van Willem Frederik tot Willem-Alexander
Arnout van Cruyningen (1960) studeerde geschiedenis aan de Radbouduniversiteit Nijmegen en is gespecialiseerd in dynastieke historie. Bij Omniboek publiceerde hij eerder onder andere De kroon op Oranje, Vorsten van Nederland en een biografie van prinses Marianne. ‘De prettig geschreven, heldere tekst geeft uitstekende evaluaties van onze vorsten en familie’ – Madelon de Swart (NBD|Biblion) over Het Nederlandse Koningshuis
www.omniboek.nl NUR 698
ISBN 978-9401905961
Het Koninklijk Huis der Nederlanden
In Het Koninklijk Huis der Nederlanden vertelt historicus Arnout van Cruyningen het kleurrijke verhaal van de Oranjes sinds de vestiging van de monarchie, precies twee eeuwen geleden. Hij portretteert de koningen Willem I, Willem II, Willem III en WillemAlexander en de koninginnen Wilhelmina, Juliana en Beatrix, maar ook hun echtgenoten en familieleden. Daarnaast besteedt hij aandacht aan de plaats van het koningschap in ons staatsbestel. Een gedegen maar toegankelijke geschiedenis, betrouwbaar en goed gedocumenteerd, met veel afbeeldingen.
Arnout van Cruyningen
Het Huis Oranje-Nassau
Het Koninklijk Huis der Nederlanden
De geschiedenis van het Nederlandse vorstenhuis Arnout van Cruyningen
Cruyningen Het Koninklijk Huis.indd 1
25/08/15 10:09
Inhoud
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Stambomen | 6 Woord vooraf | 8 Van Oranje en Nassau | 12 Verbanning en verheffing | 22 Koning-Koopman | 34 Vader Willem | 50 Held van Waterloo | 62 Een ‘andere’ koning | 72 Russisch bloed | 84 Sophie en zonen | 100 ‘Getrouw naast de troon’ | 114 ‘Zij is een engel’ 128 Zwakke vrouwenhanden? | 142 Bij de gratie Gods | 158 Moeder des Vaderlands | 172 Geliefd, beproefd | 190 Prins der Nederlanden | 216 ‘Zij die gelukkig maakt | 232 Koning in de 21e eeuw | 254 Onschendbaar | 282 In Europa | 296 Een familie op de troon | 312 Bijlage: De militaire status van de Koning | 336 Tijdlijn | 343 Noten | 348 Beknopte bibliografie | 364
OmniBWhetkoninklijkhuisdernederlanden0815.indd 5
31-08-15 14:20
Oranje-Nassau:koninklijke hoogheid-dec05.qxd 15-8-2013 23:16 Pagina 12
Huis Oranje-Nassau Koninklijk Huis der Nederlanden
Huis Oranje-Nassau Koninklijk Huis der Nederlanden
Willem V Prins van Oranje & Nassau
Louise (1770-1819) Prinses van Oranje-Nassau x Karel, Erfprins v. Brunswijk
WILLEM I (1772-1843) Koning der Nederlanden 1815-1840 x 1) Wilhelmina, Prinses v. Pruisen
Frederik (1774-1799) Prins van Oranje-Nassau d.s.s.
WILLEM II (1792-1849) Koning der Nederlanden 1840-1849 x Anna, Grootvorstin v. Rusland
Frederik (1797-1881) Prins der Nederlanden x Louise, Pr. v. Pruisen
Pauline (1800-1806) Prinses van Oranje-Nassau
Marianne (1810-1883) Prinses der Nederlanden x Albert, Prins v. Pruisen
WILLEM III (1817-1890) Koning der Nederlanden 1849-1890 x 1) Sophia, Pr. v. Württemberg x 2) Emma, Pr. v. Waldeck-Pyrmont
Alexander (1818-1848) Prins der Nederlanden d.s.s.
Hendrik (1820-1879) Prins der Nederlanden x 1) Amalia, Pr. v. SWE x 2) Maria, Pr. v. Pruisen
Sophia (1824-1897) Pr. der Nederlanden x Karel Alexander, Groothertog v. SWE
ex 1: * Willem (1840-1879) Prins van Oranje 1849 * Maurits (1843-1850) Prins der Nederlanden * Alexander (1851-1884) Prins van Oranje 1879
ex 2: WILHELMINA (1880-1962) Koningin der Nederlanden 1890-1948 x Hendrik, Hertog van Mecklenburg (Prins der Nederlanden 1901)
JULIANA (1909-2004) Koningin der Nederlanden 1948-1980 x Bernhard, Prins van Lippe-Biesterfeld (Prins der Nederlanden 1937)
BEATRIX (1938) Koningin der Nederlanden 1980-2013 x Claus von Amsberg (Prins der Nederlanden 1966)
Irene (1939) Prinses der Nederlanden x Charles Hugues, Prins v. Bourbon-Parma (gesch. / nak.)
Wilhelm Ernst (1876-1923) Groothertog van Saksen-Weimar-Eisenach 1901-1918 (Vermoedelijke erfgenaam van de Nederlandse kroon 1897-1909)
Margriet (1943) Prinses der Nederlanden x Pieter van Vollenhoven
WILLEM-ALEXANDER (1967) Koning der Nederlanden 2013 x Máxima Zorreguieta
Johan Friso (1968-2013) Prins v. Oranje-Nassau x Mabel Wisse Smit
Constantijn (1969) Prins der Nederlanden x Laurentien Brinkhorst
* Catharina-Amalia (2003) Prinses van Oranje 2013 * Alexia (2005) * Ariane (2007) Prinsessen der Nederlanden
* Luana (2005) * Zaria (2006) Gravinnen van Oranje-Nassau
* Eloise (2002) * Claus-Casimir (2004) * Leonore (2006) Graaf/Gravin van Oranje-Nassau
OmniBWhetkoninklijkhuisdernederlanden0815.indd 6
Karel Augustus (1844-1894) Erfgroothertog van Saksen-Weimar-Eisenach x Pauline, Prinses v. Saksen-Weimar-Eisenach
Maria Christina (1947) Prinses der Nederlanden x Jorge Guillermo (gesch. / nak.)
* Maurits (1968) Prins van Oranje-Nassau, van Vollenhoven x Marilène van den Broek * Bernhard (1969) x Annette Sekrève * Pieter-Christiaan (1972) x Anita van Eijk * Floris (1975) x Aimée Söhngen
31-08-15 14:20
Oranje-Nassau:koninklijke hoogheid-dec05.qxd 16-7-2013 10:18 Pagina 33
Europese nazaten van Willem I Europese nazaten van Willem I
WILLEM I (1772-1843) Koning der Nederlanden x Wilhelmina, Prinses van Pruisen
WILLEM II (1792-1849) Koning der Nederlanden x Anna, Grootvorstin van Rusland
Frederik (1797-1881) Prins der Nederlanden x Louise, Prinses van Pruisen
WILLEM III (1817-1890) Koning der Nederlanden x 2) Emma, Pr. v. Waldeck & Pyrmont
Louise (1828-1871) Prinses der Nederlanden x Carl XV, Kon.v. Zweden & Noorwegen
WILHELMINA (1880-1962) Koningin der Nederlanden x Hendrik, Hertog v. Mecklenburg
Louise (1851-1926) Prinses van Zweden x Frederik VIII, Koning v. Denmarken
JULIANA (1909-2004) Koningin der Nederlanden x Bernhard, Prins van Lippe-Biesterfeld
Christian X (1870-1947) Koning van Denemarken x Alexandrine, Hertogin v. Mecklenburg
Haakon VII (1872-1957) Koning van Noorwegen x Maud, Prinses van Groot-Britannië
Ingeborg (1878-1958) Prinses van Denemarken x Carl, Prins van Zweden
BEATRIX (1938) Koningin der Nederlanden x Claus von Amsberg
Frederik IX (1899-1972) Koning van Denemarken x Ingrid, Prinses van Zweden
Olav V (1903-1991) Koning van Noorwegen x Martha, Prinses van Zweden
Astrid (1905-1935) Prinses van Zweden x Leopold III, Koning der Belgen
WILLEMALEXANDER (1967) Koning der Nederlanden x Máxima Zorreguieta
Margrethe II (1940) Koningin van Denemarken x Henri de Laborde de Monpezat
Harald V (1937) Koning van Noorwegen x Sonja Haraldsen
Josephine-Charlotte (1927-2005) Prinses van België x Jean I, Groothertog van Luxemburg
Albert II (1934) Koning der Belgen x Paola Ruffo di Calabria
Catharina-Amalia (2003) Prinses van Oranje Prinses der Nederlanden
Frederik (1968) Kroonprins van Denemarken x Mary Donaldson
Haakon (1973) Kroonprins van Noorwegen x Mette-Marit Tjessem Hoiby
Henri (1955) Groothertog van Luxemburg x Maria Teresa Mestre
Philippe/Filip (1960) Koning der Belgen x Mathilde d’Udekem d’Acoz
Christian (2005) Prins van Denmarken
Ingrid Alexandra (2004) Prinses van Noorwegen
Guillaume (1981) Erfgroothertog van Luxemburg x Stéphanie de Lannoy
Elisabeth (2001) Hertogin van Brabant Prinses van België
OmniBWhetkoninklijkhuisdernederlanden0815.indd 7
31-08-15 14:20
OmniBWhetkoninklijkhuisdernederlanden0815.indd 8
31-08-15 14:20
Woord vooraf
Voor u ligt de andermaal herziene, aangevulde en geactualiseerde editie van een boek dat in 1998 verscheen onder de titel Het Koninklijk Huis der Nederlanden: Het geslacht Oranje-Nassau van Willem Frederik tot Willem-Alexander. Omdat uitgever en auteur het een goed idee vonden dit overzicht van de geschiedenis van het Huis Oranje-Nassau sinds 1813 in het nieuw te steken toen Nederland zich opmaakte voor een reeks herdenkingen in het kader van 200 jaar Koninkrijk, verscheen in 2012 een herziene, aangevulde en geactualiseerde editie onder de titel Het Nederlandse Koningshuis. Als bijkomende reden voor het publiceren van de tweede editie werd ‘het door velen geuite vermoeden dat in de nabije toekomst een troonswisseling zal plaatsvinden’ genoemd. Die veronderstelling is inmiddels bewaarheid. Sinds de abdicatie van zijn moeder Beatrix op 30 april 2013 bekleedt koning Willem-Alexander de troon. De belangrijke ontwikkelingen die zich sinds de publicatie van Het Nederlandse Koningshuis hebben voorgedaan, noopten opnieuw tot een grondige herziening en actualisering van het boek. De huidige editie, die weer de oorspronkelijke titel Het Koninklijk Huis der Nederlanden draagt, is het resultaat van deze herziening. Tot 1983 stond in de Grondwet: ‘De Kroon der Nederlanden is en blijft opgedragen aan Zijne Majesteit Willem Frederik, Prins van Oranje-Nassau, om door Hem en Zijne wettige nakomelingen te worden bezeten.’ Sinds de grondwetsherziening van 1983 luidt de tekst: ‘Het koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem I, Prins van Oranje-Nassau.’ Dit boek wil schetsen hoe koning Willem I, zijn opvolgers en familie in de afgelopen tweehonderd jaar de Nederlandse monarchie hebben vormgegeven en belichaamd. De Britse bisschop Moorman liet aan zijn werk over de historie van de Kerk van Engeland een mededeling aan de lezers voorafgaan: ‘Elke geschiedschrijving die die naam verdient, is vooringenomen aangezien iedere schrijver die een waar historicus en niet slechts een chroniqueur is, een
OmniBWhetkoninklijkhuisdernederlanden0815.indd 9
31-08-15 14:20
10 | Het Koninklijk Huis der Nederlanden
standpunt moet innemen dat zich onvermijdelijk in zijn geschriften zal openbaren.’ Ook dit boek is geschreven vanuit een bepaald standpunt, door iemand die het Huis Oranje-Nassau een warm hart toedraagt. Het is echter geen hagiografie of apologie. Wat minder fraai is, wordt niet verbloemd of verzwegen. ‘Ook den Koningen kleven menschelijke zwakheden aan,’ merkte koning Willem III al op en daarom kan er niet alleen sprake zijn van nobele daden. Daar staat tegenover dat het goede en edelmoedige niet wordt genegeerd, verzuurd of gekleineerd, misschien in strijd met hedendaagse tendensen. Ten aanzien van personen die volop in het heden staan, dient de historicus zowel met lof als met kritiek terughoudender te zijn dan bij hen die tot het verleden behoren. Prins Willem V reageerde in 1802 afwijzend op het voornemen een boek aan zijn leven te wijden; hij meende dat zo’n biografie op dat moment ‘slechts een satire of een onbeduidende lofrede’ kon zijn. Willem V had zeker een punt. Hoewel in dit boek een poging wordt ondernomen ook de huidige vorst te karakteriseren en zijn koningschap te duiden, leek het dan ook raadzaam hierbij meer slagen om de arm te houden dan bij de beschrijving van zijn voorgangers. Elke typering van koning Willem-Alexander en zijn ambtsuitoefening kan zo betrekkelijk kort na zijn troonsbestijging immers niet anders dan zeer voorlopig zijn. Omwille van de leesbaarheid zijn citaten soms vertaald, ‘hertaald’, en aangepast volgens de huidige spellingsregels. Bij het illustreren van de tekst kon ik putten uit de collectie historische prenten en foto’s die mij is nagelaten door de Nijmeegse gezusters Hiddink. Daarnaast is dankbaar gebruikgemaakt van door mevrouw W. van der Vlugt verzamelde krantenknipsels en gelegenheidsuitgaven. De heren A. van den Berg en H.G. Cladder waren zo vriendelijk door hen vervaardigd recent fotomateriaal ter beschikking te stellen. Het Koninklijk Huisarchief en de Rijksvoorlichtingsdienst, beide in Den Haag, ben ik zeer erkentelijk voor de medewerking die ik de afgelopen jaren mocht ondervinden. Z.D.H. Prins Armin zur Lippe (1924-2015) heeft bereidwillig enkele vragen beantwoord. Een dankbare vermelding verdient ook de steeds plezierige samenwerking met Floor Jonkers en Janna Willems van Uitgeverij Omniboek. De eerste en tweede editie van dit boek waren opgedragen aan mijn in 1994 overleden vader. Sinds de verschijning van Het Nederlandse Koningshuis is ook
OmniBWhetkoninklijkhuisdernederlanden0815.indd 10
31-08-15 14:20
Woord vooraf | 11
mijn moeder gestorven, in 2014. Omdat ik aan mijn lieve ouders zowel in persoonlijk als in professioneel opzicht onnoemelijk veel verschuldigd ben, is deze derde editie aan beiden opgedragen. Wijchen, Arnout van Cruyningen
OmniBWhetkoninklijkhuisdernederlanden0815.indd 11
31-08-15 14:20
hoofdstuk
1
OmniBWhetkoninklijkhuisdernederlanden0815.indd 12
31-08-15 14:20
Van Oranje en Nassau
De man die in 1815 de eerste koning der Nederlanden zou worden, kwam op 24 augustus 1772 in Huis ten Bosch te Den Haag ter wereld als Willem Frederik, erfprins van Oranje en Nassau. Verschillende couranten hielden hun lezers via korte bulletins op de hoogte van de dagelijkse toestand van moeder en kind, ‘Hare Koninklijke Hoogheid en de jonggeboren Vorst’. Op 26 augustus had prinses Wilhelmina ‘zeer wel gerust’; het erfprinsje was ‘veel stiller en meer slapende’. Een dag later luidde het bericht dat de erfprins ‘volmaakt rustende en graag in het zuigen’ was.1 Op 17 september hield erfstadhouder Willem V zijn zoon ten doop in de Grote of Sint-Jacobskerk in Den Haag. Dominee Johan Munnikemolen preekte over de tekst ‘Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt’ en zijn collega Petrus Nieuwland bediende de doop. Erfprins Willem Frederik was een telg uit het Huis Nassau, dat zijn naam ontleende aan een kasteel aan de Lahn in het bezit van de graven van Laurenburg. Walram I van Laurenburg ging zich in de twaalfde eeuw als eerste lid van deze familie ‘graaf van Nassau’ noemen. Zijn kleinzonen, Walram en Otto, verdeelden hun bezittingen in 1255 en werden zo de stichters van de Walramse en Ottoonse linies in het Huis Nassau. In de loop van de geschiedenis zouden beide hoofdlinies verder worden opgesplitst in verschillende takken. De Ottoonse gebieden bevonden zich op de noordelijke oever van de Lahn en bevatten de steden Siegen, Dillenburg en Beilstein. Dankzij enkele lucratieve huwelijken verwierven de Ottoonse Nassaus in de late middeleeuwen aanzienlijke bezittingen in de Nederlanden, waaronder de heerlijkheid Breda. In 1475 verdeelden twee broers het familiale erfgoed: graaf Engelbrecht II kreeg het ‘Nederlandse’ deel en graaf Jan V verwierf het ‘Duitse’ deel. Na de dood van Engelbrecht werden de goederen opnieuw verdeeld onder de zonen van Jan V. De oudste zoon, graaf Hendrik III, ontving de gebieden in de Lage Landen. Hij was gehuwd met Claudia van Chalon, dochter van prins Jean II van Oranje. Hun zoon René nam de familienaam van zijn moeder (Chalon) aan en erfde
OmniBWhetkoninklijkhuisdernederlanden0815.indd 13
31-08-15 14:20
14 | Het Koninklijk Huis der Nederlanden
het oude, soevereine vorstendom Orange, in de nabijheid van Avignon. De jongere zoon van graaf Jan V, Willem ‘de Rijke’, erfde de Duitse gebieden. Willems oudste zoon, die ook Willem heette, erfde uiteindelijk het vorstendom Orange (Oranje) en de Nederlandse bezittingen van zijn neef René. Deze Willem I (1533-1584), Prins van Oranje en graaf van Nassau, nam de leiding op zich van de Nederlandse opstand tegen het bewind van Filips II, koos de zijde van de Hervorming en groeide uit tot ‘Vader des Vaderlands’. Als stichter van de tak Oranje-Nassau, oftewel ‘het Huis van Oranje’, zou prins Willem I (gewoonlijk aangeduid als Willem van Oranje) door zijn strijd voor vrijheid en verdraagzaamheid een inspirerend voorbeeld blijven voor zijn nakomelingen en opvolgers. De Opstand bracht een scheiding teweeg in de Lage Landen, indertijd een verzameling hertogdommen en graafschappen op het grondgebied van de huidige Benelux. Verscheidene gewesten ‘verlieten’ in 1581 hun Habsburgse landsheer, koning Filips II van Spanje, en een opstandig zevental vormde daarna een onafhankelijke statenbond, terwijl de ‘Zuidelijke Nederlanden’ onder Habsburgs gezag bleven. De ‘Republiek der Verenigde Nederlanden’, die rond 1587 tegen wil en dank ontstond en in 1648 internationaal werd erkend, was een verbond van zeven soevereine provincies of gewesten met een gemeenschappelijk buitenlands en militair beleid. Improviserenderwijs ontstond een unieke staatsinrichting. De republiek werd niet officieel uitgeroepen en was eigenlijk een verlegenheidsoplossing. Na de ‘verlating’ van Filips II waren de Staten in het buitenland op zoek gegaan naar een nieuwe machtige vorst en beschermer, maar die zoektocht had niets opgeleverd. In de Verenigde Nederlanden kwam de soevereiniteit vervolgens bij de Staten van elk gewest te berusten. Leden van het Huis Nassau bekleedden in dit bestel een uitzonderlijke positie als ‘stadhouders’. Vóór de Opstand was een stadhouder de vertegenwoordiger van de vorst in een gewest geweest. In de Verenigde Nederlanden bleef het stadhouderschap formeel een provinciale functie, maar omdat het werd opgedragen aan de Nassaus en aangezien de meeste (en vanaf 1747 alle) provincies dezelfde stadhouder deelden, voorzag deze instelling de Republiek van een samenbindend element. Formeel waren de prinsen van Oranje in de hoedanigheid van stadhouder slechts ‘der Heren Staten dienaar’. Vooral de staatsgezinden, de regenten, hechtten zeer aan deze theorie. Zij zagen het Nederlandse staatsbestel als een aristocratie, het was volgens hen geen monarchie en zeker geen democratie. In de volksmening waren de stadhouders in de zeventiende eeuw echter vor-
OmniBWhetkoninklijkhuisdernederlanden0815.indd 14
31-08-15 14:20
Van Oranje en Nassau | 15
sten der Nederlanden. De Vereenigde Oost-Indische Compagnie presenteerde Maurits en Frederik Hendrik in verdragen met exotische machthebbers simpelweg als koningen van Holland. Dat was nu eenmaal eenvoudiger dan een verhandeling over het complexe staatsbestel van de Verenigde Provinciën. Bij het woord republiek dacht het buitenland sowieso eerder aan wanorde dan aan vrijheid. De Verenigde Provinciën legden er in diplomatieke contacten liever niet de nadruk op. De koning had men vaarwel gezegd, maar het monarchale denken was daarmee niet verdwenen. De Oranjes en hun Nassause verwanten in Friesland voorzagen in de behoefte aan begrijpelijke en herkenbare autoriteit. Hoe dynastiek de bevolking dacht, bleek wel toen de jonge prins Willem III van Oranje halverwege de zeventiende eeuw niet in de ambten van zijn vaderen benoemd werd. Velen beschouwden dat als een grove onrechtvaardigheid. Bovendien kreeg de Republiek in de loop van de achttiende eeuw langzaam maar zeker de trekken van een erfelijke monarchie, hoewel veel oude vormen en de titel stadhouder bewaard bleven. Een van de verdiensten van de Nassaus was het militaire leiderschap waarin zij voorzagen. De zonen van Willem I, de prinsen Maurits en Frederik Hendrik, waren bekwame legeraanvoerders in de zogenaamde ‘Tachtigjarige Oorlog’. Frederik Hendrik spande zich ook in om het vorstelijk prestige van de Oranjedynastie te verhogen. Er werd steeds royaler geleefd en gebouwd. Tot 1637 was de Prins van Oranje aangesproken met ‘Uwe Excellentie’, maar dat werd nu ‘Uwe Hoogheid’. Gesteund door zijn ambitieuze echtgenote Amalia van Solms liet prins Frederik Hendrik zijn vijf dochters trouwen met Duitse vorsten, onder wie de ‘Grote Keurvorst’. Voor zijn zoon Willem II regelde hij een huwelijk met een dochter van de Engelse koning Karel I. In 1648 werd vrede gesloten met Spanje, maar prins Willem II, die zijn vader het jaar daarvoor had opgevolgd, was daar fel tegen gekant. Het bracht hem in conflict met de Staten van de machtigste provincie, Holland. Willem II’s verstrekkende politieke en militaire plannen werden echter verijdeld door zijn plotselinge dood in 1650. Na het overlijden van prins Willem II besloten de meeste gewesten tot afschaffing of het onbezet laten van het stadhouderschap. Friesland behield zijn stadhouder echter; daar bekleedden nakomelingen van de oudste broer van Willem I, graaf Jan VI, het ambt sinds 1584. Maar bijna alle andere provincies beleefden het ‘Eerste Stadhouderloze Tijdperk’. Die periode eindigde met de verheffing van de postume zoon van Willem II in een tijd vol gevaren voor de Verenigde Nederlanden. De jonge prins Willem III werd als stadhouder aangesteld nadat de Republiek op drie fronten was aangevallen
OmniBWhetkoninklijkhuisdernederlanden0815.indd 15
31-08-15 14:20
16 | Het Koninklijk Huis der Nederlanden
in het ‘Rampjaar’ 1672. Het beteugelen van de drang tot gebiedsuitbreiding van de belangrijkste vijand, koning Lodewijk XIV van Frankrijk, zou de prins voortaan als zijn hoofddoel beschouwen. In 1677 trad Willem III in het huwelijk met de Engelse prinses Mary, dochter van koning Jacobus II. Na de verdrijving van de rooms-katholieke Jacobus in de zogenoemde ‘Glorious Revolution’ werden ‘William III and Mary II’ in 1689 gezamenlijk tot regerend koning en koningin van Engeland, Schotland en Ierland gekroond. Bij zijn kinderloos overlijden in 1702 werd Willem III op de Britse troon opgevolgd door zijn schoonzuster Anne, krachtens de bepalingen van de ‘Act of Settlement’, een aan het eind van Willems regering aangenomen wet die de opvolging door protestanten verzekert en in het Verenigd Koninkrijk nog steeds van kracht is. In de Verenigde Provinciën had Willem III zijn verre neef, vorst Johan Willem Friso van Nassau-Dietz, stadhouder van Friesland en afstammeling van prins Willem I van Oranje, aangewezen als zijn ‘enige en universeel erfgenaam’. Johan Friso kon zich voortaan ook Prins van Oranje noemen, maar de overige gewesten besloten opnieuw geen stadhouder aan te stellen, al deed Groningen dat in 1708 alsnog. De Pruisische koning Friedrich I, een kleinzoon van prins Frederik Hendrik, betwistte de Oranje-erfenis van de tak Nassau-Dietz overigens. Het zou nog jaren duren voordat het dispuut met het Huis Hohenzollern over goederen, titels en ambten tot een oplossing kwam. Prins Johan Willem Friso maakte dat niet meer mee; hij verdronk op jonge leeftijd in het Hollands Diep. De na zijn dood geboren zoon, prins Willem IV, volgde hem op als stadhouder van Friesland en Groningen, tot 1731 onder regentschap van de jonge weduwe Maria Louise van Hessen-Kassel. Dankzij een combinatie van vroomheid, spaarzaamheid en vriendelijkheid werd ‘Gouvernante’ Maria Louise populair in het noorden (de Friezen noemden haar liefkozend ‘Marijke Meu’, tante Marietje), maar in Holland en Zeeland duurde het ‘Tweede Stadhouderloze Tijdperk’ voort. In 1747 leidde oorlogsgevaar echter opnieuw tot de verheffing van Oranje. Prins Willem IV van Oranje en Nassau werd ‘Algemeen Erfstadhouder van de Verenigde Provinciën’, erfelijk stadhouder in alle gewesten. Hoewel de charmante en erudiete Willem IV was overstelpt met bevoegdheden, bleef de hervorming waarop zijn aanhang had gehoopt uit. Hij overleed in 1751 en werd opgevolgd door zijn minderjarige zoon, Willem V. Diens moeder Anna, de oudste dochter van koning George II uit het Huis Hannover, trad voorlopig op als ‘Gouvernante’ (regentes). Prinses Anna vervulde de stadhouderlijke taken vol plichtsbesef, al vertrouwde zij haar hofprediker toe ‘dat er sedert het
OmniBWhetkoninklijkhuisdernederlanden0815.indd 16
31-08-15 14:20
Van Oranje en Nassau | 17
verlies van haar gemaal geen dag was voorbijgegaan waarop ze niet verlangd had de wereld te verlaten en met Christus te zijn’.2 Zij overleed in 1759, waarop in de meeste gewesten de Staten het stadhouderlijk gezag waarnamen totdat Willem V in 1766 meerderjarig werd. Prins Willem V was een wat onbeholpen intellectueel met een brede belangstelling, die zijn talen sprak. Bovendien toonde de erfstadhouder zich een goedhartig en oprecht man. Maar wat hij niet kon was met de vuist op tafel slaan of knopen doorhakken. Hij kon geen hoofd- van bijzaken onderscheiden, kwam om in de bestuurlijke paperassen. Hij wilde veel doen, wilde het zelf doen en wilde het goed doen. En daardoor kwam er in de praktijk maar weinig uit zijn handen. De prins werd als bestuurder gehinderd door zijn grote kennis. Hij had ‘een gelukkig geheugen’ en wist veel van de vaderlandse geschiedenis. Maar Willem V bleef daardoor enigszins hangen in het verleden, en de vergelijking van eigen prestaties met die van zijn roemrijke voorvaderen kon alleen maar frustrerend uitpakken. De vrouw die hij in 1767 huwde, prinses Wilhelmina van Pruisen, deelde de meeste opvattingen van haar echtgenoot maar had wel een heel ander temperament. Zij was eerder dan haar man bereid om kordaat en als het moest hardhandig op te treden. De prinses durfde ook risico’s te nemen. Wilhelmina kon zich ergeren aan de onzekerheid en het getreuzel van haar gemaal, maar ging altijd tactvol om met zijn tekortkomingen. Zijn gezag als hoofd van het Huis stond voor haar als een paal boven water. Uit hun geslaagde huwelijk werden een dochter en twee zonen geboren: prinses Frederika Louise Wilhelmina (1770), erfprins Willem Frederik (1772) en prins Willem George Frederik (1774). Prinses Wilhelmina zag erop toe dat de kinderen een strenge opvoeding en brede academische vorming genoten. Willem V was als geen ander vertrouwd met de ingewikkelde staatsinrichting van de Republiek, tot in de kleinste details. Maar die encyclopedische staatsrechtelijke kennis zorgde er mede voor dat hij star en wettisch ging denken. Correcte procedures, vaste regels, omlijnde bevoegdheden, precedenten waren belangrijk. Van nieuwlichterij moest hij niets hebben. De prins hechtte aan het bestaande en zocht houvast in de traditie. De constitutie was misschien niet perfect, maar hij kon er geen bedenken die beter paste bij de ‘geest van de natie’.3 Prins Willem V was een gelovig man, bijbelvast, een trouw kerkganger. De Hervormde Kerk was hem dierbaar, haar bevoorrechte positie achtte hij vanzelfsprekend en in het algemeen belang. Alle publieke ambten moesten volgens zijn vaste overtuiging voorbehouden blijven aan leden van die Kerk.
OmniBWhetkoninklijkhuisdernederlanden0815.indd 17
31-08-15 14:20
18 | Het Koninklijk Huis der Nederlanden
Ook zijn eigen positie hoefde niet te veranderen. Hij was weliswaar geen soeverein, maar het erfstadhouderschap had voldoende monarchale allure. Die vorstelijke status werd met groots vertoon onderstreept, zeker ook bij belangrijke gebeurtenissen in de stadhouderlijke familie. De prins kende zijn landgenoten echter goed genoeg om te begrijpen dat je niet al te vaak zulke dure festiviteiten moest organiseren. Om een breed draagvlak voor het Oranjehuis te creëren, bleek de familie bovendien bereid een deel van haar privacy op te offeren door de bevolking op allerlei manieren te betrekken bij haar wel en wee. Tijdens het stadhouderschap van Willem V namen de politieke tegenstellingen in de Republiek verontrustende vormen aan. In de jaren tachtig van de achttiende eeuw kwamen de ‘Patriotten’ steeds scherper te staan tegenover Willems aanhangers, de ‘Prinsgezinden’ of de ‘Oranjepartij’. ‘Patriotten’ was de verzamelnaam voor degenen die tegen de erfstadhouder, tegen Engeland en vóór Frankrijk waren. Naast regenten in de oude staatsgezinde, antiorangistische traditie maakten voorstanders van verregaande democratisering er deel van uit. Hun geschillen werden met buitengewoon felle, bittere woorden uitgevochten en kregen op den duur de trekken van een burgeroorlog. Aangezien het leger en de schutterijen pro-Oranje waren, richtten de patriotten zogenaamde ‘vrijkorpsen’ of ‘exercitiegenootschappen’ op. Prins Willem V gruwde van de ondergraving van zijn positie als opperbevelhebber, en toen de Staten van Holland zijn gezag over het Haagse garnizoen miskenden, was de maat vol. In 1785 vertrok de stadhouderlijke familie demonstratief uit Den Haag. Na een verblijf in Leeuwarden en op paleis Het Loo vestigde de prins zich in 1786 met zijn gezin op de Valkhofburcht in Nijmegen. In juni 1787 wilde prinses Wilhelmina een doorbraak forceren. Zij besloot vanuit Nijmegen naar Den Haag te reizen, in de hoop dat haar komst een orangistische volksactie zou uitlokken. In een brief aan de Gedeputeerde Staten van Gelderland formuleerde de prinses het omzichtiger: ‘Eén en ’t zelfde belang hebbende met de Prins mijn Gemaal, die om bekende redenen niet in Den Haag kan verschijnen, heb ik geoordeeld dat mijn aanwezigheid aldaar misschien iets zou kunnen bijdragen tot redding van ’t Vaderland en bevestiging van de Constitutie; dit heilzaam oogmerk alleen doet mij de reis ondernemen. God geve dat zij niet geheel zonder vrucht mag zijn!’4 Het was een gedurfde onderneming, de prinses reisde zonder militair escorte en liet een ongeruste echtgenoot in Nijmegen achter. In de buurt van Goejanverwellesluis werd Wilhelmina tegengehouden door een Patriots vrijkorps.
OmniBWhetkoninklijkhuisdernederlanden0815.indd 18
31-08-15 14:20
Van Oranje en Nassau | 19
Veel schokkends gebeurde er eigenlijk niet, maar het was een affront en de prinses moest onverrichter zake terugkeren naar Nijmegen. In een brief aan haar broer, koning Friedrich Wilhelm II van Pruisen, deed zij haar beklag over de ondergane vernedering. Daarmee kwam het prestige van het Huis Hohenzollern op het spel te staan. De Pruisische koning, die voordien herhaaldelijk had geweigerd militair in te grijpen, eiste nu genoegdoening en zond een leger van twintigduizend man naar de Republiek. Dat ondervond nauwelijks tegenstand van de vrijkorpsen die in militair opzicht niet zo veel voorstelden. Britse diplomaten en Oranjegezinde menigten hielpen de Pruisen een handje om het gezag van de erfstadhouder te herstellen. Veel patriotten vluchtten het land uit, en op 20 september 1787 kreeg prins Willem V een uitbundig onthaal in Den Haag. Hij was geen man voor grootscheepse wraakoefeningen of zuiveringen. Wilhelmina had best iets straffer willen optreden, maar Willem V vond het zinloos om ‘slechte mensen in plaats van evenzo slechte mensen’ te benoemen.5 De oudste zoon van Willem V en Wilhelmina, erfprins Willem Frederik, was een ijverige, intelligente leerling, die zijn leermeesters – de Amsterdamse hoogleraar H. Tollius en baron de Stamford, een Pruisisch officier van hugenootse afkomst – weinig problemen verschafte. Hij was een ernstig jongmens
Prins Willem V, geportretteerd door Henry Bone, 1801.
OmniBWhetkoninklijkhuisdernederlanden0815.indd 19
31-08-15 14:20
20 | Het Koninklijk Huis der Nederlanden
De kinderen van prins Willem V: v.l.n.r. erfprins Willem Frederik, prinses Louise en prins Frederik. Schilderij van J.F.A. Tischbein, 1789.
met een duidelijk besef van zijn waardigheid en de daaraan verbonden verantwoordelijkheden. Mensen in zijn omgeving klaagden echter over zijn ondoorgrondelijke karakter. De erfprins was terughoudend en introvert en daardoor minder geliefd dan zijn broer, prins Frederik. Als tiener reisde erfprins Willem Frederik met zijn mentoren Tollius en De Stamford door Duitsland om zich te verdiepen in militaire aangelegenheden en kennis te maken met de diverse protestantse vorstenhoven. Gedurende een semester bezocht hij het Collegium Carolinum in Brunswijk, waarna hij zich liet inschrijven aan de Leidse universiteit. In Leiden, ‘in de aldaar, door deszelfs doorluchtige voorvaderen luisterrijk gestichte en beschermde hoge schole’, volgde de erfprins colleges in rechten, politieke wetenschappen en geschiedenis. Hij gaf blijk van een oprechte intellectuele belangstelling en leek geen behoefte te hebben aan vriendschap met medestudenten. De erfprins kwam hoogmoedig over en leidde, voornamelijk uit zuinigheidsoverwegingen, een ingetogen leven. Na een druk studiejaar in Leiden werd Willem Frederik in 1790 benoemd tot (militair) gouverneur van Breda. Het was het jaar waarin zijn achttiende verjaardag uitgebreid werd gevierd en hem een zetel in de Raad van State en de rang van generaal der infanterie werden verleend. Inmiddels deden zich steeds meer spanningen voor in
OmniBWhetkoninklijkhuisdernederlanden0815.indd 20
31-08-15 14:20
Van Oranje en Nassau | 21
de relatie tussen de energieke, eerzuchtige erfprins en zijn weifelende vader. Op 1 oktober 1791 trad Willem Frederik in het Koninklijk Paleis te Berlijn in het huwelijk met zijn zestienjarige nichtje Wilhelmina van Pruisen, een dochter van koning Friedrich Wilhelm II. Het paar nam zijn intrek in het Haagse paleis Noordeinde, waar op 6 december 1792 een eerste zoon werd geboren. De jongen werd naar zijn vader en de Britse koning George I vernoemd: Willem Frederik George Lodewijk. Op 28 december werd het prinsje tijdens een dienst in de Grote of Sint-Jacobskerk te Den Haag gedoopt door ds. Petrus Nieuwland, die daar twintig jaar tevoren het sacrament ook aan de doopvader, erfprins Willem Frederik, had bediend. Nieuwland preekte naar aanleiding van de tekst ‘Doch uw huis zal bestendig zijn’. Enkele maanden later verklaarde het revolutionaire Frankrijk de oorlog aan koning George III van Groot-Brittannië en de ‘tirannieke’ Nederlandse erfstadhouder Willem V. Een Frans leger viel de Nederlanden binnen ‘als onverzoenlijke vijanden van Oranje’. De bevelhebber, generaal C.F. Dumouriez, spoorde de ‘Bataven’ aan, ‘het trotse huis, dat sedert honderd jaren u aan zijn hoogmoed opoffert, naar Duitsland terug’ te zenden.6 Deze oproep was vooral gericht tot de politieke tegenstanders van Willem V, die onderling verdeeld waren maar doorgaans de omverwerping van het stadhouderlijk bewind nastreefden. De Franse opmars werd in eerste instantie tot staan gebracht door Engels-Nederlandse troepen, mede onder aanvoering van de zonen van Willem V. Nadat ze in maart 1793 door een Oostenrijkse strijdmacht bij Neerwinden waren verslagen, verlieten de Fransen de Nederlanden, maar eind 1794 keerden ze al terug. Revolutionaire troepen onder leiding van generaal J.C. Pichegru staken de bevroren rivieren over en bezetten in januari 1795 Utrecht. De dagen van de Republiek der Verenigde Nederlanden en het stadhouderschap van de Oranjes waren geteld.
OmniBWhetkoninklijkhuisdernederlanden0815.indd 21
31-08-15 14:20
van Willem Frederik tot Willem-Alexander
Arnout van Cruyningen (1960) studeerde geschiedenis aan de Radbouduniversiteit Nijmegen en is gespecialiseerd in dynastieke historie. Bij Omniboek publiceerde hij eerder onder andere De kroon op Oranje, Vorsten van Nederland en een biografie van prinses Marianne. ‘De prettig geschreven, heldere tekst geeft uitstekende evaluaties van onze vorsten en familie’ – Madelon de Swart (NBD|Biblion) over Het Nederlandse Koningshuis
www.omniboek.nl NUR 698
ISBN 978-9401905961
Het Koninklijk Huis der Nederlanden
In Het Koninklijk Huis der Nederlanden vertelt historicus Arnout van Cruyningen het kleurrijke verhaal van de Oranjes sinds de vestiging van de monarchie, precies twee eeuwen geleden. Hij portretteert de koningen Willem I, Willem II, Willem III en WillemAlexander en de koninginnen Wilhelmina, Juliana en Beatrix, maar ook hun echtgenoten en familieleden. Daarnaast besteedt hij aandacht aan de plaats van het koningschap in ons staatsbestel. Een gedegen maar toegankelijke geschiedenis, betrouwbaar en goed gedocumenteerd, met veel afbeeldingen.
Arnout van Cruyningen
Het Huis Oranje-Nassau
Het Koninklijk Huis der Nederlanden
De geschiedenis van het Nederlandse vorstenhuis Arnout van Cruyningen
Cruyningen Het Koninklijk Huis.indd 1
25/08/15 10:09