Dutch wealth report 2013

Page 1

+

Vermogen in Nederland

Dutch Wealth Report 2013

VOLGENDE GENERATIE

++

ONDERNEMEN

++

VERTROUWEN

++

GOEDE DOELEN


Dit rapport is een uitgave van Van Lanschot Bankiers. U kunt het ook online bekijken op www.vermogeninnederland.nl. Exemplaren kunt u op deze website aanvragen. Uw mening telt; wij zijn benieuwd naar uw reactie. U kunt uw reactie en vragen mailen naar vanlanschot@vanlanschot.com


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Vermogen

in Nederland Vermogende Nederlanders spelen een belangrijke rol binnen onze samenleving. Zij bezitten 40% van het totale vermogen in Nederland en vervullen diverse rollen in het maatschappelijke, economische en culturele leven in ons land. Het zijn vaak ondernemers die met hun initiatieven de economie aanjagen en families die van oudsher gericht zijn op het doorgeven van hun vermogen aan de volgende generatie. In deze tweede editie van het rapport Vermogen in Nederland krijgt u een profielschets van de vermogende Nederlanders ofwel, populair gezegd, de miljonairs van ons land. Het onderzoek geeft een beeld van deze diverse groep die het liefst achter de schermen actief is en een zeer positieve instelling blijkt te hebben. Wat bepaalt hun keuzes? Wordt hun gedrag vooral gestuurd door rationele overwegingen, of speelt emotie ook een rol? Het rapport bevat wederom een aantal interessante uitkomsten. Opvallend is wat mij betreft de conclusie dat de helft van de miljonairs het vermogen grotendeels zelf belegt. Dit komt onder meer omdat zij vaak onder­nemers zijn (of waren) en gewend zijn om zelf beslissingen te nemen over hun kapitaal.

De Nederlandse miljonair in 2013:

ondernemend en positief over de toekomst

Nieuw in het rapport, in vergelijking met de editie van 2012, is dat we stil staan bij de wijze waarop miljonairs denken over de volgende generatie. Het blijkt dat miljonairs bij leven al vermogen overdragen en zeer bewust bezig zijn met de nalatenschap. Men wil echter ook absoluut dat de volgende generatie op eigen benen staat en tweederde wil dat de kinderen zelf vermogen opbouwen. Wat de maatschappelijke betrokkenheid betreft – ook nieuw in het onderzoek – willen de miljonairs culturele en maatschappelijke organisaties graag onder­steunen. Maar dan wel die organisaties die op een efficiënte manier worden geleid en duidelijk kunnen laten zien wat de resultaten zijn. De gegevens in dit rapport zijn afkomstig uit onderzoek dat GfK onder een representatieve steekproef van Nederlandse miljonairs heeft gehouden en uit een nadere data-analyse door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In ieder hoofdstuk reflecteren we op de onderzoeks­­ resultaten vanuit de expertise die wij als vermogensbeheerder hebben ten aanzien van deze bijzondere groep. Ook komt een aantal experts aan het woord die vanuit hun eigen vakgebied meer inzicht geven in het doen en laten van de miljonairs. Als bank staan we klaar voor Nederlanders die vermogen willen behouden en opbouwen. Van starters op de vermogensmarkt tot families die al generaties lang een groter vermogen bezitten. Iedere klant heeft zijn eigen persoonlijke wensen, behoeften en interesses. Wij hebben veel inzicht in de wijze waarop miljonairs in onze samenleving staan. Met dit rapport plaatsen we die kennis over de Nederlandse miljonairs, en de rol die zij spelen met hun vermogen in Nederland, in een breder perspectief. Ik wens u veel leesplezier! Richard Bruens Algemeen Directeur Van Lanschot Private Banking

Voorwoord | Vermogen in Nederland • 3


Samenvatting

Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Ruim één op de honderd Nederlanders is miljonair (pagina 9)

Belang van duurzaam sparen en beleggen neemt niet toe (pagina 40)

Een groot deel van de miljonairs denkt

dat hun kinderen het minder krijgen dan zij (pagina 30)

De Nederlandse miljonair Sinds de crisis zijn miljonairs

meer gaan sparen en minder gaan beleggen

bezit gemiddeld bijna € 3 miljoen (pagina 10)

(pagina 22)

Duurzaam consumptiegedrag miljonair niet anders dan van de Nederlander (pagina 39)

Miljonairs bezitten samen 40% van het totale Nederlandse vermogen (pagina 10)

4 • Vermogen in Nederland | Samenvatting


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Nederland in internationale vergelijking in de top 15 miljonairs (pagina 9)

Bezuinigingen op kunst en cultuur

zetten miljonairs niet automatisch aan tot extra donaties (pagina 42)

Miljonairs plannen hun nalatenschap

bewuster dan de Nederlander (pagina 29)

De helft van de miljonairs belegt het vermogen grotendeels zelf, maar aandeel vermogensbeheer groeit (pagina 24)

Kinderen moeten het zelf maken, maar het gros van de miljonairs draagt bij leven al vermogen over

Inkomensongelijkheid in Nederland is kleiner dan vermogensongelijkheid (pagina 10)

(pagina 32)

Bij ruim de helft van de miljonairs

is het vermogen afkomstig uit een eigen onderneming

Bijna 60% van het vermogen van miljonairs zit in aandelen en obligaties (pagina 22)

(pagina 11)

Samenvatting | Vermogen in Nederland • 5


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

26

Henriëtte Prast

46

Renée Steenbergen

Voorwoord Richard Bruens 3 Samenvatting

4

Interview Lars Dijkstra ‘Cultuur zegt veel over vermogensbeheerder’

18

2. Het vermogen van de miljonair: de trends

1. Profielschets van de Nederlandse miljonair

De feiten

20

8

Trends in vermogen

21

Ruim één op de honderd huishoudens is miljonair

9

Vermogen grotendeels in aandelen: beweging naar

Internationaal perspectief

9

sparen lijkt te stabiliseren

22

Vermogen en inkomen

10

Omgaan met vermogen

22

Vermogensongelijkheid

10

Vertrouwen in beheerder

23

Kenmerken van de miljonair

12

Tweedeling in beleggingsfilosofie: actief en passief

24

Reflectie

25

De feiten

Verwachtingen

16

Reflectie

17

Interview Henriëtte Prast

‘Niet elk dubbeltje hoeft een kwartje te worden’

6 • Vermogen in Nederland | Inhoudsopgave

26


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

50

Annelies van der Vorm

34 18

Simone Dirksen

Lars Dijkstra

Donaties aan kunst en cultuur, maatschappelijke

3. De volgende generatie

De feiten

28

Meer aandacht voor nalatenschapsplanning

29

Zorgen om de komende generatie

30

Hard werken en sober leven

31

Familievermogen als ruggensteun

32

Reflectie

33

Interview Simone Dirksen ‘Elk kind is geschikt’

De feiten

34

38

Miljonairs niet duurzamer ingesteld,

wel maatschappelijk actiever

39

Duurzaam beleggen, extern beleggen

40

Doneren aan goede doelen en maatschappelijke investeringen

42

Sociaal-maatschappelijke investerings­

instrumenten onbekend

43

Reflectie

45

Interview Renée Steenbergen ‘Het mecenaat is geen pinautomaat’

4. Maatschappelijke betrok­ken­heid van miljonairs

initiatieven

41

46

Interview Annelies van der Vorm

‘Met geld kun je de wereld een stukje mooier maken’

50

Begrippenlijst

54

Onderzoeksverantwoording

56

Contact en colofon

58

Inhoudsopgave | Vermogen in Nederland • 7


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Hoofdstuk 1

Profielschets van de Nederlandse miljonair De feiten • Aantal miljonairs blijft stabiel, de samenstelling van de groep varieert • De Nederlandse miljonair bezit gemiddeld bijna € 3 miljoen • Bij ruim de helft van de miljonairs is het vermogen afkomstig uit een eigen onderneming

Ruim één op de honderd Nederlanders is

miljonair

: CBS

8 • Vermogen in Nederland | Hoofdstuk 1

• Miljonairs bezitten samen 40% van het totale Nederlandse vermogen • Inkomensongelijkheid in Nederland is kleiner dan de vermogensongelijkheid • Nederland staat in een internationale vergelijking in de top 15 met % miljonairs van totale aantal huishoudens


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Ruim één op de honderd huishoudens is miljonair

Afbeelding 1

Miljonairs in Nederland en Miljonairs in Nederland hun vermogen, 2006-2011

Van alle huishoudens in Nederland heeft 1,2 procent een vermogen van € 1 miljoen of meer 1. Dat komt overeen met ruim 92.000 huishoudens (afbeelding 1). Het percentage miljonairshuishoudens is in de afgelopen jaren in grote lijnen stabiel gebleven, al is de samenstelling – door waardeverandering van het vermogen en een gewijzigde samenstelling van huishoudens 2 – wel veranderd. Bij de definitie van een miljonairshuishouden gaat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) uit van een vermogen van meer dan € 1 miljoen, waarbij de pensioenopbouw, de waarde van de eigen woning en de eventueel daarbij behorende hypotheek niet in het vermogen zijn meegerekend 3. Wanneer de eigen woning en de daarop rustende hypotheek wel worden meegerekend, dan is ruim 2 procent van de Nederlandse huishoudens miljonair. In een internationale studie van BCG 4, dat het aantal miljonairs bepaalt op basis van US-dollars en dat ook het pensioenvermogen en levensverzekeringen meetelt, komt naar voren dat het aantal Nederlanders met een vermogen van minstens USD 1 miljoen in 2012 2,6 procent is, in 2011 was dat 2,1 procent.

en hun vermogen

Totale vermogen miljonairs in euro’s Aantal miljonairs % van het totale Nederlandse vermogen 2006

249 miljard 82.000

40%

2007

268 miljard 89.000

40%

2008

275 miljard 93.000

40%

2009

245 miljard 88.000

38%

2010

289 miljard 98.000

41%

2011

276 miljard 92.000 Afbeelding 2

Zie de onderzoeksverantwoording voor verdere toelichting BRON: CBS

Top 15 van landen met in % het grootste aantal miljonairs Nederlan Top-15 van landen met in % het grootste aantal miljonairs d in de

TOP15

13 15 12 2 6 10

3

14 1 7 9 11

4

8

5

Aantal miljonairs-huishoudens als % van het totaal aantal huishoudens, per land, 2012 14,3%

9 Ver. Arab. Emiraten

4,0%

11,6%

10 Israël

3,8%

11,5%

11 Oman

1 Qatar 2 Zwitserland 3 Koeweit

9,4%

4 Hongkong

8,2%

5 Singapore

12 België 13 Canada

In internationaal perspectief op basis van dollars, inclusief pensioenen en exclusief ondernemings­vermogen, staat Nederland, uitgedrukt in het percentage miljonairshuis­ houdens – net zoals vorig jaar – op plaats 15 met 2,6 procent miljonairs­huishoudens. Wereldwijd heeft Qatar de hoogste miljonairs­ dichtheid (14,3 procent). Op Europese schaal zijn er alleen in Zwitserland en in België relatief meer miljonairs dan in Nederland (afbeelding 2).

3,2% 2,8%

4,9%

14 Japan

2,6%

7 Bahrein

4,9%

15 Nederland

2,6%

4,0%

Internationaal perspectief

3,3%

6 Verenigde Staten 8 Taiwan

40%

BRON: BCG Global Wealth Market-Sizing Database, 2013

Hoofdstuk 1 | Vermogen in Nederland • 9


Van Van Lanschot Lanschot Dutch Dutch Wealth Wealth Report Report 2013 2013

Het gemiddelde vermogen per Nederlands huishouden Bezittingen Afbeelding 3 Aandelen en obligaties Eigen woning Overige Bank- en spaartegoeden

Vermogen en inkomen

Vermogen Vermogen

Het gemiddelde vermogen per miljonair

2006

2007

2008

2009

2010

0,16

0,17

0,17

0,18

0,17

x miljoen euro

0,16

0,5 0,4 0,3 0,2 0,1 0

Schulden Hypotheekschuld Overige schulden

2011

BRON: CBS

Het gemiddelde vermogen per miljonair Bezittingen Eigen woning Bank- en spaartegoeden

Aandelen en obligaties Overige

Schulden Hypotheekschuld Overige schulden

Vermogen Vermogen

x miljoen euro

3,5

3,3

3,4

3,3 3,1

3,2

3,3

3

Nederlandse miljonair bezit bijna € 3 miljoen De Nederlandse miljonair bezit gemiddeld een vermogen van bijna € 3 miljoen, exclusief de eigen woning (afbeelding 3); de Nederlander heeft een vermogen van € 56.000. Het vermogen van de miljonair is daarmee ruim 50 keer zo hoog als dat van de Nederlander. Van de Nederlandse miljonairs heeft het grootste deel een vermogen tussen de € 1 en € 2 miljoen (afbeelding 4). Het vermogen van miljonairs is vooral afkomstig uit de eigen onderneming (afbeelding 5). De belangrijkste inkomensbronnen voor de miljonairs zijn de eigen onderneming, inkomen uit arbeid en vermogen. Bij de Nederlander is inkomen uit arbeid veruit de belangrijkste inkomensbron. Het gemiddeld besteedbaar jaar­inkomen van Nederlandse miljonairs is met € 93.000 ongeveer drie maal zo hoog als de € 32.000 van de Nederlander. Miljonairs met inkomen uit vermogen als belangrijkste inkomensbron, hebben het hoogste inkomen: gemiddeld € 130.000. Bijna één op de drie miljonairshuishoudens heeft een besteedbaar jaarinkomen van meer dan € 100.000. Bij de Nederlander komt een inkomen boven een ton nauwelijks voor (afbeelding 6).

2,5

Jaarinkomen miljonair

2

driemaal zo hoog als

1,5

1

dat van de Nederlander

0,5

0

2006

2007

2008

2009

2010

2011

BRON: CBS

Vermogensongelijkheid Het vermogen is scheef verdeeld over de Nederlandse huis­ houdens. De 1,2 procent miljonairshuishoudens bezitten samen 40 procent van het totale vermogen in Nederland. Daarbij bezit de 10 procent meest vermogende huishoudens ruim driekwart van het totale vermogen. In Nederland zijn inkomensverschillen kleiner dan vermogens­verschillen. Hierbij speelt het Nederlandse fiscale regime een belangrijke rol. Vermogen wordt relatief mild belast, daar waar inkomen progressief wordt belast en belastingen op inkomens worden gebruikt om de sociale zekerheid te waarborgen.

10 • Vermogen in Nederland | Hoofdstuk 1


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Afbeelding 4

Afbeelding 5

Verdeling miljonairs naar hoogte van hun Verdeling miljonairs naar hoogte vermogen van hun vermogen, 01/01/2011 > € 10 miljoen

€ 1-2 miljoen

Nederlanders 2013

Miljonairs 2013

€ 3-5 miljoen

Miljonairs 2012

6%

Uit eigen onderneming

54% 53% 78%

Uit loondienst

44% 40% 3%

Uit beleggingen/ investeringen/ onroerend goed

39% 43% 12% 36% 27%

5% 7% 9%

Uit ontslagvergoeding/ gouden handdruk

8%

Uit (vorig) huwelijk 0% 4% 6%

12%

18% 16%

Herkomst vermogen

Uit erfenis/ nalatenschap/ schenking

3%

€ 5-10 miljoen

Herkomst vermogen

61%

Loterij/kansspel gewonnen 0% 4% 2%

4% 4% 4%

Anders

€ 2-3 miljoen

DATA: GfK; miljonairs 2013 n=252, miljonairs 2012 n=257, Nederlanders 2013 n=301

Afbeelding 6

Besteedbaar jaarinkomen

Besteedbaar jaarinkomen, 2010

Bel

Jaarlijks besteedbaar inkomen in euro’s < 25.000 25.000 < 50.000 50.000 < 100.000 100.000 < 150.000 > 150.000

Bela In In In P S

15%

19%

14%

Vermogen van de miljonair is

50 keer zo hoog als van

de Nederlander

Miljonairs

19%

33% 1% 14%

Nederlanders

44%

41%

BRON: CBS PEILDATUM: 01/01/2011

BRON: CBS JAAR: 2010

Hoofdstuk 1 | Vermogen in Nederland • 11


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Kenmerken van de miljonair

Afbeelding 7

Percentage miljonairs Percentage miljonairs per gemeenteper gemeente

Minder dan 1%

13

1% tot 1,5%

Woonplaats: Blaricum heeft meeste miljonairs Van alle Nederlandse gemeenten heeft Blaricum met 10 procent de hoogste miljonairsdichtheid, gevolgd door Bloemendaal (9,7 procent), Laren (NH) (9,4 procent) en Wassenaar (8,9 procent). In de provincies Utrecht (in Het Gooi en de Vechtstreek), Zeeland en Noord-Holland (in de agglomeratie Haarlem) wonen relatief de meeste miljonairs: 1,5 procent van alle huishoudens is hier miljonair (afbeelding 7).

1,5% tot 2%

In de gemeente Spijkenisse wonen relatief de minste miljonairshuishouden (0,2 procent), gevolgd door de Zuid-Limburgse gemeenten Landgraaf, Kerkrade en Brunssum met 0,3 procent. Van alle provincies hebben Flevoland, Limburg en Groningen relatief het kleinste aantal miljonairshuishoudens (minder dan 1 procent).

2% of meer

9 21

18 14

2 7

6

3

1

20 16 15

4

8

17

11 22

10

25 5 24

12

23

19 BRON: CBS PEILDATUM: 01/01/2011

Gemeenten met 2% of meer miljonairs 1. Blaricum 10,0% 2. Bloemendaal 9,7% 3. Laren (NH) 9,4% 4. Wassenaar 8,9% 5. Rozendaal 6,4% 6. Naarden 5,1% 7. Heemstede 4,5% 8. Wijdemeren 4,0% 9. Bergen (NH) 3,9% 10. Westvoorne 3,9% 11. De Bilt 3,7% 12. Alphen-Chaam 3,7% 13. Haren 3,6%

14. Oegstgeest 3,4% 15. De Ronde Venen 3,3% 16. Bussum 3,3% 17. Lochem 3,2% 18. Noordwijk 3,2% 19. Waalre 3,2% 20. Muiden 3,2% 21. Beemster 3,2% 22. Bodegraven Reeuwijk 3,1% 23. Oisterwijk 3,1% 24. Vught 3,1% 25. Giessenlanden 3,1%

Meeste miljonairs in

Blaricum minste in Spijkenisse

12 • Vermogen in Nederland | Hoofdstuk 1

Woning: koopwoning van bijna zes ton Miljonairshuishoudens wonen meestal in een koopwoning. Bijna de helft heeft een koopwoning met een WOZ-waarde van meer dan € 500.000. De gemiddelde WOZ-waarde van de miljonairskoopwoning ligt op € 591.000, ruim twee keer zo veel als de WOZ-waarde van € 269.000 van de Nederlander (afbeelding 8). Opvallend is dat de duurdere koopwoningen niet alleen in het bezit zijn van miljonairs. Integen­deel: in 2011 werd 60 procent van alle koopwoningen met een waarde boven € 1 miljoen bewoond door niet-miljonairshuishoudens.

Tokyo is de miljonairsstad van de wereld Tokyo mag zich meer dan welke andere stad dan ook beschouwen als ‘de miljonairsstad’ van de wereld. Tokyo telt meer dan 460.000 US-dollar miljonairs, waarmee het New York City (389.100) en Londen (281.000) achter zich laat. Op de Europese ranglijst van miljonairssteden wordt Londen gevolgd door Parijs (219.300 miljonairs), Frankfurt (217.500), München (129.600) en Rome (126.800). Frankfurt heeft van alle steden de hoogste miljonairsdichtheid (7,5 procent van de inwoners is miljonair). Londen kent de meeste multimiljonairs* (4.224), voor Tokyo (3.525) en Singapore (3.154). De meeste miljardairs zijn te vinden in New York City (70), Moskou (64) en Londen (54) (Bron: Wealthinsight, 2013). *

multimiljonair: meer dan 30 miljoen US-Dollar


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Afbeelding 8

Miljoenenwoningen nader beschouwd

Woonsituatie Woonsituatie, 01/01/2011 Koopwoning tot € 250.000 Huurwoning Koopwoning € 250.000 - 500.000 Koopwoning € 500.000 - 750.000 Koopwoning € 750.000 - 1.000.000 Koopwoning > € 1.000.000 11%

6% 12%

11%

Miljonairs 25%

36%

3%

1%

20% 20%

45%

Nederlanders

32%

BRON: CBS PEILDATUM: 01/01/2011

Man en vijftigplus Miljonairshuishoudens bestaan relatief vaak uit paren, al dan niet mét (36 procent) of zonder (42 procent) thuiswonende kinderen. Slechts 17 procent van de miljonairs woont alleen, bij de Nederlanders is dat 35 procent. Bij ruim driekwart van de miljonairshuishoudens is de man hoofdkostwinner; bij het totale aantal huishoudens ligt dat percentage op 66 procent. Driekwart van de miljonairs is 50 jaar of ouder. De gemiddelde leeftijd van de hoofdkostwinner van een miljonairshuishouden is 59 jaar, acht jaar ouder dan de Nederlander. Autochtoon en hoogopgeleid Van alle Nederlandse miljonairs is circa 90 procent autochtoon. Binnen de miljonairshuishoudens zijn de niet-westerse allochtonen sterk ondervertegenwoordigd: slechts 1 procent van de hoofd­ kostwinners is van niet-westerse herkomst. Hoofdkostwinners van miljonairshuishoudens zijn doorgaans hoog opgeleid: bijna de helft heeft een opleiding op hbo-niveau of hoger, tegen ruim een kwart van de Nederlanders (afbeelding 9). Bijna 30 procent van de miljonairs heeft een academische opleiding, tegen­over 10 procent van de Nederlanders. Hoofdkostwinners van miljonairs­ huishoudens in de hogere vermogens­klassen (€ 3 miljoen of meer) hebben iets vaker een academische opleiding dan miljonairs met een vermogen onder € 3 miljoen.

Volgens onderzoek van Calcasa stonden er in 2012 bijna 29.000 ‘miljoenenwoningen’ in Nederland. De gemiddelde waarde van deze woningen nam in 2012 met 9,7 procent af, terwijl in dezelfde periode de gemiddelde koopwoning met 5,1 procent in waarde daalde. De duurste straat van Nederland is de Konijnenlaan in Wassenaar met een gemiddelde woningwaarde van € 1,975 miljoen en een vierkante meterprijs van € 5.400. Volgens hetzelfde onderzoek bevinden de straten met de meeste miljoenenwoningen zich in Amsterdam; koploper is de Keizersgracht met ruim 138 miljoenen­ woningen en een gemiddelde vierkante meterprijs van € 4.850. In de ranglijst van gemeenten met het grootste aandeel miljoenenwoningen scoren Blaricum (29 procent), Bloemendaal en Wassenaar (beide 23 procent) en Laren (22 procent) het hoogst. Deze top vier correspondeert met de gemeenten die de hoogste miljonairsdichtheid kennen. Ruim de helft van de miljonairs woont in een buurt met relatief weinig bebouwing; bij de Nederlander is dat een derde (Bron: Calcasa Jaarverslag 2012 Miljoenenwoningen, 2013).

Afbeelding 9

Opleidingsniveau hoofdkostwinner Opleidingsniveau hoofdkostwinner, 01/01/2011

Basisonderwijs, vmbo, mbo1, avo onderbouw Havo, vwo, mbo Hbo, wo-bachelor Wo-master, doctor 16% 29%

Miljonairs 20%

17%

35%

11% 10% 32%

17%

Nederlanders

41%

BRON: CBS PEILDATUM: 01/01/2011

Hoofdstuk 1 | Vermogen in Nederland • 13


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Social media: relatief actiever op LinkedIn Miljonairs hebben, ondanks hun leeftijdsprofiel, toch bijna net zo vaak één of meerdere social media accounts als de Nederlander (afbeelding 10). Ze zijn relatief minder goed vertegen­woordigd op Facebook en Twitter, maar relatief vaker actief op het ‘zakelijke’ sociale medium LinkedIn. In vergelijking met de Nederlander is de miljonair echter minder actief in het lezen en volgen van de sociale media en in het leveren van persoonlijke bijdragen aan deze media. Vrouwelijke miljonairs zijn actiever dan mannelijke miljonairs op sociale media (34 versus 16 procent) en posten ook vaker zelf bijdragen.

Miljonairs minder actief op

social media

wel meer actief op

LinkedIn

Vergeleken bij de Nederlander hebben de miljonairs vaker een smartphone of tablet. Ruim twee derde van de miljonairs beschikt over een smartphone en tablet, daarmee de Nederlander achter zich latend (afbeelding 11). Apple is het favoriete miljonairsmerk bij de tablets. Ook bij de smartphones valt de keuze meestal op Apple, maar hier toont de miljonair zich minder eenkennig door ook voor andere merken te kiezen, met name voor Samsung.

Afbeelding 10

Social Social media-accounts media-accounts Bij welke van de onderstaande sociale media heeft u een account? Nederlanders

Miljonairs 67%

Facebook

53% 27%

LinkedIn

36% 25% 21%

Twitter

19% 16%

Youtube

29%

Hyves

14% 16%

Google+

11%

Blogs

2% 2%

Foursquare

2% 2%

Geen accounts

21% 26% DATA: GfK 2013; miljonairs n=252, Nederlanders n=301

14 • Vermogen in Nederland | Hoofdstuk 1


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Vaker kerkelijk Miljonairs voelen zichzelf vaker dan de Nederlander verbonden met een kerk, godsdienst of levensbeschouwende groep. Iets meer dan een kwart van de miljonairs (26 procent) zegt zich verbonden te voelen met het rooms-katholicisme, gevolgd door 14 procent met het protestantisme. Bijna de helft van heel Nederland (48 procent) vindt zichzelf niet behoren bij een specifieke religie of levensbeschouwing. Bij miljonairs ligt dat percentage op 38 procent.

Afbeelding 11

Gebruik smartphone en en tablet Gebruik smartphone tablet % smartphonegebruikers naar merk Nederlanders

Miljonairs 16%

iPhone (Apple) Samsung HTC Blackberry Nokia Sony Ander merk

17%

29% 26%

8% 5% 2% 4% 4% 3% 2% 3% 2% 4%

VVD blijft favoriet, maar verliest terrein De VVD blijft de partij voor miljonairs, al verliest ze wel wat steun (afbeelding 12). Veel miljonairs kunnen zich niet vinden in het huidige regeringsbeleid waarin wordt vastgehouden aan de Europese norm van een maximaal begrotingstekort van 3 procent van het bruto binnenlands product. Een kwart van de miljonairs staat achter dit beleid en een derde zou kiezen voor een com­­promis: wel bezuinigen, maar niet strikt vasthouden aan de 3 procent-norm. Bijna 4 op de 10 wil helemaal niet bezuinigen, maar een beleid van investeren en economische groei stimuleren.

40% 34%

Geen smartphone

Afbeelding 12 % tabletgebruikers naar merk Nederlanders

23%

iPad (Apple) Samsung Asus, Google Nexus, Sony Ander merk

Stemgedrag en uitslag Tweede Kamerverkiezingen 2012 Stemgedrag en uitslag Tweede Kamerverkiezingen 2012

Miljonairs 51%

10% 5% 2% 3% 7% 4%

Geen tablet

Op welke partij stemt u voor de Tweede Kamer? Nederlanders april 2013 Miljonairs april 2013 Uitslag Tweede Kamerverkiezingen 2012 12%

VVD

36%

57%

D66

7%

CDA

8% 6% 7% 4% 9%

PVV

*

PvdD

12% 12%

10% 8% 6% 8%

50PLUS

6%

44%

12%

6% 5%

PvdA

is het favoriete merk voor tablet en smartphone bij miljonairs

36% 27%

DATA: GfK 2013; miljonairs n=252, Nederlanders n=301

Apple

Miljonairs april 2012

25%

9%

2%

2% 4% 2% 2%

GroenLinks

2% 3% 3%

2%

SP

2%

Anders 1%

Weet niet/ geen opgave

13% 5%

10%

4% 5% 6% 14% 17%

25% * In 2012 niet naar gevraagd

DATA: GfK ; Nederlanders n=301, miljonairs 2013 n=252, miljonairs 2012 n=257

Hoofdstuk 1 | Vermogen in Nederland • 15


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

De miljonair kijkt

Verwachtingen De miljonair is positiever gestemd dan de Nederlander als het gaat om de verwachtingen over de ontwikkeling van zijn eigen vermogen, de economische vooruitzichten voor de economie en de eigen zakelijke situatie (afbeelding 13). Over de volle linie verwachten miljonairs in de komende twaalf maanden een verbetering, maar ze zijn met name positiever over de verwachte ontwikkeling van het eigen vermogen. In 2012 bleek dat 24 procent hier positief tegenover stond, nu is dat gestegen naar 38 procent. Net als vorig jaar zijn met name de miljonairs met meer dan â‚Ź 5 miljoen optimistisch over de ontwikkeling van het eigen vermogen. In algemene zin zijn het de dertigers, zowel onder de miljonairs als onder de totale Nederlandse bevolking, die het meest positief zijn over de komende twaalf maanden. Waar miljonairs hogere verwach­ tingen hebben van de ontwikkeling van het eigen vermogen dan van de Nederlandse economie (38 versus 28 procent), is dit voor gemiddeld Nederland juist andersom: 12 procent verwacht een groei van het eigen vermogen, terwijl 17 procent betere vooruitzichten voor de economie als geheel voorziet.

veel positiever naar de toekomst dan de Nederlander

Afbeelding 13

Verwachtingen over de Nederlandse economie Verwachtingen de Nederlandse economie en het eigen en het eigenover vermogen voor de komende 12vermogen maanden Enige tot sterke verbetering

Ontwikkeling eigen vermogen

12%

Nederlanders 38% 23%

De vooruitzichten voor de Nederlandse economie in het algemeen

Miljonairs 2012

Nederlanders

17%

28% 23%

De economische vooruitzichten voor eigen zakelijke situatie/ eigen bedrijf

11%

Miljonairs 2013

Miljonairs 2013

Miljonairs 2012

Nederlanders 23% 20%

Miljonairs 2013 Miljonairs 2012

DATA: GfK; miljonairs 2013 n=252, miljonairs 2012 n=257, Nederlanders n=301

16 • Vermogen in Nederland | Hoofdstuk 1


eitcefleR

Reflectie

Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Miljonairs: positief, behoudend, dynamisch De Nederlandse miljonair is over het algemeen positief ingesteld, maar ook behoudend en valt het liefst niet op met zijn vermogen. Dus geen grote huizen, maar bescheidenheid en bovendien wordt het huis afbetaald.

Positief Uit het onderzoek komt duidelijk naar voren dat de miljonair veel positiever naar de toekomst kijkt dan de Nederlander. Dit is deels te verklaren uit het feit dat de groep miljonairs veel ondernemers kent, een groep is die duidelijk positiever is dan de Nederlander. Kritisch is hij overigens ook, bijvoorbeeld over de manier waarop wij in Nederland omgaan met waardevolle bezittingen. Miljonairs zijn zeer te spreken over de sociale voorzieningen in Nederland, mede omdat men via reizen en werken in het buitenland vergelijkingsmateriaal heeft. Ze benoemen het gevaar dat Nederland te gemakkelijk achterover leunt en te weinig initiatieven ontplooit om de welvaart op peil te houden. Een voorbeeld hiervan is het aantrekken van hoogopgeleid technisch personeel uit het buitenland, in plaats van ervoor zorgen dat er in Nederland meer technici worden opgeleid.

Dynamisch

De dynamiek zit in de handelsgeest binnen de groep miljonairs, maar ook in de samenstelling van de groep. Waar de omvang van de groep redelijk gelijk blijft, treden er wel veranderingen op in de samenstelling. Dit komt bijvoorbeeld door echtscheidingen, maar ook door veranderingen in de waarde van het vermogen. Het grootste deel van het vermogen van de Nederlandse miljonair komt vaak vanuit de eigen onderneming en de huidige economische tijd heeft niet alleen veel impact op de effectenmarkten, maar ook op ondernemingen. De succesvolle bedrijven van weleer zijn niet per definitie ook vandaag de dag de best presterende bedrijven. Dit vertaalt zich veelal ook door naar de financiële positie van de ondernemer achter de onderneming. Kortom, er zijn veel factoren van invloed op de omvang en samenstelling van de groep miljonairs in Nederland. Dat zal ongetwijfeld de komende jaren ook het geval zijn, hetgeen deze groep dynamisch en interessant maakt.

Behoudend Positief en kritisch worden vergezeld door een enigszins behoudende attitude, ook naar de eigen omgeving. Denk daarbij aan de kinderen, maar ook aan de eigen financiën. Doorgaans zijn miljonairs kritisch op hun eigen kinderen en benadrukken het belang dat zij op eigen benen moeten kunnen staan. Het behoudende treffen we ook aan in zaken als de eigen woning. Daarom is het ook niet opzienbarend dat de meeste woningen met een waarde boven de € 1 miljoen met name worden bewoond door nietmiljonairs. In veel opzichten leiden miljonairs een onopvallend bestaan en wonen in relatief bescheiden huizen. In het verlengde daarvan zien we ook bij miljonairs, ondanks de fiscale aantrekkelijkheid om een woninghypotheek in stand te laten, een duidelijke trend naar het gedeeltelijk aflossen van hypotheken.

Hoofdstuk 1 | Vermogen in Nederland • 17


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Wealth preservation is van groot belang voor vermogenden. Ze willen er zeker van zijn dat hun vermogensbeheerder zorgvuldig omspringt met hun geld. De vraag is hoe je zo’n vermogens­beheerder kunt vinden. ‘Let op de cultuur. Als die echt is gericht op de langere termijn is dat in het voordeel van de klant’, zegt Lars Dijkstra, chief investment officer bij Kempen Capital Management. Hij hanteert vijf criteria bij het vinden van een goede vermogensbeheerder.

‘Cultuur zegt veel

over de vermogensbeheerder’ Lars Dijkstra chief investment officer bij Kempen Capital Management 18 • Vermogen in Nederland | Interview

Dijkstra, 22 jaar werkzaam in het vermogensbeheer, begrijpt dat klanten kijken naar rendementscijfers, maar waarschuwt die als absolute maatstaf te gebruiken. ‘Bij de selectie van een vermogensbeheerder moet je niet alleen naar de behaalde resultaten kijken, maar in eerste instantie naar criteria die iets zeggen over de cultuur van de vermogens­beheerder.’ Volgens Dijkstra is cultuur een betere voorspeller van goede prestaties. ‘Diverse onderzoeken wijzen op een positief verband. Probleem is dat je cultuur op de een of andere manier moet definiëren. In de zoektocht naar de betere vermogensbeheerders hanteer ik daarom vijf criteria.’

1. SPECIALISATIE ‘Ik geloof niet in vermogensbeheerders die zeggen dat ze op alle markten thuis zijn, maar heb meer vertrouwen in kleinere specialisten die zich focussen op een bepaalde markt. Vergelijk het met kaas uit de supermarkt en kaas bij een speciaalzaak. De kans op een bijzonder kaasje bij een boetiek is een stuk groter. Ook in de sport zie je dat specialisten records breken; niet de tienkampers. In verschillende beleggingscategorieën is het daarom speuren naar specialisten die het – na kosten – beter doen dan de index. In sommige categorieën kun je uitwijken naar passieve trackers. Die hebben lage kosten en volgen de index.


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Per markt kies je voor een overwegend passieve of actieve aanpak. Vaste grenzen zijn er niet, want die kunnen in de loop van de tijd verschuiven. Zo blijkt het nu heel moeilijk actieve vermogensbe­heer­ders te vinden die waarde toevoegen in opkomende markten. Dat kan over een paar jaar weer anders liggen.’

2. MEDE-AANDEELHOUDER ‘Ik heb een voorkeur voor vermogensbeheerders die zelf ook (mede-)eigenaar zijn van hun bedrijf. De ervaring leert dat die meer op de lange termijn gericht zijn en minder snel zullen overstappen naar een ander bedrijf. Gevolg van deze keuze is eveneens dat je dan vaak uitkomt bij relatief kleinere ver­ mogensbeheerders. Als een vermogensbeheerder onderdeel is van een groot financieel conglomeraat is de kans aanwezig dat de aandeel­houder bij slechte resultaten gaat aandringen het beleggings­beleid om te gooien. Dat staat in schril contrast met het vasthouden aan een beleggingsvisie op de langere termijn. Het gevaar is dat het beleggingsbeleid na twee of drie matige jaren moet worden gewijzigd. Dat noemen wij het carrièrerisico: de portfoliomanager verandert zijn beleggings­ beleid omdat hij bang is dat hij anders zijn baan verliest.’

3. GELIJKSCHAKELING VAN BELANGEN Het zoveel mogelijk op één lijn brengen van de belangen van werknemers, aandeelhouders en klanten heeft veel raakvlakken met de aandeelhoudersstructuur. ‘Als de beleggers eigenaar of deels eigenaar zijn van de vermogensbeheerder lopen de belangen al deels gelijk. Het is daarom belangrijk dat beleggers geld steken in hun eigen fonds. Dat is dé manier om te laten zien dat je gelooft in het product dat je verkoopt aan je klant. Bijkomend voordeel van fondsmanagers die eigen geld in hun fonds steken, is dat ze kritisch zijn op de kosten. Als je vindt dat de kosten te hoog zijn om er zelf geld in te stoppen, is dat moeilijk uit te leggen aan de klant. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat de fee lager is als fonds­managers zelf mee beleggen. Bovendien zullen ze het aantal transacties zo laag mogelijk houden, omdat anders de transactiekosten te veel oplopen.’

4. SAMENSTELLING EN STABILITEIT VAN TEAM ‘Sommige fondsmanagers hebben een soort sterrenstatus. Nadeel van die constructie is dat het fonds zijn aantrekkelijkheid verliest zodra de sterbelegger overstapt naar een andere fondsbeheerder. Een stabiel team is daarom veel belangrijker dan een sterbelegger. Het team moet zijn samengesteld uit persoonlijkheden die elkaar aanvullen en uitdagen. Deze teamaanpak betekent niet dat wordt ingeleverd op slagvaardigheid en creativiteit. De beslissings­ bevoegdheden moeten goed zijn vastgelegd. Dat voorkomt dat een team gaat zitten polderen en daardoor pas met ideeën komt als de hele markt dat idee al heeft omarmd.’

‘In de zoektocht naar de betere vermogens-­ beheerders hanteer ik

vijf criteria’ 5. LANGETERMIJNVISIE

‘Fondsaanbieders moeten verder kijken dan een paar jaar. Ze moeten een visie hebben die ze niet wijzigen als het een paar jaar tegenzit. Je kunt het onder meer zien aan de omloopsnelheid van de portefeuille. Een lage omloopsnelheid betekent niet alleen lagere kosten, maar ook een sterk geloof in eenmaal gemaakte keuzes. De vijf genoemde selectiecriteria voor een vermogens­ beheerder gaan als het goed is hand in hand. Je mag bijvoor­ beeld verwachten dat een team dat ook aandeel­houder is, meer oog heeft voor de lange termijn dan beleggers die minder binding hebben met hun werkgever. Nadat fondsaan­bieders zijn geselecteerd op de bovenstaande criteria is het zaak op gesprek te gaan bij de fondshuizen met de beste papieren. We bezoeken de teams vaak meerdere keren. We praten niet alleen met de fondsmanager, maar ook met analisten. Zo krijgen we een goede indruk hoe teams functioneren.’

OMSLAG VRAAGT OM DIRECT CONTACT Specialisten hebben volgens Dijkstra het tij mee. ‘Grote vermogensbeheerders die onderdeel zijn van een financieel conglomeraat zitten tussen twee vuren. Aan de ene kant moeten ze opboksen tegen aanbieders van goedkope trackers en aan de andere kant moeten ze beter presteren dan de kleinere, gespecialiseerde beleggers. Specialisten en trackers winnen marktaandeel ten koste van de grote vermogensbeheerders’. Steeds meer wordt het belang erkend van een evenwichtige verdeling van de belangen van klanten, personeel en aandeel­ houders. Dijkstra hoopt dat door deze omslag bij vermogens­ beheer­ders de nadruk meer op beleggen op de lange termijn komt te liggen en minder op de verkoop van producten. Voor deze verandering pleit hij ook in The 300 Club, een inter­ nationaal platform van 300 toonaangevende vermogens­ beheerders. ‘De omslag vraagt om direct contact tussen klant en vermogens­beheerder. Een goede vermogens­beheerder heeft begrip voor zowel de dromen als de nachtmerries van de klant. Ook zal hij duidelijk moeten maken wat klanten wel en niet van hem kunnen verwachten.’

Interview | Vermogen in Nederland • 19


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Hoofdstuk 2

Het vermogen van de miljonair: de trends De feiten • Sinds de crisis zijn miljonairs meer gaan sparen en minder gaan beleggen • Belang van duurzaam sparen en beleggen neemt niet toe • Bijna de helft van de miljonairs spreidt vermogen over minimaal drie partijen • De helft van de miljonairs belegt het vermogen grotendeels zelf, maar aandeel vermogensbeheer groeit

Bijna 60%

van het vermogen van miljonairs zit in aandelen en obligaties

20 • Vermogen in Nederland | Hoofdstuk 2 1


Eerste prioriteit

8%prioriteit Tweede Van Lanschot Dutch Wealth Report Derde 2013

priori

Mijn vermogen gebruiken om nu v

Doorgeven van vermogen aan volge

Mijn vermogen gebruiken om later v

Vermogensbehoud belangrijker dan vermogensgroei

Investeren/beleggen in zaken die een hoog rendem

Investeren/beleggen in zaken die mijn persoonlijke interesse

Goede d Investeren/beleggen in zaken die Afbeelding 1

Prioriteiten ten aanzien van het vermogen van miljonairs Prioriteiten ten aanzien van het vermogen, va miljonairs Weet niet/ geen mening

Trends in vermogen Nederlandse miljonairs vinden vermogensbehoud belangrijker dan vermogensgroei (afbeelding 1). Dit kwam ook al naar voren uit het onderzoek Vermogen in Nederland van vorig jaar. Vermogensgroei is met name een prioriteit voor de vrouwelijke en jongere miljonairs (tot 50 jaar), vermogenden met meer dan € 5 miljoen, miljonairs die behoren tot het ‘oude geld’ 1 en de ‘toekomstgerichten’. 2 Mannen, zestigplussers, miljonairs die zich in het politieke midden bevinden en miljonairs die het grootste deel van hun vermogen in beheer geven, zijn meer gericht op vermogensbehoud. Voor zestigplussers is het belang van het in stand houden van het vermogen evident. Immers, hoe ouder de miljonair, hoe belangrijker vermogen wordt als bron van inkomen waar men van moet leven.

Laten groeien

Behouden 3%

44%

53%

53% Behouden

44%

Laten groeien Data Gfk 2013; n=252 Data Gfk 2013; n=252

Hoofdstuk 2 | Vermogen in Nederland • 21


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Vermogen grotendeels in aandelen: beweging naar sparen lijkt te stabiliseren Miljonairs hebben ruim de helft van hun vermogen in aandelen en obligaties zitten, bank- en spaartegoeden beslaan 13 procent. Bij de Nederlander is deze verhouding net andersom: ruim de helft van hun bezit bestaat uit bank- en spaartegoeden en 17 procent uit aandelen en obligaties (afbeelding 2). Miljonairs hebben gemiddeld € 440.000 aan spaartegoeden; bij de Nederlander ligt dat bedrag veel lager op € 34.000. Hoe hoger het vermogen van de miljonair, hoe groter het deel dat hij belegt in aandelen en obligaties. Zo hebben huishoudens met een vermogen van € 10 miljoen of meer, 78 procent van hun bezit in aandelen en obligaties belegd. Bij miljonairs met een vermogen tussen de € 1 en 2 miljoen ligt dit percentage op 38 procent.

Afbeelding 2

Samenstelling bezittingen Samenstelling bezittingen, in %, 01/01/2011 Nederlanders

Duurzaam sparen en beleggen zitten bij miljonairs niet in de lift. Zo geeft 9 procent van de miljonairs aan dat men in vergelijking met een jaar geleden een groter deel van het vermogen op een duurzame wijze onderbrengt, 10 procent zegt dat ze juist een kleiner deel duurzaam is gaan beleggen of sparen.

Onroerend goed (excl. eigen woning) Roerende zaken

59%

23% 19% 4% 5% 5% 5%

Ondernemingsvermogen

BRON: CBS PEILDATUM: 01/01/2011

‘Miljonairs zijn meer gaan sparen en minder gaan beleggen’ Afbeelding 3

Veranderingen in onderbrengen Veranderingen in onderbrengen vermogen door miljonairs vermogen door miljonairs

Verander

Heeft u sinds begin vorig jaar een groter of een kleiner deel van uw vermogen ondergebracht op de onderstaande manieren?

Heeft u sind jaar een gro deel van uw belegd en/o

Groter deel Gelijk deel Kleiner deel Weet niet / niet van toepassing

Bank- en spaartegoeden, deposito’s

2013

20%

42% 39%

2012

Omgaan met vermogen 45% van de miljonairs heeft het vermogen, en daarmee ook een deel van het financiële risico, gespreid over minimaal drie partijen (afbeelding 5). Slechts 1 op de 7 brengt het gehele vermogen bij één bank of vermogensbeheerder onder. Zo is circa een kwart van de miljonairs met de kleinere vermogens, miljonairs van zeventigplus en miljonairs die zich niet bezig­ houden met de financiële actualiteit, wat minder geneigd om het vermogen over meerdere partijen te spreiden.

52%

13% 17%

Aandelen en obligaties

Het relatieve aandeel van andere vermogensklassen (banken spaartegoeden, onroerend goed buiten de eigen woning, roerend goed en ondernemingsvermogen) neemt af naarmate het vermogen groter is. In de afgelopen jaren zijn miljonairs meer gaan sparen en minder gaan beleggen. Vergeleken met vorig jaar lijkt de situatie zich te stabiliseren (afbeelding 3). De meerderheid van de miljonairs ziet aandelen als de meest kansrijke beleggingscategorie. Andere beleggingscategorieën volgen op enige afstand met onroerend goed, obligaties en grondstoffen. Private equity, alternatieve beleggingen en hedgefunds worden door een kleiner deel van de miljonairs als kansrijke beleggingscategorieën gezien (afbeelding 4).

Miljonairs

Bank- en spaartegoeden

23% 11%

33%

15% 17%

Aandelen, obligaties, beleggingsfondsen, trackers, indexfondsen, derivaten, opties, futures en structured products

2013

18%

36%

15%

2012

20%

30%

33%

26% 22%

Zakelijk onroerend goed, tweede huis

2013

11%

2012

12%

30% 6% 23%

9%

53% 56%

Verzamelobjecten, zoals kunst, antiek, auto’s, boot

2013 7% 2012

8%

19% 6%

68%

17%

64%

11%

Grondstoffen, zoals goud

2013 7% 2012

9%

73%

15% 5% 15% 6%

70%

DATA: GfK; miljonairs 2013 n=252, miljonairs 2012 n=257

22 • Vermogen in Nederland | Hoofdstuk 2

2013

9%

2012

1


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Vertrouwen in beheerder

Afbeelding 4

Kansrijke beleggingscategorieën volgens miljonairs Kansrijke beleggingscategorieën volgens miljonairs Wat is volgens u op dit moment de meest kansrijke beleggingscategorie? Aandelen

1

25%

Onroerend goed 2

Obligaties

21%

17%

Grondstoffen Private equity

12%

3

9%

Alternatieve beleggingen (bijv. goud) Hedgefunds

6% 27%

Weet ik niet/geen mening 1 Hoe hoger

opgeleid, hoe vaker men aandelen kansrijk acht.

52%

Hoewel de meeste miljonairs hun vermogen over meerdere partijen spreiden, blijft de meerderheid vertrouwen op eigen kennis en oordeel ten aanzien van het vermogen en zien ze voor zichzelf de belangrijkste rol weggelegd bij de uiteindelijke beleggingsbeslissingen. Tegelijkertijd is de verwachting dat de bank of vermogensbeheerder meer rendement uit het vermogen kan halen dit jaar toegenomen met 8 procentpunt. Bij miljonairs is er een tweedeling wat betreft de beleggingsfilosofie. Er zijn de voorstanders van frequent en actief handelen op de beurs. En aan de andere kant staat een bijna even groot aantal minder actieve beleggers (afbeelding 6). Het aantal miljonairs dat verwacht door frequent en actief te handelen meer rendement op de aandelenbeurzen te halen, is dit jaar met 5 procentpunt gedaald.

2 Hoe vermogender, 3 Vooral dertigers

hoe kansrijker men obligaties acht.

achten private equity kansrijk.

DATA: GfK 2013; n=252

Afbeelding 6

Beleggingsfilosofie miljonairs Beleggingsfilosofie miljonairs Als u moet kiezen, welke beleggingsfilosofie past dan het best bij u?

Afbeelding 5

Ik wil actief beleggen (beter rendement dan de markt behalen d.m.v. het beleggen in individuele titels)

Weet niet/geen antwoord

Spreiding vermogen door miljonairs Spreiding vermogen door miljonairs Over hoeveel partijen heeft u uw vermogen gespreid?

Ik beleg niet/ niet van toepassing 13% 34%

Bij één partij 20%

Bij twee partijen Bij drie partijen

33%

Bij vier partijen

Ik wil passief beleggen (marktvolgend, vergelijkbaar marktrendement; bijv. met trackers)

Bij vijf partijen of meer Weet niet/wil niet zeggen

10%

17%

16%

10%

28%

33% Ik wil passief beleggen

34% Ik wil actief beleggen

19%

DATA: GfK 2013; n=252

DATA: GfK 2013; n=252

Hoofdstuk 2 | Vermogen in Nederland • 23


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

25% van de miljonairs

geeft meer dan de helft van zijn vermogen in beheer

Tweedeling in beleggingsfilosofie: actief en passief Ruim één op de vijf miljonairs gelooft meer rendement te behalen door te beleggen in actief beheerde fondsen. Daar staat een bijna net zo groot percentage miljonairs tegenover dat juist gelooft in de passieve beleggingsvariant via index­ beleggen en het beleggen in trackers. Net als in 2012 belegt de helft van de miljonairs het vermogen grotendeels zelf (execution only). Ook het deel miljonairs dat het vermogen (deels) in advies heeft, blijft stabiel. Miljonairs lijken wel iets vaker een groter deel van hun vermogen in beheer te geven bij een bank of vermogensbeheerder (afbeelding 7). Ruim een derde van de miljonairs zegt het liefst online (of mobiel) te handelen, zonder tussenkomst van een adviseur. Dit zijn vooral execution only beleggers. Aan de andere kant stelt 44 procent van de miljonairs prijs op een gesprek met een adviseur (afbeelding 8).

Afbeelding 7

Afbeelding 8

Wijze van beleggen door miljonairs

Kanaal voor uitvoeren Kanaal voor uitvoeren beleggingstransacties miljonairs beleggingstransacties miljonairs

Spreiden vermogen door miljonairs Welk % van het belegd vermogen heeft u in ...

Van welk kanaal maakt u het liefst gebruik voor het uitvoeren van beleggingstransacties?

beheer 25%

2013

16%

Zonder adviseur mobile/apps

43%

16%

2012

16%

Zonder adviseur online 6%

20%

Anders

50%

14%

14%

28%

advies 2013

19% 20%

46%

16% 18%

2012

22%

Persoonlijk gesprek met adviseur

29% 6% 16%

Online contact adviseur Telefonisch gesprek met adviseur

46%

14%

execution only 2013

18% 16%

32% 35% 32%

2012

17% 14%

37%

50-100% vermogen

Geen vermogen in beheer, advies of execution only

0-50% vermogen

Weet niet/ wil niet zeggen DATA: GfK; miljonairs 2013 n=252, miljonairs 2012 n=257

24 • Vermogen in Nederland | Hoofdstuk 2

44% stelt prijs op gesprek met adviseur DATA: GfK 2013; n=252


eitcefleR

Reflectie

Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Vermogen: controle en vertrouwen De helft van de Nederlandse miljonairs belegt het vermogen grotendeels zelf, zonder tussenkomst van een adviseur. Een opvallend hoog percentage, aan­ gezien beleggen de nodige kennis en ervaring vraagt. De reden waarom men zelf wil beleggen is duidelijk: meer dan de helft van de miljonairs is ondernemer of ex-ondernemer die het vermogen (deels) hebben opgebouwd met een eigen bedrijf. In de periode van het ondernemerschap zijn zij doorgaans nauw betrokken bij het financiële reilen en zeilen van hun bedrijf. Na de verkoop hebben veel ondernemers moeite om het beheer van het zorgvuldig opgebouwde vermogen – en daarmee gevoelsmatig ook de controle hierover – uit handen te geven. Het gevoel van niet meer ‘in control’ zijn moet dan worden gecompenseerd door het vertrouwen dat de miljonair stelt in zijn bank of vermogensbeheerder.

Zelf aan de knoppen Nederlanders zitten dus het liefst zelf aan de knoppen als het om beleggen gaat, al dan niet ondersteund door een beleggingsadviseur. Dat blijkt overigens niet alleen uit het zelf beleggen van de miljonairs, maar ook uit het feit dat beleggingsadvies en execution only in Nederland in vergelijking met het buitenland een relatief groot markt­aandeel hebben ten opzichte van vermogensbeheer.

Een mogelijke verklaring voor deze neiging om zelf te beleggen is dat Nederlanders het grootste deel van hun vermogen – het pensioenvermogen – al verplicht ‘in beheer’ hebben gegeven via een pensioenfonds. Over het vrij beschikbare vermogen wil men dan zoveel mogelijk directe betrokkenheid en zeggenschap hebben, wat de hoge mate van doe-het-zelf beleggen verklaart. Op basis van de onderzoeksresultaten van dit jaar lijken ook miljonairs wat meer te draaien richting vermogensbeheer. Deels hangt dit waarschijnlijk samen met het besef dat zelf beleggen steeds meer tijd en kennis vraagt om risico’s goed te kunnen beoordelen en de markt te volgen.

Vertrouwen geschaad

Het vertrouwen in de markten en in financiële instel­ lingen is de afgelopen jaren flink geschaad door de bancaire en financiële crisis. Ook heeft het gebrek aan transparantie van de beleggingsproducten het vertrouwen op de proef gesteld, het belang van de klant stond bovendien niet altijd voorop. Er is de sector veel aan gelegen om het vertrouwen terug te winnen. ‘Simpel’ en ‘transparant’ zijn de sleutelwoorden. Er lijkt in dit opzicht een kentering te zijn aangezien uit het onderzoek dit jaar blijkt dat meer miljonairs verwachten dat hun bank of vermogensbeheerder betere rendementen uit hun vermogen kan halen dan zijzelf zouden kunnen. De weg naar boven wat betreft vertrouwen in expertise lijkt ingeslagen, maar het zal nog wel even duren eer het vertrouwen weer helemaal terug is.

Hoofdstuk 2 1 | Vermogen in Nederland • 25


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

‘Niet elk dubbeltje hoeft een kwartje te worden ’ Henriëtte Prast hoogleraar gedragseconomie

Mensen wijken op talloze manieren af van de homo economicus die economen voor hun gemak in hun modellen opvoeren. Dat geldt zeker ook voor vermogenden. Hoogleraar gedragseconomie Henriëtte Prast geeft een aantal redenen waarom miljonairs hun financiën vaak niet plannen. ‘Dat kunnen ze zich veroorloven. Dat is ook een vorm van vrijheid.’

Het verbaast Prast niet dat veel vermogenden geen financieel plan hebben. ‘Op het eerste gezicht zou je misschien verwachten dat juist mensen met een flink vermogen meer doen aan financiële planning’, zegt Prast, die deeltijd hoogleraar is aan de Universiteit van Tilburg. Daarnaast is ze lid van de raad van toezicht van toezichthouder AFM en lid van de commissie die vorderingen op het gebied van corporate governance volgt. ‘Het kan een rationele keus zijn om niet te plannen, omdat je als vermogende toch genoeg hebt en je tijd beter kunt gebruiken. Beter in de zin van: leukere dingen doen, of met je talent dingen doen die financieel meer opleveren dan wat extra rendement op je vermogen.’

vakantie en noodgevallen. Ze plannen – vaak niet eens bewust – door een mentale stempel te zetten op geld dat ze ontvangen. Zo houden ze overzicht. Uit onderzoek van een collega blijkt bijvoorbeeld dat een extra euro kinderbijslag veel vaker wordt gebruikt voor schoenen of kleding van de kinderen dan een extra euro inkomen. Puur rationeel zou je een extra euro aan­wenden voor datgene dat het gezin het meeste nodig heeft op dat moment’, zegt Prast. ‘Dit fenomeen zie je ook bij vakantiegeld. Hoewel het een erg paternalistisch mechanisme is, hebben veel werknemers deze vorm van gedwongen sparen liever dan elke maand een iets hoger salaris.’

MENTAAL BOEKHOUDEN

Hoe minder mensen te besteden hebben, hoe meer ze doen aan mentaal boekhouden. ‘Dat geeft houvast. Het is een vorm van plannen. Bij vermogenden komt dat veel minder voor. Die hebben het domweg niet nodig hun inkomsten op die manier te

‘In het algemeen doen mensen in meer of mindere mate aan mentaal boekhouden’, zegt Prast. ‘Dat betekent niet dat ze fysieke spaarpotjes hebben met geld voor doelen als kleding,

26 • Vermogen in Nederland | Interview


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

bestemmen voor een bepaald doel’, aldus Prast. De gedrags­ econoom noemt nog een reden waarom vermogende particulieren doorgaans niet al te veel belang hechten aan financiële planning: de selfserving bias. ‘Het zijn succesvolle mensen die hier aan het woord komen. Mensen zijn geneigd om de eigen bijdrage aan hun succes te overschatten, en de factor geluk te onderschatten. Ze denken misschien: Ik heb fortuin gemaakt zonder een plan. Waarom zou ik nu opeens een plan nodig hebben?’

ADVISEURS Dit vertrouwen in de eigen kwaliteiten is ook medebepalend voor de houding van miljonairs ten opzichte van allerlei adviseurs. ‘Ze vrezen bijvoorbeeld dat een adviseur minder zorgvuldig met andermans geld omgaat, maar denken ook dat ze het zelf beter weten. Dat is een reden om zaken zoveel mogelijk in eigen hand te houden. Dit kan een vorm van zelfoverschatting zijn. Iedereen lijdt in zekere mate aan zelfoverschatting, maar bij vermogende particulieren is het door de eerder genoemde selfserving bias wellicht meer het geval.’ Prast wijst op een ander verschijnsel dat afwijkend gedrag van vermogenden kan verklaren. ‘Je kunt mensen indelen naar de mate waarin ze zich zelf verantwoordelijk voelen voor hun daden. Een deel van de mensen geeft de schuld van tegenvallers aan anderen of aan pech. De andere groep ziet zichzelf als verantwoordelijk. Het zou me niet verbazen als miljonairs vaker tot de tweede groep behoren. Gevolg is dat ze ook kritischer zijn over adviseurs. Ze willen de touwtjes in handen houden.’

VOORZICHTIGE AANPAK Het onderzoek onder miljonairs illustreert volgens Prast eveneens dat vermogenden zich ondanks hun vaak zakelijke achtergrond niet opstellen als najagers van het hoogste rendement. ‘Uit veel antwoorden blijkt dat behoud van het vermogen hoger wordt aangeslagen dan vermogensgroei’, zegt de econoom. ‘Niet ieder dubbeltje hoeft blijkbaar een kwartje te worden.’ Lang niet alle vermogenden zijn uit op het hoogste rendement en de allerbeste fiscale constructies. ‘Ze willen uiteraard dat het goed is geregeld, maar kunnen goed leven met een gemiddeld rendement. Bovendien is de impact van een tegenvaller, minder groot dan bij iemand die geen enkele buffer heeft’, zegt Prast. ‘Als het vermogen al langer in de familie zit, is die risicomijdende houding goed te begrijpen. Het is bekend dat mensen minder snel gaan gokken met “het geld van opa.” Maar ook bij zelf opgebouwd kapitaal is een voorzichtige aanpak te verklaren. Veel ondernemers zijn vermogend geworden omdat ze veel tijd en energie staken in iets waarin ze geloofden. Geld verdienen is daarbij wel belangrijk, maar niet het voornaamste doel.’

‘Miljonairs durven eerlijk te zeggen dat geld gelukkig maakt’ BETROKKENHEID Dat is volgens Prast ook de reden dat de eigenaar van een familiebedrijf soms andere beslissingen neemt dan managers in loondienst bij een beursgenoteerde onderneming. ‘De eigenaar voelt een enorme betrokkenheid bij zijn zaak en de mensen die er werken. Die zal er alles aan doen het bedrijf in stand te houden, terwijl een ingehuurde manager wellicht eerder zal besluiten een onderdeel te verkopen als dat financieel gunstig uitpakt.’ Voorzichtigheid met geld is eveneens troef bij mensen die in loondienst fortuin hebben gemaakt, zo blijkt uit het onderzoek. ‘Ik vind het opvallend hoeveel mensen in loondienst vermogend zijn geworden. Ik had een veel hoger percentage ondernemers verwacht. Ook de niet-ondernemers hebben vaak een beroep dat ze met grote inzet uitoefenen. Denk aan artsen, juristen of accountants. Die besteden hun tijd vast liever aan dat beroep dan aan het beheer van hun vermogen. Vaak levert dat meer op dan bezig zijn met je geld.’ Dat vermogen niet per se hoeft te groeien, betekent niet dat de miljonairs geld niet belangrijk vinden. ‘Het is aangenaam te zien dat miljonairs ook eerlijk durven te zeggen dat geld gelukkig maakt. Als je alle andere factoren gelijk laat, word je nu eenmaal gelukkiger van meer geld, blijkt uit de cijfers. Als dat niet het geval was, zouden we raar bezig zijn met z’n allen.’

GOEDE DOELEN ‘Het valt me op dat vermogenden niet meer willen geven aan goede doelen dan de gemiddelde Nederlander’, zegt Prast. ‘Dat de overheid bezuinigt op ontwikkelingshulp en cultuur is voor vermogenden niet direct aanleiding meer te schenken. Dat verbaast me eigenlijk wel, maar ik kan me ook voorstellen dat ze vinden dat ze al een bijdrage leveren door de belasting die ze betalen. Ze betalen in zekere zin drie keer: over hun inkomen, over hun vermogen en later over hun nalatenschap. Je kunt de redenering met een knipoog ook omdraaien: ze zijn vermogend geworden omdat ze zo weinig hebben weggegeven.’ In de Verenigde Staten is filantropie onder vermogenden meer ingeburgerd. ‘Amerikaanse rijken betalen minder belasting. Die hebben meer dan hier het gevoel dat ze iets moeten teruggeven aan de samenleving. Denk aan alumni die hun universiteit ondersteunen met flinke bedragen. Al blijkt uit recent onderzoek dat ze dat ook doen omdat ze hopen dat hun kind dan meer kans heeft om te worden toegelaten.’

Interview | Vermogen in Nederland • 27


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Hoofdstuk 3

De volgende generatie De feiten • Een groot deel van de miljonairs denkt dat hun kinderen het minder krijgen dan zij • Kinderen moeten het zelf maken, maar het gros van de miljonairs draagt bij leven al vermogen over • Overdracht van het familiebedrijf binnen de familie is belangrijk, maar geen must

Miljonairs plannen

hun nalatenschap bewuster dan de Nederlander

28 • Vermogen in Nederland | Hoofdstuk 3 1


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Meer aandacht voor nalatenschapsplanning Ruim één op de tien Nederlanders zegt zich (enigszins) bewust met de planning van de nalatenschap bezig te houden. Bij vermogende Nederlanders ligt dit percentage veel hoger: de helft van de miljonairs zegt hiermee bezig te zijn. Van de miljonairs heeft een grote meerderheid een testament, tegen slechts een kwart van de Nederlanders. Miljonairs hebben vanaf een jaar of 40, en zeker vanaf 50 jaar, vaak een testament opgesteld. Bij Nederlanders is dit eigenlijk pas echt bij zeventigplussers het geval. Daarnaast trouwen miljonairs vaker op huwelijkse voorwaarden dan de Nederlander en is veel vaker een vriend of familielid aangewezen om de nalatenschap af te handelen. Ook heeft ruim één op de vijf miljonairs een uitvoerig financieel plan/estate plan opgesteld (afbeelding 1). Volgens cijfers van het CBS waren er in 2009 bijna 200.000 Nederlanders die een nalatenschap ontvingen. In totaal ging het om € 11,2 miljard bruto; 0,2 procent ontving € 1 miljoen of meer. Bij deze laatste groep is in een derde van de gevallen de partner de ontvanger van de nalatenschap, in de helft van de gevallen de kinderen en verder kregen rechtspersonen, zoals kerkelijke, levens­ beschouwelijke, charitatieve, culturele, wetenschappelijke of algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s), een nalatenschap (afbeelding 2).

Afbeelding 2

Nalatenschappen Nalatenschappen Totale som aan nalatenschappen (bruto) 11,2 miljard euro Waarvan aan nalatenschappen boven de 1 miljoen euro: 860 miljoen euro Totaal aantal verkrijgers van een nalatenschap 199.450 Waarbij het nalatenschappen boven de 1 miljoen euro betreft in 370 gevallen % van totaal aantal verkrijgers

0,2%

Nalatenschappen hoger dan een miljoen naar verkrijger Partners

Overige personen

Kinderen

Rechtspersonen algemeen belang 120 200

Afbeelding 1 10

Nalatenschapsplanning

40

Nalatenschapsplanning Nederlanders

Miljonairs

BRON: CBS PEILJAAR: 2009

27%

Testament opgesteld

69% 17%

Op huwelijkse voorwaarden getrouwd

37%

8%

Vriend of familielid aangewezen om te zijner tijd nalatenschap af te handelen Uitvoerig financieel plan/ estate plan opgesteld

69%

25% 30%

Levensverzekering afgesloten

25% 2%

Estate planner/adviseur voor 0% nalatenschapsplanning in arm genomen

21%

van de miljonairs heeft een

11%

Opvolgingsplan voor mijn 0% onderneming opgesteld 7%* Vermogen afgezonderd 0% (in trust/APV) 6% Wil niet zeggen

6% 9% 46%

Geen van deze

testament

8% * Van miljonairs die op dit moment ondernemen, heeft 15% een opvolgingsplan DATA: GfK 2013; miljonairs n=252, Nederlanders 2013 n=301

Hoofdstuk 3 | Vermogen in Nederland • 29


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Verruiming van schenkingsvrijstelling Aan de zorgen om de volgende generatie kan deels Verwachte financiële situatie worden tegemoetgekomen doorkind gebruik te maken van de verruimde schenkingsvrijstelling voor de schenking Veel beter Enigszins beter Gelijk voor de eigen woning.Veel Schenken voor de eigen woning Enigszins slechter slechter wordtWeet grotendeels niet/ n.v.t ingegeven door de situatie op de woningmarkt (minder financieringsbereidheid van 11% banken, bestaande financieringen onder water) is het 22% 12% Belastingplan 2014 voorgesteld de bestaande schenkingsvrijstelling te vergroten en te verruimen. Bij het 37% Miljonairs 7% ter perse gaan van deze uitgave was het Belastingplan 33% nog niet tot wet verheven, 24% maar de regeling luidt in grote lijnen24% als volgt: Schenkingen tot € 100.000 zijn vrijgesteld van schenk­ belasting als het een schenking betreft van een eigen woning, dan wel bestemd is9% voor de financiering van 25% de aankoop van een eigen woning. Verbetering, 22% onderhoud en afkoop van zakelijke rechten terzake Nederlanders van een eigen woning van de begunstigde zijn ook 6% kwalificerende investeringen, net zo goed als een schenking ter aflossing eigen woning. 17% van restschulden 21% 10% Belangrijke verruiming: de vrijstelling geldt niet alleen in de verhouding ouders-kind, maar is een algemene, DATA: GfK 2013; miljonairs n=252, Nederlanders n=301 zij het tijdelijke (tot ultimo 2014) geldende vrijstelling. Er is ook geen limitering meer aangebracht in de leeftijd van de begunstigde. Ter vermijding van dubbelvoordeel: eerder genoten vrijstellingen, dus alleen in de verhouding ouders-kind, worden wel in mindering gebracht.

Afbeelding 3

Financiële situatie t.o.v. ouders Financiële situatie t.o.v. ouders Veel beter

Enigszins beter

Enigszins slechter

Gelijk

Veel slechter

Weet niet/ n.v.t 2%

7% 18% 8%

13%

51%

Miljonairs

19% 3% 10%

20%

19%

Nederlanders 26% 22% DATA: GfK 2013; miljonairs n=252, Nederlanders n=301

Afbeelding 4

Verwachte financiële situatie kind Verwachte financiële situatie kind Veel beter

Enigszins beter

Enigszins slechter

F

Gelijk

Veel slechter

Weet niet/ n.v.t

Zorgen om de komende generatie Miljonairs voelen zich over het algemeen bevoorrecht. Maar liefst 70 procent geeft aan er financieel beter aan toe te zijn dan hun ouders. Voor Nederland als geheel ligt dit percentage lager, op 46 procent. Bij de miljonairs zijn het met name ‘nieuw geld’ miljonairs 1 en zestig-/zeventigplussers die het financieel beter hebben dan hun ouders (afbeelding 3).

11%

22%

12% 7%

Miljonairs

37% 33%

24% 24%

9%

De financieel-economische situatie van de volgende generatie wordt veel minder rooskleurig ingeschat. Slechts 23 procent verwacht dat hun kinderen het beter zullen hebben dan zijzelf en 32 procent spreekt expliciet de verwachting uit dat deze generatie het minder zal krijgen (afbeelding 4). Onder miljonairs maken vrouwen zich duidelijk meer zorgen over de financieel-economische toekomst van hun kinderen.

30 • Vermogen in Nederland | Hoofdstuk 3

25% 22% 6%

Nederlanders 17% 10%

21%

DATA: GfK 2013; miljonairs n=252, Nederlanders n=301

DA


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Afbeelding 5

Meegeven aan de volgende generatie Wat wilt u aan de volgende generatie meegeven? Nederlanders

Miljonairs 75% 83%

Goede opleiding

81%

Goede opvoeding (normen en waarden)

72% 76%

Geluk en vaardigheden om gelukkig te worden

66% 49% 45%

Het familiegevoel

7%

Het familiekapitaal/ vermogen

39% 20%

De familietradities

28% 16% 23%

Het netwerk van de familie Het familiebedrijf

1%

12%

Weet niet

4% 4%

Anders

3% 4% DATA: GfK 2013; miljonairs n=252, Nederlanders n=301

Pensioenstelsel In de Nederlandse samenleving heerst de opvatting dat het huidige pensioenstelsel op de langere termijn niet valt te handhaven. Het is dan ook verrassend te constateren dat juist de Nederlander de toekomst voor zijn nazaten zonniger inziet dan voor zichzelf. Immers, er zal meer moeten worden gespaard (belegd) voor de oude dag, die bovendien statistisch langer zal duren. De vermogende Nederlander weet zichzelf – en in mindere mate zijn nazaten – daarbij gedekt door het vermogen, maar de Nederlander zal dat moeten financieren uit het inkomen. De grootaandeelhouders van familiebedrijven zoeken naast bestaande vormen naar alternatieve vormen van pensioenopbouw, bijvoorbeeld door het opbouwen van een substantieel beleggingsdepot zonder fiscale faciliteit (geen aftrek, maar uitkeringen ook niet belast). De collectiviteit in combinatie met het omslagstelsel blijkt immers niet zaligmakend, waardoor beleggen, maar ook sparen wellicht soelaas biedt.

Vergeleken met de miljonairs, is de Nederlander iets minder pessi­mistisch over de vooruitzichten voor de volgende generatie: eenderde denkt dat de komende generatie het beter zal hebben dan zijzelf en een vijfde denkt dat de komende generatie in financieel-economisch opzicht slechter af zal zijn.

Hard werken en sober leven Miljonairs die helemaal zelf hun vermogen hebben opgebouwd, rekenen we tot het ‘nieuwe geld’. Zij geven nadrukkelijk aan dat zij dit vermogen zelf hebben gegenereerd, door hard te werken en risico’s te nemen. Ze laten daarbij ook trots doorklinken over wat zij hebben bereikt. Miljonairs die tot het ‘oude geld’ 2 worden gerekend, waren in de kwalitatieve gesprekken opvallend terughoudend om aan te geven dat zij uit een welgestelde omgeving komen. Bijna verontschuldigend en anekdotisch wordt geschetst hoe het vermogen in de familie is ontstaan. Maar ook deze miljonairs verhalen van een leven hard werken en zijn er regelmatig trots op dat ze sober leven. Ze hebben soms moeite met de volgende generatie die dit sobere leven en harde werken in hun ogen veel minder vanzelfsprekend vindt. Miljonairs willen de volgende generatie vooral een goede opleiding, een goede opvoeding en vaardigheden om gelukkig te worden meegeven (afbeelding 5). Hoewel het doorgeven van familie­ kapitaal geen eerste prioriteit is, staat dit wel hoger op de lijst dan bij de Nederlander. Bijna 40 procent van de miljonairs wil het familievermogen graag doorgeven aan de volgende generatie, bij de Nederlanders staat dit bij 7 procent op de prioriteitenlijst. Bij miljonairs is het doorgeven van vermogen relatief belangrijk voor zeventigers, volgers van de financiële actualiteit en oud geld. Het overdragen van het familiebedrijf naar de nieuwe generatie is voor ruim één op de tien miljonairs belangrijk.

39% van de

miljonairs wil het

familievermogen doorgeven aan de volgende generatie

Hoofdstuk 3 | Vermogen in Nederland • 31


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Familievermogen als ruggensteun

Bijna tweederde van de miljonairs vindt dat hun kinderen

zelf vermogen

Naast het belang van een goede opleiding, vinden miljonairs dat hun kinderen zĂŠlf moeten knokken om succesvol te zijn. In het kwalitatieve deel van het onderzoek kwam het beeld naar voren dat goedbedoelde bemoeienis van de ouders een verstikkende uitwerking kan hebben op kinderen. De wetenschap dat een groot vermogen op hen wacht, zou een ongunstige uitwerking kunnen hebben op de ontwikkeling van miljonairskinderen. Bijna tweederde van de miljonairs vindt dat hun kinderen zelf vermogen moeten opbouwen. Hoe kleiner het vermogen, hoe vaker men deze mening is toegedaan. Toch zegt de meerderheid van de miljonairs dat ze bij leven hun kinderen al zo veel mogelijk willen schenken (afbeelding 6). Dit geldt vooral voor miljonairs die de financiĂŤle actualiteit op de voet volgen en zij die bewust bezig zijn met nalatenschapsplanning.

moeten opbouwen

Afbeelding 6

Toekomstvisie miljonairs over schenken van vermogen aanover kinderen Toekomstvisie miljonairs schenken van vermogen aan kinderen Helemaal mee eens Enigszins mee eens

Neutraal

Kinderen moeten zelf vermogen opbouwen

Enigszins niet mee eens Helemaal niet mee eens

Niet van toepassing 3%

34%

Ik wil kinderen bij leven zo veel mogelijk schenken

29%

Ik wil mijn kinderen met vermogen leren omgaan

28%

29% 14% 30% 18%

15%

4% 5%

17% 2%

23% 20%

4% 6%

20%

DATA: GfK 2013; n=252

32 • Vermogen in Nederland | Hoofdstuk 3


eitcefleR

Reflectie

Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Overdracht van vermogen: een complex probleem Miljonairs zijn zich ervan bewust dat zij de komende generatie veel kunnen meegeven, zeker omdat veel van hen geloven dat de komende generaties het slechter zullen krijgen dan zijzelf. De situatie is echter complex aangezien veel miljonairs ook vinden dat het helemaal niet vanzelfsprekend moet zijn dat kinderen zomaar over het vermogen moeten kunnen beschikken. We zien dat er met name tussen ondernemers en nietondernemers, en tussen ‘oud geld’ en ‘nieuw geld’ verschillend tegen overdracht van vermogen naar de volgende generatie wordt aangekeken.

Ondernemingsbelang versus aandeelhoudersbelang

Overdragen tijdens leven

Dit zien we ook vaak terug in de familiestatuten, die met name toegepast worden bij de grotere vermogens (vaak een combinatie van ondernemings- en beleggingsvermogen). Naast familiewaarden en -normen wordt daarin vastgelegd dat het vermogen nooit naar de koude kant mag gaan, wie het vermogen beheert, waarin en hoe er wordt geïnvesteerd, en wie wanneer onder welke omstandigheden een beroep kan doen op (een uitkering uit) het vermogen. Ondernemende families zijn zich zeer goed bewust van de herkomst van hun vermogen en daarmee van het belang van de onderneming. Als het familiebedrijf al meerdere generaties bestaat is er onvermijdelijk sprake van versnippering en verwatering van belangen. Het onderscheid tussen wel bij de onderneming betrokken familieleden en de passievere familieleden komt dan duidelijker aan de oppervlakte. Ondernemingsbelang komt dan tegenover aandeelhoudersbelang te staan, waarbij een deel van de familie de continuïteit van de onderneming centraal stelt en een ander deel met name oog heeft voor het vermogens­ beslag en het gewenste (cash-)rendement.

Ondernemers blijken op onderdelen enigszins op twee gedachten te hinken. Het overgrote deel van hen is van mening dat de volgende generatie het zelf maar moet doen en dat er tijdens leven geen vermogen moet worden geschonken. Daarnaast willen de ondernemers eigenlijk wel profiteren van de fiscale voordelen die er zijn als er tijdens leven vermogen wordt overgedragen. Uit het onderzoek komt naar voren dat vooral de niet-ondernemers met ‘oud geld’ vinden dat zij het vermogen ook maar hebben gekregen en in bruikleen hebben. Het vermogen moet dus worden doorgegeven. Bij de nietondernemers is de bereidheid om vermogen tijdens leven al door te geven groter dan bij ondernemers. Het actief omgaan met schenkingsstructuren kan een belastingbesparing opleveren die in de verhouding ouder-kind 20% bedraagt. In andere verhoudingen kan de besparing zelfs oplopen tot 40%. Echter, de bedragen die zonder heffing van schenkbelasting kunnen worden overgedragen zijn beperkt. Indien er sprake in van een actieve ondernemer dan biedt de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet op dit moment mogelijkheden om het echte ondernemingsvermogen onder voorwaarden fiscaal aantrekkelijk over te hevelen. Sinds 2010 kan, onder voorwaarden, bij het overdragen van echt onder­ nemingsvermogen ook de aanmerkelijk belangclaim worden doorgeschoven. Dat ondernemers wel oog hebben voor overdracht van vermogen naar de volgende generatie blijkt uit het feit dat ze vaker een testament hebben dan de Nederlander en veel belang hechten aan educatie van de volgende generatie over het omgaan met vermogen. Waar bij oud geld al van jongs af aan een zeker bewustzijn bestaat rondom (omgaan met) vermogen zijn eerste generatie ondernemers vaak vooral bezig met ondernemen en niet met het opgebouwde vermogen.

Bij overdracht aan de volgende generatie wordt vaak bekeken of de kinderen moeten kunnen beschikken over het vermogen. Het antwoord is vaak ontkennend, waarna beschermingsconstructies worden opgezet om wel het economisch belang over te dragen, maar niet de juridische zeggenschap. Een argument dat hierbij vaak wordt gebruikt is dat niet-bloedverwanten (de ‘koude kant’) als risicofactor worden gezien.

Deze discussie is in het huidige tijdsgewricht voor een groot aantal familiebedrijven actueel. Immers, de financieringsruimte bij banken is beperkter en duurder dan een aantal jaren geleden. Dit is een reden waarom er steeds vaker een beroep wordt gedaan op het (beleggings-)vermogen van de achterliggende eigenaren van familiebedrijven om financiering te verschaffen. Het gevolg is wel dat de volgende generatie vermogenden wat meer geduld moet hebben om over vrije middelen te kunnen beschikken.

Hoofdstuk 3 1 | Vermogen in Nederland • 33


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

‘Elk kind is geschikt’ Simone Dirksen adviseur voor families van familieondernemingen

34 • Vermogen in Nederland | Interview


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Het besluit om een kind als opvolger van het familiebedrijf te kiezen, is omgeven met emoties. Liefde wordt in zekere zin uitgedrukt in geld, stelt Simone Dirksen, die twaalf jaar geleden adviesbureau SpinPerceptie heeft opgericht. Zij zit vaak aan tafel als ouders en kinderen knopen moeten doorhakken over de bedrijfs­overdracht. ‘Daarbij lopen de emoties soms hoog op, maar dat is een normaal onderdeel van het proces.’

‘Dit werk heeft mij gevonden’, vertelt Dirksen. ‘Ik was net gestopt met een directiefunctie bij een financieel bedrijf toen mijn moeder belde. Ze vroeg of ik tijdelijk de leiding wilde overnemen van een bedrijf waarvan de directeur-groot­ aandeelhouder (dga) plotseling was overleden. Voor de opvolging was nog niets geregeld.’ De eerste jaren was Dirksen, die afkomstig is uit een ondernemersfamilie, vooral betrokken bij dit soort gedwongen opvolgingskwesties. Ze zag dat dit het type werk was dat haar helemaal lag. Hier kon ze de kennis uit haar studies bedrijfswiskunde en psychologie prima combineren. ‘Ik had die twee studies gedaan omdat ik vroeger graag bij Interpol wilde werken. Ik wilde seriemoordenaars doorgronden’, lacht Dirksen. Ze heeft met haar adviesbureau in de loop der jaren tientallen bedrijfsoverdrachten begeleid. ‘We blijven die ondernemingen volgen. Wij onderzoeken of opvolgers duurzamere ondernemingen neerzetten dan bij verkoop aan derden. Uit onze gegevens blijkt bijvoorbeeld dat bedrijven met een plotselinge overdracht en ondernemingen waarbij het een eer is om vanuit de familie de positie van dga te bekleden het structureel goed doen’, aldus Dirksen.

ONGESCHREVEN REGELS Volgens Dirksen draait het niet alleen om de potentiële opvolger, maar om de hele familieconstellatie. ‘Elke familie heeft zijn eigen ongeschreven regels, tradities en waardes. Die familie en het bedrijf zijn op allerlei manieren met elkaar vervlochten. Ik ken een groot familiebedrijf met een omzet van een paar honderd miljoen waar de dga en zijn vrouw de belangrijkste beslissingen op zondagochtend bij de koffie nemen. De partner is vaak niet officieel betrokken bij de onderneming, maar toch kan deze heel veel kennis hebben van het bedrijf. Bij een overdracht moet je je bewust zijn van dat soort processen en codes.’ Dirksen heeft onderzocht hoe verschillende familiestructuren van invloed zijn op het rendement van de onderneming en in welke mate dit van invloed is op de troonsoverdracht. ‘Alleen al bij familievormen zien we ruim twintig modellen’, zegt Dirksen. ‘Het traditionele gezin komt nog veel voor, maar andere vormen komen snel op. Denk aan twee broers met een bedrijf, samengestelde gezinnen of ondernemers zonder kinderen.’

GEVOEL VAN HOOP Dirksen weet dat niet elke dga zijn zoon of dochter ziet als de gedroomde opvolger. ‘Als ik een lezing houd voor een groep dga’s begin ik altijd met de stelling: elk kind is geschikt. Dat roept vaak twee soorten reacties op. “Dan kent u die van mij nog niet”, of een gevoel van hoop. Toch weet ik uit ervaring dat een troonsopvolging binnen de familie meestal goed uitpakt. In die zin is het goed voor de familie, de onderneming en de Nederlandse economie als dit soort bedrijven in de familie blijft.’ Het bepalen van de geschiktheid van de kinderen is een heikel punt. ‘Bij de beoordeling van een werknemer spreek je vaak over ontwikkelingspunten. Bij kinderen gaat het op een andere manier. Een kind maakt een fout of kan niets fout doen. Een fout leidt al snel tot het stempel ongeschikt. Dat mechanisme probeer ik te doorbreken’, zegt Dirksen.

’Elke familie heeft zijn eigen ongeschreven regels, tradities en waardes’ Interview | Vermogen in Nederland • 35


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

FORMATIE

‘Van belang is om de familiestructuur intact te laten’

36 • Vermogen in Nederland | Interview

Bij de overdracht kijkt Dirksen verder dan de direct betrokkenen. ‘Ook familieleden die weinig met het bedrijf te maken hebben, spelen een rol in de familie. Die moet je ook betrekken bij de gang van zaken. Van belang is om de familiestructuur intact te laten en indien mogelijk in formatie te laten vliegen. Je kunt het vergelijken met een groep straaljagers die in formatie vliegt. Een formatie is stabieler. Als een familielid een andere koers kiest, is het belangrijk dat hij of zij toch zo af en toe onderdeel uitblijft maken van de formatie.’ Het maakt veel uit wat voor type wisseling van de wacht het is. ‘Het kan gedwongen zijn, zoals bij een plotseling overlijden. Soms is de opvolging een erekwestie met meerdere kandidaten. In andere gevallen is er maar één iemand die zich geroepen voelt. Die voelt de plicht zijn vader of moeder op te volgen.’


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

EMOTIONELE SCHENKING Als de zaak binnen de familie blijft, hoeft de dga doorgaans niet het onderste uit de kan. ‘De ouders ervaren de overdracht ook als een emotionele schenking; als een manier iets goeds te doen voor het kind dat de opvolging voor zijn rekening neemt.’ De ouders hebben meestal geen schuldgevoel over de offers die ze hebben gebracht voor het bedrijf, maar beseffen wel dat ze hierdoor af en toe tekort zijn geschoten. ‘In een ondernemers­ gezin gaat het vaak over het wel en wee van de zaak. De kinderen weten dat het bedrijf vaak voorgaat. Hun ouders stonden niet elke zaterdag langs de lijn te kijken bij het voetbal.’ Dirksen zorgt ervoor dat de overdracht niet geruisloos verloopt. ‘De kinderen vragen vaak hoe ze hun ouders op een gepaste wijze kunnen bedanken.’ Als antwoord hierop organiseert Dirksen twee keer per jaar een speciale bijeenkomst voor dga’s die hun bedrijf overdragen aan de volgende generatie. Met die ondernemers en hun partners reist Dirksen af naar een landgoed in Schotland. ‘Daar worden films vertoond over het bedrijf dat ze overdragen. Ondernemers vinden het prettig dat ze in een omgeving zitten met mensen die vergelijkbare ervaringen hebben.’ Een dag later arriveren de kinderen die de onderneming hebben overgenomen. ‘Dat zijn bijzondere bijeenkomsten. Wat ouders willen, is eigenlijk heel simpel. Die willen “dank je wel” horen. Kinderen zeggen op zo’n moment dat hun ouders het goed hebben gedaan, dat ze dankbaar zijn voor de kansen die ze hebben gekregen en dat ze ook begrijpen waarom hun ouders er niet altijd voor ze waren’, zegt Dirksen.

‘Ondernemers vinden het prettig dat ze in een omgeving zitten met mensen die vergelijkbare ervaringen hebben’

‘Je kunt je bedrijf maar

één keer te koop zetten’ HOOGSTE BIEDER Als bij gebrek aan een opvolger binnen de familie wordt besloten het bedrijf te verkopen, wil Dirksen emoties zo veel mogelijk uitbannen en op jacht naar de hoogste bieder. ‘Vaak is het dan raadzaam de leiding over te dragen aan een interim-manager. Op die manier koop je tijd. Je kunt je bedrijf maar één keer te koop zetten. We maken daarbij duidelijke afspraken over het proces. De eigenaar moet de onderhandelaar bijvoorbeeld niet in de weg lopen. Daarom leggen we bijvoorbeeld vast op welk moment in het proces de eigenaar nog ja of nee mag zeggen tegen potentiële kopers.’

GOLFEN Dirksen praat ook met de ondernemer over zijn leven na de overdracht. ‘Een van de onderwerpen is de wijze waarop de dga betrokken blijft bij de onderneming die hij vaarwel zegt. Het gaat niet over een parkeerplaats of bureau. De meeste ex-eigenaren willen vooral horen hoe het gaat met hun opvolger. De een wil eens per maand even een kopje koffie komen drinken. De ander wil alleen maar af en toe iets horen.’ Ze bespreekt ook wat de ouders willen gaan doen in hun nieuwe leven. ‘Alleen maar golfen en in een tweede huis in Spanje zitten, is op den duur niet genoeg. Ik raad aan een businessplan op te stellen voor dat nieuwe leven. Wat wil je allemaal nog doen? Hoe ga je dat aanpakken? Die aanpak spreekt veel ondernemers aan omdat die gewend zijn zaken op deze manier aan te pakken.’

Interview | Vermogen in Nederland • 37


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Hoofdstuk 4

Maatschappelijke betrokkenheid van miljonairs De feiten • Miljonairs zijn relatief vaak maatschappelijk of bestuurlijk actief (geweest) • Miljonairs zijn iets meer geneigd om te schenken aan goede doelen dan de Nederlander • Bezuinigingen op kunst en cultuur zetten miljonairs niet automatisch aan tot extra donaties

Duurzaam consumptiegedrag miljonair niet anders dan van de Nederlander

38 • Vermogen in Nederland | Hoofdstuk 4 1


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Brandstof van de belangrijkste auto Benzine

Elektrisch/hybride LPG/gas Rijdt geen auto

Diesel 3% 4%

Miljonairs niet duurzamer ingesteld, wel maatschappelijk actiever

Afbeelding 1 65%

7%

Over het duurzaam consumptiegedrag kunnen we kort zijn: Brandstof de belangrijkste auto Brandstof vanvan de belangrijkste auto miljonairs zijn op dit punt niet wezenlijk anders dan de Neder21% Miljonairs Brandstof van de belangrijkste auto lander. Blijkbaar is de keuze om duurzaam te consumeren Benzine Elektrisch/hybride Diesel (en te investeren) vooral een individuele keuze die niet direct LPG/gas Benzine Elektrisch/hybride Diesel LPG/gasRijdt geen auto gerelateerd is aan het hebben van een vermogen. Dit blijkt Rijdt geen auto onder meer uit het feit dat zowel bij miljonairs als de Nederlander 3% 4% 4% 3% benzine en diesel nog steeds de belangrijkste autobrandstoffen zijn (afbeelding 1). 7% 7%

15%

65%

65%

68%

1% 4%

Miljonairs zijn wel vaker maatschappelijk actief of actief geweest dan de Nederlander (afbeelding 2). Zo zegt ruim de helft van de miljonairs actief te zijn (geweest) als bestuurslid van een non-profit vereniging of stichting, vergeleken met een kwart voor totaal Nederland en is men vaker betrokken bij vrijwilligerswerk en vaker politiek actief.

Miljonairs 21% Miljonairs

21%

12%

Nederlanders

DATA: GfK 2013; miljonairs n=252, Nederlanders n=301

15% 1% 4%

15%

Maatschappelijk actief

Afbeelding 2

Maatschappelijk actief

68%

68%

Nederlanders 12% 4% A Nederlanders B Miljonairs in 2013 C Miljonairs in 2012 1% Momenteel actief, of in verleden actief geweest

12%

Momenteel actief In verleden actief geweest

Niet actief Geen opgave

Nederlanders

Werkzaam in loondienst

A B 25% DATA: GfK 2013; C miljonairs n=252, Nederlanders n=301

Zelfstandige in eigen bedrijf of beroep

A B C

85% 48% 78%

21% 6%

15% 31%

28% 57%

29%

13%

DATA: GfK 2013; miljonairs n=252, Nederlanders n=301

Bestuurslid non-profit vereniging/stichting

A B C

Directeur/eigenaar van een bedrijf

A B C

Actief met vrijwilligerswerk

A B C*

Actief in mantelzorg

A B C*

25%

33%

9%

31%

13%

45% 38%

18%

33%

11%

55%

11%

24% 18% 3% 12%

Lid serviceclub/ sociĂŤteit/dispuut

A B C

2% 13%

* Geen cijfers bekend

28% 56%

27%

A B C

Politiek actief

33%

12%

Bestuurslid vereniging/ stichting met zakelijk belang

Actief als commissaris

25% 54%

16%

15% 28% 10%

58%

61%

14%

15%

31%

A 0% 13% B C A 7% B 9% C

8% 26%

9% 19%

64%

16%

68%

14%

DATA: GfK; miljonairs 2013 n=252, miljonairs 2012 n=257, Nederlanders n=301

Hoofdstuk 4 | Vermogen in Nederland • 39


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

De markt voor duurzaam beleggen in Nederland Volgens de definities 1 van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) is het particuliere marktaandeel van duurzaam beleggen in Nederland inmiddels 6,4 procent. In absolute termen gaat het om een bedrag van € 5,7 miljard op een totaal – door particulieren belegd vermogen – van € 89 miljard. Dit cijfer lijkt relatief laag, maar het bevat niet de zogenoemde verantwoorde beleggingen, die in plaats van een uitsluitingsmethode een engagementmethode hanteren. Bij engagement trachten beleggers door middel van een dialoog met ondernemingen de sociale en milieuprestaties van deze bedrijven te verbeteren. Alleen ondernemingen die hier structureel geen gehoor aan geven, worden van beleggingen uitgesloten. Welk bedrag Nederlandse particulieren volgens deze engagementaanpak beleggen, is tot op heden niet berekend. Wel is duidelijk dat dit bedrag veel hoger is dan de genoemde € 5,7 miljard.

geeft 41 procent van de miljonairs aan een duurzaam karakter van beleggingen niet of nauwelijks van belang te vinden (tegenover 18 procent voor heel Nederland, zie afbeelding 3). Nederlandse miljonairs die duurzaam beleggen geven de concrete investeringsbeslissingen graag uit handen. Het liefst hebben ze dat hun bank of vermogensbeheerder volgens een duurzaam mandaat voor hen belegt. Uit het kwalitatieve deel van het onderzoek bleek dat miljonairs van mening zijn dat het lang niet altijd mogelijk is duurzame van niet-duurzame beleggingen te scheiden en dat er in dit opzicht veel grijze gebieden zijn. Mede daarom is ook de scepsis ten aanzien van het onderwerp duurzaam beleggen groot. Over de rendementen van duurzame beleggingen hebben miljonairs geen bijzondere verwachtingen. De respondenten uit het onderzoek verwachten in ieder geval niet dat duurzame beleggingen op de lange termijn een hoger rendement opleveren.

Afbeelding 3

Belang duurzame beleggingen Belang duurzame beleggingen

41% van de miljonairs vindt duurzaam karakter van beleggingen niet of nauwelijks van belang

Van groot belang

Van belang

Van minder belang

Niet of nauwelijks van belang

Weet niet/ n.v.t

14%

7% 38% 37%

Miljonairs 33%

21% 20%

Duurzaam beleggen, extern beleggen Miljonairs in Nederland hebben in vergelijking met de gehele bevolking vaker een beleggingsportefeuille, maar zijn minder vaak dan gemiddeld geneigd om duurzaam te beleggen. Bij duurzaam beleggen worden portefeuilles doorgaans samen­ gesteld uit (beursgenoteerde) ondernemingen die aan minimale duurzaamheidseisen voldoen. Bedrijven die niet aan deze eisen voldoen, bijvoorbeeld omdat ze betrokken zijn bij kinderarbeid of controversiële wapens, worden uitgesloten. Hoewel 45 procent van de miljonairs het van (groot) belang vindt dat hun investeringen duurzaam zijn (tegenover 39 procent van de Nederlanders),

40 • Vermogen in Nederland | Hoofdstuk 4

10% 29%

Nederlanders 43% 7%

11%

DATA: GfK 2013; miljonairs n=252, Nederlanders n=301


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Doneren aan goede doelen en maatschappelijke investeringen

Van de miljonairs zegt slechts 13 procent van plan te zijn een groot deel van hun vermogen bij leven aan goede doelen te schenken; een ruime meerderheid (62 procent) is dit niet van plan. Ook in de nalatenschap komt ditzelfde beeld terug (afbeelding 5). Het bij leven schenken aan goede doelen zien we vaker bij de grootste vermogens (meer dan € 5 miljoen) en miljonairs die politiek links zijn georiënteerd. Van de miljonairs laat de meerderheid zich niet adviseren bij giften aan goede doelen.

Vergeleken met Nederland als geheel, lijken miljonairs meer geneigd om hun rijkdom met naasten te delen. Geven aan goede doelen maakt gelukkiger, zegt eenderde van de miljonairs vergeleken met ruim een kwart van gemiddeld Nederland (afbeelding 4).

Afbeelding 4

Meningen ten aanzien van vermogen Meningen ten aanzien van vermogen

A Nederlanders B Miljonairs in 2013 C Miljonairs in 2012 Helemaal of enigszins mee eens Helemaal mee eens Enigzins mee eens Deelt graag met naasten A B C

Enigzins mee oneens Helemaal mee oneens

Geen antwoord

49% 23% 25%

Doet graag iets terug A voor maatschappij B C

35% 60% 46% 28% 51%

17%

Geven aan goede doelen A maakt gelukkiger B 6% C* Laat zich adviseren over A* gift aan goede doelen B 6% C* * Geen cijfers bekend

27%

41% 7% 5% 2%

28% 28%

10%

38%

22%

7% 5% 3%

17% 2%

9%

37%

16%

8%

DATA: GfK; miljonairs 2013 n=252, miljonairs 2012 n=257, Nederlanders n=301

Afbeelding 5

Miljonairs: schenken bij leven of nalaten?

Toekomstvisie van miljonairs op schenken aan goede doelen Helemaal mee eens Enigszins mee eens

Neutraal

Ik ben van plan bij leven een groot deel van mijn 5% 8% vermogen aan goede doelen te schenken Ik ben van plan een groot deel van mijn vermogen aan goede doelen na te laten

7% 5%

Enigszins mee oneens Helemaal mee oneens

15%

17%

Niet van toepassing

18%

19%

44%

10%

42%

10%

DATA: GfK 2013; n=252

34% 29%

29% 14% 30% 18% Hoofdstuk 4 | Vermogen in Nederland • 41


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Donaties aan kunst en cultuur, maatschappelijke initiatieven Culturele instellingen en sociaal-maatschappelijke initiatieven worden momenteel in ongeveer gelijke mate (17% versus 20%) gesteund door miljonairs (figuur 6). Toch lijken miljonairs zich iets meer verbonden te voelen met sociaal-maatschappelijke initiatieven. Immers, als de overheid bezuinigt op subsidies aan de kunst- en cultuursector blijkt maar 20% bereid deze sector te gaan steunen, terwijl een zeer duidelijke meerderheid (63%) aangeeft dat niet te zullen gaan doen.

Een vijfde van de miljonairs

doneert aan culturele instellingen en/of sociaal-maatschappelijke initiatieven

Sociaal-maatschappelijke initiatieven daarentegen, zoals (lokale) verenigingen en stich­tingen, kunnen in dat geval op iets meer steun rekenen. Als de overheid terugtreedt is 30% van miljonairs bereid (een deel van) die lacune op te vullen. Miljonairs zijn in beginsel best bereid om financieel bij te springen als ze individueel affiniteit voelen met een bepaalde culturele of sociaal-maatschappelijke instelling, maar er is weinig bereidheid om de budgettaire gaten te dichten die door overheidsbezuinigingen ontstaan. Men vindt het allerminst vanzelfsprekend dat deze verantwoordelijkheid bij de ver­ mogenden terecht komt. Ook voelt men er niets voor om een ogenschijnlijke inefficiënte bureaucratie bij verschillende instellingen in stand te houden. Een aantal miljonairs gaf in de kwalitatieve gesprekken zelfs expliciet aan dat het goed is dat er enige druk komt te staan op culturele en sociaal-maatschappelijke instellingen, waardoor deze gedwongen worden zich ondernemender op te stellen. Daarbij werd verwezen naar de Verenigde Staten waar de kunst- en cultuursector niet van staatssteun leeft en meer de eigen broek moet ophouden.

63%

van de miljonairs ziet geen rol bij financiële ondersteuning van culturele instellingen als de overheid zich terugtrekt.

Afbeelding 6

Steun aan culturele instellingen en/of sociaalmaatschappelijke initiatieven bij terugtredende overheid Financiële ondersteuning van goede doelen door miljonairs Ja, doe ik al Ja, overweeg ik sterk

Ja, ik denk hier wel eens over Nee, ik zie het niet als rol voor mij

Financiële ondersteuning van culturele instellingen Financiële ondersteuning van sociaal-maatschappelijke initiatieven

17%

18%

63%

2% 20%

30%

48%

3% DATA: GfK 2013; n=252

34% 29%

42 • Vermogen in Nederland | Hoofdstuk 4

28%

29% 14% 30% 18% 23% 20%

4%


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Sociaal-maatschappelijke investeringsinstrumenten onbekend

Impact investing

Miljonairs kunnen ook positieve maatschappelijke impact realiseren via donaties aan, of investeringen in sociaal-maatschappelijke bedrijven. Deze bedrijven zijn vaak opgericht om een specifiek maatschappelijk probleem op te lossen en zijn onder meer actief in clean tech, onderwijs, gezondheidszorg, sociale cohesie en fair trade. Ze zijn winstgedreven – hebben een positieve financiële business case – maar zijn vaak nog niet zo kredietwaardig dat zij al voor bancaire financiering in aan­ merking komen. Donaties aan deze sociaal-maatschappelijke bedrijven worden veelal onder de term venture philanthropy geschaard. Indien er wordt geïnvesteerd, en er dus ook sprake is van een eventueel financieel rendement voor de investeerder, spreekt men meestal over social investing. Er bestaan talloze sociaal-maatschappelijke investeringsmethoden en -instrumenten. De mate waarin miljonairs hiermee bekend zijn, loopt zeer uiteen (afbeelding 7). Microfinanciering – kleinschalige kredietverlening aan (startende) ondernemers, meestal in ontwikkelingslanden – is onder miljonairs het bekendst.

Sociaal-maatschappelijke investeringen in de institu­ tionele markt worden meestal onder de term impact investing geschaard. Uit cijfers van Eurosif 2 is op te maken dat de Europese markt voor dit segment € 8,75 miljard bedraagt. Institutionele partijen zien in impact investing steeds vaker een aantrekkelijk nieuw beleggingssegment, dat naast de gewenste maatschap­ pelijke impact en het financiële rendement tevens de mogelijkheid biedt de bestaande portefeuille verder te diversifiëren. De verwachting is dat institutionele beleggers op termijn 5 procent van al hun assets in deze categorie zullen beleggen. Tegelijkertijd wordt aangenomen dat ook niet-institutionele beleggers – vooral High Net Worth Individuals (HNWI) 3 – in de toekomst meer impact investment fondsen in hun portefeuilles zullen opnemen. JP Morgan verwacht bijvoorbeeld dat de HNWI over 10 jaar circa 10 procent van hun assets naar impact investing hebben verschoven 4. Bekende voorbeelden van (super) HNWI die (een deel van) hun vermogen inzetten om maatschappelijke impact te realiseren zijn Richard Branson, Bill Gates en Warren Buffett.

Afbeelding 7

Bekendheid met sociaal-maatschappelijke investeringsmogelijkheden bij miljonairs Bekendheid met investeringsmogelijkheden miljonairs In welke mate bent u bekend met deze manier van investeren? Ik weet goed wat het is Wel van gehoord, maar weet niet wat het inhoudt Wel van gehoord en ik weet globaal wat het inhoudt Nog nooit van gehoord Microkredieten verstrekken

28%

Private equity

29%

Crowd funding

28%

24%

Matchmaking

12%

Social entrepreneurship

12%

Impactinvesteringen

50%

9%

26% 25%

25% 17%

19%

32% 26%

12%

10% 24% 18% 37%

21%

42%

19%

55% DATA: GfK 2013; n=252

Houdt zich bezig met investeringsmogelijkheden miljonairs In welke mate houdt u zich bezig met deze manier van investeren, of zou u dit interessant vinden? Ik hou me hier mee bezig Ik hou met hier niet mee bezig en het spreekt me ook niet aan

Hoofdstuk 4 | Vermogen in Nederland • 43


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Daarna volgen op enige afstand private equity constructies, gevolgd door het relatief nieuwe instrument crowdfunding. Hier worden initiatieven met behulp van het publiek gefund, veelal via internetplatforms. Dit zijn de drie instrumenten waar miljonairs zich al het meest mee bezighouden (afbeelding 8). Private equity is populair omdat men zelf invloed kan uitoefenen op de investering. Crowdfunding en microkredieten spreken miljonairs gevoelsmatig aan omdat ze de ondernemer/ontvanger van de gelden aanzetten tot onder­nemerschap en risico nemen. De termen ‘matchmaking’ en ‘impactinvesting’, die eveneens samenhangen met sociaal-maatschappelijke investeringen, staan duidelijk minder prominent op het radarscherm. Ruim de helft van de miljonairs heeft nog nooit van impactinvesteringen gehoord. Op zich is dit verklaarbaar: veruit de meeste impact investmentfondsen richten zich tot op heden op institutionele beleggers, al lijken er ook steeds meer mogelijkheden voor andere beleggers te komen, waaronder High Net Worth Individuals (HNWI) en (vermogens)fondsen.

De investeringsbereidheid van miljonairs in bovengenoemde sociaal-maatschappelijke investeringsinstrumenten blijkt behoorlijk hoog. Het grote probleem is dat men de weg in deze materie onvoldoende kent en niet weet hoe de betrouwbaarheid van initiatieven te toetsen. Als deze obstakels uit de weg worden geruimd, dan zou bijna een kwart van de miljonairs die dat nu nog niet doen, graag in dit soort investeringsinstrumenten participeren.

Kwart miljonairs

wil graag sociaalmaatschappelijk investeren

Bekendheid met investeringsmogelijkheden miljonairs

In welke mate bent u bekend met deze manier van investeren? Ik weet goed wat het is Wel van gehoord, maar weet niet wat het inhoudt Wel van gehoord en ik weet globaal wat het inhoudt Nog nooit van gehoord Microkredieten verstrekken

28%

Private equity

29%

Crowd funding

12%

Social entrepreneurship

12%

Impactinvesteringen

28%

24%

Matchmaking

Afbeelding 8

50%

9%

19%

32% 26%

26% 25%

25% 17%

12%

10% 24% 18% 37%

21%

42%

19%

55%

Actief in sociaal-maatschappelijk investeren DATA: GfK 2013; n=252 door miljonairs Houdt zich bezig met investeringsmogelijkheden miljonairs In welke mate houdt u zich bezig met deze manier van investeren, of zou u dit interessant vinden? Ik hou me hier mee bezig Ik hou met hier niet mee bezig en het spreekt me ook niet aan Ik hou me hier niet mee bezig, maar het lijkt me wel interessant Private equity Crowd funding Microkredieten verstrekken

25% 9%

30%

13%

Social entrepreneurship

10%

Matchmaking

10%

Impactinvesteringen

23%

8%

25% 22% 20% 19%

51% 60% 61% 68% 70% 73% DATA: GfK 2013; n=252

44 • Vermogen in Nederland | Hoofdstuk 4


eitcefleR

Reflectie

Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Maatschappelijke betrokkenheid: doneren of investeren Nederlandse miljonairs hebben sterk het gevoel dat zij een plicht hebben ‘iets terug te doen voor de samenleving’. Maar de meeste miljonairs willen deze plicht graag los zien van hun vermogenspositie. Veel van hen zijn zoekende: het aanbod is overweldigend en zij willen vooral een organisatie of goed doel vinden dat als een ‘onderneming’ wordt geleid en waar men een verschil kan maken. Goede doelen en instellingen die denken dat zij overheidsbezuinigingen kunnen opvangen door ‘een rondje langs miljonairs’ kunnen dit vergeten. De bezuinigingen zijn te omvangrijk en potentiële donateurs kunnen uit een bijna oneindig aantal doelen en instellingen kiezen. Het is daarom zaak dat goede doelen en instellingen zich onderscheiden, zodat zij door miljonairs als aantrekkelijk worden gekwalificeerd. De kans hierop stijgt als zij donatieprogramma’s opzetten waarbij de vermogende donor kan meebeslissen over de wijze waarop het geld wordt besteed. Een fonds op naam is hiervan een voorbeeld. Miljonairs die zelf ondernemer zijn (of zijn geweest) zullen zich vooral aangetrokken voelen tot efficiënte en trans­ parante goede doelen, die bedrijfsmatig worden bestuurd en weinig overhead kennen en hen een goed zicht geven op de concrete resultaten van hun donatie.

Charity desk als gids Een groot aantal miljonairs doneert al aan goede doelen en/of maatschappelijke instellingen. Steeds vaker ontdekken zij echter dat effectief geven niet eenvoudig is. Er zijn in Nederland tienduizenden goede doelen, die samen vele werkterreinen beslaan en lang niet al deze organisaties zijn transparant. Voor een buitenstaander is het vaak moeilijk te bepalen of een goed doel impact heeft.

Ook ten aanzien van de wijze van donatie is er veel te kiezen. Behalve de eenmalige of periodieke donatie, is geven mogelijk via een testament, legaat, of via een eigen stichting. Omdat elke donatiewijze andere gevolgen heeft voor het inkomen, het vermogen en de belastingafdracht van de donateur, is het belangrijk dat een miljonair de gevolgen ervan goed in beeld heeft. Wij verwachten dat steeds meer banken en financiële dienstverleners zullen inspringen op de behoeften van donateurs aan ondersteuning bij donaties. Dat kan bijvoorbeeld via charity desks. Dit biedt niet alleen voordelen voor donateur en ontvanger; ook de bank heeft er baat bij omdat het de relatie met de klant verdiept. Het lijkt aannemelijk dat de charity dienstverlening door banken zich op termijn ook gaat uitstrekken richting venture philanthropy (doneren aan sociaal-maatschappelijke ondernemingen) en/of social investing (investeren in sociaal-maatschappelijke ondernemingen). Uit het onderzoek blijkt dat miljonairs zeker bereid zijn om te investeren in sociaal-maatschappelijke investeringsproducten. Maar het ontbreekt hen vaak aan een overzicht van concrete initiatieven, inclusief een inschatting van de kwaliteit, risico’s en verwachte rendementen. Ook hier zal de dienstverlening om hen te helpen toenemen. Dit is niet alleen een behoefte onder miljonairs, maar ook van beleggende stichtingen en verenigingen. Deze laatste kampen de laatste jaren immers met relatief lage rendementen op hun veelal vastrentende beleggingsportefeuilles. Daarom zijn zij steeds vaker op zoek naar zogenaamde Mission Related Investments (MRI), maatschappelijke (bedrijfs)investeringen die goed aansluiten bij de doelstelling van de stichting of vereniging.

Duurzaam beleggen Voor miljonairs die maatschappelijke impact willen realiseren, maar het financieel rendement niet willen of kunnen missen, is duurzaam beleggen een optie. Miljonairs beleggen vaker dan de Nederlander, maar kiezen minder vaak voor een duurzame invulling. Uit ons onderzoek blijkt dat dit onder meer komt door twijfels over de precieze invulling van deze producten. Daarnaast bestaat onduidelijkheid over het rendement van duurzame beleggingen. Het lijkt aannemelijk dat vooral aanbieders die er in slagen dit soort onduidelijkheden rondom hun beleggingsproducten op te lossen, kunnen rekenen op extra belangstelling. Zeker vanuit de hoek van miljonairs. Mede hierom verwachten wij dat de transparantie over duurzame en verantwoorde beleggingsproducten de komende jaren zal toenemen.

Hoofdstuk 4 1 | Vermogen in Nederland • 45


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

‘Het mecenaat is geen pinautomaat’ Renée Steenbergen expert en strategisch adviseur private giften Renée Steenbergen is expert en strategisch adviseur private giften in de cultuursector. Ze schreef onder meer een boek over het mecenaat in Nederland (De Nieuwe Mecenas, 2008) en adviseert zowel particulieren die een geefdoel zoeken, als kunstorganisaties die op zoek zijn naar particuliere donateurs. ‘Mensen aanspreken op hun belangstelling en betrokkenheid werkt veel beter dan ze aanspreken op hun geld.’

‘Een vermogende particulier loopt niet warm als een museum louter contact opneemt omdat hij veel geld bezit. Dat is de reden dat een snel rondje langs rijke Nederlanders niet werkt. Fondsenwerving is geen kwestie van grote stappen snel thuis’, vertelt Steenbergen op het terras van het Cobra-café achter het heropende Rijksmuseum.

GEEN AUTOMATISME Volgens Steenbergen denken nog te veel fondsenwervers in de culturele sector dat het eenvoudig is een paar miljoen op te halen bij een klein groepje vermogende kunstliefhebbers. ‘Ze merken al gauw dat het zo niet werkt. Je moet eerst een relatie opbouwen met potentiële schenkers. Dat kost tijd en vraagt om een schenkingsbeleid. Zo’n strategie ontbreekt nog bij veel instellingen.’ De roep om privaat geld is bij musea en andere culturele instellingen de laatste jaren steeds luider geworden. ‘De overheid bezuinigt op cultuur en dat komt hard aan. Het is geen automatisme dat vermogende particulieren in dat gat springen. Ze willen best geld geven, maar zijn huiverig voor het aanzuiveren van structurele tekorten. Dan hebben ze de indruk dat ze geld in een bodemloze put storten.’ Steenbergen wijst erop dat de plotselinge belangstelling van de politiek voor particuliere donateurs nogal opportunistisch van aard is. ‘Nu er minder subsidiegeld te verdelen is, worden particulieren ineens op hun verantwoordelijkheid aangesproken. Men beseft daarbij te weinig, dat zij al hebben bijgedragen in

46 • Vermogen in Nederland | Interview

de vorm van belastingafdracht. Op een hoorzitting in de Tweede Kamer over private financiering van cultuur vatte ik mijn standpunt daarom samen als: “het mecenaat is geen pinautomaat”.’

DENKEN VANUIT DE SCHENKER Interesse wekken bij particulieren vraagt om een totaal andere aanpak dan subsidie aanvragen bij de overheid. ‘Vermogende particulieren zijn veelal ondernemers. Die hebben een hekel aan ambtelijk gedoe, terwijl musea juist gewend zijn zaken te doen met ambtenaren.’ In Engeland en de Verenigde Staten zijn musea op dit terrein veel verder, weet Steenbergen. ‘In Engeland is het roer al om sinds Thatcher aan de macht kwam.

‘Interesse wekken bij particulieren vraagt om een totaal andere aanpak

dan subsidie aanvragen bij de overheid’


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Interview | Vermogen in Nederland • 47


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

‘Cultuur kan prima een aanvullend geefdoel zijn,

naast een hard issue als armoede’ 48 • Vermogen in Nederland | Interview

In de VS heeft filantropie altijd al een grote rol gespeeld bij de financiering van de non-profitsector, waaronder ook cultuur valt. In Nederland staat dit fenomeen nog in de kinderschoenen.’ Probleem is volgens Steenbergen dat culturele instellingen het lastig vinden te denken vanuit de schenker. ‘Neem het nieuwe Rijksmuseum hier achter. In de hal hangt een plaquette met de namen van de grote donateurs. Bovenaan staat “De Staat der Nederlanden”. Een gemiste kans. Daar herkent geen enkele burger zich in, terwijl die algemene middelen van ons komen. Er had moeten staan “met dank aan de Nederlandse bevolking” of “de belastingbetalers”. Waarom staat er niet bij: Bedankt, we hopen dat we ook in de toekomst op uw steun kunnen rekenen?’

OP ZOEK NAAR ZINGEVING Volgens Steenbergen is er bij vermogenden voldoende animo om te schenken aan culturele instellingen. ‘Er is bijvoorbeeld een substantiële groep veertigers die al een behoorlijk vermogen heeft opgebouwd, dankzij de internationalisering van salarissen en bonussen. Zij zijn op zoek naar zingeving.


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Filantropie is daar een onderdeel van. Het oude model was: sparen en zoveel mogelijk aan je kinderen nalaten. Deze jongere generaties geven bij leven en willen graag worden betrokken bij hun schenking.’ Steenbergen maakt naar Amerikaans voorbeeld onderscheid tussen goede doelen op het gebied van hunger & health (H&H) en culturele filantropie. ‘Bij urgente issues als H&H hoef je niet uit te leggen waarom het belangrijk is dat daar geld voor komt. Dat is een groot verschil met schenkingen aan kunstinstellingen. Geven aan cultuur heeft aangename, mooie kanten: premières, openingen, mooie dingen zien; het wordt in de VS ook wel fun giving genoemd. Cultuur kan daarom prima een aanvullend geefdoel zijn, naast een hard issue als armoede. Kunst is bij uitstek geschikt voor het zogenaamde additional giving. Het is belangrijk dat notarissen en family offices kunst meer onder de aandacht brengen als interessant en aanvullend goed doel.’ Het plezierige is bijvoorbeeld dat een donateur wordt uitgenodigd op openingen en bijzondere bijeenkomsten waar je wat opsteekt. ‘Het is zeker voor jongere donoren ook een manier hun netwerk te onderhouden en te verbreden. Op speciale bijeenkomsten voor schenkers ontmoet je vaak andere ondernemers met dezelfde belangstelling. Voorbeelden van geslaagde initiatieven voor ‘jongere’ gevers tot vijftig jaar zijn de Titus Cirkel van de Vereniging Rembrandt en de Van Gendt Kring van het Concertgebouw.’ Fondsenwervers richten zich volgens Steenbergen vaak te eenzijdig op de man. ‘Veel vermogen komt terecht bij de vrouw als haar echtgenoot overlijdt. Daarom is het van belang het contact met die vrouw te blijven onderhouden. De partner is vaak geneigd te schenken in de geest van de overleden echtgenoot. “Mijn man hield van bootjes en was vriend van het Scheepvaartmuseum, dus een gift aan dat museum zou hij leuk hebben gevonden”, is de redenering dan.’ Volgens Steenbergen schort er nog het een en ander aan de wijze waarop musea omgaan met potentiële donateurs. ‘Ik hoor soms verhalen van mensen die een museum hebben benaderd en vervolgens nooit meer worden teruggebeld. Ook particulieren die kunst willen schenken, worden soms met wantrouwen behandeld. Musea moeten zich er bewust van zijn dat verzamelaars die kunst willen schenken, misschien ook wel geld willen doneren. Maar dan moeten de contacten wel plezierig verlopen en moeten ontvangende organisaties waarmaken wat ze beloven.’

IDEALISME EN STRIJKSTOKFOBIE Ook zestigers en zeventigers denken na over schenken. ‘Ze zijn opgegroeid in de jaren zestig en hebben in hun achterhoofd nog het idealisme uit die tijd. Nu is voor hen het moment gekomen

iets zinvols te doen met hun vermogen. Ook omdat ze zien dat de kinderen niet al dat vermogen nodig hebben. De eerste gedachte bij geven is vaak een eigen fonds dat jaarlijks een bepaald bedrag uitkeert aan een zelf gekozen goed doel. Ik waarschuw altijd dat die fondsen op de lange termijn hoofdzakelijk zullen worden bestuurd door mensen van buiten de familie.’ ‘Bovendien kan het doel door de tijd worden ingehaald. Denk aan het fonds dat geld geeft aan katholieke meisjes uit Nunspeet die willen gaan studeren. Zo zijn er honderden “dode fondsen” die hun geld niet meer kunnen uitkeren.’

‘Geven bij leven is vaak leuker, betekenisvoller en effectiever’ ‘Dat geld staat te verstoffen bij de bank en niemand kan erbij. Dat is natuurlijk nooit het oogmerk geweest van een gever.’ Het oprichten van een eigen fonds heeft vaak ook te maken voor de angst dat een groot deel van het geld gaat naar de overhead van het goede doel. ‘Ik noem dit de strijkstokfobie. Vanwege schandalen met hoge salarissen bij een paar goede doelen is men huiverig voor hoge overheadkosten. Gevers willen dat elke euro bij hun goede doel terechtkomt. Overigens zijn de overheadkosten vaak wel goed uit te leggen. Je hebt nu eenmaal een goede organisatie nodig om geld effectief te besteden.’ Al pratende met vermogende particulieren komt adviseur Steenbergen vaak tot andere oplossingen. ‘Je kunt bijvoorbeeld vijf jaar een bepaald doel intensief steunen. Dat kan bovendien zo dat je een deel van de gift terugkrijgt van de fiscus. Dat bedrag kun je vervolgens weer schenken aan een volgend project. Geven bij leven is vaak leuker, betekenisvoller en effectiever dan een stichting oprichten die alleen eens per jaar – vanwege de lage rente – een paar duizend euro kan uitkeren.’

Interview | Vermogen in Nederland • 49


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

‘Met geld kun je de wereld een stukje mooier maken’ Annelies van der Vorm telg uit een ondernemersfamilie

Annelies van der Vorm, telg uit een ondernemersfamilie, belegt een deel van haar vermogen in startende bedrijven. In ondernemers die niet alleen geld willen verdienen, maar de wereld ook een stukje mooier maken. ‘Geld is een middel, geen doel.’

Eind jaren negentig keerde Van der Vorm (1957) terug in Nederland na een verblijf in Australië met haar man. ‘Daar was ik de vrouw van’, vertelt Van der Vorm. ‘In Nederland zocht ik nieuwe bezigheden. Ik ging onder meer vrijwilligerswerk doen bij SOS Telefonische Hulpdienst.’ Zeven jaar lang spendeerde Van der Vorm een dagdeel per week aan het beantwoorden van telefoontjes van mensen met problemen. ‘Het is een volcontinu bedrijf. Er zitten ook nacht­ diensten bij. Dit werk heeft me de ogen geopend voor de kant van Nederland die je niet vaak ziet. Je hoort de meest vreselijke verhalen.’

HET GROTE ERVEN Rond het jaar 2000 kwam er meer en meer aandacht voor manieren iets goeds te doen met je geld. ‘Babyboomers waren wat ouder geworden. Dat is vaak een moment waarop je de balans opmaakt. Bij de vorige generatie was het nog gebruikelijk een deel van je geld aan de kerk te geven. Voor de huidige generaties is dat niet meer voor de hand liggend.’ De trend om te denken over de impact van je geld werd versterkt door ‘het grote erven.’ Naoorlogse ondernemers gingen dood of begonnen een deel van hun vermogen over te dragen aan de volgende generatie. ‘Mijn vader vond het destijds tijd het stokje over te geven aan mij en mijn broer. Op dat moment ga je

50 • Vermogen in Nederland | Interview

nadenken over wat je met dat vermogen gaat doen. Je kunt nog meer aandelen en obligaties kopen, maar je kunt ook ondernemers die iets zinnigs doen, op weg helpen’, aldus Van der Vorm.

ANDERE MANIEREN OM DE WERELD TE VERBETEREN Dat riep de vraag op waar je dat soort ondernemers kunt vinden en hoe je vervolgens de meest kansrijke plannen selecteert. ‘Via een kennis kwam ik terecht bij een gezelschap met de naam Nijenroad. Deze club, die vier keer per jaar bij elkaar kwam, is in 2005 opgericht door ondernemer Paul Baan. Hij wilde met geestverwanten praten over andere manieren om de wereld te verbeteren.’ ‘Het waren enorm inspirerende bijeenkomsten met creatieve ondernemers. We discussieerden over allerlei vormen om de wereld een mooiere plek te maken: van charitas tot puur ondernemen’, vertelt Van der Vorm. Nijenroad bestaat niet meer. ‘We hebben de club opgeheven. Het onderwerp maatschappelijk verant­woord ondernemen staat nu op de agenda. Ieder lid is op zijn eigen manier bezig daar invulling aan te geven. De leden van de club zijn wel contact blijven onderhouden.’


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

INTERESSES

IDEALISME EN REALISME

Het eerste project dat Van der Vorm aanpakte, was Badhotel Bruin op Vlieland, waar ze in haar jeugd veel vakanties heeft doorgebracht. ‘Mijn achtergrond is de Hoge Hotelschool Maastricht. Ik heb het badhotel gekocht en helemaal laten renoveren. Dat heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van Vlieland’, zegt Van der Vorm. Bij het kiezen van kansrijke projecten laat Van der Vorm zich leiden door haar interesses. ‘Ik concentreer me op initiatieven die raakvlakken hebben met horeca en voedsel. Het is een organisch proces. Via via kom ik in contact met interessante ondernemers.’ Op die wijze kwam Van der Vorm in aanraking met de twee initiatiefnemers van Marqt, een winkelketen die eerlijk voedsel verkoopt. ‘Een kennis vertelde me in 2007 over Quirijn Bolle en Meike Beeren die graag een afspraak met me wilden maken. Mijn eerste reactie was: weer iemand met een leuk idee. Mijn ervaring is dat sommige mensen denken dat er in mijn achtertuin een boom staat waar geldbiljetten aan groeien. Zo is het niet. Ik heb een vermogen en dat kan ik deels investeren in bijzondere projecten, maar ik moet dat vermogen wel in stand houden. Als ik dat niet doe, kan ik over tien jaar niemand meer op weg helpen.’

De eerste ontmoeting met Quirijn Bolle pakte goed uit. ‘Ik was onder de indruk van zijn enthousiasme en de juiste combinatie van bevlogenheid en zakelijkheid. Ik zag meteen dat hij alles zou doen om het idee tot een succes te maken. Bij dit soort investeringen draait het altijd om de mensen. Die moeten idealisme en realisme kunnen combineren. Als een initiatief­ nemer geen zakelijke achtergrond heeft, moet hij goede mensen – niet alleen maar vriendjes – om zich heen verzamelen. Verder moet die ondernemer ook zijn eigen geld in het project steken.’ Marqt is inmiddels een begrip en heeft winkels in Amsterdam, Haarlem, Utrecht, Rotterdam en Den Haag.

‘Het onderwerp maatschappelijk verant­woord ondernemen staat

nu op de agenda’

Interview | Vermogen in Nederland • 51


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

‘Ik ben nog steeds één van de aandeelhouders in Marqt, maar de betrokkenheid is minder groot dan in de beginfase. In die fase heb ik veel gesproken met de oprichters. Ik was sparringpartner en kon soms een schouder bieden om uit te huilen.’ Marqt is uitgegroeid tot een voorbeeld van maatschap­ pelijk verantwoord ondernemen. ‘Nu is het van belang vast te houden aan de uitgangspunten. Het is niet de bedoeling dat Marqt zich gaat gedragen als een bedrijf dat zijn toeleveranciers uitknijpt zoals grote supermarktketens dat doen. Het resultaat is misschien dat je lagere prijzen krijgt, maar ook dat je slechte kwaliteit verkoopt aan de klanten.’ Volgens Van der Vorm is het uitgangspunt bij maatschappelijk verantwoord investeren dat steeds rekening wordt gehouden met alle betrokkenen. ‘In het traditionele model kijkt de belegger alleen naar het financieel rendement. Bij deze manier van investeren let je ook op de belangen van de werknemers, de klanten en de toeleveranciers. Die afweging is lastiger.’

MOZAMBIQUE Een ander project waar Van der Vorm geld in heeft gestoken is een aantal lodges in Mozambique. ‘Zo’n 3.000 kilometer ten noorden van de plek waar Willem-Alexander en Maxima wilden investeren’, vertelt Van der Vorm er bij.

‘Je kunt nog meer aandelen en obligaties kopen, maar je kunt ook ondernemers die iets zinnigs doen, op weg helpen’

52 • Vermogen in Nederland | Interview

In 2005 verdiepte Van der Vorm zich al in de mogelijkheden in dit Afrikaanse land. ‘Van de vier andere investeerders woonden er destijds enkele zelf in Mozambique. We wilden dat de lokale bevolking ook zou profiteren van de bouw van de woningen. We hebben zoveel mogelijk laten bouwen door lokale aannemers en hout en stenen uit de omgeving gebruikt. De lodges met 35 slaapplaatsen staan aan de kust op een plek waar geen enkele voorziening was. Bijna alle stroom komt van zonne­panelen.’ De bouw van dat duikresort heeft grote positieve gevolgen gehad voor de directe omgeving. ‘We hebben de baai, die helemaal was leeggevist, laten uitroepen tot beschermd gebied. Er zwemmen nu weer dolfijnen en tonijnen. Er zijn zelfs walvissen te zien. Het project genaamd Nuarro is vooral interessant voor duikers. Je kunt duiken op plaatsen waar nog nooit iemand is geweest.’ ‘Je moet wel van Afrika houden en een lange adem hebben’, waarschuwt Van der Vorm. ‘Zaken lopen niet zoals je verwacht. In het begin ziet de plaatselijke bevolking je als een club mensen die geld komt brengen. Dat beeld hebben we snel de kop ingedrukt. Ze zagen dat wij ook keihard moesten werken. We hebben ook een school en een klein ziekenhuis gebouwd. In het ziekenhuis doen co-assistenten uit Groningen vrijwilligers­ werk.’ Een ander project met raakvlakken met opkomende landen is de Good Hospitality Group. ‘Met enkele investeerders hebben we zitten broeden op een manier om winst op een andere manier in te zetten. We hebben de Good Hospitality Group opgericht. We beginnen met hotels in Antigua en Rio. De winst gaat naar scholingsprojecten in de buurt van die hotels.’ Ook bij dit initiatief is een koppeling gemaakt met een opleiding in Nederland. ‘Studenten van de Hotelschool in Den Haag begeleiden de opzet van deze hotels. Dit is een voorbeeld hoe je op een andere manier kunt ondernemen en meer mensen blij kunt maken.’

EVENEMENTEN Niet alles wat Van der Vorm aanraakt, verandert in goud. ‘Ik investeerde in een bureau dat evenementen met een sociale impact organiseerde voor bedrijven. Denk aan het gezamenlijk opknappen van een vervallen speeltuin. Het was een goed idee, maar dit bureau is ten onder gegaan aan slecht management.’ Voor starters heeft Van der Vorm twee tips. ‘Leg ten eerste al je afspraken vast bij een notaris. Dat is geen wantrouwen, maar het voorkomen van problemen. Als het goed gaat, kijk je nooit meer naar die documenten. Als er ruzie komt, ben je blij dat je kunt terugvallen op die afspraken.’ Het tweede advies gaat over geld. ‘Zorg dat de boekhouding vanaf dag één klopt. Huur iemand in als je het zelf niet wilt doen.


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Vaak zijn ondernemers erg enthousiast en vergeten ze hun uitgaven bij te houden. Als het dan misgaat, is het moeilijk te achterhalen waar fouten zijn gemaakt.’ Dat Van der Vorm met een aantal investeringen de wereld een prettiger plek wil maken, wil niet zeggen dat ze goede doelen maar niets vindt. ‘Ook bij geld weggeven geloof ik in focus. Ik geef jaarlijks een vast deel van mijn inkomen aan goede doelen. Het meeste geld gaat naar Stop Aids Now, Amsterdam Diner Foundation, Dance4live en United Word College (UWC). Koning Willem-Alexander heeft de nieuwe campus van UWC in Maastricht onlangs geopend.’

EXITSTRATEGIE Van der Vorm wijst op het belang van een goede exitstrategie bij projecten die je van de grond helpt. ‘Die strategie verschilt per project. Daarover moet je ook afspraken maken met andere investeerders. Ik wil op den duur bijvoorbeeld mijn aandeel in het park in Mozambique verkopen. Als dat een winst oplevert, is het de vraag hoe je daarmee omgaat. Winst maken was niet het eerste doel. We denken erover een deel van de eventuele winst te gebruiken voor verbeteringen in de omgeving van het resort.’ Bij Marqt, waar Van der Vorm zelf ook regelmatig boodschappen doet, wil ze als belegger betrokken blijven. ‘Ik vind het leuk om in de keuken te kijken. Ik wil ook volgen hoe je groei combineert met het vasthouden aan je principes.’

‘Als een initiatief­­nemer geen zakelijke achtergrond heeft,

moet hij goede mensen - niet alleen maar vriendjes om zich heen verzamelen’

Interview | Vermogen in Nederland • 53


Begrippenlijst

Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

54 • Vermogen in Nederland | Begrippenlijst

AEX-index De belangrijkste aandelenindex op de Amsterdam Euronext Exchange, de effectenbeurs van Amsterdam. De AEX-index is de barometer van de prestaties van de 25 meest verhandelde Nederlandse aandelen op de Amsterdamse beurs.

Bank- en spaartegoeden Alle tegoeden op rekeningen bij (spaar)banken, inclusief buitenlandse tegoeden.

Belastingdruk Het totale bedrag aan belastingopbrengsten en sociale verzekeringspremies als percentage van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Het gaat hierbij niet alleen om directe belastingen zoals inkomsten­ belasting, maar ook om indirecte belastingen zoals btw. Aftrekposten zoals hypotheekrenteaftrek zijn hierin verrekend, omdat deze belasting niet betaald wordt.

Besteedbaar inkomen Het bruto-inkomen verminderd met betaalde inkomensoverdrachten, premies inkomensverzekeringen, premies ziektekostenverzekeringen en belastingen op inkomen en vermogen.

Bezittingen (exclusief eigen woning) Bank- en spaartegoeden, obligaties, aandelen, opties, ondernemingsvermogen, onroerend goed (exclusief eigen woning) en overige bezittingen.

Bruto Binnenlands Product (BBP) Totale geldwaarde van alle in een land geproduceerde finale goederen en diensten gedurende een bepaalde periode.

Consumentenvertrouwen Indicator die informatie geeft over het vertrouwen en de verwachtingen van consumenten ten aanzien van de ontwikkelingen van de Nederlandse economie.

Eigen woning De woning in eigendom die als hoofdverblijf in gebruik is.

Hoofdkostwinnner De hoofdkostwinner is de persoon in het huishouden met de belangrijkste sociaaleconomische positie. Wie binnen een huishouden de hoofdkostwinner is, is afhankelijk van het inkomen en van de samenstelling van het huishouden.


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Huishouden Een verzameling van één of meer personen die een woonruimte bewoont en daar zichzelf voorziet, of door derden wordt voorzien, in dagelijkse levensbehoeften.

Inkomen uit arbeid Loon en salaris inclusief de werknemers- en werkgeversbijdrage in de premies voor de sociale verzekeringen, tantième, spaarloon en de beloning van arbeid die niet in dienstbetrekking is verricht. Ook de waarde van het privégebruik van de auto van de werkgever is hiertoe gerekend.

Inkomen uit eigen onderneming Het fiscale resultaat uit de onderneming, vermeerderd met het bedrag van de investeringsaftrek.

Inkomen uit vermogen Het inkomen bestaat uit rente, dividend en de opbrengst van de exploitatie van onroerend goed.

Miljonair Huishouden met een vermogen van minstens 1 miljoen euro, exclusief de waarde van de eigen woning (hoofdverblijf) en de daarop rustende hypotheekschuld.

Onroerend goed (exclusief eigen woning) Dit betreft bijvoorbeeld een tweede woning, vakantiehuis of beleggingspand.

Overdrachtsinkomen Het overdrachtsinkomen bestaat vooral uit uitkeringen.

Producentenvertrouwen Stemmingsindicator voor de op korte termijn te verwachten ontwikkeling van de industriële productie, gebaseerd op oordelen en verwachtingen van ondernemers.

Schulden (exclusief hypotheekschuld eigen woning) Som van schulden voor consumptiedoeleinden, financiering van aandelen, obligaties of rechten op periodieke uitkeringen, schulden in verband met hypotheekschuld tweede woning of andere onroerende zaken (exclusief hypotheekschuld eigen woning), schulden volgens Wet studiefinanciering.

Vermogen Saldo van bezittingen (exclusief eigen woning) en schulden (exclusief hypotheekschuld eigen woning).

Begrippenlijst | Vermogen in Nederland • 55


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Onderzoeksverantwoording Het eigen onderzoek bestaat uit twee delen:

1. CBS-beschrijving van de miljonair in Nederland

De data uit de diverse CBS-bronnen zijn in opdracht van Van Lanschot gebundeld in een rapportage.

– integraal vermogensbestand; dit jaar is gebruikgemaakt van het jaarlijkse, integrale, definitieve vermogensbestand. Het bevat de vermogensgegevens van alle huishoudens in Nederland op 1 januari van het jaar. De brongegevens voor dit bestand zijn afkomstig van onder andere de administraties van de Belastingdienst. De cijfers die dit jaar zijn opgenomen uit het integraal vermogensbestand bevatten geen betrouwbaarheidsmarges en zijn daardoor nauwkeuriger dan de cijfers uit de vorige rapportage. – sociaalstatistisch bestand – statistiek personele vermogensoverdrachten

2. Onderzoek onder miljonairs in Nederland Aanvullend is een onderzoek uitgevoerd onder Nederlandse miljonairs met vragen naar: – hoe miljonairs in het leven staan, – hoe miljonairs met hun vermogen omgaan, – hoe miljonairs denken over actuele financiële onderwerpen, – of en hoe miljonairs bezig zijn met duurzaamheid, giving pledge en sociaal/maatschappelijke investeringen, – of en hoe miljonairs bezig zijn met nalatenschaps­ planning en doorgeven aan de volgende generatie, – diverse achtergrondkenmerken. Er is een spiegelonderzoek uitgevoerd onder een represen­ tatieve groep Nederlanders met een vergelijkbare vragenlijst.

– veldwerk in de periode van 17 april t/m 10 mei 2013 – gemiddelde invulduur van de vragenlijst is 15 minuten – nettosteekproef 252 miljonairs en 301 uit de spiegelmeting – het veldwerk is opgezet door GfK en Van Lanschot

56 • Vermogen in Nederland | Onderzoeksverantwoording

Daarnaast zijn er op 22 en 23 mei 2013 twee groeps­ discussies uitgevoerd (twee groepen met elk zeven miljonairs). De vraagstelling concentreerde zich op enkele specifieke onderwerpen: – de conjunctuur en de impact daarvan op de portefeuille, – de volgende generatie, – verantwoordelijkheid en geefgedrag, – maatschappelijk of sociaal investeren, – duurzaam investeren en duurzaam consumeren.

In het Dutch Wealth Report 2013 is voor alle jaren gebruikgemaakt van zogenaamde integrale gegevens (gegevens over de gehele popu­latie miljonairs). In het Dutch Wealth Report 2012 waren de gegevens gebaseerd op een steekproef (IPO). De uitkomsten hiervan kennen een betrouwbaarheids­marge en de uitkomsten kunnen derhalve afwijken van die van de gehele populatie. De variantie in de vermo­gens­bedragen is erg groot, met name bij miljonairs. Dat betekent dat de uitkomsten van de steekproef miljonairs hierdoor aanzienlijk kunnen gaan afwijken van uitkomsten op basis van de gehele populatie miljonairs. Het CBS gaat vanaf 2014 de ver­mogens­statistiek baseren op integrale tellingen. Dat was ook de aanleiding om in het Dutch Wealth Report 2013 dit al toe te passen. Voor de vermogensstand van 1-1-2010 en 1-1-2011 in het Dutch Wealth Report 2013 is gebruikgemaakt van definitieve gegevens. In het Dutch Wealth Report 2012 is gebruikgemaakt van voorlopige gegevens. Op het moment van vaststelling van het bestand met voorlopige gegevens zijn nog niet voor alle eenheden (alle) gegevens voorhanden. Deze worden bijgeschat. Vandaar de status voorlopig. Bij de definitieve gegevens zijn wel voor vrijwel alle eenheden gegevens beschik­baar. De kwaliteit van de definitieve gegevens is daarom ook beter dan die van de voorlopige.


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Voetnoten Hoofdstuk 1. Profielschets van de Nederlandse miljonair 1 Door de aanpassing in de manier waarop Box 3-vermogen binnen de belastingaangifte wordt aangegeven, zijn de gegevens over het aantal miljonairs in dit rapport gebaseerd op de definitieve cijfermatige gegevens van het CBS over 2011 die in 2012 beschikbaar zijn gekomen (CBS, 2013). 2 Door verandering van de waarde van het vermogen kunnen huishoudens in het ene jaar meer dan € 1 miljoen vermogen bezitten, maar in een ander jaar minder, waardoor zij niet meer tot de populatie miljonairs behoren. Ook wijzigingen in samenstelling van huishoudens, bijvoorbeeld door een scheiding, kunnen gevolgen hebben voor de hoogte van het vermogen van huishoudens. Onderzoek door het CBS wijst uit dat van bijna één op de vijf miljonairs­huishoudens uit 2008 kon worden vastgesteld dat zij in 2009 geen miljonair meer waren. Tegenover deze uitstroom uit de miljonairs­ categorie stond een instroom van huishoudens die in 2008 nog geen miljonair waren. Volgens het CBS kan gecon­clu­deerd worden dat achter de mutaties van het aantal miljonairs van jaar op jaar een grote dynamiek schuilt (CBS, 2013). 3 Bij de bepaling van het begrip ‘miljonair’ volgt dit rapport de definitie van het CBS. Het CBS spreekt niet van individuele miljonairs, maar van miljonairs­huishoudens. Bij de definitie van een miljonairshuishouden gaat het CBS uit van een vermogen van meer dan € 1 miljoen, waarbij de pensioen­ opbouw, de waarde van de eigen woning en de eventueel daarbij behorende hypotheek niet in het vermogen zijn meegerekend. Veel internationale studies hanteren andere definities van ‘de miljonair’. In de meeste Europese landen wordt er geen collectief pensioen opgebouwd, maar moet het individu vooral in privé pensioenvermogen opbouwen. In internationale vergelijkingen wordt het vermogen dat is/ wordt opgebouwd als pensioen­inkomen vaak meegenomen als onderdeel van het totale persoonlijke vermogen. Maar ook op dit onderdeel zien we weer nuanceringen. Bij internationale vermogensvergelijkingen is het van belang deze verschillende definities in ogenschouw te nemen.

4 Global Wealth 2013: Maintaining momentum in a complex world, The Boston Consulting Group (BCG), 2013. In dit rapport wordt het aantal miljonairs niet bepaald op basis van huishoudens, maar op basis van het aantal miljonairs op individueel niveau. Ook wordt pensioenvermogen niet meegerekend. Hoofdstuk 2. Het vermogen van de miljonair: de trends 1 ‘Oud geld’ zijn miljonairs die het helemaal of enigszins eens zijn met de stelling: ‘Ik behoor tot het oude geld’. 2 ‘Toekomst­gerichten’ zijn miljonairs die het helemaal of enigzins een zijn met de stelling: ‘Ik ben vooral gericht op de toekomst’ (GfK, 2013). Hoofdstuk 3. De volgende generatie 1 ‘Nieuw geld’ zijn miljonairs die het helemaal of enigszins oneens zijn met de stelling: ’Ik behoor tot het oude geld’ (Gfk, 2013). 2 ‘Oud geld’ zijn miljonairs die het helemaal of enigszins eens zijn met de stelling: ‘Ik behoor tot het oude geld’ (GfK, 2013). Hoofdstuk 4. Maatschappelijke betrokkenheid van miljonairs 1 Duurzaam Sparen & Beleggen 2012: ontwikkelingen in omvang en groei van duurzaam sparen en beleggen door particulieren in Nederland; Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO), 24 september 2013. 2 Eurosif, European SRI Study, 2012. 3 High Net Worth Individuals (HNWI) zijn particulieren met een vrij belegbaar vermogen van minimaal USD 1 miljoen. 4 JP Morgan, Insight into the Impact Investment Market, Social Finance Research, 14 december 2011.

Onderzoeksverantwoording | Vermogen in Nederland • 57


Van Lanschot Dutch Wealth Report 2013

Contact en Colofon Contact Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Van Lanschot Bankiers Postbus 1021 5200 HC ‘s-Hertogenbosch T 0800 1737 E vanlanschot@vanlanschot.com Overnemen resultaten Overnemen van resultaten mag met bronvermelding: Van Lanschot, Vermogen in Nederland, Dutch Wealth Report 2013. Colofon Redactie: Sander Boleij, Etienne te Brake, Mark Buitenhuis, Cees Goosen, Regina van Hoof, Bart Horsten, Jochem van de Laarschot, Daniëlle van Leest, Laura van der Linden en Jeroen Rovers Tekstredactie: Heleen de Graaf Illustrator: Kim Raad Interviews: Frank van Alphen Fotografie portretten: Ton van Til Deze uitgave is milieuvriendelijk en CO2-neutraal geproduceerd, gebruikmakend van 100% plantaardige inkten en FSC-papier. Vormgeving en dtp: Bruikman Reclame, Den Haag Drukwerk: Drukkerij Boeijinga, Apeldoorn

58 • Vermogen in Nederland | Contact en Colofon

Disclaimer De informatie die is opgenomen in deze publicatie is uitsluitend bestemd voor algemene doeleinden. Deze publicatie is geen aanbod of een uitnodiging tot het doen van een aanbod en u kunt aan deze publicatie geen rechten ontlenen. Hoewel bij de totstandkoming van deze publicatie de grootst mogelijke zorgvuldigheid is betracht, kunnen wij niet garanderen dat de informatie die hierin is opgenomen juist en volledig is of in de toekomst zal blijven. Wij aanvaarden daarvoor dan ook geen aansprakelijkheid. Alle rechten ten aanzien van de inhoud van de publicatie worden voorbehouden, inclusief het recht van wijziging. Overige informatie F. van Lanschot Bankiers NV is statutair gevestigd aan de Hooge Steenweg 29, 5211 JN te ’s-Hertogenbosch, KvK ’s-Hertogenbosch nr. 16038212 met btw-identificatienummer NL.004 670632.B.01. F. van Lanschot Bankiers NV is als bank geregistreerd in het Wft-register en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank NV (DNB), Postbus 98, 1000 AB Amsterdam, en de Autoriteit Financiële Markten (AFM), Postbus 11723, 1001 GS Amsterdam. F. van Lanschot Bankiers NV kan optreden als aanbieder van betaal-, spaar- en kredietproducten, als bemiddelaar in verzekeringsproducten en als aanbieder en/of uitvoerder van beleggingsdiensten.


Dit rapport is een uitgave van Van Lanschot Bankiers. U kunt het ook online bekijken op www.vermogeninnederland.nl. Exemplaren kunt u op deze website aanvragen. Uw mening telt; wij zijn benieuwd naar uw reactie. U kunt uw reactie en vragen mailen naar vanlanschot@vanlanschot.com


TOEKOMSTVISIE

++

NALATENSCHAP

++

INKOMEN

++

BELASTING

++

BEURS

+


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.