D
e jonge Nadia komt op haar zeventiende bij het gezin Berkhout wonen in Dagboek voor Nadia. Ze is zwanger, maar wil het kind niet houden. De kleine Hugo wordt na zijn geboorte geadopteerd door Nadia’s gastgezin. In Kind van twee moeders woont Nadia in Amsterdam. Ze wil heel graag meer contact met Hugo. Ondertussen verlangt haar man Anthony naar een eigen kind. In Een liefdevolle waarheid is Hugo al wat ouder en leidt hij zijn eigen leven. Maar hij kan niet loskomen van zijn verleden.
NADIA
ISBN 978 90 205 3400 9 NUR 344
Trilogie
Anke de Graaf staat al jaren bekend om haar realistische familieromans. Zij is een van de meest uitgeleende auteurs in de Nederlandse bibliotheken. De verhalen over Nadia en Hugo behoren tot de persoonlijke favorieten van de auteur.
Anke de Graaf
Aangrijpende trilogie over een jonge vrouw en haar ter adoptie afgestane zoon
Anke de Graaf MFN
NADIA Trilogie
9 789020 534009
www.zomerenkeuning.nl
Omslag NADIA TRILOGIE - ANKE DE GRAAF V2.indd 1
17-03-14 12:58
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 1
NADIA TRILOGIE
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 2
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 3
Anke de Graaf
NADIA TRILOGIE Dagboek voor Nadia Kind van twee moeders Een liefdevolle waarheid
Uitgeverij Zomer & Keuning
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 4
ISBN 978 90 205 3400 9 NUR 344 © 2014 Uitgeverij Zomer & Keuning, Utrecht Omslagontwerp: Villa Grafica www.zomerenkeuning.nl Oorspronkelijke uitgave Dagboek voor Nadia © 2004 VCL-serie Oorspronkelijke uitgave Kind van twee moeders © 2005 VCL-serie Oorspronkelijke uitgave Een liefdevolle waarheid © 2005 VCL-serie Alle rechten voorbehouden
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 5
DAGBOEK VOOR NADIA
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 6
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 7
HOOFDSTUK 1 Een enkele maal komt een vreemdeling het dorp Westerwallen bezoeken. Die man, of vrouw, kijkt op het plein voor de kerk om zich heen en vermoedt dat vroege bewoners hier eerst de kerk hebben gebouwd. Dat denkt men omdat het bouwwerk er zo fier en trots staat, zich bewust van zijn belangrijkheid. Een sierlijke, spitse toren en een ronde klok die de tijd tot op de minuut zuiver aangeeft. Al jaren lang. Toen de kerk eenmaal stond, mijmert zo’n vreemdeling dan verder, werd de grootte van het plein ervoor door de bewoners vastgesteld. In goed overleg en zonder meningsverschillen die uitliepen op ruzies, want daarvan hielden en houden de ware Westerwallers niet. Ook over de naam van het plein waren ze het snel eens: het Kerkplein. Dat paste erbij en, schijnt iemand gezegd te hebben: ‘Het is later, als ons dorp een groot dorp is geworden, gemakkelijk voor mensen die de kerk zoeken: volg de wegwijzers naar Het Kerkplein.’ Daarna bouwde men, denkt men, de huizen en winkels in een grote, halve cirkel om het plein voor de kerk, met de deuren en ramen uit eerbied naar het Godshuis gekeerd. Maar zo is het zeker niet gegaan. Of het helemaal naar waarheid is is niet meer te achterhalen, maar in oude papieren die men in het raadhuis bewaart, staat dat de eerste mensen die in het begin van de negentiende eeuw in deze omgeving neerstreken hun onderkomen, en misschien zijn het niet meer dan hutten geweest, bouwden op een uitgekozen plek midden in het vlakke land. Het is niet ondenkbaar dat die groep heeft bestaan uit twee of drie gezinnen met jonge kinderen. De mannen en vrouwen woelden en spitten de goede grond om en verbouwden er mogelijk aardappelen en koren. Er kwamen anderen op af; men zou ze gelukzoekers kunnen noemen, maar ze zochten geen groot geluk, ze waren tevreden met voedsel en onderdak. Die nieuwkomers bouwden hun huisjes dicht bij de andere optrekjes. Dicht bij elkaar wonen gaf bescherming en een gevoel van veiligheid… samen zijn we sterk. Tussen die mensen groeide een gevoel van gemeenschapszin. Ze werkten hard voor de kost en ze begrepen dat ze elkaar beter konden helpen en steunen dan onenigheid zaaien. Natuurlijk zal er zo nu en 7
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 8
dan een heftige ruzie zijn geweest, maar ‘gemeenschapszin’ is toch een eigenschap die de echte Westerwallers van nu nog hebben. Die eerste onderkomens werden weer afgebroken en in de loop der jaren kwamen er betere en grotere huizen. De kerk werd gebouwd en men bakende de ruimte af voor het grote plein. Daarna kwamen langzamerhand de huizen en winkels die er stonden toen deze geschiedenis begon. En waarschijnlijk staan vele ervan er nog. De panden werden opgetrokken in een halve kring rond het plein. Als men voor de brede kerkdeuren staat is het eerste pand rechts het woonhuis met praktijkruimte van dokter Jansen. Daarnaast bevindt zich de kruidenierswinkel van Goezinnen, dan komt het woonhuis van de familie Stapel, vervolgens de groentewinkel van Joost en Marry Hellingman en ten slotte staan er nog twee flinke woonhuizen. Dan volgt de Zuiderdracht, de straatweg naar het volgende dorp. Op de hoek staat de slagerij van Posters. Daarna volgt het mooie woonhuis van Johannes en Thérèse Wijnkoper, geziene mensen in het dorp. Ze hadden veel geld, dat wist iedereen, maar ze bleven ‘gewoon’ en dat sprak de Westerwallers aan. Naast de tuin van de Wijnkopers staat de werkplaats van fietsenmaker Gerrit Huizens en daarnaast staan nog twee woonhuizen. In één ervan woonde het grote gezin Molenbroek met acht kinderen. Als laatste kwam op de hoek, het huis van de familie Van der Klei. In het begin van de Zuiderdracht stonden nog enkele belangrijke gebouwen, zoals het huis waarin de politiepost was gevestigd en de dorpsschool van meester Berkenveld, juf Hannie Terpstra en het jonge juffie Treesje van Vliet. Verder ging de straatweg langs weilanden en akkers en langs een paar mooie boerderijen. Ook het timmerbedrijfje van Bas Zevenbergen was aan de Zuiderdracht gevestigd. Het bestond uit een grote werkplaats en daarnaast de opslagruimte voor stenen en hout. Aan de andere kant van Westerwallen, achter de kerk, begon de Noorderdracht. Die voerde naar een ander dorp. Daaraan stond het kleine, maar mooie raadhuis en de winkel van Cor Stellingwerf. Hij verkocht huishoudelijke artikelen: bezems, emmers, pakken waspoeder en noem maar op. Ook aan de Noorderdracht stonden een paar prach8
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 9
tige, grote boerderijen en een zestal gerieflijke woningen van mensen die al wat ouder waren, hun schaapjes op het droge hadden en wilden genieten van rust en ruimte om zich heen. En dat vonden ze in Westerwallen in overvloed. In één van de huizen aan de Zuiderdracht woonden Timon en Lenie Berkhout met hun dochtertje Lieneke. Lieneke was toen ‘alles begon’ een blonde vrolijke peuter van drie jaar. Het was eind juni van het jaar negentiendrieënveertig. Drie jaren daarvoor was de oorlog uitgebroken en dat had in Westerwallen, zoals overal in Nederland, veel angst en onzekerheid gebracht. Maar nu, drie jaren later, was er in het rustige Westerwallen niet veel van die oorlog te merken. De oorlog was door ‘ons’ verloren, de Duitse troepen hadden het land bezet, maar in het dorp merkte men weinig van die bezetting. Er was geen ‘post’ van de Duitsers gevestigd. Zo nu en dan reden donkergroene militaire wagens door de dorpsstraat met soldaten in grijze uniformen, maar meer gebeurde er niet. Wel hoorden de Westerwallers berichten over wat in de grote steden voorviel en ook via verhalen van familieleden kwam men één en ander aan de weet. Op een avond zaten Timon en Lenie Berkhout in de woonkamer. Lieneke sliep in haar bedje in het kamertje boven aan de achterkant van de woning. Timon was nog een poosje aan het werk geweest in de moestuin en in de bloementuin, maar toen het schemerig werd ging hij naar binnen. Lenie zou de koffie onderhand wel klaar hebben. Ze zat bij de tafel en breide aan een truitje voor Lieneke voor de komende winter. Lichtblauw met smalle randjes wit. Ze praatten over de onbelangrijke dingen die die dag hadden plaatsgevonden tot ze geluid hoorden aan de achterdeur. Toch even geschrokken – het was geen normale tijd meer voor bezoek – keek Lenie naar Timon die zei: ‘Wat nou?’ Hij stond op en liep door de keuken naar de bijkeuken. Lenie hoorde zijn stem, er klonk verbazing in en ook ongerustheid. ‘Dokter Jansen…. u hier?’ en direct daarop de stem van de dokter: ‘Ja, ik hier, Berkhout. Maar maak je niet ongerust,’ hij was intussen vanuit de bijkeuken de keuken binnengestapt en hij zag door de geopende kamerdeur het verschrikte gezicht van Lenie, ‘en u ook niet, 9
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 10
vrouw Berkhout, want er is niets gebeurd met één van uw familieleden. Maar ik wil met jullie praten.’ Timon schoof een stoel bij de tafel. ‘Gaat u zitten, dokter.’ Toen de dokter had plaatsgenomen en zijn jasje goed had geschikt keek hij van Timon naar Lenie en begon: ‘Jullie weten van de toestanden in de grote steden nu we onder het juk van de vijand zitten. We merken er hier nog niet veel van, gelukkig. Westerwallen is een vergeten plekje. Hier is niets te halen voor de Duitsers, maar in Amsterdam en Rotterdam en andere grote steden wordt steeds duidelijker wat Hitler en zijn consorten willen. Jullie weten wat ik bedoel: het uitroeien van de joodse mensen. Het is voor een normaal denkend mens niet te geloven, maar het is wel het plan van de Duitse machthebbers. Nu al worden joden gedwongen een zogenaamde davidster te dragen om zich van de anderen te onderscheiden.’ Timon en Lenie knikten. Ze hadden erover gehoord. De dokter ging verder: ‘Veel joden in Nederland denken nog dat het allemaal wel zal meevallen: wat hebben zij de Duitsers misdaan; wat hebben zij aan kwaad aangericht, niets toch? En wat moeten de Duitsers met die joodse mannen, vrouwen en kinderen? Maar steeds meer groeit toch de angst voor wat er mogelijk met hen gaat gebeuren. En meerderen proberen weg te komen. Het liefst naar een veilig land, Engeland bijvoorbeeld. Maar daarvoor moet men eerst naar Spanje zien te komen om vandaar de oversteek te wagen. En zo’n reis kost geld. De mensen die zo’n vlucht aandurven, moeten geholpen worden door mensen uit de grensgebieden om de juiste weg te vinden. Die mensen wagen hun levens bij die hulp en ze willen daarvoor geld vangen. Er is ook een andere mogelijkheid namelijk door onder te duiken tot de oorlog voorbij is en laten we hopen en bidden dat dat snel zal gebeuren.’ ‘Het is verschrikkelijk!’, riep Lenie luid, ‘Nederlanders, die zich moeten verbergen omdat de bezetters hen uit de weg willen ruimen, want dat is de bedoeling: die mensen gewoon vermoorden! Hitler en zijn aanhang hebben een grote hekel aan de joden en er zijn ook joden die niet prettig zijn, daarover heeft mijn vader wel eens iets gezegd. Het zijn vaak gehaaide zakenlui, maar dat is toch geen reden om ze uit te roei10
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 11
en?’ De verontwaardiging deed haar stem nog hoger uitschieten. ‘En zijn alle Duitsers zulke leuke mensen? Daarover horen we ook vreselijke verhalen.’ ‘Ja, Lenie,’ probeerde Timon haar woordenstroom in te dammen, want als Lenie haar stille woede uitte tegen de soldaten die zomaar hun land waren binnengevallen werd ze daar heel heftig in. Ze had ook gelijk, maar Timon begreep dat dokter Jansen met een boodschap kwam. ‘We weten het en het is ook verschrikkelijk. ‘Dokter,’ hij keek de niet meer zo jonge huisarts recht aan en vroeg toen: ‘Ik vermoed dat u iets met ons wilt bepraten.’ ‘Dat is zeker zo.’ De dokter verschoof op de stoel en vertelde toen: ‘In een joods gezin in Amsterdam werd enige tijd geleden het besluit genomen te vluchten. Vooral de man had het gevoel dat hen een groot gevaar bedreigde. Hij wilde zo snel mogelijk met vrouw en kind naar Spanje zien te komen om vandaar over te steken naar Engeland. Hij had contacten gelegd met één van de ondergrondse verzetgroepen in ons land waar jullie al van gehoord en gemerkt zullen hebben. Men werkte een vluchtplan voor hem uit. Op een donkere avond is de man, want met drie mensen tegelijk was een te groot risico, en men wilde eerst hem in veiligheid brengen, vertrokken. Het is een heel moeilijk en emotioneel afscheid geweest voor de vader, zijn vrouw en dochter, maar men geloofde erin elkaar spoedig in een vrij land weer te ontmoeten. In de daaropvolgende middag, toen moeder en dochter niet thuis waren, stopte een Duitse vrachtwagen voor het huis. Er werd gebeld en ten slotte werd het slot van de voordeur vernield en stormden de soldaten het huis binnen alsof ze een grote crimineel moesten overmeesteren. Zo zijn hun methodes. Buren, die het zagen gebeuren, slopen via de achterdeuren en poorten naar buiten om de vrouw en het meisje op te vangen. En dat lukte. Gelukkig. De mensen van het verzet brachten de twee vrouwen naar een onderduikadres, met het plan hen, zo spoedig als mogelijk was, de vader te laten volgen. Maar van hem is tot nu toe niets meer vernomen. Niemand weet waar hij zich bevindt en of hij nog wel in leven is. Misschien is de vluchtpoging mislukt. De moeder en haar dochter hebben nu een schuilplaats gevonden in Westerwallen.’ Timon en Lenie keken hem verbaasd aan. 11
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 12
‘Ja, in ons dorp. En ik moet jullie de naam noemen van de mensen die hen in huis hebben genomen, want wat ik jullie wil vertellen en vragen gaat verder. De vrouwen verblijven in een kamer boven in de boerderij van Roelof en Annie Klarenbeek.’ Timon knikte alsof hij dit volkomen begreep, maar wat hij hoorde duizelde in zijn hoofd. Hij zei: ‘Roelof is een kerel om het grote risico te nemen twee mensenlevens te redden. En het is een heel groot risico. Want als ze gevonden worden ziet het er voor het gezin Klarenbeek bijzonder slecht uit. Dat weten we zo langzamerhand. In dergelijke gevallen, zo zie ik het, dokter, wordt het wel hogelijk gewaardeerd dat je moedig bent en wilt helpen, maar het prijskaartje kan heel zwaar zijn. En Roelof Klarenbeek heeft een vrouw en twee kinderen.’ De dokter knikte instemmend. ‘Ja, het zijn onbegrijpelijke en onwerkelijke toestanden. Dat mensen op deze manier jacht maken op andere mensen die geen misdaad hebben gepleegd, geen roofoverval of noem maar op, maar die alleen worden gegrepen omdat ze joods zijn.’ Na even te hebben doorgepraat over deze toestanden, want de dokter wilde Timon en Lenie de gelegenheid geven hun gedachten en waarschijnlijk ook hun angst om zijn komende vraag iets te laten bezinken, vertelde hij verder: ‘Deze twee mensen zitten al enige tijd redelijk veilig bij de Klarenbeken. De dochter is nog een jong meisje, ze is in maart zeventien jaar geworden. Ze ziet er joods uit. Haar haren zijn bijna zwart en ze heeft donkere ogen, maar niet een te grote neus, zoals veel joodse mensen. Roelof en Annie Klarenbeek hebben twee kinderen, je zei het al Timon, een jongen van zeventien of achttien en een meisje van veertien. Die twee kinderen hebben vriendjes en vriendinnetjes in het dorp en omdat er hier weinig te beleven valt zoeken die jongelui elkaar op. Dan bij de één thuis, dan bij de ander. Praten en lachen, spelletjes doen en noem maar op. Als ze in de grote woonkeuken van de boerderij van Klarenbeek zijn is het joodse meisje daar ook bij. Niemand heeft de andere jonge mensen over haar werkelijke achtergrond verteld, maar we nemen aan dat ze niet zo dom zijn dat niet door te hebben. Er zit dus een groot risico aan die avondjes verbonden. Als één van de jongelui het interessant vindt het geheim te vertellen wordt 12
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 13
het een drama. Maar Roelof vindt het ook verschrikkelijk dat dat kind op die kamer boven moet zitten terwijl beneden leeftijdsgenoten plezier maken. Moeder en dochter, ze hebben in deze omstandigheden de voornamen Emmy en Marije gekregen, komen ook in de avond in de huiskamer en keuken van de Klarenbeken. Als er iemand komt is er voor hen een schuilplaats in de gang, in een diepe kast. Maar tot nu toe is dat niet voorgekomen. Elke avond sluit Roelof heel zorgvuldig alle deuren af met sloten en grendels en zorgt voor totale verduistering, geen streepje licht schijnt naar buiten en Roelof is op zijn qui-vive voor onraad. Dan zoeken de onderduiksters de schuilkast op. Maar, zoals we alle drie weten, er komen vrijwel geen Duitse soldaten in Westerwallen. Het zou alleen door verraad kunnen gebeuren. En echte Westerwallers zijn geen verraders.’ Dokter Jansen zweeg even, toen zuchtte hij diep en vervolgde: ‘Er is nu iets verschrikkelijks gebeurd in de boerderij, iets vreselijks. Het joodse meisje, dat ik Marije noem, haar ware voornaam ken ik niet, ook haar achternaam is me onbekend, dat meisje blijkt zwanger te zijn.’ ‘Zwanger!’, riep Lenie luid en geschokt. ‘Hoe kan dat nou?! Wat doen die jongelui dan in die keuken! Dat is toch onmogelijk?! Het kind is net zeventien geworden zegt u en ze weet toch van haar omstandigheden? En ook de jongens die bij Roelof en Annie over de vloer komen weten wat er aan de hand is met dit meisje en bovendien, waar moet dat dan gebeurd zijn?! Ik begrijp er niets van!!’ ‘Wij ook niet,’ zei de dokter, ‘wij begrijpen het ook niet. Maar er zijn twee jongens van twintig die ook zo nu en dan naar de Klarenhof komen. Zij wagen zich zo min mogelijk op straat, want ze hebben de leeftijd om naar Duitsland gesleept te worden voor de Arbeidsinzet. Ze zijn eigenlijk bij hun ouders ondergedoken. Maar ze zijn wel twintig en Marije is een mooi meisje om te zien…. Het is niet goed, het is verschrikkelijk en ik heb er ook geen woorden voor, maar het is een feit. Marije is zwanger. We hebben alle jongens van dat groepje stevig aan de tand gevoeld, maar allen ontkenden seksueel contact met haar te hebben gehad.’ ‘Maar dat kan toch niet?’, riep Lenie half lachend, half verbaasd uit, 13
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 14
‘als ze zwanger is moet ze contact hebben gehad met een jongen of een man! U denkt toch niet, dokter, dat de geschiedenis van Maria en Jozef zich in ons dorp herhaalt? Maar het hoeft niet één van die knapen te zijn geweest, het kan ook een knecht van Roelof zijn of, maar dat durf ik eigenlijk niet uit te spreken, of Roelof zelf…’ Haar gezicht was bleek geworden, hoe durfde ze dit te zeggen, maar het meisje moest toch al dan niet vrijwillig iets met een man gehad hebben. ‘Maar,’ stamelde ze, ‘alle jongens ontkennen.’ ‘Ja.’ ‘En het meisje zelf? Zij moet toch weten wie dit teweeg heeft gebracht?! Het is verdorie niet niks, er moet seksueel contact geweest zijn en waarschijnlijk was dit voor haar voor de eerste keer! Zeventien jaar, zo jong nog!’ ‘Het kind spreekt vrijwel geen woord. Alleen het allernoodzakelijkste. Ze staart met grote ogen voor zich uit, ze is, naar mijn diagnose, een geestelijke inzinking nabij. Haar moeder heeft geprobeerd een antwoord te krijgen en ook Annie en Roelof. En zoals ik Roelof ken is hij recht op zijn doel afgegaan. Zonder mooie woorden. Maar ze zwijgt. Het is een vreselijke toestand op de boerderij. Alles en iedereen is in wanhoop en Marije is volkomen apathisch.’ ‘Dokter, wat een verschrikkelijke toestand! U zegt dat iedereen in wanhoop is en dat kan ik me voorstellen! Voor het meisje zelf is het vreselijk, maar ook voor haar moeder. En voor Annie en Roelof! Zij hebben haar in huis genomen en wat moet er nu gebeuren?! Ze kunnen dat kind toch niet op straat zetten? Waar moet ze heen! Waar moeten ze allebei heen! Een ander onderduikadres misschien?’ ‘Dat is het knelpunt.’ De dokter keek van Timon naar Lenie. ‘En daarom ben ik hier. Want door alle omstandigheden en de vele woorden die er luid en schreeuwend over zijn gesproken, is Annie Klarenbeek volkomen over haar toeren geraakt. Dat begrijpen we allemaal, maar het geeft geen oplossing. Ze roept steeds dat ze Marije niet langer in huis wil hebben…. Ze gilt het: ‘Die meid moet weg! Die meid moet weg!’ Het is verschrikkelijk. Alle anderen in huis vinden dat ze voorlopig daar toch moet blijven. Jochem zei: ‘De baby huilt nog niet’ en Kees zegt: ‘Er is nog genoeg tijd om een oplossing te zoeken en te vinden’, maar Annie 14
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 15
wil dat Marije heel snel het huis uitgaat. Moeder Emmy mag wel blijven. Zij is nu een heftig geëmotioneerde vrouw, op van de zenuwen, en Annie begrijpt dat en wil haar wel helpen. Maar het meisje, nee… ‘Want,’ zo roept Annie, ‘zij heeft zichzelf in de nesten gewerkt! Ze weet heel goed waar Abraham de mosterd haalt!’ Annie Klarenbeek kan op het ogenblik niet normaal denken. Ze begrijpt niet dat het kind dit soort dingen heeft uitgehaald en nog wel in de moeilijke situatie waarin ze zich bevindt. En Marije zegt niet dat ze verkracht is, dat zij er, hoe zal ik het zeggen, niet aan heeft meegewerkt. Vaststaat dat het leven in de boerderij vrijwel onhoudbaar is. Voor Marije, want het is toch nog een kind, voor haar moeder, voor Annie, voor Roelof omdat hij niet weet wat hij hiermee aan moet en voor de kinderen Klarenbeek. Vrienden worden verdacht, er worden geen beschuldigingen uitgesproken, maar meerderen worden met een onzichtbare vinger nagewezen.’ ‘Dokter, u bent bij ons gekomen…’ ‘Ja. Ik ben bij jullie gekomen. Om hulp. Want er is dringend hulp nodig. Ik weet dat jullie goede Nederlanders zijn. Betrouwbare mensen. Jullie geven de schuilplaats van deze twee wanhopige vrouwen niet aan de Sicherheitsdienst door. Jullie zijn ook gelovige mensen, jullie willen, hoop ik, mensen in nood helpen. En hier zijn mensen in vreselijke nood. Ook Roelof en Annie. Annie zit in een aanval van hysterie. Ze kan dit niet aan, ze kan het niet overzien en het is tot op dit ogenblik ook niet te overzien. Niemand weet wat er gebeuren moet.’ Hij zweeg even en zei toen, op een zachtere toon: ‘Ik zal er niet langer over uitweiden. Jullie kennen de geschiedenis nu. Ik vraag jullie of het meisje Marije voor enige tijd bij jullie mag wonen. Tot alles rondom haar voor zover mogelijk is tot rust is gekomen.’ Timon en Lenie keken elkaar aan. Op beider gezichten was angst te zien, dit was nogal wat, een zwanger, joods meisje in huis nemen, maar in hun ogen was ook de wil om te helpen. Mensen in grote nood, nu een hand toesteken… ‘We moeten er samen over praten, dokter.’ ‘Dat begrijp ik, Berkhout. Het is een heel grote stap. In de eerste plaats het meisje op zich. Ze is er geestelijk slecht aan toe en ik weet niet welke wijze van aanpak het beste is. En het risico, want ze is hoe dan ook van 15
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 16
joodse afkomst. Maar voor haar een plaats zoeken ver van haar moeder zal in deze omstandigheden voor allebei funest zijn. Ik heb de moeder alleen huilend gezien. En diep ongelukkig. Dat is te begrijpen. Van haar man heeft ze tot nu geen teken van leven gekregen. En hij weet hoogstwaarschijnlijk niets van hun vlucht en nog minder waar ze zich bevinden. Daarnaast haar vlucht met het kind met achterlating van alles wat ze hadden in het huis in Amsterdam en nu dit eroverheen.’ De dokter zuchtte: ‘Jullie kennen nu de situatie in de hoeve. Alleen al wat ík erover heb verteld en van dichtbij heb meegemaakt is verschrikkelijk.’ De dokter was nog lang gebleven en er werd veel gesproken. Toen hij opstond om weg te gaan zegden Lenie en Timon hem toe er vanavond over te praten, ja, waarover zouden ze anders praten, dit hield hen enorm bezig. En omdat ze begrepen dat er snel een beslissing moest vallen, beloofden ze hem de volgende dag hun besluit mee te delen. ‘Niemand, begrijp dat goed, beste mensen, niemand zal en mag het jullie kwalijk nemen als je dit niet op je schouders wilt nemen. Want het zal een heel zware last worden.’ Toen was de dokter weggegaan. Weer via de achterdeur en het pad langs de tuin. Hoe minder buren hem zagen hoe beter, want wat moest de dokter bij de Berkhouts? Was Timon ziek, of Lenie? Maar ze hadden ze geen van tweeën de laatste dagen gemist! Was iemand van de familie misschien onwel geworden? ‘Lieve help,’ zei Lenie zodra Timon in de kamer was teruggekeerd, ‘wat moeten we hiermee doen? Het is, zoals de dokter zegt, een heel moeilijke stap, maar we hebben toch allebei het gevoel dat we moeten helpen waar nodig is.’ Timon knikte. ‘Ja. Maar het is gemakkelijk gezegd: we moeten helpen. Waarop draait het uit? Wat kan ons overkomen? Wat kan hieruit voort komen? Veel te veel mensen weten van die vrouw en dochter in de boerderij van Klarenbeek. Dat had niet mogen gebeuren. Het meisje had die avonden, hoe zielig het ook voor haar was, boven moeten blijven. Alle jongelui die over de vloer kwamen weten het. En het zal voor allemaal een geweldige gebeurtenis zijn te horen dat dat meisje zwanger is. En van wie? Natuurlijk praten ze daarover. Dat kan niet anders. Als één van hen zijn mond voorbijpraat kan het voor Roelof en Annie 16
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 17
en voor ons, als dat meisje in ons huis woont, fataal zijn. We hebben mensonterende verhalen gehoord over de werkwijze van de Duitsers. En ik denk ook, Lenie, dat soldaten, die al zo lang in het leger zijn, steeds minder menselijkheid in zich hebben. Vechten, doden, daarnaast een groot verlangen naar de gezinnen die ze achter moesten laten, brengen andere normen en waarden in het leven.’ Lenie knikte. Haar gedachten dwaalden naar het meisje Marije. Zo jong nog en zwanger, maar het geheim over de jongen of man die haar zwanger had gemaakt, toch bewaren. Uit angst? Waarschijnlijk wel. ‘En,’ hoorde ze de stem van Timon weer, ‘wij hebben een kind. Wij zijn verantwoordelijk voor Lieneke. Wat gebeurt er met haar als we verraden worden? Een kind doden zal een Duitse soldaat gemakkelijk doen. Er zijn in deze oorlog al zo veel onschuldige mensen gedood, daar draaien ze hun hand niet voor om.’ Ze bleven lang praten. Lenie zei, ze leunde over de tafel naar Timon toe: ‘Zou het, Timon, kunnen zijn dat Annie Klarenbeek het gevoel heeft dat Roelof de schuldige is… Ze is zo over haar toeren…’ ‘Ik weet het niet. Ik wil er ook geen uitspraak over doen. Roelof is een flinke gezonde kerel. Ik weet niet hoe het liefdesleven tussen hem en Annie is. Er is toch veel veranderd in hun huiselijk leven sinds de komst van die twee vrouwen. Ze hebben veel minder vrijheid in hun eigen huis. En die Marije schijnt een mooi meisje te zijn. Het feit dat Annie haar zo snel mogelijk het huis uit wil hebben geeft wel te denken in die richting.’ Hij zweeg even en zei toen: ‘Misschien denkt Annie ook aan Thijs, hun zoon. In onze ogen is het nog een jongen, een kind. We hebben Thijs als schooljochie gekend, maar het is intussen een flinke vent geworden. Met zijn bijna achttien jaren echt een boerenzoon. Groot, breed in de schouders en blozend. Laten we eerlijk zijn, een gezonde Hollandse jongen als hij zal heus wel interesse hebben in de meisjes. Maar wij weten verder niets.’ ‘Nee, wij weten verder niets,’ gaf Lenie toe. Het was vier uur in de vroege morgen van een nieuwe dag toen Lenie zei: ‘We moeten bidden tot God om hulp en om wijsheid. Want welke beslissing we ook nemen, ja of nee, het zal moeilijk zijn.’ Timon knikte. Hij sloot zijn ogen en vouwde zijn handen. ‘Here God, 17
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 18
Gij, die weet van alle ellende onder de mensen, van oorlogen om macht en geld die Gij niet keert omdat ze uit de mensen zelf voortkomen… help ons, geef ons het goede antwoord in onze harten… En God, U, die machtig bent, wees nabij alle mensen die lijden door het verkeerde denken en doen van andere mensen. Machthebbers in het wereldgebeuren, machthebbers over onschuldige mensen.’ Lenie bad met dezelfde gedachten en woorden. Toen ze haar handen voor zich op tafel legde, haar ogen opende en Timon aankeek vroeg ze: ‘Wat is je antwoord aan de dokter?’ ‘We kunnen als christenen en als mens geen ander antwoord geven dan: we zullen helpen waar het in ons vermogen ligt. En jij, mijn vrouw, denkt daar net zo over.’ De volgende morgen schreef Timon Berkhout op een wit stukje papier, geknipt van een blocnotevelletje, de woorden: ‘Dokter, het is goed’, en eronder: ‘T. en L.B.’ Hij schoof het velletje in een envelop en plakte de envelop dicht. Vóór hij in de bus stapte om naar zijn werk in Horne te gaan liep hij naar het huis aan het Kerkplein en liet de envelop, gericht aan dokter P.J. Jansen, in de brievenbus glijden. In de loop van die morgen pakte Lenie een dik schrift uit de brede lade van de mooie antieke linnenkast die in de kamer stond. Ze legde het schrift op de tafel, pakte een pen en schoof op een stoel. Lieneke speelde met haar poppen. Ze praatte luid tegen ze; de poppen gedroegen zich vanmorgen niet als echt gemakkelijke poppenkinderen. Lotje viel steeds om. Haar lappen beentjes en kleine kontje waren te slap om los rechtop te kunnen zitten, maar Lieneke duwde en kneedde door. Zij was de mama en Lotje moest doen wat mama zei. Lenie opende het schrift. ‘Jij hebt geen ‘dagboek’ maar een ‘dagschrift’’ had Timon er eens lachend over gezegd, ‘en het is geen ‘dagafschrift’, maar een ‘dagopschrijfschrift’!’ Dat was het ook. Elke dag schreef Lenie over de dingen die de dag van gisteren gebracht hadden. Ze was ermee begonnen toen ze in de zesde klas van de lagere school zat bij meester Berkenveld. Met de jongens en meisjes van het dorp, de vriendinnetjes Tineke, Martje, Jozien en Elly. Een fijne, onbezorgde tijd, maar zo voelde ze het toen niet. Ze was ermee doorgegaan tot de dag van vandaag. Ze had al een aantal schrif18
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 19
ten volgeschreven. Ze lagen genummerd op een stapeltje op de onderste kastplank. Ze had geschreven over de eerste ontmoeting met Timon Berkhout. Ze las het kleine stukje later meerdere malen over. ‘Wel een aardige jongen…’ Ze durfde zichzelf niet eens op het witte papier van haar eigen ‘dagschrift’ te bekennen dat ze hem een héél aardige jongen vond! Maar ze wist nog de blije warmte van opwinding die ze voelde bij de tweede ontmoeting, een week later. Toen schreef ze: ‘Het is een heel leuke jongen!’ Nu schreef ze over de dag van gisteren. De schrik door het geklop op de achterdeur, het vertellen van dokter Jansen en de onthutsende gedachten die haar op de achtergrond bij het aanhoren van zijn woorden bezighielden. Daarna zijn vraag. En haar, en Timons gedachten daarover. En hun antwoord: ‘Ja, dokter, het is goed.’ ‘Morgen misschien al,’ schreef ze in een mooi handschrift, ‘komt ze…’ In het donker van de volgende avond bracht dokter Jansen een tenger meisje met bruine ogen en donker, krullend haar hun huis binnen. De dokter droeg een koffertje en zij liep achter hem aan. Ze stapte over de drempel. Lenie zag dat voorzichtige stapje. Het is, besefte ze, alsof het kind zich realiseert hoe belangrijk deze stap van haar is. Ze kon haar voeten met moeite optillen. En het was in werkelijkheid een laag drempeltje. Maar voor haar heel hoog. Lenie keek toe met een diep gevoel van medelijden. Het meisje kwam de kamer binnen als een gevangene en dat was ze ook, een gevangene en een vluchtelinge tegelijk. Ze kon niet beslissen wat ze zelf wilde, ze wist niet waarheen… En ze mocht niet weg. Maar ze was nu weg van haar moeder en haar vader was er niet om haar te beschermen. Er waren alleen vreemde mensen om haar heen. Lenie had zich in de middag afgevraagd hoe ze het meisje tegemoet moest treden. Ze had erover gedacht, maar er waren geen woorden die pasten bij deze situatie. Ze besloot te doen wat haar hart haar op dat moment ingaf. Nu liep ze op het meisje toe – niet te dicht bij haar komen – ze legde haar handen om de schouders en hield haar even tegen zich aan. Een kort, voorzichtig lichamelijk contact. Marije voelde aan als een houten pop, stram en onbeweeglijk. Lenie trok voorzichtig en zorgvuldig haar 19
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 20
handen terug, deed een stapje achteruit zodat ze het gezicht kon zien. Ze zag ogen vol tranen, angst en verdriet. Ze zei: ‘Je denkt dat er op het ogenblik geen plaats voor je is op de aarde, maar die is er zeker wel. Hier, bij mijn man en mij en ons dochtertje Lieneke. Het is verschrikkelijk, deze oorlog. Sommige mensen worden zwaarder getroffen dan anderen. Maar we lijden er allemaal onder. We moeten elkaar helpen. We moeten er samen doorheen komen. Want na de oorlog komt de vrede.’ Ze voerde het meisje aan de hand naar Timon, die was opgestaan en ze zei: ‘Dit is mijn man. Timon Berkhout.’ En Timon zei: ‘Ondanks de omstandigheden, meisje, zeg ik dat je welkom bent.’ Marije knikte alleen. Lenie nam het weer over. ‘Ga zitten, Marije en zeg me wat je wilt drinken. Thee, koffie, melk, appelsap…’ Ze liet het meisje voorzichtig los. Het was alsof even een flauwe glimlach over het smalle snoetje gleed. Timon, terug in zijn stoel, dacht: misschien is dit, zoals Lenie het doet, de juiste manier. Haar even vasthouden, contact van mens tot mens, maar hij durfde dat niet te doen. Marije ging in de dichtstbijzijnde stoel zitten. De stoel stond van de tafel af, bijna tegen de muur. Ze keek naar Lenie en zei: ‘Thee.’ Alleen dat woord, niet meer. Lenie schonk de kopjes vol en zette één kopje op het lage tafeltje naast de stoel. Het bleke meisjeshoofd knikte. Er hing een gespannen sfeer in de kamer. Timon wist niet wat te zeggen en vragen wilde hij in elk geval niets. Lenie voelde hetzelfde. Ze zei, ze wist dat ze niet op een antwoord of opmerking behoefde te wachten: ‘Het is voor ons alle drie heel moeilijk, Marije. Wij kennen jou niet en jij kent ons niet, maar dat zal in de komende dagen beter worden. Ga ervan uit dat wij je willen helpen. Ik zal je straks de kamer laten zien die we voor je in orde hebben gemaakt. Je hoeft daar, net zoals in de boerderij, alleen maar te slapen. Maar je mag erheen gaan als je alleen wilt zijn. Je moeder en jij hebben een schuilplaats gezocht vanwege de Duitsers, en hier, in dit kleine dorp, zullen ze je niet zoeken.’ Ze verwachtte een instemmend knikje, maar opeens klonk een jonge 20
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 21
stem zacht: ‘Te veel mensen weten waar we zijn. Ze zoeken mijn vader. En daardoor mama en mij.’ Ze konden het niet ontkennen. Timon wilde iets geruststellends zeggen. ‘Je vader zal belangrijk voor hen zijn. Wat kan hij voor hen betekenen? Hij is toch geen spion?’ ‘Nee, nee,’ schudde het kopje. ‘Ze weten ook dat je moeder en jij niet op de hoogte zijn van de plaats waar je vader op dit ogenblik verblijft. Ze zullen hier niet zoeken. En, maar daarover praten we nog, we kunnen zeggen dat je een nichtje van ons bent. Een dochter van mijn zus uit Enschede, die in dit rustige dorp wil wonen.’ Na het tweede kopje thee stelde Lenie Marije voor de kamer te gaan zien waar ze voorlopig zou slapen. Want misschien, als de rust weer terugkeerde in de boerderij, kon het meisje teruggaan… Marije stond meteen op. Achter Lenie liep ze de trap op. De logeerkamer was aan de achterkant van het huis. Een ruime kamer waarin een bed stond en het schrijfbureautje dat Lenie vanuit haar ouderlijk huis had meegenomen naar het huis van Timon en haar. De bureaustoel was ervoor geschoven. Er stond een diepe stoel met zachte kussens naast een laag tafeltje, er was een ruime kast en een kastje, ook uit Lenies meisjeskamer van thuis, waarin ze een paar boeken had neergezet en waarin plaats was voor kleine, eigen spulletjes van Marije. Maar ze zou niets van haar liefste bezittingen mee hebben kunnen nemen. Op het kastje stond een klokje dat de tijd aanwees. Het tikte rustig. Op de overloop zei Marije, heel zacht, Lenie moest goed luisteren om de woorden te kunnen horen: ‘Ik ben niet ondankbaar. Ik begrijp heel goed dat dit een groot offer voor u is en ik begrijp ook welk gevaar u loopt door mij in huis te nemen. Maar ik begrijp alles om me heen niet. De oorlog en dat papa weg is. Wat heeft hij misdaan? Helemaal niets toch? Hij kan toch niet schuldig zijn omdat hij uit joodse ouders is geboren? En waar is hij? Of is hij al dood? Ik ben zwanger. In de boerderij schreeuwde iedereen tegen me nadat dokter Jansen het had verteld. Ik begrijp wel dat vrouw Klarenbeek boos op me is, maar ze riep heel lelijke dingen naar me en ik was vreselijk bang voor haar. Eigenlijk voor iedereen daar. Iedereen was lelijk tegen me. 21
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 22
Mama ook. Want mama vindt het ook vreselijk dat ik in verwachting ben.’ Ze keek Lenie met grote ogen vol tranen aan. ‘Er was geen andere mogelijkheid. Ik woon nu hier. Ik ken u niet. Maar ik ben niet ondankbaar.’ ‘Kind, meisje toch!’ Lenie voelde de spanning in zich te groot worden en tranen gleden ook over haar wangen. ‘Het is verschrikkelijk voor je. Maar weet dat wij je willen helpen, alleen maar helpen. Als je wilt zwijgen mag je zwijgen, als je wilt praten zullen we naar je luisteren en misschien kunnen we je dan beter helpen, als we meer begrijpen. Mijn grootmoeder zei vroeger vaak: ‘Veel weten is veel begrijpen.’ En daarin zit een grote waarheid. Maar probeer eerst enigszins tot rust te komen. Als je alleen wilt zijn is hier een veilig en rustig plekje. Als je beneden wilt zijn ben je welkom. Je hoort voor enige tijd bij ons. Over een paar dagen zal je moeder komen; het is niet ver vanaf de boerderij. En als vrouw Klarenbeek zichzelf weer heeft hervonden na de spanningen van de laatste dagen kan jij misschien af en toe naar je moeder gaan. Meisje, die dingen komen allemaal goed. Dat weet ik zeker. Ik hoop dat je je bij ons, hoe moeilijk de omstandigheden ook zijn, thuis zult voelen.’ Ze keek naar het kind, want het was, ondanks alle omstandigheden, nog een kind. Heel jong, heel onervaren, bleek en bevend. ‘Ik hang mijn kleren in de kast. Ik heb niet veel kleren,’ even toch een lach op het gezichtje, ‘maar ik wil liever beneden bij u zitten.’ ‘Dat is goed, tot zo. Ik laat de kamerdeur open.’ Kort daarna kwam Marije weer in de kamer. Maar praten deed ze niet meer. ‘Ik wil het contact tussen haar en ons voorzichtig opbouwen,’ zei Lenie die avond laat, Marije was naar bed gegaan, ‘maar het is me vanavond niet tegengevallen. De dokter zei dat ze in de boerderij geen woord had gesproken, hier deed ze dat wel.’ Timon knikte. ‘Het verbaasde mij ook. En ik denk dat jij, want ze zal eerder tegen jou praten over alles wat haar bezighoudt dan tegen mij, ik denk dat jij de juiste weg naar haar zal vinden. Je hebt medelijden met het kind en je wilt haar helpen. Ze voelt dat.’
22
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 23
De eerste dagen verliepen moeilijk. Het enige lichtpuntje was kleine Lieneke met haar drie jaren, die onbevangen door het huis dartelde en lachte en daarmee de sfeer een beetje aan spanning liet verliezen. Marije keek wel met een lachje naar het kindje, maar ze praatte of speelde er niet mee. Als ze beneden was kroop ze in de lage stoel waarin ze de eerste avond had gezeten. Ze deed niets. Alleen stilzitten. En voor zich uit kijken. De derde avond was haar moeder gekomen. Ze werd gebracht door Roelof Klarenbeek. Zij was een lange, magere vrouw met zwart haar, donkere ogen en een rechte neus. Ze was gehuld in een donkerblauwe mantel en had een hoofddoek om het hoofd gebonden. Toen Timon haar vanuit de keuken de kamer in bracht vloog Marije uit de stoel en liep op haar moeder toe. ‘Mama, mama,’ riep ze; ze huilden allebei. Timon en Lenie keken vol emotie toe. Later zou Lenie in haar schrift schrijven: ‘… dit is één van de kleine, maar heftige momenten in het grote drama dat ze moeten ondergaan…’ Toen moeder en dochter elkaar loslieten gaf Emmy Beekhoven – haar achternaam nu – Timon en Lenie een hand. Ze wreef haar wangen droog met een grote, rode zakdoek van Roelof. Marije schoof snel een stoel van onder de huiskamertafel en ging dicht naast haar moeder zitten. ‘Hoe is het op de hoeve?’, vroeg Lenie. ‘Het is er verschrikkelijk. Vrouw Klarenbeek, zo noem ik haar omdat de dorpelingen haar zo schijnen aan te spreken, vrouw Klarenbeek heeft zich gistermiddag opgesloten in hun slaapkamer. Ik voel me zo verschrikkelijk schuldig,’ er kwamen weer tranen, ze veegde ze niet weg, ‘want de hele toestand komt toch door mij en mijn dochter, maar wat kan ik doen? Weggaan? Waar moet ik heen? Mensen van het verzet uit deze omgeving hebben ons opgehaald uit Amsterdam en naar hier gebracht, maar ze zoeken geen ander onderdak voor ons. Ik ben het gezin Klarenbeek heel dankbaar, begrijp me alstublieft niet verkeerd! Ze hebben ons geweldig opgevangen. Tot de bekentenis van Marije dat ze zwanger is ging het, alle omstandigheden in aanmerking genomen, redelijk goed. Annie en ik hadden begrip voor elkaar. We hebben totaal verschillende achtergronden, maar ieder luisterde naar de verhalen van 23
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 24
de ander. Ik hielp in huis zoveel ik kon. En dat doe ik natuurlijk nog. Vooral nu Annie volkomen is ingestort. We hebben over onze levens gepraat. Alles was goed voor mijn man en mij en voor Marije tot deze vreselijke oorlog uitbarstte. Jonathan en ik begrepen al snel welk lot de joden zou treffen, want de gedachten en praktijken van Hitler waren bekend. Mijn man was ervan overtuigd dat hij op hun lijst stond. Hij was verbonden met de diamanthandel en de diamantslijperij in Amsterdam. Hij vluchtte een dag voor de smeerlappen voor ons huis stonden. U weet dat, de dokter zal het u verteld hebben. Gelukkig konden onze buren Marije en mij tegenhouden naar huis terug te keren; wie weet wat er anders met ons was gebeurd. Ze zouden wraak nemen omdat Jonathan was gevlucht. Annie Klarenbeek vertelde me haar verhalen over het leven op de boerderij, over de familie van haar man en haar familie en zo kwamen we dichter bij elkaar. Ik weet niet hoe het met haar zal gaan. Ik ben vreselijk geschrokken van de emoties die loskwamen toen ik vertelde dat Marije zwanger is. Het is tenslotte mijn dochter die dit overkomt en niet haar dochter. En als Roelof en zij willen dat we beiden uit hun huis vertrekken heb ik daar wel begrip voor, maar dat kon niet van de ene op de andere dag gebeuren. Voor de baby wordt geboren duurt het nog zeker een halfjaar. Maar Annie was opeens volkomen in de war. Ze was radeloos; ze schreeuwde de gekste verwijten. Daarvoor was ze, naar mijn gevoel, een redelijk evenwichtige vrouw te midden van alle moeilijke en gevaarlijke omstandigheden. En een vrouw met een groot vertrouwen in God. Nu ze weet dat Marije weg is van de hoeve komt ze hopelijk tot rust. Ik zei het al, het is voor mij onbegrijpelijk waarom zij zich zo heftig tegen Marije heeft verzet toen bleek dat ze een kind verwachtte. Vanaf de eerste woorden daarover, dokter Jansen zat bij ons aan tafel, brak ze in een volslagen hysterie uit. We konden er toch op een andere manier over praten? Niemand kon een woord naar voren brengen. Roelof niet, de dokter niet en ik al helemaal niet. Dat Marije hier mag zijn is een fijne en een goede oplossing. Ik ben u erg dankbaar. Als ze naar een plaats verder weg gebracht zou worden konden we elkaar niet meer zien en spreken en ik weet niet hoe het dan 24
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 25
zou zijn gegaan. Marije is net zeventien geworden. Ze kan dit niet aan. In normale omstandigheden is het al vreselijk voor een zo jong meisje om dit te moeten ondergaan, zwanger zijn, een kind krijgen, geen man of vriend die meeleeft en steunt, maar voor Marije is het in deze omstandigheden bijna niet te dragen. Ze is veilig en beschermd opgevoed. Er waren geen vijanden in haar leven. Alles was goed en plezierig. En nu dit. Ze zal het moeten dragen. Er is geen andere mogelijkheid. En ik kan u,’ Emmy Beekhoven keek de mensen aan de tafel scherp aan met haar donkere ogen, ‘niets zeggen over de verwekker van het kind. Alleen zwijgen is goed. Ik wil niet verder denken en kijken dan de dag van vandaag en de dag van morgen. Wat gebeurt er in onze levens? Wat staat ons te wachten? Alles is onzeker. En vol gevaar. Ik heb het Marije ook gezegd: denk niet te veel over hoe alles zal gaan… Maar die woorden zijn gemakkelijker uitgesproken dan de raad erin is op te volgen.’ Het gesprek ging verder. Ze probeerden alle drie Marije erbij te betrekken, maar het meisje zat dicht naast haar moeder en zweeg. Pas toen Emmy Beekhoven naar de klok keek en zei: ‘Roelof haalt me om halfelf,’ zei ze: ‘Ik laat je mijn kamer zien, moeder.’ Ze bleven lange tijd samen boven. Toen Roelof Klarenbeek en de joodse vrouw in de donkere avond waren verdwenen en Marije naar boven was gegaan praatten Timon en Lenie na over wat die avond was besproken. Ten slotte zei Timon: ‘Vrouwtje, we moeten er nu over ophouden. Ik ben bang dat we de eerste uren de slaap niet zullen vatten, maar misschien lukt het als we iets doen om de aandacht af te leiden. Ik wil een stukje lezen in het boek dat ik van je kreeg op mijn verjaardag en jij…’ ‘Ik pak mijn schrift,’ Lenie stond al op, ‘ik schreef daar tot nu toe in de morgen in, als alles in huis aan kant was. Meestal was er niet veel om op papier te zetten, want wat gebeurde er in ons leventje? Niets bijzonders. Maar nu is dat anders.’ ‘Lenie, je schrijft toch niet over deze geschiedenis!’ riep hij geschrokken uit, ‘dat is levensgevaarlijk! Stel dat de Duitsers een tip krijgen dat die twee vrouwen in deze omgeving zijn ondergedoken, dan zoeken ze alle dorpen in de buurt af! Ze halen alle huizen overhoop, complete raz25
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 26
zia’s! Als ze dan jouw schrift vinden! Lieve help, lieverd, het is levensgevaarlijk!’ ‘Waarom? Ze zullen dit schrift niet vinden. Je kent de geheime lade in grootmoeders kast. Daarin leg ik vanaf vandaag de schriften.’ Die nacht viel Lenie snel in slaap. Ze was moe van alle vragen in haar hoofd waarop niemand een antwoord kon geven en waarop ze ook zelf geen antwoord wist. Rond vier uur werd ze wakker van een zacht, licht en vreemd geluid. Ze ging rechtop in het bed zitten en luisterde. Ze wist wat het was: Marije huilde. Ze liet zich uit het bed glijden, schoot de slofjes aan haar blote voeten en liep over de overloop naar de deur van de kamer achter. Ze legde haar hand op de deurkruk, drukte zachtjes en voelde dat de deur openging. ‘Marije,’ fluisterde ze, ‘Marije, ik ben het, tante Lenie…’ Het huilen hield op. Marije trok de deken over haar hoofd. ‘Laat me maar,’ kwam een hees stemmetje, ‘ik probeer stil te zijn, maar het lukt niet.’ Lenie sloot de deur, knipte het schemerlampje aan dat zacht licht verspreidde, en liep op het bed toe. Marije ging nu rechtop zitten. Een nat, verdrietig gezichtje onder een bos verwarde, donkere haren. Lenie schoof op de rand van het bed. Ze sloeg een arm om het kind heen en hield het vast. ‘Ik ben zo verdrietig, ik voel me zo ellendig. En ik kan niet zeggen waarover, het is om alles, dat begrijpt u wel. Verdriet om alles. De oorlog en papa is weg en ons huis, hoe is het met ons huis en alles wat erin staat? En vrouw Klarenbeek is boos en ziek en mama is ongelukkig en ik weet niet wat ik moet doen! Ik weet ook niet wat er zal gebeuren! Ik wil dat dit baby’tje blijft leven, maar het kan misschien niet. Ook niet als de Duitsers het niet doodmaken. Ik wil het niet houden, maar het mag niet vermoord worden.’ ‘Nee, Marije, het kindje wordt niet vermoord.’ Lenie zocht naar woorden om verder te praten, het moesten troostende woorden zijn, woorden die hoop gaven, maar waren die woorden er wel? Ze kon ze niet vinden. En het geloof, het geloof van dit joodse meisje en haar christe26
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 27
lijke geloof, welke woorden pasten daarbij? Hoe kon ze met dit meisje praten over een God die Almachtig is en alles en iedereen kon redden? Ze besloot het niet in die richting te zoeken, maar te praten met kleine woordjes over het leven zoals het in het huis was waar Marije nu woonde. Rust en veiligheid geven en dit mensenkind willen helpen in nood en angst. Marije werd rustiger. Ze wist wel dat tante Lenie die veiligheid en rust niet kon garanderen, maar het was goed erover te horen praten. En de stem van tante Lenie straalde vertrouwen uit. Lenie haalde een klein, wit tabletje uit het kokertje dat dokter Jansen haar had gegeven. De dokter had gezegd: ‘Ze zullen Marije rust geven. En dat heeft ze nodig.’
HOOFDSTUK 2 In de volgende dagen werd het contact tussen Lenie en Marije minder strak. Lenie vroeg haar of ze wilde helpen met de afwas en toen Lenie naar de kruidenierswinkel van Goezinnen aan het Kerkplein wilde gaan om één en ander te kopen voor het avondeten vroeg ze: ‘Lieneke speelt in de zandbak, wil jij op haar letten? Alleen als ze iets doet wat gevaarlijk kan zijn moet je ingrijpen. Maar ik verwacht dat ze rustig doorspeelt met het zand en de vormpjes. En ik ben gauw terug.’ ‘Ik ga in de keuken zitten. Dan zie ik haar. Ik kijk steeds naar haar.’ In de middag, toen Lieneke een slaapje deed, zaten ze samen achter het huis in witte tuinstoelen. Een veilig, besloten plekje achter de woning, omringd door een dikke rij dicht in elkaar gegroeide bomen, onzichtbaar vanaf de straatweg. Het was heerlijk weer, de zon scheen, een zomerwindje streek langs hun gezichten. Marije had gevraagd hen ‘oom en tante’ te mogen noemen en daarmee hadden Timon en Lenie ingestemd. ‘Tante Lenie, mijn moeder heeft al gezegd dat ze niet kan zeggen wie de vader is van mijn baby. Dat kan ik ook niet vertellen. U moet niet denken dat ik het niet wil zeggen, dat ik u niet vertrouw, maar ik kan het niet vertellen.’ 27
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 202
ze kunnen niet van hem houden. En wachten tot Hanneke en ik getrouwd zijn en hem in ons huis halen? Als ik zeg dat dat mijn plan is wil Hanneke niet met me trouwen. En ik houd zo veel van haar, zij is de vrouw die bij me past! Ik wil Hanneke…’ Hij praatte nog door, vooral over zijn liefde voor Hanneke… Laat in de avond is hij weggegaan. Timon en ik hadden het er allebei moeilijk mee. We leefden mee met Bram, hij heeft het moeilijk, maar, zei Timon na verloop van tijd: ‘Nadia heeft hem de enige weg die goed is voor Hugo aangereikt. En ik denk, Lenie, dat we ons jongetje nog enige jaren bij ons zullen houden…’ Dit, dagboek, waren de gebeurtenissen van de laatste weken. Ik kijk naar de pendule, het is bijna elf uur. Ik heb alles opgeschreven. Nog even en ik moet op de fiets stappen om Hugo uit de kleuterklas te halen. Ons ventje met zijn donkere ogen en zijn heldere stemmetje dat me straks enthousiast vertelt over alles wat er in de klas is gebeurd. Zijn leventje, zoals Bram nu ook weet, is veilig en vertrouwd en vol liefde. Ik blijf alles wat er gebeurt opschrijven. Later zal Nadia het lezen, mogelijk Bram ook en eens, kleine Hugo, als jij een grote jongen bent geworden, zal jij al deze woorden lezen…
202
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 203
KIND VAN TWEE MOEDERS
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 204
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 205
HOOFDSTUK 1 Het was heel slecht weer, die januaridag in 1949. Het stormde, de razende wind schudde de kale takken van de hoge bomen die in de bermen langs de straatweg stonden. En tijdens de heftige regenbuien die elkaar in snel tempo opvolgden, kletterde het regenwater tegen ramen en deuren van boerderijen en woningen. In het huis van Timon en Lenie Berkhout aan de Zuiderdracht in het dorp Westerwallen waren de lampen aangeknipt en de overgordijnen toegeschoven. Van het boze weer was niets te zien, maar het tikken van de regen op het grote voorraam was duidelijk te horen en ook het loeien van de wind om het hoge dak. Timon zat in een lage stoel naast de haard. Het was heerlijk warm in de kamer. En knus ook, vond hij, zo samen met Lenie in hun gezellige kamer, de kinderen boven, slapend in warme bedden, de wind joelend om het huis en de regen op de ruiten – zo moest je dit weer omschrijven – maar Timon Berkhout durfde die woorden niet uit te spreken. Want hij wist dat zijn vrouw niet van dit weer hield. ‘Het zijn natuurelementen en daarin zitten onvoorstelbare krachten verborgen.’ Ja, dat wist Timon ook wel, maar toch… ‘En er kunnen ongelukken door gebeuren,’ meende Lenie. ‘Er kan overlast ontstaan als een deel van een dak van een huis of boerderij afwaait…’ Ze had gelijk, daarom zei hij niets over het knusse gevoel dat hij koesterde, maar hij zei wel: ‘Lenie, ik heb een leuk plannetje. Het lijkt me een goed idee om de schriften, die jij in de voorbije jaren hebt volgeschreven, te laten inbinden. Ze zijn allemaal van hetzelfde formaat en je hebt ze genummerd. Als ze in één band worden gevat en er komt een mooie, stevige omslag omheen, ziet het er prima uit, als een echt dagboek! Je hebt alle feiten en gebeurtenissen uit jouw leven, eerst uit de tijd toen je mij nog niet kende, erin beschreven. Later alles uit ons leven vanaf de dag waarop we elkaar ontmoetten. En alles staat er in de goede volgorde in, dag na dag.’ Timon bracht één en ander op de losse manier die hem eigen was: er geen drukte over maken, gewoon zeggen en doen, maar Lenie wist dat 205
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 206
er ook voor hem emoties meespeelden zoals voor haar. Hij zei één en ander met een lach en zij lachte met hem mee. Hij voegde aan zijn voorstel toe: ‘Er komt zo nu en dan een man op ons kantoor die een drukkerij en binderij heeft in Horne. Ik heb hem gevraagd of die losse dingen ingebonden kunnen worden en Klaas Tamminga, zo heet die man, zei dat vrijwel alles wat papier is, ingebonden kan worden.’ ‘Wat leuk, Timon, wat een goed idee! Geen dagschriftjes meer, zoals jij ze vroeger noemde, maar een echt dagboek!’ Ze wist waarom in de eerste plaats het blije gevoel over dit voorstel in haar was. Op zich was het niet echt belangrijk. Alleen de inhoud van haar stapeltje schriften was belangrijk. De woorden die erin stonden. Maar of de schriften gebundeld werden of los in de lade van de antieke linnenkast lagen, maakte eigenlijk geen verschil. Alleen de inhoud telde en moest bewaard blijven en wérd op deze manier bewaard. Maar door dit voorstel van Timon werd duidelijk dat de schriften ook voor hem meer waarde hadden dan alleen woorden op papier. Hij had haar er dikwijls mee geplaagd. ‘Je schrijft toch niet op dat ik vandaag al twee keer mijn kop heb gestoten aan de pannenplank in de keuken? Een ezel stoot zich in het algemeen… En ook niet dat ik om halfacht naar de wc ben gegaan? Het zijn de kleine dingen die het doen…’ In die ogenschijnlijk kleine plagerijtjes had ze in voorbije jaren vaak iets gevoeld van een lacherige houding rond haar schriften. Want Timon vond het een beetje onzin om te noteren wat er elke dag in hun leven gebeurde. Het wáren ook onbelangrijke dingen die ze noteerde. Maar wel de dingen waarvan zij vond dat ze in hun leven een betekenis hadden. Omdat er hun manier van leven uitsprak, de omgang met elkaar, de belangrijkheid van het weten samen te willen zijn ondanks alle onenigheden en zorgen. Alles bij elkaar gaf het een beeld van vooral háár leven, want zij schreef de woorden neer zoals zij het voelde, zag en beleefde. Ze was begonnen met dit schrijven toen ze twaalf jaar was en ze ging er in de jaren daarna mee door. Schriften kopen in de winkel van Goezinnen aan het Kerkplein en ermee bezig zijn in haar kamertje waar een keukentafeltje haar bureautje was. 206
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 207
Het meisje Fransen werd een jonge vrouw en ontmoette Timon Berkhout. Ze had haar eerste indrukken over hem aan het papier toevertrouwd; …een aardige jongen… Daarna de groeiende, warme gevoelens voor hem tot de dag waarop ze in grote letters had vermeld: we gaan trouwen! Veel van de zinnen berichtten daarna over Timon. Timon zei vanmorgen… Timon nam bloemen voor me mee… We zijn naar vader en moeder Berkhout gefietst, het was prachtig weer… Daarna het verwachten van Lieneke. Het samen bezig zijn de achterslaapkamer in te richten als babykamer. En toen alles in een zachte kleur geel met wit klaar was, het behang, de gordijntjes en het wiegje, Timons woorden: ‘Een prinsje kan geen gezelliger kamertje krijgen…’ De geboorte van Lieneke, de pijn en haar angst omdat de bevalling zo lang duurde – als alles maar goed ging – hun grote blijdschap en het geluksgevoel bij het wonder in hun armen. Hun dochtertje, een kindje met roze wangetjes en blonde haartjes. Het stond allemaal in woorden op het papier. Timon had er eens over gezegd: ‘Als andere mensen dan jij en ik het lezen, zullen ze weten hoe blij wij waren. En als wij het over vele jaren lezen, als we oud zijn, saampjes aan tafel met nog steeds dit pluchen kleed, het is nog goed, zonde om weg te gooien, weten wij nog hoe we ons toen voelden. Maar als mijn verstand goed blijft, Lenie, zal ik het ook zonder de schriften weten…’ Ze had nagedacht over zijn woorden, ja, zo was het, dit herinnerden ze zich ook zonder de schriften, maar er waren andere dingen die hij zich zonder de schriften níet zou herinneren. En de woorden op het witte papier waren niet alleen voor hem bestemd, maar ook voor Lieneke, om later meer te weten over het leven van haar ouders. En de familieleden rondom hen. Lenie hield het schrijven vol. Ze schreef niet elke dag lange stukken, want zo veel bijzonders gebeurde er niet. Het bleef bij de vertrouwde dingen. Dat alles veranderde toen de oorlog uitbrak. De eerste dagen van angst, ontzetting en onbegrip over dit geweld vulden veel blaadjes. De dreiging van ronkende Duitse bommenwerpers boven het Westfriese land, het bombardement van Rotterdam waarover ze via de radio 207
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 208
hoorden, het vertrek van de koninklijke familie naar Engeland. Over alles wat ze hoorde en las, schreef ze. De pen snel glijdend over het papier, gedreven door verontwaardiging en nervositeit en beheerst door angst. Want wat bracht de toekomst… Maar na enkele maanden keerde de rust enigszins terug in Westerwallen. Er was genoeg eten en drinken, het leven ging ogenschijnlijk z’n eigen gangetje, maar het was niet zorgeloos en vrij meer als vóór de dagen in mei 1940. Langzaam druppelden berichten over de jodenvervolging Westerwallen binnen. De foto’s in de kranten van joodse mensen die een davidster moesten dragen en de verhalen die gehoord en doorverteld werden over de jodenvervolging in Duitsland. Toen kwam de avond in juni 1943, die Lenie en Timon zich hun leven lang zouden herinneren, ook zonder dagboek: Dokter Jansen kwam door de achterdeur hun huis binnen, hij liep met Timon, die de deur voor hem van het slot had gehaald door naar de kamer en ging bij hen aan tafel zitten. Hij vertelde over een joodse moeder en haar zeventienjarige dochter die waren ondergedoken bij Roelof en Annie Klarenbeek in hun boerderij, even verderop in de richting van Weldum aan de Noorderdracht. Verbazing en onbegrip op de gezichten van Timon en Lenie, onderduikers bij Roelof en Annie? Daarvan wisten ze niets! Ze hadden er ook van de andere buren niets over gehoord! Over onderduikers mocht natuurlijk niets gezegd worden, dat begrepen ze, maar buren in Westerwallen konden elkaar zo’n geheim toch vertellen en erover zwijgen? De dokter praatte over de onhoudbare toestand in De Klarenhof. Annie was volkomen over haar toeren – dokter Jansen had het nuchter genoemd: ze is volledig doorgedraaid – toen bekend werd dat het joodse meisje bijna drie maanden zwanger was. Hoe kon dat kind nou zwanger raken?! Wie was de vader van de baby, wie had haar verkracht? Want ze kon geen verhouding met een jongen hebben! Ze zat opgesloten in de boerderij! Het moest een jongen uit het dorp zijn, een vriend van Thijs, de zoon van Roelof en Annie, een vriend die af en toe naar de boerderij kwam. Of het was zoon Thijs zelf geweest, hij was achttien. Of Roelof, de man van Annie… Dát denken had Annie totaal 208
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 209
van streek gemaakt. Ze schreeuwde, ze huilde en ten slotte had ze zich in de slaapkamer opgesloten. Boer Roelof was ten einde raad en wist niet wat hij met deze toestand moest aanvangen. Dochter Mieke, een meisje van veertien, huilde voortdurend omdat ze niet wist wat er te gebeuren stond en het joodse meisje Marije zat als een zielig vogeltje ineengedoken in een stoel en zweeg. Dokter Jansen vertelde die avond: ‘Het is alsof er één wetenschap door het hoofd van het kind tolt waaraan ze denkt en zich vastklampt en dat is: eens is alles voorbij… Maar ook dan moet ze mogelijk nog jarenlang zwijgen…’ Roelof ontkende ooit iets met haar te hebben gehad, stel je voor zeg, tussen Annie en hem was in bed toch alles goed? Maar Annie Klarenbeek was niet in staat tot redelijk luisteren en denken en ze hield vol dat het iemand binnen de muren van de boerderij geweest moest zijn die dit teweeg had gebracht. Klarenbeek had de dokter gevraagd te komen om een oplossing te bedenken, maar de dokter kon geen oplossing vinden. Hij begreep echter dat er snel iets moest gebeuren voordat het geheel een té geladen, bijna explosief karakter zou krijgen waarna er, door wanhoop gedreven, vreselijke dingen konden gebeuren. Daarom was de dokter die avond naar hen toegekomen met de vraag of het jodinnetje, tot alles in De Klarenhof weer enigszins tot rust was gekomen, in hun huis opgenomen kon worden… Het meisje kwam de volgende avond al. Lenie had over dit alles geschreven. In de vroege morgenuren, als het in huis stil was. Ze zette haar onbegrip over de toestand op het papier. En de vele vragen. Zonder antwoorden. Ze schreef over haar medelijden en medeleven met het meisje. En over de spanning en angst die het voor Timon en haar meebracht, want ze verborgen een jodin en ze wisten wat de gevolgen zouden zijn als zij bij hen opgespoord zou worden. Ze schreef in de maanden nadat Marije – de schuilnaam van Nadia Luneman tijdens de oorlog – in hun huis was over het groeiende gevoel van vertrouwen en, heel voorzichtig, de genegenheid die tussen haar en Marije, en ook tussen Timon en Marije, groeide. Met haar zeventien 209
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 210
jaar was Marije in hun ogen nog een kind, een kind in grote nood dat hulp nodig had en die hulp én liefde wilden zij haar geven. Maar al snel bleek dat Marije een meisje was dat de weg in haar komende leven heel bewust en stellig al had uitgestippeld. Op dat moment was die weg volkomen afgesloten, ze kon niet verder, maar eens lag het pad weer voor haar open en dan was ze vrij en ging ze verder, alles van nu achter zich latend... Tussen hen drieën groeide vertrouwen en op een avond had Marije hun de geschiedenis verteld tussen, zoals ze het benoemde, ‘de jongen achter het zolderraam’ en ‘het meisje achter het vensterglas’. De jongen heette Bram. Hij was een joodse jongen. Hij was met zijn ouders ondergedoken in het huis van Hans en Liza van Herwijnen, dat naast de boerderij van de Klarenbeeks stond. De twee zagen elkaar vanachter de vensters en zwaaiden naar elkaar. Daarna zag Bram haar toen ze op het terras achter de boerderij oefeningen deed om in conditie te blijven: armen en benen strekken, passen op de plaats maken. Hij was naar beneden gegaan, naar de tuin achter het huis van de Van Herwijnens en via een vlonder over de greppel en over het land van boer Klarenbeek naar haar toegekomen. Dat herhaalde zich meerdere avonden. Ze praatten over hun angsten, maar ook, vooral Bram, over het lezen van gedichten en verhalen vol romantiek en liefde en die verhalen leerden hem dat er ook heerlijke dingen in het leven zijn. En de tijd om daarvan te kunnen genieten, zou terugkomen. Daarin moesten ze beiden geloven. ‘En,’ had Marije haar verhaal die avond aan Timon en Lenie beëindigd, ‘zo kwam van het één het ander…’ Bram wist niet van de zwangerschap, want ver voor de geboorte van het kind vertrokken zijn ouders en hij in een donkere nacht naar een ander onderduikadres. Het kind werd geboren in het huis van Timon en Lenie. Marije wilde de baby niet houden. Ze had haar plannen voor de toekomst uitgestippeld. Ze wilde geneeskunde studeren en met die kennis haar leven vullen. Een kind, en vooral een kind zonder wettige vader, paste daarin niet. Het kind paste beslist ook niet in haar familie. Ze wilde de baby laten adopteren; er waren toch jonge, kinderloze echtparen die een 210
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 211
pasgeboren baby’tje als hun kindje wilden aannemen? Zo noemde men het in Westerwallen en omgeving: een kindje aannemen. Ja, die mensen waren er zeker wel, zelfs in de moeilijke omstandigheden van de oorlog, maar de geboorte van een joods kindje aangeven op het raadhuis van Westerwallen, was onmogelijk. Dus bleef het jongetje Hugo in hun huis. Timon gaf hem aan als de zoon van hem en Helena Louise Berkhout-Fransen. Dit alles met medeweten van dokter Jansen, die ook geen andere mogelijkheid zag. Hij schreef in een document wat de waarheid over baby Hugo Berkhout was en dit document werd opgeborgen in het archief van notaris Van Henegouwen in Horne. Over Hugo’s eerste levensdagen had Lenie geschreven. Over zijn huilen, zijn slapen en de ontmoeting met zijn joodse grootmoeder, die nog op de boerderij woonde. Het was geen blij ontmoeten geweest. Lenie schreef over Marijes houding tegenover het kind. Ze vond het een mooie en lieve baby, het was aandoenlijk, zo’n klein mensenkind, maar zij wilde hem niet. Ze voelde het niet als haar kind. Dat wat tussen Bram en haar was gebeurd in de biggenstal van de boerderij, was, hoe noemde ze dat toen, het stond in het dagboek, want Lenie had de woorden onthouden en opgeschreven: ‘…een korte voorstelling. Het moest snel gebeuren, boer Klarenbeek kon de stal binnenkomen. Geen strelingen, geen lieve woordjes, alleen dat ene.’ Marije wist later heel zeker dat wat er was gebeurd, volkomen van Bram was uitgegaan. Als ze zijn mooie woorden die eraan voorafgingen, opzijschoof, zag ze een gezonde jonge vent die naar een vrouw verlangde. Zijn steeds terugkerende verhaal over de stem van de natuur, opgezwiept door verlangen, door de natuur daaraan verbonden om het doel te bereiken. Ja, ja… Ook wat een hele tijd later plaatsvond stond in één van de dikke schriften: de bevrijding, de dolle blijdschap in heel het land, niet minder in Westerwallen en ook uitbundig in hun huis. Moeder en dochter Luneman keerden terug naar Amsterdam en zagen hun woning aan de gracht na jaren in redelijke staat terug. Het weerzien gebeurde na bijna drie jaren, na een overhaast vertrek met achterlaten van alles wat aan dierbare en kostbare bezittingen achterbleef. Ze hadden alleen de kleren die ze droegen, een paar boodschappen en een portemonnee met wat geld in de tas. 211
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 212
Er was zo kort na de bevrijding nog geen bericht gekomen van man en vader Jonathan Luneman. Pas na maanden kwam hij terug bij zijn vrouw, dochter, familie en zijn huis aan de gracht. Hij was er in de oorlog na zijn vlucht uit Amsterdam niet in geslaagd het vrije Engeland te bereiken. Hij werd gepakt en in een concentratiekamp werd hij van een grote, gezonde man tot een wrak. Marije, nu weer Nadia, maakte snel de gymnasiumopleiding af en ging naar de universiteit. Geneeskunde. Haar wil en haar doel. Er bleef een goed contact tussen Timon en Lenie aan de ene kant en Nadia aan de andere kant. Door brieven en telefoongesprekken in de late avond onderhielden ze in de volgende twee, drie jaren de contacten. De inhoud van de brieven en gesprekken vertelde Lenie aan Timon. Hij luisterde en knikte en maakte opmerkingen over de dingen die gezegd en geschreven waren. En daarover praatten ze samen. In hun rustige leventje kwam onverwacht een verandering toen Hugo vijf jaar was. Hans van Herwijnen zag hem toen hij speelde met een kruiwagentje en de afgevallen bladeren in de voortuin van het huis Berkhout en hij herkende in het kind Brammetje Durlingen, de zoon van het joodse echtpaar Fons en Esther Durlingen waarmee zijn vrouw en hij in de jaren voor de oorlog een warme vriendschap hadden onderhouden. Liza en hij boden hun in de oorlog gastvrij een schuilplaats in hun huis aan toen er gevaar dreigde. Hans zocht contact met Bram Durlingen en vertelde hem wat hij had ontdekt. Bram was aanvankelijk vol ongeloof. Hoe kon het gebeuren dat hij hiervan niets wist! Waarom zocht Nadia hem na de bevrijding niet op om hem dit te vertellen! En ja, er was inderdaad ‘iets’ gebeurd tussen haar en hem in de biggenschuur… Hij wilde zijn zoon zo snel mogelijk zien en hij wilde zijn zoon in zijn leven hebben! Hij was vader! Maar Hanneke, de jonge en mooie vrouw waarmee hij trouwplannen in een vergevorderd stadium had, wilde geen vreemd kind van vijf jaar op hun trouwdag hun huwelijksleven zien binnenstappen. Bram zocht contact met Nadia, maar hij begreep al snel dat de gedachte die hij even in zijn wilde fantasieën over dit grote gebeuren 212
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:20 Pagina 213
had gekoesterd: hij de vader, zij de moeder en het kind van hen samen, nooit werkelijkheid kon worden. Voor alle partijen – ook en vooral voor Timon en Lenie – leek de enige en naar ieders inzicht op dat moment de beste oplossing Hugo te laten in het gezin waar hij de wettige zoon was en waar hij zich thuis en gelukkig voelde. Als hij acht of negen jaar was geworden, zouden Timon en Lenie over wat er in zijn leven tot dan gebeurd was, vertellen. Tot dat moment hielden ze contact per brief en per telefoon met Nadia, en nu dus ook met Bram. Nu wilde Timon alle volgeschreven schriften dus laten inbinden. Het gaf haar een warm gevoel.
HOOFDSTUK 2 Van alle volgeschreven schriften waren tot nog toe twee delen gemaakt. Het eerste deel handelde over Lenies meisjesjaren, de beginnende vriendschap met Timon, hun verkeringstijd en het huwelijk. Ook de zwangerschap en de geboorte van Lieneke en de gelukkige tijd tot aan het uitbreken van de oorlog waren in dit deel beschreven. In het tweede deel waren de schriften tezamen gebracht die vertelden over het gebeuren in de daaropvolgende jaren. Lenie had deze indeling zelf voorgesteld. En Klaas Tamminga had het naar haar wens uitgevoerd. ‘De oorlog is een geschiedenis apart,’ vond Lenie en Timon gaf haar daarin gelijk. Nu schreef ze in nieuwe schriften vol blanco velletjes die het derde deel zouden worden. Deel drie had ze op het etiket op de omslag geschreven. Hierin berichtte ze over de nieuwe dingen die in hun leven plaatsvonden en ze legde hun denken daarover erin neer. Op een leeg blad had ze met grote letters geschreven: voorlopig blijft Hugo bij ons! Maar over vier jaar zullen we hem over zijn verleden vertellen. Of eerder, als we voelen dat hij iets wil weten en stille vragen heeft, als er dingen zijn die hem bezighouden. We hopen dat hij de 213
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 396
maar dat het vooral een ‘dagboek voor Nadia’ werd. Omdat ik voelde dat je veel dingen langs en over je heen liet gaan. Je wilde niet diep nadenken omdat je machteloos was er oplossingen voor aan te dragen. Maar eens zou je weten dat deze jaren toch een deel van het leven van jou en van je kind hadden uitgemaakt. Ik zette op papier wat je had gezegd over je zorgen wat betreft je vader, over de niet echt goede relatie met je moeder en de haat-liefdeverhouding met je kind. Ik schreef erover vanuit mijn zienswijze. Ik maakte er melding van hoe Hugo van baby tot peutertje groeide en van het wiegje naar het ledikantje verhuisde. Zijn eerste stapjes, zijn eerste woordjes. Zijn kleutertijd.’ Nadia keek haar verbaasd aan. ‘Een dagboek, Lenie, je hebt geschreven over ons leven van toen, wat er hier gebeurde?! En ík mag het lezen?’ ‘Ja. Maar het is uiteindelijk míjn dagboek. Er staan stukjes in over gesprekken tussen Timon en mij, maar ook die mag je lezen. Ik bleef schrijven toen jij na de bevrijding terugging naar Amsterdam. Je stortte je op je studie, zo mag ik het wel noemen. En je vader kwam terug. Ik bleef schrijven over de dingen die in Hugo’s leven gebeurden. De kleuterklas, de lagere school. Een manneke met zwart haar en donkere ogen tussen de blonde kinderen van Westerwallen, maar hij had en heeft er veel vriendjes en vriendinnetjes. Je zult hem, door alles te lezen, beter leren kennen. Hugo wil nu niet naar je toe. Die beslissing is tot stand gekomen door de gebeurtenissen van de voorbije jaren. Jij wilde je niet aan hem hechten en hij had geen mogelijkheid zich aan jou te hechten. Je kunt hem niets verwijten. Je hebt het zelf opgebouwd. Hugo bleef hier en werd óns kind. Als hij ouder wordt, begrijpt hij wat er in jouw leven is gebeurd. En daarover zullen Timon en ik hem blijven vertellen met het doel een weg van hem naar jou te effenen. En,’ Lenie lachte opeens, ‘een verstandige jongen als Hugo zal het op de goede manier begrijpen. Daar vertrouwen we op.’ Nadia stond op en legde haar armen om Lenies schouders. ‘Ik ben jullie zo dankbaar,’ fluisterde ze. En Lenie dacht: ik hoop, lief kind, dat het zal gaan zoals jij en wij het graag willen. Want Hugo hoort bij jou… 396
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 397
EEN LIEFDEVOLLE WAARHEID
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 398
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 399
HOOFDSTUK 1 Hugo Berkhout was de wettige zoon van Timon en Lenie Berkhout. Maar hoe wettig waren de papieren die hierover in de derde oorlogswinter in de kluis van notaris Van Henegouwen werden opgeborgen? Er waren weinig mensen die van deze papieren wisten en tot nu toe vroeg niemand van die weinigen ernaar. In het donker van een zomernacht in het oorlogsjaar 1943 werd het zeventienjarige, joodse, zwangere meisje Nadia Luneman door huisarts Jansen het huis van Timon en Lenie binnengebracht. In dat huis werd in december van hetzelfde jaar haar baby geboren. Een jongetje. Nadia vertelde Timon en Lenie tijdens de zwangerschap dat het kind na een korte, oppervlakkige verhouding met een eveneens in het dorp ondergedoken joodse jongen was verwekt. Van haar kant was het een verlangen naar steun en aandacht geweest, troost willen krijgen en hoop op liefde en warmte. Ze had zich ingebeeld verliefd op Bram te zijn, maar later besefte ze dat dat absoluut niet zo was geweest. Ze wilde dat het kindje direct na de geboorte geadopteerd werd door mensen die naar een baby verlangden. Ze was heel stellig en heftig in dit besluit geweest. Timon en Lenie hoorden haar aan en zochten naar een oplossing. Abortus was uitgesloten. In het denken en praten hierover door Timon en Lenie groeide in die vreselijke, donkere tijd een plan dat naar een oplossing kon leiden. Door de oorlogsomstandigheden zou het een tijdelijke oplossing zijn. Later, als Nederland bevrijd was, konden de beslissingen teruggedraaid worden. In de oorlog was het onmogelijk adoptieouders te vinden voor een joodse baby. En praten over een joodse onderduikster was levensgevaarlijk. Het was ook onmogelijk een joods kind te laten inschrijven in het bevolkingsregister van Westerwallen. Bovendien zat daar een fanatieke NSB’er achter de balie: Jelle Tussendam. Heel Westerwallen kende hem. Timon en Lenie stelden uiteindelijk voor het kind zelf te adopteren. Het aanstaande moedertje was blij met de goede adoptieouders, maar in de overeenkomst lag besloten dat zij en het kind beiden tot de dag van de bevrijding in het Berkhouthuis zouden wonen en dat zag ze als een bezwaar. Ze wilde de baby niet om zich heen. Maar er was geen andere 399
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 400
mogelijkheid. Ze kon nergens naartoe… Timon gaf de baby aan als de zoon van zijn vrouw en van hem. Huisarts Jansen, die bij de bevalling had geholpen, zette een verklaring over de ware gebeurtenissen op papier. Hij gaf dat waardevolle document in bewaring bij notaris Van Henegouwen in Horne, die het in de kluis opborg. Kort na de bevrijding keerden Nadia en haar moeder, die ook in Westerwallen ondergedoken was geweest, terug naar Amsterdam. De man en vader, Jonathan Luneman, was tijdens de oorlog gevlucht. Zijn doel was via België Frankrijk te bereiken en van daaruit naar Engeland over te steken. Maar zijn vluchtpoging mislukte. Hij werd door de Duitsers gegrepen. Als een geestelijk en lichamelijk gebroken man keerde hij na de oorlog terug naar het prachtige grachtenhuis in de hoofdstad. Nadia’s ouders wilden heel beslist niets van haar kind weten. Het was een kind zonder vader, een bastaard. Het in de familie binnenbrengen van zo’n kind zou een grote tweespalk teweegbrengen. Die last zou zwaar op hen drukken. Maar jaren later, toen Jonathan Luneman ernstig ziek was en wist dat hij spoedig ging sterven – het kind was toen negen jaar – maakte Jonathan Luneman aan notaris Heggekerk bekend dat hij in zijn testament opgenomen wilde zien dat een flink bedrag werd nagelaten aan het echtpaar Berkhout omdat zij vol zorg en liefde en met gevaar voor eigen leven zijn dochter en haar kind uit handen van de Duitsers hadden gehouden. En van dat geld konden hun kinderen Lieneke en Hugo in de toekomst, als ze dat wilden, een studie volgen. Nadia had door alle oorlogsjaren heen de gedachten en dromen uit haar meisjesjaren vastgehouden en gekoesterd. En direct na de bevrijding stortte ze zich op het waarmaken van die gedachten en dromen; ze waren geworden tot een groot plan voor haar toekomst en nu die toekomst voor haar lag wilde ze ze zo snel mogelijk waarmaken. Ze maakte snel het gymnasium af en ging naar de universiteit voor de studie geneeskunde. Het lokkende beeld aan de horizon hield ze vast: specialiste worden in hart- en vaatziekten. Nadia wilde het fijne contact, dat in die zware jaren tussen Timon en Lenie en haar was gegroeid, niet verbreken. Maar ze wilde het ook niet 400
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 401
te hecht vasthouden, want dat bracht haar te dicht bij Hugo en ze wilde alleen ‘een oogje op hem houden’, zoals ze het voor zichzelf noemde. Verder dan ‘weten hoe het met hem gaat’ ging het niet. Ze voelde zich verantwoordelijk voor hem, maar alleen door het feit dat hij, hoe dan ook, haar kind was. Als er moeilijkheden met of rond hem ontstonden, wilde ze daarvan op de hoogte gebracht worden en ze zou dan helpen, in elk geval proberen, het probleem op te lossen. Maar ze leefde met het gevoel dat alles goed ging in Westerwallen. En zo wilde ze het houden. Ze was los van het kind. Het was uit haar geboren en door dat feit was het haar zoon, maar ze voelde geen genegenheid voor hem. Ze kende hem ook niet echt. Ze had er bewust voor gekozen weinig contact met hem te hebben en ze vond dat hij nu nog te jong was om op een goede manier te kunnen leven met de wetenschap een kind van twee moeders te zijn. Hij had één mama en die mama was ook wettelijk zijn moeder. Hugo hield van mama Lenie, van papa Timon en hij hield van zijn zusje Lieneke. Hij was gelukkig en tevreden op de plek waar zij hem had achtergelaten. Dat was prettig om te weten. In 1947 ontmoette Nadia Anthony Geerlings bij wederzijdse vrienden en de vonk sloeg tussen hen fel en heftig over. ‘Liefde op het eerste gezicht,’ had Anthony erover gezegd. ‘Sommige mensen beweren dat dat niet mogelijk is, maar wij weten zeker van wel. En onze liefde zal een leven lang bestaan.’ In 1950 trouwden ze. Anthony was een sympathieke, vlotte vent en leuk om te zien. Lang en slank, een volle bos blond haar en helderblauwe ogen. Ze kochten een prachtig huis aan de rand van Amsterdam, rustig en vrij, maar toch dicht bij het bruisende centrum. Nadia werkte tijdens haar studie in het ziekenhuis ‘Cornelius Plompe’ onder visie en begeleiding van de cardioloog Tom Steenbergen. Ze was op weg naar haar doel. Ze was gelukkig met de liefde en de zorg van Anthony en ze hield van hun woning. Dit huis betekende voor haar voor het eerst in haar leven op een bijzondere en bewuste manier een ‘thuis’. De woning in Westerwallen was in de oorlog een goed thuis geweest, maar het was het huis van Timon en Lenie en de hen voortdurende omringende druk van 401
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 402
angst en onveiligheid maakte het niet mogelijk zich er echt thuis te voelen. Vaak overdacht ze hoe ze warmte en liefde tijdens haar kinderjaren in het grote grachtenpand had gemist omdat haar ouders nuchter en zakelijk waren ingesteld. Haar op schoot nemen, vertroetelen en zeggen ‘schatje, ik hou van je’, hadden haar ouders hun dochter onthouden. Mogelijk was het nooit in hen opgekomen dat te doen omdat ze het beiden uit hun kinderjaren ook niet kenden. In het door vader en moeder Luneman met vaste regels geregeerde gezin en ook tijdens de jeugd van Ruth Akker werd door strakke huiselijke wetten de orde gehandhaafd. Voor Nadia was het leven aangebroken waarover ze jarenlang dromen koesterde en had gefantaseerd. Dit was het leven dat ze wilde. Met een begrijpende man, die haar steunde op weg naar haar doel. Een gezellig en vooral naar haar smaak ingerichte woning. ‘Als jij er bent, mijn lieveling,’ zei Anthony meer dan eens, ‘is ons huis vol zonneschijn. En alles wat jij erin brengt vind ik mooi en goed.’ Het was een heerlijk trefpunt voor beiden na drukke werkdagen. Wat haar werk betrof wist Nadia zich opgenomen in het team van doktoren, assistenten en verplegend personeel waarmee het contact open en goed was. En ze vond het prettig, en nodig, naar haar patiënten te luisteren. Dagen gleden snel voorbij, maanden regen zich aaneen tot jaren; enkele jaren waren zo voorbijgegaan. Langzaam, het was ook als voorzichtig en schoorvoetend te omschrijven, dat waren woorden die bij hetgeen gebeurde, pasten, besefte Anthony Geerlings dat in zijn gelukkige huwelijk een verandering binnensloop. Het maakte veel in hem wakker en het hield hem bezig. Het was een stil – want erover praten had geen zin – en diep verlangen een eigen baby in de armen te houden. Een kindje van hem en Nadia. Langzaam verplaatsten zijn gedachten hierover zich van een kleine baby in een wiegje, een kinderwagen, een box in de huiskamer, naar een groter kind. Dat kwam mede door de gezellige en enthousiaste verhalen van collega’s en vrienden. Anthony luisterde daar aanvankelijk met een glimlach naar, zich bewust dat het verhalen waren waarover hij niet kon meepraten, maar wel met het groeiende besef dat hij veel moois miste. ‘Kinderen,’ vertelde Tim Bakker, ‘zijn zo heerlijk! Zoals gisteravond. Het is een voorbeeld uit één van de vele die ik heb. Onze Tineke in een 402
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 403
roze pyjamaatje, die bij me op schoot klimt en zegt: ‘Papa…’ Zo’n lief, zacht stemmetje en een vragend toontje. Het geeft een blij, warm gevoel. Een kind is zo spontaan.’ Harm-Jan vulde het gesprek vrolijk aan. Harm-Jan, grote vent, brede mond, lachende ogen. Hij had met zijn zonen Ted en Tommy, negen en zeven jaar, tijdens de voorbije zomer gekampeerd. ‘Nee, Elly mocht niet met ons mee! Wij mannen hadden de vrijheid! Geen ‘pas op, dit’ en ‘pas op, dat’, maar lekker eropuit en aanrommelen! Die vakantie vergeet ik mijn leven lang niet. De boys maken al dolle plannen voor de komende zomer! ‘We gaan toch weer, hè pap?’ Hoe ze dat uitspreken!’ Harm-Jan had er een gelukkige lach bij. Hij wist het, ze hadden het afgesproken, in de huiskamer bij een glas wijn en in de schemerig verlichte slaapkamer in hun zachte bed: de studie van Nadia ging voor alles. Er was nog tijd genoeg om aan een gezin te beginnen. Ze waren jong en over enkele jaren konden ze de toestand overzien en konden er dingen geregeld worden als oppas en aanverwante problemen. In Anthony groeide het verlangen naar een kind steeds sterker. Hij was er tegen Nadia over begonnen. Maar ze wimpelde het resoluut af. En op een dag dacht Anthony aan Hugo. Een leuk joch, hij was nu elf, werd in december twaalf. Zoiets als Tommy van Harm-Jan…. Er was niet zo veel werk aan zo’n kind, hij kleedde zichzelf aan en poetste zelf zijn tanden. In hem groeide de wetenschap dat dit kon. Maar de logeerpartij die eruit voortvloeide, die als proef werd opgezet om voorzichtig meer contact te leggen, was een grote teleurstelling geworden. En Anthony had zich een eigen mening over Hugo gevormd. Voor hem was Hugo geen grappig, volgzaam manneke dat vrolijkheid in hun huis zou brengen. Hij zei dat tegen Nadia: een kind is geen pakketje dat je in een auto kunt vervoeren van het ene naar het andere adres en dan verwachten dat het in de nieuwe omgeving rustig verder leeft. Nadia knikte toen: nee, beste jongen, maar dat wist ik voor de logeerpartij al. ‘En de zekerheid waarmee de snotneus zegt dat hij bij Timon en Lenie blijft wonen, stelt niets voor.’ Want, meende Anthony, ‘hij wilde zelf 403
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 404
vroeger vliegenier worden en dat wérd hij ook. ‘Ik wist het heel zeker. Toen was ik negen. Toen ik elf, was wilde ik later in een dorp wonen met veel boeren die koeien en schapen in het land hadden lopen. Alles ruim en rustig. Het zou heerlijk wonen zijn.’ Dus deze stelligheid van Hugo was de stelligheid van een kind van elf jaar en daaraan hoefde je geen waarde te hechten. Hugo stelde vast dat hij in Westerwallen bleef wonen. Maar hij wist toch, ook al begreep hij het hele verhaal eromheen niet, dat Nadia zijn echte moeder was? Heel eerlijk gezegd vond Anthony Hugo een eigenwijs ventje. En hij vond, maar die gedachte sprak hij nog niet uit tegen Nadia, dat de jongen te beschermd was opgevoed. Een klein gezinnetje, al het goede was voor de kinderen. Vertel papa en mama maar wat je dwarszit, we helpen je, sterker nog, we nemen het van je over en lossen alles voor je op! Maar dat kweekt, wist Anthony, slappe kinderen die denken dat ze alles weten en alles goed doen! En zo’n kind was Hugo, vond hij. Maar vanaf diezelfde periode, de dagen die Hugo in hun huis in Amsterdam doorbracht, groeide in Nadia belangstelling voor hem. Lenie had in voorgaande jaren in vaak lange brieven geschreven over zijn doen en laten, omdat ze wilde dat Nadia haar kind leerde kennen en veel van hem wist. Vooral over de dagelijkse dingen schreef ze, zoals het schoolleven en de kleine ziektes en zijn vragen en opmerkingen. Dat alles moest haar bekend met hem maken. Het was lief van Lenie bedoeld en Nadia las de brieven ook, maar echte belangstelling had ze er niet voor. Hugo was en bleef het kind dat ze niet had gewild en dat ze nog steeds niet wilde. Maar nu hij bij hen in huis was geweest, nu ze hem had horen praten met zijn lichte jongensstem waarin vaak een vrolijke klank doorklonk en hem had horen lachen, nu wilde ze hem leren kennen! Ze wilde hem dichter bij zich hebben, ze realiseerde zich dat dit kind een deel van haar leven was. Daar kon ze niet omheen en ze wilde dat zij voor hem belangrijk werd; ze was zijn moeder. Maar ze wist hoe zijn leven in Westerwallen dag na dag gemoedelijk voorbijging en ze begreep zijn wil in het gezin Berkhout te blijven. Het was een vreemd gevoel, toch pijn te voelen. Ze kon de pijn met haar verstand rechtvaardigen, want ze had 404
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 405
hem volkomen afgewezen, maar de stem van haar hart sprak nu andere woorden. Ze kende Timon en Lenie. Ze begreep waarom Hugo zich bij hen thuis voelde. Timon en Lenie waren ouders zoals elk kind zou moeten hebben. Met begrip en aandacht, maar hij werd beslist niet verwend. Ze was het dan ook met Anthony’s zienswijze totaal niet eens, maar ze zweeg daarover. In die periode had ze een gesprek met Stefan Berger. Ze had die morgen een kop koffie meegenomen naar haar werkkamer. Ze schoof op de stoel achter het bureau, zakte iets naar achteren tegen de leuning en roerde in het kopje. Ze voelde zich down en onrustig. Tussen Anthony en haar was iets gaande, een splitsing, die onmerkbaar groeide van een kleine inkerving naar een bredere kloof. ‘Hallo,’ zei een bekende stem. In de deuropening stond Stefan Berger. Hij was als internist verbonden aan het ziekenhuis. Zijn handen leunden tegen de deurpost, op zijn gezicht zag ze een lachje dat in het geval van Stefan betekende dat hij alleen even wilde groeten. Maar hij zag Nadia’s houding en de blik waarmee ze hem aankeek en daarom vroeg hij: ‘Mag ik even binnenkomen, dokter Geerlings?’ ‘Natuurlijk,’ zei ze, maar ze meende het niet. Ze wilde alleen zijn, maar Stefan was een fijne vent, ze kon hem niet wegsturen. ‘Ik heb geen koffie voor je. Ik wil wel een kopje voor je halen, maar eerlijk gezegd heb ik weinig tijd.’ ‘Dat weet ik. Alle doktoren in het ziekenhuis hebben weinig tijd.’ Hij schoof een stapel mappen opzij en ging op het hoekje van het bureau zitten. ‘Ik moet ook verder. Maar ik liep door de gang, keek even naar binnen en vond, Nadia, dat je er verdrietig uitzag.’ Ze lachte gemaakt, die malle Stefan Berger, verdrietig, hoe kwam hij daar nou bij, maar ze zei toch: ‘Ja. Er is iets wat me dwarszit, maar stellen dat ik verdrietig ben, gaat een stap te ver. En er nu over praten heeft geen zin, want de pauze is zo om. En wij kunnen het toch niet oplossen.’ Ze schoof de mappen wat rechter op de stapel. ‘Is het iets met je werk, een patiënt? Of is het privé?’ Stefan mocht dit vragen. Hij was een goede vriend, een vertrouwde kameraad zoals ze hun vaste vrienden liever noemde. Ze vond kameraad een mooi woord. ‘Zullen we er in de lunchpauze over praten? Maar mag ik raden: is het 405
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 406
Anthony en zijn droomgezinnetje?’ ‘Het houdt er verband mee, ja.’ Ze keek hem recht aan. ‘Ik wil er met je over praten, Stefan. Jij kunt de oplossing ook niet geven, maar het is wel fijn om over de hele geschiedenis te praten.’ Om halfeen zaten ze tegenover elkaar in de kantine. Om hen heen waren veel stemmen van jonge verpleegsters, het klonk hoog op in het kale vertrek, maar het stoorde hen niet. ‘Je kent mijn geschiedenis. Het gaat om Hugo. Hugo en Anthony. Ik kan alles wat ik in de voorbije jaren heb laten gebeuren overgieten met de vraag of het goed of niet goed is geweest, maar ik sta nog steeds achter alles zoáls het is gebeurd. Ik heb geen schuldgevoelens omdat ik Hugo in Westerwallen heb achtergelaten. Ik wilde het zo. Er was voor mij geen andere mogelijkheid. Ik wílde geen andere mogelijkheid. Maar, Stefan, nu zie ik de jongen met andere ogen. Ik heb hem toen van me afgeschoven, maar nu komt hij in mijn leven. Ook door de houding van Timon en Lenie. Vooral van Lenie. Zij heeft de gedachte dat een kind bij zijn moeder hoort. En hoewel die twee Hugo dolgraag bij zich houden en het officieel hun zoon is, blijft de gedachte toch in hun leven dat ze hem eens aan mij zullen kwijtraken….’ Ze glimlachte naar Stefan. ‘Begrijp je het?’ Stefan knikte. ‘Toen ik Anthony pas kende heb ik hem over mijn verleden verteld. Hij begreep dat ik op de toenadering van Bram was ingegaan, denkend liefde te vinden. Maar hij begreep ook mijn wil om arts te worden. Anthony is ook een doorzetter. Zijn studie heeft veel wilskracht gevraagd, want het is bij tijden een saaie en vervelende studie. Maar Anthony zette door. Dat moest ik ook doen, vond hij. Ik moest eraan werken, dat gaf mijn leven waarde en voldoening.’ ‘We hebben er al eerder over gepraat, Nadia, en misschien is het niet echt belangrijk wat mij toen opviel, maar ik zeg het toch. Ik heb Anthony enkele malen ontmoet en ik weet dat hij weinig ervaring heeft met kinderen. Hij hoorde op het feestje bij Joop en Marijke, weet je nog, sterke verhalen van vaders over hun kinderen. Later kwam Anthony met een pilsje in de hand bij me zitten en hij vroeg hoe het is om vader te zijn. Liza en ik hebben twee jongens, dat weet je. Ik hou ontzettend veel 406
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 407
van die twee, dat weet je ook, maar het is niet zo dat het alle dagen lief en leuk is. Kinderen zijn geen poppen. Ze zijn soms dwars, brutaal, ze doen dingen waar je boos om wordt en je weet niet altijd wat de beste manier is om het aan te pakken. Liza en ik hebben plannen gemaakt voor hun opvoeding, al vóór ze geboren werden. Vaste regels waaraan we ons zouden houden. Liza is een echte, maar wel gezellige, regeltante. In die plannen hebben we meerdere wijzigingen moeten aanbrengen. Voor Koos andere wijzigingen dan voor Rick. Ik geloof dat Anthony de komst van de jongen verkeerd heeft ingeschat.’ ‘Anthony had voor die vakantieweek veel heerlijke uitstapjes georganiseerd. Het was logisch dat het kind die plannen leuk vond. Anthony verwachtte dat Hugo hem daardoor een leuke oom zou vinden en Anthony deed daar ook echt zijn uiterste best voor. Maar Hugo hield één doel voor ogen: het was een fijne vakantie, hij genoot van alle uitstapjes, hij was nu tenslotte in Amsterdam, dat wilde hij benutten, maar hij wil beslist niet bij ons wonen. Ik begrijp dat van hem. Ik denk dat ik vroeger ook zo gereageerd zou hebben. Ervan profiteren als de kans geboden wordt, maar er geen consequenties aan verbinden. Hugo wil nergens anders wonen dan bij Timon en Lenie. En, weet hij, zolang hij officieel hun zoon is, kan niemand hem bij hen weghalen. Aan het einde van die vakantieweek haalde Anthony de domme streek uit naar Martha Kortenaar te rijden. Daaruit blijkt ook hoe weinig inzicht hij in Hugo heeft. Anthony dacht: als Hugo bij ons komt wonen, hoeft hij niet bang te zijn sommige dagen in een leeg huis te komen, want dan zal Martha er zijn. Maar dát maakte de jongen juist angstig. Was het al zover geregeld? Al een oppas besproken? Dat moest niet gebeuren! Na die week zag Anthony Hugo anders. Het is een verwend kind, stelt hij nu vast. Timon en Lenie hebben hem schromelijk in de watten gelegd. En zo goed en lief zijn die twee achteraf in de ogen van Anthony niet. Anthony heeft ze helemaal door, denkt hij, want ze deden en doen dit bewust om de jongen aan zich te binden! En Hugo is eigenwijs. In het laatste zal wel waarheid zitten.’ Nadia lachte scheef naar Stefan. ‘Hij is nu elf jaar, staat stevig op zijn benen en denkt dat hij al veel weet. Maar dat is voor een kind van die leeftijd niet abnormaal.’ 407
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 408
‘Dat komt me bekend voor. Ik zie hetzelfde bij ons tweetal, maar ik bespaar je de verhalen erover.’ ‘Er is een verwijdering ontstaan tussen Anthony en mij. Het sleept al enige tijd geruisloos en naar buiten toe ongezien voort. Anthony kan heel kortzichtig zijn; voor hem heeft Hugo nu afgedaan. Dat draait in de loop van de tijd wel weer bij, maar nu is Hugo geen prettig jochie om in huis te hebben, vindt hij. Daar gaat mijn probleem over, daarover pieker ik, want voor mij gaat Hugo een steeds duidelijker plaats in mijn leven innemen. Ik zie nu pas, Stefan, mijn eigen kind in hem. Ik ben in die vijf vakantiedagen van hem gaan houden. Ik voel dat hij een deel van me is. Het is moeilijk uit te leggen. Zoals jonge moeders en vaders op de kraamafdeling in het ziekenhuis vaak zeggen, als ze voor de eerste keer hun baby in de armen houden: ik voel dat dit mijn kind is, dat voelde ik destijds niet. Ik wilde hem niet vasthouden. En Lenie wilde me er niet toe dwingen. Maar ik wil nu graag, als dat mogelijk is, een stapje naar Hugo toe. Ik wil dat stapje graag zetten, maar hij niet. Het is geen onwil, het is mijn gedrag van toen. Ik zie veel van mezelf in hem. Uiterlijk lijkt hij op zijn biologische vader, maar in zijn wil, zijn vasthoudendheid en ook, Stefan, zijn afwijzing, zie ik mezelf. En zo, en daarover dacht ik toen jij vanmorgen om de hoek van de deur keek, is een smalle kloof ontstaan tussen Anthony en mij. Maar hij heeft het nog niet echt ontdekt, omdat ik hem niet zeg welke rol Hugo in mijn leven is gaan spelen. Ik wil daar eerst voor mezelf goed over nadenken. Anthony heeft vastgesteld dat Hugo al te oud is om naar ons te kunnen overstappen. De band met Timon en Lenie is te sterk. Hij moet dus in Westerwallen blijven. Maar ik denk dat mijn gevoel voor hem als zijn biologische moeder veel tot stand kan brengen. Lenie vond en vindt het niet goed Hugo hiermee te veel te belasten. Hij is nog jong, hij kan het niet overzien. Hij begrijpt het geheel nog niet en kan gevoelens niet op de juiste waarde schatten. Lenie wil dat voor hem de komende jaren rustig en veilig verlopen. Hij kent de geschiedenis in grote lijnen wel, maar de emoties erachter niet. Hugo is te jong om dat te kunnen begrijpen. Timon en Lenie willen stukje bij beetje alles uit de doeken doen. En intussen blijft de jongen bij hen. Hij is nog jong en ik denk dat ze goed handelen. Het is een ventje van elf jaar. Jij weet hoe 408
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 409
ze op die leeftijd denken en leven.’ ‘Ze leven per dag, soms zelfs per uur. Ze kunnen het ene moment dolblij zijn en het volgende moment in snikken uitbarsten. Ik ken Lenie en Timon niet, maar ik denk dat zij dit op de juiste manier willen oplossen. Het houdt voor jou in dat je het kind te weinig ziet om aan de band tussen jullie te werken. In dat opzicht: verloren jaren… Maar misschien zijn het geen verloren jaren voor de toekomst als het nu via een langzame weg gaat. Er kan veel kapotgaan als je een kind op deze leeftijd abrupt overplant van het ene milieu naar het andere.’ ‘Ik ben bang dat Anthony mijn denken en gevoelens in deze tragedie, want zo zie ik het soms, niet goed kan volgen. Anthony denkt in voor hem nuchtere zaken volgens een nuchter patroon. Zoals ze op het advocatenkantoor doen. Oorzaak en gevolg. Hij ziet wat gebeurd is als gevolg van wat daarvoor gebeurde. En zo is het toch ook? Hij vindt dat ik het moet zien zoals het is. Nuchter naar de waarheid kijken en daarnaar handelen. Er komen bij ons thuis vrienden van hem die praten over de rechtsstaat, over processen en noem maar op; het zijn vrienden van Anthony. Mijn vrienden zitten meer in de hoek van psychologie en filosofie. Anthony luistert naar hen, maar hij vindt het gesprekken in de ruimte. Men denkt dit, maar men weet het niet zeker. Zoals oplichting strafbaar is en een moord bewezen moet zijn voor er voor de dader straf volgt. Hij heeft gehoord, op zo’n praatavond bij ons thuis, dat Ernst van Hasten, een vriend van mij, gelooft in de waarneming van het nog ongeboren kind ten aanzien van de wil van de moeder. Als dat zo is, stelt Anthony vast, klopt de hele tragedie wel, want ik wilde Hugo niet. Nu stoot hij mij af. Oorzaak en gevolg. En het leven gaf Hugo een goed alternatief. Opgelost dus. Welke band heeft Hugo met mij? En met Bram? Bram kiest voor de kinderen die hij met Hanneke heeft. Timon en Lenie kozen en kiezen voor Hugo. Ik kan en wil het zo nuchter niet voelen. Er is iets in me wat zegt dat Hugo en ik bij elkaar horen en ook bij elkaar zullen komen. Maar,’ Nadia leunde ver naar voren over de tafel naar Stefan toe, ze keek hem recht en strak aan, ‘als ik alle mensen die in deze geschiedenis een rol hebben gespeeld en nog een rol spelen, terzijde schuif, blijft Hugo over die me afwijst, die me niet wil. Hij stoot me 409
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 410
af. En dat maakt het zo moeilijk. Het doet veel pijn. Ik heb een en ander zo beslist, maar ik had in werkelijkheid geen mogelijkheden om voor hem te zorgen. Mijn ouders wilden hem als kleine jongen niet eens zien en over hem praten. Ik had geen geld buiten dat wat ik van hen kreeg. Daarnaast was er mijn grote verlangen om te studeren. Nu liggen de stukken van de puzzel uitgespreid voor me. Maar,’ er trok een moeilijk lachje om haar mond, ‘het zijn nog geen brokstukken. Ik wil het geheel niet als verloren en kapot beschouwen.’ Ze schoof het lege bord van zich af. ‘Ik moet naar kamer zesentwintig. Patiënt Van Breukelen wacht op me.’ Ze stond op. ‘We kunnen er uren over praten, maar er is geen oplossing te forceren. Ik moet leven met het verlangen naar mijn zoon. Anthony hoopt dat ik snel zwanger word, dan vult het nieuwe kind het verlangen op.’ Stefan Berger was ook opgestaan. ‘We moeten naar onze patiënten. Nadia, je weet dat ik naar je wil luisteren als erover praten je goeddoet. Raad geven is moeilijk. Maar toch heb ik een goede raad voor je: laat je huwelijk met Anthony er niet door kapotgaan. Hij voelt dit anders dan jij, maar Hugo is zijn vlees en bloed niet. Heb daar begrip voor.’ ‘Dankjewel voor het luisteren. Het is goed af en toe gedachten en zorgen uit te spreken. Dat raad ik mijn patiënten ook aan. Maak van je hart geen moordkuil! Maar ik zie alles in dit geval toch zoals het werkelijk is.’ ‘Denk erover,’ zei Stefan nogmaals, ‘dat je huwelijk geen schade oploopt.’ Ze stond vlak voor hem. Ze dacht: dat zal onmogelijk zijn. Want de schade was al aangericht. Het was nog goed tussen Anthony en haar, ze hielden van elkaar, maar zoals het geweest was: volkomen voor elkaar openstaan en vooral het weten en begrijpen van elkaars denken, was er niet meer… En soms, ’s avonds in het brede bed in het duister van de slaapkamer, wist ze dat het zacht met elkaar praten, het strelen en de lieve woordjes van Anthony er vrijwel niet meer waren. Uit het gebeuren tussen man en vrouw was een belangrijk deel verdwenen. Die avond, met een rustig slapende Anthony naast zich, vouwde ze haar handen en bad: God, help me, wees bij me, zeg me wat ik moet doen. Ik mag me niet afkeren van Anthony omdat ik anders over de dingen denk… 410
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 411
Na het gebed keerde ze in gedachten terug naar het gesprek met Stefan en herhaalden zich steeds de woorden: Hugo kan niet van me houden. Er is niets waardoor hij van mij zou kunnen houden. Na het gesprek met Stefan Berger waren enkele maanden voorbijgegaan. Van buitenaf gezien, Nadia noemde het ‘door het keukenraam gegluurd’, leek het tussen Anthony en haar goed. Ze vroeg zich een enkele maal af of hij de verandering aanvoelde, een andere keer dacht ze dat misschien veel dagelijkse handelingen tot een sleur tussen hen waren geworden na een leven van bijna vier jaar in hetzelfde patroon. Op vroege morgens van de dagen waarop een vrije dag voor haar in het rooster was opgenomen, kwam ze toch op tijd naar beneden en ontbeet ze met Anthony in hun mooie woonkeuken. Koffie voor hem, thee voor haar. Broodjes met kaas of vleeswaren, beschuitjes met jam. Opmerkingen over het weer, de afspraak hoe laat ze in de avond aan tafel konden gaan. Haar vraag of hij alle spullen bij zich had en zijn antwoord: ‘Ja, alles zit in mijn tas,’ en dan vertrok Anthony. De dagen waarop Nadia naar het ziekenhuis ging, wilde ze om kwart voor acht op de afdeling zijn om alles te regelen wat voor die dag op het programma stond. Meer dan eens was dat een operatie waarbij ze aanwezig moest zijn, meestal de spreekuren met patiënten, de rondgang langs de bedden en daarnaast de onverwachte gebeurtenissen waarop ze zich niet kon voorbereiden, maar waarvan ze zeker wist dat ze zouden komen. Die ochtenden vertrok ze eerder uit hun woning dan Anthony. In die maanden was de naam van Hugo vrijwel niet genoemd. Ze vermeden hem allebei zo veel mogelijk. Nadia had ook de brieven die ze van Lenie ontving, voor hem verborgen gehouden. Lenie schreef dat ze wel bezig was Hugo op andere gedachten wat betreft haar, Nadia, te brengen, maar dat ze het beter vond het op een laag pitje te zetten omdat er op dit moment geen vooruitgang in zat. Op één van die avonden, tegen de tijd dat Anthony zou thuiskomen, wachtte ze in de huiskamer op hem. Ze had de middag met Jorien Verdonck doorgebracht. Winkelen, koffiedrinken in ‘De Roode Leeuw’ op het Damrak en met elkaar praten natuurlijk. Ze had de krant opengeslagen en las een artikel over een ongeluk op de snelweg. Ze hoorde 411
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 412
Anthony’s wagen het pad naar de garage oprijden, hij stapte uit, het portier klapte dicht. Een beetje hard vandaag. Even later kwam hij de kamer binnen. Hij zette zijn tas op de grond, liep naar haar toe, boog zich over haar heen, kuste haar op de wang en zei vriendelijk: ‘Hallo! Een prettige middag gehad? Hoe is het met Jorien? En met Frank? Alles nog goed bij hen?’ ‘Ik heb geen nare berichten uit huize Zandersloot gehoord, dus zal het goed gaan. Het was een gezellige middag.’ Een gewoon begin van de avond. Ze had voor de maaltijd gezorgd en ze aten samen. Anthony vertelde aan tafel over een moeilijk geval in de advocatenpraktijk. ‘Wat kunnen mensen toch ontzettend gemeen en vals zijn!’ en zijn conclusie dat het onmogelijk is een goede oplossing voor alle betrokkenen te vinden. Maar dat was in de meeste gevallen zo. Nadia ging erop in. Meer om het praten, het uitspreken van woorden, dan omdat ze het onderwerp interessant vond. Over dit soort dingen had Anthony al dikwijls gesproken. Maar hij vertelde details en aan het einde waren ze het erover eens dat veel mensen een puinhoop van hun leven maakten. Ze zeilden van het ene probleem naar het andere… Een rustige avond. Ze luisterden eerst naar een goed muziekprogramma, daarna lazen ze allebei in het boek waaraan ze in het weekend begonnen waren en toen zei Anthony: ‘We gaan naar bed. Ik ben moe van het gepraat op kantoor en het daarbij komende geschreeuw van vandaag. Het schijnt dat luide en boze woorden meer indruk maken dan rustig uitgesproken woorden. En jij zult moe zijn van het gesjouw in die winkels.’ Ze knikte. Er was niets over te vertellen. Daarvoor was het te onbelangrijk. Ze lagen in bed. Anthony zei: ‘Het zit de laatste tijd wat de liefde betreft niet goed tussen ons. Dat heb jij beslist ook ontdekt. Ik dacht dat het langzaamaan weer goed zou komen. De mislukte vakantie met Hugo ligt toch al geruime tijd achter ons. Het is gebeurd, jammer, maar er was niets aan te doen.’ ‘Het mislukken is voornamelijk door jouw toedoen ontstaan.’ ‘Door míjn toedoen? Hoe kom je daar nu bij!’ Hij kwam iets overeind 412
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 413
in het bed en leunde op zijn elleboog. ‘De jongen wil gewoon in Westerwallen blijven.’ ‘Het was anders gelopen als jij niet met hem naar Martha was gegaan. Hij kreeg de schrik van zijn leven. Hij had het gevoel dat alles al geregeld was voor zijn komst naar hier, zelfs de opvang voor de dagen waarop wij niet op tijd thuis zouden zijn. Daarvan schrok de jongen.’ ‘Dat geloof ik niet.’ ‘En toch is het zo.’ ‘Na die tijd is er tussen ons veel veranderd. En je geeft mij er de schuld van dat het plan om Hugo naar hier te halen mislukt is?’ ‘Nee,’ zei ze eerlijk, ‘want de confrontatie met Martha is niet de echte oorzaak, maar we waren goed op weg Hugo voor ons te winnen. De week leek een goed begin. Hij voelde zich hier prettig, maar het werd de kop ingedrukt toen hij tegenover Martha stond. Dit was de vrouw die in huis zou zijn als wij er nog niet waren. Dat was al geregeld. Indirect is het zeker de oorzaak geweest. Maar daarvóór had Hugo toch al het gevoel dat hij niet bij ons wilde wonen, daarna was hij er zeker van.’ ‘Dat hebben we dus vastgesteld.’ Nadia proefde uit die woorden: dat heb jíj dus vastgesteld en ik moet het daarmee eens zijn. Ze zei: ‘Ja.’ ‘Maar na die tijd, en eigenlijk begrijp ik niet dat dat verband met elkaar houdt, ben jij anders in bed.’ ‘Jij ook.’ ‘Dat geloof ik niet.’ ‘Toch is het zo. Vóór die week konden we vrijen, een prettige sfeer opbouwen, aardige dingen tegen elkaar zeggen, ook malle dingen, maar dat is niet meer zo.’ ‘Daarvan ben ik me inderdaad bewust. Ik weet waar het bij jou vandaan komt. Ik denk dat jij zo min mogelijk seksueel contact wilt omdat je niet zwanger wilt raken.’ ‘Mogelijk is dat de waarheid. En je weet waarom. Ik nader de eindstreep van mijn opleiding en ik wil die eindstreep halen.’ Ze voegde er op een onverschillige toon aan toe: ‘En daarbij komt dat ik, als ik met jou in bed lig, het gevoel heb dat het je alleen om de seksuele daad gaat. Je hoopt op resultaat. Meer gevoel is er niet bij.’ 413
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 414
‘We zijn getrouwd.’ ‘Je geeft het toe.’ Meer zei ze niet. Ze had eraan toe willen voegen: ‘Je geeft het volledig toe, want duidelijker kun je niet zijn…,’ maar ze voelde opeens zijn armen stevig om haar lichaam, zijn adem heel dichtbij, hij hield haar vast, hij zoende haar wild op haar mond. Dit noemde ze geen kussen. Hij veroverde haar… Was dit veroveren of was dit ‘in bezit nemen’? Had dit nog met liefde te maken? Plotseling waren er beelden en gedachten aan toen: Bram, snel en heftig. ‘Anthony toch,’ zei ze, in een poging niet haar boosheid te laten blijken. Ze wilde niet laten merken hoe geschrokken ze was. Ze dacht aan wat Stefan had gezegd: ‘Laat je huwelijk niet kapotgaan, Anthony houdt van je, Anthony wil graag een kind…’ Ze had hem in de voorbije tijd zonder woorden en daden afgeweerd, ze dacht dat dat voldoende was, maar ze ondervond nu dat hij het niet langer nam… Ze lag moe en stil naast hem, zo ver mogelijk bij hem vandaan geschoven. Een gevoel van verlatenheid kwam over haar alsof haar iets moois was afgepakt. Weer dacht ze aan de biggenschuur en Bram. Na het gebeuren destijds was ze naar de slaapkamer van moeder en haar gehold. Moeder was in de keuken, want toen ze door de gang naar de trap liep, hoorde ze de stemmen van vrouw Klarenbeek en moeder. Ze waste zich bij de wastafel. Het was niet fijn geweest, niet zoals ze had gedacht na de grappen die over ‘het’ gemaakt werden, maar het had met liefde te maken. Liefde tussen Bram en haar. Daarover had hij gepraat. Die liefde was erdoor bevestigd. Ze had gedacht ‘bevestigd’, want zo had ze er ook over horen praten. Maar hoe precies wist ze niet. Dit van deze avond was heel anders. Het was tussen Anthony en haar altijd anders geweest dan tussen Bram en haar. De warmte voor elkaar speelde een steeds grotere rol in het spel, de echte liefde die ze voor elkaar voelden. Dit van vanavond was een, nee, zo mocht ze niet denken, dat was te sterk uitgedrukt, maar ze voelde het toch zo, dit was een wanhoopsdaad van Anthony. Om haar duidelijk te maken hoe heftig hij naar een kind verlangde, een gezin wilde met haar als de moeder en hij als de vader. Anthony had in de voorbije maanden ook gevoeld dat ze langzaam van elkaar wegdwaalden; natuurlijk had hij dat opgemerkt. Anthony was 414
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 415
pienter. Ze hadden elkaar niet echt verloren, want ze woonden in hetzelfde huis, praatten elke dag op een gewone toon met elkaar, ze aten aan één tafel en sliepen in één bed, lichamelijk waren ze bij elkaar geweest, maar geestelijk dwaalden ze van elkaar weg. Anthony had haar zijn gedachten en teleurstelling over Hugo niet duidelijk en eerlijk verteld omdat hij begreep dat ze dat niet prettig zou vinden. Ze was tenslotte de moeder van dat kind… Maar ze had uit wat hij zei, begrepen dat hij voor de toekomst geen plaats zag voor Hugo in hun leven. En bovendien: de jongen wílde die plaats niet! Had Anthony haar groeiend verlangen naar Hugo begrepen? Nee, ze geloofde niet dat Anthony dat verlangen aanvoelde. Ze had er ook geen woord over gezegd. Ze deelde het niet met hem. En waarom niet? Anthony zou haar geen verwijten maken over vroeger. Anthony zou het van haar begrijpen. Maar Anthony verlangde naar een eigen kind. Dat hield hem bezig. En de reactie van vanavond… Thomas van Zanten had gezegd dat het mogelijk was dat door het gebeuren van toen, de verkeerde plaats, geen rust, geen voorspel, in haar een gevoel kon zijn gegroeid van ‘verkracht’ te zijn, maar zo voelde ze het niet. Dit van vanavond was dat ook niet. Het was het verlangen in Anthony, zijn wanhoop, en de lange weken dat ze hem op een lauwe manier afgewezen had… Wat zei Stefan? ‘Pas op, Nadia, dat je huwelijk niet kapotgaat. Jullie houden van elkaar en jullie horen bij elkaar en dat moet zo blijven. Terg Anthony niet, daag hem niet te veel uit…’ Ze moest een weg terug naar Anthony kiezen. Ze wílde die weg terug naar hem. Maar deze avond konden ze niet meer praten. Anthony sliep straks. De volgende keer zou het weer net zoals altijd zijn tussen hen. Daar zorgde ze voor. Hij lag stil naast haar. Ze keek niet naar hem, ze wist dat hij op zijn rug lag. Toen zei hij, zacht, schuchter bijna: ‘Nadia, het spijt me. Maar ik verlangde zo naar je. Je was de laatste maanden heel koel, ik was bang dat het tussen ons niet goed zou gaan en ik wil je niet missen. Ik kan niet zonder jou! Mijn leven zal leeg zijn zonder jou. Ik weet dat je nog geen kind wilt, maar ik verlang er zo naar! Het moet toch kunnen? Er zijn meer vrouwelijke doktoren die een kind hebben. Marloes ter Avest heeft drie kinderen! Waarom kan het voor ons dan niet? Je afwijzende hou415
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 416
ding maakte me wanhopig. Ik weet dat het weekje met Hugo door mijn toedoen de verkeerde kant is opgegaan. Hugo wilde die dagen wel heerlijk op stap, maar verder wilde hij niet wat wij wilden. Dat weet jij net zo goed als ik. Ik weet ook dat hij voor jou niet langer ‘het kind op afstand’ is. Je hebt hem gezien en om je heen gehad. Je hoorde hem vertellen en lachen en je voelt na al die jaren warmte voor de jongen. Ik zag het groeien. Verwondering, verbazing, herkenning; je lachte gelukkig. Hugo’s afwijzing doet je pijn. Ik begrijp het hele verhaal in je hoofd; het doet pijn.’ Hij raakte met zijn hand haar arm aan en ze weerde hem niet af. ‘Ik verlangde vanavond naar je. Ik wilde met je vrijen, je bezitten. Je bent mijn vrouw. Het was geen slecht verlangen, maar je was zo afwijzend. Ik had het niet op deze manier moeten doen, het was niet goed. Ik hoop dat je me kunt begrijpen…’ Ze schoof dichter naar hem toe. ‘Anthony, ik begrijp je. En ik ben blij dat je voelt dat ik naar Hugo verlang. Ik heb het er moeilijk mee. Ik denk niet dat het mijn verdiende loon is. Zo wil ik het niet zien. Hugo is nog een kind. Ik hoop dat er een dag komt waarop hij alles ziet zoals het is en hij me een kans wil geven. Hij mag Timon en Lenie niet loslaten, maar ik wil heel graag dat wij, jij en ik, een plekje in zijn leven krijgen.’ Anthony sloeg zijn arm om haar heen. ‘Lieveling,’ zei hij en hij drukte een kus op haar voorhoofd. Vier weken later wist Nadia dat ze zwanger was. Ze vertelde het Anthony in de avond. ‘Ik weet vrijwel zeker dat ik in verwachting ben.’ Ze keek hem recht aan, ze zag aan de blik in zijn ogen dat ook hij aan ‘die avond’ dacht, maar hij zei er niets over, reageerde blij en enthousiast. ‘Vrouwtje van me, Nadia, wat fijn, wat heerlijk! Ik heb meerdere malen gezegd dat ik naar een kind van ons tweetjes verlang, maar we wisten allebei dat het wat jouw werk en studie betrof moeilijk zou zijn. Maar nu ben je daarmee bijna klaar, nu kan onze zoon of dochter komen! Schat, kom dicht bij me zitten, ik wil je vasthouden. Ik weet niet wat ik moet zeggen, weet je het echt zeker? Ik ben zo gelukkig! Een kindje van ons, Nadia, een baby’tje in ons huis. En het blíjft in ons huis, want wij worden de papa en de mama!’ 416
Nadia trilogie-stand pag.cijfer_Nadia Trilogie 12-03-14 16:21 Pagina 417
De zwangerschap verliep naar wens. Acht maanden later, op een dag waarop de regen gestadig en druilerig naar omlaag kwam, rinkelde in de namiddag de telefoon bij Timon en Lenie. ‘Timon, met Anthony. We hebben een dochter, Timon, onze dochter is geboren! Ze is heel mooi, ze weegt zes pond en alles is goed. Ook en vooral met Nadia…’ Anthony praatte luid en opgewonden verder. Hij was nerveus, dit was het moment waarover hij gedroomd had, voor had gebeden en op had gehoopt. Hij wilde nog meer vertellen, maar Timon onderbrak hem. ‘Jongen, gefeliciteerd, gefeliciteerd! Lenie staat naast me, ze rukt me de hoorn bijna uit de handen!’ ‘Ja, Lenie! We hebben een dochter…’ Toen Lenie de verbinding had verbroken en lachend de kamer inliep zei ze tegen de kinderen: ‘Nadia en Anthony hebben een dochter, maar dat hadden jullie allang begrepen!’ ‘Hoe heet de baby?’ vroeg Lieneke. ‘Anne Marijke.’ ‘Wordt er niet vernoemd? Ruth of Esther of Naomi?’ ‘Nee. Ze hebben twee namen gekozen die ze goed bij elkaar vinden passen. Een heel nieuw mensje, los van achtergronden. Anne Marijke…’ ‘Prachtig dat dit is gebeurd,’ reageerde Hugo met een fijn lachje op zijn gezicht. ‘Een kind in hun huis! Anthony zal dolblij zijn. Nadia natuurlijk ook. Welkom, Anne Marijke! Tante Martha past op je als je papa en mama nog moeten werken. Werken om centjes te verdienen voor je flesjes en je luiertjes!’ Lenie schudde haar hoofd. ‘Je bent een dondersteen, Hugo Berkhout,’ zei ze, ‘en dat blijf je.’
HOOFDSTUK 2 Rinke Overmars, de bovenmeester van de lagere school in Westerwallen, keek ernstig naar de ouders van leerling Hugo Berkhout die tegenover hem aan de rechthoekige tafel zaten. 417