Théodore
zijn leven, zijn werk
de Bèze Willem Balke Jan C. Klok Willem van ’t Spijker
Met een biografie van Théodore de Bèze door Alain Dufour
kokBWbezaNEW6.indd 3
7/18/12 12:18 PM
Deze uitgave werd mogelijk gemaakt door subsidies van - Willem de Zwijgerstichting - Ridderlijke Duitsche orde - Gereformeerde Bond - Zonneweelde - Protestants Nederland Š 2012 Uitgeverij Kok www.kok.nl Ontwerp en vormgeving Garage BNO, Kampen ISBN 9789043517928 NUR 704 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieÍn, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording, or otherwise, without the prior written permission of the publisher.
kokBWbezaNEW6.indd 4
7/18/12 12:18 PM
woord vooraf Théodore de Bèze (1519-1605) is in 1564 vanzelfsprekend de opvolger van Calvijn in Genève. De Reformatie die Calvijn krachtig vorm had gegeven houdt niet op met zijn sterven. In zijn schaduw is het Beza die opstaat en het werk voortzet. Zo staat Beza bekend: de opvolger, de man in de schaduw. Die plek in de schaduw is hem echter vooral door de geschiedenis gegeven. Maar voor hij Calvijn opvolgde had hij een belangrijke plek ingenomen: al in de 50-er jaren doceerde hij Grieks in Lausanne, scheef hij de eerste gereformeerde tragedie over Abraham, werd hem door Calvijn gevraagd de psalmberijming af te maken, hij was de eerste rector van de nieuwe Academie in Genève. Op een ander vlak staat Beza bekend als de man van de orthodoxie, meer nog de scholastieke voorvechter van de dubbele predestinatie. Nu kan hem geordend denken niet ontzegd worden, en evenmin kan gesteld worden dat de predestinatie voor hem een onbelangrijk leerstuk was. Maar wie verder kijkt dan de oppervlakte ziet een pastoraal bewogen mens, die tracht met het verstand te doorgronden wat het hart gelooft. Dit doorgronden is geen sofistisch zoeken naar Godsbegrip, maar in gehoorzaamheid aan de Schriften doordenken wat God ons te zeggen heeft. Tegelijk kunnen wij dit nooit losmaken uit de context. Heiko Oberman wees al op de noodzaak van dit moeilijke leerstuk in tijden van vervolging. Als het leven dagelijkse bedreigd wordt, wat is dan meer nodig dan zekerheid dat Gods hand het leven omvat? Vooral als het lijden precies omwille van Hem plaatsvindt. Die situatie kunnen we niet straffeloos links laten liggen. Beza moest zijn vaderland verlaten om zijn geloof. De honderden vluchtelingen uit Frankrijk die Genève na de Bartholomeüsnacht binnenkwamen, berooid, gewond en wanhopig. De gevaarlijke tochten dwars door Frankrijk naar synodes, naar het hof van de koning en koningin van Navarra. De regelmatige brieven waarin de vervolgingen in Frankrijk, de Nederlanden, Spanje voortdurend ter sprake kwamen. Genève decennialang omringd en bedreigd door de hertog van Savoye. In die situatie is de verkiezingsleer geen scholastiek spel om alles rationeel kloppend te krijgen, het is de laatste grond waarop nog vastheid is. Geen theorie, maar een uitdrukking van het ‘niets kan ons scheiden van de liefde van Christus’. Een nadere kennismaking met Beza brengt verschillende verrassende aspecten van zijn leven en werk aan het licht. Hij was zoveel meer dan een opvolger. In dit boek komen verschillende aspecten aan de orde en het biedt zo een geheel nieuwe kijk op deze persoon en zijn werk. Beza als Pastor: al gedurende het leven van Calvijn was de vervolging van de protestanten in Europa losgebarsten. De zorg voor de vluchtelingen uit met name Frankrijk was voortdurend actueel voor Calvijn. Tijdens het leven van Beza is dit niet minder zo. Veeleer erger: de godsdienstoorlogen in Frankrijk, de Bartholomeüsnacht, de vervolgingen in de Nederlanden. Het is een voortdurend terugkerend thema in Beza’s brieven, preken en
5
kokBWbezaNEW6.indd 5
7/18/12 12:18 PM
théodore de bèze | Zijn leven, zijn werk
Bijbelcommentaren. Voortdurend zet hij zich in om troost te bieden aan vluchtelingen en vervolgden. Met kracht brengt hij steeds weer het evangelie naar voren. Beza als Dichter: als jonge man schreef Beza al gedichten. Gedichten in de stijl van het humanisme waarmee hij lof oogstte in humanistische kringen. Als dichter zet hij zich in voor de berijming van de Psalmen. Zijn leven lang verraadt hij deze liefde voor de poëzie niet. Tot op hoge leeftijd schrijft hij lofdichten, epigrammen, opdrachten in dichtvorm – zelfs de dichters van La Pléiade waarderen hem meer. Beza als Pedagoog: Het onderwijs heeft Beza altijd beziggehouden. Hij komt als vluchteling uit Frankrijk naar Genève en ontvangt daar vanuit Lausanne de benoeming tot hoogleraar Grieks. In Genève is hij de eerste rector van de universiteit. Talloze studenten woonden in zijn huis. Vele ouders stuurden hem brieven om hun zoons bij hem aan te bevelen om onderwijs in Genève te ontvangen. Hij schreef een Griekse grammatica, een boekje over de juiste uitspraak van het Frans, elke week gaf hij colleges. Beza als Filoloog: Beza gaf maar niet een voortzetting van het werk van Calvijn, hij was een humanistisch geleerde van allure. De exegese hield hem bezig, de dogmatiek, maar vooral de filologie: het onderzoek naar de Griekse tekst van het Nieuwe Testament, meerdere kritische edities van teksten van kerkvaders. Ook als historicus heeft hij betekenis in de werken die hij schreef en de bronnen die hij verzamelde. Beza als Diplomaat: afkomstig uit de Franse adel, had Beza toegang tot de hoge kringen in Frankrijk, tot aan het koninklijk huis aan toe. Als diplomaat in oorlogstijd heeft hij de zaak van de Reformatie zo kunnen dienen op een hoog niveau, persoonlijk door zijn optreden maar evenzeer door zijn wijdverbreide correspondentie. Beza was een veelzijdig mens, dat komt in dit boek ook tot uiting in de illustraties. Hij verzamelde zelf afbeeldingen van tijdgenoten en bundelde deze. Veel van deze afbeeldingen zijn opgenomen in dit boek. De afbeeldingen presenteerde hij met de gedichten, ook die zijn vertaald en afgedrukt. Geheel in de stijl van zijn tijd bracht hij een bundel emblemen uit, die ertoe dienden de mensen die niet konden lezen te onderwijzen. Voor hen die wel konden lezen schreef hij er gedichten bij, ook dit werk wordt in het boek opgenomen. Een van de praktische problemen waar men op stuit bij presentatie van een figuur uit het zestiende-eeuwse Frankrijk of Zwitserland is de naam. Wij hebben ervoor gekozen om de Franse naam, Théodore de Bèze, te gebruiken wanneer zij voluit geschreven wordt en de naam Beza wanneer alleen de achternaam gebruikt wordt. De andere combinaties, Théodore Beza en Theodorus Beza, stuiten op het bezwaar dat er een combinatie van Frans-Nederlands of Latijn-Nederlands gebruikt wordt. Dit hebben wij ondervangen door de Franse of Nederlandse naam te gebruiken. De tekst van de biografie van Beza die de grondslag vormt voor die welke in dit boek gepubliceerde wordt, is van de hand van Alain Dufour (Théodore de Bèze: Poète et théologien, Genève 2006). In eigenlijke zin kan men dit geen vertaling noemen, daarvoor wijkt de Nederlandse tekst te veel af van het origineel. De literaire stijl die Alain Dufour in zijn werk hanteert is niet gehandhaafd, daarnaast zijn enkele typisch Geneefse en Franse aan-
6
kokBWbezaNEW6.indd 6
7/18/12 12:18 PM
woord vooraf
gelegenheden buiten het boek gelaten; daarvoor in de plaats zijn de excursen gekomen. De redactie is Alain Dufour dankbaar dat hij zijn tekst ter beschikking wilde stellen om die in een Nederlandse uitgave te gebruiken. Daarnaast willen wij een woord van dank uitspreken aan mevrouw dr. LedegangKeegstra die ons niet alleen enkele bijdragen wilde leveren, maar die tevens bereid was om veel gedichten uit het Frans en Latijn te vertalen zodat die in de marge afgedrukt kan worden. In soms zeer korte tijd heeft zij een enorme bijdrage geleverd aan dit boek. Een woord van dank geldt ook dr. M. de Kroon die naast verschillende gedichten ook de emblemata opnieuw vanuit het Latijn vertaald heeft, zodat wij deze tussen de hoofdstukken kunnen afdrukken. Een woord van dank ook aan de sponsoren die dit boek door hun bijdrage mogelijk hebben gemaakt, zij wilden niet allemaal met name genoemd worden, maar zijn wel allemaal in dit dankwoord ingesloten. W. Balke W. van ’t Spijker J.C. Klok
7
kokBWbezaNEW6.indd 7
7/18/12 12:18 PM
inhoud woord vooraf 5 Inleiding 13 I.J. Hesselink: Van Calvijn naar Beza 15 J.C. Klok: Tijdtafel van het leven van Beza 18 A.G. Balke: De familie De Bèze 26
1. Vézelay, Parijs, Bourges, Orléans (1519-1548) 29 Chr. Strohm: Beza en de rechtswetenschappen 31 D. Wursten: Beza’s Juvenilia 38
2. Lausanne (1549-1558) 47
J.L.R. Ledegang-Keegstra: Théodore de Bèze en zijn tragedie Abraham sacrifiant 49 J.L.R. Ledegang-Keegstra: De Passavant van Théodore de Bèze, satire bij uitstek 54 M. te Velde: Théodore de Bèze en zijn Confession de la foy chrestienne (1559) 75 D. Wursten: Beza en Clément Marot: ‘De prijs gaat naar Marot!’ 80 D. Wursten: Théodore de Bèze en de psalmen 83
3. Genève (1558-1561) 93 C.-A. Chamay: Théodore de Bèze als satiricus. De Satyres chrestiennes de la cuisine papale (1560) 100 W. van ’t Spijker: Colloquium van Poissy (1561) 112
4. De eerste godsdienstoorlog (1562-1563) 123 Intermezzo: Beza als uitlegger van de Schrift 129 Théodore de Bèze: Aan de Kerk van onze Heer 130 E.A. de Boer: Beza als moderator van de Raad van predikanten 134 Théodore de Bèze: Wat is wijsheid: veilig thuis of in gevaar onderweg? 137 Théodore de Bèze: Oordeel over Achan: zachtheid in de strengheid 140 J.C. Klok: ‘Opdat de mens rust vindt in Gods providentie’. Beza over het boek Job 144 V. Ferrer: Bijbel en literatuur: van de Psalter van de Hugenoten naar de Chrestiennes méditations van Beza 148 J.C. Klok: Ken uzelf in het licht van God. Beza’s Chrestiennes méditations als het hart van zijn theologie 151 M. de Kroon: Théodore de Bèze leest Qohelet 154
8
kokBWbezaNEW6.indd 8
7/18/12 12:18 PM
inhoud
M. Engammare: Beza en het Hooglied 158 M. Cuany: Théodore de Bèze en zijn edities van het Nieuwe Testament 160 C. van Sliedregt: De lijdenspreken van Beza 163 Théodore de Bèze: De zestiende lijdenspreek 165 C. van Sliedregt: De opstandingspreken van Beza 168 Théodore de Bèze: Vierde Opstandingspreek 170 W. van ’t Spijker/J.C. Klok: ‘Epistula ad Romanos [est] epitomen totius Christianae religionis’. Beza en Paulus’ brief aan de Romeinen 173 K. Hagen: Beza’s Annotationes op de Brief aan de Hebreeën 176 I. Backus: Beza en Openbaring 180
5. Terug in Genève (1563-1564) 185 B. Wallet: Beza als biograaf van Calvijn 187 Chr. Link: De Tabula praedestinationis van Théodore de Bèze 194 W. van ’t Spijker: Met Beza naar Dordt? 199
6. Tegen Brenz en de ubiquitariërs (1565-1569) 205 J. Raitt: De avondmaalsvroomheid van Théodore de Bèze 207
7. Tweede en derde godsdienstoorlog (1567-1569) 217 R. Giselbrecht: Beza over polygamie 223
8. Beza en Dudith (1568-1571) 229 A. Dufour: De ethiek van Beza 231 W. Balke: Pierre Viret en Théodore de Bèze 240
9. De Bartholomeüsnacht (1570-1574) 243
W. van ’t Spijker: Beza en de synode van La Rochelle (2–11 April 1571) 252 T.M. Hofman: Beza en zijn De iure magistratuum 256
10. Tegen de ‘Formule van Eendracht’ (1574-1581) 263
E. Campi: Théodore de Bèze en Heinrich Bullinger in het licht van hun correspondentie 266 W. van ’t Spijker: De Harmonia Confessionum (1581) 270 W. van ’t Spijker: Vraag en antwoord: Beza’s Quaestiones et responsiones (1570/1576) 274
11. Twee jaren geschiedenis van de Nederlanden (1579-1580) 279 Intermezzo: Beza en de Nederlanden 283
E.M. Braekman: De betrekkingen van de Hervormden in de Nederlanden met Frankrijk 284 J.C. Klok: ‘Dit werck hebbe ick langegewacht ende ghewenscht … zoude moghen
9
kokBWbezaNEW6.indd 9
7/18/12 12:18 PM
théodore de bèze | Zijn leven, zijn werk
ghemeyn ende deelachtich gemaeckt worden’. Enkele opmerkingen over de vertaling en uitgave van werken van Beza in de Nederlanden 288 F. van der Pol: De correspondentie tussen Beza en de Nederlanden 293 F. van der Pol: De persoonlijke contacten tussen Beza en Nederlanders 297 E.M. Braekman: Guido de Brès en Théodore de Bèze 300 E.M. Braekman: Philips van Marnix en Théodore de Bèze 303 W. van ’t Spijker: Lambert Daneau in Leiden (1581) 306
12. Drie jaren geschiedenis van Genève (1580-1583) 311 J.-F. Gilmont: Théodore de Bèze en zijn uitgevers 316
13. Het geschiedkundig werk van Beza (1577-1586) 321 B. Wallet: Beza als historicus 323 14. De poëzie en de afbeeldingen 337 I. Backus: Beza en de klassieke Oudheid 338 I. Backus: Beza en de kerkvaders 348 O. Millet: Théodore de Bèze als Frans literator 353
15. Het godsdienstgesprek van Montbéliard (1586-1587) 357 16. De affaire Aubery 367 Intermezzo: Beza en het onderwijs 371
B. Nicollier: Théodore de Bèze en onderwijs 372 K. Maag: De bijdrage van Théodore de Bèze aan het hoger onderwijs in de vroegmoderne tijd 375 W. Balke: Théodore de Bèze en Mathurin Cordier 378 W. Balke: Théodore de Bèze en Melchior Wolmar 381 J.L.R. Ledegang-Keegstra: Beza en de universiteiten in de noordelijke Nederlanden 384
17. Bijeenkomsten in oorlogstijd (1586-1593) 397 W. Balke: Beza en Hendrik IV 406
18. Engeland en het erastianisme 411 W. van ’t Spijker: De kerk en haar structuur bij Beza 413
19. Het Frankrijk van Hendrik III en Hendrik IV (1576-1600) 419 J.C. Klok: De Vrai portraits of Icones van Beza 425 A. Adams: Beza’s Emblemen uit zijn Icones van 1580 428
20. Een monument dat men bezoekt (1580-1605) 435
10
kokBWbezaNEW6.indd 10
7/18/12 12:18 PM
inhoud
21. De erfenis van Beza 443 Epiloog 447
literatuur 450 verantwoording illustraties 457 personalia 462 zaakregister 464 personenregister 469 plaatsnaamregister 474 tekstregister 476 genoemde werken van beza 478
11
kokBWbezaNEW6.indd 11
7/18/12 12:18 PM
0.1
kokBWbezaNEW6.indd 12
7/18/12 12:18 PM
inleiding ‘Ik heb in mijn jeugd een hoffelijke heer met de ene hand uitnemende poëzie qua schoonheid en qua originaliteit aan het volk zien aanbieden, en met de andere hand de meest twistzieke reformatietheologie waarmee de wereld zich nog lange tijd kan verzadigen.’ (Montaigne).
Dat hebben ongetwijfeld veel mensen in de zestiende eeuw kunnen denken van Théodore de Bèze: een zeer toegewijde dichter en daarmee een heel sympathieke auteur, maar waarom was het voor hem nodig zich te transformeren tot een reformator? Er was in Frankrijk stellig een meerderheid van conservatieve geesten die, zoals Montaigne, wel wisten dat de traditionele kerk niet volmaakt was, maar die aan haar waren gehecht vanwege al hun religieuze gewoonten en door de draden van hun familieverbanden. En vooral het Credo zei, dat het deze kerk was die gesticht was door Jezus Christus en zijn apostelen, en waarvan alle heiligen van alle tijden deel uitmaakten. Zij die pretendeerden de originele zuiverheid te herstellen ten koste van het verbreken van alle bestaande banden met de geestelijken, de bisschoppen en de paus waren in de perceptie van velen zeer vrijmoedig. In de ogen van de geschiedenis is Théodore de Bèze echter allereerst een hervormer, en in de tweede plaats een dichter. Maar hij is als dichter reeds hervormer. Zie de tragedie Abraham sacrifiant en de Franse berijming van de psalmen; deze completeerde en voltooide die van Clément Marot en werd het Hugenotenpsalter. In deze werken betoont hij zich duidelijk de hervormer. Dat is precies waarom Calvijn hem uitkoos en tot Beza zei: ‘wij hebben een bundel liederen nodig voor de bijeenkomst van de gelovigen; Marot heeft vijftig psalmen berijmd in het Frans, doe jij de honderd overigen.’ Calvijn wist dat Beza in het Frans kon dichten, ondanks dat hij tot nu toe steeds in het Latijn had gedicht. In de ogen van de geschiedenis is Beza de opvolger van Calvijn gebleven, die de Franse kerken heeft georganiseerd, aangemoedigd en staande gehouden. Die heeft verhinderd dat alles in rook zou verdwijnen te midEmblema 1 den van de conflicten. Hij gaf hen identiteit en de zekerheid en Leven na de dood de fierheid dat zij gesticht waren door de martelaren, allemaal dingen die men leert wanneer men zijn Histoire ecclesiastique Wie bij een cirkel naar het begin zoekt, des Eglises reformees au royaume de France leest. vindt dit daar waar ook het einde is. Zo heeft het Franse protestantisme stand gehouden sinds Dit is een beeld van ieder, de zestiende eeuw. Men moet het meer exact zeggen: met die Christus in ware liefde is toegedaan: Calvijn wordt de reformatorische traditie ingezet, want die op het uur dat je leven eindigt, beweging heeft zijn Schotse, Engelse, Duitse, Hongaarse, Nezal voor jou het leven beginnen.
13
kokBWbezaNEW6.indd 13
7/18/12 12:18 PM
théodore de bèze | Zijn leven, zijn werk
derlandse vertakkingen en veel afstammelingen in Amerika, Zuid-Afrika en Korea. Het oecumenisch bewustzijn dat men tegenwoordig van het christendom heeft, omvat evengoed de tradities afkomstig van de Hervorming als die van de Roomse kerk of van de Oosterse kerken, en die tradities verrijken elkaar.
14
kokBWbezaNEW6.indd 14
7/18/12 12:18 PM
inleiding
Van Calvijn naar Beza Inleiding Afhankelijk van hoe men het bekijkt, kan de afstand tussen Calvijn en Beza erg groot zijn. Het is maar een kleine afstand als men Beza vooraleerst beschouwt als een consolidator van de theologie en reformatiebeweging zoals in gang gezet door Calvijn, zij het dan met verfijningen. Het is een grote afstand als men Beza vanwege zijn gebruik van de retorica en dialectica van Aristoteles beschouwt als voorloper van de latere metafysische, speculatieve theologie, zoals wel ten onrechte gebeurd is. In het slechtste geval werd Beza gewoonweg gezien als een imitator van Calvijn die zelfs niet waardig is om genoemd te worden in een tamelijk recent verschenen History of Christianity van de Engelse historicus Owen Chadwick. De beste manier om een evenwichtig perspectief te krijgen is om zowel de overeenkomsten als de verschillen tussen de twee hervormers te onderzoeken. Maar allereerst is het raadzaam om de historische parallellen onder de loep te nemen. Historische relaties en gedeelde dogmatische overtuigingen Er bestaat een klein verschil in leeftijd tussen de twee – Calvijn was geboren in 1509, Beza tien jaar later. Beiden waren Frans en werden aangetrokken door de Renaissance; zij studeerden allebei rechten in Orléans en Bourges, waar ze onder de invloed kwamen van de beroemde humanist en protestantse leraar Melchior Wolmar. Calvijns interesses gingen echter na de dood van zijn vader uit naar de klassieken, terwijl de hartstocht van Beza werd gewekt door de literatuur, in het bijzonder de Latijnse dichters. Beiden hadden een ervaringsbekering die ertoe leidde dat ze zich aansloten bij de protestantse zaak. Beza’s talenten als exegeet en theoloog brachten hem onder de aandacht van de reformatoren in het Franse deel van Zwitserland. Als geloofsvluchteling kwam Beza aan in Genève en werd door Calvijn opgevangen. Calvijn was op de hoogte van Beza’s gaven en door Pierre Viret, een vriend van Calvijn, die les gaf
aan de onlangs opgerichte Academie in Lausanne werd Beza in dienst genomen en aangesteld als hoogleraar Grieks. Tien jaar later kwam Beza (in 1559) naar Genève en werd hoogleraar en de eerste rector van de nieuwe Geneefse Academie. Daar waren Calvijn en hij collega’s tot Calvijns dood. Beza is ook Calvijn opgevolgd als de predikant. Al eerder vertrouwde Calvijn aan Beza de voltooiing toe van de berijming van de Psalmen voor het Geneefse Psalmboek. De twee reformatoren deelden veel van hun overtuigingen: een gezamenlijke toewijding aan kerkelijke tucht, dezelfde ideeën over natuurlijke theologie en de beperkingen daarvan,het gezag en de inspiratie van de
0.2 De stad Genève hield nauwkeurig bij wie zich als vluchteling in de stad aanmeldde. Op deze bladzijde treffen wij Beza aan.
15
kokBWbezaNEW6.indd 15
7/18/12 12:18 PM
théodore de bèze | Zijn leven, zijn werk
Bijbel,christologie, het heilig avondmaal, rechtvaardiging door genade door het geloof en de rol van de Heilige Geest. Ook waren ze het in wezen eens over de voorzienigheid en de uitverkiezing. Toen Calvijn en Genève scherp aangevallen werden onder andere door Castellio vanwege de executie van Servet in 1553 (hoewel alle belangrijke reformatoren daar achter stonden), weerlegde Beza het anonieme geschrift van Castellio met de verhandeling Of Ketters Gestraft Moeten Worden door de Overheid? Belangrijker is dat Beza de oecumenische pogingen en zorgen voor de eenheid van de kerk van Calvijn met kracht voortzette. Toen Calvijns gezondheid hem ervan weerhield om nog conferenties bij te wonen, vertegenwoordigde Beza de protestantse zaak, in het bijzonder de Franse Hugenoten bij het Colloquium van Poissy (1561) in Frankrijk, dat was bijeengeroepen door Catharina de Medici. Eerder al ondernam Beza diplomatieke missies naar Duitsland om steun te zoeken van Duitse prinsen voor de Franse Protestanten en om te trachten enige overeenstemming te bereiken over het heilig avondmaal. Bewijs van de dogmatische verwantschap tussen de twee reformatoren is te vinden in het feit dat twee van Beza’s dogmatische verhandelingen – Tabula praedestinationis (1555) en zijn Confessio christianae Fidei (1558) – allebei tijdens Calvijns leven zijn geschreven en ook diens goedkeuring hebben ontvangen. Het meest ontroerende getuigenis van hun hechte relatie is Beza’s Leven van Calvijn (1564, 1565, 1574), een warm en onkritisch eerbetoon aan Calvijns leven en werk. Verschillen Er zijn verschillen in nuanceringen en stijl. Beza is slechts tien jaar jonger maar leefde veel langer. Calvijn werd 55 jaar en Beza 86 jaar. Op basis van overeenkomsten wat betreft alle fundamentele leerstellingen kwam Beza voor andere vragen en problemen te staan omdat de tijd waarin hij leefde toch zoveel anders was. Beza ontwikkelde bijvoorbeeld een ‘ordo salutis’ (plan voor verlossing), wat men zo niet aantreft bij Calvijn. De eigen stijl van Beza is niet meer rigide of
speculatief, zoals vaak wordt beweerd. Waar Calvijn zaken open of onduidelijk liet, probeerde Beza soms te verduidelijken en te verfijnen. Ging Beza verder dan Calvijn in zijn predestinatieleer? Beiden blijven staan voor het geheim van Gods Raad en welbehagen en de paradox dat terwijl God in zijn almacht (‘omnipotentia’) alles doet, toch het kwaad tegen Zijn wil door mens en duivel gedaan is. Beiden spreken hier over ‘moyens’ of ‘middeloorzaken’. De Tabula praedestinationis (een tabel, een ordening van de bijbelse gegevens, waarin Beza de verkiezing uitlegt en de aantijgingen van Bolsec weerlegt) is een hulpmiddel bij het onderwijs, maar geen sluitend systeem en dient vanuit het geheel van het werk van Beza verstaan te worden. Zijn tijdgenoot William Perkins gebruikt eveneens geen schema wanneer hij Romeinen 8,29-30 ‘the golden chain’ noemt. Voor hen is de predestinatie geen alles opeisend principe wat hun gehele theologie vormt. Verder nog is Beza evenals Calvijn christocentrisch in zijn benadering van deze leer en plaatst hij deze binnen de context van zijn verlossingsleer. Ook legt hij er de nadruk op dat het doel ervan is om troost te bieden aan de gelovigen. Tevens waarschuwt Beza net als Calvijn tegen vreemde speculaties over deze leer en tegen de pogingen in te dringen in de verborgen raad van God. Er zijn een aantal verschillen, maar geen enkele van betekenis. Zij zijn ver verwijderd van François Turrettini, representant van de gereformeerde orthodoxie. Beza legt meer dan Calvijn de nadruk op de rol van goede werken bij het bepalen van de zekerheid van de verlossing, en hij brengt geen evenwicht tussen het hart en het geloof, zoals Calvijn in zijn definitie van het geloof (zie Calvijns definitie van het geloof in de Institutie 3,2,6-8 en Beza’s definitie van het geloof in Questionum et responsionum Q&A 81. Calvijn legt de nadruk op het hart en het hoofd, op de gevoelens en het intellect in de daad van het geloven, Beza alleen op de geest). In tegenstelling tot Calvijn beklemtoont Beza ook het belang van een protestantse overheid en het recht van opstand tegen onrechtvaardige tirannen. Hoewel Calvijn voorzichtig zijn standpunt over verzet tegen tirannen en koningen die hun macht misbruiken heeft geformuleerd en dit
16
kokBWbezaNEW6.indd 16
7/18/12 12:18 PM
inleiding
recht alleen aan de lagere overheden toekent, heeft Beza zonder meer verklaard dat het volk zelf een tiran ten val mag brengen, onder leiding van hun gekozen magistraten. Zijn verhandeling Du droit des Magistrats sur leurs subiets is in dit opzicht een mijlpaal. Het werd anoniem gepubliceerd in 1574, na de moordpartij van de Bartholomëusnacht in 1572. Conclusie Er bestaat een afstand tussen Calvijn en Beza, maar deze is niet zo groot als vaak gedacht wordt. Beza is degene die het reformatorisch werk van Calvijn voorzet en stabiliseert. Hij is geen overgangsfiguur naar de latere gereformeerde orthodoxie en scholastiek met het
gebruik van logica en syllogismen. Voor Calvijn èn Beza is logica eenvoudig het analyserend vermogen van het verstand waarbij zij wel beseffen dat Gods wezen onbereikbaar is voor het menselijk verstand (Inst 1,5,1). Beza was één van geest met Calvijn zoals hij ook zelf betuigt. Hij bouwt voort op de fundamenten die Calvijn gelegde en draagt bij aan het samenhouden en uitbreiden van een internationale reformatorische gemeenschap. Hij is de belangrijkste predikant in Genève tussen 1564 en 1599 en kan terecht worden beschreven als een zeer vooraanstaande en vormende kracht van de reformatorische traditie. I. John Hesselink
17
kokBWbezaNEW6.indd 17
7/18/12 12:18 PM
théodore de bèze | Zijn leven, zijn werk
Tijdtafel van het leven van Beza
Beza / Geneve / Frankrijk
Jaar
Nederlanden en Europa
24 juni: Beza geboren te Vézelay Karel 1519 V wordt keizer van het Heilig Roomse rijk 1521
Rechtenstudie in Parijs
De Turken veroveren Belgrado
1522
1526 Slag bij Mohacs bedreigt Hongarije
Rechtenstudie in Orléans, in de kost bij Melchior Wolmar
1527/1528
Vergeefs 1529 beleg van Wenen door de Turken Beza volgt Wolmar naar Bourges
1530
Engeland: Hendrik VIII ‘supreme head’ van de 1531 Anglicaanse kerk
Terugkeer naar Orléans Stichting 1534 van de ‘Societas Jesu’ door Ignatius van Loyola
Engeland: Sluiting kloosters. Hun enorme bezit wordt 1534-1539 verkocht aan de lage adel en burgers. Dogma en inrichting van de kerk blijft onveranderd; wel wint evangelische invloed terrein, met name onder Edward VI (1547-1553) 1535
Wederdopersoproer in Amsterdam
1536
Denemarken: Invoering Reformatie
Afsluiten rechtenstudie en terugkeer naar Parijs
1539
1540 Polen: Johannes à Lasco verbreidt het Calvinisme in Polen. 1542
aus Paulus III voert de inquisitie (Heilig Officie) te P Rome in
1545-63
Concilie van Trente
18
kokBWbezaNEW6.indd 18
7/18/12 12:18 PM
inleiding
Beza: Poemata juvenilia
1548
24 oktober: Beza naar Genève
11 november: Calvijn zegent het huwelijk met Claudine Denosse in
Hoogleraar Grieks in Lausanne 1549
Engeland: Book of Common Prayer
Genève/Zürich: Concensus Tigurinus
Beza: Abraham sacrifiant
1550
Ernstig ziek vanwege de pest
1551
Beza: Psaumes mis en vers français
1551-1562
1552 Karel V slaat de eerste zilveren Carolus: De eerste uniforme gulden van de Zeventien Provinciën Beza: Epistola Magistri Benedicti Passavantii
1553
Engeland: 1553-1558 Scherpe reactie onder Maria de Bloedige, gehuwd met Filips II Beza: Tabula praedestinationis Filips 1555 II volgt zijn vader Karel V op als Heer der Nederlanden Beza: Eerste editie Novum 1557 Testamentum (latere edities in: 1565, 1582, 1589 en 1598)
Affaire ‘Rue Saint-Jacques’
Van Lausanne naar Genève 1558
Schotland: De Schotse adel sticht een bond tot bescherming van de heilige Schrift.
Ottomanen veroveren de Balearen
Calvijn: definitieve versie 1559 Willem I de Zwijger wordt stadhouder van Institutio Religionis Christianae in Holland en Zeeland Beza: Confession de la foi chrestienne Filips II stelt zijn halfzuster Margaretha van Parma aan als landvoogdes over de Noordelijke Nederlanden
19
kokBWbezaNEW6.indd 19
7/18/12 12:18 PM
théodore de bèze | Zijn leven, zijn werk
enève: stichting van de Academie. G Engeland: Elisabeth I niet ‘supreme head’, maar Beza is de eerste rector ‘supreme governor’ van de Anglicaanse kerk met aangepaste belijdenis, maar oude liturgie
Complot in Amboise, opstand tegen Frans II mede onder leiding van Hugenoten
1560
Beza naar Nérac als raadsheer van Antoine de Bourbon Affaire de Maligny: samenzwering tegen De Guise 11 december: Frans II sterft en Catharina de Medici wordt regentes
Colloque te Poissy Guido de Brès: Nederlandse geloofsbelijdenis 1561
Beza: Harangues prononces a Poissy Willem van Oranje verleent in Orange amnestie aan de Protestanten, in overeenstemming met het edict van Romorantin voor heel Frankrijk Conferentie van Saint-Germain (Parijs) Edict van tolerantie ook wel Edict 1562 Willem van Oranje wijst de rijksvorsten op de Rijksdag te van Saint-Germain Frankfurt op het plan van Filips II om in Frankrijk de Rooms-katholieken te hulp te komen en in de Nederlanden de Protestanten uit te roeien. Bloedbad van Vassy: soldaten van Hertog de Guise moorden het dorp Vassy uit
Eerste godsdienstoorlog
1562-1563
27 mei: Calvijn sterft Oranje spreekt uit in Raad van State dat vorsten niet mo1564 gen heersen over het geweten van hun onderdanen. Hij treedt daarna op tegen wederzijds geweld tussen protestanten en katholieken
20
kokBWbezaNEW6.indd 20
7/18/12 12:18 PM
théodore de bèze | Zijn leven, zijn werk
De familie De Bèze De plaats Bèze ligt circa 20 kilometer ten noordoosten van Dijon, gegroeid rond de abdij Bèze-Fontaine, en stamt nog uit de tijd der Merovingen. Bèze wordt in de oudste vermelding Bezua genoemd, wat dat zowel ‘bron’als ‘rivier in haar geboorte’ kan betekenen. Inderdaad is hier de bron van het riviertje de Bèze te vinden. Een treffende naam voor de stamgrond van een familie van wie een van de nakomelingen een zo belangrijke rol speelde in de Reformatie en de Renaissance: terugkeren naar de bron. In 1363 wordt een burger van Dijon, Garnier de Bèze, in de adelstand verheven door de Filips de Stoute, hertog van Bourgondië en stamvader van het ook in onze geschiedenis bekende Bourgondische huis. In dat jaar ontvangt deze vierde zoon van koning Jan II (de Goede) van Frankrijk het hertogdom Bourgondië van zijn vader als beloning voor zijn dappere gedrag als 14-jarige in de slag bij Poitiers (1356). Filips de Stoute (‘Le Hardi’ in het Frans) zal de grondslag leggen voor het Bourgondische rijk, dat ook de lage landen zal omvatten. Hij begint direct orde op zaken te stellen in Dijon, de hoofdstad, met een scherp oog voor bekwame dienstlieden, die hij met adelsgunsten poogt te binden. Eén van hen was Garnier de Bèze, die gehuwd was met Guillemette Prudhomme. In de opkomende steden van de late Middeleeuwen is het nooit goed uit te maken of feodale adel opgaat in het patriciaat, of dat het patriciaat adelsgunsten verwerft. Bij de familie De Bèze lijkt het op het laatste. Er wordt steeds gehuwd onder de hoge ambtenaren en bezitters van een seigneurie, een heerlijkheid. Garniers zoon Guillaume was raadsheer in het parlement te Parijs – het hoogste gerechtsorgaan van de koning –, zijn ene schoonzoon was zegelbewaarder, de andere ook raadsheer in het parlement van Parijs. De familie behoort als Théodore geboren wordt al anderhalve eeuw tot de bestuurlijke, laagadellijke bovenlaag van de bevolking. Zijn vader Pierre voert een wapen met op een rood vlak (keel, de heraldische kleur voor dienstbaar zijn) een blauwe dwarsbalk (azuur, wat staat voor trouw),
0.3 Het familiewapen van de familie Beza.
die beladen is met drie rozen. In het benedenvlak een sleutel van zilver (de kleur voor deugd en wijsheid). De sleutel staat voor overheidsambten. Vanaf Garnier en zijn zoon Guillaume loopt de lijn verder via kleinzoon Guyot naar Beza’s grootvader, een niet bij de voornaam bekende De Bèze (volgens sommigen Jean), die gehuwd was in tweede echt met Marguerite Pigot. Bij haar had hij vijf zonen en een dochter: Nicolas (1483-1532, seigneur van Cette en Chalonne, raadsheer in het gerechtshof te Parijs, en prior van Longjumeau) bij wie Théodore al op jonge leeftijd in huis kwam, dan volgt Pierre, de vader van Théodore. Er volgen nog een Jean en een Augustin, die verder geen sporen hebben nagelaten. De dochter Magdeleine, geboren in 1496, huwde Jean de La Porte, seigneur van Chevannes. De jongste was Claude, abt van Froidmont bij Beauvais. Pierre de Bèze was seigneur van La Selle-sur-Cher, Moissy, Moulinot en Challenoy en baljuw van Vézelay, een stad die direct onder de koning viel. Geen wonder dat de familie bekend was aan het hof. Ook had hij belangen in een zilvermijn. Théodore is de tweede zoon uit zijn eerste huwelijk,
26
kokBWbezaNEW6.indd 26
7/18/12 12:18 PM
inleiding
met Marie B(o)urdelot, een dochter van Pierre Burdelot, seigneur van Montfermeil, burgemeester van Tours (1485-1487) en secretaris van de koning, en van Marie Gaillard (van de heren van Villemorand). Een broer Jean en zuster Louise zijn vermoedelijk jong overleden. Théodores (volle) zuster Madeleine leeft tot 1564, zij was gehuwd met Jehan Colon, die in Vézelay de winstgevende zouthandel beheerste. Een oom van Théodore van moeders kant, Jean Bourdelot, was procureur generaal bij het gerechtshof te Parijs. Na een tienjarig huwelijk overlijdt Marie, de moeder van Théodore, in 1522. Vader Pierre hertrouwt in 1524 met Perette Tribolé, dochter van Claude Tribolé – ook een baljuw van Vézelay; voor dat ambt werd men voor een bepaalde tijd gekozen – en Marie le Poince dit Guichard. Hieruit komen zes kinderen voort, waarvan er drie overleefd hebben: Nicolas, baljuw van Vézelay (hij overleed in Genève), Jacques en Claude. Théodore is op 24 juni 1519 geboren te Vézelay en overleden op 13 oktober 1605 (Juliaanse kalender) te Genève. Daar was hij 24 oktober 1548 officieel gehuwd met Claudine Denosse; getuigen waren Jean Crespin en Laurent de Normandie. Théodore en Claudine kregen geen kinderen; Claudine had diverse miskramen. Begin 1588 is zij overleden. Reeds op 18 augustus in dat jaar hertrouwt Théodore met de Italiaanse Catherine del Piano, weduwe van Franco Taruffo. Haar dochter Anna Taruffo huwt in Geneve in 1588 Jean Baptiste Rocca. Uit
dit huwelijk komen drie dochters Rocca voort: Théodora (1591-1674), Catherine (1593-1640) en Marguerite (15981626). Beza overleeft zijn stiefdochter Anna RoccaTaruffo, die overlijdt in 1604. Zijn stiefkleindochter en naamgenote Théodore Rocca wordt zijn erfgenaam, want hij heeft uit zijn beide eigen huwelijken geen kinderen. Wel treedt hij herhaaldelijk op als peetvader. De jonge Théodore Rocca huwt in 1607 met Théodore Tronchin en krijgt zes dochters en twee zonen. Een opvallende bloedlijn in deze familie is die van dochter Judith: tien generaties later treffen wij de Engelse prins William aan, zo heeft Beza via zijn stiefkinderen Tronchin nog banden met het Engelse koningshuis vandaag. Deze ‘schoonzoon’ van Beza was hoogleraar Hebreeuws aan de universiteit te Genève; zijn uit dit huwelijk geboren kleinzoon, Louis Tronchin (1629-1705), werd predikant en hoogleraar theologie in Genève. Via Théodore Rocca komen de papieren van Beza in de handen van de familie Tronchin. Tot 1937 blijven zij in deze familie, dan worden zij verkocht aan het Musée historique de la Réformation en wordt deze rijke historische bron bewaard onder de naam ‘Fonds Tronchin’. Théodore de Bèze heette aanvankelijk Dieudonné, maar heeft later zijn voornaam vergriekst tot Théodore. In beide talen betekent dat: Gods geschenk. A.G. Balke
27
kokBWbezaNEW6.indd 27
7/18/12 12:18 PM
1.1
kokBWbezaNEW6.indd 28
7/18/12 12:18 PM
1 ézelay, parijs, bourges, v orléans (1519-1548) Maar laten wij terugkeren tot onze dichter en hervormer. Hij werd 24 juni 1519 geboren te Vézelay in Bourgondië. Zijn vader Pierre de Bèze, baljuw van de plaats, stamde uit de lage adel van Nevers; hij had, lijkt het, zijn adeldom op het spel gezet als directeur van de mijnen in de omgeving van Nevers. Alleen met een beetje goede wil konden leden van de adel deel uitmaken van de directie van een soort smidse. Pierre de Bèze liet zich dan ook door Hendrik II in 1551 brieven van bevestiging van zijn adelstand verlenen. De allure, de manieren en de welsprekendheid van Théodore de Bèze waren precies die van een gedistingeerde Franse edelman. Wanneer wij een blik slaan op zijn portret op de leeftijd van 29 jaar, terwijl hij de lauwerkrans van de dichter in zijn hand houdt, is dat voldoende om ons daarvan te verzekeren. Toen Théodore drie-en-een-half jaar oud was verklaarde zijn oom Nicolas de Bèze, raadsheer en schrijver van het parlement van Parijs en prior van Longjumeau, dat hij zou zorgen voor zijn opvoeding in Parijs. De moeder van Théodore, Marie Bourdelot, begeleidde de jongen naar zijn oom in Parijs. Zij stierf op de terugreis door een ongeluk met het paard. Zijn jeugdjaren in Parijs Emblema 2 waren veelbewogen: ziekten en zwarigheden ontbraken De hemel omringt ons niet. Maar op zekere dag hoorde de oom-tutor een beroemZie je, hoe deze cirkel aan alle kanten de leraar spreken in Orléans: Melchior Wolmar, die in staat het middelpunt omsluit en overal daarvan was om onderwijs te geven in Grieks, Latijn, Hebreeuws en even ver verwijderd is? recht. Théodore werd diens kostganger op de leeftijd van De cirkellijn brengt namelijk in beeld, acht of negen jaar. Toen Wolmar zich in 1530 in Bourges dat de hemel ons overal omringt vestigde volgde hij hem. Daar verkreeg het kind een zodaen dat het middelpunt, nige vaardigheid in de oude talen, dat schrijven in het Latijn dat de uitersten in evenwicht houdt, hem altijd gemakkelijker afging dan in het Frans. Men weet de aarde voorstelt. bijvoorbeeld, dat hij in zijn theologische werken op zijn Waarom treur je dan, vraag ik me af, rijpere leeftijd meer in zijn element is en meer nauwkeurig waartoe al dat getob van je, in zijn Latijn dan in zijn Frans, waar een luchtige vaagheid die de liefde voor je geloofsovertuiging soms kan blijven bestaan. uit het vaderland heeft verdreven? Bourges is een zeer belangrijke stad in het begin van de Als je op weg bent naar de hemel, zestiende eeuw, want het is het Europese centrum van het is deze, - waarheen je ook uitwijkt – humanistische recht. Men wist er het Romeinse recht te onvan daarginds niet verder verwijderd derwijzen in het licht van de antieke beschaving, en ontdekdan van hier.
29
kokBWbezaNEW6.indd 29
7/18/12 12:18 PM
théodore de bèze | Zijn leven, zijn werk
1.2 Het huis waar Beza op 24 juni 1519 te Vézelay geboren werd.
1.3 Gedenkplaquette aan het geboortehuis van Théodore de Bèze.
te wat aan het Justiniaanse recht voorafging, en keerde indien nodig terug naar de oude filosofen Plato en Aristoteles om de fundamenten van het natuurrecht in hoofdlijnen aan te geven. Dit had ook een plek in het onderwijs van Melchior Wolmar zodat de jonge Théodore het humanistische recht kende alvorens hij in Orléans de leergangen van het traditionele recht ging volgen, die hem een ware afkeer inboezemden. Dat alles is goed aangetoond door Christoph Strohm. Inderdaad, van dit vroegtijdige onderwijs van het humanistisch recht, heeft Beza een zeker gevoel voor het natuurrecht bewaard, van de ‘aequitas’ (= billijkheid), en van alles wat hij kon voegen bij de aansporing van Deuteronomium 13,19 ‘doet wat goed is in zijn ogen’. De antieke cultuur zoals Wolmar die wist door te geven aan zijn leerlingen, was doordrongen van alle aspecten van het leven: de poëzie, het recht, de religie. Men ging heel natuurlijk van het ene gebied naar het andere, met een geheel vanzelfsprekende
30
kokBWbezaNEW6.indd 30
7/18/12 12:18 PM
vézelay, parijs, bourges, orléans (1519-1548
Beza en de rechtswetenschappen Théodore de Bèze ontving zijn opleiding in een milieu dat door humanistische oriëntatie, studie van het civiele recht, en nabijheid tot evangelisch gedachtegoed gekenmerkt werd. Dit wordt duidelijk in de persoon van zijn belangrijkste vroege leraar, de filoloog en jurist Melchior Wolmar. Op 5 december 1528 komt de pas negenjarige jonge Théodore in zijn huis in Orléans aan, waar hij naast onderricht in het Grieks en Latijn ook in de jurisprudentie onderwezen wordt. In het jaar 1530 benoemt Margaretha van Navarra Wolmar als professor voor Grieks in Bourges, het centrum van humanistische jurisprudentie in Frankrijk, en Beza volgt zijn leermeester. Na de ‘Affaire des placards’ (eind 1534) wordt de situatie voor de talrijke aanhangers van de evangelische beweging gevaarlijk zodat Wolmar Bourges in 1535 verlaat. In hetzelfde jaar keert Beza, kort voor zijn zeventiende verjaardag, op bevel van zijn vader terug naar Orléans om daar zijn rechtenstudie voort te zetten. Op 11 augustus 1539 verwerft hij op de leeftijd van 21 jaar het licentiaat in de jurisprudentie. In aansluiting daarop wijdt hij zich – alweer op bevel van zijn vader – minstens nog een jaar aan de rechtenstudie in Parijs, waar traditioneel alleen het canonieke en niet het Romeins recht onderwezen wordt. 1. Verbondenheid met de humanistische jurisprudentie In december 1539, korte tijd na zijn studieafsluiting in Orléans, velt Beza een vonnis dat zijn verbondenheid met de humanistische hervorming van de rechtswetenschap toont. Hoofdkritiek van de humanisten was, dat
Guillaume Budé Als men Budé de bevallige Zon noemt van het Grieks en het Latijn, Dan spreekt men de waarheid, Maar dat is nog niet genoeg: want de Zon aan de hemel Is geringer dan Budé, die met een fraaie bedrevenheid De helderheid van de geesten weer heeft teruggebracht, En diezelfde klaarheid heeft gehuisvest.
de traditionele scholastieke rechtswetenschap zich in spitsvondigheden verloor. Precies deze kritiek neemt Beza op, wanneer hij van ‘bartolobaldizein’ van de juristen spreekt. Daarmee grensde hij zich op polemische wijze van de twee grootste autoriteiten van de rechtswetenschap, de glossatoren Bartolus de Saxofer-
1.4 Guillame Budé zoals afgebeeld in de Icones.
Guillaume Budé C’est dire verité, si Budé lon appelle Du grec et du latin le Soleil gracieux. Mais ce n’est assez dit: car le Soleil des cieux Est moindre que Budé, qui d’une adresse belle La clarté des esprits au monde a rapporté, Et a donne logis à la mesme clarté.
31
kokBWbezaNEW6.indd 31
7/18/12 12:18 PM
théodore de bèze | Zijn leven, zijn werk
rato en Baldus de Ubaldis, af. Daartegenover worden de belangrijkste vertegenwoordigers van de humanistische jurisprudentie positief gewaardeerd. De Italiaan Andrea Alciati, die in de jaren 1529 tot 1533 in Bourges onderwees, betitelt hij als ‘excellent jurisconsulte’ (=excellent jurist). De tweede grote stimulator van de humanistische jurisprudentie in Frankrijk, Guillaume Budé, betitelt Beza als ‘vir nostrae aetatis doctissimus’ (=meest geleerde man van onze tijd). De bijzondere waardering voor Budé komt ook daarin tot uitdrukking, dat Beza de lof op hem meer ruimte geeft in zijn vroege epitafen dan enig ander. De beide studieplaatsen van Beza, Orléans en vooral Bourges, waren centra van de nieuwe humanistische jurisprudentie. Drie belangrijkste punten weerspiegelen zich in Beza’s latere theologische werk. De humanistische juristen zetten zich in voor een historische contextualisering van het Romeinse recht. Men probeerde de oorspronkelijke formulering van de in het Corpus Juris Civilis verzamelde teksten te vatten en die in de samenhang met andere klassieke auteurs, zoals bijvoorbeeld Cicero, te zien. Beza heeft zich op een vergelijkbare manier ingezet voor een filologische en historisch-contextuele verklaring van de Bijbeltekst. Daarvan getuigt zijn levenslange werk aan de Annotationes in Novum Testamentum. Tweede kernpunt van de humanistische juristen was, de jurisprudentie in nauwe samenhang met de moraalfilosofie te verstaan. Dit streven de ethische dimensie van het recht naar voren te brengen, strookt in Beza’s werk met het gewicht dat hij vragen met betrekking tot ethiek, kerkorde evenals het ethisch gehalte van de Bijbeltekst toekent. Het derde kernpunt van de humanistische jurisprudentie was het uiteenzetten van grondbegrippen en grondgedachten van het Romeinse recht. De nieuwe leermethode, de zogenaamde ‘mos gallicus’, had dan ook als doel de studenten de spitsvondige onderscheidingen en wijdlopige commentaren te besparen, en in plaats van gedetailleerde verklaringen van afzonderlijke teksten een omvattend overzicht te bieden. De studenten moesten ertoe aangezet worden de grond-
gedachten van het Romeins recht te begrijpen. Terwijl de middeleeuwse uitleg en leer nauwgezet de opbouw van de gezaghebbende rechtsbronnen volgde, vraag men nu naar de juiste systematische plaats van een bepaling. Dit komt overeen met de uitgesproken systematische interesse van de theologie Beza. Het vindt bijvoorbeeld haar neerslag in de systematisering van de predestinatieleer van Calvijn. Ook zorgde Beza ervoor dat zijn collega aan de Geneefse Academie, de theologie professor Lambert Danaeus, een grondige meerdelige systematische uiteenzetting van de christelijke leer vervaardigd had. Naast deze nogal algemene potentiële invloeden van de rechtenstudie op het theologische werk van Beza, kunnen ook concrete uitvloeisels vastgesteld worden. 2. Betrekkingen op het recht in theologische werken In 1568 liet Beza een verhandeling over polygamie en echtscheiding drukken (De polygamia et divortiis), die een jaar later gevolgd werd door een andere, bijna 400 bladzijden omvattende, verhandeling over de echtscheiding (De repudiis et divortiis). Aanleiding was een in 1563 gepubliceerd geschrift van Bernardino Ochino, waarin hij uit respect voor het Oude Testament benadrukt had dat polygamie door de wet van Mozes niet uitdrukkelijk verboden was en het huwelijk daarmee een menselijke, veranderlijk instelling was. Beza vreesde dat deze stellingen alle hervormden verweten konden worden. Meer nog zag hij zich echter uit fundamenteel theologische motief genoodzaakt te antwoorden. Want het benadrukken van de eenheid tussen het Oude en Nieuwe Testament, en de hoogachting voor de oudtestamentische wetten vroegen om een verklaring van de verhoudingen tot nieuwtestamentische uitspraken en – in kwesties rond de huwelijkswetgeving – het Romeinse en canoniek recht. De verhandeling De repudiis et divortiis biedt een gedetailleerde uiteenzetting van de regelingen in het burgerlijke recht, wat voor Beza het Romeinse recht betekent. Hier wordt zichtbaar dat Beza een wezenlijke overeenstemming ziet tussen het Romeinse en het goddelijke recht, zoals dat in de Schrift geschreven staat.
32
kokBWbezaNEW6.indd 32
7/18/12 12:18 PM
vézelay, parijs, bourges, orléans (1519-1548
Slechts op enkele plaatsen wijst hij op het Romeinse recht, wanneer hij bijvoorbeeld de echtscheiding op andere gronden dan echtbreuk toestaat. Het canonieke recht daarentegen wordt zeer kritisch gewaardeerd. Een ander geschrift waarin Beza’s juridische scholing duidelijk wordt, is het direct na de Bartholomëusnacht geschreven en anoniem verschenen geschrift De iure magistratuum in subditos (1572). Beza begint met de Bijbels gefundeerde vaststelling dat alleen God de hoogste autoriteit toekomt, de wereldlijke heersers daarom alleen in zijn naam handelen, evenals de Bijbelse instructie dat men God meer gehoorzaamheid schuldig is dan mensen (Hnd 5,29). De vraag wat gebeuren moet wanneer een heerser tegen het goddelijke en het menselijke recht ingaat, wordt vervolgens hoofdzakelijk door de uitleg van teksten uit het Romeinse en middeleeuwse recht, evenals de blik op talrijke constitutionele modellen in de geschiedenis beantwoord. De beslissende stelling in dit geschrift, namelijk dat in geval van tekortschieten van de hogere standen in het koninkrijk de lagere magistraten tot weerstand tegen de tot tiran geworden heerser geroepen zijn, legt Beza echter overwegend met behulp van juridische argumenten uit. 3. De geldigheid van de oudtestamentische wetgeving In het jaar 1577 publiceert Beza onder de titel Lex Dei moralis, ceremonialis et politica ex libris Mosis excerpta, et in certas classes distributa een thematisch ingedeelde verzameling van wetsteksten uit de Pentateuch. Zoals Beza in de titel aangeeft, brengt hij in zijn geschrift over de talrijke wetsteksten in de Pentateuch de onderscheiding aan tussen de morele, ceremoniële en de politieke of burgerlijke wetgeving. Opvallend is de sterk uiteenlopende omvang van de afzonderlijke delen. Terwijl de morele wet niet meer dan de verschillende versies van de Decaloog omvat, vult het betoog over de ceremoniële en burgerlijke wetgeving het grootste deel van dit geschrift. In de inleiding formuleert Beza zijn doel, de goddelijke wet niet alleen overeenkomstig deze drie namen in te delen, maar evenzeer afzonderlijke rubrieken te vormen. Hij wijst er uitdrukkelijk op dat
1.5 Titelpagina van Lex Dei moralis, ceremonialis et politica.
hij deze methode uit het domein van de rechtswetenschap heeft overgenomen. De ‘lex ceremonialis’ en de ‘lex iudicialis’ werden, zoals het in het Corpus Iuris Civilis bewaarde romeinse recht, in thematische afdelingen onderverdeeld. Doel van deze methode is de burgerlijke wetgeving van het Oude Testament als voorbeeld voor de vorming van het civiele recht in het heden voor te stellen. Deze veranderingen zijn karakteristiek ten opzichte van Calvijn. Terwijl deze in zijn Institutio Christianae Religionis alleen een uitleg van de Decaloog als de eeuwige ‘lex Dei moralis’ biedt en bijna geheel afziet van een uiteenzetting van de ceremoniële en burgerlijke wetgeving, schijnt dat laatste voor Beza te domineren. Het door Calvijn benadrukte onderscheid tussen ‘lex moralis’ en ‘iudicialis’ is bij Beza bijna niet meer te vinden. Volgens de opvatting van Calvijn heeft alleen de morele wet, zoals in de tien geboden samengevat, ook voor de
33
kokBWbezaNEW6.indd 33
7/18/12 12:18 PM
théodore de bèze | Zijn leven, zijn werk
christenen geldigheid. De aan het volk Israël gegeven burgerlijke wetten, dat is het civiele recht in de Israëlitische gemeenschap, hadden evenals de ceremoniële of cultuswetten door de komst van Christus afgedaan. Bij Beza treedt hier een verandering op die in het dispuut over de vraag naar de omgang met ketters een centrale rol speelde. Na de terechtstelling van de anti-trinitariër Michael Servet was er een controverse ontstaan tussen Sebastiaan Castellio en Calvijn respectievelijk Beza. In het jaar 1554, nog tijdens het leven van Calvijn, liet Beza een werk drukken, De haereticis a civili Magistratu puniendis, waarin hij inging op de kritiek van Castellio op de executie van Servet. Fundamenteel voor zijn argumentatie tegen Castellio is de opvatting, dat de Mozaïsche wet, volgens welke de verleider tot afgodendienst met de doodstraf bestraft moet worden, ook in het heden toe te passen is. In principe erkent Beza een verschillende behandeling van de oudtestamentische morele wetgeving, die in de Decaloog is samengevat, en de burgerlijke wetgeving. Zijn oogmerk is echter daarop gericht, het onderscheid
tussen het de burgerlijke wetgeving en de wezenlijke afgedane ceremoniële wetgeving aan te tonen. Juist dit onderscheid, zo bekritiseert hij met een juridische term ‘dissimuliere’, negeert Castellio. De ceremoniële wet was voor iedereen geldig, maar slechts in de tijd tot de komst van Christus. De burgerlijke wetgeving was weliswaar alleen voor het Joodse volk, maar qua principe blijvend en algemeen geldend. Terwijl de ceremoniële wet door het evangelie achterhaald is, moet de actuele relevantie van de burgerlijke wetgeving overeenkomstig het criterium van de billijkheid (‘aequitas’) beslist worden. Daarmee neemt Beza een begrip op dat in het streven van de humanistische rechtswetenschap, de fundamentele principes van het Romeinse recht uit te werken, centraal stond. Aan het doel de billijkheid en rechtvaardigheid (‘aequitas’ en ‘iustitia’) van de oudtestamentische burgerlijke wetgeving in het algemeen en het gebod ketters te bestraffen (Dtn 13) in het bijzonder, uit te werken zijn dan ook omvangrijke uiteenzettingen gewijd. Chr. Strohm
34
kokBWbezaNEW6.indd 34
7/18/12 12:18 PM