Jubileumomnibus 133.9789020534672

Page 1

JUBILEUMOMNIBUS 133 Jubileumomnibus 133 zit weer boordevol liefde, romantiek en intriges! Wensdroom van een kind van Henny Thijssing-Boer vertelt het verhaal van een jonge moeder die met haar dochter op zoek gaat naar haar jeugdliefde. Daarna volgt Les in geluk van Nel van der Zee, over bedrog, verdriet én vertrouwen. De derde roman is Jenny’s keuze van Anke de Graaf. De korte, moderne verhalen Wake-upcall van Martin Scherstra en Valse vriendschap van Olga van der Meer maken deze omnibus compleet.

JUBILEUMOMNIBUS

133 Henny ThijssingBoer Nel van der Zee Anke de Graaf Martin Scherstra Olga van der Meer

JUBILEUMOMNIBUS 133 Henny Thijssing-Boer – Nel van der Zee Anke de Graaf – Martin Scherstra Olga van der Meer

ISBN 978 90 205 3467 2 • NUR 344

www.zomerenkeuning.nl


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:19 Pagina 5

HENNY THIJSSING-BOER Wensdroom van een kind


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:19 Pagina 7

HOOFDSTUK 1 Joosje Boelens was bezig met het voorbereiden van het avondeten en bedacht verheugd dat haar man Giel over een uurtje thuis zou zijn. Ter afsluiting van een drukke werkweek zouden ze straks, voordat ze aan tafel schoven, eerst gezellig een glas wijn drinken. Dat was gaandeweg traditie geworden, het hoorde bij hun vrijdag. In tegenstelling tot Giel, kon zij eigenlijk niet spreken van een overbezette, drukke werkweek, want ze werkte maar drie halve dagen per week buiten de deur. Op dinsdag-, woensdag-, en donderdagmiddag zat ze bij notaris Hoekzema op kantoor, dat ze te voet kon bereiken, de rest van de week was ze huisvrouw. Giel was makelaar, zijn kantoor was in de stad gevestigd en dat betekende dat hij dagelijks op en neer moest reizen. Maar dat had hij er graag voor over, want net als dat bij haar het geval was, beviel het dorpsleven hem bijzonder goed. En dat was geen wonder, want ze waren allebei in dit dorp geboren en getogen. Na hun huwelijk waren ze naar de stad vertrokken, waar ze best wel goede jaren hadden doorgebracht. Maar toen haar ouders door een ongeluk om het leven kwamen hadden zij en Giel meteen geweten wat ze wilden. Uiteraard in overleg met haar broer Felix, waren ze toentertijd tot het besluit gekomen het ouderlijk huis niet te verkopen. Ze hadden de stad de rug toegekeerd en waren er zelf in gaan wonen. Het is onvoorstelbaar, dacht Joosje, dat het alweer zeven jaar geleden is dat Felix en ik in ĂŠĂŠn klap allebei onze ouders verloren. Zij was toen eenendertig jaar geweest, Felix zevenentwintig. Haar ouders, David en Lucy Visser, waren allebei zestig geweest toen dat vreselijke ongeluk hen van het leven beroofde. Zij beschouwde het nog steeds als oneerlijk dat het juist die twee lieverds had moeten overkomen. Pap en mam waren, afgezien van hun leeftijd, in hun doen en laten nog jong geweest. Vitaal, ondernemend en zeer sportief. Hun auto had altijd een opvallend, lage kilometerstand en dat kwam louter vanwege het feit dat ze veel liever op de motor stapten. Het rijden op dat ding, een joekel van een gevaarte zoals zij de motor


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:19 Pagina 8

8 | JUBILEUMOMNIBUS 133

placht te noemen, was voor haar ouders hun grootste liefhebberij. Ze maakten er lange tochten op in binnen- en buitenland. En toen, op die fatale dag, verongelukten ze even buiten het dorp. Vlak bij huis, doordat pap een verkeerde inhaalmanoeuvre maakte. Het was de natuurlijke gang van zaken dat de tijd de scherpste puntjes inmiddels had weggeslepen, maar het gemis bleef onverminderd aanwezig. Het gaf haar nog altijd een goed gevoel dat pap en mam hadden mogen delen in het geluk dat zij – Joosje – bij Giel had gevonden. Ondanks het feit dat Giel en zij kinderloos zouden blijven waren ze gelukkig en hadden ze een goed huwelijk. Daar hadden ze echter allebei keihard voor moeten knokken! In het begin, toen ze na talloze, vervelende onderzoeken te horen kregen dat er niets aan haar mankeerde, maar dat Giel geen kinderen kon verwekken, hadden ze het allesbehalve gemakkelijk gehad. Giel had geworsteld met zijn man-zijn, dat voor zijn gevoel opeens niet meer was zoals het volgens hem hoorde te zijn. En hoewel zij het had geprobeerd, had zij hem niet daadwerkelijk kunnen troosten. Daarvoor was haar eigen teleurstelling te groot geweest. Het idee dat ze nooit moeder zou worden, was voor haar onacceptabel geweest. In die tijd waren haar huilbuien niet te tellen, evenals haar wisselende stemmingen. Giel kon er niet mee omgaan als zij de ene keer gemaakt vrolijk deed en het volgende moment diep in de put zat. Vanwege zijn schuldgevoelens kon hij haar niet troosten en dat verweet zij hem dan weer. Nee, in die tijd zweefden ze bepaald niet samen op een roze wolk, maar hadden ze het knap moeilijk. Zij kon niet altijd bij Giel terecht, maar gelukkig wel bij mam. Door veel samen te praten leerde mam haar inzien dat zij niet in de eerste plaats met zichzelf bezig mocht zijn, maar dat zij Giel tot steun moest zijn. Dankzij mams wijze levenslessen lukte het haar toen om zijn onterechte schuldgevoelens weg te nemen en daar hadden ze wonderlijk genoeg allebei baat bij. Echter niet van het ene op het andere moment, er gingen diepgaande gesprekken aan vooraf die niet zelden een deel van de nacht opslokten, maar waarmee ze uiteindelijk de gewenste resultaten boekten. Na de gevechten die ze soms in stilte elk voor zich, dan weer


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:19 Pagina 9

WENSDROOM VAN EEN KIND

|9

samen hadden gestreden, leerden ze inzien dat je als mens dat wat er op je pad wordt gelegd, moet aanvaarden. Want niets gebeurt zomaar, alles is immers voorbestemd. Zonder dat vertrouwen, waar ze zich toen aan vastklampten, zou hun huwelijk geen stand hebben gehouden of zouden ze er zelf aan onderdoor zijn gegaan. Giel en zij waren er nog elke dag dankbaar voor dat ze elkaar terug hadden gevonden. Ze waren weer naar elkaar toegegroeid en gelukkiger met elkaar dan voorheen. Ze waren er nu van overtuigd dat mam gelijk had gehad met haar bewering dat het hebben van kinderen niets van doen had met het wel of niet slagen van een huwelijk. Daar moest je in alle gevallen zelf aan werken, elke dag opnieuw. Hoewel ze nog maar wat graag moeder zou willen zijn, kon ze nu gelaten bedenken dat het hebben van kinderen niet altijd zaligmakend was. Daarbij hoefde ze alleen maar aan Felix te denken. Hij had een schat van een dochter van wie hij zielsveel hield, maar wat zijn huwelijk betrof zou zij voor geen prijs met hem willen ruilen. Pap en mam hadden nog mee mogen maken dat Felix en Suze een kindje kregen. Ze hadden slechts één jaar opa en oma mogen zijn van hun kleindochter, Davina, vernoemd naar haar overleden opa David. Net zoals zij vroeger vernoemd was naar haar opa die Joost heette. Haar ouders hadden de ‘t’ uit die naam weggelaten en haar Joosje genoemd. Ze zou nooit zelf voor die naam hebben gekozen, ze zou het er echter mee moeten doen. Davina klonk stukken beter, vond ze, zij was inmiddels acht jaar. Zij – Joosje – hield waanzinnig veel van haar kleine nichtje. Het voelde soms net alsof Davina ook een klein beetje van haar was, maar dat kwam vermoedelijk doordat zij zich zo nauw met Felix verbonden voelde. Hij was vier jaar jonger dan zij en ze beschouwde hem in stilte nog altijd een beetje als haar kleine broertje op wie zij moest blijven passen. Dat gevoel kwam omdat ze zich zorgen om hem maakte, vandaag had ze zelfs een onverklaarbaar sterk gevoel dat er daadwerkelijk iets met hem aan de hand was. Dat moest ze maar liever niet hardop zeggen, want dan liep ze het risico uitgelachen te worden. Felix was een getrouwde kerel van vierendertig, hij was echt-


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:19 Pagina 10

10 | JUBILEUMOMNIBUS 133

genoot en vader en had zijn zus heus niet meer nodig. Dat zou er gezegd worden als zij aan de buitenwereld het achterste van haar tong zou laten zien. Maar degenen die aldus zouden oordelen, wisten niet wat Giel en zij wisten, noch wat mam vroeger al had voorspeld. Vanaf het moment dat Felix zijn destijds toekomstige vrouw aan pap en mam had voorgesteld, had mam hem gewaarschuwd. ‘Suze Hofman is om te zien een mooi meisje, maar er zit niets bij. Ze is een leeghoofd, beslist geen vrouw voor jou!’ Mam had nog veel meer waarschuwingen geuit, maar ze had zich net zo goed stil kunnen houden, want verliefd als Felix was, wilde hij uiteraard geen kwaad woord over zijn meisje horen. Giel en zij hadden ook meteen hun twijfels over Suze, maar wie waren zij om een waarschuwende vinger tegen Felix op te steken als hij hun niet om hun mening, laat staan om raad vroeg. Suze kwam uit een dorp dat lag op de grens van Groningen en Friesland en dat was te horen aan haar accent. Dat klonk grappig, verder hadden ze van meet af aan niet veel leuks aan het meisje kunnen ontdekken. Felix echter wel, want toen Suze kort nadat ze elkaar leerden kennen al zwanger bleek te zijn, waren ze getrouwd. Op dat moment bedacht Joosje dat het eten inmiddels zover klaar was dat ze er zo dadelijk alleen nog maar de laatste hand aan hoefde te leggen. Ze besloot de tafel vast te dekken en de glazen alsmede de fles wijn op de salontafel klaar te zetten. Nadat ze ook die klusjes had geklaard, liet ze zich in de huiskamer in een stoel zakken en wachtend op Giel dwaalden haar gedachten weer naar haar broer. Felix had Suze destijds ontmoet in een uitgaansgelegenheid in Groningen. Het was liefde op het eerste gezicht, zoals Felix destijds beweerde. Of dat bij Suze ook het geval was trok zij in twijfel. Want hoe kon je stapelverliefd op iemand worden als je vorige relatie slechts een week daarvoor was stukgelopen? Dat was bij Suze het geval geweest. Ze had een tijdje samengewoond met ene Sjef de Noord, die uit hetzelfde grensdorp kwam als zij. Wat hij voor de kost deed, wist ze niet, wel dat Suze nooit een baan had gehad. Na de basisschool, waar ze met hangen en wurgen doorheen was gekomen, had ze een paar


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:19 Pagina 11

WENSDROOM VAN EEN KIND

| 11

jaar SVO gevolgd, maar ook daar had ze niets van terechtgebracht. Ze spijbelde meer dan dat ze naar school ging en toen haar leerplicht erop zat, had ze het welletjes gevonden. Giel had haar eens gevraagd waarom ze net als ieder normaal mens, geen baan had gezocht. Suze had met haar schouders getrokken en gezegd: ‘Het is allemaal zo’n gedoe, werken bij een baas. Ik moet er niet aan denken, het is niks voor mij. Je wordt er enkel moe van en verder schiet je er niets mee op. Ik doe alleen dat wat ik zelf leuk vind.’ Die uitleg was typerend voor Suze, en zij hadden hun bedenkingen erover gehad. Felix had echter vertederd glimlachend gezegd: ‘Bij mij kan en mag Suze zichzelf zijn, doen wat zij prettig vindt. Waarom zou zij tegen haar zin een baan zoeken, ik verdien de kost wel voor ons beiden.’ Felix was tandtechnicus, verbonden aan een tandtechnisch laboratorium in de binnenstad van Groningen. Hij woonde in een buitenwijk van de stad in een fraai, vrijstaand huis met een diepe, mooi aangelegde achtertuin. Wat dat betrof had hij Suze wel iets te bieden, maar of hij er iets voor terugkreeg? Suze was niet alleen een leeghoofd, ze was bovendien lui. Dat had Felix blijkbaar wel ingezien, want kort nadat ze getrouwd waren had hij ervoor gezorgd dat er een ochtend per week hulp kwam van een flinke vrouw die voorkwam dat zijn boeltje zou verslonzen. Suze vond het allemaal prima, ook dat Felix na een drukke werkdag de moeite nam om Davina in bad te doen omdat ze niet al te fris rook. Felix zou veel strenger jegens Suze moeten zijn, vond Joosje, hij moest haar dwingen een goede moeder en huisvrouw te zijn. Op dat moment ging de deur open en kwam Giel binnen. Ze begroetten elkaar als gebruikelijk met een kus, maar toen Giel Joosje losliet, viel zijn blik op de glazen en de fles wijn en zei hij: ‘Het spijt me, maar ik kan geen wijntje met je drinken, want ik moet zo dadelijk nog rijden. Ik heb om acht uur een afspraak met een echtpaar. Heel vervelend, maar het is niet anders.’ In zijn blauwe ogen lag een spijtige blik, hij liet zich in zijn stoel zakken en streek met beide handen door zijn dikke pruik blond haar. Dat ietwat machteloze gebaar van hem deed Joosje zeggen: ‘Je


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:19 Pagina 12

12 | JUBILEUMOMNIBUS 133

moet er geen punt van maken, de zaken gaan nu eenmaal voor het meisje. Maar op vrijdagavond zou niemand een beroep op jou mogen doen, het is ónze avond. Toch?’ ‘Ja, schat, dat ben ik met je eens. Het gaat echter om mensen die overdag allebei werken en dan geen tijd hebben om een huis te bezichtigen. Dat moet dus in de avonduren gebeuren. Het betreft het appartement waarover ik je laatst vertelde, dat al ruim een jaar leegstaat omdat de eigenaar de prijs niet wil laten zakken. Ik heb al vaak aan hem gezegd dat hij veel te hoog in de boom zit en dat een leegstaand huis sowieso slecht verkoopt. Ik kan alleen maar hopen dat de kijkers van vanavond kopers zullen worden, want ik wil van dat appartement af. In ieder geval zal ik proberen zo gauw mogelijk weer bij je thuis te zijn. Dan drinken we alsnog ons vrijdagavond-borreltje!’ ‘Bekommer je nu maar niet om mij, ik vind het alleen maar vervelend voor jou. Je hebt een drukke week achter de rug, je ziet er moe uit. Je zou na het eten lekker languit op de bank moeten kunnen gaan liggen in plaats van dat je de deur nog weer uit moet.’ Daarop pareerde Giel lachend: ‘Als jij snel zorgt dat het eten op tafel komt, kan ik daarna misschien nog een kwartiertje met mijn ogen dicht onderuitzakken!’ Joosje stond op. ‘Ik ren al, je wordt op je wenken bediend!’ Een kwartiertje later zaten ze tegenover elkaar aan tafel en informeerde Giel: ‘Hoe is het, heb je een leuke dag gehad?’ ‘Ja, hoor, best wel. Alleen het laatste uurtje voordat jij thuiskwam, heb ik wat zitten piekeren. Over van alles en nog wat, maar voornamelijk over Felix. Ik maak me zorgen over hem, daar kan ik niks aan doen. Felix is niet gelukkig. Dat zegt hij niet zelf, maar ik ken hem en zie het aan hem. Dat zit me dwars. Hij is een lieverd die beter verdient.’ ‘Dat zal ik niet tegenspreken. Maar die broer van jou is oud en wijs genoeg om zijn eigen boontjes te doppen, hoor, Joosje! Het is te zot voor woorden dat jij je zorgen maakt om je broer! Hij redt zich heus wel en zo niet, dan is dat zijn zaak, niet die van jou! Zo denk ik erover, want zo is het! Het is niet de eerste keer dat jij bij mij je nood klaagt over Felix, het enige dat


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:19 Pagina 13

WENSDROOM VAN EEN KIND

| 13

ik je met klem kan adviseren, is dat jij de sores om je broer van je af moet zetten. Ik zit er in elk geval niet mee, het is niet mijn pakkie-an!’ ‘Ik wou dat ik er zo gemakkelijk over kon denken, maar dat lukt mij niet. Na het overlijden van pap en mam hebben Felix en ik alleen elkaar nog en ik denk dat ik hem daardoor niet kan loslaten. Maar ik beloof dat ik jou er niet meer mee zal lastigvallen. Goed?’ ‘Malle meid, hoe zou jij mij met iets lastig kunnen vallen! Als jij er baat bij hebt, kun je altijd bij mij aankloppen om je nood te klagen.’ Joosje gaf het gesprek een andere wending. ‘Ik zie dat je je toetje al ophebt, ga dan nog gauw even languit op de bank! Ik maak je over een kwartiertje wel wakker.’ Giel schoof zijn stoel naar achteren en stond op. Voordat hij Joosjes advies opvolgde, gaf hij haar een kus. ‘Je bent mijn lieverd, mijn alles. Dat zeg ik lang niet vaak genoeg!’ Hierop grapte zij: ‘O, jawel, hoor! Als ik het me goed herinner zei je vorig jaar om deze tijd ook iets dergelijks. Ga nou maar liggen, ik zit je te plagen.’ Giel voelde zich na een kwartiertje rust als herboren, zoals hij beweerde. Hij dronk nog snel een kop koffie, vervolgens verliet hij het huis om aan zijn verplichtingen te voldoen. Nadat ze de tafel had afgeruimd en de vaatwasser aangezet, nestelde Joosje zich met een boek in een hoekje van de bank. Het was een spannend boek dat haar boeide en haar hielp, bedacht ze, om niet aan Felix te denken. Giel had gelijk; zij kon het geluk niet voor Felix van een boom plukken. En de vervelende voorgevoelens die ze jegens hem had zou ze vergeten nu ze meeleefde met de personages van het boek waar ze gisteren aan was begonnen. Algauw was Joosje weer helemaal in de ban van het verhaal en vergat ze man, broer en de tijd. Ze schrok zich dan ook zowat lam en schoot met een ruk overeind toen de telefoon overging. Even keek ze verdwaasd om zich heen, daarna nam ze op en maakte zich bekend. ‘Met Joosje Boelens.’ ‘Ja, met mij. Felix. Of stoor ik?’ ‘Nee, gekkie, natuurlijk niet! Maar is er iets, Felix, ik meende


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:19 Pagina 14

14 | JUBILEUMOMNIBUS 133

te horen dat je stem wat opgefokt klonk?’ ‘Dat zou best kunnen, ik voel me allesbehalve happy. Eerlijk gezegd weet ik me geen raad, want Suze is ervandoor…’ Hevig geschrokken stamelde Joosje: ‘Ik wist het… ik wist het.’ ‘Hoe kan dat nou, of heeft Suze tegen jou gezegd dat ze bij me weg wilde?’ ‘Nee, nee, je begrijpt me verkeerd. Het gaat niet om Suze, maar om jou. Ik voelde vandaag heel sterk aan dat er iets met jou aan de hand was. Dat wist ik heel zeker, maar dat van Suze is nieuw voor me. Hè, Felix, wat schrik ik hiervan. Vertel verder, wat is er precies gebeurd?’ ‘Nou ja, het ging al een hele tijd niet meer goed tussen ons. Toen ik vanavond van mijn werk thuiskwam, werd ik niet, net als anders, uitbundig begroet door Davina, en Suze was evenmin thuis. Dat vond ik uitermate vreemd, totdat ik een briefje op tafel vond waarin Suze schreef dat ze weggegaan was omdat ze eventjes afstand van alles moest nemen. Ze had tijd en ruimte nodig om na te denken, schreef ze.’ Felix zweeg en Joosje flapte er onnadenkend uit: ‘Wat een kolder, Suze kan niet eens nadenken. O, sorry,’ liet ze er beschaamd op volgen, ‘dat had ik niet mogen zeggen. Ik zou nu het liefst meteen naar je toe komen, maar dat gaat helaas niet. Giel heeft een afspraak voor het bezichtigen van een huis en hij heeft de auto mee. Ik heb geen idee hoe laat hij thuis zal zijn en dan is hij te moe om nog eens op en neer naar de stad te rijden. Het spijt me echt heel erg dat ik er nu niet dadelijk voor je kan zijn. Maar wacht eens; jij zou naar ons toe kunnen komen! Dan zit je tenminste niet alleen en kun je alles van je afpraten!’ ‘Je bedoelt het goed, dat waardeer ik, maar toch blijf ik liever thuis. Suze schreef namelijk ook dat ze me zou bellen zodra ze op haar plek van bestemming was aangekomen. Ik moet haar telefoontje afwachten, hopelijk vertelt ze me dan wat meer.’ ‘Als ze het heeft over een plek van bestemming, wist ze dus van te voren waarheen en naar wie ze zou gaan,’ concludeerde Joosje. ‘Heb jij echt geen idee, Felix, waar ze kan zijn?’ ‘Ik neem aan dat ze naar haar ouders is gegaan, anders zou ik het niet weten. Ik maak me zorgen en ik mis Davina nu al. Het


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:19 Pagina 15

WENSDROOM VAN EEN KIND

| 15

huis is leeg, donker en koud zonder mijn kleine meid. Sorry dat ik jou hiermee lastigval, maar ik moest het even aan iemand kwijt. Ik hang nu weer op, voor het geval Suze belt. Dan moet de lijn liever niet bezet zijn, maar dat begrijp je wel, nietwaar?’ ‘Ja, vanzelfsprekend. Zullen Giel en ik dan morgenmiddag naar je toe komen? Ik moet je nu zo gauw mogelijk zien en spreken en ik wil je graag troosten. Ik heb met je te doen, Felix!’ ‘Je bent een lieverd, een zusje uit duizend. Tot morgen en bedankt voor je luisterend oor!’ ‘Heel veel sterkte en laat vooral de moed niet zakken!’ Als de schrik je goed te pakken heeft, zeg je alleen maar stomme dingen, foeterde Joosje op zichzelf toen Felix het gesprek verbroken had. Sterkte en laat de moed niet zakken; alsof Felix daar iets aan had. Tjonge, het was niet niks wat ze te horen had gekregen. Suze was ervandoor gegaan. Alles wat ze had verwacht, dit zeker niet. Wat bezielde haar schoonzus? Gezien haar slappe karakter kon ze het immers nergens beter krijgen dan bij Felix. Ze had geen geldgebrek en ze kon zo lui zijn als ze zelf wilde. Dit leven paste haar precies, zou je denken, maar daar vergiste zij zich klaarblijkelijk in. Suze ging liever terug naar haar ouders dan dat ze bij Felix bleef. Nu ze aan het gesprek met Felix terugdacht, drong het pas tot haar door dat hij had gezegd dat hij zijn kleine meid miste, over Suze had hij iets dergelijks niet gezegd. Was dat geen teken aan de wand? Wat stond haar broer allemaal te wachten en haarzelf…? Als ze dacht aan een scheiding tussen Felix en Suze, kreeg ze het subiet Spaans benauwd. Het zou immers betekenen dat ze Davina, haar oogappeltje, zou verliezen. Een kind werd haast altijd aan de moeder toegewezen, een vader moest meestal genoegen nemen met een bezoekregeling. O, lieve deugd, waar moest dit op uitdraaien. Felix hield met elke vezel van zijn lichaam van zijn kleine dochter, zonder haar zou hij het beslist niet kunnen stellen. Kwam Giel maar thuis, ze voelde zich opeens zo naar, ze moest zijn armen om haar heen voelen. Daar zou ze straks niet eens om hoeven vragen, als Giel zag dat het haar even te veel werd, zou hij haar uit zichzelf tegen zich


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:19 Pagina 16

16 | JUBILEUMOMNIBUS 133

aan trekken. Arme Felix, hij had niemand die hem in liefde troostte, hij zat in zijn eentje met een hoofd vol zorgen. Haar ‘kleine’ broertje, dit gunde zij hem zeker niet. Joosje prakkiseerde de tijd vol. Toen Giel op een gegeven moment binnenkwam, slaakte ze een zucht van verlichting. ‘Ik ben zo blij dat je er bent, Giel…! Ik heb daarstraks een jobstijding gehad. Felix zit in de grootst mogelijke problemen.’ Haar blauwe ogen die ze naar hem opsloeg, vulden zich met tranen en inderdaad deed Giel toen wat zijn hart hem ingaf. Hij trok haar op uit haar stoel en sloot haar vast in zijn armen. En terwijl hij met één hand over haar blonde haren streek, troostte hij: ‘Rustig maar, het kan nooit zo erg zijn of er is een oplossing voor te vinden. Gaat het weer een beetje?’ Joosje wreef driftig langs haar ogen. ‘Ja, nu jij bij me bent, lijkt alles niet half zo erg. Maar dat is het helaas wel. Ik schenk ons het drankje in dat we nog tegoed hebben en dan zal ik het je vertellen.’ Kort hierna hieven ze het glas naar elkaar op en nadat ze een slokje wijn hadden genomen, stak Joosje van wal. Ze herhaalde woordelijk het telefoongesprek dat ze met Felix had gevoerd en ze besloot met: ‘Wij kunnen nu alleen maar hopen dat Suze haar belofte nakomt en Felix belt, zodat zij hem en ons uit de droom helpt. Gek evengoed, dat ik het zo sterk aanvoelde dat het niet goed ging met Felix.’ Ze waren inmiddels naast elkaar op de bank gaan zitten, Giel legde een arm om haar heen. Hij toonde berouw door te zeggen: ‘Het spijt me dat ik eerder op de avond zo lomp tegen je uitviel. Ik zei toen dat jouw zorgen om Felix niet mijn pakkiean waren. Daar kom ik op terug, want natuurlijk raken zijn zorgen van het moment mij ook. Hij moet de schrik van zijn leven hebben gekregen toen hij bij thuiskomst merkte dat vrouw en kind gevlogen waren. Arme kerel, dit gun ik hem niet.’ ‘Het ergste van alles is dat Suze Davina met zich mee heeft genomen. Felix kan het zonder haar niet stellen en dan heb ik het nog niet over mezelf. Ik ben bang, Giel, dat wij Davina in de toekomst nog hoogst zelden, of helemaal niet meer zullen zien. Ik moet er niet aan denken dat ik haar lieve stemmetje


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:19 Pagina 17

WENSDROOM VAN EEN KIND

| 17

niet meer zal horen. Ze genoot altijd zo als ik haar op een zaterdagmiddag meenam naar de stad. Met het kleinste cadeautje dat ik dan voor haar kocht, was ze zielsgelukkig. En ik genoot in stilte van haar, ik had haar dan even helemaal voor mezelf. Suze was elke keer allang blij dat ik haar dochter kwam halen, want dan had zij haar handen vrij en kon ze ongestoord languit op de bank voor de televisie liggen. Waarom heeft ze Davina niet bij Felix gelaten, dat was voor haar toch veel gemakkelijker? Ik kan haar momenteel wel iets dóen, die schoonzus van me,’ besloot ze fel verontwaardigd. Op de furieuze blik in haar ogen zei Giel: ‘Jij en Suze, jullie zullen nooit vriendinnen worden, daarvoor verschillen jullie te veel van elkaar. Ik begrijp jouw gevoelens voor Suze wel, toch moet ik je erop wijzen dat je liever niet moet oordelen voordat je het naadje van de kous weet. Het is nog altijd zo, Joosje, dat waar twee kijven, twee schuld hebben! In mijn hart trek ik net als jij partij voor Felix, toch mogen we de mogelijkheid niet uitsluiten dat hij ook niet helemaal vrijuit gaat. Ik vraag me trouwens af of jij niet te voorbarig bent in het trekken van conclusies. Jij hebt het al over een scheiding tussen die twee, maar het kan best zijn dat Suze gewoon een poosje naar haar ouders is gegaan om op adem te komen en dat ze over enige tijd bij Felix terugkomt.’ Joosje trok onwillig met haar schouders. ‘Ik laat me leiden door mijn intuïtie en die bedriegt me zelden of nooit. Die zegt me dus ook dat Felix in deze kwestie zijn handen in onschuld mag wassen. Ik ken Felix en kan het me niet voorstellen dat hij Suze het leven zuur zou maken. Maar voordat wij hier onenigheid over krijgen, kunnen we er maar beter over ophouden. Morgen komen we hopelijk meer te weten, vertel jij nu maar hoe het echtpaar op het appartement reageerde. Blijven het kijkers of worden het kopers die toehappen als de huidige eigenaar de prijs laat zakken?’ ‘Ze waren allebei enthousiast en met kennis van zaken mag ik gerust vaststellen dat ze tot kopen overgaan als het door hen gedane bod door de eigenaar wordt geaccepteerd. Die man zal toch een keer overstag moeten gaan, hij zit nu met twee huizen, met twee hypotheken, ik vraag me af hoelang hij dit finan-


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:19 Pagina 18

18 | JUBILEUMOMNIBUS 133

cieel gezien kan volhouden. Maandag zal ik hem benaderen en het gedane, zeer redelijke bod, aan hem voorleggen. En dan maar hopen dat hij “ja” zegt. Te koop staande huizen moeten een vlotte doorstroming hebben, maar wat dat betreft gaan we echter een slappe tijd tegemoet. De zomervakantie is aangebroken, vandaag hebben de scholen hun deuren voor een aantal weken gesloten. Ouders gaan er nu met hun kinderen op uit of doen andere leuke dingen, in ieder geval staan de meeste hoofden nu even niet naar het kopen van een huis. En dat is zeker niet aangenaam voor een makelaar,’ besloot hij veelzeggend. ‘Mijn werkgever, notaris Hoekzema, is er ook niet rouwig om als er een koopakte gepasseerd moet worden,’ zei Joosje lachend. Giel knikte begrijpend. ‘Verdienen en laten verdienen, daar draait het om in de zakenwereld. Maar ik ben blij met de lach op jouw gezicht! We maken er voor onszelf een goede avond van, morgen zien we weer verder. Dan komt Felix aan de beurt en zullen wij proberen of we iets voor hem kunnen betekenen.’ ‘Je bent een lieverd, het doet me echt goed dat Felix’ zorgen jou niet onberoerd laten. Jammer, hè, Giel, dat Felix en Suze het samen beduidend minder mooi hebben dan wij?’ Giel knikte en bromde: ‘En dat, terwijl zij hebben wat wij moeten missen. Een prachtige dochter.’ Joosje voelde haarscherp aan wat Giel hiermee bedoelde en hoewel ze volschoot, zei ze dapper: ‘Wij hebben elkaar, ik denk dat wij alle reden hebben om dankbaar te zijn.’ HOOFDSTUK 2 Toen ze de volgende middag bij Felix de huiskamer binnenstapten, ervoer Joosje het als pijnlijk dat ze niet door Davina werd begroet. Ze verborg haar verdrietige gevoelens voor Felix: bij binnenkomst had ze in één oogopslag gezien dat hij er beroerd aan toe was. ‘Heb jij vannacht eigenlijk wel geslapen?’ vroeg ze bezorgd, ‘je ziet eruit alsof je je bed niet hebt gezien.’


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 195

NEL VAN DER ZEE Les in geluk


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 197

HOOFDSTUK 1 ‘Boven jouw leven zou je rustig kunnen zetten: Bestemming bereikt,’ zei Eline. Ze keek naar haar vriendin Fleur die haar dochter Eva, drie maanden oud en kerngezond, teruglegde in haar wieg. ‘We zijn op de goede weg naar onze bestemming, zou je beter kunnen zeggen,’ corrigeerde Fleur haar. ‘Tot nu toe hebben we geluk gehad. Ton en ik leerden elkaar kennen toen hij net huisarts was. Zijn ouders hebben ons financieel geholpen met de praktijk, maar daardoor zitten we nu tot over onze oren in de schuld, want het geld moet allemaal terug. De twee broers van Ton zullen straks, als ze gaan studeren, ook veel kosten. Ik zou best mijn baantje op het advocatenkantoor willen opzeggen om helemaal voor Eva te kunnen zorgen en Ton in zijn praktijk te helpen, maar dat kan niet, we kunnen dat geld nu nog niet missen. We hebben geluk met Tons assistente: een oudere dame, weduwe van een huisarts. Zij zorgt ook voor Eva als ik er niet ben. Dat kan natuurlijk niet beter, maar ik zou liever zelf voor Eva zorgen.’ ‘Oké, je hebt nog wat te wensen, maar jij zit al in het rechte spoor, terwijl ik nog stuurloos ronddobber. En daarin benijd ik je,’ zei Eline. Fleur keek haar bevreemd aan. ‘Je was vorige week nog zo blij met je baantje in de horeca, je zei dat je daar je hele studie psychologie van kunt betalen. Dat is toch wel recht op je doel af, zou ik zeggen. Voor jou is die nieuwe studie natuurlijk weer een fluitje van een cent. Je rechtenstudie heb je ook op je sloffen gehaald. Ik heb je praktisch nooit zien studeren, terwijl ik het alleen met jouw hulp en hard zwoegen heb gehaald.’ Eline antwoordde niet op wat Fleur zei. Ze stond op en liep naar de wieg. Ze boog zich over Eva heen, die geen kik gaf, en ging terug naar haar stoel. ‘Ik ben bestolen,’ zei ze toen, ‘en dat zit me lelijk dwars. Zomaar bestolen, er is met mijn pinkaart geld van mijn rekening gehaald en klaar.’ ‘Was het…?’ Verder kwam Fleur niet, want Eline viel haar in de rede: ‘Precies, het was Egbert. En nu zullen jullie allemaal


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 198

198 | JUBILEUMOMNIBUS 133

zeggen dat het mijn eigen schuld is, dat jullie me allemaal gewaarschuwd hebben en dat ik hem niet in huis had moeten halen. Ik weet er alles van, maar ik wilde hem helpen en dat is verkeerd uitgevallen.’ ‘Jij wilt altijd iedereen helpen,’ zei Fleur. ‘Dat wisten we en daarom hebben we je voor Egbert gewaarschuwd, meteen toen je hem door ons op wintersport leerde kennen en Egbert achter je aan ging lopen. Egbert gebruikt al jaren, maar pas toen hij afgestudeerd was is het erger geworden. Hij heeft moeilijkheden gekregen. Wat er precies is gebeurd weten we niet, alleen dat hij maanden in een afkickkliniek heeft doorgebracht. Hoe is het precies gebeurd met die diefstal, weet je dat?’ ‘Heel geraffineerd. Hij zou bij me komen eten. We hadden samen boodschappen gedaan, hij zou me helpen koken. Hij droeg de tassen met boodschappen waar ook mijn tas met mijn portemonnee in zat. Hij zei ineens: ‘We hebben de aardappelen vergeten! Och, ga jij ze even halen. Ik heb het zakje vast op de toonbank laten liggen. Het is niet zwaar, het is maar een kilo. Dan ga ik alvast naar de auto om de boodschappen in te laden.’ Ik ging argeloos terug naar de winkel en daar waren de aardappelen onvindbaar. Ik moest nieuwe kopen, aan de kassa waren er nogal wat mensen voor me, dus duurde het even voor ik terug was bij de auto. Daar zat Egbert rustig een sigaretje te roken. Hij maakte zijn verontschuldiging voor zijn vergeetachtigheid en we reden naar mijn studio waar we lekker gegeten hebben. Hij ging direct na de afwas weg en ik heb hem daarna niet meer teruggezien. In zijn pension heeft hij zijn kamer opgezegd en op zijn mobieltje hoor je de voicemail. Pas een paar dagen later ontdekte ik dat er geld van mijn rekening was afgeschreven. Datum en tijdstip van afschrijven kloppen precies met de tijd dat ik in de winkel de aardappelen heb gekocht. Vlak bij de parkeerplaats van de auto is een pinapparaat, daarvan heeft hij gebruikgemaakt.’ ‘En nu? Heb je de politie al ingelicht?’ ‘Stil maar, het wordt allemaal nog veel erger. Ik heb Egberts vader gebeld, ik wilde hem nog een kans geven. Egbert was niet thuis, zijn vader wist niet waar hij was. Toen vertelde ik hem het verhaal van de diefstal. Ik hoorde dat hij behoorlijk in


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 199

LES IN GELUK

| 199

paniek was, hij zei: ‘Doe niets, Eline, ga alsjeblieft niet naar de politie, ik betaal je dat geld terug. Ik stap nu in de auto om het je te komen brengen, maar ga alsjeblieft niet naar de politie!’ Hij kwam mij het geld brengen en vertelde me dat Egbert uit eigen beweging naar de kliniek was teruggegaan. De directeur van de kliniek had hem net gebeld. ‘En nu maar hopen dat het daarbij blijft,’ zei Egberts vader, ‘want Egbert is namelijk al eerder met de rechtbank in aanraking geweest voor verduistering. Hij had toen een voorwaardelijke straf gekregen, die hij moet uitzitten als hij weer betrapt wordt.’ Vandaar dat zijn vader ook zo gauw bij me was om de zaak te sussen door het gestolen bedrag aan mij terug te geven. ‘Ik hoop maar dat hij verder niets op zijn kerfstok heeft,’ zei zijn vader, ‘en dat hij bereid is in die kliniek te blijven tot hij echt weer het normale leven in kan.’ Nou, dat was ijdele hoop, want de volgende dag stond de politie voor mijn deur. Omdat hij de laatste tijd geregeld bij mij gezien was, hebben ze bij mij de hele boel overhoopgehaald. Hij wordt verdacht van dealen en ze dachten dat hij bij mij spul had verstopt.’ ‘Wat afschuwelijk,’ zei Fleur. ‘En ook dat is nog niet alles. Want ze gingen daarna naar mijn baas. Hij heeft een nachtclub, ik doe daar de administratie, ik bekijk onder andere de contracten die hij afsluit met de gezelschappen die daar optreden. Ook zorg ik voor alle betalingen en bestellingen, het is best een verantwoordelijke baan. Ik mag het allemaal ’s avonds en wanneer het me overdag uitkomt doen, maar ik maak er toch nog flink wat uren. Mijn baas was er natuurlijk niet blij mee dat hij door mij de politie op zijn dak kreeg. Ik moet nog maar afwachten of ik blijven mag. Maar misschien valt dat mee, omdat ik goed ben ingewerkt en een nieuwe kracht hem ook weer rompslomp geeft. Het is te hopen dat de politie niet terugkomt, want dat is ook zo leuk niet. Kortom, ik zit lelijk in de nesten.’ ‘Zo kun je dat wel noemen,’ zuchtte Fleur meelevend. Na een blik op de klok stond Eline weer op. ‘Ik moet naar mijn baas,’ zei ze. ‘Hij zal me straks wel vertellen of ik blijven mag of niet. Het zal ervan afhangen of de politie bij hem iets gevonden heeft wat in hun ogen niet deugt. Het hoeft niet iets te zijn


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 200

200 | JUBILEUMOMNIBUS 133

wat met Egbert te maken heeft.’ ‘Zie je nu niet overal leeuwen en beren?’ vroeg Fleur. ‘Natuurlijk heeft de politie daar niets belastends gevonden, Egbert is daar toch nooit geweest? Ik bedenk ondertussen dat je veel geluk hebt gehad dat Egbert bij jou niets verstopt schijnt te hebben. Dat zou pas een doffe ellende voor je geworden zijn. Je had dan moeten bewijzen dat jij er niets mee te maken had, en dat is zo gemakkelijk niet.’ ‘Op het ogenblik ben ik nog nergens blij om,’ zei Eline. De ontvangst bij haar baas Han de Rooy, een nog jonge zakenman van midden dertig, viel gelukkig mee, hoewel hij niet in de beste stemming was. Manou, het meisje dat altijd achter de bar stond, had zich ziek gemeld en hij wist niet waar hij zo snel een vervangster vandaan moest halen. ‘Ik kan haar wel vervangen,’ bood Eline spontaan aan. Ze was allang blij dat ze op deze manier iets kon goedmaken na al het ongerief dat ze hem bezorgd had. De ogen van De Rooy werden minder somber. ‘Zou je dat werkelijk willen?’ vroeg hij verrast. ‘Dat zou me wel uit de nood helpen.’ ‘Natuurlijk alleen voor deze ene keer, niet voor altijd,’ haastte Eline zich te zeggen. Ze had eigenlijk al een beetje spijt van haar aanbod. Manous baan had haar nooit gelokt. Ze stond altijd in glitter en glamour achter de bar, wat Eline nooit zo bewonderd had. ‘Je kunt natuurlijk niet in die trui en spijkerbroek achter de bar staan,’ zei De Rooy. ‘Heb je wel iets geschikts om aan te trekken? Ga je dan maar gauw even verkleden.’ Eline haastte zich terug naar haar studio, die sinds het politiebezoek niet meer voelde als haar echte thuis. Ze hadden overal aangezeten, geen lade of kast was dicht gebleven. Hoewel ze alles weer netjes terug hadden gelegd, was alles er toch uit geweest. Ze had de volgende ochtend met tegenzin een schone slip en beha aangetrokken, ook die voelden aan alsof ze niet meer van haar waren sinds ze door andere handen waren gegaan. In haar garderobe bevond zich maar één geklede combinatie:


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 201

LES IN GELUK

| 201

een lange zwarte rok en een zilverkleurig jasje. Daarmee zou Han de Rooy het moeten doen, ze had niet beter. Ze trok het aan, haalde een kam door haar haren, deed wat lippenstift op en vertrok weer naar haar werkgever. Die bekeek haar en knikte goedkeurend. ‘Ik zal zeggen dat Manou ook zoiets moet gaan dragen. Het houdt de gasten wat meer op afstand als ze te vrij dreigen te worden en het staat toch heel chic,’ zei hij. Het begint erop te lijken dat hij de politie-inval waarvan ik de oorzaak ben, een beetje naar de achtergrond heeft geschoven, dacht Eline. Wat een bof dat ik Manou moest vervangen. Zo dacht ze toen, maar het liep anders. Uitgerekend op die avond zag Eline een gezelschap heren de club binnenkomen, onder wie verschillende bekende gezichten, relaties van haar vader. Verheugd over zoveel clientèle in één keer, liep Han de Rooy hen al tegemoet om het grote gezelschap een geschikte tafel te bezorgen. Toen ze hun plaats gevonden hadden, kwam de ober langs om hun bestellingen op te nemen. Aan de luide tonen die uit het gezelschap opstegen toen er een optreden van een bekende dansgroep was afgelopen, merkte Eline dat ze al eerder nogal wat gedronken moesten hebben, want wat zij hier voor hen had ingeschonken kon nooit de oorzaak zijn van deze luidruchtigheid. Ze zag dat Humphrey, een van de beide portiers, hen al in de gaten hield. Toen ging een man uit de groep met onzekere tred naar de bar. Eline herkende in hem een klant van haar vader die ze weleens bij haar vader thuis had gezien. ‘Dat ik jou hier moet treffen,’ lalde hij met dikke stem, ‘de mooie dochter van Maarten. Wie had dat gedacht.’ Voor zijn uitgestoken hand haar kon aanraken, was Humphrey al bij hem. Humphrey, een gezette man van twee meter lang, had overwicht op dronken mensen. ‘Ik begrijp dat u de dame wilde vragen waar de garderobe is, ik wijs u even de weg,’ zei hij en hij voerde de man geluidloos af. Het was stil geworden in de zaal, maar De Rooy gaf de pianist een teken om te spelen en het was weer of er niets was voorgevallen.


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 202

202 | JUBILEUMOMNIBUS 133

Na sluitingstijd liet De Rooy haar door Humphrey naar huis brengen. ‘Met jou neem ik geen enkele risico,’ zei hij. ‘Er kan maar zo iemand buiten op je staan te wachten die je lastigvalt. Ik dacht nog wel dat je ingetogen kleding je zou vrijwaren voor ongewenste toenadering, maar je bent gewoon een paar maatjes te groot voor dat werk. Blijf maar mooi de administratie voor me doen, in mijn kantoor waar niemand toegang heeft, dat is veiliger.’ Toen ze die avond thuiskwam, voelde haar studio weer meer als een veilig thuis aan. En De Rooy had niets meer gezegd over het politiebezoek. De zaak leek met een sisser af te lopen. Wat een stom toeval dat net die avond dat zij achter de bar stond dat gezelschap mannen moest binnenkomen van wie ze er een paar herkende als relaties van haar vader. Geen man overboord trouwens, want er was niets bijzonders gebeurd, Humphrey had alles prachtig opgevangen. Het was laat geworden. Ze besloot gauw naar bed te gaan, er was van de nacht niet veel meer over. Goed dat ze morgen kon uitslapen zolang ze wilde, ze had geen afspraken. Die vrijdag belde haar vader op en hij vroeg of het haar uitkwam dat hij zaterdagmorgen even langskwam, hij moest bij haar in de buurt zijn. ‘Leuk,’ zei Eline meteen, ‘hoe laat komt u?’ ‘Is elf uur voor koffie te vroeg?’ ‘Gezellig,’ zei ze enthousiast, ‘ik verwacht u.’ Toen die ochtend om negen uur de bel ging, dacht ze eerst dat haar vader vroeger gekomen was dan hij had afgesproken. Maar toen ze op het videoschermpje twee vreemde mannen zag staan, begreep ze dat het een ander soort bezoek was. Ze zeiden dat ze politieagenten waren en vroegen of ze boven mochten komen. Ze antwoordde niet, maar drukte de knop in om de buitendeur te openen. Even overviel haar een gevoel van doffe ellende en ze zei hartgrondig: ‘Nee, nee, niet weer!’ Maar ze kwamen wel naar boven. Toen ze eenmaal binnen waren, ontdekte Eline ineens dat ze nog niet gekleed was. Ze had haar ochtendjas aan, ze had zich


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 203

LES IN GELUK

| 203

zo overvallen gevoeld dat ze er niet op had gelet. ‘We willen even in uw badkamer kijken,’ zei een van de mannen. ‘Het is zo gebeurd, we zijn zo weer weg.’ ‘Maar daar bent u toch al geweest? Nou ja, u niet, maar andere mannen van de politie. U bent toch wel van de politie?’ ‘U bent wel wat laat met uw vraag,’ zei een van hen nadat hij zich had gelegitimeerd. ‘Voortaan maar wat voorzichtiger zijn.’ ‘U hebt gelijk,’ knikte Eline, ‘maar ik ben ook niet gewend politie over de vloer te krijgen.’ Ze liepen door naar de badkamer. Even later weerklonken hamerslagen. Toen ze hen naar de badkamer volgde, zag ze dat ze de tegels onder de wc-pot stuksloegen. Ineens schoot haar te binnen wat Egbert een keer gezegd had: ‘Je hebt daar een lek, als je straks weg bent, zal ik dat wel even voor je repareren…’ Het was alsof Elines hart stilstond. Ze voelde zich wegtrekken en had moeite om te blijven staan. Ze greep zich snel aan de wastafel vast. Een van de agenten ving haar op toen ze dreigde onderuit te gaan. ‘Hier weet ik niets van,’ stamelde ze. ‘Hij zei dat ik hier een lek had en hij zou het ’s middags als ik weg was, repareren.’ ‘Kom kom, meidje, dat zeggen ze allemaal. We hebben bij een andere vriendin van dit heerschap ook een flinke hoeveelheid gevonden en die wist ook van niks. Maar daar gaan wij niet over, wij hoeven alleen dit goedje hier maar op te halen.’ Eline zei niets. Ze keek als versteend naar de zakjes witte pulver die uit de bergplaats tevoorschijn kwamen en in een koffertje werden gestopt. Nu nemen ze me mee, dacht ze, maar straks komt mijn vader. Misschien mag ik hem bellen als ik op het politiebureau ben. Een verdachte mag een advocaat bellen. Ze kon Fleur bellen, zij kon voor een advocaat zorgen. Maar ze namen haar niet mee. Voor ze met hun koffertje en gereedschap vertrokken, zei een van hen: ‘Ben je hier nu helemaal alleen?’ ‘Mijn vader komt zo,’ zei ze toonloos, ‘hij zou hier om elf uur zijn.’


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 385

ANKE DE GRAAF Jenny’s keuze


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 387

HOOFDSTUK 1 Op een mooie zomerdag in juli vierde Willem Heideman zijn dertigste verjaardag. Vroeg in de morgen schoof hij met zijn ouders aan de ontbijttafel in de keuken, kopje thee en een glas melk erbij, maar dat was niet bijzonder; die twee artikelen stonden elke ochtend naast zijn bordje. Zijn ouders hadden hem bij zijn binnenkomen gefeliciteerd. ‘Onze gelukwensen, jongen. We hebben een cadeautje voor je, maar het is niet echt een verrassing. Dit boek wil je graag hebben, toch?’ ‘Dank u wel.’ Hij nam het kleurige pakje aan en scheurde het papier eraf. ‘Ik ben er blij mee, ik wil het graag lezen. Er stond een goede recensie over in de krant en recensent Miedema is niet snel zo enthousiast! Het moet een spannend en mooi verhaal zijn.’ De titel van het boek was Spel in de nacht, de naam van de auteur was Julian Costering. Willem bladerde het boek even door, maar tijd voor een gesprekje was er op de werkdagen in de morgen niet. Vader Klaas moest ruim een kwartier rijden naar het bedrijf waar hij werkte en Willem werd om halfacht in de garage verwacht. Hij was chef-monteur in de grote garage van Bas Voorthuizen aan het Prins Hendrikplein. Maar het was toch even knus, zo met z’n drietjes aan de kleine tafel in de keuken. Rond tien uur, koffietijd in de kantine, trakteerde Willem op gebak. Bas Voorthuizen en de collega’s van Willem die van hun werk konden weglopen schoven aan de lange tafel, ook de twee meisjes, Jeanette en Cobi. Zij werkten afwisselend op het kantoor en achter de balie. In de avond zat Willem gekleed in een keurige broek en overhemd weer thuis en er was opnieuw gebak bij de koffie. Later, bij een borreltje voor vader en hem en een glaasje wijn voor moeke, kwam er een bordje met plakjes worst en stukjes kaas bij. Het gezin Heideman maakte weinig drukte van verjaardagen, Willem had dat boek gekregen en in de avond had zijn moe-


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 388

388 | JUBILEUMOMNIBUS 133

der nog een presentje voor hem, een prachtige, grote badhanddoek. De avond na de verjaardag zaten zijn ouders in de huiskamer. Willem was op zijn fiets gestapt om een eindje ‘om te rijden’, zo kondigde hij het aan. Klaas Heideman schoof het lege koffiekopje wat verder van zich af op de tafel en vroeg: ‘Weet jij waar hij nou heen gaat?’ ‘Nee, ik heb geen idee. Of geen idee, dat is ook niet helemaal waar. Ik weet dat Willem graag na een lange dag in de garage even flink tegen de wind in wil trappen. Hij werkt toch veel uren in de stank van olie en benzine en er is veel lawaai om hem heen. In de garage zijn de mannen vaak bezig met hamers of beitels en dat veroorzaakt veel herrie. Misschien rijdt hij daarna naar de steiger aan het kanaal.’ Bij die steiger kwam vrijwel elke avond een groepje jongens en mannen bij elkaar. Er stonden twee banken, door de mensen van de VVV neergezet om fietsers of wandelaars die Lichtenveen in hun vakantietrip hadden opgenomen en graag even aan het kanaal wilden zitten daar de gelegenheid toe te geven. Het brede water zien en kijken naar de schepen die voorbij varen. In Lichtenveen hadden die banken de bijnaam leugenbanken. En leugentjes en roddels werden er beslist uitgewisseld! Alle nieuwtjes van Lichtenveen kwamen voorbij en de commentaren werden duidelijk naar voren gebracht. Als je in de avond naar de steiger ging, had je geen Lichtenveense krant meer nodig! Soms waren er acht of negen personen, soms maar twee of drie; het hing af van de weersomstandigheden. Aan het kanaal voelde je meestal een flinke bries en als het stroomde van de regen stond je er ook niet echt comfortabel. Klaas knikte. ‘Het wordt tijd dat hij een leuke meid tegenkomt.’ ‘Dat zeg je goed en we zijn er allebei van overtuigd dat Willem dat ook graag wil. Hij is nu dertig, het is een gezonde, flinke kerel, maar hij woont nog altijd bij zijn ouders. We hebben het goed met elkaar, daar gaat het niet om, maar een man van die leeftijd moet een meisje aan zijn arm hebben. Ik


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 389

JENNY’S KEUZE

| 389

weet natuurlijk niet of het echt zo is, ik vraag er niet naar, want je weet hoe nukkig Willem kan vragen waarmee ik me bemoei, maar als hij in de avond bij een groepje op de steiger staat hoort hij nu en dan beslist geweldige verhalen! Vooral de jonge knapen schijnen heftig over hun belevenissen met meiden en vrouwen uit te weiden. Barend Steninga vertelde er kortgeleden over toen ik even bij Jonie Schoneman was. Barend vertelde het lachend, hij noemde die jongens branieschoppers. Ze overdrijven vreselijk en er komt dikwijls commentaar van de oudere mannen op. Dergelijke praatjes prikkelen Willem toch, dat kan niet anders. Het is normaal dat hij naar een vrouw verlangt en de droom heeft in een eigen huis een eigen gezinnetje te stichten, maar hoe en waar vindt hij de juiste vrouw? En daar kan ik bijvoegen dat de juiste vrouw vinden moeilijk voor hem zal zijn. We kennen onze Willem. Het is niet zo dat de jonge meiden achter hem aan lopen,’ vervolgde moeke. ‘Wat ongeveer van zijn leeftijd is in de stad kent hem, bijvoorbeeld van school van vroeger. En de naam een gezellige, toffe jongen te zijn heeft hij niet, ik zeg het eerlijk en jij weet dat ook. Hij probeerde meerdere keren een meisje naast zich te krijgen, maar tot nu toe lukte het niet. Toen hij achttien, negentien was vertelde hij me eens over een meisje Rozendaal, haar voornaam was, als ik me goed herinner, Saskia. Ze werkte in een kinderopvanghuis in Wermelen. Ze had een klein autotootje, een Fiatje, waar dikwijls iets aan mankeerde. Als ze de garage binnenstapte was het de taak van Willem te vragen wat de moeilijkheden waren. Het was een leuke meid, ze praatte genoeglijk met Willem. Op een middag vertelde ze over een leuke film die in de bioscoop draaide. Geen verhaal over bloed, zweet en tranen, maar een vrolijke film. En Willem, hij kende dit meisje een beetje, vroeg haar of ze er zaterdagavond met hem heen wilde. En waarachtig, dat wilde Saskia. Hij vertelde het me wel, hij zei er verder weinig over. Maar ik merkte dat hij het erg leuk vond. Maar toen hij haar naar huis had gebracht en vroeg of ze voor een volgende avond een afspraak konden maken haakte ze af. Ik had echt medelijden met hem. Willem is geen vlotte prater. Hij praat wel met ons mee over onbelangrijke dingen en hij vertelt over


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 390

390 | JUBILEUMOMNIBUS 133

nieuwtjes die hij in de werkplaats heeft gehoord, maar verder is Willem wat jouw broer hem noemt: een stille. Het is geen vrolijke grappenmaker op een feestje. Een paar jaren later kwamen nog weleens namen van meisjes voorbij, ik herinner me Loes en Tineke. Maar nadat het steeds weer op een mislukking uitliep onderneemt hij niets meer in de richting van de liefde.’ ‘Het is onze zoon, Martha, je weet hoe ik het bedoel, maar het zal ook voor ons prettig zijn als hij een eigen stekje heeft gevonden. Want laten we eerlijk zijn, het is niet altijd prettig hem in huis te hebben. Het is geen slechte jongen, maar hij kan behoorlijk chagrijnig en overheersend zijn.’ ‘Van wie heeft hij dat karakter meegekregen?’ Ze vroeg het met een lachje om een lichte toon in het gesprek te houden. Ze kende het onderwerp. ‘Elkaar de schuld geven door de aanleg naar mij of jou door te schuiven is flauwekul,’ antwoordde Klaas Heideman ook lachend, ‘jij bent een aardige vrouw en ik ben geen vervelende man, dat mag ik over ons tweetjes toch zeggen. Mogelijk erfde Willem van alle vier zijn grootouders minder prettige trekjes. Als het in zijn werk tegenliep kon mijn vader thuis behoorlijk bokkig en knorrig zijn. En mijn moeder was zuinig tot op het randje van gierigheid af, maar dat bracht de tijd ook mee. Het was toch min of meer armoede troef. En jouw vader was beslist geen feestvarken. Hij kon met gemak vier dagen zijn mond dichthouden wanneer je moeder iets had gedaan of gezegd wat hem in het verkeerde keelgat was geschoten. Daarin bleef het dan kennelijk vastzitten!’ Klaas lachte om zijn grapje. ‘En je moeder liet nu en dan het hele huishouden in de steek als ze plotseling geen zin meer had elke dag dezelfde werkjes te doen. Er kwam geen eten op tafel, het was: zie maar dat jullie wat krijgen! Ze ging in de middag de stad in en soms kocht ze als troost een goedkoop bloesje of truitje. Wanneer je vader dat ontdekte riep hij dat ze die chagrijnige bui op stapel had gezet om zichzelf permissie te geven iets te kopen. Ja,’ Klaas lachte, ‘zo oordeelde je vader dan! En mogelijk had de man gelijk.’ ‘Inderdaad brandden bij ons thuis af en toe knetterende ruzies


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 391

JENNY’S KEUZE

| 391

los. Vooral het zwijgen van mijn vader werkte op de zenuwen van mijn moeder en dat kan ik me heel goed voorstellen. Als we het hierbij laten, Klaas, schuiven we onze ouders alle schuld toe en als we het gezegde erbij houden dat karaktertrekken vaak een generatie overslaan zijn wij er klaar mee! Maar dan hebben we nog Willem over de vloer en hij probeert hier elk jaar steviger de baas te spelen.’ Klaas knikte instemmend, ze wisten beiden dat de sfeer in hun huis er bij tijd en wijle niet vrolijker op werd. Klaas en Martha waren rustige, lieve mensen. Ze hielden van elkaar, ze waren blij met elkaar. Er was natuurlijk ook tussen hen nu en dan een verschil van mening. Martha noemde het ‘verschil van inzicht’, dat klonk milder en daar grijnsden ze dan beiden om. Echt grote ruzies kwamen tussen hen niet voor. Maar ze hadden wel problemen met hun zoon. Willem was als klein manneke een leuk kereltje en in de kleuterklas van juf Dolly ging het uitstekend. Daar was speelgoed te over voor alle kinderen. Willem kon kiezen waarmee hij bezig wilde zijn. Op de lagere school veranderde hij en Martha ontdekte angsten in hem. Angst voor een hond. Hij wist van de hond van mensen die vier huizen verderop in de straat woonden. Die hond kwam alleen buiten als meneer Haanstra hem aangelijnd uitliet. Maar Willem liep vier keer per dag een flink blok om om de hond te ontlopen. Martha ontdekte het toen hij op een morgen de voordeur was uitgegaan op weg naar school, maar niet voorbij het raam van de kamer liep, de kortste weg naar school en ook de weg langs het huis van de familie Haanstra; Willem ging rechtsaf. Ze had gevraagd waarom hij dat deed. Hij antwoordde: ‘Het maakt toch niet uit hoe ik naar school loop?’ Zijn moeder vond de oorzaak. En ook zijn angsten als hij ’s avonds in zijn bed lag. Hij hoorde geluiden, er werd een trap tegen de voorgevel van het huis gezet en iemand kon naar boven klimmen. Veel later vertelde hij haar dat hij vóór hij in zijn bed stapte de sluitgordijnen openschoof, rechtop in zijn bed ging zitten, kussen in de rug, deken om zich heen en steeds bleef kijken naar het raam. Als een kop verscheen kon hij wegvluchten naar de trap. Elke avond viel hij toch weer, veilig en wel, van vermoeidheid in


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 392

392 | JUBILEUMOMNIBUS 133

slaap. Martha sloeg zijn doen en laten gade en had er een mening over. ‘Willem voelt zich veilig en op zijn gemak in zijn eigen omgeving, hier in de huiskamer met ons op onze stoelen. Wanneer hij buiten ons huis is probeert hij zijn gebiedje af te bakenen uit de behoefte veiligheid voor zichzelf te zoeken. Op school lukt dat niet. Hij moet zich aansluiten bij de klasgenootjes, maar dat lukt niet.’ Martha wist de oorzaak. ‘Ze schreeuwen, ze hollen over het schoolplein, ze duwen en trekken aan elkaar: dergelijke dingen doet onze Willem niet. Hij zoekt voor zichzelf bescherming, dat gebeurt onbewust, want Willem is te jong om te begrijpen wat er aan de hand is. En hij wil de dingen naar zijn wens regelen, maar dat pikken de andere kinderen niet.’ Klaas knikte na haar woorden instemmend, ja, mogelijk was het zoals Martha het naar voren bracht. Klaas kon zich van de denkwereld van zijn zoon geen voorstelling maken. Hij ging vroeger met plezier naar de lagere school van meester De Witte. Leuk met vriendjes omgaan. Ja, zij holden en draafden achter elkaar aan; zijn moeder had eens gezegd dat het goed was voor de inwendige spanningen… Steeds meer veranderde Willem Heideman van een aardige kleuter in een schooljongen met problemen. Hij eiste dat in het vrije kwartier het spel werd gespeeld dat hij wilde spelen, hij werd een kleine heerser. Hij kwam dikwijls huilend thuis. ‘Ik mocht niet meedoen en weet u waarom niet? Ze doen rotspelletjes, altijd hard rennen en het is lollig elkaar ondersteboven te gooien! Ik ken leukere spelletjes en dat zeg ik hen ook, maar ze luisteren niet naar me! Pieter de Vries duwde me vanmorgen wild uit de kring en hij schreeuwde: “Jij doet niet mee, jij wil altijd wat wij niet willen…’’’ Martha probeerde in dergelijke gevallen verstandig met haar zoon te praten. ‘Jochie, als alle kinderen van de klas verstoppertje willen spelen kun je toch meedoen, dat is toch leuk?’ Maar Willem riep: ‘Nee, dat is helemaal niet leuk! Ik verstop me onder een struik, maar ze zoeken me niet! Ze laten me daar mooi zitten! En als ik eindelijk tevoorschijn kom lachen ze me vreselijk uit!’


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 393

JENNY’S KEUZE

| 393

Toen de leerlingen van de tweede klas overgingen naar de derde klas beslisten ze met elkaar dat Willem Heideman niet in hun groep paste en dat werd hem duidelijk gezegd door Hans Tesselaar, de aanvoerder van de groep. Het ging kort en bondig: ‘Jij doet nooit, nooit meer met ons mee.’ Het was niet prettig dat hem dit zo rechtstreeks en duidelijk werd gezegd. Hij was te jong om te beseffen dat het door zijn eigen houding ontstond, maar zelfs als dat hem duidelijk werd gemaakt, door de onderwijzer bijvoorbeeld, geloofde Willem het niet. Wat hij in zijn hoofd had was goed, wat het vervelende stel uithaalde was dom gedoe… Vanaf die dag ging hij laat van huis om bij de school aan te komen als de bel klingelde; na schooltijd liep hij snel naar huis. Hij werd bozer en nukkiger en probeerde thuis te winnen en naar zijn hand te zetten wat hij op het schoolplein en in de klas niet kon bereiken. Zijn ouders wilden daarin wel een stukje met hem meegaan, ze hadden medelijden met de jongen, want echt prettige jeugdjaren had hij op deze manier niet, maar aan al zijn dreinen en drammen toegeven wilden ze niet. Jaren later had Martha er in een gesprek met Klaas over gezegd: ‘Er waren in het verleden dikwijls moeilijkheden met Willem. Het was een moeilijke klus de jongen op een goede manier op te voeden. Ik praatte er meerdere malen met dokter Berger over. Hij luisterde belangstellend naar me, hij maakte zich er niet met een jantje-van-leiden van af; hij praatte ook met Willem. Hij wilde mij, jou en ook Willem graag helpen, want de jongen had buiten ons huis geen prettig leven.’ Martha overpeinsde: ‘Aanvankelijk gingen de gedachten van de dokter in de richting van een vorm van autisme, maar later vertelde hij me dat het dat toch niet was. In zijn kinderjaren had Willem geen broertje of zusje dat spulletjes van hem afpakte of zijn speelgoed kapotmaakte. Hij kon in en om het huis spelen zoals hij wilde. Hij volgde zijn eigen fantasie en stelde zijn eigen regels vast. Op die wijze ging het voor hem het beste; het heeft hem gevormd. Op school kon hij de luidruchtige kinderen moeilijk om zich heen verdragen. En zich


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 394

394 | JUBILEUMOMNIBUS 133

bij hen aansluiten was voor hem onbereikbaar, daartoe kreeg hij de kans niet. Ze wezen hem af. Wij mochten hem niet altijd gelijk geven, dat was niet goed, dan werd het van kwaad tot erger. We gaven hem niet dikwijls zijn zin.’ ‘Ik ben ervan overtuigd dat we het goed hebben gedaan, Martha. We houden van Willem, maar hoe we het ook wenden of keren, Willem is een moeilijke jongen. Rond Jaap en mij waren in onze kinderjaren ook weleens strubbelingen. Mijn moeder had in die tijd de stelling: “Tot hier en niet verder”, en zo moeten wij het ook aanpakken.’ Martha Heideman knikte instemmend. ‘Willem dacht soms dat hij alles kon krijgen wat hij wilde hebben, hij zocht welke methode de beste was zijn doel te bereiken, soms was dat doordrammen, soms ook doorzeuren, maar wat hij nu graag wil, een leuk meisje, dat lukt niet.’ Kort na de dertigste verjaardag van haar zoon besloot Martha niet mét Willem te praten, maar in de eerste plaats tégen Willem. Ze koesterde dit voornemen al geruime tijd, maar omdat het niet gemakkelijk zou worden stelde ze het steeds weer uit. Maar nu moest het gebeuren. Ze wist hoe het aan te pakken. Ze keuvelde niet als inleiding over zaken die de mensen in Lichtenveen bezighielden, ze praatte ook niet over de buren, ze richtte haar woorden rechtstreeks tot hem. Waarschijnlijk werd hij boos, Willem werd snel boos, maar ze was tenslotte zijn moeder, zij had het recht het goede plan wat ze had aan hem voor te leggen. Hij was eigenwijs, hij zou er onmiddellijk een en ander tegen inbrengen, maar als gezegd was wat ze wilde zeggen bleef er hopelijk iets in hem achter wat hem niet losliet. Het was een rustige avond. Klaas stapte tegen acht uur op de fiets om zijn broer Jaap en schoonzus Jozine te bezoeken. Die twee woonden niet ver van Lichtenveen, maar ondanks dat zagen ze elkaar weinig. ‘Och,’ had Jaap Heideman erover gezegd, ‘het is goed tussen ons, maar we hebben elk onze bezigheden en van elkaar bezoeken komt het niet vaak.’ Maar die avond, een mooie avond in het begin van augustus, reed Klaas naar de Postjesweg.


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 395

JENNY’S KEUZE

| 395

‘Willem,’ begon Martha thuis op een rustige toon, ‘je bent nu dertig jaar, ik wil iets tegen je zeggen en je moet naar me luisteren. Je hebt over veel zaken je eigen uitgesproken gedachten en meningen en je vindt dat het goede en juiste gedachten zijn. Dat is waarschijnlijk dikwijls ook zo.’ Ze moest het voorzichtig aanpakken, Willem kon heel kort voor de kop zijn. Ze zag verbazing op zijn gezicht, hij vroeg zich af welke richting dit uit ging. ‘Jij kijkt naar dingen op jouw manier, jij wilt dat de dingen gebeuren op jouw manier, jij doet de dingen op jouw manier. Op de mensen waarmee je wilt en moet omgaan in het dagelijks leven komen dergelijke besluiten dikwijls niet goed over. Met Bas en de jongens in de garage gaat het prima. Julie zitten op hetzelfde vlak waar het de reparaties en het onderhoud van auto’s betreft, de motor moet soepel draaien en de banden mogen niet te hard zijn.’ Ze zag het grijnsje om zijn mond; maar hij vroeg zich nog steeds af welke kant zijn moeke op wilde gaan. Martha praatte verder: ‘In de omgang met mensen die verder van je af staan dan je baas en je collega’s botst jouw mening te dikwijls met hun mening. En vooral als we bij het moeilijke punt komen wat je bezighoudt: de liefde. Je wilt graag een meisje. Dat is een normaal verlangen voor een gezonde, flinke vent en jij bent een gezonde, flinke vent. Je verlangt naar vriendschap en nog een stap verder naar liefde van en voor een leuk meisje. Je wilt haar liefde geven en je wilt liefde terugkrijgen. Er is niets mis met dit verlangen, jongen. Liefde en warmte tussen man en vrouw maakt gelukkig. Het is een gevoel dat twee gelukkige mensen niet kunnen omschrijven. Je moet het ondervinden. Je moet het voelen. Maar, Willem, als jij geen veranderingen aanbrengt in je manier van denken en ook niet in je manier van handelen, vrees ik dat je niet zult bereiken wat je graag wilt bereiken. Een meisje in je armen, een huwelijk, een vrouw in je bed, prettig met haar in een leuk huis wonen.’ Martha keek hem liefdevol aan. ‘Ik wil er iets over zeggen om je te helpen. Ik ben je moeder, ik wil niets liever dan jou gelukkig zien, daarvan moet je bij het luisteren naar mijn


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 396

396 | JUBILEUMOMNIBUS 133

woorden overtuigd zijn. In de eerste plaats verschillen vrouwen en mannen niet alleen lichamelijk van elkaar, maar de gedachten en gevoelens van vrouwen zijn anders dan die van mannen. Daaraan moet je denken als je een meisje wilt veroveren. Als dat meisje het niet met jouw denkpatroon eens is kapt ze de relatie af. Dan kun jij stijf volhouden dat jij gelijk hebt, maar dat brengt je geen stap dichter naar haar toe, want ze is al verdwenen.’ Willem keek haar strak aan, een gloed van ongenoegen in zijn ogen, toch willen weten wat ze ging zeggen, maar hij zei wel: ‘Waar het in de gesprekken ook over ging, met Loes en Tineke bijvoorbeeld, was ik ervan overtuigd dat ik gelijk had.’ Martha wist: dit is echt Willem, maar het was beter er nu niet op in te gaan. Maar ze begreep: het waren onderwerpen die hém aangingen… ‘Ik haal er een voorbeeldje bij; het speelt in jouw omgeving, de garage. Een echtpaar wil een goede auto kopen. De man heeft er een in garage Voorthuizen zien staan. Het is een Ford, dat is zijn merk, de kar is twee jaar oud en de prijs is redelijk. Man en vrouw stappen in hun oude auto en rijden naar het Prins Hendrikplein. Het echtpaar stapt de garage binnen, de vrouw ziet welke wagen haar echtgenoot op het oog heeft, want hij loopt ernaartoe en ze roept meteen: “Jasses, Kees, nee, geen zwarte auto!” De man bekijkt de wagen, hij weet dat er niet te veel kilometers onder de wielen zijn doorgegaan, er is een trekhaak aanwezig, de auto ziet er keurig uit… Jij bestempelt haar tot een gansje, hij is een normale kerel.’ ‘Ja,’ Willem lachte, ‘dat vind ik inderdaad.’ ‘Maar Kees kent zijn Carolientje. En hij weet dat ze aan de kleur zal wennen. Hij komt naast haar staan, allebei kijken ze naar de zwarte auto. Hij zegt dat zij natuurlijk de kleur had mogen uitkiezen als ze zich een splinternieuwe wagen konden veroorloven, dan kun je bestellen wat je wilt. Rood of blauw; noem maar op. Hij gaat erop door om haar tijd te geven. Hij zegt dat ze helaas geen geld hebben voor een nieuwe auto. Ze willen er niet al hun spaarcentjes in stoppen, ze willen ook met vakantie en dit is een solide kar. “Lieverd, stap er eens in


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 397

JENNY’S KEUZE

| 397

om te kijken of je er prettig in zit”, zegt hij dan.’ Even lachte Martha. ‘Die man ziet zijn vrouw niet als een dom gansje zoals jij. Nee, die man weet hoe zij in dergelijke gevallen denkt. Een auto is voor haar een auto. Zo’n ding moet goed rijden, geen mankementen vertonen, er is tenslotte genoeg geld voor betaald, maar een zwarte auto vindt ze niet mooi. Haar echtgenoot weet hoe zij denkt en hij accepteert dat.’ Willem grijnsde. Inderdaad, hij had in de voorbije jaren tafereeltjes als dit meerdere malen gadegeslagen. Hij herinnerde zich dat de verkoper in dergelijke gevallen niet direct reageerde, de echtgenoot wist dikwijls de juiste woorden te vinden. ‘Een vrouw, en een jong meisje is ook een vrouw, denkt en reageert in veel zaken anders dan een man en dat vind je telkens weer terug als je erop let en er aandacht voor hebt. Het is goed en prettig dat het zo is, het maakt het leven spannend. Je ziet het bij je vader en mij, als je een beetje weet van de inslag van de ander en er rekening mee houdt, is er plezierig mee te leven. Met stug en stijf vasthouden aan je eigen inzichten, lieve jongen, kom je niet ver als je een meisje wilt veroveren. Je zult geen meisje tegenkomen dat verkering met je wil en ze wil al helemaal niet met je trouwen. Je blijft je verdere leven alleen, vader en ik worden ouder, aan ons heb je niet veel gezelligheid in de toekomst, je wordt een eenzame man. Als je een meisje wilt moet je anders handelen dan je waarschijnlijk tot nu toe deed. Je bent volwassen, je bent verstandig genoeg dat te doen. Je moet, in het beginstadium, aan haar denken. Niet over jouw werk praten en over jouw mening in de politiek, ik noem maar wat. Haar vragen stellen, haar laten vertellen. En Willem, als je het doet, als je naar me luistert, lukt het je, daarvan ben ik overtuigd. Je bent een leuke kerel om te zien, dat is voor de eerste kennismaking heel belangrijk. Je leven wordt prettiger als je een meisje hebt om mee te praten, om mee te knuffelen, om te kussen. Dat heb je nog nooit in je leven gedaan. Maar ik neem aan dat je nu en dan aan de steiger aan het kanaal sterke verhalen hoort.’ Ze lachte naar hem, ze zag verwondering op zijn gezicht, dat zijn moeke


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 398

398 | JUBILEUMOMNIBUS 133

hierover praatte, maar inderdaad, het was wel zo. ‘De mannen vertellen vaak overdreven geschiedenissen, maar geloof me dat een goed huwelijk heel prettig kan zijn. En juist omdat man en vrouw verschillen in denken en beleven. Het maakt de dagen boeiend.’ Martha vertelde hem waarop hij bij de eerste ontmoetingen moest letten. ‘Dus niet te veel over je werk praten. Je gaat er totaal in op, mooi vak, automonteur, maar het interesseert de meeste meisjes niet. Vragen wat zij voor werk doet, welke liefhebberijen ze heeft en als ze vertelt dat ze graag borduurt, niet meteen zeggen dat het waardeloos gepruts is met draadjes wol, maar er een bewondering voor tonen. Na de eerste twee, drie ontmoetingen sta je wat steviger. Je kent elkaar een beetje, maar loop niet te snel van stapel waar het zoenen betreft en het aanraken van haar lichaam. Een rustig meisje wil dat over het algemeen niet en jij zal niet op een uitbundig meisje afstappen, die overrompelt je meteen, dat is niets voor jou.’ Willem grijnsde. Er volgden veel wijze raadgevingen. Ze praatten erover door tot ze de achterdeur open en weer dicht hoorden gaan; vader Klaas kwam thuis. HOOFDSTUK 2 Willem ontmoette een meisje dat hem aardig vond. Hij had de woorden van zijn moeder serieus overdacht, want hij wilde graag een meisje, hij wilde een vrouw, een eigen huis, misschien zelfs een gezinnetje. Maar zover durfde hij eigenlijk niet te denken. En dat hoefde ook niet. Hij dacht na over voorbije ervaringen op het terrein van de liefde. Hij had twee avonden met Loes gewandeld. De derde avond nam ze hem mee naar haar huis. Het was slecht weer, het waaide en regende, het was niet prettig buiten te lopen. En meegaan naar haar huis wilde Willem graag, het was een stap in de goede richting. Toen hij bij haar ouders in de kamer zat verkondigde hij zijn zienswijzen en inzichten over situaties breeduit en met grote stelligheid: zo dacht hij erover, zo was


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 573

MARTIN SCHERSTRA Wake-upcall


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 575

‘Neem me niet kwalijk, schat,’ zei de man op het kleine podium, ‘maar zei je bloot?’ Er verscheen een lach op het gezicht van Hendrika Gaasendam die niet verder ging dan haar felrode lipgloss. ‘Ja, Gerard. Bloot!’ Gerard, het model voor die avond en bovendien haar echtgenoot, slikte moeilijk. Hij liet zijn groene ogen langs het dozijn vrouwen gaan die hem vanachter hun schildersezels met keurende blikken in de gaten hielden; alsof hij een vlieg was die zojuist in het net van een spin was beland. ‘Je bedoelt zonder kleren aan?’ ‘Dat lijkt me de bedoeling van een naaktportret,’ merkte Hendrika’s buurvrouw en tevens beste vriendin Marjorie droogjes op. ‘Jullie maken een grapje, zeker?’ Hendrika rommelde in haar schildersdoos. ‘Ons vaste model is ziek. De les moet doorgaan en jij bent hier nu toch, dus…’ Zijn maag deinde op en neer als een schip in een storm. Als hij iets gegeten zou hebben, zou hij zeker hebben moeten overgeven. Hij huiverde, voelde overal kippenvel. ‘Maar…’ Marjorie maakte haar penselen schoon met een droge doek. ‘Gerard, je doet net alsof wij nog nooit eerder een naakte man hebben gezien.’ Gerard wierp een vertwijfelde blik op zijn vrouw. Niet dat hij preuts was, maar verwachtte ze nu echt dat hij naakt ging poseren? Hendrika’s hoofd verdween achter de schildersezel. ‘Kom nou, Gerard,’ drong ze aan. ‘Stel je niet aan en trek die kleren uit!’ De andere vrouwen knikten instemmend. Van hen hoefde hij beslist geen steun te verwachten. Gerard liet zijn schouders zakken. Er zat niets anders op dan te doen wat er van hem werd verlangd. Er waren genoeg mannen die zich naakt lieten portretteren, hield hij zichzelf koelbloedig voor. Zo moeilijk kon het toch niet zijn? Gewoon je kleren uittrekken, misschien met een handdoek op een strategische plaats…


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 591

OLGA VAN DER MEER Valse vriendschap


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 593

De tijd duurde eindeloos. Iedere seconde die werd weggetikt leek minstens een minuut, iedere minuut een kwartier. Karina kneep gespannen in de hand van haar man Joris. Haar hart was gevuld met hoop, haar verstand probeerde haar echter te vertellen dat ze zich geen illusies moest maken. Ze hadden al zo vaak zo gezeten. Hand in hand, hopend, fantaserend en vol verwachting. Keer op keer waren die gevoelens echter gevolgd door diepe teleurstelling. Deze keer was vast niet anders, hield Karina zichzelf voor. ‘Ben je er klaar voor?’ vroeg Joris met een blik op de klok. Karina knikte gelaten. ‘Kijk jij maar. Vertel me maar dat we voor niets in spanning zitten. Alweer.’ Joris liet haar hand los en pakte het witte staafje van tafel. Langzaam draaide hij het om. Zijn ogen werden groot bij het zien van de uitslag. De ogen van Karina waren daarentegen stijf dichtgeknepen. ‘Karina…’ Joris’ stem klonk schor, ze verstond hem amper. ‘Weer niets zeker?’ trachtte ze zo onverschillig mogelijk te zeggen. ‘Jawel. Er staan twee streepjes. Kijk, Karina. Kijk!’ Hij hield het staafje dicht bij haar gezicht. ‘Kijk dan. We zijn zwanger! Het is eindelijk gelukt!’ Zijn schorheid was op slag verdwenen, nu sloeg zijn stem over van pure blijdschap. ‘Dat kan niet.’ Karina sperde haar ogen wijdopen. Daar was het dan, het onomstotelijke bewijs dat er nieuw leven in haar lichaam groeide. Twee knalblauwe, niet te missen streepjes. ‘Het is echt waar,’ fluisterde ze. ‘Ik wist het, ik wist het!’ Joris trok haar overeind van de bank en knelde zijn armen om haar heen. ‘We worden mama en papa.’ ‘Ik kan het bijna niet geloven. Na al die tijd.’ Een eenzame traan liep langs haar wang, maar dit keer was het geen traan van verdriet en teleurstelling, zoals al die andere keren. In bijna drie jaar tijd was dit de negende keer dat ze een zwangerschapstest deden. Acht keer was hun hoop tevergeefs geweest. Vorige week, op de dag dat haar menstruatie had moeten doorbreken, hadden ze afgesproken naar een arts te


133e Jubileumomnibus 14-4-2015_Z&K 06-08-15 09:20 Pagina 594

594 | JUBILEUMOMNIBUS 133

gaan als het weer niet was gelukt. Hun omgeving drong daar al langer op aan, maar Karina had dat moment zo lang mogelijk uit willen stellen. Ze zag er enorm tegen op om de medische molen van het fabriceren van een baby in te gaan. Het besef dat dit hun bespaard bleef maakte haar dolgelukkig. ‘We vertellen het nog tegen niemand, hoor,’ bedong ze. ‘Ik betwijfel of ik dit nieuws drie maanden voor me kan houden.’ ‘Zo lang hoeft het ook niet. Eén maand,’ stelde ze voor. ‘We houden het vier weken voor onszelf, daarna mag de hele wereld het weten.’ Ondanks dat het haar eigen idee was om dit nieuws als een zoet geheim tussen hen beiden te houden, merkte Karina al snel dat het niet meeviel om het niet van de daken te schreeuwen. Bij de verjaardag van Joris, drie dagen later, leek het wel of de woorden ‘ik ben zwanger’ met geweld haar mond wilden verlaten. Het kostte haar de grootste moeite om het er niet uit te flappen. Tijdens haar werk lag het regelmatig op het puntje van haar tong. Op de sportschool, die ze trouw wekelijks bezocht, moest ze zich bedwingen om het niet nonchalant mee te delen aan de andere sporters. Toch was het ook een fijn gevoel om het nog even voor henzelf te houden. De blikken van verstandhouding die zij en Joris elkaar toewierpen in gezelschap, deden haar hart opspringen van blijdschap. Hun geheim bracht een nieuwe intimiteit binnen hun relatie. Tegelijkertijd verheugde ze zich op het moment dat ze het wereldkundig zouden maken. Iedereen zou dolblij voor hen zijn, dat wist ze zeker. Hun familieleden en vrienden wisten hoe graag ze een gezin wilden stichten. Met haar beste vriendin Charlotte, die ze al kende sinds de brugklas, praatte ze er regelmatig over. Charlotte voelde de aandrang om moeder te worden nog niet, toch leefde ze iedere maand met Karina mee als het weer niet zo bleek te zijn. Hoewel de manier waarop ze haar probeerde op te beuren niet altijd even subtiel was. ‘Geniet nog maar even van je vrije leven,’ kon ze bijvoorbeeld zeggen. Of: ‘Wees blij. Ze voorspellen een hete zomer, dan wil je echt niet zwanger zijn.’


JUBILEUMOMNIBUS 133 Jubileumomnibus 133 zit weer boordevol liefde, romantiek en intriges! Wensdroom van een kind van Henny Thijssing-Boer vertelt het verhaal van een jonge moeder die met haar dochter op zoek gaat naar haar jeugdliefde. Daarna volgt Les in geluk van Nel van der Zee, over bedrog, verdriet én vertrouwen. De derde roman is Jenny’s keuze van Anke de Graaf. De korte, moderne verhalen Wake-upcall van Martin Scherstra en Valse vriendschap van Olga van der Meer maken deze omnibus compleet.

JUBILEUMOMNIBUS

133 Henny ThijssingBoer Nel van der Zee Anke de Graaf Martin Scherstra Olga van der Meer

JUBILEUMOMNIBUS 133 Henny Thijssing-Boer – Nel van der Zee Anke de Graaf – Martin Scherstra Olga van der Meer

ISBN 978 90 205 3467 2 • NUR 344

www.zomerenkeuning.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.