zomer 2011
Magazine van de Universiteit Leiden
‘ Ik ben altijd blijven twijfelen’ Bettine Vriesekoop
een ander wereldbeeld Geen vrees voor rising Asia fondsen op naam Doelgericht schenken oosterse letteren Unieke talen in Leiden
zomer 2011
Alumni magazine Universiteit Leiden
06 04 Over de grens 05 Editorial 06 ‘De
Chinezen leren je in balans te zijn’
Haar eerste ervaring met het land was moeizaam, toch koos zij er later voor om de taal en cultuur te studeren in Leiden. Bettine Vriesekoop over haar band met China.
11 Faculteitsnieuws – Sociale wetenschappen 12 Algemeen Nieuws 14
Made in Rotterdam en Leiden Wie het wil maken in het internationale zakenleven, kan niet zonder kennis van dé wereldmacht in opkomst. De opleiding Chinese Economy and Business biedt een goede basis.
17 De
VOC als verbindende factor
Aziatische studenten hervinden hun eigen geschiedenis met behulp van de VOC-archieven.
2 leidraad
17
14
18 Faculteitsnieuws – Rechtsgeleerdheid 19 Spotlight – prof.dr. Jan Anthonie Bruijn en dr. Ingeborg Bajema 20 De
letteren van het Oosten
Koreaans, Japans, Chinees en Tibetaans – in Nederland kun je ze alleen in Leiden studeren. Een blik in de wereld van deze bijzondere letteren.
23 Campus Den Haag 24 Faculteitsnieuws – Wiskunde en Natuurwetenschappen 25 Faculteitsnieuws – Geneeskunde & LUMC 26 Een
ander wereldbeeld
Het gebied is te pluriform om in één woord te vangen en toch grossieren we in clichés erover. Drie Leidse experts brengen nuance in ons beeld van Azië.
31 Faculteitsnieuws – Geesteswetenschappen 32 Inspiratie 33 Faculteitsnieuws – Archeologie
colofon
26
38
34 De
Japanse aardbeving in Leiden
Na de ramp in Japan van 11 maart brak in Leiden een periode aan van crisisberaad en media-aandacht. Prof.dr. Ivo Smits en prof.dr. Kasia Cwiertka blikken terug.
36 Verenigingsnieuws 38 Koers:
oostwaarts
Kunst, wetenschap, bedrijfsleven en ondernemingsrecht – in Azië zijn werelden te ontdekken. Alumni Marijke Klokke, Mathilde Teuben, Martijn Kielstra en Victor Meijers maakten er (hun) werk van.
45 LUF Nieuws 46 doelgericht
schenken
Met een Fonds op Naam bepaalt de schenker zelf welk doel of vakgebied hij steunt. Drie donateurs vertellen over hun Fonds en hun motivatie.
50 LUF voor alumni 52 Liefst naar Leiden
Leidraad is een uitgave van de directie Strategisch
Communicatie & Marketing / Alumni Office van de Universiteit Leiden. Het blad is kosteloos voor de alumnus (zie www.alumni.leidenuniv.nl). Een abonnement is op aanvraag beschikbaar voor andere belangstellenden. Uitgever Universiteit Leiden, Renée Merkx, directeur Strategische Communicatie en Marketing Hoofdredacteur Yoeri Albrecht Blad manager Karen Jochems Basisvormgeving/Art Direction Van Lennep Eindredactie Beatrijs Bonarius, Suus van Geffen Fotografie en illustraties Rhonald Blommestijn, Marc de Haan, Hollandse Hoogte, Frank de Ruiter, Martijn de Vries, Manon van der Zwaal Medewerkers aan dit nummer Beatrijs Bonarius, Marjolein van Enk, Edith van Gameren, Karina Meerman, Ruud Slierings, Annette Zeelenberg, en het Leids Universiteits Fonds (LUF) Universiteit Leiden, development office Hanneke Wiessing, alumni officer (contactpersoon) Rapenburg 70, 2311 EZ Leiden tel. 071 527 32 37 Hj.Wiessing@bb.leidenuniv.nl LinkedIn Groep: Alumni van de Universiteit Leiden Website www.alumni.leidenuniv.nl Oplage 56.000 Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen, foto’s en illustraties uit Leidraad is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Universiteit Leiden noch Albrecht Media kan aansprakelijk gesteld worden voor eventuele zet- of drukfouten.
leidraad 3
over de grens
Internationaal samenwerken in de lucht De internationale samenwerkingsverbanden van het Internationaal Instituut voor Lucht- en Ruimterecht (IIASL) gaan letterlijk en figuurlijk over alle grenzen.
Het IIASL werd in 1985 opgericht en wisselt al vanaf de beginperiode onderzoekers en kennis uit met landen als China, Japan, Taiwan en Zuid-Korea. Het instituut trekt veel studenten uit Azië, zowel voor het advanced masterprogramma als voor promotieonderzoek. Er is inmiddels een groot netwerk van Leidse alumni in onder meer China, India, Indonesië, Japan, Korea, Maleisië, Taiwan en Thailand. Stafleden van het IIASL gaan geregeld naar deze landen toe om gastcolleges te verzorgen en om deel te nemen aan conferenties. Op dit moment worden de banden met de Chinese overheid (Civil Aviation Authority of China, CAAC) en Chinese luchtvaartmaatschappijen verdiept. Zo heeft een hoge delegatie van de CAAC een bezoek gebracht aan de Leidse universiteit. In maart 2011 is een seminar gehouden in Beijing met als thema de luchtvaartrelaties tussen de EU en China. Het onderwerp werd vanuit diverse perspectieven belicht: consumentenrechten en passagiersbescherming, markttoegang en milieu, in het bijzonder de door de EU gepropageerde handel in emissierechten. De CAAC en de Chinese luchtvaartmaatschappijen zullen ook jaarlijks deelnemers afvaardigen naar de advanced masteropleiding Lucht- en ruimterecht. Ook op andere gebieden (onderzoek, onderwijs en de organisatie van conferenties) zullen de contacten met China de komende jaren worden uitgebreid. De contacten met India zijn veelbelovend. De gemeenschappelijke organisatie van de International Air Law Moot Court is daar een goed voorbeeld van. Ook op het gebied van opleidingen is de samenwerking met Indiase universiteiten en onderwijsinstellingen geïntensiveerd. < www.iiasl.aero
4 leidraad
editorial
Paul van der Heijden Rector magnificus en voorzitter van het College van Bestuur Universiteit Leiden
De opkomst van AziĂŤ spreekt tot de verbeelding en vooral de economische macht van China staat tegenwoordig op ieders vizier. In dit nummer exploreren we de veelzijdige banden van de Universiteit Leiden met het Oosten. De connecties tussen Leiden en dat deel van de wereld gaan ver terug en waren oorspronkelijk ook tamelijk exclusief. De studie Japanologie aan onze universiteit is de oudste van Europa; ze werd opgericht in 1855. Dat is wellicht niet verbazend, omdat de Nederlanders onder de eersten waren die handel dreven met het rijk van de Shogun. Maar er zijn ook veel nieuwe ontwikkelingen. Het aantal Leidse hoogleraren in dit nummer van Leidraad met zeer brede en specifieke kennis over China, Japan en Oost AziĂŤ is slechts het spreekwoordelijke topje van de ijsberg van de kennis die in onze Academie aanwezig is. Dat die kennis vaak de basis is voor belangrijke economische ontwikkelingen wordt niet altijd overal op waarde geschat. Het in stand houden van ogenschijnlijk kleine vakgebieden met betrekking tot bijvoorbeeld Aziatische talen vergt veel van universiteiten, een inspanning die door de overheid en de samenleving lange tijd niet is gezien. Maar met de recente economische ontwikkelingen hoeft niemand te twijfelen aan het nut van de kennis van de Aziatische talen. De samenwerking tussen Rotterdam en Leiden in de nieuwe masteropleiding Chinese Economy and Business is een goed voorbeeld van het Nederlands economisch belang dat teert op goed bewaarde, oude academische kennis. Het is juist dit soort kennis, legt alumnus Victor Meijers uit, die de Nederlanders zoâ&#x20AC;&#x2122;n goeie naam heeft gegeven in China. Hij is de eerste westerse partner bij een groot Chinees advocatenkantoor. In dit nummer ook aandacht voor een aantal alumni, die het belang van kennis en wetenschap volledig onderschrijven. Er is een toenemende groep gulle gevers die ten behoeve van onderwijs en onderzoek aan de Leidse Universiteit een Fonds op Naam sticht. Een van die fondsen kwam tot stand na het lezen van een artikel in Leidraad. Wellicht dat we dat succes kunnen herhalen.< leidraad 5
interview
6 leidraad
interview
‘De Chinezen leren je in balans te zijn’ Bettine Vriesekoop heeft een opmerkelijk dubbeltalent. Ze had een internationale topcarrière als tafeltennisster, waarin ze onder andere twee keer Europees kampioen werd. Daarna kon ze succesvol leven van de pen. tekst: Yoeri Albrecht foto’s: Manon van der Zwaal
Ze heeft maar liefst vier boeken op haar naam staan en vervulde een correspondentschap voor het NRC
Handelsblad in China. Ze heeft een bijna levenslange fascinatie voor het land. Al op haar achttiende bracht ze er weken door op een uitzonderlijke zomerstage voor tafeltennissters. Na haar sportbestaan studeerde ze Chinees in Leiden. Ze publiceerde dit jaar haar vierde boek over het land: Duizend dagen in China. Het is een groot succes. Succes heeft ze veel gehad in haar leven. Maar tegenslag ook. Op haar negende verloor ze haar vader. En jaren later, toen ze enkele maanden zwanger was, verloor ze de vader van haar zoon. Maar ze is een ontzettende doorzetter: trainen en studeren tot je er bijna letterlijk bij neervalt. ‘Chinees is een intensieve studie. Je moet iedere dag drie tot vier uur karakters schrijven, anders leer je het nooit. En als je een week overslaat, kun je vrijwel van voren af aan beginnen. Dat kunnen veel mensen niet opbrengen. Het is in die zin net als >> leidraad 7
interview
— ‘Chinees is een intensieve studie. Je moet iedere dag drie tot vier uur karakters schrijven, anders leer je het nooit’
tafeltennis. Om goed te worden, moet je een aantal jaren zes uur per dag trainen. Dat redden de meeste Nederlanders niet. Daarom is de wereldtop eigenlijk alleen voor de Chinezen weggelegd.’ Wat dat doorzetten betreft, was het tafeltennis een goeie voorbereiding op de studie Chinees. Maar de verwantschap tussen de taal en de sport gaat nog dieper. ‘Aan mijn eerste reis heb ik een echt trauma overgehouden. Alleen de reis al. Ik had een trainingsstage geregeld in Peking, het huidige Beijing. Ik ging samen met een meisje dat door die hele ervaring is gestopt met tafeltennis. We gingen met de boot naar Londen en vanuit daar met het vliegtuig naar Hongkong. Toen moesten we 42 uur in de trein naar Peking. In Hongkong konden we aanvankelijk het reisbureau met onze treintickets niet vinden. En de reis, in een propvolle trein met boeren op blote voeten met strohoeden op, was lang en afschuwelijk. In Peking was veel bittere armoe, drommen fietsen en paard en wagens. Het trainingskamp was in een buitenwijk, waar geen geasfalteerde wegen waren. We kregen een piepklein kamertje
8 leidraad
waar net twee bedden in pasten. De wc en douche waren op de gang. ’s Avonds hoorde je alleen het gejank van Chinese opera uit de televisie. We hebben daar tweeënhalve maand getraind, in de bloedhitte. Elke dag sjokten we over de stoffige landweg van het hotel naar de trainingszaal, waar het stonk naar mottenballen en urine. Zes uur trainen en dan weer terug. Er was geen tolk en zelfs heel weinig eten. Ik ben twaalf kilo afgevallen in die twee maanden. Ik woog op het laatst nog maar 51 kilo. Aan het eind van de zomer was er een diner met de minister van Sport. We werden uitgenodigd door de Nederlandse ambassade en opgehaald in een grote, zwarte limo. Een echte Hongqi, die zijn nu heel veel geld waard. Dat was het eerste uitje in maanden. Daarna zijn we door een Nederlandse diplomaat meegevraagd op een picknick. We gingen naar de Ming-begraafplaatsen en speelden daar badminton op de graven. Ik heb er nog foto’s van. We mochten toen logeren bij iemand van de ambassade: meneer Hubert. Hij sprak Chinees en had in Leiden gestudeerd; Sinologie. Daar was ik van onder de indruk; dat je die taal gewoon kon leren. Dat heb ik onthouden. Toen ik terug was in Londen, stond mijn trainer mij op te wachten. Hij vertelde dat ons huis was afgebrand. Ik had niks anders meer dan wat in mijn koffer zat. Mijn moeder was in shock. Ze kon lange tijd niet praten. Dat was allemaal behoorlijk traumatisch en ik dacht: ik wil nooit meer naar China. Maar dat kon niet als ik verder wilde met mijn tafeltennis. Dus in plaats van dat ik het allemaal verdrongen heb, heb ik onbewust gekozen voor de fascinatie. Tenminste, dat is mijn verklaring.’ En waarom Leiden?
‘Er was geen andere universiteit waar je die studie kon volgen. Dus ben ik drie jaar lang in de auto elke dag vanuit Amsterdam naar Leiden gereden. Je kunt geen dag wegblijven, want dan heb je al teveel gemist. Dat was heel zwaar. Ik speelde voor mijn brood ook nog bij een club. Ik trainde vier keer in de week en speelde op zaterdag wedstrijden. Ik werd erg gestimuleerd door de hoogleraren. Door mijn professor
interview
— ‘In het Taoïsme gaat het erom zo lang mogelijk gezond te leven. Wij leven als kip zonder kop. We vergeten ons lichaam, vergeten de balans’
Schipper en professor Idema, hoofd van het instituut. Ze waren allemaal heel behulpzaam en geïnteresseerd. Er was veel waardering dat ik, ver over de dertig, nog aan die studie begon.’ U heeft de studie niet afgemaakt.
‘Dat vind ik nog altijd jammer. Mijn zoon werd geboren en mijn vriend Hans van Wissen was zeer onverwacht overleden. Dat was een zware tijd. In diezelfde tijd overleed plotseling ook Joop van Tijn, de hoofdredacteur van Vrij Nederland, die mij had gestimuleerd om te gaan schrijven. Ik was de twee belangrijkste mannen in een klap kwijt.’ Uw eerste stuk in Vrij Nederland werd de basis voor uw eerste boek, Heimwee naar Peking.
‘Ik was weer op een trainingskamp geweest en had daar een dagboek bijgehouden. Van Tijn kwam bij mij thuis, omdat ik hem had gevraagd of ik iets over China kon schrijven. Ik weet nog heel goed dat hij bij mij op de bank zat. Overhemd met korte mouwen. Het was zomer 1991. “Mag ik het dagboek lezen?”, vroeg hij. Hij nam het mee naar huis en hij zei dat ik kon schrijven. Iets later heb ik toen gedacht: als ik kan schrijven over China, moet ik misschien ook Chinees studeren. Dan heb ik meer basis, meer diepgang.’ Na enige aarzeling. ‘Maar ik heb nog steeds heel veel twijfel of ik wel kan schrijven.’ Ook na vier goedverkopende boeken? Had u die twijfel ook in de sport?
‘Jazeker, ik ben altijd blijven twijfelen.’ Ook na het winnen van al die prijzen?
‘Jazeker. Ik ging altijd net zolang door met trainen, totdat ik helemaal zeker was. Uren en uren. U heeft niet alleen iets met het land en de taal, u heeft duidelijk ook iets met de filosofie van China.
‘Dat klopt. Ik heb de boeken van professor Schipper gelezen
over het Taoïsme, maar hoe meer ik lees, hoe meer ik weet dat ik er niets vanaf weet. Ik ga geregeld met mijn zoon bij hem op bezoek en ik voel me daar zeer vereerd door. Hij is een van de grootste autoriteiten op het gebied van Taoïsme. Hij heeft in China een grote bibliotheek opgezet en heeft de Taoïstische teksten vertaald.’ Wat spreekt u er zo in aan?
‘Taoïsten hebben een andere benadering van geest en lichaam, van energie in het lichaam. Dat kun je ook spiritueel benaderen, maar dat hoeft helemaal niet. Ik heb er echt iets mee, maar het blijft heel moeilijk te begrijpen. Ik lees veel van Zhuang Zi, dichter en Taoïstisch filosoof. Maar de Tao-les – Tai Chi – die ik elke vrijdagochtend volg, is veel directer. Daar leer ik ademhalingsoefeningen en leer ik contact te krijgen met mijn lichaam. Dat is een openbaring. De Taoïsten hebben eeuwenlang onderzoek gedaan naar de juiste manier van leven, de juiste balans. Het gaat erom zo lang mogelijk gezond te leven. Wij leven als kip zonder kop. We vergeten ons lichaam, vergeten de balans. We eten als idioten, zijn ons er niet van bewust dat we in balans met de natuur moeten zijn. Voor mij is het een feest van herkenning. Ik kom door de Tai Chi meer in balans en dus ben ik ontspannen. Iedereen is zo gestrest, waardoor contact vaak heel verwarrend wordt.’ Ik had gedacht dat u als topsporter juist allang in balans zou zijn met uw lichaam.
‘Als topsporter moet je in je centrum zitten, vanuit je centrum spelen. Je centrum zit iets onder je navel, daar moet je kracht vandaan komen. Je hoeft eigenlijk niet aan krachttraining te doen als je je ademhaling beheerst en vanuit je centrum speelt. Dan hoef je geen enkele onnodige fout te maken. Dat heb ik al heel vroeg van de Chinezen geleerd. Bij tafeltennis kon ik dat en dan voelde ik me goed. Toen ik stopte, miste ik dat gevoel en dat vind ik nu weer terug in de Tai Chi, in het Taoïsme. In het begin vond ik het ontluisterend om te merken hoe ik afgesneden was van mijn eigen lichaam, van wat het >> leidraad 9
interview
lichaam kan en wil. Die natuurlijke houding en soepelheid van de Chinezen hebben me altijd geboeid.’ Ik dacht dat er ook in China niet zo veel meer van de cultuur van de Taoïsten over is.
‘Die interesse komt weer terug, vooral onder de jeugd. Er worden heel veel nieuwe tempels gebouwd. Er is in de culturele revolutie natuurlijk veel vernield, maar het is niet allemaal weg. De Chinezen hechten aan traditie. Maar Mao introduceerde de spreuk: “Als het oude niet weg is, kan het nieuwe niet komen.”’ U kent China langzamerhand erg goed en ook de mentaliteit. Moeten we ons in Europa zorgen gaan maken over een steeds machtiger China?
‘De ontwikkelingen zijn soms beangstigend; de milieuvervuiling, de dollartekens in de ogen en het over lijken gaan. Maar er zijn ook veel dingen waar wij van profiteren. China maakt
— ‘Onze levensstandaard is grotendeels aan China te danken. Iedereen wil wel graag goedkope spullen, maar ze willen de macht van de Chinezen er niet bij’
Cv
Bettine Vriesekoop (1961) was
onze mooie iPhones en smartphones. Als die niet in China gemaakt zouden worden, zouden ze ongeveer 5000 euro kosten. Onze levensstandaard is grotendeels aan China te danken. Iedereen wil wel graag dat al die spullen goedkoop zijn, maar ze willen de macht van de Chinezen er niet bij. China heeft hard gewerkt en veel gespaard; Chinezen kunnen goed sparen. En dat geld gaan ze nu in de rest van de wereld investeren. Hoewel ze nog steeds veel oppotten, hoor. Ze willen geen problemen. Als je te veel eet, te veel geld uitgeeft of te veel praat, ga je over de schreef en dan krijg je problemen. De Chinezen houden zich meestal strikt aan die grenzen. Ook omdat áls ze over de schreef gaan, er geen redden meer aan is. Dan zijn ze opeens heel gokverslaafd of erger.’ < 10 leidraad
een succesvolle tafeltennisster. Ze won bij de Europese Top 12 twee maal goud en werd twee keer Europees Kampioen in het enkelspel. Ze won twaalf grand slams, werd twee keer Sportvrouw van het Jaar en werd in 2000 benoemd tot Nederlands tafeltennisster van de eeuw. Na haar sportcarrière studeerde ze Sinologie in Leiden. Ze schreef diverse boeken, waarvan de laatste begin dit jaar verscheen (zie pagina 32). Ze werkte tussen 2006 en 2009 als correspondent in China voor NRC Handelsblad en NRC Next.
Sociale Wetenschappen links: Met het hielprikje wordt PKU opgespoord. midden: Starting Grants voor vier projecten binnen ”Brain Function and Dysfunction over the Lifespan”. rechts: Eredoctoraat voor Peter van Straaten.
Een goed begin Hoe gaan jonge moeders om met ouderschap en opvoeding en welke invloed heeft dit op de ontwikkeling van hun kinderen? In het recentelijk gestarte onderzoek “Een goed begin” worden jonge moeders gevolgd vanaf hun zwangerschap tot halverwege het tweede levensjaar van hun kind. Meer informatie over dit onderzoek van de afdeling Orthopedagogiek en deelname: www.eengoedbeginleiden.nl
Nieuw en vernieuwd Het Instituut Politicologie heeft een nieuwe bachelorspecialisatie: Internationale Betrekkingen & Organisaties (IBO). Het Instituut Bestuurskunde heeft ook een nieuwe bachelorspecialisatie: Economie, Bestuur en Management (EBM). De researchmasters van Politicologie en Bestuurskunde zijn samengevoegd tot één vernieuwd programma, met daarin twee specialisatietracks: Political Science en Public Administration. Studenten die meer diepgang én uitdaging willen in de onderwerpen van hun studie, vinden wat ze zoeken in dit unieke tweejarige masterprogramma. Meer informatie op www.studereninleiden.nl en www.mastersinleiden.nl
Alumnibijeenkomst Bestuurskunde Op 16 juni a.s. vindt de jaarlijkse alumnibijeenkomst plaats van het Instituut Bestuurskunde met als titel “Een brug tussen wetenschap en werkelijkheid”. Tijdens deze bijeenkomst wordt aandacht geschonken aan de relevantie van Bestuurskunde voor het Openbaar Bestuur. Onder leiding van Wim van Noort zal een interactieve en levendige discussie over dit onderwerp worden gehouden met alle aanwezige alumni. Meer informatie over 16 juni en nieuwe locatie en data www. bestuurskunde.leidenuniv.nl en LinkedIn “Leiden University Public Administration alumni”
Awards, prijzen en subsidies Vier breinprojecten in het profileringsgebied “Brain Function and Dysfunction over the Lifespan” zijn gehonoreerd met een Starting Grant van 50.000 euro. Het betreft onder meer onderzoek naar de effecten van roken tijdens de zwangerschap en de rol van ouder-kind binding bij het verwerken van informatie. Prof.dr. Bernhard Hommel (Cognitieve Psychologie) ontvangt samen met een groep cognitieve en sociaal psychologen, pedagogen, taalwetenschappers en
breinonderzoekers uit Leiden, Amsterdam, Rotterdam en Utrecht een NWO-subsidie voor de oprichting van een wereldwijd baanbrekend “Virtual Identity Lab”. In dit laboratorium worden technieken op het gebied van virtual reality en brain imaging gecombineerd met de onlineregistratie van handelingen. Hierdoor kunnen handelingen en de effecten daarvan op je waarneming worden ontkoppeld. Prof.dr. Paul Vedder en dr. Mitch van Geel (Orthopedagogiek) hebben van ZonMW een subsidie ontvangen voor onderzoek naar de polarisatie tussen islamitische en niet-islamitische jongeren. Dr. Stephan Huijbregts en dr.ir. Leo de Sonneville (Orthopedagogiek en LIBC) hebben samen met dr. Francjan Spronsen (UMC Groningen) een subsidie ontvangen van NutsOhra en de Nederlandse Vereniging voor PKU voor onderzoek naar de sociaal-cognitieve ontwikkeling bij mensen met de erfelijke stofwisselingsziekte Phenylketonurie (PKU). Dr. Wouter van den Bos (Ontwikkelingspsychologie) heeft zijn onderzoek naar breinontwikkeling en sociale ontwikkeling gepubliceerd in het prestigieuze Psychological Science. Voor deze prestatie ontving hij de ISED-prijs van het Institute for the Study of Education and Human Development (ISED). Dr. Jiska Peper
(Ontwikkelingspsychologie) doet met haar Veni-subsidie voor recent gepromoveerde wetenschappers onderzoek in het Brain and Development Lab naar hormonen en het puberbrein. Ze denkt dat de hoeveelheid testosteron in het puberbrein samenhangt met impulsief gedrag. Het Nationaal Initiatief Hersenen en Cognitie heeft een subsidie toegekend aan prof.dr. Serge Rombouts, prof.dr. Joop van Gerven en dr. John van Swieten. Het geld zal worden ingezet om vroege indicatoren van dementie op te sporen, waarbij gebruik wordt gemaakt van MRI-technieken.
Eredoctoraat Op de dies natalis 2011 ontving tekenaar Peter van Straaten een eredoctoraat uit handen van prof. dr. Willem van der Does, hoogleraar experimentele en klinische psychologie: ‘Van Straaten bevordert het wetenschappelijk onderwijs met cartoons, die menselijk gedrag op humoristische wijze inzichtelijk maken.’
leidraad 11
nieuws
links: De eerste Roze netwerkborrel. rechts: Lucas van Leyden staat de komende tijd in de spotlight. uiterst rechts: Prof. Liu Haifeng, Institute of Education, en prof.dr. Paul van der Heijden, rector magnificus, Universiteit Leiden.
Lustrum “Sempre Crescendo” Het Studenten Muziek gezelschap “Sempre Crescendo” viert dit jaar zijn 180-jarig bestaan en daarmee zijn 36ste lustrum. Alle reünisten van Sempre zijn van harte welkom om deel te nemen aan de feestelijke activiteiten. Bent u reünist en wilt u op de hoogte worden gehouden van het volledige programma? Stuur dan uw contactgegevens (e-mailadres en postadres) naar sempreluco@gmail.com.
Leidsche Ganymedes Borrel Meer dan 130 mensen waren aanwezig bij de eerste Roze Netwerkborrel, die het COC in samenwerking met de Universiteit Leiden en PINQ organiseerde voor studenten en medewerkers van de Universiteit. De borrel was een groot succes: binnen de Leidse gemeenschap bleek veel behoefte te zijn aan een dergelijk initiatief. Na de eerste borrel is een commissie in het leven geroepen.
12 leidraad
Hieruit is de Leidsche Ganymedes Borrel voortgekomen, gericht op de ontmoeting van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transseksuele studenten, medewerkers en alumni van van Universiteit Leiden, maar iedereen is welkom. Doel is om de zichtbaarheid van de roze gemeenschap binnen de Leidse universitaire gemeenschap te vergroten. De volgende Leidsche Ganymedes Borrel vindt plaats op vrijdagavond 27 mei, van 17 tot 20 uur. Meer informatie over locatie en andere data op www. de-lgb.nl.
HOVO Het HOVO (Hoger Onderwijs Voor Ouderen) van de Universiteit Leiden biedt colleges voor vijftigplussers, gegeven door ervaren docenten. U buigt zich over diverse wetenschappelijke onderwerpen. Een vooropleiding is niet nodig. In juni kunt u deelnemen aan de volgende colleges: De vroege polyfonie (900-1500), door prof.dr. Ignace Bossuyt, dinsdag 14 juni 11.15-13.00 en 14.15- 16.00 uur en woensdag 15 juni, 10.15-13.00 uur.
Moderne christelijke kunst, door dr. Peter van Dael en dr. Inge Wierda, maandag 25, woensdag 27 en vrijdag 29 juli, 10.15-12.00 en 14.15-16.00 of 15.15-17.00 uur (een combinatie van colleges en excursies). Bij de collegereeks Religieuze Renaissance in Leiden (gestart in maart) wordt een studiereis naar Rome aangeboden van 12 tot 20 juni. Ook mensen die de collegereeks niet hebben gevolgd kunnen zich voor deze reis aanmelden. Meer informatie over het programma en deelname: www.hovo.leidenuniv.nl, e-mail: hovo@fsw.leidenuniv. nl, telefoon (071) 527 72 99 (ma. t/m do. 10-13 uur).
De senaatskamer Onlangs werd bij Sotheby’s in een veiling van bezittingen van oud-koningin Juliana – kortweg “de Julianaveiling” genoemd – een schilderij aangeboden dat de “rectorenkamer” in Leiden moest voorstellen. Wat dat in Leiden zou moeten zijn, wist niemand. Het bleek de senaatskamer te zijn, en wel een heel mooie en heel Leidse voorstelling ervan. Als signatuur werd
immers vermeld “HTvB de Meyere” en dat moest wel mevrouw Frederika Wilhelmina Christina de Meijere zijn, die in 1928 trouwde met Jhr. Jan Willem Hendrik Teding van Berkhout. De schilderes was een oudere schoonzus van Retha, de dochter van Johan Huizinga. Leidser kan bijna niet! Het leukste was dat het schilderij voor het Academisch Historisch Museum verworven kon worden met de hulp van de Historische Commissie, een stichting die zich inspant het verleden van de Leidse universiteit in woord en beeld, geschiedschrijving en kunstwerk, vast te leggen. Over deze Stichting in een volgend nummer van Leidraad meer.
Lucas van Leyden Op 19 maart jl. opende Koningin Beatrix in museum De Lakenhal een tentoonstelling over de Leidse kunstenaar en het wonderkind Lucas van Leyden (1494 -1533). De tentoonstelling heeft een extra Leids tintje: Chistiaan Vogelaar, conservator van de Lakenhal en samensteller van de tentoonstelling, is tevens alumnus.
nieuws Studium Generale voorjaar 2011
Studium Generale organiseert brede activiteiten voor studenten, medewerkers, alumni en andere geïnteresseerden die graag over de grenzen van hun vakgebied heen kijken. Het voorjaarsprogramma van Studium Generale is op dit moment bijna afgelopen. Kijk op onze website voor de laatste bijeenkomsten van het lopende programma! De komende weken kunt u bij Studium Generale een speciaal programma volgen met als uitgangspunt het werk van de Spaanse dichter Federico García Lorca, de beroemdste dichter en toneelschrijver van Spanje (Lezingen met film(fragmenten), gedichten en muziek).
Inhakend op de tentoonstelling in De Lakenhal, heeft de Universiteit Leiden een tentoonstelling van boekillustraties uit de tijd van Van Leyden, en organiseerden Studium Generale en het HOVO een tweetal collegereeksen. Lucas van Leyden en de Renaissance, 20 maart t/m 26 juni, Museum De Lakenhal Tentoonstelling Boek en Plaat. Europeseboekillustraties ten tijde van Lucas van Leyden, 17 maart t/m 19 juni, Universiteitsbibliotheek Leiden.
Samenwerken met China Een delegatie van de Universiteit Leiden heeft in China twee overeenkomsten getekend voor intensieve onderzoeks- en onderwijssamenwerking. Het Leiden Institute of Advanced Computer Science (LIACS) gaat op IT-gebied samenwerken met de Software School van de Universiteit van Xiamen. De al bestaande samenwerking tussen het Institute for the Study of Higher Education en het Leidse ICLON wordt versterkt.
Het Spanje van Lorca: een historisch overzicht Door dr. Eric Storm, universitair docent Algemene Geschiedenis, Universiteit Leiden, met de film Spaanse Aarde (Spanish Earth) - Joris Ivens (1937) (52 min.). Wanneer: dinsdag 17 mei Terug naar de wortels: leven en werk van Federico García Lorca Door prof.dr. Maarten Steenmeijer, hoogleraar Spaanse letterkunde en cultuur, Radboud Universiteit Nijmegen, met de film Federico García Lorca, retrato de familia (Federico García Lorca, portait of a poet) - John Healey (1980) (60 min.). Wanneer: dinsdag 24 mei Coïtus interruptus: het verhaal van L’Âge d’or Door dr. Gijs Mulder, docent Spaanse taal en cultuur, Radboud Universiteit Nijmegen en vertaler van Buñuel over Buñuel (2008), met de film L’Âge d’or, - Salvador Dali en Luis Buñuel (1930) (60 min.). Wanneer: woensdag 1 juni Federico García Lorca: poëzie en muziek Door Leo Samama, componist en schrijver, over muziek, met een liveoptreden van Curra Suarez, Cante Jondo-zangeres en Edsart Udo de Haes,
flamengo-gitarist. Wanneer: maandag 6 juni TIJD & PLAATS Dinsdagavond 17, 24 mei en woensdagavond 1 juni: 19.00 uur – 22.00 uur zaal 003, Lipsiusgebouw (1175), Cleveringaplaats 1, Leiden (Voor deze drie avonden geldt: toegang gratis, geen aanmelding nodig, iedereen welkom!) Maandagavond 6 juni: 19.30 uur – 22.00 uur LAKtheater, Lipsiusgebouw (1175), Cleveringaplaats 1, Leiden (Voor deze avond geldt: u dient zich aan te melden d oor een gratis kaart te reserveren via telefoonnummer (071) 512 48 90 of via de website van het LAKtheater: www.laktheater.nl.) Dit programma staat in relatie tot de elfde openlucht poëziemanifestatie, die onder de titel Pero que todos sepan que no he muerto op 14 juni 2011 wordt georganiseerd door Stichting TEGEN-BEELD. De hier gepubliceerde gegevens zijn onder voorbehoud - raadpleeg onze website. Hierop vindt u medio augustus ook ons najaarsprogramma. Voor de activiteiten van Studium Generale geldt (indien niet anders op onze website vermeld): toegang is gratis, geen aanmelding nodig, iedereen is welkom! Kom wel op tijd, want vol = vol! ORGANISATIE & INFORMATIE Studium Generale Universiteit Leiden Postbus 9500, 2300 RA Leiden
leidraad 13
Leiden en Azië
Made in Rotterdam en Leiden De masteropleiding Chinese Economy and Business – of CHEB – bereidt studenten voor op een toekomst waarin China steeds belangrijker wordt. Met essentiële kennis over de Chinese economie, de politiek, maar zeker ook de taal en cultuur, hebben ze een voorsprong in het internationale zakenleven. tekst: Edith van Gameren beeld: Hollandse Hoogte
misschien in de toekomst naar China zult gaan. Nee, China komt hierheen. Je zakenpartner zal Chinees zijn, je werkgever zal Chinees zijn, je werknemer zal Chinees zijn. Het is van groot belang om te weten hoe Chinezen denken, werken en zakendoen.’ Professor Peter Ho van de Universiteit Leiden is samen met Krug verantwoordelijk voor de master. ‘De opkomst van China is ongeëvenaard’, voegt hij toe aan haar betoog. ‘Niet eerder in de geschiedenis zagen we in een land zo’n grote economische groei gedurende zo’n lange periode. De mogelijkheden in China voor het bedrijfsleven en voor onze economie in het algemeen zijn enorm. In welke sector, welk vakgebied of welke positie je ook werkt: je krijgt met China te maken. Het is daarbij een illusie te denken dat je zonder kennis van de Chinese taal en cultuur effectief kunt opereren in China. Het belang van cultuur wordt bijvoorbeeld enorm onderschat in het zakendoen met China. Alleen al weten hoe je in China aan tafel zit, geeft je een voorsprong. Maar ook verdiepen we de kennis van studenten over ons beeld van China en wat er werkelijk gebeurt. Op het gebied van mensenrechten, milieu, China’s bemoeienis met Afrika et cetera. Dat is een buitengewoon interessant onderdeel van de opleiding.’
De masteropleiding is een unieke samenwerking
tussen de Universiteit Leiden en de Erasmus Universiteit. De doelgroep bestaat uit twee groepen: ten eerste sinologen die bedrijfskundige kennis willen opdoen over China en daarnaast bedrijfskundige bachelors die een grondige kennis van de Chinese taal, cultuur en maatschappij willen verwerven. ‘De nieuwe master heeft een mooi uitstroomprofiel, dat tegemoetkomt aan een groeiende vraag’, zegt professor Barbara Krug, hoogleraar aan de Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit en initiator van de master CHEB. ‘Het is namelijk niet meer de vraag of je
Zowel in Leiden als in Rotterdam merkte men een duidelijke behoefte bij werkgevers aan afgestudeerden met specifieke kennis van China. Het veld waarin de afgestudeerden kunnen werken, is breed: internationale of Nederlandse bedrijven in China, Chinese bedrijven maar ook overheidsorganisaties, consultancy, brancheorganisaties of de academische wereld. De stap naar een samenwerking met Leiden lag voor Rotterdam voor de hand. ‘Wij weten alles van bedrijfskunde, maar niets over China. Ikzelf dan uitgezonderd’, lacht Krug. ‘We >>
14 leidraad
Leiden en AziĂŤ
leidraad 15
Leiden en Azië
— ‘China komt hierheen. Je zakenpartner zal Chinees zijn, je werkgever zal Chinees zijn, je werknemer zal Chinees zijn’ Barbara Krug
willen dat onze masterstudenten een gedegen, institutionele opleiding krijgen van mensen die echt iets weten. Dan kom je al snel terecht bij Sinologie in Leiden, de meest prestigieuze vakgroep in Nederland.’ Ho wijst op de lange traditie van Sinologie in Leiden. ‘In Leiden geven we al meer dan honderd jaar onderwijs over China en doen we onderzoek naar het land.’
de bedrijven en organisaties waar de studenten hun stages doen, zijn enthousiast. Ho: ‘De bedrijven die stagiairs van CHEB hebben gehad, willen graag weer nieuwe.’ <
Prof.dr.ir. Peter Ho is sinds 1 september 2010 hoogleraar Chinese Economy & Development (Faculteit der Geesteswetenschappen). Zijn leerstoel doet onderzoek naar de Chinese economie en ontwikkeling en verzorgt onderwijs in de bachelor Talen en culturen van China. Ho studeerde aan de Universiteit Wageningen en de Universiteit Leiden en was eerder hoogleraar Internationale Ontwikkelingsstudies aan de Rijksuniversiteit Groningen. Van zijn hand, of onder zijn redactie, verschenen talrijke boeken, waaronder Dat is Chinees voor mij en Paradoxaal China. Peter Ho is een alom gerespecteerd wetenschapper en Chinadeskundige
In Rotterdam worden de studenten in bedrijfskundige vakken onderwezen, Universiteit Leiden neemt het China-specifieke onderwijs (zoals Chinese economie, taal en cultuur) voor haar rekening. Daarnaast loopt iedere masterstudent drie maanden stage in China en volgt hij of zij verschillende workshops aan de Fudan University in Shanghai. Een vol programma; daarom is de master alleen weggelegd voor zeer gemotiveerde, ambitieuze en onafhankelijke studenten. Op dit moment worden er maximaal veertig per jaar toegelaten. Ho: ‘We mikken op excellente studenten die al internationale of interculturele ervaring hebben; studenten die al iets weten over China en echt iets willen met China.’ Door de strenge selectiecriteria was het aantal instromers in de eerste twee jaar tussen de vijfentwintig en de dertig, onder wie studenten uit andere Europese landen. De opleiding gaat ook actief werven in Zuidoost-Azië. Uiteindelijk zal er volgens Ho plaats zijn voor vijftig tot zestig masterstudenten.
Prof.dr. Barbara Krug is hoogleraar Economics of Governance aan de Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit. Ze is een autoriteit op het gebied van de Chinese economie, met name het ondernemerschap. Ze studeerde economie in München, Taiwan, Saarbrücken en Oxford. Ze heeft meer dan dertig jaar ervaring met onderzoek naar de economie in China en is een bekend auteur en redacteur in haar vakgebied met titels als The Chinese Economy in the 21th Century – bekroond met de ERIM book award – en China’s Rational Entrepreneur.
De studenten van Sinologie doen nu nog een schakeljaar met voornamelijk bedrijfskundige vakken voordat ze aan de master beginnen. Binnenkort gaat dat veranderen. Door twee nieuwe minoren kunnen studenten al tijdens hun bachelor toewerken naar deze masteropleiding. Studenten Sinologie kunnen de minor Intercultural management volgen, voor studenten van algemene studierichtingen zoals management of economie is er de minor Chinese culture and society. Met een van beide profielen zijn de studenten gekwalificeerd voor de master, maar de toelating hangt alsnog af van selectie. De groep studenten die nu de opleiding volgt – de tweede lichting is dit jaar gestart – stelt allerminst teleur, vindt Krug. ‘Het zijn de beste studenten die ik ooit heb gehad; zeer gemotiveerd en onafhankelijk.’ Ho is het daar helemaal mee eens. ‘Het is een zeer hechte groep die van alles samen doet en een eigen studievereniging heeft opgezet. Ze steunen elkaar, delen kennis en vergroten zo het studiesucces.’ Ook 16 leidraad
Links www.erim.eur.nl www.mastersinleiden.nl
editorial
de VOC als verbindende factor Aziatische docenten en studenten kunnen veel over hun eigen geschiedenis leren aan de hand van VOC-archieven. Met twee internationale onderwijs programma’s wil de Leidse universiteit, in nauwe samen werking met het Nationaal Archief in Den Haag, ze daarmee helpen. Tekst: Karina Meerman
De kooplieden van de VOC, de Verenigde Oost-Indische Compagnie (1602-1800), rapporteerden twee eeuwen lang over hun doen en laten overzee. De archieven van deze allereerste multinational liggen verspreid over de wereld. Behalve economische gegevens en de administratie van de koloniale overheid bevatten de archieven ook wetenswaardigheden over het dagelijks leven in tal van Aziatische samenlevingen. Zeldzaam materiaal, want de oude Aziatische bronnen gaan vaak alleen over koningen en cultuurhelden. Helaas zijn de VOC-archieven moeilijk toegankelijk voor Aziatische onderzoekers, om de eenvoudige reden dat deze meestal geen (oud-)Nederlands kennen. Het project Towards a New Age of Partnership (TANAP, 20012006) heeft daar inmiddels verandering in gebracht. TANAP ontstond rond de herdenking van vierhonderd jaar VOC.
Initiator was professor Leonard Blussé, die bij de VOC-herdenking in 2002 iets zinvollers wilde doen dan weer een gedenkboek schrijven. Het idee ontstond om drie jaar achter elkaar twaalf jonge, getalenteerde docenten van universiteiten in Azië uit te nodigen voor een advanced-mastercursus van een jaar in Leiden, inclusief een intensieve cursus Nederlands. Het programma sloeg aan. Tien van de deelnemers kregen een PhD-beurs van NWO en nog eens tien van andere instellingen. In 2010 waren alle twintig deelnemers binnen vijf jaar gepromoveerd en teruggekeerd naar hun universiteit in het land van herkomst. Een unicum. Het succes van TANAP inspireerde in 2006 tot een volgende stap: het project Encountering a Common Past in Asia (ENCOMPASS). Blussé: ‘Die docenten waren veelal dertigers met jonge gezinnen. Het was voor hen ondoenlijk om vier tot vijf jaar in het buitenland te verblijven. Daarom verlegden we onze zoektocht naar veel jonger talent: de beste BA-studenten van onze voormalige TANAP-deelnemers.’ Dat betekende een nieuw soort opleiding: een schakeljaar met BA-diploma en daarna een één- of tweejarige MA-opleiding, samen met de Leidse studenten Geschiedenis. Vijf jaar achter elkaar kwamen er twaalf zorgvuldig geselecteerde studenten naar Leiden. Binnenkort loopt dit programma tot een succesvol einde. ‘In enkele gevallen hebben studenten zelfs geschiedenis teruggegeven aan “people without history”’, zegt een enthousiaste Blussé. Hij noemt als voorbeeld Taiwan, dat Formosa heette toen het onder VOC-bestuur stond tussen 1624 en 1662. De oorspronkelijke bevolking sprak geen Chinees, maar Austronesische talen. Hun geschiedenis is echter niet vastgelegd na de verovering door Chinese volksheld Coxinga, maar wel door de VOC. ‘Veel informatie over de inheemse volkeren is door ons gepubliceerd en ook al weer in het Chinees vertaald. Dat heeft een grote betekenis voor hun historische identiteit en zelfbewustzijn.’ leidraad 17
Rechtsgeleerdheid
links: Prof.dr. Kees Waaldijk. boven: Het pleitteam van de Universiteit Leiden. rechts: Alumni en staf van de IIASL tijdens de International Air Law Moot Court in Dubai.
Jessup Prijs voor Beste Pleiter Chris Callan heeft de 2011 Jessup Prijs voor Beste Pleiter gewonnen. Callan deed met vier andere Leidse studenten mee aan de nationale voorronde van de Philip C. Jessup International Law Moot Court Competition, de grootste pleitwedstrijd ter wereld.
Benoemingen Dr. Kees Waaldijk is benoemd tot hoogleraar Competitive Sexual Orientation Law. Deze nieuwe leerstoel wordt gefinancierd uit het Betsy Brouwer Fonds (LUF) en wordt ondergebracht bij het Grotius Centre in Den Haag. (zie pagina 48 voor meer informatie). Dr. Margreet Ahsmann is per 1 april jongstleden benoemd tot bijzonder hoogleraar Rechtspleging.
18 leidraad
Legaat maakt kenniscentrum financieel recht mogelijk De rechtenfaculteit krijgt de mogelijkheid om een universitair kenniscentrum op het gebied van financieel recht op te richten. Het centrum wordt mogelijk gemaakt door de vorig jaar overleden heer en mevrouw Hazelhoff, die hun hele nalatenschap aan de universiteit hebben gegeven. Mr. Rob Hazelhoff en zijn vrouw Gerda waren buitengewoon betrokken bij het reilen en zeilen van de universiteit. Hazelhoff kende een grote carrière in de internationale bankwereld, in het bijzonder bij ABN AMRO.
JPAO: Actualiteiten Strafrecht en Straf(proces)recht In de nieuwe cursus Actualiteiten Strafrecht en Straf(proces)recht kunt u zich in één dag laten bijscholen op het gebied van nieuwe ontwikkelingen in het
strafrecht en het strafprocesrecht. U neemt kennis van recente jurisprudentie, wetgeving en ontwikkelingen op het terrein van het formele en materiële strafrecht. Woensdag 1 juni, 9.30 -17.00 uur, Den Haag. Meer informatie: www.paoleiden.nl
International Air Law Moot Court Onlangs vond de tweede International Air Law Moot Court plaats. De eerste werd vorig jaar door het International Institute of Air & Space Law (IIASL) georganiseerd en vond plaats in India. Deze Moot Court kwam tot stand in samenwerking met de Sarin Memorial Legal Aid Foundation in India. Nitin Sarin, een alumnus van het masterprogramma Lucht- en ruimterecht, is nauw verbonden aan de Sarin Foundation. Veertien teams uit zes landen namen deel. Het Leidse team won deze eerste Moot Court op glorieuze wijze. De beste Indiase student van de competitie,
Hardeep Singh, kreeg van het Nederlandse ministerie van Verkeer en Waterstaat een studiebeurs voor het masterprogramma van het IIASL en volgt momenteel het Advanced masterprogramma Lucht- en Ruimterecht. In maart 2011 vond de tweede International Air Law Moot Court plaats in Dubai, in samenwerking met de Sarin Foundation en de Dubai Civil Aviation Authority (DCAA). De samenwerking met DCAA kwam tot stand dankzij wederom de inzet van een alumnus van het masterprogramma, Rathnaweera Nawinne, General Manager Legal Affairs-Aviation van de DCAA. Na een nationale ronde met twaalf teams in India in januari, streden teams uit zeven landen om de eer. De deelnemers bogen zich dit jaar over de gevolgen van een vulkaanuitbarsting voor de luchtvaartindustrie. Meer informatie over het IIASL: www.iiasl.aero, en over International Air Law Moot Court: sarins.org/moot-court
editorial spotlight
Nierbeschadiging in vier stadia Nierbeschadiging door suikerziekte is een groot en groeiend probleem. Een internationaal consortium onder leiding van het LUMC stelde in 2010 een uniform en internationaal aanvaarde classificatie op van de nierziekte die door diabetes ontstaat. Tekst: Karina Meerman Beeld: Martijn de Vries
Steeds meer volwassenen en kinderen hebben last van overgewicht, dat kan leiden tot diabetes. In 2010 leden naar schatting wereldwijd 285 miljoen mensen aan deze welvaartsziekte. Suikerziekte in de nieren beschadigt de bloedvaten, waardoor bindweefsel zich ophoopt. Hierdoor kunnen de nieren afvalstoffen steeds minder goed uit het bloed filteren. De hoeveelheid bindweefsel breidt zich geleidelijk uit, totdat ten slotte de nieren zover zijn aangetast dat dialyse of niertransplantatie noodzakelijk is. Het recent ontwikkelde classificatiesysteem onderscheidt vier stadia van beschadiging, gebaseerd op de hoeveelheid bindweefsel in de nieren. Specialisten van zestien universiteiten uit zeven landen namen ruim twee jaar deel aan een internationaal project. Prof.dr. Jan Anthonie Bruijn, patholoog in het LUMC, dat trekker was van het project: ‘We wisselden ervaringen en kennis uit en kwamen tot een handzaam systeem waarmee we internationaal kunnen vergelijken. Dat is belangrijk voor het maken van prognoses en het testen van
medicijnen.’ Patholoog dr. Ingeborg Bajema van het LUMC legt uit dat al eerder tevergeefs was geprobeerd om een classificatie op te zetten. ‘Dankzij hedendaagse technologie en lagere reiskosten was het nu echter veel eenvoudiger om elkaar te spreken en te ontmoeten.’ De specialisten toetsten iedere ruwe versie van de classificatie in hun eigen patiëntengroep. Zo werkten ze gedurende twee jaar toe naar het ideale systeem. Bruijn: ‘Na publicatie in het Journal of the American Society of Nephrology kunnen onderzoeksgroepen met de classificatie aan de slag met verdere testen in patiëntengroepen en met medicijnen.’ Leiden was trekker van het project, omdat het een van de grotere groepen heeft in nierpathologie. Bruijn: ‘We hebben jaren geïnvesteerd in internationale samenwerking. Het LUMC stimuleert dat.’ Bajema vult aan: ‘Van oudsher is Leiden groot in transplantaties en immuniteitsziekten. Interesse in nieren en niertransplantaties past in onze historie.’ leidraad 19
Leiden en Azië
De letteren van het oosten In 1855 kreeg Leiden als eerste in Europa de leerstoel Japanse taal en cultuur. Dat was het begin van een stabiele traditie in Aziatische studies. Tegenwoordig is er een toenemende belangstelling voor opleidingen zoals Chinese Studies, Japanese Studies, Korean Studies en Indian and Tibetan Studies. Deze worden nergens anders in Nederland aangeboden. Tekst: Annette Zeelenberg
van Geschiedenis tot Economie, we werken ieder in onze eigen discipline en worden daarbij verbonden door de regio.’ Zijn eigen vakgebied, Chinese taal- en letterkunde, speelt daarbij een belangrijke rol. ‘Alleen als je de taal beheerst, kun je de bronteksten bestuderen en een cultuur werkelijk doorgronden. Let wel,’ zegt Van Crevel, ‘zónder een koloniale houding aan te nemen waarbij we “de ander” wel eens zullen gaan verklaren.’ De studenten worden aangemoedigd om een jaar aan een Chinese of Taiwanese universiteit door te brengen. ‘Daar worden ze ondergedompeld in de taal. De meesten spreken bij terugkomst vloeiend Chinees.’ Van Crevel ziet een toenemende belangstelling voor Chinese Studies. ‘Dat heeft te maken met de positie van het land als supermacht in opkomst. Iedereen heeft het tegenwoordig over China. Sommige studenten stappen hier dan ook binnen met een compleet business plan in hun hoofd. Zij willen later zakendoen met China. Anderen zijn simpelweg nieuwsgierig naar de cultuur.’ Ook veel Chinese PhD-studenten komen naar Leiden. Zij nemen deel aan een beurzenprogramma van de Chinese overheid. Hun aanwezigheid in Leiden is een erkenning van de kwaliteit van het onderwijs aan de universiteit. Van Crevel: ‘Wij willen hier sprankelend onderwijs geven, dat aansluit bij cutting edge onderzoek. ‘Korea is een dynamisch land, in tegenstelling tot wat wordt gedacht’
‘Iedereen heeft het tegenwoordig over China’ ‘Leiden is sterk in de breedte waarmee het de Aziatische studies neerzet’, benadrukt Maghiel van Crevel. Hij is niet alleen hoogleraar Chinese taal- en letterkunde, maar ook wetenschappelijk directeur van het Leiden University Institute for Area Studies (LIAS). In die functie heeft hij dagelijks met deze brede aanpak te maken; wetenschappers en studenten bestuderen vanuit zeventien verschillende disciplines de Aziatische regio en – in een andere stroom – het Midden-Oosten. ‘We zijn hier bij uitstek multidisciplinair bezig’, zegt hij. ‘Van Archeologie tot Filmkunde, 20 leidraad
‘Het gaat niet alleen om de taal,’ zegt Boudewijn Walraven, hoogleraar Koreaanse taal en cultuur. ‘Taal is “slechts” een middel waarmee je verschillende aspecten van het land kunt bestuderen.’ Dat land, Korea, staat steeds meer in de belangstelling van studenten. ‘Dit jaar hadden we evenveel eerstejaars studenten als de studie Duits’, vertelt Walraven, waarbij hij aangeeft dat de opleiding nog steeds relatief klein is. Koreaanse taal en cultuur – tegenwoordig Talen en culturen van Korea – wordt sinds 1961 in Leiden aangeboden. Eerst alleen op doctoraalniveau, maar sinds 1989 kunnen ook bachelorstudenten
Leiden en Azië
Prof.dr. Boudewijn Walraven studeerde Ja-
Prof.dr. Maghiel van Crevel studeerde
pans (BA) en Koreaans (MA) aan de Universiteit Leiden. Hij bleef na zijn studietijd verbonden aan de universiteit, waar hij sinds 1994 de functie hoogleraar Koreaanse taal en cultuur vervult. Walraven is daarnaast onder andere redacteur van het online tijdschrift Korean Histories, www.koreanhistories.org
sinologie in Leiden. Hij doceerde onder meer aan de University of Sydney om in 1999 terug te keren in Leiden, waar hij nu hoogleraar Chinese taal- en letterkunde is en Academic Director van het Leiden University Institute for Area Studies (LIAS).
er terecht. ‘Veel studenten zijn geïnteresseerd in Korea’, zegt Walraven. ‘Ze komen in aanraking met de Koreaanse populaire cultuur, bijvoorbeeld via films of via clips op YouTube. We krijgen hier eerstejaars die complete teksten van Koreaanse liedjes uit hun hoofd kennen.’ Daarnaast wordt de interesse gevoed door de positie van Korea als economische grootmacht. Walraven: ‘Als je Koreaans spreekt, heb je bijzonder goede carrièremogelijkheden, zeker niet minder dan studenten Chinees of Japans. Nederland is wereldwijd de derde investeerder in Korea. Grote bedrijven als Philips, ING en AKZO Nobel hebben er vestigingen. Andersom heeft Korea ook oog voor Nederland, vooral vanwege de vergelijkbare positie als relatief klein land dat tussen grootmachten is ingeklemd.’ Ook een aantal Koreaanse studenten studeert bij de vakgroep. Walraven heeft onder meer onderzoek gedaan naar Koreaanse sjamanen. Hij vindt het bijzonder dat zij nog steeds hun eigen plek hebben in de ultraverstedelijkte maatschappij. Korea is een dynamisch land, waar mensen flexibel en creatief zijn – in tegenstelling tot wat hier soms wordt gedacht.’ ‘De Japanse jeugdcultuur is voor studenten een inspiratiebron’ ‘Net als Chinees en Koreaans is Japans voor westerse studenten enorm moeilijk’, zegt Ivo Smits, hoogleraar Japanse letteren en culturen. ‘In het eerste jaar besteden we dan ook de helft van de beschikbare uren aan taalonderwijs.’ Over het doel daarvan is hij duidelijk. ‘We willen absoluut dat de studenten zelf bronmaterialen kunnen beoordelen en gebruiken.’ De meeste studenten zijn zeer geïnteresseerd. Net als bij Koreaans is de jeugdcultuur daarbij een belangrijke inspiratiebron. Smits: ‘De Japanse cultuur heeft in de laatste decennia een heel ander gezicht gekregen. Het beeld wordt niet meer bepaald door bijvoorbeeld de kersenbloesem, maar eerder door mangastrips, tekenfilms en popmuziek. Die zaken roepen bij jongeren een soort droomlandschap op, dat een >> leidraad 21
Leiden en Azië
Dr. Peter Verhagen studeerde Tibetaans in Leiden en is sinds 1987 docent Tibetaans in Leiden. Na een periode als Akademie-Onderzoeker van de KNAW is hij op dit moment verantwoordelijk voor het vakgebied van taal en cultuur van Tibet binnen het Leiden Institute for Area Studies (LIAS).
realiteit lijkt te vinden in het land Japan zelf. Daardoor krijgen we de laatste jaren een toestroom van eerstejaars.’ De rol van Japan als een van de Aziatische tijgers speelt daarbij minder een rol dan bij Chinese Studies en Korean Studies in Leiden, denkt hij. ‘De media schilderen een beeld van economische stagnatie in Japan en dat betekent dat de studenten minder gericht zijn op een carrière in het bedrijfsleven.’ Uiteraard komt in het onderwijsprogramma veel meer aan de orde dan alleen de moderne jeugdcultuur. Smits illustreert dat door over hofpoëzie te vertellen, een van zijn eigen specialisaties. ‘Die poëzie legt zichzelf in de loop van de tijd steeds meer technische beperkingen op, maar kent toch voortdurend nieuwe variaties op vorm en thema’s.’ Dat het bestuderen van een andere taal en cultuur waardevol is, staat voor Smits buiten kijf. ‘Je wordt gedwongen na te denken over je eigen cultuur. De vanzelfsprekendheden van je eigen land blijken elders helemaal niet zo vanzelfsprekend te zijn. Dat is van grote waarde, vooral in de huidige naar binnen gekeerde maatschappij.’
Prof.dr. Ivo Smits studeerde Japans in Leiden, aan the University of Tokyo en aan Cambridge University. Hij was onder meer research fellow aan Waseda University en Visiting Associate Professor aan Yale University. Sinds februari 2007 is hij hoogleraar Japanse letteren en cultuur in Leiden en onder meer lid van de redactieraad van Leiden University Press.
ders – veelal oudere mensen die uit pure interesse colleges volgen.’ De strijd van Tibetanen in ballingschap en de strijd in Tibet zelf voor het behoud van de cultuur speelt een rol in de interesse van studenten, zegt hij. ‘Er is enorm veel sympathie voor, dat zie je voortdurend.’ De vakgroep heeft zelf niet rechtstreeks te maken met de gevoeligheden van China rondom het onderwerp, maar is zich er natuurlijk wel van bewust, stelt Verhagen. ‘Er zijn uitgebreide contacten met Tibetanen over de hele wereld. De communicatie met hen, ook binnen Tibet, is de laatste twintig jaar veel gemakkelijker geworden.’ Ook in bredere zin heeft de Leidse vakgroep een belangrijke rol in het internationale academische veld. ‘Het Kern Instituut in Leiden is daarbij heel belangrijk.’ Dit instituut herbergt een unieke collectie klassieke en moderne Tibetaanse teksten, deels gebaseerd op een verzameling uit de eerste helft van de vorige eeuw. ‘Toen ik zelf als jonge onderzoeker aan de slag ging, opende mijn associatie met dit instituut alle deuren.’ <
‘Elk jaar is er meer belangstelling voor Indian and Tibetan Studies’ Het lijkt een weinig voor de hand liggende keuze om Talen en culturen van India en Tibet te studeren. De mogelijkheden om deze kennis in een niet-academische carrière te gebruiken, zijn immers beperkt. Peter Verhagen, universitair docent Tibetaanse taal en cultuur geeft dat onmiddellijk toe. ‘Toch is er ook dit jaar weer meer belangstelling voor de opleiding. Een eerstejaarscollege Cultuur van Tibet trok dertig deelnemers.’ De verbindende factor is vaak een interesse in het boeddhisme, die zorgt voor een gevarieerde studentenpopulatie. Verhagen: ‘Sommigen zijn zelf beoefenaar van het Tibetaanse boeddhisme, dat volgens verschillende onderzoeken overigens de sterkst groeiende godsdienst in Nederland is. Andere studenten komen uit de taalkundige hoek en er zijn antropologen die zich voorbereiden op veldwerk. Maar we hebben hier ook biochemici en juristen. En niet te vergeten een behoorlijk contingent toehoor22 leidraad
Confucius Instituut China zet overal in de wereld Confucius Instituten op, met medewerking van lokale universiteiten. Deze instituten vervullen een soort cultureel ambassadeurschap voor het land en de cultuur en zijn vergelijkbaar met de Alliance Française of het Goethe Instituut. Ze verzorgen onder andere uitwisselingsreizen, cursussen, evenementen en informatie voor geïnteresseerden. De Universiteit Leiden opende bijna vijf jaar geleden in samenwerking met Universiteit van Shandong een Confucius Instituut. www.confuciusinstituut.nl
campus den haag
Links: Dr. Beatrice de Graaf is lid van de Jonge Akademie. Midden: Dr. Edwin Bakker, hoogleraar Contraterrorisme. Rechts: Het huidige gebouw van LUCTH in Den Haag.
Instituut Bestuurskunde naar Den Haag Het Instituut Bestuurskunde zal naar Den Haag gaan verhuizen. De Bacheloropleiding blijft voorlopig in Leiden. De masteropleiding Public Administration verhuist per 1 februari 2012 naar Den Haag. De researchmaster Institutional Change and Reform blijft in Leiden. De verhuizing biedt veel nieuwe kansen. Studenten en onderzoekers komen hiermee veel dichter bij hun studieobject. Ook ontstaat er zo een meer directe verbinding met het werkveld.
De Graaf lid van De Jonge Akademie Dr. Beatrice de Graaf is vanaf 17 maart jl. toegetreden tot De Jonge Akademie, een Nederlandse club van vijftig jonge topwetenschappers van de KNAW. De Graaf is een toonaangevend pionier op het gebied van nationale veiligheid en internationale betrekkingen. Zij werkte mee aan het opzetten van het Centre for Terrorism and Counterterrorism aan Campus Den Haag.
Benoemingen Dr. Edwin Bakker is benoemd tot hoogleraar Contraterrorisme aan de Universiteit Leiden. In die hoedanigheid geeft hij leiding aan het Centre for Terrorism and
Counterterrorism, hij volgt hiermee prof. Bob de Graaff op.
met de deelnemende organisaties en de praktijkopdracht zal Campus Den Haag de leiding nemen.
Leiden, Leiderschap en de Praktijk Universiteit Leiden zal in september 2011 starten met het Leiden Leadership Programme. Dit is een extra-curriculair programma voor excellente masterstudenten. Door het volgen van dit programma werken ze aan de ontwikkeling van hun leiderschapskwaliteiten in theorie en praktijk. Rode draad is â&#x20AC;&#x153;leiderschap in complexe omgevingenâ&#x20AC;?, studenten zullen dit zelf ervaren tijdens een praktijkopdracht. Hierbij wordt nauw samengewerkt met overheidsorganisaties, non-profitorganisaties en bedrijven. Vooral in het contact
Nieuw gebouw LUCTH Leiden University College The Hague (LUCTH) krijgt een nieuw onderkomen. Onlangs is door de Universiteit Leiden, de gemeente Den Haag en Fortress Project Development een overeenkomst getekend voor de bouw van een nieuw pand bestemd voor het LUCTH. Het gebouw zal verrijzen aan het Anna van Buerenplein, nabij Den Haag Centraal. Naar verwachting zal het LUCTH het nieuwe gebouw, met het concept wonen en studeren op een plek, in studiejaar 2013/2014 in gebruik kunnen nemen.
leidraad 23
wiskunde & natuurwetenschappen links: Met de Hubble telescoop terugkijken in de tijd. midden: dr.ir. Tjerk Oosterkamp. rechts: Hare Majesteit Koningin Beatrix bij de aftrap van UNAWE.
Een toekomst in de sterren Hoe oud ben je op Venus en hoeveel weeg je op Pluto? Prikkelende vragen, boeiende games en een uitgebreid pakket aan lesmateriaal maken deel uit van het project Universe Awareness for Young Children (UNAWE), dat prof.dr. George Miley, hoogleraar Sterrenkunde, in 2006 is gestart. Doel van het programma is zeer jonge kinderen in achterstandssituaties enthousiast te maken voor sterrenkunde en hen hiermee te stimuleren zich te ontwikkelen tot nieuwsgierige, verdraagzame en internationaal georiënteerde volwassenen. Professor Miley heeft onlangs een subsidie van 1,9 miljoen euro ontvangen voor EUNAWE, een deelproject van UNAWE dat zich richt op Duitsland, Italië, Nederland, Noord-Ierland, Spanje en Zuid-Afrika. Op 24 mei vindt de officiële aftrap van EUNAWE plaats. Universiteit Leiden coördineert diverse
24 leidraad
activiteiten voor het project, zoals training van docenten en de ontwikkeling van lesmateriaal. www.unawe.org
Prik wordt druppel Vaccins worden over het algemeen toegediend met een injectienaald. Toch kleven er nadelen aan deze wijze van vaccineren: naast de angst die veel mensen hebben voor de “prik”, heb je getrainde mensen nodig en kan hergebruik van naalden leiden tot de verspreiding van ziektes. Nasale vaccinatie, waarbij het vaccin via de neus wordt toegediend, is een goed alternatief. Vaccins die hiervoor ontwikkeld worden, maken echter gebruik van levende virussen of bacteriën en zijn daarom niet voor iedereen geschikt. Dr. Bram Slütter (Bio Farmaceutische Wetenschappen) ging op zoek naar een breed toepasbaar nasaal vaccin.
Hij onderzocht eerst de werking van nasale vaccins. Zij verdwijnen snel weer uit de neus, bijvoorbeeld door niezen of slikken. Ook absorberen ze niet vlot in het neusepitheel en worden de immuuncellen in de neus vaak onvoldoende geactiveerd. Slütter heeft deze problemen weten op te lossen door een semisynthetisch biologisch polymeer (TMC) te gebruiken. Van deze stof zijn deeltjes gemaakt van 30 nanometer (3 miljoenste van een centimeter) waarin het vaccin is verpakt. Het resultaat is een nasale vaccin dat dankzij de nanodeeltjes prima werkt!
Awards, prijzen en subsidies Prof.dr. Dirk Bouwmeester heeft een VICI-subsidie van 1,5 miljoen euro ontvangen voor zijn onderzoek op het gebied van kwantummechanica. Met zijn onderzoeksgroep gaat hij via metingen aan kleine spiegeltjes bij extreem lage temperaturen
op zoek naar mogelijke grenzen van kwantummechanica en van vierdimensionale ruimtetijd. Dr.ir. Tjerk Oosterkamp heeft de Bachiene-penning voor jonge veelbelovende onderzoekers gewonnen. Hij ontvangt de prijs vanwege zijn kennis op vele gebieden van de natuurwetenschappen en omdat hij deze kennis goed weet te combineren in zijn onderzoek.
Het jonge heelal Terugkijken naar een heelal dat ‘slechts’ 480 miljoen jaar oud is – dat kan met de Hubbletelescoop. Prof.dr. Rychard Bouwens heeft samen met internationale collega’s sterrenstelsels bestudeerd op deze recordafstand. Ze vonden er slechts één; bij een iets ouder heelal (630 miljoen jaar) waren dat er maar liefst veertig. Dat lijkt te duiden op een zeer sterke evolutie van het heelal toen het zeer jong was.
geneeskunde & LUMC links: Is een MRI-scan belastend voor jonge kinderen? rechts: Een eredoctoraat voor prof. dr. Rudi Westendorp.
Wie is er bang voor de MRI? Medisch-wetenschappelijk onderzoek met kinderen is onderworpen aan strenge regels. Promovenda Anna Westra (Kindergeneeskunde) onderzoekt deze regels, onder meer met de vraag of de veronderstellingen waarop sommige regels zijn gebaseerd, wel kloppen. Zo mogen kinderen jonger dan acht jaar bijvoorbeeld niet voor wetenschappelijk onderzoek in de MRI-scanner. Maar er zijn geen data beschikbaar om deze leeftijdsgrens te onderbouwen. Dus waarom acht jaar? Om te ontdekken of er wel “bewijs” te vinden was voor deze leeftijdsgrens, onderzochten Westra en haar collega’s 54 kinderen van vijf tot twaalf jaar die voor diagnostiek in de MRI-scanner gingen. Ze bekeken aan de hand van bijvoorbeeld de hartslag en de hoeveelheid cortisol in het speeksel, hoe vervelend de kinderen de
scanner vonden. Ook de verwachtingen en bevindingen van hun ouders werden meegenomen in het onderzoek. Uit de resultaten kwamen geen aanwijzingen voor een relatie met de leeftijd van het kind. Wel bleken angstige ouders nadelig. Westra hoopt dat de leeftijdsgrens voor MRI-onderzoek in meer uitgebreide studies nog eens goed bekeken wordt.
Risico-genen Door de genen van 135.000 Europese mensen met elkaar te vergelijken, hebben onderzoekers dertien nieuwe DNA-varianten ontdekt die het risico op hart- en vaatziekten verhogen. De resultaten – onlangs gepubliceerd in het gezaghebbende Nature Genetics – bieden aanknopingspunten voor nieuwe behandelmethoden en brengen preventief screenen een stapje dichterbij.
Buiten adem Een patiënt op de intensive care (IC) die kunstmatig wordt beademd, verliest soms het beademingsbuisje. Student Robin de Groot deed onderzoek naar de kans dat een beademde patiënt het beademingsbuisje verliest – de zogeheten auto-extubatie – en de gevolgen die dat heeft voor de patiënt. Een beademde patiënt blijkt twee procent kans te hebben op auto-extubatie. Mannen overkomt het vaker dan vrouwen en patiënten die onrustig of wakker zijn vaker dan patiënten die diep in slaap zijn. Het risico hangt ook af van de dosis van het kalmeringsmiddel midazolam. Gemiddeld doen patiënten na auto-extubatie het overigens niet slechter dan patiënten bij wie de beademingsbuis is blijven zitten. Patiënten die niet opnieuw geïntubeerd worden, doen het zelfs beter. Kennelijk zijn deze patiënten in betere conditie.
Eredoctoraat voor Rudi Westendorp Op 6 december jongstleden is prof.dr. h.c. Rudi Westendorp, hoogleraar Ouderengeneeskunde aan het LUMC en directeur van de Leyden Academy on Vitality and Ageing, benoemd tot Honorary Doctor of Medicine (dr. h.c.) aan de universiteit van Newcastle. Westendorp ontving het eredoctoraat vanwege het toenemende maatschappelijke belang van het onderwerp veroudering en daarmee zijn vakgebied, de Ouderengeneeskunde.
leidraad 25
opinie
een ander wereldbeeld Wie het heeft over Azië, bedoelt een gebied dat eigenlijk te groot is om in één woord te vangen. Al die landen, bevolkings groepen, religies en econo mieën zijn te pluriform, en teveel in beweging, om er ook maar één overeenkomst over te vinden. Drie Leidse kenners doen toch een poging. En ontzenuwen direct enkele clichés. Tekst: Beatrijs Bonarius Beeld: Rhonald Blommestijn
Azië verschilt in vele opzichten van het Westen, denk aan cultuur, gezagsverhoudingen, familiebanden, individualiteit, creativiteit en mensenrechten. Toch is Azië in steeds mindere mate een ver-van-ons-bedshow. ‘De Aziatisering van Nederland is al lang aan de gang’, zegt Paul van der Velde, Chief Executive Officer van de International Convention of Asia Scholars (ICAS) en General Editor van de IIAS / ICAS Publications Series. ‘Landen als Frankrijk en Duitsland laten hun “grotere identiteit” minder snel beïnvloeden. Maar de Nederlander neemt bewust en onbewust sneller invloeden op. Kijk maar eens in huizen: mensen zetten palmen neer, ze wokken en bijna alles waar we in rijden, lopen – schoenen, kleren – of mee bellen, is in Azië gemaakt.’ Katarzyna Cwiertka, hoogleraar Modern Japan Studies voegt toe: ‘We zien graag Azië als exotisch, terwijl de Aziatische samenlevingen in vele opzichten hun exotische karakter intussen zijn kwijtgeraakt. Hun dagelijks leven lijkt veel op dat van ons. Japan is niet meer het land van samoerai, geisha’s
en ikebana. Japanse mobiele telefoons hebben tegenwoordig standaard ingebouwde hightech functies, zoals een portemonnee en OV-chipkaart.’ Cwiertka doet onderzoek naar de materiële cultuur van Japan; voorwerpen die dagelijks door mensen worden gebruikt, als kleding, voedsel, en consumentenelektronica, maar ook publieke ruimtes, zoals treinstations, winkels en restaurants die tegenwoordig centraal toneel van sociale interactie zijn. ‘Door de welvaart zijn materiële voorwerpen een steeds belangrijkere rol gaan spelen in het dagelijks leven van de gemiddelde Japanner’, zegt Cwiertka. ‘De Verenigde Staten hebben sinds de jaren vijftig een bijzonder sterke invloed gehad op de ontwikkeling van de Japanse consumptiemaatschappij. Vóór de Tweede Wereldoorlog richtten Japanners hun aandacht voor het Westen zowel op Europa als op Amerika, maar sinds de Amerikaanse bezetting van Japan, van 1945 tot 1952, is de levensstijl van Amerikaanse militairen synoniem geworden voor een “gedroomd leven”. De sterke aanwezigheid van consumentenelektronica in de Amerikaanse huishoudens van de jaren vijftig heeft van broodroosters, wasmachines, koelkasten en stofzuigers symbolen van welvaart gemaakt voor naoorlogse Japanners. En zo bezat een Japans huishouden in de jaren zestig veel meer elektrische apparaten dan een Nederlands huishouden, terwijl het welvaartsniveau in Japan aanzienlijk lager lag.’ Ook Chinezen zijn gefascineerd door Amerika. Prof.dr. Frank Pieke, van huis uit antropoloog en nu hoogleraar Modern China Studies: ‘Chinezen hebben een obsessie voor Amerika. Dat is hun grote concurrent.’ Pieke bestudeert zowel migratie van en naar China als het Chinese openbaar bestuur. ‘In bestuurlijk opzicht kijkt China goed naar het Westen. Sinds de opstand van 1989 is het overheidsapparaat sterk geprofessionaliseerd en vergroot; ambtenaren zijn beter opgeleid. De overheid beschouwt zichzelf als een professionele organisatie die haar land moet runnen zonder te politiseren op ideologie.’ Hiervoor werd het Amerikaanse systeem onderzocht, maar ook het Zweedse en Nederlandse. Pieke: ‘China was geïnteresseerd in ons poldermodel, waarin overheid en bestuur samen met vakbonden besluiten nemen. Niet dat Chinezen vakbonden of werkgeversorganisaties wilden opzetten, want dat zou niet in China passen...’ Van der >>
26 leidraad
waar leiden toe kan editorial leiden
leidraad 27
OPINIE
— ‘Japan is niet meer het land van samoerai, geisha’s en ikebana’ Katarzyna Cwiertka
Wat is IIAS? Het International Institute for Asian Studies (IIAS) bestaat bijna twintig jaar en is een samenwerkingsverband van Universiteit Leiden, Universiteit van Amsterdam en de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Het IIAS verbindt Azië-wetenschappers wereldwijd en zet Azië-studies op de kaart door onder andere het ontwikkelen van onderzoeksprogramma’s, de uitgave van een nieuwsbrief en een website. Elke twee jaar organiseert het IIAS in samenwerking met een partner in Azië de International Convention of Asia Scholars (ICAS). Dit jaar organiseert IIAS het evenement samen met de Amerikanen in
Velde: ‘Aziatische landen kijken goed om zich heen en adopteren wat voor hen goed werkt. Ze adopteren het met behoud van hun eigen cultuur.’ Intussen zijn overeenkomsten tussen het Westen en Azië aanzienlijk gegroeid, met welvaartsverschijnselen als diabetes en te dikke kinderen. Maar ook de tegenovergestelde wisselwerking heeft zijn vruchten afgeworpen: de culturele impact van Japan op de wereld breidt zich sterk uit. Cwiertka: ‘Vanaf de recessie van de jaren negentig is Japan op de kaart gezet als inspiratiebron van wereldwijde trends in popcultuur, kunst en architectuur.’ We zijn intussen al gewend aan sushi en ook Japanse straatmode wordt weerspiegeld op catwalks van Parijs en Milaan. ‘Maar in tegenstelling tot het negentiende-eeuwse japonisme hebben deze trends weinig te maken met de Japanse traditie’, zegt Cwiertka. ‘Toch zijn ze representatief voor de hedendaagse Japanse cultuur. Er is onder de jeugd duidelijk meer behoefte om zich extreem te gedragen en daarmee tegenwicht te bieden aan de Japanse maatschappij, die juist conformisme vereist.’ Wat alleen in China speelt, is het enorme mannenoverschot. De eenkindpolitiek is uitgemond in de eenzooncultuur; door selectieve abortus worden er meer jongens dan meisjes geboren. Pieke: ‘Dat betekent onaardig gezegd dat de “prijs” van vrouwen omhoog gaat. Met name voor arme plattelandsmannen wordt het moeilijker iemand te vinden, omdat het geld kost om te trouwen; de bruidsprijs wordt steeds hoger naarmate er minder vrouwen zijn en ook de ceremonie wordt duurder.’ De vercommercialisering van het huwelijk betekent daarnaast dat er een vrijer spel ontstaat voor mensensmokkelnetwerken. Pieke: ‘Zeker vanuit de armere gebieden, waar mannen “maakt niet uit waarvandaan” een vrouw 28 leidraad
Honolulu. Er komen meer dan vierduizend Aziëspecialisten samen die spreken over de meest uiteenlopende, Azië-gerelateerde onderwerpen. Het is een motor voor de ontwikkeling van nieuwe onderzoeksterreinen. Een deel van de uitkomsten daarvan worden gepubliceerd in de ICAS Publications Series, die wordt uitgegeven door Amsterdam University Press. Voor de vierde editie van de ICAS Book Prize werden tweehonderd boeken ingezonden van alle belangrijke uitgevers op het terrein van Azië-studies. Die boekenprijs is uitgegroeid tot een van de meest prestigieuze prijzen op het terrein van Aziëstudies.
moeten vinden. Steeds vaker worden vrouwen uit Vietnam en zelfs uit Rusland ingevlogen. Vaak op vrijwillige, commerciële basis.’ Dat Chinese mannen dan een blanke vrouw treffen, is meteen een statussymbool. Cwiertka: ‘Het eigen ras versterken, eugenetica, door bijvoorbeeld gemengde huwelijken te promoten, gebeurde al in de negentiende eeuw in Japan. Maar ook op andere manieren wilden ze op westerlingen lijken. Zo aten Japanners nauwelijks vlees. Maar de regering zag eind negentiende eeuw wel een connectie tussen lichamelijke kracht van de westerlingen en het eten van vlees. Daarom stimuleerde de Japanse overheid vleesconsumptie. Niet dat de Japanners en masse aan het vlees gingen, maar in het leger werd wel tien keer zoveel vlees gegeten als een doorsnee Japanner deed.’ Wat de omstreden walvisconsumptie betreft, is Cwiertka stellig. ‘Walvisvlees wordt niet of nauwelijks gegeten. Wel werd het tijdens periode van voedselschaarste in de jaren vijftig vrij geregeld geïmplementeerd in het schoollunchprogramma van de Amerikanen, als surrogaat van rundvlees. De kinderen van toen – de gepensioneerden van nu – kijken met nostalgie naar walvisvlees.’ De internationale druk om walvisvangst te beperken, stuit volgens Cwiertka op koppigheid van de Japanner. ‘Het is een soort bewijsdrang tegen de internationale gemeenschap; niemand vertelt ons wat we wel of niet mogen eten.’ Ook in China zal de dierenrechtenlobby weinig gehoor vinden. Chinezen maken immers geen onderscheid tussen natuur en cultuur. Pieke: ‘Westerlingen hebben een idee geschapen van de natuur die apart staat van de mens en zijn cultuur. “We mogen de natuur zo min mogelijk beïnvloeden.” Maar Chinezen zien dieren
OPINIE
als onderdeel van hun wereld. Je kunt gebruik van ze maken. Ook als je ze leed toebrengt, is dat een normaal aspect van het leven. Dat hoort erbij. Dus het eten van dieren, ondanks de dreiging van uitsterven, is “natuurlijk”.’ Prof.dr. Frank Pieke is Chair Professor van Modern China Studies. Zijn onderzoeksvelden beslaan de antropologie van de staat en het socialisme in modern Azië, specifieker het bewind en organisatie van de Chinese Communistische Partij in de context van China’s globalisatie en hervormingen. Het tweede thema beslaat internationale migratie, transnationalisme en culturele diversiteit met betrekking tot China.
In het verlengde hiervan, ligt milieubescherming. Japanners hebben toch juist zo’n sterke band met de natuur? Cwiertka: ‘Japanners en natuur? Tegenwoordig woont negentig procent van de bevolking in steden, waarvan vijfenveertig procent in de drie gigantische metropolen van Tokio, Osaka en Nagoya. Die band met de natuur bestaat nauwelijks meer. Daarnaast waren Japanners tot twintig jaar geleden de grootste vervuilers, grotendeels door hun consumptiegedrag. Pas sinds het Kyotoverdrag heeft natuurbescherming serieuze aandacht gekregen.’
— ‘So what, als de westerse dominantie teloorgaat’ Frank Pieke
Het zijn dan ook westerse organisaties die graag milieu- en natuurbescherming in Azië zien ontstaan. Pieke: ‘In China verkoopt dat niet. Maar via een vertaalslag naar de persoon zelf kun je hem of haar wel bereiken. Dus: “Als je deze natuur niet in stand houdt, dan gebeurt het volgende met jóu en met de Chinese maatschappij.” Dat maakt indruk.’
Dr. Paul van der Velde werkt bij het International Institute for Asian Studies (Leiden/ Amsterdam) en is Chief Executive Officer van de International Convention of Asia Scholars (ICAS). Ook is hij General Editor van de IIAS/ICAS Publications Series die zijn uitgegeven bij Amsterdam University Press.
‘Aziatische landen en Europa zijn de laatste vijftien jaar dichterbij elkaar gekomen,’ zegt Van der Velde, ‘vooral door het zogenoemde Asia-Europe Meeting-proces (dialoogforum tussen Europese en Aziatische partners over grote politieke, economische, financiële en sociaal-culturele vraagstukken, red.) De internationale verhoudingen verschuiven. Het Westen is in termen van military en financial power niet meer dominant, maar heeft nog een licht overwicht. In de volgende generatie zal de balans naar de andere kant doorslaan.’ Pieke: ‘Chinezen willen nummer één van de wereld zijn. Zeker omdat zij vinden dat ze honderdvijftig jaar lang vernederd zijn door het Westen en Japan. Die frustratie zit hoog.’ Van der Velde: ‘Maar we hoeven niet bang te zijn voor rising Azië. Door Azië te leren kennen, neemt de angst af. Aziaten zijn niet fundamenteel anders dan wij. Ze lachen om min of meer dezelfde dingen. En ze trouwen, net als wij. Hoewel wij op een huwelijk niet zo snel roepen dat het cadeau van ome Piet maar liefst 200.000 renminbi kostte, iets wat Chinezen wel doen. Maar we kunnen veel van Aziatische landen leren. Het begint steeds aantrekkelijker te worden aan een van de Aziatische topuniversiteiten te gaan studeren.’ >> leidraad 29
opinie
Prof.dr. Katarzyna J. Cwiertka is hoogleraar Modern Japan Studies. Ze studeerde Japanse taal en geschiedenis aan de Universiteit van Warschau (Polen) en Universiteit van Tsukuba (Japan). In 1999 verdedigde ze in Leiden haar proefschrift, waarin ze de ontwikkeling van de hedendaagse Japanse eetcultuur vanuit historisch perspectief onderzocht. Haar onderwijsvelden zijn voedsel en materiële cultuur van Japan en Korea.
De topsportmetafoor speelt wel een belangrijke rol, vindt Pieke. ‘Zowel daar als hier. Een volkomen absurde mentaliteit, waarom zou je per se nummer één moeten zijn? Maar voor Chinezen en het Westen is dat belangrijk. We zitten gevangen in een soort idee dat nummer één zijn belangrijk is en daarom gaan we rare dingen doen. Maar wat kunnen we tegen hebben op een sterker en welvarender China? Dat anderhalf miljard mensen een beter leven hebben? Ze wonen in één land dat maakt ze machtig, dat is het gevolg. Maar het opkopen van Griekse havens bijvoorbeeld, doen Europa en Amerika net zo goed. De Chinezen willen hiermee de wereld niet veroveren. De wereld is geen spelletje Risk. Ook de internationale betrekkingen denken helaas in termen van macht en bedreiging. Maar ik ben ervan overtuigd dat het gaat om belangen, welvaart en veiligheid. Niet om wie nou de meeste landjes heeft ingepikt. Daar moeten we vanaf. Want als iedereen dat gelooft, dan wórdt er op die manier gehandeld. En
— ‘We hoeven niet bang te zijn voor rising Azië’ Paul van der Velde
Profileringsgebied: Asian Modernities and Traditions Een van de elf profileringsgebieden van de Universiteit Leiden is Asian Modernities and Traditions. Dit gebied doorkruist de traditionele grenzen tussen vakgebieden en faculteiten, zoals Chinese, Indonesische, Japanse, Koreaanse en Zuid-Aziatische letteren, (sub)culturen, religie, staatkunde en rechtssystemen. Het profielgebied biedt kansen voor fundamenteel toponderzoek en sluit aan bij kernvraagstukken in de maatschappij. Meer informatie: www.research.leiden.edu
30 leidraad
so what, als de westerse dominantie teloorgaat en we over vijftig jaar Chinees spreken. Wat maakt het uit? Is dat belangrijk? Nee. Maar het probleem is dat China terug wil naar die dominante positie van vijfhonderd jaar geleden. Daardoor krijg je dus die overspannen vorm van internationale betrekkingen als “hun verlies is mijn winst”, en dan gaat het mis. We moeten uit die metafoor breken.’ Van der Velde: ‘Als China een groter gedeelte van de wereldeconomie gaat beheersen, is dat een betere verdeling op basis van de absolute werkelijkheid. Zij zijn nu eenmaal met z’n velen. We moeten af van die post–Tweede Wereldoorloghouding. Europa kan alleen tegenwicht bieden door samenwerking te vinden.’ <
geesteswetenschappen links: Hoogleraar Russische geschiedenis prof.dr. André Gerrits. midden: Een Orde voor prof.dr. Ingrid Tieken-Boon van Ostade. onder: Het logo van Brieven als Buit.
Stylistics across disciplines Op 16 en 17 juni wordt in Leiden de internationale conferentie “Stylistics across disciplines” gehouden. De dagen zullen worden bezocht door specialisten op het gebied van de geesteswetenschappen, taalkunde en retorica. Doel is om ideeën uit te wisselen en samenwerking tussen de verschillende disciplines te stimuleren. Het geheel wordt georganiseerd door de NWO onderzoeksgroep Stylistics of Dutch. Voor meer informatie zie www.stylistics.leidenuniv.nl
Het persoonlijke verleden Brieven en andere “egodocumenten” zoals dagboeken vertellen ons veel over het dagelijkse leven en de dagelijkse taal van vroeger. De onderzoeksgroep Brieven als Buit/Letters as Loot organiseert de volgende Historical Sociolinguistic Network Conference. Het thema is “Touching the Past. (Ego)
Documents in a Linguistic and Historical Perspective”. De conferentie vindt plaats op 22, 23 en 24 juni in Leiden. Meer informatie op www.hum.leiden. edu/lucl/hison-conference
Zijn onderzoeksproject richt zich op de merktekens van de arbeiders van de koninklijke grafbouw in het Nieuwe Rijk (ca. 1550-1070 v. Chr.).
Afscheidscollege Awards, prijzen en subsidies Prof.dr. Ingrid Tieken-Boon van Ostade, hoogleraar Historische Sociolinguïstiek van het Engels, heeft de Orde van Sint Mellitus ontvangen. Deze onderscheiding is toegekend als waardering voor haar verdiensten voor de geschiedschrijving van de bisschoppen van Londen. Professor Tieken heeft onder meer de grammatica en taal van Robert Lowth bestudeerd, bisschop van Londen van 1777 tot 1787. Het boek dat zij hierover schreef – The Bishop’s Grammar – is in 2010 verschenen bij Oxford University Press. Egyptoloog dr. Ben Haring heeft een NWO-subsidie ontvangen om onderzoek te doen naar het uitgebreide systeem van merktekens dat de Egyptenaren naast hun schrift gebruikten.
Op 6 juni is het afscheidscollege van prof.dr. J.L. Blusse van Oud Alblas, hoogleraar geschiedenis van de Europees-Aziatische betrekkingen. Belangstellenden worden verzocht zich van te voren online aan te melden: www.nieuws.leidenuniv.nl
Benoeming Dr. Jaap de Jong is per 15 november jongstleden benoemd tot hoogleraar Journalistiek en Nieuwe Media. Binnen deze leerstoel richt De Jong zich op de retorische aspecten van de journalistiek, zowel van tekst als van beeld. Per 15 februari is dr. Katarzyna Cwiertka benoemd tot hoogleraar Modern Japan Studies (zie artikel linkerpagina). De eerste maand van haar professoraat was meteen een vuurproef: Japan werd getroffen
door een vernietigende aardbeving en tsunami, en Cwiertka werd belaagd door de media.
Rusland: verleden en heden Op 25 februari jongstleden aanvaardde prof.dr. Andre Gerrits zijn ambt als hoogleraar Russische geschiedenis met een oratie over de wetenschappelijke bestudering van Rusland. Het land verdient onze aandacht om vele redenen, aldus Gerrits. Zo bestrijkt Rusland maar liefst een zesde van de aardbol. De gigantische omvang van de bodemschatten speelt ook een rol. Bovendien delen we een continent met het land. Bij onze benadering van Rusland moeten we eerder vergelijkend dan eendimensionaal te werk gaan, betoogde hij. Anders is de kans heel groot dat we veranderingsprocessen binnen dit grote land over het hoofd zien.
leidraad 31
editorial
inspiratie
een selectie uit publicaties van de universiteit leiden, haar medewerkers en haar alumni.
Ironische reflecties op het leven Het verhaal van sergeant Meijer Betrof het een geval van desertie of een tragisch menselijk drama? Auteur Jan van Weeren beschrijft in zijn boek Stuk terug het geval van sergeant Chris Meijer, de eerste en enige Nederlandse militair die tijdens de Tweede Wereldoorlog wegens desertie werd veroordeeld en gefusilleerd. Een verhaal over recht en onrecht tegen de achtergrond van de Grebbelinie en een door de Duitsers bezet dorp. Stuk terug. De aftocht van sergeant Meijer – Jan van Weeren. Uitgeverij Aspekt. ISBN-13: 978-94-6153043-1
leidraad 32 32 leidraad
Slijpsteentjes voor de geest is een bloemlezing van korte ironische reflecties op alledaagse toestanden en gebeurtenissen. De ruim negenhonderd miniatuuruitspraken in deze handzame bundel zijn een mengeling van niet eerder gepubliceerde cabareteske teksten en citaten. Floor Kist richtte, samen met Paul van Vliet, het Leidsch Studenten Cabaret op. Hij was diplomaat, Grootmeester van het Koninklijk Huis, tekstschrijver en columnist (o.a. Elsevier, NRC en AD). De publicatie van Slijpsteentjes is mogelijk gemaakt dankzij steun van alumni via het LUF. Slijpsteentjes voor de geest – Floor Kist. Leiden University Press. ISBN 978 90 8728 114 4
Leven en afscheid nemen
China van binnenuit
Het leven bestaat uit afscheid nemen; van een dierbare, van een levensfase of van een gewoonte of illusie. In een bijzondere raamvertelling laat psychologe Irene van Kurpershoek zien dat de basisprincipes van afscheid nemen en verder kunnen gaan, gelden voor alle vormen ervan, op grote of kleine schaal. Een boek vol herkenning, met tips om rust te vinden en de draad weer op te pakken. Zakdoekje leggen. Verborgen afscheid – Irene van Kurpershoek. Uitgeverij VERHAAL EN BEELD. ISBN 978-90-812345-2-8
Ze kende het land al, maar als alleenstaande moeder een bestaan opbouwen in China bleek toch anders dan ze had gedacht. Bettine Vriesekoop vertelt over haar werk als correspondent voor NRC Handelsblad in een cruciale fase van de ontwikkeling van het land. Daarbij is ze ook openhartig over haar dagelijkse bestaan in megastad Beijing en de uitdagingen waaraan zij als alleenstaande moeder het hoofd moet bieden. Duizend dagen in China – Bettine Vriesekoop. Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar. ISBN 978 90 388 9398 3
editorial
archeologie
links Het NEOMAP-project richt zich op het gebied rondom de Japanse en Oost-Chinese Zee. midden Dr. Diederik Meijer tijdens veldwerk. rechts Het team van NEO-MAP met Ilona Bausch (vierde van rechts), prof. John Bintliff (derde van rechts) en projectleider prof. Junzo Uchiyama (rechts vooraan).
Archeologie over de grens Hoe zagen landschappen er vroeger uit? Hoe bepaalden ze het leven van de mensen toen? En hoe kunnen we huidige landschappen en hun culturele betekenis bewaren voor de toekomst? Met deze vragen houdt het internationale, multidisciplinaire project NEOMAP zich bezig. Dr. Ilona Bausch neemt namens de Universiteit Leiden deel aan het kernteam. “Neolithisation and Modernisation: Landscape History on East Asian Inland Seas”, zo heet het NEOMAP project voluit. ‘Het project richt zich op het reconstrueren van landschapsveranderingen in het gebied rondom de Japanse Zee en Oost-Chinese Zee’, aldus dr. Bausch. ‘We kijken niet alleen naar fysieke veranderingen, maar ook naar mentale: hoe veranderde de mindset van de mensen tijdens het neolithische
tijdperk en de moderne tijd, en hoe veranderde hun levensstijl mee?’ Binnen het project werken archeologen samen met antropologen, sociaal geografen en linguïsten. Bausch: ‘De multidisciplinaire aanpak leidt tot nieuwe inzichten, bijvoorbeeld op het gebied van handel en uitwisselingen tussen lokale volkeren. Heel boeiend!’ De afdeling Archeologie van Azië heeft sinds april 2010 een implementation agreement met het Research Institute for Humanity and Nature (RIHN) in Kyoto, het instituut dat het project coördineert. In de herfst vliegen Bausch en prof.dr. Willem Willems naar Japan om deel te nemen aan de general meeting van NEOMAP en een internationaal symposium over landscape preservation, waar Willems keynote speaker is. In maart 2012 organiseert NEOMAP in samenwerking met Leiden een Joint International Workshop, met als thema “Landscape, Identity,
Archaeology: Inland Sea interaction spheres”. Tal van gerenommeerde wetenschappers uit binnen- en buitenland doen hieraan mee. In 2012 loopt het NEOMAP project officieel af, maar Bausch vertrouwt op een verlenging of een vervolg. ‘Deze samenwerking verloopt heel goed. Nederland heeft natuurlijk van oudsher een bijzondere band met Japan. En dat de Universiteit Leiden zo’n goede naam heeft in het buitenland, telt ook mee.‘
Dr. Diederik Meijer 65 jaar Velen van u zullen hem kennen: dr. Diederik Meijer, docent en onderzoeker met als specialisme het Nabije Oosten, Syrië en Urbanisme. Gedurende 24 jaar was hij een van de pijlers van de faculteit Archeologie. Op 15 april jl. vond zijn wetenschappelijke afscheid plaats – een mijlpaal die niet onopgemerkt voorbij kon gaan. De faculteit organiseerde
een symposium ter ere van dr. Meijer, waar collega’s uit Leiden maar ook uit het buitenland een lezing hielden. Hoogtepunt van de middag was de uitreiking van een festschift aan dr. Meijer, getiteld “Correlates of Complexity”.
Nieuws voor alumni De website van de faculteit Archeologie is vernieuwd. Het deel met Nederlandstalige informatie is flink uitgebreid, onder meer met een speciaal deel voor alumni. Hier vindt u naast het nieuws ook een overzicht van alumninetwerken, LinkedIn-alumnigroepen en activiteiten die voor alumni toegankelijk zijn. Een van die activiteiten is de barbecue voor studenten, docenten en alumni op 26 mei, die de faculteit samen met Terra organiseert. Meer informatie: www.archeologie.leidenuniv.nl/ alumni.
leidraad 33
Leiden en Azië
De Japanse aardbeving in Leiden Op 11 maart werd Japan getroffen door de grootse ramp uit haar naoorlogse geschiedenis. Voor studenten en medewerkers van het programma Japanstudies brak een periode aan van crisisberaad en media-aandacht. Hoogleraren Kasia Cwiertka en Ivo Smits zijn de afgelopen weken voortdurend bezig geweest met de situatie in Japan. ‘Het belangrijkste is natuurlijk dat het goed gaat met Japan en met de mensen daar’. Tekst: Edith van Gameren Beeld: hollandse hoogte
Er waren 36 Leidse studenten in Japan op 11 maart. Twee studenten van de masteropleiding maakten de ramp aan den lijve mee in een supermarkt in Tokio. ‘Het gebeurde allemaal in een split second’, vertelde masterstudent Michael Groosman eerder aan de webredactie van de faculteit. ‘Ik dacht eigenlijk alleen maar: wat moet ik nou doen? Ondertussen rende het winkelpersoneel door de hele zaak om te zorgen dat niet alles omkletterde. Zij waren dus nog gewoon met hun werk bezig. Wij hebben de hele tijd bij een pilaar gewacht tot het voorbij was. Achteraf bleek dat het vier minuten duurde, maar op het moment 34 leidraad
zelf leek er geen einde aan te komen.’ Ook voor de medewerkers van Japanstudies in het Arsenaal was de ramp ingrijpend. ‘Wij hebben natuurlijk studenten in Japan’, zegt prof.dr. Ivo Smits, hoogleraar Japanse letteren en culturen. ‘Het academisch jaar in Japan begint in april en eindigt in maart, dus een deel van de studenten was net klaar en was aan het rondreizen. Dat maakte het lastig om hen te pakken te krijgen, maar gelukkig hadden we ze binnen 24 uur allemaal gelokaliseerd.’ ‘Nog ingrijpender was het voor de studenten die net naar Tokio zouden vertrekken en die wij nog even in Nederland hielden’, vult zijn collega prof.dr. Kasia Cwiertka, hoogleraar Modern Japan Studies, aan. ‘In Japan is het vrij strikt geregeld; niet op tijd in Japan zijn voor het introductieprogramma van een universiteit is echt geen optie.’
‘We hadden nauw contact met de Nederlandse ambassade in Tokio’ Ivo Smits
Meteen na de ramp vormde de universiteit een crisisteam met daarin medewerkers van de faculteit, students admission & exchange, communicatie en programmavertegenwoordigers van de bachelor- en masteropleiding Japanstudies. ‘De eerste vier weken na de ramp hadden we dagelijks overleg’, zegt Smits. ‘We bespraken bijvoorbeeld waar onze studenten waren en wat we moesten doen met de groep die klaar stond te vertrekken. We hadden nauw contact met de Nederlandse ambassade in Tokio. We hebben voor de studenten die zouden
Leiden en Azië
Talen en culturen van Japan Met jaarlijks honderddertig tot honderdvijftig eerstejaars is Talen en culturen van Japan een van de grootste bachelorprogramma’s van de faculteit Geesteswetenschappen. Hoogleraar Ivo Smits: ‘In de jaren tachtig zaten we een tijdje rond de honderd instromers per jaar, daarna hebben we een tijd een numerus fixus gehad. De laatste zeven à acht jaar zien we weer een sterke stijging.’ ‘Die toegenomen belangstelling is voor een deel te verklaren uit Japan als vanzelfsprekend ijkpunt in de jongerencultuur’, zegt hoogleraar Kasia Cwiertka. ‘Studenten zijn bijvoorbeeld geïnteresseerd in anime.’ Smits: ‘Die belangstelling proberen we hier vast te houden en om te vormen in een academische interesse.’ Het tweejarige masterprogramma Japanese Studies heeft jaarlijks ongeveer twintig deelnemers. Een klein aantal bachelorstudenten studeert enige tijd in Japan, voor de masterstudenten is een “Japanjaar” een verplicht onderdeel van het programma.
vertrekken, het reisadvies voor Tokio en noord-Japan van het ministerie gevolgd. Dat was eerst negatief voor alles en iedereen, later werd dat negatief voor niet-essentiële reizen naar Tokio.’ ‘We hadden met elke partner-universiteit apart overleg’, vult Cwiertka aan. ‘Ze zijn over heel Japan verspreid en de situatie is niet overal hetzelfde. Gelukkig hebben we met al onze partner-universiteiten oplossingen kunnen vinden. Sommige universiteiten hebben de opening van hun academisch jaar bijvoorbeeld een paar weken uitgesteld.’ Inmiddels zijn de meeste masterstudenten alsnog vertrokken naar hun Japanse universiteit. ‘We hebben hen vanwege de uitzonderlijke situatie ook de mogelijkheid gegeven een vervangend programma in Nederland te volgen,’ zegt Cwiertka, ‘maar daar heeft niemand gebruik van gemaakt.’ De Leidse deskundigen werden na de ramp veelvuldig benaderd door Nederlandse media. ‘Toen de ramp gebeurde, zat ik in Stanford in de Verenigde Staten voor een congres’, vertelt Smits. ‘Daar werd ik uit mijn bed gebeld door een redacteur van De Wereld Draait Door, die mijn nummer had.’ Wat Smits en Cwiertka opviel, was de vooringenomenheid van veel journalisten of nieuwsredacties ten opzichte van Japan. ‘Men probeert
vooral Japanners te beschrijven als totaal andere mensen dan wij’, zegt Cwiertka. ‘Het gaat dan over hun eergevoel of dat ze niet huilen.’ Smits valt haar bij: ‘Daar koppelen ze dan gemakzuchtige verklaringen aan, plus de aanname dat alle Japanners hetzelfde zijn. De echte nieuwsgierigheid van de media is me tegengevallen, zeker omdat het Japanverhaal zo lang zoveel aandacht kreeg. Redacties hebben een bepaald beeld, een verhaal in hun hoofd. Dat de werkelijkheid veel genuanceerder en gevarieerder is, willen ze eigenlijk niet horen.’ Cwiertka merkte dat toen ze een interview gaf aan RTL Boulevard. ‘De journalist kwam met de veronderstelling dat de keizer van Japan een harteloos persoon is. Ik heb haar in een gesprek van een uur uitgelegd dat dat genuanceerder ligt. Ze leek overtuigd, maar blijkbaar besloot de redactie in de montage toch dat clichébeeld weer neerzetten. In de wetenschap zijn we altijd blij om iets nieuws te ontdekken, verrast te worden, maar in de televisiewereld blijkt dit dus niet altijd het geval te zijn’, zegt ze spijtig. Smits: ‘Toevallig had ik in het vliegtuig naar Stanford Het zijn net mensen van Joris Luijendijk gelezen, waarin hij laat zien hoe correspondenten ter plekke doorgaans een voorgekookt verhaal van de thuisredactie invullen. Daar moest ik later nog vaak aan denken.’ < leidraad 35
editorial
Verenigingsnieuws links Het LSC-jaar 1961 gaat voor goud! rechts De overdracht van de Waka ging gepaard met een Maori-ceremonie.
GOUD 1961, 1961 GOUD Op zaterdag 22 oktober viert het LSC-jaar 1961 dat wat een gouden potentie had, ook goud werd! Een contactgroep met vertegenwoordigers van alle jaarclubs is bezig met de voorbereiding van dit festijn, met een programma dat voor iedere jaargenoot aantrekkelijk is. Alle informatie hierover is te vinden op www.leiden1961.nl Hier vindt u ook een verzoek om ons te helpen aan ontbrekende adressen en informatie over de inschrijving en de deelname aan het schenkingsfonds. Wij rekenen graag op een massale aanwezigheid van ons jaar! Jaarabactiaat: rogier@chorusconsult.eu
Minerva Agenda: Zaterdag 22 oktober 2011 L.S.C. 1961 Vrijdag 4 november Sociëteit Minerva L.S.C. 1951 Meer informatie vindt u op www.reunistminerva.nl of mailen naar reunisten@lsvminerva.nl
36 leidraad
VVSL’61 gaat voor goud! Najaar 1961 begonnen wij ons “hoopvol jonge leven” in Leiden. Prehistorie of als de dag van gisteren? Voor zaterdag 5 november 2011 hebben wij ruimte in het Academiegebouw gereserveerd om “het vrolijk weerzien na het vaarwel” te vieren. Houd deze dag vrij. Nadere gegevens volgen. Karina van Ditzhuyzen, ditz@edediting.nl Carin Rambonnet, carin.vanketwich@gmail.com Sabine Schrama, sabine.demka@orange.nl Peggie van der Stok, breitbartholdenzaal@planet.nl
Njord Op 18 oktober 2010 vond de officiële opening plaats van de “Te Waka Maori”-tentoonstelling in museum Volkenkunde. Een aantal Njordleden had de eer om in de Waka plaats te nemen en een traditionele Haka-dans uit te voeren. In januari 2011 reisde een aantal Leidenaren af naar de Maori in Nieuw-Zeeland. De e.t. Praeses, Pieter Roorda, en de h.t. Praeses, Koos Wabeke,
reisden samen met een aantal actieve leden van de Wakacrew. Zij leerden veel over de cultuur van de Maori. Met plezier en trots zullen zij ervoor zorgen dat de Waka, die is geschonken aan museum Volkenkunde, wordt bemand.
Njord Agenda 15 mei 2011 Laga lustrum wedstrijden aan de vliet tussen Den Haag en Delft. 21/22 mei 2011 Westelijke regatta op de Bosbaan in Amsterdam 2/3 juli 2011 NSRF slotwedstrijden op de Bosbaan in Amsterdam 4/5 juni 2011 ARB/NK grote nummers op de Bosbaan in Amsterdam 18/19 juni 2011 Martini-wedstrijden op baan bij Harkstede Groningen. 25/26 juni 2011 Koninklijke Holland Beker op de Bosbaan in Amsterdam
Reünistenblokborrels De Quintus-reünisten kwamen op drie zaterdagavonden in februari bijeen. In jaargangen
editorial
Verenigingsnieuws links Ard van der Steur, Leienaar van de jaargang 1988 en lid van de Tweede Kamer voor de VVD. rechts In een volgepakte zaal sprak minister Edith Schippers van VWS, oud-Quint, vrijdag 8 april de 2e Juffermanslezing uit op Quintus.
van aankomst – 1979 tot en met 1986, 1984 tot en met 1990 en 1988 tot en met 1995 – werd het een warm weerzien in de voor velen nog “nieuwe” sociëteit aan de Boommarkt. Kijk voor foto’s op www.reunistenquintus.nl
Minister Edith Schippers houdt Juffermanslezing Het reünistenbestuur van Quintus organiseerde op vrijdag 8 april jongstleden de tweede Juffermanslezing. In een volgepakte zaal sprak minister Edith Schippers van VWS, oud-Quint, vrijdag 8 april de 2e Juffermanslezing uit op Quintus. Als eerste Quint die het tot minister schopte vertelde zij over haar passie voor de politiek, ingegeven door de diepe wens zaken te kunnen verbeteren. De vele vragen over haar beleid beantwoordde zij helder en zonder omhaal, hier en daar gelardeerd met humor.
Augustinus De dit jaar opgerichte Studiesubs geven tentamentrai-
ningen aan Augustijnen die daar behoefte aan hebben. Daarmee bewijst Augustinus dat een succesvolle synergie tussen academische prestaties en een druk studentenleven wel degelijk mogelijk is. Ruim 365 nieuwe leden hebben zich dit jaar ingeschreven, waarmee Augustinus de grootste vereniging van Leiden blijft. Bent u reünist? Schrijft u zich dan nu in als lid van de Stichting Oud Leden Augustinus of het Fonds Vrienden van het Eigen Huis via: www.reünisten.lvvsaugustinus.nl
Augustinus Agenda: Woensdag 27 april Opening 118e Diesweek der L.V.V.S. Augustinus Zaterdag 15 oktober Dies van de Sociëteit Eigen Huis
Open Leidsche Tafel Sinds enige tijd werd in de Nieuwe of Littéraire Sociëteit De Witte gewerkt aan de oprichting van de Open Leidsche Tafel (OLT). Open voor alle leden van die Sociëteit die in Leiden studeerden of daar pogingen toe onder-
namen. Op 12 januari togen bijna honderd Witte-leden naar de sociëteit om daar de oprichting van de OLT bij te wonen. Ard van der Steur, Leienaar van de jaargang 1988 en lid van de Tweede Kamer voor de VVD, hield een causerie. Een kleine maand later – op 10 februari – verzamelden de Leidse leden van De Witte zich opnieuw, ditmaal om de Dies van hun geëerbiedigde Alma Mater te vieren. Ook Leidse reünisten die geen lid zijn van De Witte, waren van harte welkom. Een recordaantal Leienaren – 235 maar liefst – wist de weg naar de Pleinzaal te vinden. Reünisten, die lid zijn van De Witte en geïnteresseerd zijn in de Open Leidsche Tafel kunnen zich opgeven via haagsereunisten@plexus.leidenuniv.nl onder vermelding van hun jaar van aankomst en Witte-nummer.
gende nieuwsbrief aan alle reünisten en ouderejaars leden bekendgemaakt. Aanmelden kan bij secretaris Louise Hoppel (secretaris@horusfonds.org). Mocht u nog leuke foto’s van uw tijd in uw bezit hebben, dan zouden wij het leuk vinden om deze te mogen lenen voor het vullen van onze galerij. Naast de jaarlijkse reünistendag is er volgend jaar weer een lustrumjaar. Catena bestaat in 2012 zestig jaar. Wij vieren dan ons twaalfde lustrum met veel activiteiten voor leden, inclusief een speciale reünistendag. Mocht u nu al geïnspireerd raken en vol ideeën voor activiteiten zitten, dan kunt u contact opnemen met Sandra Fekkes, curator reünistenactiviteiten en vanuit de Stichting lid van de Lustrumcommissie van Catena (reunisten@horusfonds.org).
Stichting Reünistenfonds Horus Zaterdag 21 mei 2011 vindt de jaarlijkse reünistendag op Catena plaats. Het programma is inmiddels in grote lijnen bekend en wordt via de eerstvol-
leidraad 37
waar leiden toe kan leiden
koers: oostwaarts Of de liefde voor Azië er nu vroeg in zat of niet, eenmaal gevallen voor dit continent is er geen weg meer terug. Kunst, wetenschap, bedrijfsleven, ondernemingsrecht, in “de oost” zijn werelden te ontdekken. Waarvan akte: vier alumni over hun relatie met mensen, bedrijven, culturen en gebruiken in dit immense continent. tekst: Ruud Slierings beeld: Martijn de Vries
Mathilde Teuben (1978) studeerde Japanse taal en cultuur in Leiden en deed Politicologie (internationale betrekkingen) aan de UvA. Ze werkte bij ESTEC Noordwijk en werkt sinds 2007 bij de EVD, dat vorig jaar met SenterNovem en Octrooicentrum Nederland is gefuseerd tot Agentschap NL. Ze is Business Development Adviseur Azië en werkt vanuit Den Haag.
— ‘ Ik ben acht jaar zó intensief bezig geweest met Japan, dat ik even wat anders wilde. Voor je het weet, kom je niet meer uit dat stramien’ 38 leidraad
waar leiden toe kan leiden
â&#x20AC;&#x2DC; Ik ben een gastarbeider in China. Soms zit ik aan een dichtbevolkt diner en snap ik pas dagen later waarom al die mensen daar zatenâ&#x20AC;&#x2122;
Victor Meijers (1964) studeerde Rechten (notarieel recht) en promoveerde in 1996. Hij was redacteur van Vennootschap & Onderneming en werkte bij De Brauw Blackstone Westbroek en KPMG. In 2005 startte hij zijn eigen maatschap: Civil Code. Sinds 2010 is hij partner bij DeHeng Law Offices. Meijers publiceerde verschillende boeken over ondernemingsrecht en is universitair docent in Leiden.
leidraad 39
waar leiden toe kan leiden
‘Dat ik geen kunstgeschiedenis heb gestudeerd, bleek allesbehalve een handicap; ik werd zo niet gehinderd door westerse ballast’
Martijn Kielstra (1966) deed in Leiden een studie Rechten. Na zijn studie ging hij aan de slag bij Loyens & Loeff. Na drie jaar, in 1995, startte hij Canvas International Art: presentatie en promotie van het werk van jonge hedendaagse kunstenaars uit Azië, Afrika en LatijnsAmerika (aankoop, verkoop, verhuur en presentatie in de galerie in Amsterdam). www.canvas-art.nl
40 leidraad
waar leiden toe kan leiden
‘Op mijn vijftiende was ik al twaalf keer verhuisd. Ik kwam van ver, kende geen kip en veel studiegenoten had ik ook al niet’
Marijke Klokke (1958) studeerde in Leiden Talen en culturen van Zuid- en Centraal-Azië en promoveerde in 1990. Sindsdien werkt ze bij de universiteit, eerst als docent en medewerker UB, daarna als universitair hoofddocent. Sinds vorig jaar is Klokke hoogleraar Kunst en materiële cultuur van Zuid- en Zuidoost-Azië (Hendrik Mullerleerstoel van de KNAW, gefinancierd met steun van de Stichting Dr. Hendrik Muller’s Vaderlandsch Fonds).
leidraad 41
waar leiden toe kan leiden
koers: oostwaarts Of de liefde voor Azië er nu vroeg in zat of niet, eenmaal gevallen voor dit continent is er geen weg meer terug. Victor Meijers is niet zo’n planner. “Pak de trein naar Leiden, loop recht de stad in en bij een deur met veel bellen vraag je om een slaapplaats”, had zijn oudere neef hem getipt. Simpel. Rechten leek hem wel wat, destijds een studie met loting. Als Bredanaar wist hij één ding: niet in Tilburg. Leiden moest het worden. Een “tranentrekkende brief ” over zijn “liefde voor Antilliaans recht” – alleen in Leiden gedoceerd – onderbouwde zijn ambitie. Het wérd Leiden. Alleen die wandeling vanaf het station trok iets te veel naar rechts, Meijers kwam uit bij het Zwanennest van roeivereniging Njord. ‘Ik heb een half jaar in het bierhok geslapen.’ Nu, 28 jaar later, is Meijers de eerste westerse partner in een Chinese juristenmaatschap. De eerste! Geen Amerikaan, Japanner of Brit, maar een Brabander. ‘Eind 2007 belde de Chinese ambassade me op mijn kantoor in Den Haag: er was een dame uit China op bezoek, of ze even langs mocht komen. Na twintig minuten vroeg ze me: “Weet u wie ik ben?” Bleek ze de baas te zijn van een maatschap van duizend advocaten. Of ik wilde intreden. Ik had wel eens wat gedaan met Chinese staatsbedrijven, maar ik stond eigenlijk op het punt een kantoor in Vancouver te openen. Afijn, twee weken later zat ik in Beijing. In 2010 werd de zaak beklonken: ik werd Global Partner van DeHeng Law Offices.’ 42 leidraad
Volgens Meijers staan Nederlanders goed bekend in China, ‘beter dan we vaak denken’. Dat zal meegespeeld hebben in de keuze van DeHeng, net als het feit dat Meijers ondernemend is, publiceert over ondernemingsrecht, doceert aan de universiteit en praktisch van aard is. ‘Je moet niet direct alles willen begrijpen. Ik ben een gastarbeider in China. Soms zit ik aan een dichtbevolkt diner en snap ik pas dagen later waarom al die mensen daar zaten. Laatst was er een partner-meeting over geld. Voertaal mandarijn, geen tolken, want strikt geheim. Daar begreep ik niks van. Behalve de cijfers, want die zijn overal hetzelfde. En dan is het niet moeilijk: het grote bedrag is de omzet, het kleine de winst. Klaar.’ Zo blanco als Meijers zijn entree in Leiden maakte, zo bewust stapte Mathilde Teuben op de studie Japanse taal & cultuur af. Een ‘schuchter meisje uit Oost-Groningen’ dat niet vanwege Kill Bill, manga-strips of computergames voor de studie van dit land koos (wat tegenwoordig wel veel studenten doen), maar vanwege ouderwetse romantiek. ‘Een mysterieus eilandenrijk, ver weg, met een raadselachtig schrift.’ Ze had bovendien een jaar in Australië gewoond en daar veel Japanse vrienden gemaakt. En aangezien Leiden als enige stad de studie aanbood, was het pleit beslecht. Des te opvallender is haar huidige werk: bedrijfsadviseur. Niet voor Japan, maar voor China. ‘Ik ben acht jaar zó intensief bezig geweest met Japan – ik heb er tweeënhalf jaar gestudeerd en gewoond – dat ik even wat anders wilde. Voor je het weet, kom je niet meer uit dat stramien. Daarom was ik er al de studie Internationale betrekkingen naast gaan doen.’ Hoewel ze heimwee heeft naar de drukte en haar vrienden in Tokio, betreurt ze de
keuze niet om zich met andere regio’s bezig te houden. ‘Ik ben geen echte Japan-freak. De studie was voor mij ook een middel om in contact te komen met andere mensen en culturen. Dat heeft mijn tijd in Leiden me misschien nog meer gebracht: vaardigheid in het opbouwen van een netwerk.’ Die vaardigheid komt haar nu goed van pas, want onder de bedrijven die naar China willen, komt ze niet alleen ondernemers tegen die de Chinese markt goed kennen. ‘Ik breng met ondernemers de kansen in kaart en adviseer over strategische aspecten, de bescherming van het intellectueel eigendom, maatschappelijk verantwoord werken en alles wat maar enigszins van belang is. Soms is het vooral een kwestie van realiteitszin bijbrengen, want er zijn ook ondernemers die alleen maar likkebaardend naar de economische groeicijfers kijken, zonder verder plan.’ ‘Mooie studie, fascinerend vak’, vergoelijkt
‘ De cijfers zijn overal hetzelfde’ Victor Meijers
waar leiden toe kan leiden
— ‘Er komt in China steeds meer artistieke vrijheid en het talent bloeit volop’ Martijn Kielstra
Martijn Kielstra zijn stap om een paar jaar na het behalen van zijn bul Fiscaal recht toch te kiezen voor zijn primaire passie: Aziatische kunst. ‘Hoe creatief het vak van belastingadviseur ook is, uiteindelijk gaat het altijd om dat geld. Dat ik dit spel toch vol overtuiging een paar jaar heb meegespeeld, komt doordat ik studieschulden had af te lossen, of eigenlijk sociëteitsschulden, en omdat ik de werking van het bedrijfsleven wilde ervaren. Toen ik steeds vaker om half zes op de klok ging kijken, wist ik het: wegwezen.’ Met een vriend van school startte hij een galerie, kunstuitleen en uitgeverij in niet-westerse kunst. ‘Voordat je precies weet wát je gaat doen, weet je al dát je het gaat doen, dat is het mooie. Er was geen weg terug. Omdat mede dankzij de globalisering de aandacht voor nietwesterse kunst groeide en wij wisten dat daar veel talent te vinden was, dachten we: dít is het moment. Dat ik geen kunstgeschiedenis heb gestudeerd, bleek allesbehalve een handicap; binnen die studie was amper aandacht voor nietwesterse kunst en ik werd zo niet gehinderd door westerse ballast.’ Kielstra stapte eind 1995 op de Transsiberië Express en besloot China, Vietnam, Maleisië en Indonesië te exploreren. Want dat wás het: exploreren. ‘Niemand sprak Engels, de adressen die ik had meegenomen, bleken onvindbaar, documentatie over kunst was er amper.’ Maar dat bevestigde hem juist in zijn overtuiging dat hier kansen lagen. Inmiddels kent hij vrijwel alle atelier-ingangen in met name China. ‘Er komt steeds meer artistieke vrijheid en het talent bloeit volop. Je hebt experimentele angry young men, die buiten het zicht van autoriteiten werken,
beoefening ervan te stimuleren. Ik kan zelfstandig promovendi begeleiden. De benoeming opent ook deuren voor samenwerking. We hebben zojuist een projectvoorstel ingediend bij NWO voor een onderzoek naar bronzen uit Zuidoost-Azië waarin wij met technici van de TU Delft en twee musea willen samenwerken.’
maar ook Ai Weiwei, de internationaal bekende kunstenaar die doelbewust de autoriteiten tart.’ Hoe goed Kielstra ook in het gat in de kunstmarkt dook, de handel in hedendaagse kunst uit nieuwe broedplaatsen was aanvankelijk geen vetpot. ‘We hebben werk in consignatie en doen zaken met musea, maar de kurk waarop onze onderneming in eerste instantie dreef, was de kunstuitleen. Inmiddels wordt veel niet-westerse kunst ook aangekocht.’ Ook Marijke Klokke is door de kunst met Azië verbonden, zij het kunst uit oude tijden. Na haar studie Talen en culturen van Zuid- en Centraal-Azië bleef ze de wetenschap trouw; ze promoveerde en ging lesgeven. Voorlopig hoogtepunt kwam eind vorig jaar, toen ze benoemd werd tot hoogleraar Kunst en materiële cultuur van Zuid- en Zuidoost-Azië. Klokke bekleedt voor drie jaar de Hendrik Mullerleerstoel van de KNAW. ‘Een mooie kans om dit vakgebied te profileren en de
De opleiding van Klokke is klein (rond de vijftien eerstejaars). Vandaar dat veel samengewerkt wordt met andere opleidingen. Zo kunnen studenten deze studie ook combineren met een andere studie (kunstgeschiedenis, geschiedenis, antropologie). Waar Leiden beschikt over een rijke bibliotheek en een van de grootste museumcollecties, zijn de meeste bronnen natuurlijk te vinden in Zuid- en Zuidoost-Azië. ‘Gelukkig stimuleert de Indonesische overheid wetenschappers hun licht op te steken in het buitenland en is het bronnenmateriaal voor niet-Indonesiërs volledig toegankelijk.’ Klokke kreeg de liefde voor Azië letterlijk met de paplepel ingegoten. Haar wieg stond in Borneo waar haar ouders als arts werkten. Toen ze vier was, verhuisde het gezin naar India. Vooral de twee jaar die ze in de buurt van Madras (nu Chennai) woonde, waren jaren van vrijheid-blijheid. Op haar achtste kwam ze in Nederland en was het uit met de pret: meedraaien in het strakke schoolsysteem. De latere studiekeuze was dus eigenlijk niet verrassend. ‘Ik wilde Hindi studeren en dat gevoel uit mijn kindertijd in India terughalen. Maar gaandeweg ontwikkelde ik meer interesse voor kunst en vooral voor Indonesië. Misschien ook wel omdat ik bij het weerzien >> met India tijdens mijn studententijd leidraad 43
— ‘Mijn benoeming is een mooie kans om mijn vakgebied te profileren en de beoefening ervan te stimuleren’ Marijke Klokke
geconfronteerd werd met een hele andere wereld. Logisch, ik zag heel andere dingen dan toen ik zeven was. Toen was mijn wereld klein en vol geborgenheid.’ Die “echte wereld” hebben velen min of meer ontdekt in Leiden. Toen Meijers ging studeren, zei zijn vader: ‘Je kunt vier jaar als een koning leven, mits je in die tijd je studie afrondt.’ Dat moet makkelijk kunnen, dacht Meijers junior. Totdat pa de geldkraan dichtdraaide, omdat er toch wat stagnatie optrad. So what? ‘Ik bleek talent als repetitor burgerlijk recht te hebben: opgegeven studenten door hun tentamens loodsen. Gouden handeltje. En daarna
wereld te ontdekken en schreef ze zich in voor de studie Politicologie aan de UvA.
ontdekte een wereld tijdens zijn studie, vooral in zichzelf. ‘Het is de persoonlijke groei die je doormaakt. Zit je in de goede omgeving, dan kom je er met andere ideeën uit dan je erin stapte. Ik ontwikkelde zelfvertrouwen en handigheid in de omgang met mensen. “Dat je dat durft, je hebt zo’n mooi carrièreperspectief ”, riepen mensen toen ik het avontuur koos. Maar bij mij geen spoor van twijfel, dit moest gewoon lukken.’
— ‘ Ik ben geen echte Japan-freak.’ Mathilde Teuben
promoveren: hard werken, maar ik was vrijgesteld om me te focussen op één ding. Was ik weer zes jaar de koning en kon ik rustig ontdekken hoe de wereld in elkaar zat.’ En die “wereld” dan in de ruimste betekenis van het woord. Ook Kielstra 44 leidraad
Klokke had voor haar komst naar Leiden al veel van de wereld gezien. ‘Op mijn vijftiende was ik al twaalf keer verhuisd.’ Het duurde even voor die onrust eruit was. Ze werd lid van Minerva, maar volgde ook cursussen modeltekenen en pottenbakken. ‘Ik moest toch wat. Ik kwam van ver, kende geen kip en veel studiegenoten had ik ook al niet. Die dingen samen en de compacte context van de stad Leiden, waar ik nog steeds woon, hebben me voor een groot deel gevormd.’ Teuben vond aanvankelijk wel in haar studie wat ze zocht. ‘Het was compact, hecht en overzichtelijk, net als de stad Leiden.’ Uiteindelijk merkte ze dat het geïsoleerde karakter van de studie niet strookte met haar verlangen meer van de
Werkterrein Azië, soms een keuze, soms een toevalligheid. Feit is dat de vier alumni unaniem zijn in hun oordeel over de belofte die dit continent in zich draagt. Kielstra: ‘De snelheid waarmee veranderingen in een land als China zich voltrekken, werkt enorm stimulerend op de hedendaagse kunst. In sommige Aziatische landen is de kunst nog dienend aan de nationale identiteit of volgzaam aan het westen. In China zegt de huidige generatie jonge kunstenaars: “We kunnen leren van het westen, maar wij gaan een stap verder.”’ Op wetenschappelijk vlak een vergelijkbaar verhaal, aldus Klokke. ‘Indonesië is zeer geïnteresseerd in het ontwikkelen van de wetenschap, organiseert congressen, nodigt wetenschappers uit en stuurt eigen wetenschappers en studenten op pad. Het is dan ook goed dat het onderwijs steeds vaker in het Engels plaatsvindt. In mijn tijd moesten buitenlandse studenten eerst Nederlands zien te leren.’ Economisch gezien zijn de kansen voor een hechtere relatie tussen oost en west ook talrijk. Teuben: ‘Een valkuil is alleen wel dat westerse bedrijven soms te hard van stapel lopen en te weinig denken vanuit wederzijds belang. Het kost tijd om een relatie op te bouwen en het vertrouwen te winnen.’ Meijers ziet voor zichzelf een dubbele uitdaging: ‘Wat betekent “onderneming” in de geleide economie van China, hoe kijkt China naar een publiek of privaat rechtspersoon? Daar wil ik onderzoek naar doen en de uitkomsten daarvan ook gebruiken in mijn werk aan de universiteit. Daarnaast is het ondernemingsrecht van grote betekenis voor de ontwikkeling en expansie van handel en industrie. China investeert gigantische bedragen wereldwijd, ook in of via Nederland. Landen moeten elkaar op dit vlak gewoon goed snappen.’ <
LUF nieuws
Legaten en schenkingen Naast de nieuwe Fondsen op Naam die op pagina 48-49 worden belicht, zijn in 2010 ook de volgende fondsen ingesteld: Van mr. J.J. van Enter ontvingen wij 10.000 euro als start van het Van Enter Fonds “Pro Universitate”. Dit fonds is bestemd voor de bevordering van de wetenschap aan de Universiteit Leiden. Uit de nalatenschap van de heer H.J. Piso ontvingen wij 141.212 euro ten behoeve van het Piso-Kuperus Fonds. Dit fonds is bestemd voor onderzoek naar inwendige ziekten. Wilt u meer weten over de mogelijkheden om het LUF op te nemen in uw testament of een schenking te doen aan het LUF? Neemt u dan contact op met Annah R. Neve, directeur, telefoon (071) 513 05 03.
links: De genomineerden en prijswinnares. boven: Iryna Ievdokymova, winnares van de Leidse Universitaire Scriptieprijs.
Iryna Ievdokymova wint Leidse Universitaire Scriptieprijs Op zaterdag 12 februari 2011 is de Leidse Universitaire Scriptieprijs 2009 - 2010 uitgereikt aan Iryna Ievdokymova, voor haar scriptie “The EU-US SWIFT Agreement: Which Fate under the Lisbon Data Protection Framework?”. Deze prijs is mogelijk gemaakt door het Fonds Minerva Reünisten Jaar 1957 en wordt jaarlijks uitgereikt. Aan de prijs is een geldbedrag gekoppeld van 3000 euro. Iryna Ievdokymova is afkomstig uit de Oekraïne en studeerde daar Engelse taal- en letterkunde. Vervolgens studeerde ze EU Studies & International Relations aan de Central European University in Boedapest. Met een Praesidium Libertatis-beurs kwam ze naar Leiden. In 2010 rondde zij haar Master in European Law in Leiden af met een scriptie over de SWIFT-overeenkomst. Deze zeer recente overeenkomst voorziet in
de overdracht van grote hoeveelheden gegevens aan de Verenigde Staten. De veronderstelling is dat men op deze manier terroristische netwerken op het spoor kan komen en banden tussen vermeende terroristen kan aantonen. Ofschoon het doel legitiem is, doet de vraag zich voor hoe de overeenkomst zich verhoudt tot de regels met betrekking tot de privacy en de bescherming van persoonsgegevens. De SWIFTovereenkomst is controversieel en derhalve een dankbaar onderwerp voor onderzoek. Uit het juryrapport: De scriptie is van uitzonderlijke klasse en getuigt van een enorme beheersing van de materie. De andere vier genomineerden waren: Karin Dofferhoff (Pedagogische Wetenschappen), Daria Valerio (Geneeskunde), Machteld Harmsen (Literatuurwetenschap) en Michel de Vreeze (Archeologie).
leidraad 45
luf in beeld
Fondsen op Naam
Doelgericht schenken Naast de jaarlijkse bijdragen van alumni en de steun van Sleutel dragers kent het Leids Universiteits Fonds (LUF) van oudsher ook Fondsen op Naam als belangrijke inkomstenbron. De afgelopen jaren groeit deze bijzondere donatievorm gestaag. Inmiddels zijn het er 39, elk met zijn eigen bestemming: universiteitsbreed of gericht op een specifieke tak van de Leidse wetenschap. tekst: Marjolein van Enk beeld: Frank de Ruiter, Marc de Haan
‘Rond 1890 was er een duidelijke groei in het aantal universiteitsfondsen in Nederland’, vertelt Folkert Blaisse, voorzitter van het LUF. ‘Niet verwonderlijk, want destijds had de overheid plannen om ingrijpend te bezuinigen op onderwijs. Nu liggen er weer zulke plannen. Universiteiten hebben met teruglopende overheidsgelden steeds meer steun nodig. Daarom zijn wij zo blij dat we elk jaar nieuwe Fondsen op Naam mogen verwelkomen.’ Als onafhankelijke stichting die zich inzet voor de bloei van de Universiteit Leiden is het LUF bij uitstek geschikt om deze 46 leidraad
fondsen te beheren. ‘De Fondsen op Naam worden, net als onze overige inkomsten, direct aangewend voor wetenschap en onderwijs in Leiden. Of het nu gaat om een fonds van tienduizend euro of van enkele miljoenen. Wij hebben de infrastructuur en bewaken de specifieke bestemming’, aldus Blaisse. Van de huidige Fondsen op Naam is het leeuwendeel gericht op de faculteiten Geneeskunde, Rechtsgeleerdheid en Wiskunde en Natuurwetenschappen. ‘Wij streven daarnaast naar Fondsen op Naam die een universiteitsbrede bestemming hebben. Daarmee kunnen ook de overige faculteiten worden ondersteund. Bij de meeste fondsen is de bestemming duidelijk afgebakend. In de gesprekken met de oprichters adviseren wij om de doelstelling zo breed mogelijk te maken. Onze Commissie Wetenschappelijke Bestedingen, die aanvragen beoordeelt en toewijst, kan dan zoveel mogelijk initiatieven honoreren.’ Het LUF werft de persoonlijke fondsen actief. Blaisse: ‘We proberen waar mogelijk ruchtbaarheid te geven aan het bestaan van deze donatievorm. Gelukkig weet men ons goed te vinden. Ging het voorheen veelal om testamentaire beschikkingen, nu worden de Fondsen op Naam steeds vaker bij leven ingesteld. Het aardige daarvan is dat de oprichters zelf kunnen zien wat er met hun fonds gebeurt. Wij betrekken hen daar nauw bij.’ Blaisse, die inmiddels bijna twee jaar voorzitter is van het LUF, is onder de indruk van de betrokkenheid van deze donateurs. ‘Van oudsher waren veel van de schenkers hoogleraren, nu zijn het ook steeds vaker “gewone” alumni. Het is ontroerend en indrukwekkend om te zien hoe mensen, soms zelfs met beperkte middelen, geld ter beschikking willen stellen. Je merkt dat ze echt geraakt worden door het doel van hun fonds. Naast het enorme belang voor de universiteit in het huidige klimaat van bezuinigin>> gen geeft dit persoonlijke aspect ons ook veel voldoening.’
luf in beeld
Het Fonds op Naam Een Fonds op Naam kan grosso modo vanaf 50.000 euro worden ingesteld. Het kan in ĂŠĂŠn keer worden gevestigd of in termijnen worden opgebouwd. Er gelden speciale (soms aantrekkelijke) fiscale regels voor. Het bijzondere aan een Fonds op Naam is dat de schenker zelf bepaalt wat de bestemming is van het geld. Voorzitter van het LUF Folkert Blaisse in het Snouck Hurgronjehuis. leidraad 47
luf in beeld
Fondsenwerving bij het LUF.
Het Betsy Brouwer Fonds
Derk P. Brouwer studeerde zelf in Rotterdam, maar zijn grootvader Derk Brouwer en andere familieleden promoveerden in Leiden. Betsy Brouwer was zijn oudtante, de zus van zijn opa. Naar haar is het Fonds op Naam vernoemd, dat Brouwer in 2010 bij het LUF instelde. ‘Betsy en haar man kregen een tweeling: Pim en Pam’, vertelt Brouwer. ‘Pim en Pam pleegden beide zelfmoord in de jaren dertig, omdat zij niet openlijk konden uitkomen voor hun homoseksuele geaardheid. Ik wist in mijn jeugd dat zich een tragedie had afgespeeld in de familie, maar zelfs toen rustte er nog een taboe op. Maar ik heb wel ervaren dat discriminatie bij slachtoffers en de directe omgeving diepe wonden nalaat.’ Brouwer vindt dat het nog steeds droevig is gesteld met de acceptatie van homoseksuelen. ‘Zelf heb ik meegemaakt dat mijn carrière op grond van indirecte, verkapte discriminatie op zijn minst werd vertraagd. Zelfs in Nederland is discriminatie vanwege seksuele geaardheid nog wijdverbreid. Uit onderzoek is gebleken dat Nederlandse homojongeren drie keer zo vaak een poging tot zelfdoding doen als heterojongeren, ongeacht hun etnische afkomst. Discriminatie, direct of indirect, is anno 2011 dus nog steeds dodelijk.’ 48 leidraad
Een solide juridisch framewerk is de eerste stap op weg naar acceptatie en een betere situatie, meent Brouwer. ‘In Nederland is die juridische basis er, maar in heel veel andere landen niet. Daarom heb ik dit fonds ingesteld. Met het Betsy Brouwer Fonds wordt een leerstoel Comparative Sexual Orientation Law ingesteld voor een periode van minimaal twaalf jaar. Kees Waaldijk gaat deze leerstoel bekleden. Ik heb gekozen voor Leiden, omdat de rechtenfaculteit een uitstekende reputatie heeft op het gebied van internationale mensenrechten en de universiteit een lange traditie heeft van academische vrijheid.’
‘Discriminatie vanwege seksuele voorkeur is anno 2011 nog steeds dodelijk’ Brouwer hoopt dat zijn initiatief navolging krijgt. ‘Je moet ergens beginnen. In mijn optiek is dit soort initiatieven hard nodig, zeker nu een langdurige bijdrage van de overheid niet waarschijnlijk is. De fiscale mogelijkheden zijn er, maar er wordt in Nederland nog te weinig gebruik van gemaakt.’
luf in beeld
Het Elkerbout-Moene Fonds
Vorig jaar richtte Esther Elkerbout, die in Leiden Rechten studeerde, het Elkerbout-Moene Fonds op. ‘Mijn broertje onderging medio jaren vijftig een aortastenose-operatie. Dat is niet goed afgelopen – iets wat altijd een litteken is gebleven in onze familie. Inmiddels zijn de operatietechnieken verbeterd. In de tijd van mijn broertje overleed één op de vier patiënten na zo’n operatie, nu is er 95 procent kans op goed herstel. Op een gegeven moment wilde ik iets doen met mijn geld. Toen ik eenmaal had bedacht dat het een doel moest worden op het gebied van kindercardiologie, heb ik direct naar het LUF gebeld. Het LUF organiseer-
— ‘Met de eerste schenking is al direct nieuwe apparatuur aangeschaft’ de een bijeenkomst met een aantal medici om een passende bestemming bij mijn verhaal te vinden. Toen ik na enige tijd in Leidraad een interview met professor Christine Mummery las, vielen de puzzelstukjes op hun plaats. Zij is gespecialiseerd in stamcelonderzoek, een jonge en toekomstgerichte tak van wetenschap.’ Zo werd het Elkerbout-Moene Fonds geboren, dat de familienaam draagt. Het fonds is bestemd voor hartonderzoek met behulp van stamcellen. Elkerbout: ‘Christine Mummery heeft mij een indrukwekkende rondleiding gegeven door het laboratorium. Zo fascinerend om te zien dat klompjes cellen zijn uitgegroeid tot kloppende hartcellen!’ Met de eerste schenking van het Elkerbout-Moene Fonds is inmiddels nieuwe apparatuur aangeschaft. Elkerbout: ‘Mijn broer en ik hebben op uitnodiging van mevrouw Mummery kunnen aanschouwen dat de nieuwe instrumenten in gebruik waren genomen, een feestelijke gebeurtenis! Dan zie je met eigen ogen de overtuiging en betrokkenheid van de mensen en welke praktische bestemming onze bijdrage krijgt.’ Het fonds is ook binnen de familie van Esther Elkerbout positief ontvangen. ‘Een Fonds op Naam is heel persoonlijk en tegelijkertijd van groter nut. Het voelt als een monument voor mijn broertje en mijn ouders. Daar zijn we allemaal heel blij mee.’
Het Rombouts Fonds
Piet Rombouts ging na zijn studie Chinees medio jaren tachtig naar China, aanvankelijk voor studie maar hij kreeg al snel een eerste baan. Hij ging er niet meer weg. Inmiddels is hij Director Finance and Accounting bij FrieslandCampina Trading in Sjanghai. Zijn beweegredenen om een Fonds op Naam in het leven te roepen? ‘Een paar jaar geleden was er bij Sinologie een bijeenkomst van oud-studenten en docenten. Professor Idema, die vanuit Leiden naar Harvard is gegaan, sprak over de verschillen tussen de financiering in Amerika en in Nederland. Bij Harvard bestaan er private fondsen met een omvang die voor ons ondenkbaar is. Zelf vind ik het jammer dat wij dit fenomeen maar in beperkte mate kennen. De universiteit is voor haar inkomsten nu vooral afhankelijk van de overheid. Als meer partijen een steentje bijdragen, dan ontstaan er veel meer mogelijkheden voor onderzoek en onderwijs.’ Een tweede drijfveer is de internationale naam van de opleiding Chinees in Leiden. Rombouts: ‘Die rechtvaardigt een eigen fonds: je kunt niet beroemd zijn en blijven zonder extra middelen.’ Ten slotte was een belangrijke reden dat Rombouts wilde investeren in iets met blijvende waarde. ‘In China zie je dit ook als
— ‘Je kunt niet beroemd zijn en blijven zonder extra middelen’ maatschappelijke trend: naast al het consumeren zijn veel Chinezen bewust bezig met sparen voor de toekomst. Een artikel over Fondsen op Naam van het LUF gaf mij het laatste zetje. In 2010 heb ik het Rombouts Fonds opgericht. Dit ondersteunt initiatieven die de excellentie vergroten van de opleiding Talen en Culturen van China of de daaraan verbonden studenten en wetenschappers. Nu is het nog een bescheiden fonds. Het zou geweldig zijn als ook anderen erin gaan storten. Dan kunnen van het rendement nog meer projecten worden gefinancierd.’ < Wilt u een van deze fondsen steunen of overweegt u een Fonds op Naam op te richten? Neemt u dan contact op met Annah R. Neve, telefoonnummer (071) 513 05 03. Meer informatie staat op www.luf.nl. leidraad 49
editorial
LUF voor Alumni van links naar rechts: Een lezing of een workshop bijwonen, of gewoon even bijpraten – circa 450 alumni genoten van hun Dies op 12 februari jongstleden. onder: Het Fun(d)diner in oktober 2010.
Dies Natalis voor alumni 2011 Ruim 450 Leidse alumni hebben op zaterdag 12 februari de 436ste Dies Natalis van de Universiteit Leiden gevierd, georganiseerd door het Leids Universiteits Fonds. Onder het motto “Excellent Leiden” gingen alumni terug de collegebanken in om diverse lezingen bij te wonen of een workshop te volgen. Meer foto’s van de Dies Natalis voor alumni 2011 kunt u vinden op www.LUF.nl/dies.
Alumnidag Arabisch, Nieuw-Perzisch, Turkse Taal en Cultuur en Islamitische Studies Zaterdag 10 september a.s. zal de eerste alumnidag plaatsvinden voor alumni Arabisch, Nieuw-Perzisch, Turkse Taal en Cultuur en Islamitische Studies . De bijeenkomst zal gehouden worden in het Snouck Hurgronjehuis, Rapenburg 61 te Leiden van 14.30 tot 18.00 uur. Mail voor meer informatie en het programma naar o.akkerman@hum.leidenuniv.nl.
50 leidraad
Alumnivereniging Frans opgericht Op 1 januari 2011 is de Alumnivereniging Franse taal & cultuur, Universiteit Leiden opgericht. De alumni Georgine Dat en Karolien Koolhof vormen het bestuur en worden daarbij ondersteund door Isabelle van de Calseyde, namens de opleiding. Op zaterdag 10 september 2011 staat de eerste reünie gepland. Het Leids Universiteits Fonds (LUF) beheert het alumnibestand van de Universiteit Leiden. De alumnivereniging Franse taal & cultuur maakt gebruik van dit bestand om haar alumni aan te schrijven. Studeerde u ook Frans in Leiden, maar heeft u nog geen brief van de vereniging ontvangen? Via alumnivereniging.frans@gmail.com kunt u meer informatie opvragen.
Het LUF is nog op zoek naar de adressen en e-mailadressen van de volgende personen die Frans studeerden. Kent u een van deze alumni of bent u het zelf? Stuurt u dan een e-mail met het juiste adres naar info@LUF.leidenuniv.nl of bel naar (071) 513 05 03. Naam Jaar van aankomst Mevrouw drs. M.R. Feitsma 1961 Mevrouw drs. G.C.H. de Graaf - Slot 1982 De heer drs. A.M.J. van Leeuwen 1982 Mevrouw drs. J.E. Marinus 1980 Mevrouw drs. A.M.H. den Ouden 1982 Mevrouw drs. J.B.M. Polo - Leemreis 1986 Mevrouw drs. J.C. Postma 1985 Mevrouw drs. J.M. Scholten 1988 Mevrouw drs. G. Wolters 1971
editorial
LUF voor Alumni
Fun(d)diner 2011 In navolging van het succesvolle fun(d)diner in 2010 organiseert het Leids Universiteits Fonds (LUF) op vrijdag 7 oktober a.s. opnieuw een Fondsenwervingsdiner. Doel van de avond is het werven van nieuwe Sleuteldragers. Sleuteldragers verbinden zich om gedurende 5 jaar een bedrag van € 500 per jaar te doneren aan het LUF. De reünistenbesturen van de grote gezelligheidsverenigingen zijn actief betrokken bij de organisatie van deze avond. Gezamenlijk streven we naar een mooie en inspirerende bijeenkomst. Maximaal 120 personen kunnen deelnemen aan het diner, dat plaats zal vinden in het Rijksmuseum van Oudheden. Bent u geïnteresseerd om aanwezig te zijn bij dit diner? Neem dan contact op met mw. Annah R. Neve, directeur van het LUF (071 513 0503 of neve@luf.leidenuniv.nl).
Nieuw Cleveringacomité: Harderwijk Ieder jaar organiseert het LUF in samenwerking met de Cleveringacomités rond 26 november de Cleveringabijeenkomsten. In binnen- en buitenland worden rond deze datum lezingen gehouden door Leidse wetenschappers. De afgelopen jaren zijn vooral nieuwe comités opgericht in het buitenland. Zo kwamen er onder andere lezingen in St. Petersburg, Bratislava en
Jeruzalem bij. Onlangs is een nieuw Nederlands comité opgericht, namelijk voor de omgeving Harderwijk. Het comité Harderwijk is samengesteld uit leden van diverse gezelligheidsverenigingen en van verschillende leeftijden. De eerste activiteit vindt plaats op 29 mei: een kennismakingsborrel voor alumni en introducé(e)s uit de omgeving Harderwijk. Voor meer informatie zie: http://lufharderwijk.weebly.com
Leidse Alumnivereniging Geneeskunde In de alumnidatabase van de Universiteit Leiden zijn de gegevens opgenomen van ongeveer tienduizend Leidse alumni van de Faculteit der Geneeskunde. Bij de Leidse Alumnivereniging Geneeskunde (LAG) is een actieve groep van enkele honderden alumni die tweemaal per jaar bij elkaar komen. Het bestuur van de LAG onder voorzitterschap van prof.dr. Adam Cohen wil graag meer alumni actief betrekken bij de vereniging, onder andere voor het uitwisselen van ideeën en het vinden van stageplaatsen voor studenten. Het Leids Universiteits Fonds (LUF) beheert het alumnibestand van de Universiteit Leiden. De Leidse Alumnivereniging Geneeskunde maakt gebruikt van dit bestand om de alumni aan te schrijven. Studeerde u aan de Faculteit der Geneeskunde en wilt u op de hoogte worden gehouden van de activiteiten van de LAG? Geeft u dan uw gegevens door via
info@LUF.leidenuniv.nl. U kunt uw gegevens ook wijzigen of aanvullen op www.leidenAlumni.nl, hét netwerk voor Leidse alumni. De eerstvolgende LAGbijeenkomst is op 16 november 2011. Indien u zich registreert, ontvangt u hierover per e-mail meer informatie. Zie www.LUMC.nl/LAG
leidraad 51
liefst naar Leiden
Sponsoren gezocht:
help de Hortus!
De Hortus botanicus Leiden van de Universiteit Leiden is de oudste botanische tuin van Nederland. De tuin werd in 1590 gesticht en in 1594 ingericht door de beroemde botanicus Carolus Clusius. Inmiddels weten meer dan 100.000 bezoekers per jaar de Hortus te vinden. De Hortus botanicus Leiden beschikt al sinds 1700 over een collectie tropische planten. Veel van de originele planten in de collectie werden door de VOC geĂŻntroduceerd en zijn afkomstig uit de landen waarmee handel werd gedreven. Vandaag de dag draagt de Hortus zorg voor een aantal wetenschappelijke collecties van tropische oorsprong; bijvoorbeeld de collectie palmvarens en de collectie orchideeĂŤn, die meer dan zesduizend exemplaren telt. Veel planten worden gehuisvest in tropische kassen. De Hortus wil deze kassen de komende jaren ingrijpend renoveren. Inmiddels zijn nieuwe technieken en nieuwe materialen beschikbaar geworden waarmee de warmtevoorziening voor de kassen energiezuiniger en duurzamer zou
De tropische kassen van de Hortus botanicus Leiden worden de komende jaren gerenoveerd. Sponsoren kunnen bijdragen aan het vergroten van de duurzaamheid van de kassen en aan de ontwikkeling van nieuwe, educatieve elementen.
kunnen worden opgezet. Dat is dan ook een belangrijk streven bij de komende renovatie. Tegelijkertijd met de technische renovatie van de kassen wil de Hortus de collectie uitbreiden met een tropisch bos. Vergunning wordt aangevraagd aan de Gemeente Leiden om de hoogte van drie kassen gelijk te trekken en een loopbrug langs de toppen van de hoge planten te realiseren. Ook staat een tropisch lesbalkon in de planning. In deze ruimte zullen educatieve activiteiten plaatsvinden voor scholieren en voor groepen bezoekers.
Steun de Hortus! Om deze renovatie te realiseren is de Hortus botanicus Leiden op zoek naar donateurs en sponsors. Voor uitgebreide informatie over dit project kunt u meer lezen op www.hortusleiden.nl of bellen met (071) 527 51 44. Er kan online gedoneerd worden of via de hortus-shop. Elk bedrag is harte welkom. Vanaf 100 euro krijgt u desgewenst een naamsvermelding.