms in situaties terecht die niet altijd even veilig zijn, maar toch slaat ze zich er steeds doorheen. Samen met Billy vormt ze een niet te onderschatten duo waar de Vandiesel Company heel wat aan heeft.
9
Het was een maandagavond bijna aan het eind van de zomer_
William en ik hadden afgesproken dat we er iets gingen aan doen, want zo kon het niet verder. De zomer was lang geweest, de barbecues veelvuldig en de nachten zwoel. ‘My one and only true best friend!’ zei ik toen ik binnenstapte bij William. ‘Hey man, hoe gaat het ermee?’ antwoordde die. ‘Het leven kan soms mooi zijn en soms ook niet.’ ‘Oh ja, soms mooi en soms ook niet...’ echode William. Ik keek hem aan. ‘Bent u er klaar voor, mijn vriend?’ ‘Ik ben er helemaal klaar voor, alleen... Ik ben helemaal vergeten waar we heengaan,’ zei William. Ik glimlachte. ‘We gaan naar een oord waar de wilde wijven achter gesloten deuren samenkomen.’ Williams ogen blonken van plezier. ‘Je bent het echt helemaal vergeten, nietwaar?’ vroeg ik. Er kwamen vraagtekens in zijn ogen. ‘We gaan naar onze eerste Weight Watchers bijeenkomst.’ ‘Fuck, dat was ik helemaal vergeten.’ ‘Kom, we gaan.’ William sloot de deur en we vertrokken met de BMW Cabrio. ‘Meen je dat nu?’ vroeg William. ‘Ja, dat hebben wij toch afgesproken,’ zei ik. ‘Waren wij dan dronken?’ 11
‘Jij wel, ik niet.’ ‘Ok, dan gaan we maar. Waar moet ik heen?’ ‘Volg de dame in het dashboard maar, zij weet de weg.’ ‘Speel jij weer onder één hoedje met haar?’ ‘We zijn gewoon goede vrienden,’ antwoordde ik. William gromde binnensmonds, gooide de BMW in de eerste versnelling en drukte het gaspedaal fors in. We reden over de Brusselse ring richting Vilvoorde. ‘Draai nu linksaf,’ zei de dame in de gps. William draaide linksaf. We parkeerden de auto vlakbij het marktplein van Asse en liepen het Smis, het marktplein, op. ‘Waar zijn hier kilokijkers?’ vroeg William. ‘Hier,’ zei ik, en ik duwde de deur van brasserie In Den Bloeyenden Wijngaerdt open. William glunderde. ‘Ze hebben hier lekkere oesters,’ zei hij. ‘Kom mee.’ William volgde me, nog steeds in de veronderstelling dat we lekker gingen eten in de brasserie. Ik liep helemaal door naar de achterkant en ging een klein zaaltje binnen. Vooraan in het zaaltje stond een man die druk bezig was met een ingewikkelde uitleg over het unieke puntensysteem. Voor hem zaten een aantal dames. Allen waren volslank. Sommigen onder hen misschien zelfs iets meer dan dat. Links stond een tafel met daaraan de penningmeesteres en haar assistente. Ze wenkte ons en wij liepen gedwee naar de tafel. ‘Welkom heren, uw inschrijvingsgeld bedraagt vijftien euro en elke sessie kost tien euro. U kunt een puntencalculator kopen voor twintig euro en een puntenweegschaal voor negenenveertig euro. Bovendien...’ ‘Dank u, maar voorlopig willen we ons alleen maar inschrijven en het even proberen. We zijn van goede wil, maar...’ ‘...het vlees is zwak,’ vulde de assistente van de meesteres aan. Ik knikte bevestigend. 12
‘Komt u hier maar op de weegschaal staan,’ zei ze gebiedend. Nadat we allebei op het toestel van de assistente van de meester hadden gestaan, namen we plaats achter de dames en sprak de man ons meteen aan. ‘Heren, sta eens recht en stel u maar voor.’ Ik kreeg meteen het gevoel alsof ik in een of andere sekte was terechtgekomen. ‘Hallo, ik ben Johnny,’ zei ik, omdat ik mijn echte naam niet wilde onthullen. William had dit meteen door en stond eveneens op. Hij zei: ‘Ik ben zijn familienaam Walker, en samen zijn wij altijd in beweging.’ De dames knikten allemaal heel beleefd maar vooral niet-begrijpend. De man vooraan keek onrustig om zich heen, op zoek naar de verborgen camera. Hij stelde nog een paar onbeduidende vragen en liet ons toen aan ons lot over. William bladerde even in een van de boekjes die we hadden gekregen en wees me het volgende aan: ‘Opwijk/Mazenzele, De Geleerde Man.’ ‘Daar hadden we moeten zijn, niet hier. Heb jij hier wilde wijven gezien?’ Na een kwartier hielden we het daar voor bekeken. ‘Ik ga snel even plassen,’ zei ik tegen William voor we de brasserie uitliepen. Toen ik terugkwam stond William aan de toog met een piconvin blanc in zijn hand en voor mij stond er ook een klaar. ‘Ik lust dat niet zo,’ zei ik plagerig. William liet zich dat geen twee keer zeggen, en dronk mijn glas in één teug leeg. ‘Dat was wel een grapje,’ zei ik. ‘Over dergelijke dingen worden geen grapjes gemaakt,’ repliceerde William met een streng gezicht. ‘Let’s go...’ ‘..crazy,’ vulde William aan. ‘Heb jij dan altijd dorst?’ vroeg ik toen we opnieuw in de auto zaten. ‘Ik ben daarmee geboren.’ William duwde het gaspedaal in en de BMW schoot vooruit. ‘Gaan we dit dieet doen?’ vroeg ik. ‘Natuurlijk, anders waren we hier vandaag niet.’ 13
We reden terug naar huis. ‘Dit is de laatste,’ zei William toen hij met een perfect gekoelde Chablis Grand Cru Les Preuses terugkwam. ‘Van deze wijn wordt er jaarlijks slechts vijfhonderd hectoliter gemaakt.’ ‘En jij drinkt daarvan het grootste gedeelte op...’ zei ik lachend. ‘Uiteraard,’ antwoordde William. ‘Iemand moet het toch doen.’ Terwijl ze genoten van deze verrukkelijke wijn kwamen er twee agenten van de Dilbeekse politie aangelopen op het pad dat langs Williams tuin liep. ‘Hey mannen, hebben jullie dorst?’ riep William. Beide agenten kwamen grijnzend de tuin in. ‘Ik dacht dat jullie geen alcohol mochten drinken in uniform,’ zei ik lachend. ‘Da doen waijle ni’ repliceerde een van de agenten met een semiauthentiek Brussels accent terwijl ze zich uitkleedden en een frisse duik namen in Williams zwembad. Naakt. Terwijl ze daar allebei poedelnaakt stonden met een glas van die overheerlijke wijn in hun handen vroeg de grootste van de twee: ‘Edde gaa wel ne permis voe e zwembad in aaven hof temme?’ Ik proestte het uit en de wijn stoof in het rond. ‘Laat de mensen drinken die kunnen drinken,’ zei William streng terwijl hij me boos aankeek. Nu ja, als er iets is waar William een absolute hekel aan heeft dan is het verspilling van lekker eten en drinken. De volgende maandag trokken we er weer op uit om ons opnieuw te onderwerpen aan de tirannie van de meesteres van de kilokijkers en de goede raad van de broer van tante Kaat. Of toch iets van dien aard. ‘Oké, daar gaan we weer,’ zei William toen hij de sleutel in het contact van het dakloze monster op wielen stak. ‘Gaan we echt naar die zuurpruim?’ vroeg William toen we moesten stoppen aan de verkeerslichten omdat het licht op rood stond. Ik voelde meteen nattigheid. De schijnbaar onschuldig gestelde vraag was de voorbode van een ongelooflijk geraffineerd plan dat aan zijn misdadig brein was ontsproten en waarop hij op zijn minst al sinds een paar uur aan het broeden was. 14
‘Natuurlijk,’ zei ik zo ernstig mogelijk. ‘Echt?’ Ik ging mee in het spel maar wist dat ik toch het onderspit zou moeten delven. William draaide de Brusselse ring op, in de andere richting dan waar wij heen moesten. ‘Je rijdt de verkeerde kant op,’ probeerde ik nog. ‘My one and only true best friend,’ zei William plechtig ‘we duiken de geschiedenis in.’ ‘Ach zo, in welke geschiedenis gaan we dan terechtkomen?’ ‘In de geschiedenis van eten en drinken,’ antwoordde hij. ‘Kom, vertel me nu gewoon waar we heen gaan.’ ‘Naar De 3 Fonteinen,’ zei William glunderend. ‘Maak me wat wijzer,’ zei ik. ‘Welnu, De 3 Fonteinen is een restaurant annex brouwerij van artisanale bieren met een rijke geschiedenis van meer dan vijftig jaar vakmanschap,’ zei William. ‘En dus... komen we op jouw terrein,’ antwoordde ik. ‘Juist, geschiedenis en vakmanschap.’ ‘Ik dacht eerder aan restaurant en brouwerij,’ zei ik. Na een kwartiertje rijden langs de Brusselse rand stopte William voor het restaurant annex artisanale brouwerij in Beersel. ‘Hier gaat het gebeuren,’ zei William triomfantelijk. ‘Wat?’ vroeg ik. ‘Ach, wees zo nieuwsgierig niet. Je lijkt net een vrouw,’ zei hij, terwijl we het restaurant betraden. We werden begroet door een jonge ober. Hij bracht ons naar een tafeltje in het achterste gedeelte van het restaurant. ‘Willen de heren iets drinken?’ vroeg hij beleefd. ‘Een man van de wereld,’ zei William. ‘Geef mij maar twee Carlsbergskes, want ik heb dorst.’ ‘Voor mij een halve liter Bru,’ zei ik. William keek mij aan en zei tegen de kelner: ‘Een halve liter, daar kan ik mee leven, maar met dat water niet. Maak daar maar een halve liter champagne van.’ 15
‘Wij hebben alleen maar grote flessen champagne, meneer,’ zei de ober beleefd. ‘Een grote fles dan maar, hé,’ zei William met een beteuterd gezicht. De ober kwam terug met een fles champagne en twee glazen. ‘En mijn twee Callekes?’ vroeg William. ‘Maar meneer, ik dacht...’ ‘Ach zo, meneer zeggen tegen mij en dan zelf nog denken ook. Ik heb daarnet toch gezegd dat ik dorst heb. Weet jij wel tegen wie je het hebt? Ik ben een rechtstreekse afstammeling van Jack Vandiesel.’ ‘Ja, de Jack Vandiesel die indertijd de gevreesde Min Chen heeft verslagen op La Réunion,’ zei ik bij wijze van vervollediging. ‘Heb ik dat dan ooit al verteld?’ vroeg William stomverbaasd. ‘Ongeveer tienduizend keer, maar alleen als je dronken was.’ ‘Ben ik dan al zoveel keer dronken geweest?’ De kelner had zich teruggetrokken om de twee Callekes te gaan halen. ‘Heb ik je dan ook verteld over mijn over-over-overgrootmoeder, Rosita?’ ‘Je bent een over vergeten deze keer,’ antwoordde ik. ‘Over haar heb ik het dus ook al gehad.’ ‘Juist.’ Als uit het niets kwam een beeldschone roodharige jonge vrouw met de twee Callekes voor William. Ze keek me recht in de ogen en vroeg: ‘Zal ik de champagne al ontkurken?’ Ik knikte bevestigend. Ze ontkurkte de fles met een soepelheid die me de indruk gaf dat ze de hele dag niets anders deed. William ging volledig op in zijn biertjes. De rooie kelnerin schonk een slokje champagne in en zei: ‘Mocht de champagne niet oké zijn, dan mag u met mij mee naar de kelder om zelf een nieuwe fles te kiezen.’ Ik nipte aan het glas en trok, ondanks het feit dat de champagne heerlijk smaakte, een bitter gezicht. ‘Is er een probleem, meneer?’ ‘Deze fles is niet oké. Er zit een kurksmaak aan.’ 16
‘Oké,’ zei ze. ‘Komt u maar mee.’ William dronk intussen zijn tweede Carlsberg op en miste het hele gebeuren. Ik volgde de roodharige dienster naar de kelder. Ze droeg een kort zwart rokje, een hagelwitte blouse met diep uitgesneden decolleté met daarin een paar weelderige borsten die wachtten op een uitdaging. Toen we in de kelder gekomen waren, stopte ze bij een nis waar een kleine tafel stond. Ze draaide zich om en rechtte haar schouders waardoor haar borsten extra goed te zien waren. ‘De champagne is oké, nietwaar?’ ‘De champagne is zeer zeker oké maar daarvoor zijn we niet naar de kelder gekomen,’ antwoordde ik. Ik legde mijn hand op haar heup en trok haar naar me toe. Ze drukte zich hartstochtelijk tegen me aan. Ik greep haar beet, trok haar rok omhoog en duwde haar tegen de muur aan. Ik nam haar in de kelder terwijl William boven zat te genieten van zijn Callekes of misschien al van de champagne. Ze trok haar blouse naar beneden zodat haar borsten ontbloot werden. Ze droeg een zedig witte beha die mee naar beneden gleed. De volheid van haar borsten maakte me extra geil en ik kwam twee keer na elkaar klaar. Ze genoot zichtbaar van dit vluggertje, want ze beet in mijn oor en fluisterde woorden die je normaal niet luidop zegt. Nadat ook zij was klaargekomen, gleed ze naar beneden en nam mijn lid in haar mond. Terwijl ze wellustig genoot van mijn hardheid kwam William naar beneden de kelder in. Toen hij me daar zo zag staan, trok hij een gezicht als wilde hij zeggen: ‘Oh man, dat moet pijn doen’. Hij draaide zich echter discreet om en liep terug naar onze tafel in het restaurant. Toen we even later terug naar boven kwamen, merkte ik dat de fles champagne leeg was. ‘Uiteindelijk was ze nog zo slecht niet,’ zei William met een neutraal gezicht. ‘Neen, inderdaad. Ze was niet slecht,’ antwoordde ik op neutrale wijze. ‘We zullen misschien toch maar een andere nemen,’ zei William. 17
‘Een fles champagne, bedoel je.’ ‘Uiteraard, waar zou ik het anders over hebben,’ repliceerde William. ‘En gaan we dan nu iets eten?’ vroeg ik. ‘Uiteraard, jij zult nu wel honger hebben,’ zei William. Ik knikte bevestigend en keek de menukaart in. De roodharige serveerster had zich opnieuw gefatsoeneerd en kwam de bestelling opnemen. ‘Ik stel voor dat we een licht voorgerechtje nemen en daarna een lekkere entrecote,’ zei William zonder mijn mening te vragen. Ik zat immers naar de borsten van de rooie meid te staren. ‘Scampi’s à la façon du chef?’ vroeg ze. ‘Oké,’ bevestigde William voor ik iets kon zeggen. Terwijl ze zich omdraaide om naar de keuken te lopen, liet ze haar hand zachtjes langs mijn wang gaan. De streling was subtiel en aangenaam. ‘Godver... we zijn vergeten de wijn te bestellen,’ zei William. Als uit het niets opgedoken stond ze daar plots terug. ‘Zijn de heren niet vergeten de wijn te bestellen?’ William bestelde een witte Chassagne Montrachet 2003 en een Penfolds Magill Estate Shiraz 2001 als rode wijn. Toen de witte wijn werd gebracht, proefde William als een echte kenner. ‘Hmmmm. Mooie goudgele kleur. Een aroma met toetsen van wit fruit, eikentonen en een lichte geur van boter,’ zei William nadat hij aan de wijn had geroken. William walste de wijn in het glas en nam bedachtzaam een slok. Hij liet de wijn rondgaan in zijn mond om alle sensaties te kunnen vatten. ‘Droog en tegelijkertijd toch sappig. Fruitig en een lange afdronk. Een zeer evenwichtige wijn. Hmmmmm. Geef hem maar een glas water, ik drink de wijn wel op.’ Ze lachte wat verlegen en keek me vragend aan. Ik schoof mijn wijnglas naar voren ten teken dat ze mocht inschenken. ‘Sommigen zijn echt voor het geluk geboren,’ mompelde William. De rooie serveerster keek hem vragend aan, want ze had niet begrepen wat hij had gezegd. Ik echter wel, en ik glimlachte beleefd. Na een paar minuten werden de scampi’s gebracht. Het bleek een 18