Kunstgeschiedenis 19e - 20e eeuw

Page 1


Realisme   Impressionisme   Pointillisme   Postimpressionisme   Jugendstil   Art Deco   Expressionisme   Kubisme   Futurisme   De Stijl   Constructivisme   Functionalisme in Architectuur 

Bauhaus Dada Surrealisme


 Architectuur  Schilderkunst  Beeldhouwkunst

Jean-Francois Millet, Arenleesters 1857


 Technische

vooruitgang zichtbaar aan

buitenkant  Glas  Ingenieursarchitectuur


Henri Labrouste, Leeszaal Sainte-Geneviève, 1843-1850


Eiffeltoren, Gustave Eiffel, 1887-1889, Parijs


 Nadruk

op dagelijks leven  Plein-air schilderen (buiten)


Jean-Francois Millet, Het Angelus, 1859


Gustave Courbet, Kasteel Blonay, 1875


 Onderwerpen

uit dagelijks leven  Contrapost houding  Schetsmatige vormgeving


Mijnwerker, Constatin Meunier, 1880


 Schilderkunst  Hollands

impressionisme  Beeldhouwkunst

Claude Monet, London, 1904


 Fotografie

als hulpmiddel

 Lichtval  Stemming

van een bepaald moment  Gebruik van zuivere kleuren


Edouart Manet, Le déjeuner sur l’herbe, 1863


La Japonaise, Madame Monet en costume japonais, 1876


 Japonisme  Amsterdamse

school = portretten, uitgaansleven en stadsgezichten  Haagse school = pure Hollandse landschappen


Paul GabriĂŤl, Molen aan de poldervaart, 1889


George Hendrik Breitner, Meisje in witte kimono, 1893


 Dynamisch  Expressief  Schetsmatige

vormgeving


Auguste Rodin, de burgers van Calais, 1886


 Herstructurering  Schilderijen

opgebouwd uit puntjes  Gebruik van zuivere kleuren  Weergeven van sfeer en lichtval


Georges Seurat, Een zondagmiddag op ĂŽle de la Grande Jatte, 1886


 Onrealistisch

kleurgebruik  Persoonlijke visie kunstenaar  Afwijzing van impressionisme  Kunstenaars gaan op zoek naar nieuwe uitbeeldingsvormen


Vincent van Gogh, brug van Langlois, 1888


Paul Gauguin Le gardien de porcs, Bretagne, 1888


 Fel

kleurgebruik  Kleur contrasten  Ruimtesuggestie

Paul Gaugin, Arearea, 1892


Edvard Munch, de schreeuw, 1893


James Ensor, de intocht van Christus in Brussel, 1889


 Architectuur  Schilderkunst  Gebruiksvoorwerpen

Jan Toorop, Affiche, 1900


 Organische

versieringen en lijnenspel

 Ritmisch  Dynamisch  Ambachtelijke

en traditionele materialen


Hector Guimard, Metrostation Parijs, 1900


Antoni Gaudi, Sagrada Familia, 1926 tot ?


 Duidelijke

contourlijnen  Organische vormen  Plastische en realistische vormgeving


Alfons Mucha, F. Champenois, 1893


Gustav Klimt, de kus, 1908


 Ambachtelijke

voorwerpen

 Servies

Victor Horta, Hotel Tassel, 1893


Georges Fouquet, kam, 1901


Hermann Gradl, servies, 1899


 Toegepaste

kunst  Geometrische vormen  Primaire kleuren  Ambacht en luxe materialen


Sir Owen Williams, Daily Express Building (1936-1939)


J. Gidding en P. den Besten, Tuschinskytheater (1919-1921)


 Architectuur  Fauvisme  Die

Brücke  Der Blauer Reiter  Beeldhouwkunst

Henri Mattisse, harmonie in rood, 1908


 Organische

vormgeving  Emoties en gevoelens uitdrukken  Dynamisch  Afzetten tegen neo-stijlen


Rudolph Steiner, Goetheanum (1913-1928)


Michel de Klerk, Het Scheep (1917-1921)


 Kleurcontrasten  Spontaan, uit

gevoel op het doek gezet  Dik aangebrachte verf  Schilder drukt gevoelens uit


Maurice de Vlaminck, Het Circus, 1909


 Grote

egale (kleur)vlakken  Schematisch  Warm-koud contrasten  Vereenvoudigd en ritmisch


Ernst Ludwig Kirchner, portret van Gerda, 1925


Erich Heckel, zelfportret, 1917


 Herhaling

van kleuren en vormen in geel

spectrum  Geometrische vormgeving  Symbolisch kleurgebruik


Wassily Kandinsky, geel centrum, 1926


Franz Marc, toren van blauwe paarden, 1913


 Uitdrukken

van gevoel  Sociale betrokkenheid  Abstrahering  Organische vormgeving


Ernst Barlach, Zingende man, 1928


Constatin Brancusi, de kus, 1908


 Schilderkunst  Beeldhouwkunst

Picasso, dames d’Avignon


 Geometrische

vormen  Geen perspectief  Verschillende aanzichten tegelijk  Collage


Georges Braque, stilleven met viool en kan, 1907-1910


Juan Gris, fles Banyuls, 1914


 Geometrische

vormen

 Assemblage  Mensfiguren, stillevens

en portretten


Jacques Lipchitz, matroos en gitaar, 1917-1918


Pablo Picasso, Viool en fles op tafel, 1915 - 1916


 Architectuur  Schilderkunst  Beeldhouwkunst

Marcel Duchamp Armory Show


 Onmogelijke

ideeën  Overzichtelijke structuur  Duidelijk doel: fantastische, sensationele architectuur


Antonio Sant’Elia, ontwerp Citta Nuova, 1914


 Dynamisch

en ritmisch  Verschillende fases en bewegingen in één moment vastleggen  Fotografisch aspect


Giacomo Balla, Hond aan lijn, 1912


Umberto Boccioni, de kracht van de straat, 1911


 Geabraheerd  Sokkels  Contrasten

zorgen voor spanning  Dynamisch en beweging


Umberto Boccioni, Unieke vormen van continuiteit, 1913


Umberto Boccioni, fles in ruimte, 1912


 Architectuur  Schilderkunst  Beeldhouwkunst

Rietveld-stoel, 1918


 Alle

versieringen wegelaten  Geometrische vormen  Primaire kleuren  Zwart, wit en grijs  De moderne mens staat centraal


Rietveld-Schrรถderhuis, 1924


 Alles

in één kunstvorm: beeld, schilder en architectuur  Geabstraheerd  Compositie = asymmetrisch


Piet Mondriaan, landschap met bomen, 1912


Piet Mondriaan, Compositie, 1921


 Abstract  Basis-

kleuren, vormen en richtingen

Georges Vantongerloo, compositie met ovaal, 1918


 Architectuur  Schilderkunst  Beeldhouwkunst

Malevich, acht rode rechthoeken, 1915


 Beperkt

tot geometrische vormen  Constructie  Dynamische uitstraling


Vladimir Tatlin, 3de Internationale monument, 1920


 Objectieve

benadering  Abstrahering  Grafische en foto technieken  Affiches


El Lissitsky, breek de witten met de rode wig, 1919


El Lissisky, Announcer, 1923


 Officiele

kunstvorm Russische revolutie (1918/19)  Open ruimtes en vlakken  Licht en schaduw  Geometrische vormen


Naum Gabo, Geconstrueerd hoofd, 1915


Naum Gabo, Kolom, 1923



 Architectuur  Schilderkunst  Vormgeving

Fagus-fabriek, 1911


 Less

is more  Invloeden van de stijl en constructivisme  Vliesgevels  Strakke vormen


Bauhausgebouw, Dessau, 1925-26, W. Gropius


L. Mies van der Rohe, Lake Shore Drive, 1950


 Grafische

vormgeving is duidelijk en overzichtelijk  Asymmetrisch en dynamische compositie  Basisvormen


Joost Schmidt, Affiche, 1923


Oscar Schlemmer, Bauhaustrap 1932


 Functioneel  Industrieel  Zakelijke

vormgeving  Samensmelting van ambacht en techniek


Marcel Breuer, Wassily, 1923


Wagenfeld, tafellamp, 1923-24


 Schilderkunst  Beeldhouwkunst

Marcel Duchamp


 Anti-kunst  Geen

kunstvorm maar levensstijl  Collages  Absurde voorstellingen


Georg Grosz, Oom August 1919


Raoul Hausmann, Tatlin, 1920


 Afwijzing

schoonheid en orde  Assemblages  Wat is nu eigenlijk kunst?  Toeval


Raoul Hausmann Mechanisch hoofd


Marcel Duchamp, fontein, 1917


 Schilderkunst  Beeldhouwkunst

Salvador Dali


 Onwerkelijk  Dromen

en visioenen verbeelden  Toevallige vormgeving


Salvador Dali, Heilige Antonius, 1947


Rene Margritte, Pomme, 1964


 Vervreemding  Absurd  Discussie

over dagelijks leven


Meret Oppenheim, Object 1936


Salvador Dali, Lobster, 1936


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.