Op de eigenzinnigste cOlumns van nederland!
Corbino: ‘Het is niet een wit schaap, het is niet een zwart schaap. Nee, het is een eigenzinnig schaap. En hij spitst graag de oren om te horen wat er zoal gezegd gaat worden over en door die andere kuddedieren…’
03
de eigenzinnigste cOlumns van nederland! In januari startten we met de Grolsch Column Contest en vroegen wij schrijftalent om een ode te brengen aan de eigenzinnigheid in Nederland. Een woord dat we bij Grolsch koesteren. Want zonder eigenzinnige mensen, initiatieven en daden zou Nederland er een stuk kleurlozer uitzien... Eigenzinnigheid staat voor ‘je eigen ding doen’. Doen wat goed voelt. En anders durven zijn! Met voorbeelden van eigenzinnige mensen, meningen en daden hopen wij anderen te inspireren om ook hun eigen koers te varen. Daarom hebben we samen met Nieuwe Revu de Grolsch Column Contest in het leven geroepen. Voordat we begonnen met de Contest, hadden we natuurlijk een doel voor ogen. We gingen voor honderd goede columns! En dat vonden we een ambitieus streven… Vol spanning hielden we de database waar de columns binnenkwamen in de gaten. Met een groeiend gevoel van verbazing en vooral enthousiasme zagen we dag na dag steeds weer columns binnenstromen… Goed geschreven, eigenzinnig op verschillende manieren en zowel van (opvallend veel) dames als heren. Bijna alle columns waren leuk om te lezen! Gelachen heb ik om de columns met ongenuanceerde meningen, ontroerd was ik door de persoon lijke verhalen. Sommige verhalen waren vertederend, andere behoorlijk grof (en stiekem erg grappig, maar geen ‘ode’ aan eigenzinnigheid). De teller bleef uiteindelijk steken op bijna zevenhonderd columns. Wow! De afgelopen weken heb ik menig avond met een stapel columns op schoot doorgebracht om een voorselectie te maken. Overwerken was nog nooit zo leuk! Maar hoe zonde zou het zijn als we alleen de columns van de drie finalisten zouden laten zien en al die andere columns geen podium zouden krijgen?
05
voorwoord Grolsch
Daarom hebben we besloten een boekje uit te brengen, waarin we een selectie van de ingezonden columns laten zien. En eigen lijk zouden we nog drie boekjes kunnen vullen vol eigenzinnig heid… Deze selectie is slechts een topje van de ijsberg en daar zijn we trots op! Ik wil alle mensen die een bijdrage hebben geleverd aan de Grolsch Column Contest dan ook heel erg bedanken. De aspirant aspirant columnisten — ga vooral door met schrijven, want het talent is er! Onze vakkundige jury bestaande uit Herman Brusselmans, Alex Boogers, Faberyayo en EddyTerstall, die inspirerende voorbeeld voorbeeld columns schreven en vol toewijding de finalisten van de Grolsch Column Contest selecteerden. Corbino wil ik bedanken voor zijn prachtige interpretaties van de columns en het enthousiasme waarmee hij te werk is gegaan om de columns door zijn lens tot leven te brengen. Felicitaties voor finalisten Silvester de Ruig, Lennaert Rooijackers en vooral voor winnaar Robbie Vogelezang. Op een mooie schrijfcarrière voor jullie drieën! En natuurlijk ook dank aan Nieuwe Revu voor het bieden van het platform voor deze contest, en in het bijzonder aan hoofd hoofd redacteur Frans Lomans, die als juryvoorzitter een grote rol heeft gespeeld in deze wedstrijd. Met deze columnbundel proosten we op de eigenzinnigheid van Nederland. Hopelijk inspireert dit boekje nog meer mensen om hun pennen te dopen in de eigenzinnigheid en zo de mooie en bijzondere kanten van ons land te laten zien. Proost! Grolsch, Marjan Luit Column Contest
Een columnist brengt offers Niet iedere columnist heeft zoveel vijanden als Theo van Gogh had. Maar wees gewaarschuwd: je vriendenkring wordt niet groter als je columns schrijft. En zo hoort het ook. Als je vrienden wilt, moet je maar een ander vak kiezen. Want de column, dat ben jezelf. Je legt er je ziel en zaligheid in, je durft elke mening op te tikken ongeacht de consequenties. Je echtgenoot, je vriendin, je vader, de barman, de BN’er, de buren… ze gaan allemaal voorkomen in je stukjes. En niet altijd op de meest positieve manier. Je offert ze allemaal op, omdat je nog maar één doel hebt: een stukje schrijven waar heel Neder land zich over zal verbazen. De mensen zullen je bewonderen om je uitgesproken mening, je originaliteit en je durf. Radio programma’s vragen je om daar ook je gepeperde mening en je lyrische beschouwingen ten beste te geven, De Wereld Draait Door nodigt je uit omdat je op zo’n grappige manier beledigt. Na afloop staan de groupies op je te wachten. Zo gaat het dus als je columnist wordt. Voor de Grolsch Column Contest heb ik heel veel columns gelezen. Ze waren, bijna zonder uitzondering, goed geschreven. Dat zorgde ervoor dat het nooit een straf was om ze tot me te nemen. Maar soms was het meer dan dat. Zat ik ’s avonds achter mijn computer en begon ik onbedaarlijk te lachen. ‘Heb je gewonnen met pokeren?’ vroeg mijn vrouw van de andere kant van de kamer, want sinds ik online pokeren heb ontdekt, is de afstand tussen ons letterlijk en figuurlijk gegroeid. ‘Nee, ik ben columns aan het lezen,’ zei ik. Soms was ik ontroerd, want veel inzenders hadden gekozen voor gebeurtenissen uit hun persoonlijke leven. Observaties en
07
voorwoord Nieuwe Revu
anekdotes, klein en groot verdriet, kleine en grote vreugde. Mooie verhaaltjes. Er waren ergernissen en er was verwondering. Alledaagse voorvallen werden zo uitvergroot dat het lezenswaardige columns werden. En er was boosheid. Van schrijvers die het in zich hebben om met meer vijanden te eindigen dan Theo. Kwantitatief overtrof de wedstrijd alle verwachtingen. Mensen schrijven graag, constateerde ik verheugd. Kwalitatief werd ik ook verrast. Columns van niet足columnisten, die het werk van menig professionele columnist in de schaduw stellen. Dit boekje bevat een selectie uit bijna 700 inzendingen, inclusief een winnaar. Ik had graag geschreven dat het de keuze van een deskundige jury was, maar dat zou onzin zijn. Op het gebied van columns bestaat geen deskundigheid. Je vindt iets goed en je weet niet waarom. Het is zo subjectief als maar zijn kan. Dus veel plezier met het lezen. En als je denkt dat je het zelf veel beter kunt, aarzel niet en stuur je werk op naar sites, kranten en tijdschriften, bijvoorbeeld naar Nieuwe Revu.
Frans Lomans Hoofdredacteur Nieuwe Revu
Column Contest
Een column kan op veel verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Woorden roepen vanzelf beelden en emoties op, of deze nu mooi of lelijk zijn. Een column doet iets met je en zet je aan tot denken. Je ziet het verhaal als het ware op je netvlies. Maar hoe interpreteert een gerenommeerd fotograaf als Maarten Corbijn, alias Corbino, de teksten van de Grolsch Column Contest? We stuurden hem de columns en gaven hem de vrije hand. Zijn visie op 10 van de columns is terug te vinden in deze bundel. De eigenzinnigheid van de columns, gezien door de lens van Corbino, leveren mooie beelden op. Soms duidelijk herkenbaar, andere keren zijn ze voor meer interpretaties vatbaar. En Corbino brengt eigenzinnigheid niet alleen in beelden, maar ook in woorden tot leven. De column ‘OP míjn veerman’ is Corbino´s eigen visie op eigenzinnigheid in Nederland!
foto: Corbino
míjn veerman!
09 door///
Corbino
Het was een mooie ‘shoot’ geweest die middag. Een vergane windmolen vormde een fijn en passend decor voor de beoogde cover van hét palingsoundblad van Nederland: ‘One Way Wind’. Het leek mij aardig om een keer een visuele ode te brengen aan de titel van het blad en wie anders dan Jan Smit, het boegbeeld van de huidige generatie Volendamse muzikanten, kwam daar het meest voor in aanmerking. Het resultaat had veel weg van een jonge Elvis in Texas. Opgetogen glibberden we door de weilanden terug en namen hartelijk afscheid. Verguld met het welslagen van het plan verliet ik Volendam en reed terug naar mijn gezin in de Betuwe. Tegen de tijd dat ik aangekomen was bij de pont die mij scheidde van de laatste drie kilometers, was de zon goeddeels onder en werd het vaartuig merkwaardig mooi verlicht door een fraaie balans van kunst- en daglicht. Een Edward Hopper schilderij in beweging, zoiets. De boot naderde de wal, ik was de enige klant. Bij het aankomen van de gele schuit schalde mij een lied tegemoet, en dat was een nieuwtje. Míj was muziek op de pont in ieder geval nog nimmer overkomen. Het geluid droeg ver over de slome rivier, en werd gesmoord in het kraken van de landingsklep. Ik reed m’n auto de boot op, begroette de schipper en rekende af. Hij besteeg de ladder van de cabine, haalde de klep op, en zette andermaal z’n cd-speler op volle sterkte over het verlaten water. ‘One Way Wind’ klonk nu plotsklaps luid en duidelijk uit de kleine boxen. Mijn opgewonden verbazing duurde een overtocht lang. Twee overweldigende minuten op een varende en verlaten pont bij avondlicht: ‘Are you trying to blow my mind?’ Enfin, ik ervan af en naar huis. Maar ik kon het niet laten om de betreffende pontonnier twee dagen later op een volgende oversteek aan te spreken. De emotionele lading van mijn belevenis ontging hem zichtbaar een beetje, maar een exemplaar van het blad werd dankbaar aanvaard. Mijn veerman bleek simpelweg zijn hele leven al fan te zijn van The Cats......
Column Contest
een eigenzinnige vOgel!
foto: Martijn de Vries
door///
11
Robbie Vogelezang
Ik liep langs het water in het park bij ons achter. Daar zag ik een eend — zeg maar zijwaarts zwemmen. Het was een raar gezicht. Toen het diertje dichterbij kwam, zag ik dat het maar één pootje had. Het was ook overduidelijk kleiner en zwakker dan de andere eenden in het park. Een bejaard echtpaar liep op me af en vroeg me waar ik naar stond te kijken. Ik zei: ‘Die eend heeft maar één poot!’ ‘Ach, dat is de natuur’, zei de man en hij haalde zijn schouders op. ‘Die gaat vanzelf dood’, voegde zijn vrouw eraan toe. Ondertussen was het vogeltje door de stroming tegen de kant aangedreven. Het zag er uitgeput uit en trilde van kou of angst. Ik belde de dierenambulance en deed mijn verhaal. ‘Wilde vogels hebben geen prioriteit’. Of ik een uur kon wachten. Het begon te regenen. Ik wachtte en anderhalf uur later was de dierenambulance ter plaatse. Een man met een groot net kwam aangelopen. Ik liet hem de eend zien en zei: ‘Hij vriest dood als we hem niet redden. Dus wat het ook kost, red hem!’ De man deed een poging het beestje te vangen. Het mislukte en de eend vloog, zo goed en zo kwaad als het kon, het water op. In plaats van een paar lieslaarzen aan te trekken en het meer in te gaan, zei de man: ‘Vergeet het! Zo is de natuur nou eenmaal.’ En hij vertrok weer. Teleurgesteld kocht ik twee witte broden bij de dichtstbijzijnde winkel. Ik liep terug en ik begon de eend te voeren. ‘Je grijpt in! Je moet de natuur haar gang laten gaan’, riepen de vissers toen ze me bezig zagen. ‘Ik ben de natuur’, riep ik terug en ik bleef de eend voeren. Iedere dag weer. Soms zat hij onder het bruggetje, soms in de bosjes. Zodra ik hem voerde werd hij door de andere vogels aangevallen. Ze pikten het brood uit zijn bek of joegen hem met een hoop lawaai weg. Toch wist ik het brood meestal in de richting van de eenpotige eend te gooien. ‘Je moet die beesten met rust laten’, riepen de vissers telkens.’ ‘In de natuur geldt het recht van de sterkste!’ Een aantal weken later was de kleinste eend van het park groter dan de andere eenden. Hij trilde niet meer, zijn veren glommen in de winterzon en zijn kop stond trots rechtop. Na verloop van tijd keerde hij terug naar de eenden die hem verstoten hadden. Diezelfde eenden begonnen hem te volgen. En ze volgen hem nog steeds. Van het bruggetje naar de bosjes en weer terug. Laatst zag ik enkele van hen een poging doen zijwaarts te zwemmen, met één poot op de rug.
Column Contest
13
33-1 columns
het Omarmen van nieuwe muziek!
15
door/// Lennaert Rooijakkers
Op een mooie zomerdag in augustus van het vorige jaar schaamde ik me kapot voor Nederland. Niet vanwege het decorumverlies dat de Hollandse jeugd aan de Costa Brava etaleerde, het spel van Oranje in de WK-finale of de ophanden zijnde kabinetsformatie. Nee, het had alles te maken met een kort bericht uitgegeven door marktonderzoekbureau GfK. Onze eigen Caro Emerald bleek succesvoller te zijn dan Michael Jackson. Haar debuutalbum Deleted Scenes from the Cutting Room Floor stond langer op de eerste plaats in de Album Charts Top 100 dan Michael’s magnun opus Thriller. En dat stak me nogal. Niet dat ik haar het succes misgun. Integendeel. De Amsterdamse heeft zondermeer een prestatie van wereldformaat geleverd. En als ik Caro in interviews op tv of radio hoor lijkt het me ook een gezellige meid, met wie je vast een leuke avond kan bowlen en steengrillen. Wie trouwens een blik werpt op de lijst met bestverkochte albums van het moment ziet dat het gros cd’s van artiesten zijn waar je je artistieke vraagtekens bij kan zetten. Maar goed, meer verkopen dan The King of Pop. Het kwam stieken toch heel erg hard bij me aan. Dat haar muziek verkoopt, à la. De nummers zijn ontegenzeggelijk catchy. Maar net zo gemakkelijk enorm voorspelbaar. Toch viel het publiek massaal voor de inwisselbare so-called jazzy popdeuntjes, en werden verkoopcijfers van niet alleen Thriller, maar ook The Wall of The White Album overtroffen. Stuk voor stuk tijdloze meesterwerken en mijlpalen in de muziekhistorie, die de compositiekoers voor de aankomende generaties muzikanten hebben bepaald. Maar nooit vijf keer een platium status behaalde, zoals Caro’s Deleted Scenes from the Cutting Room Floor begin februari wel deed. Albums die tevens nog steeds weten te verwonderen en waar keer op keer nieuwe dimensies in zijn te ontdekken. Caro’s album, afgaande van de hits die ik voorbij horen komen, bezit die factor niet. Mocht je dit lezen Caro, dan spijt het me. Maar een andere conclusie kan ik niet trekken. Dat er zo’n run op haar muziek onstaat heeft mij dan ook verwonderd. En teleurgesteld. Want ondanks de creatieve en originele progressie die ik het Nederlandse indie- en hiphopcircuit de afgelopen jaren zag maken, is de norm voor de massa onveranderd gebleven. Er moet veilig binnen de lijntjes worden gekleurd; de verwezelijking van het troosteloze Hollandse begrip ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’. Juist openstaan voor verandering en buiten de gebaande paden kijken helpt een samenleving verder. Ook in het omarmen van nieuwe muziek. En dat alles komt voort uit eigenzinnigheid. Onze oost- en zuiderburen hebben dat al jaren in de smiezen, maar het blijft iets dat een grote groep in ons land op muziekliefhebbend vlak op pijnlijk wijze ontbeert. Of deze hartekreet er iets aan veranderd, betwijfel ik. Het was in elk geval het proberen waard.
Column Contest
17
de slechtste bOkser van amsterdam! door///
Silvester de Ruig
‘Het is mooi geweest,’ zei Betonnen Sjakie door de microfoon en maakte een diepe buiging naar het publiek dat hem vervolgens trakteerde op een minutenlange staande ovatie. Zo kwam er op 17 april 1995 om tien over negen ’s avonds in het Zonnehuis te Amsterdam Noord een einde aan de actieve bokscarrière van Sjaak van Ommeren. Nul maal winst, nul draws en eenenzestig verliespartijen: de slechtste bokser van Amsterdam – veruit. ‘Heb altijd bokser willen worden. Al tijdens mijn eerste trainingen bij ome Joop in Tuindorp bleek dat ik geen korrel talent had. De motoriek van een houthakker, stijf als een hark, en te korte armen. Ik had talent om klappen te incasseren, niet om ze te geven. Heb me dan ook nooit geen illusies in het hoofd gehaald en ben blij dat ik eenenzestig partijen heb vol gemaakt. Het waren mooie jaren,’ antwoordde Sjakie desgevraagd op hoe hij zijn carrière zou willen samenvatten. ‘Waarom stop je er eigenlijk mee, Sjaak?’ luidde de volgende vraag. ‘Als je alles verloren hebt, wat er te verliezen valt..,’ counterde Sjakie met een grijns van bloemkooloor tot bloemkooloor. ‘Had je niet graag eens gewonnen in je carrière, al was het maar één keer?’ ‘Heb ik me nooit mee beziggehouden. Er staan daar ging het me om. Blijven staan vooral. Ik heb met volle teugen genoten van elke minuut die ik in de ring heb doorgebracht; heb geen seconde spijt. Elk blauw oog, elke gekneusde rib en elke geplette neus, het was het me meer dan waard. Winnaars genoeg. Laat mij die jongen zijn die het deed, gewoon omdat hij er verdomd veel plezier aan beleefde.’ ‘Is er nog iemand die je speciaal wilt bedanken, Sjaak?’ ‘Allereerst het publiek, voor hun hartverwarmende steun door de jaren heen. Ten tweede mijn tegenstanders, want zonder hen was dit alles niet mogelijk geweest,’ hij wees op zijn gehavende gezicht en lachte, ’Ze hebben er aardig op los getimmerd, maar neer hebben ze me nooit gekregen.’ ‘Maar vooral ome Joop, die mij elke wedstrijd opnieuw met alles wat ie in zich had heeft klaargestoomd. Joop, bedankt! Ik ga je missen.’ ‘Mensen, geef hem nog één keer een daverend applaus! Betonnen Sjakie, eenenzestig partijen geslagen.., nul keer knock out!’ bulderde de ringannouncer door de microfoon. Zo verliet Sjaak van Ommeren op 17 april 1995 om kwart over negen ’s avonds in het Zonnehuis te Amsterdam Noord onder luid applaus voor het laatst de ring – na een dik verdiende nederlaag.
Column Contest
foto: Corbino
gevOelig haar!
19
door///
Ivo Teulings
Ik weet het, we hebben het hier helemaal niet slecht. In de Congo zijn in de afgelopen paar jaar miljoenen mensen afgeslacht. In de Verenigde Staten is het vrijwel onmogelijk om een goed kopje koffie te krijgen. De mensen daar zijn veel te druk bezig om hun lichaam vol te gieten met industriële vetstoffen. Maar oeff, wat ook hier in de beschaafde wereld bovendrijft is het universele menselijke talent om zaken raadselachtiger te maken dan zij zijn. Zo zie je regelmatig een briefje op het raam van bijvoorbeeld een restaurant waarop staat dat deze wegens omstandigheden is gesloten. Ja, het zou waarlijk verbazingwekkend zijn als het gesloten was zonder dat hier omstandigheden aan ten grondslag lagen. ‘Maakt u zich maar geen zorgen! We zijn wegens omstandigheden gesloten en niet omdat we in de negende dimensie op een zwart gat zijn gestoten enne…’ Mensen denken niet meer na over wat ze uitkramen. Om maar te zwijgen over de mensen die ervoor worden betaald om iets zinnigs op te schrijven, de copywriters. Toen ik als puber weer eens door een hoofdonderwijzer werd bekritiseerd omwille van mijn geringe opkomstpercentage orakelde hij: ‘als je zo doorgaat kom je bij de reclame terecht.’ Geen idee wat hij hiermee bedoelde, maar het voorspelde weinig goeds. Onlangs moest ik zo dringend een Blørk tafellampcombinatie hebben, dat ik als een speer naar de Zweedse meubelgigant toog. Bij de kassa lag een folder met de opdruk: ‘Houdt u van wonen?’. Hey… wat staat daar nou? ‘Houdt u van wonen?’ Die vraag lijkt mij net zo onzinnig als: ‘Houdt u van ademen?’ of ‘Bent u tevreden met de kleurcompositie van het universum?’. Klaarblijkelijk had de copywriter de opdracht gekregen om mensen aan te sporen een klantenkaart bij de winkel aan te schaffen en gepoogd om het brein van de lezer dusdanig te herprogrammeren dat iedere keer als zij aan hun knusse ‘woning’ dachten een associatie met deze winkel ontstond. Of de tekst was direct uit het Zweeds vertaald door een Japanner die in Gambia een cursus oud-Vlaams had gevolgd. Ik weet het niet. Ook ben ik benieuwd naar de halflingen die de teksten schrijven die op onze cosmeticaflessen worden geplakt. Aangezien ik na het scheren doorgaans een schrale kop heb pleeg ik hier een crème op te smeren die het weer enigszins draaglijk maakt. Soms, als die crème op is, moet ik naar de winkel om nieuwe te kopen. Daar wordt ik dan geconfronteerd met de keuze tussen twee potjes: een normale crème en één voor de gevoelige huid. Dan neem ik uiteraard die laatste, want in de gewone crème zit kennelijk napalm verwerkt. Welke idioot zou de normale crème in godsnaam kopen? Je moet in deze wereld altijd het zekere voor het onzekere nemen. Freedent professional, ook zoiets. Professioneel kauwgom? Veel gekker kan het niet worden. Dat dacht ik althans. Totdat ik vanmorgen onder de douche stond en mijn shampoofles aan een onderzoek onderwierp. De tekst op het etiket leerde mij dat de substantie bedoeld is voor uitgedroogd, gevoelig en beschadigd haar. Gevoelig haar? Column Contest
Column Contest
foto: Corbino
de facebOOkleugenaar!
21
door///
Elfie Tromp
Op de tijd van voor Facebook. Toen evenementuitnodigingen nog niet bestonden. Toen ik nog door flyers in de stad of via-via op de hoogte werd gehouden van de feesten waar ik ab-so-luut bij moest zijn. Dat er ’s middags al gebeld werd door mijn beste vrienden of ik wel zou gaan, zodat een gedeelde voorpret als een jonge hondenhonger in onze magen knaagde. Vanochtend ging mijn telefoon: ‘Waar was jij gisteravond?’ ‘Thuis.’ ‘Je had aangeklikt dat je er zou zijn.’ ‘Aangeklikt?’ ‘Ze hebben je nog omgeroepen. ‘Elfie Tromp’, zeiden ze, ‘heeft zich via Facebook aangemeld.’ Waarom was je er niet?’ ‘Ik was moe.’ ‘Als Elfie komt, ga ik ook wel, dacht ik nog. Stond ik daar dus alleen.’ ‘Sorry?’ ‘Je bent een Facebook-leugenaar. Dat valt me van je tegen.’ Nu word ik alleen nog maar gebeld als ik ergens niet aanwezig was. Toen ik een profiel aanmaakte op Facebook, had ik er graag een sociale handleiding bij gekregen. Wat moet ik doen als mijn moeder een foto van twee dikke katten die hun staarten in een hartvorm krullen op mijn wall post? Kun je je ex-vriend en zijn nieuwe vriendin ontvrienden of is dat juist kinderachtig? En, zeer belangrijk, welke waarde wordt er gehecht aan de ‘aanwezig’-knop bij de evenementuitnodiging? Zoals een kind zich van onder tot boven blauwe plekken moet vallen voordat het behoorlijk kan lopen, maak ik de ene digitale valpartij na de andere, totdat ik mijn online identiteit perfect onder de knie heb. Zo heb ik bijvoorbeeld geleerd dat: een feestje niet echt gebeurd is, behalve als je er foto’s van post en dat je een aparte groep voor je moeder moet aanmaken, zodat zij alleen je posts over koken en politiek (veilige moederonderwerpen) kan zien. Op eenzame avonden waarop niemand me port of me tagt in een foto van een vlooiende roedel apen, verlang ik terug naar die tijd van voor Facebook. Toen alles nog simpel leek en sms en bellen nog genoeg was in de wereld. Ik krijg een evenementuitnodiging voor morgen binnen. Natuurlijk wil ik gaan, maar ik twijfel. Wat als ik onderweg een oude bekende tegenkom waar ik veel liever een biertje mee ga drinken? Wat als ik gewoon op de bank wil zitten met een boek en de computer uit? Mijn cursor kiest de veilige weg en klikt op ‘misschien aanwezig’. Want ik ben veel, maar een Facebookleugenaar, nee, dat nooit.
Column Contest
22
Eigen.Zinnig
foto: Corbino
andermans vrOuw!
23
door/// Franka de Boer
Op Marktplaats staan iedere dag meer dan 240.000 nieuwe advertenties. In alle soorten en maten tweedehands spul dat een ander graag wil. Of graag een ander wil. Zoals bij Contacten en Berichten, rubriek Man zoekt Vrouw. Want ik zoek een man. Een man voor erbij. Andervrouws man. Een man voor de spanning, de geilheid en fantasie, niet voor de belastingpapieren, lekkende kraan of om de kinderen van sport te halen. Die heb ik al. Ik heb een vacature. Mijn minnaar likt zijn wonden. Mij niet meer. ‘Het lijkt mij beter om elkaar niet meer te zien’ hoor ik mezelf de klassieke woorden zeggen. Terwijl het eten opstaat, twee puberdochters rondspoken en eigen man veel te vroeg thuiskomt sta ik te bellen in de badkamer. Hij zegt dat hij het wil begrijpen maar niet kan, ik hoor eigen man mijn naam roepen. Geen ideale omstandigheden. Daar wen je aan. Mij gaat geen zee te hoog en geen alibi te ver om een paar uur samen te zijn. Al jaren. Riverdeep, mountainhigh. Andervrouws Man zit in een crisis. Zijn vrouw is er vandoor. Met een andere man. Zij wel. Waar hij al die tijd achter iedere boom gevaar zag loeren omdat zij ab-so-luut geen argwaan mocht krijgen (hel en verdoemenis in de vorm van omgangsregeling, forse alimentatie en excommunicatie zouden volgen), trekt zij na twintig jaar huwelijk gewoon de stekker er uit. Het is op, over en klaar. Wat een wijf. Wat een topwijf. Hulde! Andermans Vrouw heeft het lef om haar hart te volgen. Onvergetelijk, onverbeterlijk, onverbiddelijk. En totaal onverstandig natuurlijk. Maar daar gaat het niet om. Zij doet waar anderen van dromen. Zij doet waar ik te laf voor ben. Geen wet of praktische bezwaren die tussen droom en daad staan, ook al heb je net een nieuwe keuken en is de zomervakantie al geboekt. Zij gaat. Haar hart en droom achterna. Andervrouws Man, mijn minnaar, is slachtoffer. In de ogen van alle vrienden en Neerlands’ volk is hij te beklagen. Hij, de aantrekkelijke, sympathieke en succesvolle man is hoorndrager. Bedrogen en verlaten door zijn vrouw. Naast belastingpapieren en lekkende kraan nu veroordeeld tot fornuis en strijkplank én de helft van zijn vermogen kwijt. Mijn bestaan blijft onbekend. Niet onbetekenend, niet onvergetelijk maar wel onbekend. En ik ben minnares, geen trooster van verlaten en verloren zielen. Dus is het afgelopen. ‘Dit is het einde, dat doet de deur dicht’. Stuif es in. Uit. Over en uit. En hulde aan Hanneke, Andermans Vrouw. Wat een wijf. Respect!
Column Contest
foto: Martijn de Vries
Ont-mOeten!
25
door///
Toine Wilke
Stel: je bent een arme student, en door een fout van de overheid heb je aan het begin van je studie nog steeds geen studenten OV-chipkaart ontvangen. Wat doe je dan? Je zou natuurlijk de Dienst Uitvoering Onderwijs uitgebreid kunnen gaan afzeiken op Facebook. Of alle dure treinkaartjes uit eigen zak betalen. Maar er is ook nog een andere optie: Je pakt een kartonnen doos en scheurt er een stuk uit. Dan zet je er met een dikke zwarte viltstift de plaats van bestemming op. En voila: een gratis studentenreisproduct! Liften is spannend en ontspannend tegelijk. Het is eigenlijk net als vissen: Je moet een goede stek hebben, eentje waar ze je goed kunnen zien en voor je kunnen stoppen. Ook moet je goed lokaas zijn. Dat wil zeggen: altijd vrolijk kijken en een beetje netjes gekleed zijn. Je krijgt vanzelf beet: vroeg of laat stopt er wel een auto. Het kunnen kleine of grote ritten zijn, dat weet je nooit van tevoren. En geen bestuurder is hetzelfde… Ik heb in de auto gezeten bij belastingadviseurs, priesters, politici, tandartsen, pedagogisch medewerkers, fulltime moeders, directeuren, wereldreizigers… Allemaal hebben ze een verhaal te vertellen, allemaal stellen ze vragen en allemaal luisteren ze naar je. Er gaat iets ongedwongens uit van liften. Immers, als lifter hoef je niet de illusie te hebben dat je ergens op tijd gaat komen, en als bestuurder hoef je zo’n onbekende natuurlijk niet mee te nemen. Bij liften kan alles, maar er moet niets. En dus wordt er ont-moet: Afgelopen vrijdag werd ik in de Randstad opgepikt door een fysiotherapeute. Ze moest naar Beekbergen, ergens bij Apeldoorn, en ik moest naar Zwolle. We hadden de tijd en vertelden honderduit: Ik over mijn reizen naar Indonesië en Zuid Afrika en zij over haar leven, wat een puinhoop was. Ze was afgekeurd voor haar werk, had door een foute van haar werkgever een grote schuld bij de belastingdienst en haar familie wilde haar niet helpen. Toch hadden we onderweg de grootste lol: Ik om haar anekdotes en zij om mijn dubbelzinnige opmerkingen. Uiteindelijk heeft ze me helemaal afgezet in Zwolle, gewoon omdat ze het zo gezellig vond. Toen ik afgelopen maandag, na weer twee goede en leuke lifts thuiskwam, lag er een brief op de mat. Ik maakte hem open en haalde het pasje eruit: Studenten OV-chipkaart. ‘He, wat jammer!’ dacht ik bij mezelf.
Column Contest
foto: Corbino
de kOningin!
door///
27
Suzanne Andriessen
Ik had de koningin nog nooit in het echt gezien. Althans, niet zomaar in de auto midden in Amsterdam. Een glimmende auto, met een gek nummerbord, waar je vast vaak mee door rood kon rijden. Haar haar zat precies hetzelfde als op de postzegel. Op het moment dat ze moest beslissen of ze de moeder van het Nederlandse volk wilde worden, zei een lakei tegen haar: ‘Dan moet u wel elke dag hetzelfde kapsel dragen, voor de rest van uw leven. Ik zeg het er maar even bij.’ ‘No problemo! Als ik thuis maar gewoon mag rondlopen met mn getoupeerde haar in joggingpak. En mag boetseren en af en toe met een kaassouffleetje voor de buis. Oja, en haal jij af en toe een pakje sigaretten voor me.’ Langzaam reden ze voorbij richting de Dam. Misschien ging ze even kijken hoe het met de verbouwing stond. Ze moesten vast weten hoe hoog het koninklijk toilet moest komen te hangen en hadden daar toch echt de koningin zelf voor nodig. Zou ze dan ook een speciale bouwhelm dragen? ‘Ik hoef helemaal geen bouwhelm te dragen, ik ben toch de koningin? En zodra ik dat paleis binnenstap staat er een lakei klaar met een zwart wit geblokte peignoir en motorlaarzen, dat draag ik het liefste als ik thuis ben ziet u. Duh.’ Ik keek naar mijn schoenen. Op mijn rechterschoen zat een oranje vlek. Pompoensoep. Zou de koningin ook wel eens pompoensoep op haar schoen laten vallen? Of een homp klei? En zou ze dan vloeken? ‘Alleen als Rutte nog langskomt trek ik even iets anders aan, pompoensoep maak ik nooit, maar ik liet gisteren nog een pot mosterd op mn motorlaars vallen. Ik heb even flink gevloekt en ben gaan drummen, dat lucht altijd op.’ Ik vroeg me ook af of de koningin bij het zien van mijn schoenen, die kans was erg klein, daar iets van zou zeggen. In de trant van: ‘Ah joh, ik laat zo vaak vallen. Laatst nog’, of ‘ He wat leuk, een oranje vlek! Ook toevallig!’ Op de pont terug naar Noord was ik blij dat ik niet de koningin was. Die kon helemaal niet met vieze gympen rondlopen, laat staan ermee op de pont staan. Ik zag Prinses Maxima, in de vorm van een rondvaartboot. Ook die had vast nooit soep op haar schoen. Wel kwam er zwarte rook uit. Het was de koningin, ze zat met haar laarzen op de reling en rookte een sigaret..
Column Contest
Opa’s lange OnderbrOek!
door///
29
Alexandra Besuijen
Ik lijd tegenwoordig aan papafobie. Dat heeft niets te maken met de mijne – in every inch a gentleman – maar met de overdaad aan hippe papa’s waarmee mijn biotoop de laatste tijd wordt overspoeld. Die vaak iets te oude papa’s, die door de week nauwelijks tijd hebben, maar in het weekend zo ontzettend verantwoord met hun kinderen bezig zijn. Ga maar eens op zaterdagochtend naar de supermarkt. Daar lopen ze, met Sem in het karretje en Lotte aan de hand. Telefoon tussen schouder en oor voor het contact met het thuisfront: ‘Heinz tomatenketchup of huismerk?’ God weet wat er gebeurt als-ie met het verkeerde thuiskomt.Ellenlang gedelibereer bij de broodafdeling. Pompoenbroodje of volkoren? Krentenbol of croissantje? Het zal die kinderen worst zijn – die willen gewoon een gevulde koek – maar meedenken moeten ze. We zijn immers een verantwoorde papa! Jolig zijn ze ook. Gaat papa de kampeertafel uitklappen, nou, dan zullen we het weten. Met luide stem levert hij commentaar op zijn eigen vorderingen en als hij klaar is haalt hij met overdreven gebaar zijn arm langs zijn voorhoofd: ‘ Pfoe, nou nou, die papa toch!’ Dat mama dan inmiddels al de bedden in de caravan heeft opgemaakt, de boodschappen heeft gedaan, twee keer met een kind naar de wc is geweest en haar eerste fles rosé al heeft ontkurkt – het zal wel, maar híj heeft de tafel uitgeklapt. Het meest verbaas ik me over de vrijetijdskleding van de papa. Het is één en al kuitbroek en floddershirt wat de klok slaat, de witte voeten immer in sandalen, teenslippers of zelfs in Crocs gestoken. Ik zou bijna gaan verlangen naar mannen als mijn opa. Zelfs op de camping droeg hij een broek met daaronder een lange onderbroek. Je wist immers maar nooit. Volgens mijn vriendin is het gewoon de kift: ik hou niet van papa’s omdat ik in mijn eentje een kind heb opgevoed. Dat zal ongetwijfeld zo zijn, zo laaghartig ben ik wel. Maar ik ben nooit, maar dan ook nooit, wakker geworden met een paar Crocs maat 46 naast mijn bed. En dat is me ook wat waard.
Column Contest
foto: Corbino
de fiets!
31
door///
Boyke Lutgers
Op het bekende, vertrouwde, schone en eigenzinnig ingerichte kamertje bij mijn ouders thuis; waar ik bijna twee decennia lang iedere dag mijn poepje en plasje deed. Daar bedacht ik wat de eigenzinnigheid in Nederland moest zijn. Omringt door tientallen fietsen: nieuwe, oude, gekleurde of verroeste fietsen. Grote fietsen, kleine fietsen, racefietsen, maar ook mountainbikes. Ik meen zelfs dat er losse onderdelen tussen hingen. Mijn moeder spaart namelijk fietsen, om precies te zijn ansichtkaarten van fietsen. Alle kennissen en familieleden weten het, evenals al mijn vrienden. Als je eenmaal bij mijn ouders thuis gepoept of geplast hebt weet je het: In dat toilet hangen fietsen, heel veel fietsen. Wat is er mooier dan een tweeënzestig jarige dame op een mooie, nieuwe, luxueuze Batavus met tweeëndertig versnellingen en een aërodynamisch frame of een half dronken student slingerend door de hoofdstad op een roestig oud barrel zonder spatborden of licht. Misschien is dit wel het mooiste voorbeeld: Een Nederlandse vrouw van ongeveer tweeëndertig, zwetend en zwoegend op de fiets. Eén kind voor- en één kind achterop. Haar fietstassen vol met boodschappen. Zij is op weg naar huis; nog drie kilometer voor de boeg. Regen waait in haar gezicht en de oranje poncho voorkomt niet dat zij straks van top tot teen doorweekt zal zijn. Beschrijf dit aan buitenlander en zij zullen allemaal zeggen dat die vrouw niet goed bij haar hoofd is. Vertel het aan je buurvrouw en ze krijgt direct een flashback van anderhalve week geleden. Eigenzinnigheid in zijn zuiverste vorm. Je van niemand iets aantrekken, gewoon doorgaan en beuken op die trappers. Laten we de rest van onze cultuur maar gewoon in de Amsterdamse grachten flikkeren. De molentjes, de klompen, de verse kazen, de tubes mayonaise, de haringen met uitjes en om de boel te laten zinken, lazeren we er zo’n nietszeggende hunebed achteraan. Ik verzeker je één ding: Als je de gracht over vier jaar weer uitbaggert, mag je drie keer raden wat je optakelt. Niets van al die zogenaamde Nederlandse cultuur, alleen een verrotte, verroeste fiets die misschien wel van je buurman geweest kan zijn. Alsjeblieft Gesink, berijder van hét symbool van Nederland. Ik smeek het je: breng ons die gele trui deze zomer. Zorg dat de wereld weer weet waar de tweewieler vandaan komt en bij welk volkje het rammen op de pendalen in de genen zit! Fiets met alles wat je in je hebt, zonder doping, zonder bloedtransfusies en laat zien dat wij Nederlanders de koningen van de tweewielers zijn.
Column Contest
de directie van de wasserette!
door///
33
Margriet Wesselink
Bij de wasserette waar ik altijd mijn was doe hangt een groot bord met Wassen op Eigen Risico – de Directie. De Directie bestaat uit twee Pakistaanse broers met baarden, die samen beddengoed staan op te vouwen terwijl ze hard en snel in het Pakistaans discussiëren over waarschijnlijk het beddengoed. Niet dat ik Pakistaans spreek, maar de onverstaanbare woordenstroom wordt soms onderbroken met een term die ik ken, zoals ‘dekbedovertrek’. In Pakistan hebben ze vast geen dekbedovertrekken dus – toegegeven - is de noodzaak om er wel een woord voor te hebben nogal nihil. Ik stel me altijd zo voor dat harde, snelle discussies in vreemde talen gaan over wereldse thema’s met krachtige voor- en tegenargumenten en een mooie, ronde, metaforische conclusie, zoals ‘wie de honing wil, moet tegen de bijensteken kunnen’. Maar deze ging dus over dekbedovertrekken. Toen de broers de puntjes van het beddengoed bij elkaar hadden gevoegd en ik op mijn plastic stoel dacht aan Perzische gezegdes als ‘een dekbed zonder overtrek is als een man zonder baard’, stond een van de broers plots recht voor mijn neus met een schaal vol plakjes cake. Er zaten van die groene en rode stukjes in. Ik vroeg me af wat de Directie met mij van plan was. Je kunt dat paranoïde vinden. Dat is het ook best wel. Maar! Wel eens gehoord van de hoog onderscheiden militair Marco Kroon? Die ook ineens een plakje cake kreeg aangeboden, nota bene in zijn eigen kroeg? En dat Marco dat plakje dankbaar opat, omdat ie eigenlijk best wel trek had? En dat het toen spacecake bleek te zijn? En dat Marco toen werd opgepakt door de AIVD wegens vermeende drugshandel? Omdat niemand hem geloofde? Want wie krijgt er nou vanuit het niets een plakje cake aangeboden op een daarvoor zeer onwaarschijnlijke plaats? Nou, Marco Kroon dus. En ik. Maar Marco’s schade en schande maakten mij wijs: ‘slechts een dankbare dwaas duldt dubieus deegwaar’. Want als het misgaat, ben jij de goedgelovige gekke henkie. Of de fantasieloze leugenaar. Bovendien was ik dubbel gewaarschuwd, in de ruimste zin van het bord. Wassen op Eigen Risico – de Directie.
Column Contest
foto: Martijn de Vries
het Oude meisje!
35
door///
Casper Gimbrère
Op een dag zie je er één. Een oud meisje. Mij overkwam het gisteravond voor de bioscoop. En het liet me niet meer los. Ze parkeerde haar met klimop en bloemen versierde fiets tegen de gevel en kwam achter me in de rij staan. Ze was duidelijk de vijftig gepasseerd. Haar rood geverfde haar in twee dikke vlechten in de nek. Op het hoofd een warme muts met lange punt en een belletje eraan. Een kort zelf gebreid jasje over een Mickey-sweater. Daaronder een kittig spijkerrokje over de knokige heupen. Een gestreepte maillot gestoken in halfhoge kaplaarzen met kikkertjes erop. De blik stralend want; zij is zo jong als zij zich voelt. En dat is natuurlijk zo. Maar waarom irriteerde ze me dan? Haar verschijning haalde het bloed onder mijn nagels vandaan. Misschien was het de bekende spiegel die me voorgehouden werd. De confrontatie met mijn eigen wegkwijnende jeugd. Toen een meisje laatst naar mijn gestreepte shirt wees en vroeg; ‘Zijn dat je jaarringen?’, begreep ik dat ik bepaalde dansgelegenheden maar beter niet meer kon bezoeken. Toch blijf ook ik hardnekkig geloven dat ik er nog een stuk jonger uit zie dan ik ben. En dan vraag je erom natuurlijk. Het is het ‘hij zei meneer tegen mij’ moment van de McDonald’s reclame, maar dan ongewenst. Ik word als 43 jarige liever ‘jongeman’ genoemd, of ‘gast’ desnoods. Maar niet ‘meneer’ door een 20 jarige. Of erger, ‘sorry opa’ door een 17 jarige die door een verschrikkelijke speling van het lot in dezelfde divisie voetbalt als ik. Hij heeft hardhandig de bal aan mijn stramme benen ontfutselt en ik claim een vrije trap die ik niet verdien. Maar ik weet het tenminste en draag mijn lot als een uitgezakte man. Maar dit blije oude meisje lijkt haar ware leeftijd volledig te ontkennen. Zij voelt zich 16 en glimt als een paasei waar de waterverf van uitgelopen is. Ze straalt het soort naïviteit uit dat je verder veel bij christenen ziet. Blij-ernstig en zonder twijfel. Ik kan er slecht tegen. Dan maar geen Harry Potter film. Niet als ik de kans loop dat zij naast me komt zitten en vraagt of ik het ook een beetje eng vind. Dan lees ik vanavond liever in bed de Donald Duck. Stiekem hoop ik dat die vlechten heel erg aan haar hoofdhuid trekken.
Column Contest
foto: Corbino
de mier!
37
door///
Merel Laroy
Op nummer tien bij mij in de straat woont De Mier. Anders dan mijn andere buren, die zich volgens vast stramien als bange hazen iedere dag schichtig van en naar hun werk begeven, leeft De Mier niet volgens een schema. Toch is hij is altijd druk in de weer. Al sinds ik in de straat woon ben ik gebiologeerd door De Mier met zijn buitenproportioneel grote hoofd en de slobberige houtje-touwtje jas die als een hobbezak om zijn korte dunne lichaam heen hangt. De Mier heeft een oude Daf 55 coupé, ‘de zweetlul’. Deze auto heeft zijn naam te danken aan onze buurtzwerver die vorig jaar op Koninginnedag, door de politie uit het Vondelpark werd gezet, en vervolgens met een graffitispuitbus zijn woede botvierde op de auto’s in de straat. De Bange Hazen sprake er schande van en na een paar uur verwoed schrobben, glommen de stationwagons met gekleurde dierentuinstickers op de ruiten als nooit tevoren. Alleen op de Daf prijkt nog steeds het woord zweetlul. Regelmatig gaat De Mier eropuit met de zweetlul en bij thuiskomst sjouwt hij een beige, stoffen UNICEF-tas naar binnen. Deze tas, waarvan het logo is vervaagd en de hengsels aan flarden zijn, is steevast gevuld met zeker vijftig keer De Mier zijn eigen gewicht aan boeken en kranten. In zijn leren fauteuil, omringd door stapels intellectuele leeswaar, viert de Mier zijn nieuwe papieraanwinsten met lekkernijen. Tijdens het lezen gaat zijn hand – als een machine-onderdeel bij een lopende band – onophoudelijk heen en weer tussen een schaal met HEMA-tompoezen en zijn gulzige mond. Het is een smerig maar tegelijkertijd vertederend tafereel. Soms probeer ik indruk op hem te maken. Dan draai ik heel hard ingewikkelde muziek van Wagner of ik loop met interessante filosofieboeken onder mijn arm langs zijn huis. Ik benijd De Mier. De Mier probeert niet om zich een ‘bewust’ imago aan te meten met biologische boodschappen van een winkel met een catchy naam als Marqt. Hij draagt geen kleding met leuzen als I’m with stupid en doet evenmin mee aan het pretentieuze gezwets van mensen die ‘nooit’ televisie kijken. Anders dan de Bange Hazen, die alleen ‘bieren’ op vrijmibo’s, drinkt De Mier wanneer hij daar zin in heeft en hoeft hij niet per se naar Saint-Tropez of Ibiza omdat je ‘alleen dáár zo lekker kunt uitwaaien’. De Mier is authentiek en imiteert niemand.
Column Contest
straat!
door///
39
Fleur van Greuningen
Van alle straatse voorwerpen die ik ken, vind ik geen object eigenzinniger dan de straatsteen. Lantaarnpalen zijn te veel gebonden aan hun functie: altijd die paal en altijd die elektriciteit; verder dan een knippertje gaat het doorgaans niet, wat distinctiedrift betreft. Auto’s staan in de straat, maar niet altijd; kortom: te dynamisch om de eigenzinnigheid ervan op te merken. Soms kruist een boom mijn pad, maar voor bomen kan ik beter naar een bos. En door de straten struinen vanwege lust in een boswandeling gaat mij eigenziniggerwijs te ver, terwijl er wel iets voor te zeggen valt: ‘In het bos is het zo evident, die bomen, en zo in groepen, je ziet daar door het bos de bomen niet meer, in tegenstelling tot in de straat, waar een boom vaak geïsoleerd staat, omrand, omkaderd, waar hij zijn of zij haar eigenheid voluit ten toon kan spreiden.’ Ik kan dit niet lezen zonder dat mijn gedachten worden vertroebeld door de visualisering van een al te fanatieke, individualistische, kunstzinnige milieuactiviste; een Jehova’s getuige, maar dan in het groen. Neen, geen bomen. Maar: straatstenen! Zelfs gegroepeerd is aan iedere straatsteen iets unieks te ontdekken. Mijn eigenzinnige voorkeur maakt dat ik me bijzonder kan verblijden bij het zien van een straatsteen met een blutsje van ongeveer 3 cm doorsnede en: op de linkerhoek een stukje kauwgom – niet op de hoek van het blutsje, maar van de steen. Dit stukje zie ik het liefste in lichtgrijs. Ik heb nog niet uitgezocht hoe lang het er dan ongeveer op zou moeten zitten, want dan zou ik ook verkeersfrequentie en weggedeelte in ogenschouw moeten nemen, maar ik neem aan: tussen de zes dagen en de vier weken. Ik heb het dan niet over een egaal grijs gommetje; antracietkleurige spikkels van diverse grootten zijn een must. (Weersomstandigheden, ook niet geheel onbelangrijk bij een onderzoek naar kauwgomkleur op straat.) Tegenover de rest van de stenen sta ik in het geheel niet negatief. Waar ik wel negatief tegenover sta, zijn de lieden die al die mooie straatstenen van hun eigenzinnigheid ontdoen. Met een hogedrukspuit bijvoorbeeld. Hop, alle diversiteit verdwijnt. Alle stenen in eenzelfde, egale kleur. Het geheim van de smid: een vleugje peroxide door het reinigingswater, ‘want dan worden de stenen nog nèt iets-jes bleker.’ En als het niet met de hogedrukspuit lukt, dan kunnen de lanen, wegen en stegen herstraat worden – met nieuwe stenen wel te verstaan, want kauwgom bikt niet zo lekker.
Column Contest
foto: Corbino
jezelf!
door///
41
Wahideh Jerfi Assadolahi
Toen ik vier jaar was weigerde ik een rokje te dragen tot grote frustratie van mijn moeder. Hoezo een rokje omdat alle meisjes dat deden? Nee, mij kregen ze niet in een rokje! Op mijn zevende, mijn eerste schooldag in mijn vaderland, weigerde ik een schooluniform met een hoofddoek te dragen. Hoezo ‘moet’ het? Mag ik ook nog zelf kiezen? Uiteindelijk heb ik mij er bij neergelegd. Ik vond mijn droom om naar school te gaan belangrijker dan mijn eigen ‘wil’ door te drijven. Tja! Eenmaal op school weigerde ik op schoolplein mee te doen aan dagelijkse rituelen; elke dag in lange rijen staan en met honderden meiden inhoudloze liedjes met volle borst zingen. Ik kwam daar toch om te leren, niet om mijn geest te doden? Toen ik in Nederland was weigerde ik mee te doen aan de zesjes cultuur. Hoezo een zes als je ook voor een tien kan gaan? En hoezo normaal doen als je ook gek kan doen, als je ook anders kan zijn? Ik herinner de woorden van mijn klasgenootje in de eerste maanden van mijn leven in Nederland nog: ‘Wahideh, je bent niet meer in je geboorteland, hier in Nederland ben je niet de beste en zal dat ook nooit zijn, wees tevreden met een zes’. Toen ik na dertien jaar in Nederland te hebben geleefd op bezoek ging in mijn vaderland, weigerde ik te accepteren dat de douanier op het vliegveld mijn man op een denigrerende manier behandelde. Waar haalde hij het recht om zo tegen mijn man te doen? Alleen maar door zijn afkomst of huidskleur? Ik wilde zijn baas spreken en wilde zijn excuses! Met minder nam ik geen genoegen! Dit tot verbazing van de medepassagiers dat ik zo’n lef toonde. Ben ik nu eigenzinnig? Weet ik niet, maar ik waak wel voor mijn eigenheid. Daar waar ik onbegrip voel, daar waar stilstand is, daar waar geen visie is, dan komt het: het vuur, de passie, de drang om een stap te zetten, om golven van het leven in beweging te krijgen, om ruimte te maken voor de ziel om vrij te zijn en zich te uiten en te groeien. En daarvoor hoef je niet de beste te zijn, maar ‘jezelf zijn’, daar gaat het om. En dat is voor mij een tien! Trouwens met het rokje is het goed gekomen; ik voel mij op en top vrouw en kan geen dag zonder een rokje! Tja! Eigenzinnigheid kan niet zonder loslaten hè, is mijn ervaring.
Column Contest
de mens!
43
door///
Arjan Kloeze
Op donderdagochtend knapte er iets in mijn hoofd toen ik naast het bord ‘De gemeente Alphen aan de Rijn heet u van harte welkom’ stond te wachten voor een stoplicht. Bijna elke ochtend zie ik dat bord als ik naar mijn werk rijd in bovengenoemde plaats. Het bord helpt me er elke dag aan te herinneren dat ik niet meer ben dan een gerobotiseerde loonslaaf. Levend in een tijd die later bekend zal staan als de tijd dat mensen nog werkten in plaats van robots. Een soort van tussenfase, een vagevuur zullen de mensen deze tijd later misschien noemen. Ik betrap mezelf en anderen er ook op dat we al steeds meer op robots gaan lijken, maar zoals het een robot betaamt gaat deze gewoon door met zijn handelingen. Elke ochtend stapt de robot als voorgeprogrammeerd om zeven uur in de auto om ’s avonds om zes uur weer naar zijn base-station terug te keren om zich op te laden. In het weekend heeft de robot een ander programma maar een aantal zaken staan standaard geprogrammeerd voor een weekend. ‘Ik zou vandaag graag een gesprek met je hebben’ zeg ik tegen het hoofd van alle robots op onze afdeling. ‘Steek van wal’ bliept het hoofd terug. ‘Ik stop ermee’ zeg ik ‘ ik stop ermee om present te zijn elke ochtend op precies dezelfde locatie’. De andere robot lijkt van slag, hij kijkt me lang aan. ‘ Je bent in war robot, je moet opnieuw geprogrammeerd worden, ik laat er vandaag nog iemand van HRM en de directie naar kijken’.’Ik wil niet gerepareerd worden’ zeg ik. ‘Ik ga weg, weg uit deze fabriek die de Randstad heet, die…die Nederland heet’. De beide robots slaken een diepe zucht en schudden elkaar de hand. De robot verlaat het gebouw met een ernstig virus. Hij stopt bij een blauw bord met daarop de tekst ‘Goede reis en hopelijk tot ziens in Alphen aan de Rijn’. De robot neemt het blauwe bord mee het vliegtuig in dat hem een week later naar Brazilië brengt. Soms kijkt de robot nog wel eens naar het bord dat in zijn appartement in Rio de Janeiro hangt. En dan lacht hij…iets wat eerder zelden in zijn programma zat. .
Column Contest
45
maikel van Hoof!
door/// Bart Mooij
foto: Corbino
Het is even geleden dat Maikel van Hoof in het programma Man Bijt Hond zijn liefde voor de Turbo Polyp verkondigde. De Turbo wat? De Turbo Polyp, ik had er zelf ook nog nooit van gehoord, maar het is zo’n kermisattractie waar je in kleine bakjes de lucht in gaat en wordt rondgeslingerd tot je er zo ziek als een hond weer uitstapt. Niet echt mijn ding. Maikel is er helemaal zot op en voor hem is er maar één echte Turbo Polyp, die van Hans van Tol uit Weert. Hij volgt Hans en zijn attractie door het hele land. Maikel heeft de Turbo Polyp zelfs op schaal nagebouwd, waarmee hij ook de catchy jingles en snelle geluidjes nadoet. Met de microphone in zijn rechterhand en het mengpaneel links van hem, waant Maikel zich even op de kermis. ‘OK sluit u aan, haal die penningen aan de kassa, ge kunt weer mee instappen. OK komt ie, nice and slow… speciaal voor jullie… here we go, whoop whoop whoo whoo.’ Eenmaal bij de echte Turbo Polyp aangekomen, bestelt Maikel meteen tien penningen aan het loket van Hans. ‘Ja, ik maak ze allemaal op, zegt hij beslist en stapt in.’ Hoewel ik het bij mezelf niet snel tot een dergelijke hobby zie komen, zou ik toch meer mensen als Maikel van Hoof willen zien. Mensen met een passie, mensen die weigeren in de tegenwoordige rollercoaster der leegheid te stappen. In plaats van een tv-avond vol gillende ‘talenten’ of gestuntel on ice, kiest Maikel van Hoof ervoor om in de auto te stappen, naar zijn geliefde kermis te reizen en daar met tien penningen tevreden in zijn favoriete Turbo Polyp te zitten. Ik zou zeggen: ‘Maak ze allemaal op Maikel, here we go…’
Column Contest
de terug ’psst’ende vrouw!
foto: Martijn de Vries
door///
47
Carolien Dircken
Het was een tijdje geleden, maar vandaag had ik er ineens twee te pakken op een fietsroute van nog geen honderd meter. Het zal gelegen hebben aan de lengte van mijn blouse-jurkje en het intense verlangen naar zwoele zomerdagen, want ineens ving ik, al trappende, een ‘pssst’ en een ‘smaksmak’ op. Afzenders: twee breed uitgemeten, niet bijzonder aantrekkelijke hangfiguren. Nu kun je daar als vrouw op reageren door dankbaar kushandjes te werpen naar de opdringerige aanbidder. Bij mij roept het echter alleen maar agressie en ergernis op. Die agressie is blijven hangen nadat ik een zomer lang mijn bankrekening probeerde te spekken in een elektronicafabriek in het zuiden des lands. Naast een aantal fatsoenlijke, niet al te aantrekkelijke Belgen, werd het magazijn gerund door constant grijnzende Poolse jongens. Die Polen waren goed in twee dingen: het achterin inparkeren van steekwagens en het continue produceren van het geluidje ‘bzz bzz’. Na vier weken lang te worden begroet met deze oost-Europese versie van ‘pssst’ begon ik steeds vaker te hopen dat het geluid afkomstig was van een zwerm bloeddorstige bijen. Alsof de Goden het zo bedoeld hadden werd ik ouder, een paar kilootjes dikker en bevond ik me steeds vaker in het gezelschap van mijn geliefde, die het talent heeft op pasfoto’s gevaarlijker te kijken dan een gemiddeld massamoordenaar op zijn intake-picture. Bovendien raakte ik vergroeid met mijn mp3-speler. Kortom: de overlast van gezoem, gepssst en gefluit verminderde ernstig naarmate de jaren verstreken. Toch gooit een enkele verwarde viezerik er nu nog wel eens een wanhopige versierkreet uit, gewoon om terrein af te bakenen en te laten zien dat hij een mannetje is. Vaak levert dat bij zijn eencellige vrienden een blik van oprechte bewondering op. Na de onverwachtse pssst en smaksmak van vandaag, kwam naast agressie en ergernis echter een andere emotie om de hoek kijken: nieuwsgierigheid. Wat ik me vooral afvraag is: wat verwachten mannen die de moeite nemen hun lippen te tuiten en hun stembanden tot poliepen te schreeuwen op straat? Wat zou zo’n bronstige fluitert doen als je je handen op zijn brede borstkas zou leggen en in zijn oor zou terug pssst-en? Zijn er vrouwen die serieus denken ‘laatste kans, dus vooruit dan maar’? Of beter: zijn er vrouwen die de vunzigheid van geil kijken, hard pssst-en en dan lachend hun hangende vriendinnen aanstoten tot in de puntjes beheersen? Vrouwen in Nederland, verenigt u. Ga voortaan weer zonder man, mp3-speler en beenbedekking de straat op. Uit antropologische overwegingen. En laten we het terugpsssten tot een sport verheffen. Op een bijzondere zomer!
Column Contest
opa!!
49
door///
Richard Bordes
Op 20 jarige leeftijd werd ik lid van een jaarclub. Vele opdrachten en onmogelijke taken moesten worden vervuld. Maar je leerde er in ieder geval om samen te werken en je creativiteit optimaal in te zetten. Eén van de opdrachten was namelijk het zoeken van een ‘jaarclub opa’. Een wijze man van wie je als adolescent kan leren en je bovendien een beetje glans kan pikken. Mijn eerste ervaringen dus in het netwerken om een echte prominent te vinden. In deze periode ver voor het internet, Hyves, LinkedIn en Twitter, kwam het aan op wie je kende en wie je verder wilde helpen. Via omwegen, contacten en telefoneren, kwamen wij uiteindelijke terecht bij Mr. Joseph Luns, de ex- minister buitenlandse zaken en langstzittende Secretaris Generaal van de NAVO, het antwoord van het vrije Westen op de communistische Sovjets ten tijde van de ‘koude oorlog’. Ondanks dat Mr. Joseph Luns de hele wereld kende, was hij wel in voor een geintje. Als wij hem maar thuis ophaalden in Brussel. Dus met een geleende auto gingen wij naar de Europese hoofdstad om hem thuis op te halen voor 2 dagen mooie verhalen en wijze lessen. Tja,,wat wil je met iemand die Kennedy, Chroestjov, de Gaule, Brezjnev, Nixon en vele anderen persoonlijk kende. Gelardeerd met een ongekende zelfspot, gevoel voor humor en gekleurd historisch was hij de gehele tijd de mooiste opa die wij ons konden wensen. Zeker zijn imitatie van Sheriff Rosco P. Coltrane van de Dukes of Hazard was subliem. Toch bleek hij te beschikken over de capaciteit om, ondanks zijn status, een open geest te hebben voor nieuwe ideeën. Destijds kwam de milieubeweging op. Ongewassen types die stonden voor wat ons niet werd geleerd, met acties tegen kernenergie, jacht op zeehondjes en walvissen. Dit ontlokte Mr. Luns de uitspraak, dat die ‘milieukikkers’ lastig waren. Ons weerwoord was dat hij gelijk had (les: meeveren met de klant), maar dat als deze tegengeluiden er niet zouden zijn het wel eens slecht met onze planeet kon aflopen. Want zonder tegengeluiden zou de samenleving zich nooit laten veranderen. Hij keek op, bleef even stil, en zei: ‘He, zo heb ik er nooit tegenaan gekeken, daar hebben jullie wel een heel goed punt. Daar moet ik nog eens goed over nadenken…….’ En daarmee heeft hij mijn hart veroverd en zijn ware wijsheid en getoond. Hoeveel je ook weet en denkt te weten, hoeveel sporen je ook hebt verdient, je bent nooit te eigenzinnig om te leren en van standpunt te veranderen.
Column Contest
foto: Corbino
de boHemien!
51
door///
Kris Oosting
Aan mijn muur hangt een canvas van Ramses Shaffy. Niet één die hij heeft geschilderd, maar één die ik heb laten maken van zijn beeltenis. Hij hing daar al voor zijn dood, voordat u mij beschuldigt van opportunistische dodenverering. Hij hangt daar in zijn jonge jaren. De kleuren enkel zwart en wit. Op zijn fier opgeheven hoofd leunt nonchalant een koptelefoon. Hij kijkt alsof hij elk moment de wereld zal veroveren. Dat hij enkel de binnenkant van mijn flat ziet, dat weet alleen ik. Ramses niet. Die is dood. Die hield het iets meer dan een jaar geleden voor gezien in zijn Amsterdam. En dat deed pijn. Dat zelfs een man als hij, die alles in het leven al had doorstaan, uiteindelijk gegrepen werd door zoiets banaals als de dood. Het viel tegen. Twee jaar voor zijn dood zag ik Ramses optreden, in Bloemendaal. Samen met een band die ik het allerliefste weer vergeet. Toen hij het podium opstrompelde, ondersteund door crewleden, begon ik te twijfelen. Was dit de man die ik zo had geromantiseerd? De Shaffy die in de documentaire van Pieter Fleury huilend zong over de eenzaamheid. Die als jonge jongen in zijn nette kostuum op televisie vertelde over zijn filmavonturen in Rome met Joop Admiraal, om daarna met zijn barokke pianospel Nelle notte a Roma te vertolken.Was dit wat tijd deed met iemand die zich niet wilde conformeren aan de heersende moraal? Toen nam hij plaats op een kruk. In zijn handen werd een microfoon gedrukt. Alles draaide om hem die avond. En degene die dat het beste wist, was Ramses zelf. Hij baadde er in. Hij hoestte een keer in de microfoon, liet er een hoog gilletje op volgen en sprak toen tegen het publiek: ‘Hallo Bloemendaal. Ik wist niet eens dat ik hier zou zijn vanavond. Dat vertelden ze me net pas. Ik vind het heel erg leuk.’ Maar dan hoestend. In de dofheid van zijn nadagen glinsterden twee ondeugende ogen. Ik geloofde geen woord van wat hij zei. De charmante rat. Maar mijn twijfel was weg. Hij wond iedereen om zijn vinger. En zong vreselijk vals. Dat hij het nu moet doen met de onwaardige aanblik van mijn burgerflat in de provincie, dat is een gotspe. En dat je als bohemien pur sang dood mag gaan trouwens ook. Maar zolang hij aan mijn muur hangt, leeft er iets van hem voort in mij. Met die gedachte schenk ik een rooibosthee in en pak mijn sudokuboekje. Ik moet nog veel leren.
Column Contest
goede buren!
53
door///
Merel Meijers
Er wordt weleens geroepen dat Nederlanders zo met zichzelf bezig zijn, dat ze hun eigen buren niet eens meer kennen. Of dat echt zo is, weet ik niet. Maar toch, wanneer je hoort dat een oude man al vijf maanden dood in zijn huis lag voordat de buren alarm sloegen, moet ik toegeven dat er misschien een kern van waarheid in zit. Mijn buurjongen en ik hebben echter een bijzondere band. Ik schat hem even oud als ik. Hij rookt, heeft vrijwel altijd een muts op en kijkt meestal ietwat sacherijnig. Verder vermoed ik dat hij voetbalt. Dit laatste is een wilde gok; hij loopt vaak met een sporttas. Sinds de zomer van 2007 zijn we buren. Zo’n twee jaar later stond hij opeens voor de deur. Hij had een vraagje. Of hij vroeg zich af of hij misschien door mijn dakraam naar het zijne mocht klimmen want hij had zijn sleutels binnen laten liggen en er was niemand thuis maar zijn raam stond wel open. Verbazing maakte zich van mij meester. Niet zo zeer door zijn vraag, alhoewel ik een sneer over mijn muzieksmaak of kat had verwacht, maar vanwege het feit dat we elkaar voor het eerst spraken. Ik dacht: Hoi, hoe heet je eigenlijk? Zullen we een keertje samen roken als we allebei niet kunnen slapen? Ik zei: ‘Je wilt over het dak naar jouw raam klimmen? Nou, oké. Maar als je valt dan is het je eigen schuld hè.’ Hij stapte naar binnen, deed bij wijze van beleefdheid zijn slippers uit - witte sportsokken verschenen – en volgde me naar de zolder. Mijn leefruimte, met overal kleren, boeken, tijdschriften en troep over de vloer. Ook vies ondergoed en een onopgemaakt bed ontbraken niet. Ik verontschuldigde me. Hij lachte en zei: ‘Bij mij is het nog erger.’ Ik veegde de spullen van mijn nachtkastje en zette het onder het raam. Meneer klom via het kastje en de vensterbank naar buiten. Dit alles met een behendigheid die je van een inbreker verwacht. Nadat ik zijn slippers aangegeven had, verdween hij met een simpel: ‘Bedankt hè, ik spreek je nog wel!’ Sinds deze memorabele kennismaking zijn er maanden verstreken. We groeten elkaar in het voorbijgaan. Afstandelijk, snel doorlopen, geen praatje. Maar als hij zijn sleutels vergeet, is het feest. Dan staat hij op de stoep en hoor ik even later zijn voetstappen op het dak. Waarmee ik maar wil zeggen: je hoeft elkaars naam niet te weten om een goede buren te zijn. .
Column Contest
oom gerard!
55
door/// Niels Scholte-Albers
‘Hoe was je vakantie?’ Hè, huh, wat? Verschrikt kijk ik om mij heen, bang dat ik mijn tante bij binnenkomst heb gemist en zij mij dit op subtiele wijze kenbaar probeert te maken door het stellen van een vraag. Maar nee, ook een tweede visuele inspectie van de woonkamer leert mij dat ik alleen ben. Alleen met oom Gerard. Zeven maanden geleden kreeg hij het te horen. Kanker. Uitgezaaid. Terminaal. Maar er kon nog wel bestraald worden, dat dan weer wel. Iets met pijnbestrijding ofzo. ‘Dan ga je in ieder geval lachend ten onder’, had de dokter gegrapt. Haha, hoho. Die dokter, wat een mopjesfabriek. Zeven maanden lang heb ik hem niet zien veranderen. Zeven maanden lang lachte hij om zijn eigen spitsvondige commentaar, keek hij goedkeurend naar zijn voetballende zoontjes en stilde hij zijn schier onmogelijk te stillen honger naar alles waar je iets van af kunt weten. ‘Je bent met demografie begonnen? Wat leuk, ik heb hier nog een oude Demos liggen.’ (Demos is een demografisch blad met tien abonnees, zeven als je de redacteuren niet meerekent.) Maar nu loopt het ten einde, hij en zijn ziekte. Verkrampt van de pijn ligt hij op een bed in de hoek van de kamer waar ik zojuist ben binnengelopen. Zijn gezicht is lijkbleek, zijn ogen bloedrood. Als hij zich op probeert te trekken trillen zijn handen als nooit tevoren. ‘Blijf maar rustig liggen’, probeer ik nog, maar hij staat erop. Het optrekken vergt een maximale inspanning en het doet pijn om er naar te kijken. Alles wijst erop dat het nu gaat komen: de uitbarsting. Het schreeuwen, het schelden, het vloeken. Het brullen dat het niet eerlijk is, dat juist hem dit moet overkomen. Dat hij altijd een zorgzame vader is geweest, een lief mens, een goed minnaar. Een man die het niet verdient om te sterven. Althans, nu nog niet. Neem de buurman, in hemelsnaam, of dat vrouwtje op de hoek met die krassende stem! Als hij eindelijk rechtop zit draait hij zijn hoofd langzaam naar me toe. Voorzichtig bewegen zijn lippen zich van elkaar, klaar voor de zelfingenomen, onredelijke tirade die onvermijdelijk volgt op de gruwelijke lijdensweg zoals hij die heeft moeten afleggen: ‘Hoe was je vakantie?’
Column Contest
een eigenzinnig kind!
57
door/// Anne van Maanen
Op mijn 5e wist ik het al: Ik zou alles anders doen. Als kind groeide ik op in de Betuwe. Mijn ouders hebben daar een boerderij met 135 koeien. Ik speelde liever binnen. De kinderen in mijn klas begrepen me niet zo goed; ik was te slim en te wereldwijs. En ik deed alles op mijn manier. Ik maakte eigenzinnige grapjes en wilde actrice worden, in plaats van boer of juf. Jaren later, ik was 21, besloot ik na mijn studie het land te verlaten en op zoek te gaan naar het avontuur. Hoewel mijn ouders in hun leven slechts één keer hadden gevlogen, vertrok ik voor een jaar naar New York om daar assistent en aupair te worden van een topmodel. ‘’Doe maar kind’, sprak mijn vader, ‘dan kom je erachter, het is hier zo gek nog niet.’. En daar ging ik. Met een koffer vol kleding, mijn dromen en mijn eigenzinnigheid, het avontuur tegemoet. Ik maakte waanzinnige dingen mee. Ik bezocht modeshows, ging naar artistieke feesten en ontmoette inspirerende en beroemde mensen. Alles is mogelijk in New York! Op een dag fietste ik door Soho. De meeste New Yorkers gaan met de taxi, of de metro, maar ik fiets liever, net als in Nederland. Ik zat op mijn rode mountainbike op weg naar een klein bakkertje. Daar verkopen ze de gebakjes die ik in Nederland ook zo lekker vind. Een gesuikerde schelp van bladerdeeg, met daarin gele room en heel veel frambozen. ,,En na dat gebakje kan ik dan mooi naar de Hollandse borrel bij het restaurant drie straten verderop’, dacht ik. Want elke zondag spreken de Hollandse inwoners van New York af in een restaurant om daar lekker Hollands te praten, Hollands te drinken en Hollands te lachen. Wat voel je je dan weer even heerlijk thuis. Thuis. Ik stap van mijn fiets af en bel mijn moeder. Die is net wakker, want het is in Nederland 6 uur later. ,,Hai mam, ik mis je’, zeg ik, ,,Papa had gelijk, het is thuis zo gek nog niet.’
Column Contest
59
Het leuke meisje van de subway!
foto: Corbino
door///
Werner van Looy
Op het leuke meisje van de Subway! Ze was laatst niet meer blond. Ik gaf haar een compliment, ook al vond ik de nieuwe kleur van haar lokken geen verbetering. Ze glimlachte heel lief naar mij, wat ze wel vaker doet. Broodjes smaken het lekkerst als zij ze voor me bereidt. Ze heeft ook een collega, een stuk verdriet. Mijn lunch smaakt lang niet zo lekker als die trut mij helpt. Eén keer was ze er niet, toen stopte het leuke meisje me vijf kortingsbonnen toe, omdat ik als vaste klant wel eens een extraatje verdiende. De Subway is een broodjestent volgens Amerikaans model. Voordat je kunt eten krijg je een aantal meerkeuzevragen. Een gewoon broodje kaas kun je er niet krijgen. Het beleg heeft exotische namen zoals ‘Chicken Teriyaki’ en ‘Meatball Marinara’. Ook kun je kiezen uit verschillende sausjes. Als de Subwaytrut niet snel genoeg antwoord krijgt op de vragen, gaat ze altijd zuchten. Gelukkig staan ze tegenwoordig opgesomd op een kartonnetje, zodat het chagrijn ze me niet meer hoeft toe te snauwen. Bij het leuke meisje hoef ik bepaalde antwoorden niet meer te geven, omdat ze weet hoe ik mijn broodje het liefste heb. Ze vraagt wel altijd bevestiging. ‘Alleen zout en oregano, toch?’ En dan knik ik. ‘Je bent lief,’ zou ik willen zeggen. ‘Wat erg voor je dat je moet werken met zo’n vervelend stuk chagrijn.’ Alle klanten komen voor jou, meisje van de Subway. Ze weten dat het toch wel goed komt, want jouw rotcollega schuift toch altijd wel wat werk naar jou toe. Eén keer deed ze ineens heel afstandelijk. Ik ging naar de Subway met onze stagiaire, een slanke jongedame. Omdat ik vaste klant ben, kon ik uitleggen hoe het werkte met de moeilijke vragen. Het leuke meisje van de Subway legde de groenten op mijn broodje, spoot er wat dressing over en strooide zout en oregano, allemaal erg gehaast, niet sierlijk, zoals ze dat gebruikelijk doet. Daarna liet ze mijn broodje bij de kassa liggen, terwijl ze de stagiair ging helpen. Uiteindelijk wilde ze onze broodjes samen afrekenen, alsof wij bij elkaar hoorden. Haar houding deed me wel wat. Gedroeg ze zich zo merkwaardig omdat ze wilde voorkomen dat de jongedame in mijn gezelschap iets van wederzijdse interesse tussen ons zou vermoeden, of was ze soms jaloers? Ik weet het niet. Wat ik nu wel zeker weet is dat zij gelooft dat ik de man kan zijn van een knappe jongedame, precies zoals zijzelf is. Ik denk dat ze mij leuk vindt.
Column Contest
jeuk Hebben!
61
door///
Ilonka Ketzer
Op een dag besloot ik mijn eigenzinnigheid te laten varen en met de massa mee te gaan op kruistocht tegen de overbeharing. Want tegenwoordig zie je geen weelderige, woeste krullen, maar slechts gemillimeterd of helemaal geen schaamhaar. Normaal krijg ik jeuk bij zulke massale trends en loop ik niet achter de kudde aan, maar mijn lover is nogal trendgevoelig en ik kon hem niet meer wijs maken dat de jaren zeventig revival ook wel zijn intrede zou doen in de schaamstreek. Ik kon het ook moeilijk vintage noemen. Ik moest er dus aan geloven. Soms moet je je eigenzinnigheid en principes aan de kant zetten voor een goede zaak. Nu zijn er verschillende manieren om van je overtollige haar af te komen. Je kan het harsen, maar aangezien ik erg kleinzerig ben en al een kreet sla als er ergens een pleister afgetrokken moet worden, leek me dit niet de beste optie. De kans zou groot zijn dat ik lappen huid mee zou trekken en auditie kon doen als figurant in de eerste de beste horrorfilm. Er schijnt ook een zeer sterk ruikend chemisch goedje op de markt te zijn, waarbij al je haar er binnen no-time af valt. Het nadeel is dat je nog erg lang naar een oud-inwoner van Tjernobyl ruikt. En de stank blijft ook nog dagen hangen in het rampgebied, zodat je partner uit voorzorg een gasmasker op moet als hij je wil verwennen. Dan maar scheren. Dit moet niet al te moeilijk zijn. Als mannen dat kunnen, dan kan ik dat ook. Gewapend met scheerschuim en een vlijmscherp scheermes ging ik aan het werk. Nooit geweten dat scheerschuim zo kan schuimen. Je bent ineens je hele werkgebied kwijt bent en ziet door het witte schuim het bos niet meer. Het leek wel alsof er een plaatselijke sneeuwbui was gevallen en daar moest ik als een blindeman een leuk klein gevarendriehoekje in fabriceren. Ik ging vlijtig met mijn moordwapen aan de slag en toen ik klaar was met het fabriceren van mijn stelling van Pythagoras kwam ik erachter dat ik een fout had gemaakt. Een zogenaamd vormfoutje. Mijn driehoekje zag er geweldig uit,‌.als ik er van boven op neerkeek. Vrouwen hebben dus echt geen ruimtelijk inzicht, want in de spiegel zag ik een prachtige A in plaats van een V. Scheren: Ik heb er maar een streep onder gezet, want ik kreeg er alleen maar jeuk van.
Column Contest
Het alleen zijn!
63
door///
Philippe Noens
‘Op de door mij toebedeelde autoriteit en in naam van alle aanwezigen, neemt u deze vrouw tot uw wettige echtgenoot?’ De man in de jurk spreekt. Hij wijst slapjes naar iets dat naast me staat. Een jongedame, niet veel ouder dan mijn buurmeisje. Samen aan het altaar. Terwijl de zielenhoeder zijn houding eerder neutraal is, stralen de ogen van het meisje. Ze glimlacht gebleachte tanden bloot. Blonde haren opgestoken en een geur van Marjolein. Misschien heet ze wel zo? Marjolein. IJl in het hoofd. Van liefde, van toekomstig geluk, van de belofte op eeuwig samenzijn. Een jurk van porselein, zo breekbaar als deze dag. De geestelijke wijst nogmaals naar mijn aanstaande eega, de verborgen vrouw. Een blik die even verstart. Een open hand die samentrekt. Het kloppen van een ader in de keel. Een stilte die hem iets te lang duurt. Zijn wangen, dik en roze van het drinken, beginnen te bewegen. De predikant blaast. Een kort gebaar, enkel opgemerkt door alerte aanwezigen, maar waar ik veel ongeduld in bespeur. Achter me beginnen genodigden te schuifelen op hun kerkstoel. Liefde is niet gemaakt om te wachten. De stilte expandeert en slokt de lichtheid van dit heugelijke moment op. Ik geef geen antwoord. De ogen van het meisje veranderen, zetten zich naar de kleur van vertwijfeling. Een kleine, dunne barst in de porseleinen jurk, net aan de hals. Seconden stapelen zich op. Bezoekers buigen zich naar voor. Misschien was het antwoord onhoorbaar, binnensmonds uitgesproken, de bruidegom verlamt door zoveel mildheid. Drie woorden verstropt in de keel. Waarom zou ik? Waarom zou iemand van ons? Het jawoord als laatste drempel naar gezegende detentie. De oude man kijkt me nu vragend aan, boutweg speurend in de ziel. Hoe zit het, jongen? In deze sacrale ruimte duldt men geen tegenstand. De jurk finaal gebarsten, het meisje uitgedroogd, op van de zenuwen. Luister, liefje, luister. Dit is een schijnvertoning, een verwikkeling waarbij twee levens op het verkeerde been zijn gezet. Laat drie woorden onbesproken en ga verder met je bestaan. Jouw lichaam is braakliggend terrein, je geheimen nog verborgen, je gedachten onbetreden, nog niet bevlekt door die van mij. En net voor de bruid in stukken uit elkaar barst en de ceremonie door de oude man teniet wordt gedaan, vrijwel net daarvoor, komt er iets. Een prelude. De grilligheid van mijn kroniek. Drie woorden. Niet langer slikken en zwijgen. Er borrelt iets op. Ik doe mijn mond open maar een meisjesstem is me voor. ‘Ok, dan niet’. Hedendaagse bruiden en twijfelende mannen. Ze blijven alleen.
Column Contest
mijn daklozenkrantverkoper!
65
door/// Nicky Samsom
Op de inhoud heb ik de daklozenkrant nog nooit gekocht. Mijn regelmatige aankoop komt puur door de verkoper voor mijn buurtsuper. Hij is een stuk professioneler dan de redactie van het blaadje, dat ik bijna elke keer na aankoop weer ongelezen bij het oud papier mieter. Veel mensen kunnen wat opsteken van het arbeidsethos van mijn dakloze. Hij is er om te beginnen haast altijd. Dit weet ik door regelmatig op onregelmatige tijden boodschappen te doen. Hij staat dan met een krantje in een plastic hoesje op gepaste afstand iedereen die daar voor openstaat te groeten. Hij lijkt feilloos aan te voelen wie hij wel en niet welkom kan heten. Heel anders dan zijn zeer aanwezige collega bij het grotere filiaal hier in de buurt. Die groet echt iedereen en creërt daardoor dat ongemakkelijke ‘nu-moet-ik-dat-dingzeker-van-’m-kopen, dacht-’t-niet’ gevoel. Het is duidelijk dat míjn dakloze een heel wat grotere mensenkennis heeft. Dit levert hem ongetwijfeld ook een veel grotere klantenkring op. Mij heeft hij in ieder geval meteen veroverd. De eerste keer dat hij er stond viel hij me gelijk al positief op. Een wat lange Balkanachtige verschijning met een sympathieke blik. Meteen ontstond de nóg goedlopende routine bij de schuifdeuren, van het groeten bij binnenkomst en het gedag zeggen bij vertrek. Het krantje koop ik sindsdien om de paar weken, het is naar mijn weten nog maar een of twee keer voorgekomen dat ik dezelfde editie dubbel heb gekocht. Mijn Z-verkoper is ook veel meer dan een daklozenkiosk alleen. Soms zie ik hem naast iemands Tekkel, dan weer naast een Bouvier en soms ook naast een Duitse herder. Ook om omgevallen fietsen lijkt hij zich te bekommeren. Zelfs bij de zware storm van de afgelopen week konden mensen met een gerust hart hun rijwiel op wankele standaards bij hem laten staan. Ik voel me goddank ook nooit verplicht om echt een praatje te maken. De meeste woorden die we ooit wisselden vielen in de zomer. Het krantje komt dan wat minder vaak uit. ‘Is dat niet vervelend? Gaat de verkoop nu niet veel minder goed?’ Met zijn moeilijk te plaatsten accent antwoordde hij vriendelijk, maar droog: Ach, het gaat nooit goed. Scherp. Een bitterzoet moment. Mijn daklozenkrantverkoper is gewoon een goeie kerel die wat verkeerde afslagen heeft genomen in zijn leven. Zijn wat grauwe huid, zijn uitgeholde gezicht en het slechte gebit kunnen een heftig drugsverleden niet verhullen. Maar als hij zo’n slecht krantje zo goed kan verkopen, stuurt het lot hem ongetwijfeld wel weer in de goede richting.
Column Contest
Alex Booger Herman Bru Faberyayo Eddy Terstal Op de helden!
67
door///
ers rs usselmans usselmans 6 columns 6 columns van van eigenzinnige eigenzinnige Columnisten Columnisten
all ll
De vakjury
Op de helden! Alex Boogers
O
p het eerste gezicht hebben Johan Cruijff, Mahatma Gandhi, Theo van Gogh, Sean Penn, Tiger Woods, Andre Hazes, Ernest Hemingway, Eminem, Sidney Poitier, Michaelangelo, Martin Luther King, Salman Rushdie, Aung San Suu Kyi, moeder Teresa, Mohammad Ali, John Lennon, Pim Fortuyn, Andy Warhol, Bobby Fischer, Mata Hari, Sammy Davis jr., Pablo Picasso, Madonna,The Simpsons, Leonardo Da Vinci, Ludwig van Beethoven, Bruce Lee, Walt Disney, Bo Derek, Van Kooten & De Bie, Che Guevara, Herman Brood, John Pemberton, Jimi Hendrix, James Dean, Carl Benz en de Dalai Lama niet zoveel met elkaar te maken. Hetzelfde geldt overigens voor Sylvia Plath, The Rolling Stones, Coco Chanel, Rutger Hauer, John F. Kennedy, Errol Flynn, Shaka Zulu, Levi Strauss, Terrence Malick, Marilyn Monroe, Malcolm X, Neil Armstrong, Elvis Presley, Thomas Edison, Rudolf Nureyev, Virginia Woolf, Sylvia Kristel, Albert
Einstein, Michael Jackson, Hugh Hefner, Multatuli, Jan Cremer, Nelson Mandela, de onbekende soldaat, Oliver Stone, en natuurlijk Bo Derek. Toch zijn zij geestverwanten. Ze bewogen zich voort op een pad dat zij alleen zagen, dat zij alleen durfden te gaan, en dat anderen volgden, minder origineel, minder authentiek, zonder littekens en rimpels. Maar niet zij. Het venijn, de getergheid en het schitterende licht dat zich schuilhield achter een gedecideerde blik in de ogen. De pioniers die gingen en droegen, op jacht naar winst, succes, verbetering, genezing, schoonheid en verheffing. En wij bejubelen deze helden. We moeten bejubelen. We moeten hen bespotten, bekritiseren, geloven, bespreken, veroordelen, opeisen, adoreren, verlaten, en koesteren. Nooit is een verandering in de wereld tot stand gekomen zonder deze eenlingen, die zich ontworstelden en omhoogklommen, die alle klappen opvingen, en die door bleven gaan, niet omdat het moest, of omdat iemand het aan hen vroeg, maar
omdat ze niet anders konden. Voortgedreven door een innerlijke drang om te bewegen of om in beweging te zetten. Ze spraken niet in kleine kamertjes, ze bogen niet, gaven niet toe, fluisterden niet, keken niet om, maar vooruit, en wisten, zonder dat iemand het begreep of wist, dat hun inspanningen er toe zouden doen, toen of later. Ze kozen het pad, stonden op een bepaald punt alleen, wisten dat er niets anders op zat dan de weg te bewandelen, ongeacht de gevolgen. Stug. Onbewogen. Angstig maar gedreven. Dwars door alles heen. Ik zie hun afbeeldingen als kleine moza誰eksteentjes van een groots beeld in de vorm van een middelvinger in elke democratische hoofdstad. Eronder staat: Vrijheid Van Expressie. En dan glimlachen we, en zijn we gelukkig, want we weten dat we zoveel te danken hebben aan Bo Derek, en onze en haar seksuele ontwakening op de klanken van de Bolero, waardoor we durfden te dromen, zoveel verder dan het universum van ons bekrompen bestaan.
69 Op Opdedevrijheid vrijheidvan vanTania! Tania! Herman Herman Brusselmans Brusselmans ik, die ‘zetverdomde die verdomde wonen, wonen, wantwant ‘De ‘De ik, ‘zet Op 29 Opjuli 292005 juli 2005 trouwde trouwde ik ikgaangaan onafhankelijkheid uit jeuit je beklemt beklemt mij’, mij’, ‘Echt‘Echt onafhankelijkheid met een met van een de vanleukste de leukste ei- ei-liefdeliefde en blijf en blijf voorvoor altijdaltijd onvoorwaardelijk wil ikwil ik hoofdhoofd genzinnige genzinnige vrouwen vrouwen die ikdie ikonvoorwaardelijk bij mij.’ ‘Nee,’ ‘Nee,’ zei Tania zei Tania niet meer voorvoor jou leven’, jou leven’, bij mij.’ de Metsenaere.niet meer ken, ken, TaniaTania de Metsenaere. de Metsenaere, ‘je bent ‘je bent de de ‘Ik wel ben graag wel graag bij je,bij je, de Metsenaere, Zij isZij mijn is mijn compagnon compagnon en en ‘Ik ben belangrijkste persoon persoon in in maarmaar niet altijd’ niet altijd’ en ‘Ikenwil ‘Ik wilbelangrijkste negentien negentien jaar lang jaar lang heeftheeft ze ze m’n bestaan maarmaar ik blijf ik blijf vrijheid.’ vrijheid.’ ToenToen somde somdem’n bestaan zo goed zo goed als dagelijks als dagelijks tegentegenmeermeer nietjou.’ bij jou.’ De volgende De volgende ik deikargumenten de argumenten op die op die niet bij mij dingen gezegd mij dingen gezegd zoalszoals ‘Ik ‘Ik dag al ze hadeen ze eigen een eigen dag al had flat flat moesten moesten overhalen overhalen om om hou ongelooflijk hou ongelooflijk veel veel van van haar haar gehuurd. Gisteren ben Gisteren ben ik bijik bij bijtemij blijven te blijven wonen. wonen. gehuurd. ‘Iknooit zal nooit van een bij mij jou’, jou’, ‘Ik zal van een op bezoek op bezoek geweest geweest in in argumenten argumenten hadden hadden haar haar andere houden’, andere man man houden’, ‘Je ‘Je DezeDeze die Het flat. leek Het leek er gezellig er gezellig te maken te maken met verbondenmet verbonden- die flat. de man van leven’, m’n leven’, bent bent de man van m’n maarmaar erg zeker erg zeker was ik was daar ik daar intimiteit, intimiteit, seksualiteit, seksualiteit, ‘Zonder jouikwil ik niet’ ‘Zonder jou wil niet’ en enheid,heid, niet van. ‘Laat‘Laat je vrijheid je vrijheid financiën, enzovoort. enzovoort. Ja, Ja, niet van. ‘Ik ben ‘Ik waanzinnig ben waanzinnig graaggraag financiën, varen,’ probeerde probeerde ik nog ik nog ook financiën, wantwant ik ik varen,’ in jouw in jouw buurt’. buurt’. En toen En toen zei zeiook financiën, een keer. ‘Nee,’ ‘Nee,’ zei Tania zei Tania verdien verdien goedgoed mijnmijn broodbrood een keer. ze opzeeen op dag een tegen dag tegen mij: ‘Ik mij: ‘Ik de Metsenaere, ‘vrijheid ‘vrijheid en daar heeftheeft TaniaTania de de de Metsenaere, ga alleen ga alleen wonen.’ wonen.’ Ik dacht Ik dachten daar het hoogste goed.’ goed.’ Ze Ze Metsenaere altijdaltijd van mee van meeis hetishoogste natuurlijk natuurlijk eersteerst dat ze dateen ze een Metsenaere glimlachte en zeenkuste ze kuste mij. mij. mogen profiteren. profiteren. MaarMaar glimlachte grap grap maakte maakte wantwant komisch komischmogen zal nooit over over de eigende eigennu wilde ze ook ze financieel ook financieelIk zalIknooit is zeisook ze nog. ook nog. MaarMaar nee, nee, nu wilde zinnigste vrouw vrouw die ikdie ken ik ken onafhankelijk zijn. zijn. ‘Wees ‘Wees zinnigste het was het geen was geen grap.grap. TaniaTania onafhankelijk raken. raken. niet zo nieteigenzinnig,’ zo eigenzinnig,’ zei zei heenheen de Metsenaere de Metsenaere wildewilde alleen alleen
Column Contest
Op mann knotjes! Op de zoektocht naar Carice! Herman Brusselmans
Op welke manier ook mag je zeggen over mij wat je wil, maar niet dat ik niet eigenzinnig ben. Als ik iets in m’n hoofd heb blijft het daar zitten, en nergens anders. Nadat m’n echtgenote Tania de Metsenaere bij me was weggegaan kreeg ik, nog tijdens de rouwperiode vol pijn, liefdesverdriet en ellende, het volgende in m’n hoofd: ik ga Carice van Houten tot de mijne maken. Ja, voor minder zou ik het niet doen. Ik was met Tania de Metsenaere negentien jaar een topwijf gewoon geweest en thans wilde ik een ander topwijf. Nadat ik m’n
voornemen aan een aantal vrienden had geopenbaard zeiden die allemaal: blijf weg uit de buurt van Carice van Houten of je zal je poten branden. Zowel Matthijs Mul van Nieuwkerk als Jan Mulder als Frank Evenblij als Jort Kelder als Tom Barman gaven me deze raad. Maar denk je dat ik eigenzinnig ben zonder dat ik daarvan de concrete resultaten wil zien? Denk dan wat anders. Ik probeerde het telefoonnummer van Carice van Houten te pakken te krijgen, en haar e-mailadres, en haar woonadres, en noem maar op. Tenslotte lukte het me
alleen om haar e-mailadres te scoren. Ik schreef haar: ‘Carice, hier Herman Brusselmans, de Vlaamse auteur. Kan je me even bellen op dit nummer? Ik zal je een voorstel doen dat je niet kan weigeren.’ Uiteraard vermeldde ik daar m’n ware telefoonnummer bij. Tot nu toe heb ik nog niks gehoord van Carice van Houten, maar misschien leest ze maar om de zes weken haar e-mail. Ik blijf een telefoontje van haar verwachten. En als ze niet belt binnen de zes maanden stuur ik haar nóg een mail. Zo eigenzinnig ben ik wel.
nen met nnen met71
r
Eddy EddyTerstall Terstall
best best om erom goed warmwarm liep die Het schijnt dat Roberto doe mijn er goed tegenpartij liep die doe mijn Het schijnt dat Roberto tegenpartij om teom gaan. Ik heb had dan Carlos, ooit de te gaan. Ik heb een paardenstaart had dan mee mee Carlos, ooitlinksback de linksback een paardenstaart laatstlaatst een biertje doordoor het publiek spottend van Real Madrid, een keer een biertje het publiek spottend zelfszelfs van Real Madrid, een keerflootfloot aan een met met bouwvakheeftheeft geroepen dat hij gegeven aan jongen een jongen als bronstige bouwvak- gegeven geroepen datgeen hij geenals bronstige “Thank you”you” zei zei LangLang haarhaar is niks mis miseen knotje. mandekking wenste te te kers.kers. een knotje. “Thank is niks mandekking wenste WantWant mannen voorvoor een man, maarmaar hij ook spelen op David Beckham. hij nog. ook nog. mannen een man, spelen op David Beckham.mee mee spreken meestal is raar. Dat was Beckham met knotje spreken meestal een paardenstaartje is raar.met knotje Dat omdat was omdat Beckham een paardenstaartje gebroken Engels, raar,raar, maarmaar een soort zich zich die week er voor doordoorEn niet een soort gebroken Engels, En leuk niet leuk die week er voor ik. “Cheers” zei ikzei ik raar.raar. Een Een manman merkmerk zijn spice-wife op deopcatik. “Cheers” aanstellerig zijn spice-wife de cat- aanstellerig Ik ben geengeen lekker wijf wijfzelfs.zelfs. walkwalk had laten lokken. En En is namelijk Ik de benlulligste de lulligste is namelijk lekker had laten lokken. worden ook. ook.niet. niet. wel, wel, in een “Ik ga enhij zalnooit hij nooit worden in sari. een sari. “Ikniet ga nieten zal MaarMaar laatstlaatst zag ik dattv dat nog vind ik ik achter een vent aan lopen zagopiktvop Raarder nog vind achter een vent aan lopen Raarder bestaat als mannen met een in in er zoiets die soms een jurk draagt.” er zoiets bestaat als mannen mannen met knotje een knotje die soms een jurk draagt.” mannen Zo’nZo’n het haar. Een Een knotje moetmoet met een zei de Braziliaan vol- volmet harembroek. een harembroek. het haar. knotje zeikleine de kleine Braziliaan hangbroek je best voorvoor doen.doen. Oriëntaalse gensgens geruchten. Dit soort Oriëntaalse hangbroek je echt je best geruchten. Dit soort je echt kruis.kruis. En het dusis een niveauloze mannenpraat met laag een laag En het Dat dus bewuste een bewuste met een niveauloze mannenpraat Dat is ook nota benebene gewoon . Kijk; ik heb daardaar kan ik in mee ook nota gewoon statement . Kijk; ik een heb eenhéét héét kaneen ik eind een eind in meestatement En erEn zijn knotje. Ik ben gaan.gaan. “harembroek.” er zijn knotje. Ik wel ben een wel man een man“harembroek.” die dat ik ben Begrijp me niet mannen dievrijwillig dat vrijwillig ik ook ben een ook beetje een beetjemannen Begrijp me verkeerd. niet verkeerd. maarmaar aan trekken. Wat Wat zal ikzalvanHet heeft in deinverste verteverteeen danseresje. aan trekken. ik vaneen danseresje. Het heeft de verste eenseens aan doen? WeetWeet Ik valIkmannen met staarnietsniets met homofobie te te avond aan doen? staar avond val mannen met staarmet homofobie MijnMijn harembroek. er niet maken, voorvoor homorechten je wat? harembroek. tjesknotjes en knotjes er over niet over je wat? maken, homorechten tjes en me ooit . En .als kun je mijjeuit bed belAls men me zal ooitvragen zal vragen Enikalshetiksoort het soort Als men kun mijmijn uit mijn bed bel-lastiglastig wil door eigenlijk len, maar het ishet ietsis anders. ik biertje een biertje wil door bui dat hebikdaterik er eigenlijk of ikofeen len, maar iets anders.bui heb aan een met een wil zeggen dan dan gevengeven Het is eenis soort kriegel. aan man een man met een iets over wil zeggen Het een soort kriegel. iets over harembroek dan zal ga ik gewoon weg. En Misschien is het zelfs een harembroek danikzalerik er ga ik gewoon weg. En Misschien is het zelfs een voorvoor bedanken andere mensen schijnen er er vriendelijk Amsterdamse kriegel. vriendelijk bedanken andere mensen schijnen Amsterdamse kriegel. directdirect de zaak ook geen probleem mee mee en wijselijk Als in deinAmsterdam en wijselijk de zaak ook geen probleem Als de Amsterdam verlaten. Er zijn Het is mijn Arena, of vroeger al inal dein de te hebben. verlaten. Er grenzen. zijn grenzen. te hebben. Het is mijn Arena, of vroeger kriegel. Ik Ik Meer,Meer, een speler van de persoonlijke kriegel. een speler van de persoonlijke
Column Contest
weest en thans wilde ik een ander topwijf. Nadat ik m’n
woonadres, en noem maar op. Tenslotte lukte het me
een mail. Zo eigenzinnig ben ik wel.
Op Peter Ronald Oost! Faberyayo
Proost; een woord afkomstig uit de krochten van de hollandsche taal. Sommige boze tongen zouden u graag laten geloven dat het uitvinding is afkomstig uit de begindagen van de vaderlandse horeca, bedacht, gemarket en gedeponeerd door de verre voorouders van wat later het geslacht Kooistra zou worden, maar niets is minder waar. Peter Ronald Oost (1742-1789) ook wel bekend als “de Pomper van Egmond”, is de historisch vader van de term. Peter Ronald was een enthousiast en ook vervent uitdeler van de vriendschappelijke ‘Hanenslobber’; een begroeting waarbij men zachtjes op de schouder en de wang getikt werd met een gebraden hanenpoot (het liefst redelijk tot zeer vettig) waar al een tijdje van geknabbeld werd. Peter Ronald was de schrik van buurtherberg ‘Bij den Wilden Spinhen Af’ aan het dorpsplein in Egmond. Zijn gewoonte was namelijk om bij binnenkomst een
ieder van de aanwezige gasten in de gelachkamer te begroeten met de eerder genoemde Hanenslobber, en een luidkeels roepen van zijn eigen naam, om zijn aanwezigheid te bevestigen. En elke keer was het weer lachen geblazen als een van zijn slachtoffers volkomen onverwacht de hanenkluif van achteren op zijn nieuwe fluweel ontving, en hier dermate van schrok dat de pot met pils als vanzelf in het gewaffelte schoof, en de desbetreffende persoon er een snor vol op oudhollandsche wijze gestookte alcohol erop na hield. Elke keer dat het “PETER RONALD OOST” vanuit de herberg over het dorpsplein schalde, was er geen inwoner van Egmond die niet heimelijk in zijn of haar vuistje gniffelde. Totdat je zelf de volgende onwetende ontvanger van een Hanenslobber was. “De Pomper van Egmond” en zijn typisch oud-holaandsche wijze van begroeting versmolten langzaam aan met het fenomeen
pils. Een middag in de gelachkamer was al gauw not meer compleet zonder doorweekte snor of lichtelijk vet geworden fluwelen jekkie. Op den duur leerde de bezoekers van “Bij den Wildhen Spinnen Af” echter, hoe hem van verre af aan te horen komen. Vlak voor de gevreesde hanenslobber draaide de gast in kwestie zich dan om, hield de pot met pils op de plaats waar de hanenkluif verwacht werd, en sprak met luide stem: “PETER RONALD OOST!” recht in zijn waffel. Langzaam aan verwaterde dit tot “Proost” en ging men het ook gewoon tegen elkander zeggen, tijdens het klinken van de kelken en potten met pils. Peter Ronald heeft later nog – onder de naam Chefke van Sudetenland - de Kipkluif uitgevonden (toen nog onder de naam Hoenderslobber) maar dat is, zoals men placht te zeggen, weer een heel ander verhaal.
Op Opde derebel! rebel!
73
Alex AlexBoogers Boogers langs het dode het dode lichaam lichaam liep.liep. knapper waswas zonder zonder baard, baard, langs Op Op een een tafeltafel lag hij. lag hij. OntredOntred-knapper lichaam lichaam dat dat moest moest ver-verver wistwist hij ook hij ook wel.wel. Maar Maar HetHet derdderd en weerloos. De laatste en weerloos. De laatstedat dat dwijnen, wantwant verering verering vanvan hij kwam hij kwam uit de uitjungle. de jungle. Hij Hij dwijnen, net gemaakt. fotofoto waswas net gemaakt. dode, dode, dat dat moest moest je niet je niet geengeen ruggengraatloze ruggengraatloze een een ZijnZijn armen gestrekt naast armen gestrekt naast waswas willen. Niemand Niemand wintwint het het politicus metmet holleholle woorwoorwoor willen. lichaam, zijnzijn lichaam, dat dat iets iets leekleek politicus een een dode. dode. En zo Enwerd zo werd slappe slappe spieren, spieren, en elke en elke vanvan ingezakt op de ingezakt opstretcher de stretcher den,den, zoals zoals zoveel zoveel helden, helden, vrijdagmiddag vrijdagmiddag kruimels kruimels hij, hij, waarmee ze hem op de waarmee ze hem op de groter en sterker en sterker dandan ooitooit bittergarnituur bittergarnituur nognog in in groter houten hadden getild. vanvan houten tafeltafel hadden getild. na zijn leven. leven. En hij En wist hij wist de mondhoeken de mondhoeken wanneer wanneer de dena zijn De licht opgetrokken De licht opgetrokken wantwant waren waren zijnzijn laatste laatste week eroperop zit en zithet en biertje het biertje het,het, schouders suggereerden week schouders suggereerden woorden niet:niet: ‘Schiet, ‘Schiet, laf- laflaf wordt gedronken. gedronken. Nee,Nee, hij hij woorden dat dat hij het allemaal hij ook het ook allemaal wordt aard! Je dood Je dood slechts slechts een een echt,echt, en oorspronkelijk en oorspronkelijkaard! nietniet meer wist.wist. Misschien meer Misschien waswas mens.’ HetHet iconische iconische beeld beeld en zijn woord woord betekende betekende mens.’ heeft hij nooit het nooit gewe- en zijn heeft hij het gewede lange de lange haren, haren, de de Je geloofde Je geloofde hem.hem. De De vanvan ten.ten. Volgde hij slechts zijnzijn iets.iets. Volgde hij slechts strakke blik,blik, de baret. de baret. HetHet mensen geloofden geloofden hem.hem. En En strakke rebelse rebelse hart,hart, en zag en zag hij zijn hij zijn mensen symbool voorvoor strijd, strijd, ver-veriedereen die die hemhem ooitooit ont-ont- symbool missie missie als een als een heilige heilige tocht tocht iedereen andering en vrijheid. en vrijheid. Soms Soms moette wistwist waarom waarom dat dat zo zo andering waarvoor waarvoor hij weliswaar hij weliswaar moette droom ik dat ik dat in dit in vlakke dit vlakke Maar Maar nu lag nu hij lag daar. hij daar. droom geroepen geroepen was,was, maar maar waarwaar- was.was. zo’ zo’ n leider n leider geboren geboren ogenogen nognog steeds steeds ge- ge- landland vanvan hij de hijbestemming de bestemming nietniet ZijnZijn wordt. Hij Hij praat praat de taal de taal vanvan opend. Want Want zo ging zo ging hij zijn hij zijnwordt. kende. kende. Hij Hij waswas onderweg onderweg opend. het volk. ZijnZijn handen handen zijnzijn dood tegemoet, tegemoet, onbevreesd, onbevreesd,het volk. en liet en liet zichzich doordoor niemand niemand dood vanvan het harde het harde werk, werk, de de zoals een een echte echte leider leider dat dat viesvies iets iets vertellen. vertellen. Daar Daar gingging het hetzoals geest geest is scherp is scherp en alert, en alert, en en is. Als het inspirerende het inspirerende tochtoch voornamelijk voornamelijk om.om. Je Je is. Als hij weet watwat hemhem te doen te doen voorbeeld voorvoor de gewone de gewone hij weet moest moest je van je van niemand niemand iets iets voorbeeld staat. HetHet verstofte verstofte nestnest vanvan mens, die die nognog durfde durfde te hote ho-staat. aantrekken. aantrekken. Je eigen Je eigen wegweg mens, Haag Haag moet moet opgeschud opgeschud Niemand Niemand hadhad het nog het nog DenDen vervolgen. vervolgen. Luisteren Luisteren naarnaar pen.pen. worden, en als en de alszijden de zijden opgegeven. opgegeven. Woorden Woorden worden, je eigen je eigen hart.hart. Nooit Nooit knielen knielen echtecht aanpak aanpak nietniet luktlukt dandan zal hij zal hij werden geloofd. geloofd. Daden Daden voorvoor onderdrukking. onderdrukking. Nooit Nooit werden als eerste brullen: brullen: ‘Revo‘Revowerden getoond. getoond. Schoten Schoten als eerste buigen buigen voorvoor de dictator. de dictator. werden lutie!’ lutie!’ En het En angstige het angstige volkvolk werden gelost. gelost. Confetti Confetti Altijd Altijd rechtop rechtop staan staan en jeen je werden altijd altijd klaagt, klaagt, maar maar nooit nooit dwarrelde doordoor de lucht. de lucht. Er Erdat dat dwars dwars tegen tegen de regen de regen in in dwarrelde doet,doet, zal dan zal dan eindelijk eindelijk gevoeld gevoeld en geleefd. en geleefd. iets iets opstellen. Liever sterven in in werdwerd opstellen. Liever sterven de stem verheffen. verheffen. En de En de laatste laatste foto.foto. HoeHoe hij hij de stem de strijd, dandan geknecht doordoorDieDie de strijd, geknecht leiders zullen zullen luisteren. luisteren. nu lag, nu lag, zo onaantastzo onaantast- leiders het leven. Koppigheid als als daardaar het leven. Koppigheid Want niemand niemand wintwint het van het van metmet zijnzijn engelachtige engelachtige Want deugd. deugd. Hij Hij wistwist dat dat hij eihij ei- baar,baar, held.held. uitstraling. De van De van het kruis het kruiseen een genlijk genlijk geengeen sigaren sigaren moest moest uitstraling. gehaalde gehaalde messias, messias, zoals zoals het het roken roken metmet zijnzijn zwakke zwakke volkvolk fluisterde fluisterde dat dat massaal massaal longen, longen, en dat en dat hij veel hij veel
Column Contest
Colofon: Deze verzamelbundel is een uitgave voor alle Nederlanders, die geĂŻnteresseerd zijn in eigenzinnige columns van de Grolsch Column Contest. Deze verzamelbundel wordt uitgegeven door Koninklijke Grolsch N.V. en Nieuwe Revu. Projectleiding: Marjan Luit & Weber Shandwick Hoofdredactie: Shelly Delwel en Talitha Dirkzwager Redactie: Henk van den Einden, Frans Lomans, Willem Uylenbroek Medewerkers: Suzanne Andriessen, Alexandra Besuijen,
Franka de Boer, Alex Boogers, Richard Bordes, Herman Brusselmans, Corbino, Carolien Dircken, Faberyayo, Casper Gimbrère, Fleur van Greuningen, Wahideh Jerfi Assadolahi, Ilonka Ketzer, Arjan Kloeze, Merel Laroy, Werner van Looy, Boyke Lutgers, Philippe Noens, Anne van Maanen, Merel Meijers, Bart Mooij, Kris Oosting, Lennaert Rooijakkers, Silvester de Ruig, Nicky Samsom, Niels ScholteAlbers, Eddy Terstall, Ivo Teulings, Elfie Tromp, Robbie Vogelezang, Margriet Wesselink, Toine Wilke
Art Direction: van Lennep, Amsterdam Beeld: Corbino, Martijn de Vries, van Lennep Uitgever: Sanoma Media De redactie heeft er nadrukkelijk naar gestreeft alle auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, worden verzocht zich tot de uitgevers te wenden. Niets uit deze uitgave mag gebruikt worden zonder nadrukkelijke toestemming van de uitgevers.
Hoe brengen mensen in een column een ode aan eigenzinnigheid in Nederland? Dat was de achterliggende vraag van de Grolsch Column Contest in het tijdschrift Nieuwe Revu. Het antwoord bleek verrassend! Bijna zevenhonderd Nederlanders hebben hun kijk op eigenzinnige mensen, meningen en gebeurtenissen verwoord in pakkende columns met allerlei verschillende interpretaties. In deze verzamelbundel zijn de mooiste, grappigste, origineelste en eigenzinnigste columns van de Grolsch Column Contest te lezen. Speciaal voor dit boekje heeft de gerenommeerde fotograaf Corbino de kern van enkele columns door zijn lens weergegeven. Zo komt in deze verzamelbundel eigenzinnigheid niet alleen in woord, maar ook in beeld tot leven. OP veel leesplezier met deze columnbundel!