Onbetaalbaar dingen van waarde
Onbetaalbaar dingen van waarde
Dierbaar bezit
U
kent vast dat gevoel, wanneer u bijvoorbeeld de zolder aan het opruimen bent en ineens een paar oude schaatsen van uw grootvader in uw handen heeft. Herinneringen komen boven en u weet: het verhaal maakt deze roestige schaatsen onbetaalbaar. In de edities van het Schretlen magazine hebben de afgelopen jaren cliënten en een aantal medewerkers hun meest dierbare bezit door ons laten fotograferen. Met de verhalen over deze kleine kostbaarheden vormen de beelden een prachtige collectie ‘onbetaalbaar bezit’. De moeite waard om te bundelen vonden wij, en u − ter ere van ons honderdjarig jubileum − cadeau te doen.
Gerbert Mos Directievoorzitter Schretlen & Co
Elma Kuijer
Papieren speelgoed
‘E
en poppenhuis, kinderkopjes en zelfs een gasfornuisje. Als kind speelde ik met allerlei soorten knipsels. Ik ben vlak na de oorlog geboren en in die tijd was speelgoed schaars. Om te zorgen dat ik toch wat te spelen had, knipte mijn moeder plaatjes uit oude Margrieten. Juist ook jongensdingen, zoals een garage, want ik was niet echt een poppenkind. Volgens mijn moeder heb ik als twee- en driejarige heel wat uurtjes met dit papieren speelgoed doorgebracht. De knipsels symboliseren mijn jeugd, maar ook hoeveel er veranderd is in de afgelopen jaren. Schitterend dat ik toen tevreden was met zoiets eenvoudigs. Ik vind het bijzonder dat mijn moeder er zoveel moeite voor deed om mij iets te spelen te geven.’
Ruben van Lange
Afscheid
‘I
n 2002 vertrok ik voor een half jaar naar een sloppenwijk in Lima, om er als vrijwilliger in een bakkerij te werken. Een prachtige, inspirerende en onvergetelijke tijd. Daarna heb ik korte tijd rondgereisd in Bolivia, Chili en Argentinië. Elke keer als ik naar deze kaart kijk, komen allerlei herinneringen aan die periode boven. Maar hij doet me ook denken aan de tijd voor dat avontuur. De kaart was namelijk een afscheidscadeau van mijn collega’s bij Hogeschool Brabant. We vormden een ontzettend hecht en bevlogen team en we hadden daarbij ook nog eens de grootste lol. Het contact is na al die jaren verwaterd, maar eens in de zoveel tijd spreken we nog af. Nu ik het erover heb, het wordt weer eens tijd…’
Mevrouw Van Drimmelen-Teeuw
In een stoffig hoekje
‘S
oms gebeurt het opeens. Dan valt mijn oog op iets heel moois, maar de verkoper heeft geen idee van de waarde. Dat moment geeft mij enorm veel voldoening. Na jaren ervaring en door mijn studie Antiek en Kunstgeschiedenis heb ik een oog ontwikkeld voor bijzondere en waardevolle objecten. Zo ook met deze glazen madonna. Ik zag haar jaren geleden staan in een stoffig hoekje in een bric-à-braczaakje in Montreux. De verkoper vroeg er heel weinig voor. Ik zag dat het het glazen beeldje was dat S.A. Uiterwaal in 1929 maakte in Leerdam. Maar vooral de serene schoonheid vind ik bijzonder, speciaal als er licht valt op het mooie matglas. Spulletjes kopen op antiek- en curiosamarkten en dan thuis weer verkopen. Dat is iets wat ik zeer actief doe, al vijftien jaar lang. De opbrengst gaat naar de goede doelen Artsen zonder Grenzen en het Aids Fonds.’
Jan van Vilsteren
Handgemaakte klompen
‘D
e V’s op de neuzen staan voor onze familienaam: Van Vilsteren. De rond 1920 opgerichte klompenfabriek bestaat nog steeds, maar is niet meer in handen van mijn familie. Dat doet voor mij niets af aan de emotionele waarde. Voor veel mensen is het niets meer dan ouderwets schoeisel, maar voor mij zijn deze klompen van onschatbare waarde. Ze zijn handgemaakt uit de klompenfabriek die ooit werd opgericht door vier neven van mijn vader.’
Louis Moons
Ontroerend mooi
‘I
k ontmoette de kunstschilder Theo Swagemakers toen hij mijn directeur portretteerde. Vanaf dat moment waren we bevriend. Ondanks het leeftijdsverschil, want ik was net zo oud als zijn zoon Vic. Theo is in 1994 op 95-jarige leeftijd overleden. Ik ben zijn schilderijen gaan verzamelen uit liefde voor zijn werk en vanuit onze vriendschap. In mijn collectie zitten nu 175 schilderijen. Voor mij is zijn werk ontroerend mooi en tijdloos. Om mijn collectie goed te bewaren zodat volgende generaties ervan kunnen genieten opende ik een museum. Als ik één schilderij moet kiezen dat voor mij zeer bijzonder is, dan is dat “De Bretonse Visschers” uit 1928. Met slechts enkele streken heeft hij deze eenvoudige vissers neergezet. Het heeft een unieke plek in de verzameling omdat het enorm verschilt van zijn andere, meer impressionistische werk.’
Wendelien Post
Een oude, vieze pop
‘A
nneke is van mijn moeder. Die heeft haar gekregen als kind tijdens de hongerwinter. Ze zat altijd in de huiskamer in een open kast. Toen ik het huis uitging mocht Anneke met mij mee. Iedere keer als mijn moeder langskwam zei ze: “Heb je die oude pop nog steeds, wat moet je daar nou toch mee. Ze is hartstikke vies.” Ik gooi haar nooit weg. Ze zou dan zoveel verhalen met zich meenemen. Als ze eens kon praten. Buiten dat vind ik het bijzonder dat mijn moeder met haar speelde als kind. Bij ons zit ze op de vensterbank. Onlangs waren er vrienden met kinderen en die hebben haar prachtige blauwe ogen eruit gedrukt. Die hoor je nu rammelen in d’r buik. Nu realiseer ik me pas hoe erg ik aan haar gehecht ben. Ik moet nog steeds met haar naar de poppendokter en haar dan nog even uit de buurt houden van mijn eigen jonge kinderen.’
De heer Nuyens
Voor mijn 18e verjaardag
‘E
en van de mooiere tulpen uit het oude assortiment is ongetwijfeld de Greigii Tulp, Red Reflection. Deze roodoranje tulp werd in 1955 gedoopt, waarna er een levendige handel in ontstond. Mijn vader had een aandeel genomen in deze tulp, waarvan ik een deel kreeg voor mijn 18e verjaardag. Dat was in 1962. Helaas bleek toen ook dat de tulpenhandel niet altijd even lucratief is. De prijzen stortten in en van mijn verjaardagscadeau bleef niets over. Behalve de tulp zelf natuurlijk. Elk najaar plant ik de tulpenbollen in mijn tuin, zodat ik in het voorjaar kan genieten van deze prachtige bloem. Ofschoon de tulp nog steeds in de handel is en momenteel redelijk geprijsd, zijn mijn herinneringen aan deze tulp onbetaalbaar.’
De heer W. Kok
Samen verder
‘D
e romantiek van de man die zijn lief voor op de fiets heeft. Het “samen verder”-gevoel en de liefde die het beeld uitstraalt, dat raakte me. Ik werd gelijk verliefd op het in brons gegoten, figuratieve beeldje dat ik jaren geleden zag tijdens een expositie van Genootschap Kunstliefde. Het is gemaakt door Eka Thoden-van Velzen. Jammer genoeg had ik toen het geld niet om het te kopen, maar het beeld bleef in mijn gedachten. Later heb ik het gekocht om aan mijn tweede vrouw te geven toen we gingen samenwonen in 1995. Een symbolisch cadeau, want het beeld gaf precies weer wat ik wilde: samen verder. Die emotie maakt het voor ons van onschatbare waarde.’
Hans Verbeeten
Hechte band
‘A
ls jongetje herinner ik me het inktpotje al. Het aardewerken potje, waarschijnlijk uit de jaren vijftig, stond altijd op het bureau van mijn vader. Puur als decoratie, want hij schreef niet met een kroontjespen. Wel met vulpennen. Die spaarde hij ook, maar daar kwam ik pas achter toen hij overleden was. Toen kreeg ik namelijk zijn collectie, samen met het inktpotje. Een bijzondere verrassing, want ik verzamel ook vulpennen. Zonder het van elkaar te weten deelden we dezelfde liefde voor vulpennen, de inkt die daarbij hoort en het inktpotje. Naast de collectie is het met name het inktpotje dat de band met mijn vader symboliseert en me erg dierbaar is. Het herinnert me aan een fijne jeugd.’
De heer drs. K.J.E.M. Schretlen
Hongerwinter
‘I
n 1944 was er voedselschaarste in Nederland. Dat kwam natuurlijk door de Tweede Wereldoorlog, maar ook door de zeer strenge winter van ’43-’44. Mensen sloegen conserven op. Wij hadden een varken in een hok in de tuin, voor moeilijke tijden. Een heel kostbaar bezit in die tijd. Vele mensen hebben die hongerwinter van 1944 niet overleefd.’
Wanda Reiff
Betekenis
‘R
uim tien jaar geleden kreeg ik van een Amerikaans verzamelechtpaar een vrolijke en moderne – met een knipoog – sculptuur van de Japanse kunstenaar Takashi Murakami. Het is vooral de intense vrolijkheid en de knipoog die me fascineert. Het kunststukje zegt eigenlijk:“neem het allemaal niet zo serieus, ook de kunst niet”. Mijn kleinzoon van zes, Maarten, straalt dezelfde blijmoedigheid uit als het sculptuurtje. Bij zijn geboorte was het voor mij ook duidelijk: dit is voor hem bestemd. Hij kijkt zo vrolijk en onbevangen de wereld in, daar hoort dit kunstwerkje bij. Hopelijk kan ik zo iets overbrengen van mijn fascinatie voor de hedendaagse kunst. Je moet nadenken over de betekenis achter het kunstwerk, waarom de kunstenaar nu juist dat maakt. Het is de voortdurende verwondering die me raakt.’
Kees Portanje
Grand Sport
‘V
lak na de oorlog was daar de scooter: het eerste vervoermiddel voor mannen én vrouwen. Ik reed toen Vespa en bij de Vespaclub in Amersfoort heb ik mijn vrouw ontmoet. In 1955 kwam de Vespa Grand Sport uit, de mooiste Vespa ooit. We hebben onze scooters toen ingeruild voor zo’n Grand Sport en hebben daarmee fantastische ritten gemaakt naar Italië en Spanje. Later kochten we een auto en heb ik met pijn in mijn hart de Grand Sport weggedaan. Het gevoel van romantiek, petticoat en gezellig uitgaan bleef hangen en ik ben op zoek gegaan naar mijn scooter. Helaas heb ik die niet gevonden, maar ik heb wel een andere op de kop getikt. Die staat nu samen met meer dan dertig Vespa’s in mijn museum. Mijn grote liefde is mijn vrouw, maar eigenlijk is het een gedeelde eerste plaats met de Grand Sport.’
Eva Jansen
Hemelse modder
‘D
e passie en liefde voor koken heb ik van mijn oma. Haar gerechten zijn legendarisch in onze familie. Met stip op één staat haar hemelse modder: een chocolademousse om je vingers bij af te likken! Mijn oma had al heel vroeg een elektrisch fornuis en met dit boek leerde ze daarop koken. Het kookboek is zo’n zestig jaar oud en intensief gebruikt, dat kun je wel zien. De stoffen omslag is een kunstwerkje van mijn moeder en was een sinterklaascadeautje voor haar moeder. Oma heeft me ooit het kookboek gegeven zodat ik haar oliebollen voor de familie kon bakken. Iets wat zij altijd deed, maar nu niet meer kan. Ik kijk vaak in het boek om inspiratie op te doen. Dan denk ik met trots aan mijn oma en hoe goed zij de fijne keuken beheerst.’
Jeanette de Later
Toverring
‘H
ij lag in een verchroomd sieradenkistje op zolder. Ik vond hem toen ik verstoppertje speelde met twee vriendinnetjes. Het was net een toverring. Toen ik hem aan mijn moeder liet zien, vertelde ze me dat de ring van mijn overgrootmoeder was geweest. Zij wilde dat ik hem zou krijgen op mijn achttiende verjaardag. Ik ken mijn overgrootmoeder alleen van foto’s en uit verhalen, maar ze schijnt heel stoer, grappig en lief geweest te zijn. Net als ik was ze dol op paardrijden. Deze ring droeg zij dag en nacht. Ik draag hem zelf niet, maar hij past wel precies om mijn ringvinger. Ooit wil ik hem gaan dragen.’
Wilma Veen
Onbegrensde liefde
‘S
childeren is mijn passie. Voor het televisieprogramma Op 3 ezels ben ik afgereisd naar Israël om op diverse locaties te schilderen. Onbegrensde Liefde I is geschilderd in de tuin van een kindertehuis in Bethlehem. Een prachtige plek, te midden van alle ellende, waar begeleiders met hart en ziel voor gehandicapte kinderen zorgen. Dat staat haaks op de muur die om Bethlehem staat en Palestijnen en Joden van elkaar scheidt. De onbegrensde liefde van de begeleiders slecht juist muren, in plaats van ze op te werpen. Met kwasten en verf ben ik in het schilderij gedoken. De vogel boven de muur heeft een hart in zijn bek. Aan welke kant laat hij dat vallen en brengt hij vrede? Of vliegt hij gewoon door? Dat dilemma raakt me elke keer als ik naar het schilderij kijk.’
Karin Leenhouts
Verbeelding van gevoel
‘A
frika is lang mijn thuis geweest. Een prachtig continent, waar ik een heerlijke jeugd heb gehad. Ik ben in Mozambique geboren en later hebben we als gezin veel rondgetrokken door Afrika, onder meer door Kenia en Zuid-Afrika. Het was echt niet altijd luxe of leuk, want door het uitbreken van de burgeroorlog in Mozambique moesten we vluchten. Desondanks heb ik mooie herinneringen aan Afrika , want om als kind daar op te groeien is fantastisch. Mijn collectie Afrikaanse houten beeldjes staat symbool voor mijn gevoel bij Afrika. Voor mijn jeugdherinneringen, maar ook voor mijn toekomstplannen, want die zijn onlosmakelijk met Afrika verbonden. Ooit ga ik terug om de mensen daar te helpen. Daar denk ik elke keer aan als ik naar die prachtige beeldjes kijk.’
Jos Brauwers
‘ Hartelijk, voor Jos van Hubert Lampo’
‘H
et is allemaal begonnen met het boek Terugkeer naar Atlantis van Hubert Lampo. Dat was het eerste boek dat me echt greep. Ik ben verslingerd geraakt aan het magisch realisme. Een stijl die in de Nederlandse literatuur vooral door Lampo belangrijk is gemaakt. Zeg maar Judith was het eerste nieuwe boek van hem dat ik kocht en dat me ook weer van begin tot eind boeide. Tweeëntwintig jaar was ik toen hij in de Bijenkorf in Rotterdam zijn net uitgekomen boek signeerde. “Hartelijk, voor Jos van Hubert Lampo” staat er voorin deze eerste druk, mét handtekening. Apetrots ben ik erop. Die ontmoeting met hem staat me nog altijd bij. Maar het zit ’m ook in het magisch realisme waarom ik het boek nooit weg zou doen. Die stijl markeert een belangrijke fase in mijn ontwikkeling tot jongvolwassene. Een mooie tijd.’
Toon den Heijer
Wending
‘H
et is toevallig dat ik schilder ben geworden. In 2003 bezocht ik een vriend op Bonaire die diverse studio’s had waar mensen konden schilderen. Tijdens een schildersessie ben ik gevraagd om mee te doen. Vanaf de eerste penseelstreek ben ik compleet verslingerd geraakt aan het schilderen. Dat was zo’n keerpunt in mijn leven, onbeschrijfelijk. Die weken op Bonaire waren fantastisch en dat heb ik geprobeerd vast te leggen in mijn eerste kunstwerk. Het is geïnspireerd op de zee, de ruimte, de vriendschappen die zijn ontstaan en de vrijheid die ik toen voelde. Zonder na te denken, heb ik geschilderd. De abstracte voorstelling stroomde vanzelf uit mijn penseel. Het schilderij hangt in mijn atelier en roept nog steeds de herinneringen aan Bonaire op. Ik zal er nooit afstand van doen, want het visualiseert de wending in mijn leven. Daar ben ik nog elke dag blij mee.’
Helga van Deest
Onafhankelijkheid
‘I
k had altijd een losse citruspers, gewoon zo’n handding. Toen ik artrose kreeg, lukte het mij niet meer om het sap uit de sinaasappel te persen. En dit alleen door een stukje verval in mijn lijf. Ik wilde hier niet aan toegeven en besloot een elektrische pers te kopen. Voor anderen is dit een apparaat dat je gewoon koopt, maar voor mij betekende dit vrijheid en onafhankelijkheid. Ik kon weer zoiets “simpels” als het persen van een sinaasappel en hoefde geen hulp te vragen of kant-en-klaarsap te kopen. Telkens als ik met het apparaat aan de gang ben, word ik blij. Dan denk ik: zo, dat lukt me maar mooi! Ik kan veel meer dan ik in eerste instantie dacht.’
Jolanda van Wijk
Geborgenheid
‘V
roeger riep ik altijd: ik zie nog te goed voor een geleidehond. Nu ik Pearly heb zou ik niet meer zonder willen. Zij is absoluut een maatje, ik ben vrijwel nooit meer alleen. Het is heel gezellig om met haar naar het werk te reizen. Ik wil zo goed mogelijk, net als een ziende, functioneren en zij zorgt daarvoor. Ik ben niet afhankelijk van andere mensen en kan het leven leiden zoals ik dat wil. Pearly geeft me het gevoel van geborgenheid. Ik hoef nooit alleen op stap, we zijn altijd samen. Als we thuiskomen na een lange dag gaat het tuig af en is ze gewoon een huis-, tuin- en keukenhond. Dan mag ze rennen en kan ze lekker ontspannen. Op die manier kan ik haar iets teruggeven.’
Caroline Wester
Aantrekkingskracht
‘Z
e maakte veel dingen zelf. Verjaardags- en kerstkaarten in reliëf bijvoorbeeld. Eindeloos knippen om vervolgens laagje op laagje te plakken. Ook deze poesjes heeft omi zelf gebreid. Ze stonden bij haar op de bank en hebben altijd een enorme aantrekkingskracht op mij gehad. Naar omi gaan, was voor mij naar de poesjes gaan. Ook mijn dochter trok meteen naar deze diertjes toe. Uren heeft ze de knuffels over de bank laten rennen. Toen omi overleed, heb ik de poesjes gekregen. Ze staan symbool voor waar zij voor stond: het mensen naar de zin maken. De poesjes bewaar ik gewoon bij ons in de woonkamer en niet in een doos op zolder. Mochten ze uit elkaar vallen, dan hebben ze in ieder geval hun doel bereikt: er is veel mee gespeeld.’
Jenny Linders
Puur
‘D
e gezellige logeerpartijtjes bij mijn opa en oma herinner ik me nog goed. Hoe strak oma ons altijd instopte en hoe we uitkeken naar het broodje gehaktbal voor het ontbijt. Ik voelde me er thuis. Tijdens die weekenden stonden er geen zakken snoep of pretparken op het programma. Wij gingen gewoon mee met opa naar de moestuin waar mijn zus en ik hutten gingen bouwen. We werden totaal niet verwend. Dit kopje laat die eenvoud goed zien. Iedereen dronk bij opa en oma uit zijn eigen kopje. Toen ik acht was heb ik samen met mijn oma dit kopje uitgekozen in een servieswinkel in Middelburg. Het herinnert me aan de zorgeloze tijd die we daar hadden. Dat we met de hele familie lekker de tijd namen om samen koffie te drinken. Heel basic, maar ontzettend gezellig en puur.’
Henri Vriens
Opa
‘E
lke avond weer bezorgt de “rinkel” van Skype me een bijzonder gevoel. Nog geen half jaar nadat ik emigreerde vertelde m’n dochter me dat ik opa zou worden. De kinderwens was bij mij niet bekend, een grote verrassing dus. Maar dit geluk bracht ook een zekere twijfel met zich mee: zal ik terug? Ik besloot te zoeken naar een middenweg. Dankbaar ben ik dat ik, dankzij de moderne technieken, de afgelopen jaren alles op de voet heb kunnen volgen. Ik zag mijn kleinzoon al toen hij anderhalf uur oud was. Onlangs kocht ik een nieuwe laptop en betrapte mezelf erop dat ik het enorme aanbod beoordeelde op de kwaliteit van de − tegenwoordig ingebouwde − camera, de rest was bijzaak. Nu voelt een Skype-gesprek als “even op de koffie”. Toch blijven de jaarlijkse bezoeken aan kleinzoon Milan heilig.’
Henk Witte
1956
‘B
egin vorige eeuw was mijn opa directeur van een scheepswerf. In de stad waar hij woonde, kende iedereen hem. Hij was statig en had aanzien, maar was ook behulpzaam. Een echte socialist. Hij is in het voorjaar van 1956 overleden; ik ben in de zomer van datzelfde jaar geboren. Ze zeggen dat ik op hem lijk, maar helaas heb ik hem nooit gekend. Dit koperen kalendertje kreeg hij van een zakenrelatie. Het stond op zijn bureau: naar verluidt was hij er erg aan gehecht. Nu staat het op mijn bureau. Het is het enige tastbare wat ik van hem heb en daarom een heel dierbaar bezit.’
Dhr. drs. K.J.E.M. Schretlen
Houdt moedig stand
‘T
er ere van het 25-jarig jubileum heb ik mijn vader een leren map gegeven. Door het leer nat te maken kon ik daar vormen en tekst in graveren. Er staat “Houdt moedig stand”. Het waren namelijk geen gemakkelijke tijden. De moeilijke economie van die tijd heb ik uitgebeeld met een visser in een storm, die het roer in handen heeft. Zo zag ik mijn vader. Pas na de oorlog trok de economie weer bij. Zelf zat ik op de Algemene Handelsschool in die tijd. Thuis was het erg gezellig, want mijn ouders hadden tien kinderen, waarvan ik de oudste was. Overwerken werd in die tijd niet gedaan, dus mijn vader was er iedere avond. Mijn moeder kreeg gelukkig hulp van een kinderjuf.’
Gijs Verschuuren
Afbreekbaar
‘T
oen ik nog studeerde was één van de populairste colleges Vennootschapsrecht, en met name dat over beschermingsconstructies. Zo had je structuren met preferente aandelen, stichtingen administratiekantoor en de zeer tot de verbeelding sprekende poison pills. In gedachten zagen wij ons al met dit soort listigheden diverse barbaren buiten de deur houden, zoals in het boek “Barbarians at the gate”, een klassieker waarin voor het eerst heel precies een vijandige overname werd beschreven. Ik vermoed dat een bepaalde vorm van deformatie zich toen heeft ontwikkeld. Sinds enige jaren bewaar ik een aandeel (aan toonder!) van Schretlen & Co op een veilige plaats. Mochten de Barbaren door de poort komen, dan zijn ze er nog lang niet…’
Joost Willems
Tien voor zes
‘U
it mijn verzameling oude mechanische horloges is deze Pontiac mij het meest dierbaar. Niet vanwege het merk, maar vanwege de vorige eigenaar: mijn vader. Naar goed katholiek gebruik kreeg hij dit horloge bij zijn eerste heilige communie. Ik kreeg het op de dag van zijn overlijden, nu vier jaar geleden. Het horloge stond op die zomerse rotdag stil op tien voor zes. Precies het tijdstip waarop ik na een dollemansrit vanuit Frankrijk arriveerde bij het ziekenhuis en naast het ontzielde lichaam van mijn vader stond. Ik draag het horloge op de belangrijkste momenten in mijn leven. Bij de begrafenis van mijn vader, tijdens de geboorte van mijn kinderen, op de dag van mijn huwelijk en ook bij belangrijke zakelijke besprekingen. Het horloge geeft me het zelfvertrouwen dat ik vroeger als kleine jongen had als ik aan de hand van mijn vader liep.’
Mariëtte Timmer
Anders kijken
‘Z
ijn fotocamera is mijn meest waardevolle bezit. Deze klassieke robuuste Rolleifl ex nam hij altijd overal mee naartoe: mijn eerste schooldag, zwemdiploma, zeilreis. Ik kan hem uittekenen met die camera. Er zo’n beetje half overheen gebogen. En dan dat typische, snelle gebaar waarmee hij aan de zwengel draaide om het fi lmpje door te spoelen. Hij hield de camera altijd met één hand vast. Dan kon hij met de andere hand regisseren, gebaren maken: “Kijk eens hierheen, probeer dit eens.” Maar de camera van mijn vader herinnert mij vooral aan zijn manier van kijken naar mensen. Hij gaf je alle ruimte om je talenten te ontdekken, wilde dat je je passies volgde. Dat was zijn kracht en zo herinner ik me hem het liefst.’
Mark Homan
Goud
‘A
ls kind al volgde ik wielrenraces op televisie. De variaties van wedstrijden en tactieken hielden me aan de buis gekluisterd. Door middel van veel therapie heb ik leren lopen, maar op niveau wielrennen leek met spasme onmogelijk. Totdat ik via de KNWU een speciale racefiets mocht lenen om te trainen. Mijn eerste koers reed ik op 17 april 2005 in Woensdrecht waar ik 2e werd. Inmiddels doe ik mee aan wereldkampioenschappen. Hoogtepunten zijn het behalen van een gouden medaille op de tijdrit van het WK in Bordeaux en de vierde plaats op de Paralympische tijdrit van 2008. Sinds kort heb ik een nieuwe racefiets, die geeft mij alle vertrouwen om voluit te gaan bij wedstrijden. Dat belooft wat voor het komende seizoen.’
Ronald Mersen
1963
‘M
ijn broer liep nog voor hij een jaar was, mijn zus met dertien maanden. Ik begon met vijftien maanden te kruipen en was bijna twee toen ik mijn eerste stapjes zette. Zij sloegen allebei een klas over, ik deed een jaartje langer over de kleuterschool. “Hij is nog niet zover, had de docente gezegd”. Mijn broer en zus maakte makkelijk vrienden. Ik was verlegen, speelde meestal alleen. Ik blonk niet uit. Tot die ijskoude winter in 1963. Het was maandenlang ruim onder nul. Een prachtige dichtgevroren dorpsvijver was het gevolg. We kregen alle drie een paar schaatsen van onze ouders. Met het hele gezin het ijs op, ik zal het nooit vergeten. Ik was de eerste die overeind bleef, de snelste van de drie. Ik blonk uit.’
oktober 2011 Onbetaalbaar is een speciale uitgave ter gelegenheid van het honderdjarige bestaan van Schretlen & Co. Concept & realisatie: Scripta Media B.V., Amsterdam Ontwerp: Van Lennep, Amsterdam Redactie: Wendelien Post (Schretlen & Co), Rennie Vernooij, Peter van Vuuren, Karin Willems Fotografie: Jeroen van der Spek, NoĂŤl Loozen, Fotopersburo v.d. Meulenhof B.V. Coverillustratie: Max Kisman Traffic: Jacqueline Konermann Oplage: 5500 Druk: xxxx xxxx
Uitgever en producent streven uiterste zorgvuldigheid na bij de productie van dit boekje. Beiden zijn echter niet aansprakelijk voor onjuistheden in de uitgave. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.