ORPRO
O
ORPRO
O
EF
JE • V
op elk niveau
JE • V
VAN DALE
VERVOEGEN
ORPRO
REEKS
JE • V
O
ORPRO
WERKWOORDEN
EF
EF
JE • V
O
EF
WERKWOORDGRAMMATICA’S
Dit is een voorproefje van de Van Dale Werkwoordgrammatica’s Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Italiaans.
V O ORPRO
EF
EF
O
ORPRO
ORPRO
JE
O
ORPRO
De Van Dale Werkwoordgrammatica’s zijn geschreven door ervaren taaldocenten. Ze zijn onmisbaar voor iedereen die een taal leert, waaronder scholieren in het middelbaar onderwijs, studenten aan hogeschool of universiteit en taalcursisten.
EF
JE • V
O
Grip op werkwoorden • Glasheldere uitleg van de werkwoordregels • Uitgebreide tabellen met alle vervoegingen • Indeling in niveaus op basis van het Europees Referentiekader (ERK) • Duidelijke opbouw van het basisniveau A1 tot het hoogste niveau B2, C1 of C2 • Elk niveau een eigen kleur voor optimale herkenning • Voorbeelden en uitdrukkingen die passen bij het ERK-niveau
EF
E •V
De Van Dale Werkwoordgrammatica’s helpen je bij het vervoegen én begrijpen van werkwoorden. In het eerste gedeelte lees je alles over de theorie van het werkwoord. Het tweede gedeelte bestaat uit tabellen met vervoegingen. Het uitgebreide register achterin verwijst je naar de juiste tabel.
RO
•V JE • V
O P
Omslag Voorproefje Werkwoordgrammatica's b.indd Alle pagina's
EF
O
www.vandale.nl www.vandale.be
21-06-16 14:04
JE
WERKWOORDEN VERVOEGEN
op elk niveau Voor sommigen een makkie, voor velen een lastige klus: de grammatica van werkwoorden. Nu zijn er de Van Dale Werkwoordgrammatica’s, waarmee het begrijpen en vervoegen van werkwoorden veel makkelijker gaat. De Van Dale Werkwoordgrammatica’s leggen alle regels glashelder uit en hebben uitgebreide overzichten met alle vervoegingen. De Werkwoordgrammatica’s zijn ingedeeld in ERK-niveaus, zodat iedereen op zijn eigen taalniveau kan leren. De Van Dale Werkwoordgrammatica’s zijn geschreven door ervaren taaldocenten. De boeken zijn onmisbaar voor iedereen die een taal leert, of dat nu scholieren in het middelbaar onderwijs zijn, studenten aan een hogeschool of universiteit, of taalcursisten. Dit is een voorproefje van de Van Dale Werkwoordgrammatica’s. Blader snel verder om te zien hoe de boeken er vanbinnen uitzien!
ERK: Het Europees Referentiekader is ontwikkeld door de Raad van Europa en is door de EU geaccepteerd als instrument voor het beschrijven én meten van taalvaardigheid voor de moderne Europese talen. ERK is een transparant en functioneel systeem, dat steeds meer gebruikt wordt in het onderwijs. De beschrijvingen van de taalniveaus zijn te vinden in de tabel op pagina 3 van dit voorproefje.
1 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 1
21-06-16 12:29
De Van Dale Werkwoordgrammatica’s zijn geschreven door ervaren taaldocenten en zijn verkrijgbaar in de volgende talen: NEDERLANDS ISBN: 9789460771620 (boek) 9789460771682 (e-book) ENGELS ISBN: 9789460771637 (boek) 9789460771699 (e-book) FRANS ISBN: 9789460771651 (boek) 9789460771712 (e-book) DUITS ISBN: 9789460771644 (boek) 9789460771705 (e-book) SPAANS ISBN: 9789460771668 (boek) 9789460771729 (e-book) ITALIAANS ISBN: 9789460771613 (boek) 9789460771675 (e-book)
€ 24,99 per boek
€ 17,99 per e-book
Van Dale-producten zijn verkrijgbaar in de webwinkel van Van Dale: www.vandale.nl / www.vandale.be. Voor grote aantallen kunt u contact opnemen via zakelijk@vandale.nl / zakelijk@vandale.be. 2
BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 2
21-06-16 12:29
EFJE
•V
P
RO
OORP
Beschrijving van de taalniveaus van A1 tot C1 Begrijpen
Spreken
Schrijven
Luisteren
Lezen
Productie
Interactie
Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken.
Ik kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in catalogi.
Ik kan eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om mijn woonomgeving en de mensen die ik ken, te beschrijven.
Ik kan deelnemen aan een eenvoudig gesprek, wanneer de gesprekspartner bereid is om zaken in een langzamer spreektempo te herhalen of opnieuw te formuleren en mij helpt bij het formuleren van wat ik probeer te zeggen. Ik kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen.
Ik kan een korte, eenvoudige ansichtkaart schrijven, bijvoorbeeld voor het zenden van vakantiegroeten. Ik kan op formulieren persoonlijke details invullen, bijvoorbeeld mijn naam, nationaliteit en adres noteren op een hotelinschrijvingsformulier.
A1
Ik kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over mezelf en mijn familie, winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Ik kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen.
Ik kan zeer korte eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu’s en dienstregelingen en ik kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen.
Ik kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen mijn familie en andere mensen, leefomstandigheden, mijn opleiding en mijn huidige of meest recente baan te beschrijven.
Ik kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Ik kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel ik gewoonlijk niet voldoende begrijp om het gesprek zelfstandig gaande te houden.
Ik kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Ik kan een zeer eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken.
A2
Ik kan de hoofdpunten begrijpen wanneer in duidelijk uitgesproken standaarddialect wordt gesproken over vertrouwde zaken die ik regelmatig tegenkom op mijn werk, school, vrije tijd enz. Ik kan de hoofdpunten van veel radio-of tv-programma’s over actuele zaken of over onderwerpen van persoonlijk of beroepsmatig belang begrijpen, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt.
Ik kan teksten begrijpen die hoofdzakelijk bestaan uit hoogfrequente, alledaagse of aan mijn werk gerelateerde taal. Ik kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven begrijpen.
Ik kan uitingen op een simpele manier aan elkaar verbinden, zodat ik ervaringen en gebeurtenissen, mijn dromen, verwachtingen en ambities kan beschrijven. Ik kan in het kort redenen en verklaringen geven voor mijn meningen en plannen. Ik kan een verhaal vertellen, of de plot van een boek of film weergeven en mijn reacties beschrijven.
Ik kan de meeste situaties aan die zich kunnen voordoen tijdens een reis in een gebied waar de betreffende taal wordt gesproken. Ik kan onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn, of mijn persoonlijke belangstelling hebben of die betrekking hebben op het dagelijks leven (bijvoorbeeld familie, hobby’s, werk, reizen en actuele gebeurtenissen).
Ik kan eenvoudige samenhangende tekst schrijven over onderwerpen die vertrouwd of van persoonlijk belang zijn. Ik kan persoonlijke brieven schrijven waarin ik mijn ervaringen en indrukken beschrijf.
B1
Ik kan een langer betoog en lezingen begrijpen en zelfs complexe redeneringen volgen, wanneer het onderwerp redelijk vertrouwd is. Ik kan de meeste nieuws- en actualiteitenprogramma’s op de tv begrijpen. Ik kan het grootste deel van films in standaarddialect begrijpen.
Ik kan artikelen en verslagen lezen die betrekking hebben op eigentijdse problemen, waarbij de schrijvers een bepaalde houding of standpunt innemen. Ik kan eigentijds literair proza begrijpen.
Ik kan duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen presenteren over een breed scala van onderwerpen die betrekking hebben op mijn interessegebied. Ik kan een standpunt over een actueel onderwerp verklaren en de voordelen en nadelen van diverse opties uiteenzetten.
Ik kan zodanig deelnemen aan een vloeiend en spontaan gesprek, dat normale uitwisseling met moedertaalsprekers redelijk mogelijk is. Ik kan binnen een vertrouwde context actief deelnemen aan een discussie en hierin mijn standpunten uitleggen en ondersteunen.
Ik kan een duidelijke, gedetailleerde tekst schrijven over een breed scala van onderwerpen die betrekking hebben op mijn interesses. Ik kan een opstel of verslag schrijven, informatie doorgeven of redenen aanvoeren ter ondersteuning vóór of tégen een specifiek standpunt. Ik kan brieven schrijven waarin ik het persoonlijk belang van gebeurtenissen en ervaringen aangeef.
B2
Ik kan een langer betoog begrijpen, zelfs wanneer dit niet duidelijk gestructureerd is en wanneer relaties slechts impliciet zijn en niet expliciet worden aangegeven. Ik kan zonder al te veel inspanning tv-programma’s en films begrijpen.
Ik kan lange en complexe feitelijke en literaire teksten begrijpen, en het gebruik van verschillende stijlen waarderen. Ik kan gespecialiseerde artikelen en lange technische instructies begrijpen, zelfs wanneer deze geen betrekking hebben op mijn terrein.
Ik kan duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen geven over complexe onderwerpen en daarbij sub-thema’s integreren, specifieke standpunten ontwikkelen en het geheel afronden met een passende conclusie.
Ik kan mezelf vloeiend en spontaan uitdrukken zonder merkbaar naar uitdrukkingen te hoeven zoeken. Ik kan de taal flexibel en effectief gebruiken voor sociale en professionele doeleinden. Ik kan ideeën en meningen met precisie formuleren en mijn bijdrage vaardig aan die van andere sprekers relateren.
Ik kan me in duidelijke, goed gestructureerde tekst uitdrukken en daarbij redelijk uitgebreid standpunten uiteenzetten. Ik kan in een brief, een opstel of een verslag schrijven over complexe onderwerpen en daarbij de voor mij belangrijke punten benadrukken. Ik kan schrijven in een stijl die is aangepast aan de lezer die ik in gedachten heb.
C1
37 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 3 Werkwoordgrammatica Nederlands 2016.indb 7
21-06-16 12:29 27-01-16 16:12
Van Dale Werkwoordgrammatica Nederlands 1A uaeviN
LTABEL EBAT
010 1
A1 1 A
Niveau A1 Niveau A1
Onregelmatige (sterke) werkwoorden nedroowkrew )ekrets( egitamlegernO eten (5)
liggen neggi(6) l
nete
eten
)6liggen ( neggil
sjiw ednenotnaa djit egidvoltooid roownetegenwoordige get diootlov tijd djit egidroowneget diootlovno lig negeleg nheb etegeg gegeten beh gelegen gil tee ki ligt negeleg nhebt etegeg gegeten tbeh gelegen tgil tee u ,ej ,jij ligt negeleg nheeft etegeg gegeten tfeeh gelegen tgil tee teh ,jiz ,jih liggen negeleg nhebben etegeg ngegeten ebbeh gelegen neggil nete ew ,jiw liggen negeleg nhebben etegeg ngegeten ebbeh gelegen neggil nete eilluj liggen negeleg nhebben etegeg ngegeten ebbeh gelegen neggil nete ez ,jiz
gebiedende wijs eet!
lig! negeleg
Onregelmatige werkwoorden als eten en liggen
gelegen !gil
10
A1
)5( nete
aantonende wijs onvoltooid tegenwoordige tijd ik eet jij, je, u eet hij, zij, het eet wij, we eten jullie eten zij, ze eten
drvoltooid oowleed deelwoord diootlov netegeg gegeten
TABEL
sjiw ednedeibeg !tee
neggil ne nete sla nedroowkrew egitamlegernO
infinitief djit egidroownegvoltooid et diootltegenwoordige ov feitin tijd ifni • aankomen isnaangekomen emokeg si nemok • • beginnen thiscobegonnen keg tfeeh nepok • • begrijpen negis/heeft erkeg tfbegrepen eeh negjirk • • brengen nheeft egeleggebracht tfeeh neggil • • doen nheeft epoleggedaan tfeeh nepol • • dragen nem heeft oneggedragen tfeeh nemen • • drinken negnheeft avtnogedronken tfeeh negnavtno • • eten nheeft edereggegeten tfeeh nedjir • • gaan neveis rhgegaan cseg tfeeh nevjirhcs • • geven nekheeft orpseggegeven tfeeh nekerps • • hebben nheeft aatseggehad tfeeh naats • • helpen nedheeft noveggeholpen tfeeh nedniv • • houden heeft neizeggehouden tfeeh neiz • • kiezen heeft tseegekozen weg si njiz • • kijken nheeft etezeggekeken tfeeh nettiz •
infinitief djit egidroownegvoltooid et diootltegenwoordige ov feititijd nifni • komen nem isogekomen kegnaa si nemoknaa • • kopen heeft nennogekocht geb si nennigeb • • krijgen neperheeft geb tfgekregen eeh/si nepjirgeb • • liggen thheeft carbeggelegen tfeeh negnerb • • lopen nheeft aadeggelopen tfeeh neod • • nemen negheeft ardeggenomen tfeeh negard • • ontvangen neknheeft ordegontvangen tfeeh neknird • • rijden nheeft etegeggereden tfeeh nete • • schrijven heeft nageschreven ageg si naag • • spreken neheeft vegeggesproken tfeeh neveg • • staan heeft daheggestaan tfeeh nebbeh • • vinden nepheeft loheggevonden tfeeh nepleh • • zien nedheeft uoheggezien tfeeh neduoh • • zijn neiszogeweest keg tfeeh nezeik • • zitten neheeft kekeggezeten tfeeh nekjik •
Wist je dat? ?tad ej tsiW Onregelmatige werkwoorden.dworden meonegook nedrwel oowsterke krew ewerkwoorden krets lew koogenoemd. nedrow nedroowkrew egitamlegernO Vorm mroV Onregelmatige teH .djit ediowerkwoorden otlov ed ne nedzijn elremeestal v ed ni galleen itamleonregelmatig gerno neella lain tsde eem verleden njiz neden rode owvoltooide krew egitatijd. mleHet gernO voltooid deelwoord .dmrovevan g sleonregelmatige ger ed sneglov werkwoorden tein kaav si nedisrovaak owkniet rew volgens egitamlede geregels rno nagevormd. v droowleed diootlov In de onvoltooid jib eid stegenwoordige laoz sleger ed ntijd edrovolgen owkreonregelmatige w egitamlegernwerkwoorden o neglov djit ede gidregels roownzoals eget ddie ioobij tlovno ed nI regelmatige werkwoorden zijn gegeven. .nevegeg njiz nedroowkrew egitamleger Werkwoorden tdleg taD .droals owbeginnen, leed dioobegrijpen tlov teh nen i -eontvangen g neeg nekrijgen gjirk neggeen navtngeo nin e nhet epjivoltooid rgeb ,nenndeelwoord. igeb sla nedDat roow geldt kreW ook voor andere werkwoorden die met be- of.nontennbeginnen. igeb -tno fo -eb tem eid nedroowkrew eredna roov koo › beginnen is begonnen nennogeb si nennigeb › › begrijpen heeft begrepen nepergeb tfeeh nepjirgeb › › ontvangen heeft ontvangen negnavtno tfeeh negnavtno ›
droowkrew dlwerkwoord, etsegnemas geen raabdgeiehin cs voltooid = wleed dioot lo=v scheidbaar ni -eg neeg samengesteld ,droowkrew rawerkwoord abdiehcs-tein = = niet-scheidbaar ;droodeelwoord;
4
75 57 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 4
21-06-16 12:29
Van Dale Werkwoordgrammatica Nederlands Van Dale Werkwoordgrammatica Nederlands
TABEL
10
A1
Niveau A1
TABEL
Voorbeelden › Ik heb een mooi cadeau gekregen. › Mijn zus heeft op de markt een jurk gekocht. › Hij heeft gisteren te veel bier gedronken. › Eet eens door. › We hebben pannenkoeken gegeten. › Hebben jullie televisie gekeken? › Help jij ook even? › Hij heeft goed geholpen.
› › › › › › › ›
Je hebt me goed geholpen! Ze zijn naar de stad gelopen. Kom je op tijd? Jan is te laat gekomen Ik krijg net een berichtje. Neem jij nog een biertje? Zij heeft haar vriend een sms geschreven. Wij zijn gisteren naar de bioscoop geweest.
10
A1
Enkele uitdrukkingen en/of collocaties Niet aankomen! › ergens vandaan komen over iets beginnen › Dat komt ervan! er niets van begrijpen › een cadeau krijgen geluk brengen › les krijgen tot staan brengen › blijven liggen een bril dragen › gaan liggen koffie/thee drinken › op de grond liggen Eet smakelijk! › naar buiten lopen een appel eten › gevaar lopen iemand een hand geven › een biertje nemen Dat geeft niet. › de trein nemen veel om iemand geven › een bericht ontvangen Kan ik u ergens mee helpen? › een brief ontvangen iemand een handje helpen › naar huis rijden van iemand houden › hard rijden van pizza houden › een e-mail schrijven zijn mond houden › Hoe schrijf je dat? iemand tot voorzitter kiezen › duidelijk spreken boos kijken › Engels spreken televisie kijken › spreken over Hij komt uit Spanje. › Wat vind jij? bij elkaar komen › Ik vind het goed. Het komt wel goed. › Ik kan mijn telefoon niet vinden. Hoe komt het dat …? › op een stoel zitten
A1
› › › › › › › › › › › › › › › › › › › › › › › ›
5
76
BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 5
21-06-16 12:29
Van Dale Werkwoordgrammatica Nederlands Van Dale Werkwoordgrammatica Nederlands
TABEL TABEL
31 31
Niveau B1-B2
Engelse werkwoorden in het Nederlands
B1 B1 B2 B2
faxen (E1-E5)
A1
aantonende wijs onvoltooid tegenwoordige tijd ik fax jij, je, u faxt hij, zij, het faxt wij, we faxen jullie faxen zij, ze faxen
appen (E6)
shoppen (E7)
scoren (E8)
saven (E9)
app appt appt appen appen appen
shop shopt shopt shoppen shoppen shoppen
scoor scoort scoort scoren scoren scoren
save savet savet saven saven saven
geappt geappt geappt geappt geappt geappt
geshopt geshopt geshopt geshopt geshopt geshopt
gescoord gescoord gescoord gescoord gescoord gescoord
gesaved gesaved gesaved gesaved gesaved gesaved
appte appte appte appten appten appten
shopte shopte shopte shopten shopten shopten
scoorde scoorde scoorde scoorden scoorden scoorden
savede savede savede saveden saveden saveden
geappt geappt geappt geappt geappt geappt
geshopt geshopt geshopt geshopt geshopt geshopt
gescoord gescoord gescoord gescoord gescoord gescoord
gesaved gesaved gesaved gesaved gesaved gesaved
A1
voltooid tegenwoordige tijd ik heb jij, je, u hebt hij, zij, het heeft wij, we hebben jullie hebben zij, ze hebben
A2
onvoltooid verleden tijd ik jij, je, u hij, zij, het wij, we jullie zij, ze
B2
voltooid verleden tijd ik had jij, je, u had hij, zij, het had wij, we hadden jullie hadden zij, ze hadden
A2
onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd ik zal faxen appen jij, je, u zal, zult faxen appen hij, zij, het zal faxen appen wij, we zullen faxen appen jullie zullen faxen appen zij, ze zullen faxen appen
shoppen shoppen shoppen shoppen shoppen shoppen
scoren scoren scoren scoren scoren scoren
saven saven saven saven saven saven
B1
voltooid tegenwoordige toekomende tijd ik zal gefaxt jij, je, u zal, zult gefaxt hij, zij, het zal gefaxt wij, we zullen gefaxt jullie zullen gefaxt zij, ze zullen gefaxt
geappt geappt geappt geappt geappt geappt
geshopt geshopt geshopt geshopt geshopt geshopt
gescoord gescoord gescoord gescoord gescoord gescoord
gesaved gesaved gesaved gesaved gesaved gesaved
A1
gebiedende wijs
fax!
app!
shop!
scoor!
save!
A1
voltooid deelwoord
gefaxt
geappt
geshopt
gescoord
gesaved
gefaxt gefaxt gefaxt gefaxt gefaxt gefaxt faxte faxte faxte faxten faxten faxten gefaxt gefaxt gefaxt gefaxt gefaxt gefaxt
hebben hebben hebben hebben hebben hebben
6
140 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 6
21-06-16 12:29
Van Dale Werkwoordgrammatica Nederlands Van Dale Werkwoordgrammatica Nederlands
TABEL
31
B1 B2
Niveau B1-B2 sdnalredeN acitammargdroowkreW elaD naV
Deze -e- blijft staan in alle vervoegingen in alle tijden. .nedjit ella ni negnigeovrev ella ni naats tfjilb -e- ezeD
TABEL LEBAT
stam ik save ik delete ik upgrade
B1 1B 2B B2
o.t.t. o.v.t. .t.t.v hij savet devhij asesavede g tfeeh jih hij deletet tetelhij ededeletete g tfeeh jih hij upgradetdedargphij üeupgradede g tfeeh jih
v.t.t. .t.v.o .t.t.o hij heeft edevagesaved s jih tevas jih hijeheeft tetelegedeletet d jih teteled jih ehij ded heeft argpgeüpgraded u jih tedargpu jih
mats evas ki eteled ki edargpu ki
31 13
Als eid de knlaatst alk neuitgesproken e fo tfeeh /oo/lettergreep egnal nee dvan roow een kreEngels w slegn werkwoord E nee nav peen eerglange rettel/oo/ neko heeft rpsegoftieen u tstklank aal ed die slA daarop lijkt, krijgt de stam een dubbele o. .o elebbud nee mats ed tgjirk ,tkjil poraad Engelse infinitief to promote to score
Nederlandse infinitief mastam ts feitinifni esdnalredeN promoten toomorpik kipromoot netomorp scoren roocsik kiscoor nerocs
feitinifni eslegnE etomorp ot erocs ot
nOm edrde oow onvoltooid krew eslegverleden nE roov ttijd droof w ,het nekvoltooid am et drodeelwoord owleed dioteotmaken, lov teh fwordt o djit nvoor edelEngelse rev dioowerkwoorden tlovno ed mO niet ni regekeken ttel etstaanaar l ed de navlaatste knalkletter ed slA van .drde etsstam, iulegmaar raamgeluisterd. ,mats ed naAls v rede tteklank l etstaavan l ed de raalaatste n nekeletter keg tein in ’t kofschip.m staat, ats ekomt d reth-te ca n ofed -ten - fo achter ed- neede restam. tmokAnders srednAkomt .matser edeen reth-de ca of ne-den t- fo eachter t- tmode k ,tstam. aats pihcsfok t’ Engelse infinitief .t.t.v Nederlandse .t.v.o infinitief mastam ts feitinifni o.v.t. esdnalredeN fev.t.t. itinifni eslegnE to race tecareg beh ki racenetecar ki ecarik kirace ik racetenecar ik heb geracet ecar ot to tskate etakseg beh ki skaten etetaks ki etaksik kiskate ik skatete netaks ik heb geskatet etaks ot to faxtxafeg beh ki faxen etxaf ki xafik kifax ik faxte nexaf ik heb gefaxtxaf ot to app tppaeg beh ki appenetppa ki ppaik kiapp ik appteneppa ik heb geappt ppa ot dto edupgrade argpüeg beh ki upgraden ededargpu ki edargpuik kiupgrade ik upgradede nedargpu ik heb geüpgraded edargpu ot dato oldownload nwodeg beh ki eddownloaden daolnwod ki daolnwodik kidownload iknedownloadde daolnwod ik heb dagedownload olnwod ot Is.d dejitlaatste nedelrletter ev diovan otloeen vnostam ed nieen t foddof edeen tlebt,bu dan dreverdubbelt v nad ,t neede foddof netein mde atsonvoltooid nee nav retverleden tel etstaaltijd. ed sI › ik download - ik downloadde eddaolnwod ki - daolnwod ki › › ik chat - ik chatte ettahc ki - tahc ki › In het drvoltooid oow nee deelwoord nav dnie tekomt h naa er ;mniets ats edachter nav t-de fo -d d- of ed-trevan thcade ststam; ein re aan tmohet k dreind oowlvan eed een dioowoord tlov teh nI mogen bijna nooit twee dezelfde letters staan. .naats srettel edflezed eewt tioon anjib negom › gedownload daolnwodeg › › gechat tahceg › Als dween uohEngels cseb drwerkwoord oowkrew tidop naeen v msj-klank ats ed tdeindigt, row naddan ,tgidwordt nie knde alk stam -js nevan e podit drwerkwoord oowkrew slebeschouwd gnE nee slA als eindigend op een -s .djen it ekomt diootler ov-te/-ten ed ni t-in nede e no.v.t. e .t.v.en o eeen d ni-tneint-de /et-voltooide re tmok ntijd. e s- nee po dnegidnie sla Engelse infinitief .t.t.v to push thsupeg beh ki to thstretch ctertseg beh ki
Nederlandse .t.v.o infinitief mastam ts feitinifni o.v.t. esdnalredeN pushen ethsup ki hsupik kipush ik pushte nehsup stretchen ethcterts ki hctertsik kistretch ik stretchte nehcterts
fev.t.t. itinifni eslegnE ik heb gepusht hsup ot ik heb gestretcht hcterts ot
Bijvoeglijk gebruik kiurbeg kjilgeovjiB aHet rtxevoltooid nee kaadeelwoord v nad tgjirkan k neook nedals row tkiurbeg dnaamwoord roowmaan kgebruikt jilgeovjiworden b sla kooen nakrijgt k droodan wleevaak d diooeen tlovextra teH bijvoeglijk -e. Indtegenstelling iootlov teh natot v dn iniede teonvoltooid h naa t- fo dverleden - ed tdrowtijd djiwordt t nedelde rev-ddof ioo-ttlaan ovnhet o edeind ni tovan t gnhet illetvoltooid sneget nI .etcerid slaniet evlaverdubbeld heb ,tkaamals eg ter dreen ow nbijvoeglijk av droowm aan kjilgeovvan jib nwordt ee re sgemaakt, la dlebbubehalve drev teinals drdirect oowleed deelwoord naamwoord voor die -d of -t een korte klinker staat. .taats reknilk etrok nee t- fo d- eid roov voltooid deelwoord kiurbeg kbijvoeglijk jilgeovjib gebruik droowleed diootlov › Hij heeft.s’het anigdocument ap 02 edlegedownload. t tnemucod edaolnwo›deHet g teH gedownloade › document .daolnwodegtelde tnem 20ucpagina’s. od teh tfeeh jiH › pagina’s › Zij.gheeft ad ehet d nabericht v thciregeretweet. b eteewtereg tseem teh d›rew Dat taD werd › het meest geretweete .teewteerebericht g thcirevan b teh detfdag. eeh jiZ › geretwee › De computer .tein sdeemoest ts gonworden teh deedgereset. retupmoc ette›serDe eg egeresette D › computer .teseregdeed nedrhet ownog tseosteeds m retuniet. pmoc eD › › In de pers .fehwerd po leeuit v rohet ov rapport edgroz tgequoot. nemgarf etou› qeHet g teH gequote › fragment .toouqeg tzorgde roppar voor teh tiveel u drophef. ew srep ed nI ›
7
24 142 1 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 7
21-06-16 12:30
Van Dale Werkwoordgrammatica Engels Van Dale Werkwoordgrammatica Engels
TABEL
102
A2
Regelmatige werkwoorden Regular verbs
to miss missen I you he/she/it we you they
A1 present simple miss miss misses miss miss miss
am are is are are are
I you he/she/it we you they
A2 past simple missed missed missed missed missed missed
B1 past continuous was missing were missing was missing were missing were missing were missing
B2 future continuous will be missing will be missing will be missing will be missing will be missing will be missing
I you he/she/it we you they
B1 present perfect have missed have missed has missed have missed have missed have missed
C1 present perfect continuous have been missing have been missing has been missing have been missing have been missing have been missing
C1 future perfect will have missed will have missed will have missed will have missed will have missed will have missed
I you he/she/it we you they
B2 past perfect had missed had missed had missed had missed had missed had missed
C1 past perfect continuous had been missing had been missing had been missing had been missing had been missing had been missing
C1 future perfect continuous will have been missing will have been missing will have been missing will have been missing will have been missing will have been missing
gerundium missing
voltooid deelwoord missed
gebiedende wijs miss
A1
present continuous missing missing missing missing missing missing
A2 future simple will miss will miss will miss will miss will miss will miss
Did you know… Miss kan zowel statisch als dynamisch gebruikt worden. ‘Iemand missen’ (mentale toestand) is statisch. ‘Iets missen’ (niet raken) is dynamisch. › I miss my family a lot while I’m abroad. › I think you’re missing the point. Het werkwoordpatroon van miss is + ing-vorm/gerundium. › He missed being promoted this year. Voorbeelden › I’ll miss you when you’re gone. › I am missing one of my course books. Have you seen it? › Dave tried to hit the target with the ball, but he missed. › By the end of the semester, Carl had missed more than half the lectures. Uitdrukking to miss the mark = het doel niet bereiken, de plank misslaan › The advertisement campaign completely missed the mark with its target audience.
8
178 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 8
21-06-16 12:30
Van Dale Werkwoordgrammatica Engels
Regelmatige werkwoorden Regular verbs Regelmatige werkwoorden Regular verbs
to move bewegen, verplaatsen, verhuizen
103 A2
I you he/she/it we you they
A1 present simple move move moves move move move
am are is are are are
I you he/she/it we you they
A2 past simple moved moved moved moved moved moved
B1 past continuous was moving were moving was moving were moving were moving were moving
B2 future continuous will be moving will be moving will be moving will be moving will be moving will be moving
I you he/she/it we you they
B1 present perfect have moved have moved has moved have moved have moved have moved
C1 present perfect continuous have been moving have been moving has been moving have been moving have been moving have been moving
C1 future perfect will have moved will have moved will have moved will have moved will have moved will have moved
I you he/she/it we you they
B2 past perfect had moved had moved had moved had moved had moved had moved
C1 past perfect continuous had been moving had been moving had been moving had been moving had been moving had been moving
C1 future perfect continuous will have been moving will have been moving will have been moving will have been moving will have been moving will have been moving
gerundium moving
voltooid deelwoord moved
gebiedende wijs move
A1
present continuous moving moving moving moving moving moving
TABEL
A2 future simple will move will move will move will move will move will move
Did you know… Move eindigt op een -e, dus in de verleden tijd en bij het voltooid deelwoord wordt alleen de -d toegevoegd en in het gerundium vervalt de -e. Voorbeelden › The dancer moves incredibly graciously. › He lived in Tokyo for five years, but then he moved to Bratislava. › If Rick gets the job, he’ll be moving to Canada. › I have been moving furniture around all day, but I still don’t like how the place looks. Uitdrukkingen to move mountains = bergen verzetten, veel kunnen bereiken › Together, we can move mountains! not move a muscle = helemaal stilstaan, niet bewegen, geen spier vertrekken › He didn’t dare move a muscle when he saw the rattlesnake.
9
179 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 9
21-06-16 12:30
Van Dale Grammatica Werkwoordgrammatica Engels Engels
C1
Lijst van onregelmatige werkwoorden List of irregular verbs
Lijst van onregelmatige werkwoorden List of irregular verbs Onderstaande lijst bevat alle Engelse onregelmatige werkwoorden. In sommige gevallen worden twee mogelijke vormen gegeven. werkwoord
verleden tijd
voltooid deelwoord
ERK
vertaling
A arise awake
arose awakened/awoke
arisen awakened/awoken
C1 B2
ontstaan, opstaan wakker worden, wekken
B be bear beat become begin bend bet bid bind bite bleed blow break breed bring broadcast build burn burst bust buy
was, were bore beat became began bent bet bid bound bit bled blew broke bred brought broadcast built burned/burnt burst busted/bust bought
been borne beaten become begun bent bet bid bound bitten bled blown broken bred brought broadcast built burned/burnt burst busted/bust bought
A1 B2 B1 A2 A1 B2 B1 C1 C2 B1 B2 B1 A2 B2 A2 B2 A2 B1 B2 C1 A1
zijn, worden dragen, verdragen, voortbrengen slaan, verslaan worden, goed staan beginnen buigen wedden bieden, gelasten (ver)binden bijten bloeden blazen, verknoeien breken kweken brengen uitzenden bouwen, aanleggen branden barsten stukslaan, kapotslaan kopen
C cast catch choose cling come cost creep cut
cast caught chose clung came cost crept cut
cast caught chosen clung come cost crept cut
C2 A1 A1 C2 A1 A2 C2 A2
werpen, gieten vangen kiezen (zich) vastklampen komen kosten kruipen snijden, knippen, stoppen
D deal dig dive do draw dream drink drive dwell
dealt dug dived/dove did drew dreamed/dreamt drank drove dwelled/dwelt
dealt dug dived done drawn dreamed/dreamt drunk driven dwelled/dwelt
B1 B1 B1 A1 A1 A2 A1 A1 C1
handelen, (kaarten) delen graven, spitten duiken doen tekenen, trekken dromen drinken besturen, brengen resideren, wonen
E eat
ate
eaten
A1
eten
10 217 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 10
21-06-16 12:30
Van Dale Werkwoordgrammatica Engels Lijst van onregelmatige werkwoorden List of irregular verbs Van Dale Werkwoordgrammatica Engels
C1
werkwoord
verleden tijd
voltooid deelwoord
ERK
vertaling
F fall feed feel fight find fit flee fling fly forbid forget forgive forsake freeze
fell fed felt fought found fitted/fit fled flung flew forbade forgot forgave forsook froze
fallen fed felt fought found fitted/fit fled flung flown forbidden forgotten forgiven forsaken frozen
A2 B1 A1 B1 A1 B1 C1 C1 A1 B2 A2 B1 C2 B1
vallen, dalen voeden (zich) voelen vechten vinden, ontdekken (aan)passen, overeenkomen (ont)vluchten smijten vliegen, vluchten verbieden vergeten vergeven in de steek laten (be)vriezen
G get give go grind grow
got gave went ground grew
got/gotten given gone ground grown
A1 A1 A1 C1 A2
krijgen, halen, worden (mee)geven gaan (ver)malen groeien, worden
H hang have hear hew hide hit hold hurt
hung had heard hewed hid hit held hurt
hung had heard hewed/hewn hidden hit held hurt
B1 A1 A1 C2 B1 A2 A2 A2
(op)hangen hebben horen, luisteren naar houwen verstoppen, zich schuilhouden slaan, raken vasthouden pijn doen, verwonden
K keep kneel knit know
kept kneeled/knelt knitted/knit knew
kept kneeled/knelt knitted/knit known
A2 B2 B1 A1
houden, bewaren, doorgaan met knielen breien weten, kennen
L lay lead lean leap learn leave lend let lie light lose
laid led leaned/leant leaped/leapt learned/learnt left lent let lay lighted/lit lost
laid led leaned/leant leaped/leapt learned/learnt left lent let lain lighted/lit lost
B1 B1 B2 C2 A1 A1 A2 A2 A2 B1 A2
(neer)leggen, plaatsen leiden leunen springen leren weggaan, vertrekken, verlaten (uit)lenen, verlenen (toe)laten, verhuren liggen aandoen, aansteken verliezen, kwijtraken
M make mean meet
made meant met
made meant met
A1 A2 A1
maken bedoelen, betekenen ontmoeten, bij elkaar komen
11 218 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 11
21-06-16 12:36 27-01-16 09:19
Van Dale Werkwoordgrammatica Frans 2 A ua ev i N
LEBATTABEL
82 28
2A A2
Niveau A2 Niveau A2
Onregelmatige werkwoorden ouvrir, riruoc ,rirvuo ,tenir, ritnes sentir, ,rinet n edroocourir wkrew egitamlegernO indicatif présent je/j’ stu sil/elle/on tnous snovous zeils/ellestne-
tien ruoc tien ruoc tien ruoc ten ruoc ten ruoc tienn ruoc
-s e-s se-t e-ons sno-ezze-ent tne-
sen rvuo sen rvuo sen rvuo sent rvuo sent rvuo sent rvuo
-s s-s s-t t-ons sno-ez ze-ent tne-
ouvr nes ouvr nes ouvr nes ouvr tnes ouvr tnes ouvr tnes
-e s-es s-e t-ons sno-ezze-ent tne-
cour neit cour neit cour neit cour net cour net ncour neit
fitacidni tnesérp -s ’j/ej -s ut -t no/elle/li -ons suon -ez suov -entselle/sli
imparfait je/j’ siatu siail/elle/on tianous snoivous zeiils/elles tneia-
ten ruoc ten ruoc ten ruoc ten ruoc ten ruoc ten ruoc
-ais sia-ais sia-aittia-ions snoi-iez zeit-aient neia-
sent rvuo sent rvuo sent rvuo sent rvuo sent rvuo sent rvuo
-aissia-aissia-aittia-ions snoi-iezzei-aient tneia-
ouvr tnes ouvr tnes ouvr tnes ouvr tnes ouvr tnes ouvr tnes
-ais sia-ais sia-aittia-ions snoi-iez zeit-aient neia-
cour net cour net cour net cour net cour net cour net
tiafrapmi -ais ’j/ej -ais ut -ait no/elle/li -ions suon -iez suov -aient selle/sli
passé composé j’ai tu as il/elle/on a nous avons vous avez ils/elles ont
utenu ruoc utenu ruoc utenu ruoc utenu ruoc utenu ruoc utenu ruoc
futur simple je/j’ iatu sail/elle/on anous snovous zeils/ellestno-
rtiendr ruoc rtiendr ruoc rtiendr ruoc rtiendr ruoc rtiendr ruoc rtiendr ruoc
conditionnel présent je/j’ siatu siail/elle/on tianous snoivous zeiils/elles tneia-
rtiendr ruoc rtiendr ruoc rtiendr ruoc rtiendr ruoc rtiendr ruoc rtiendr ruoc
trsenti evuo trsenti evuo trsenti evuo trsenti evuo trsenti evuo trsenti evuo -ai ia-as sa-a a-ons sno-ezze-ont tno-
-ais sia-ais sia-aittia-ions snoi-iez zeit-aient neia-
rsentir irvuo rsentir irvuo rsentir irvuo rsentir irvuo rsentir irvuo rsentir irvuo
rsentir irvuo rsentir irvuo rsentir irvuo rsentir irvuo rsentir irvuo rsentir irvuo
ouvert itnes ouvert itnes ouvert itnes ouvert itnes ouvert itnes ouvert itnes -ai ia-as sa-a a-ons sno-ez ze-ont tno-
-aissia-aissia-aittia-ions snoi-iezzei-aient tneia-
rouvrir itnes rouvrir itnes rouvrir itnes rouvrir itnes rouvrir itnes rouvrir itnes
rouvrir itnes rouvrir itnes rouvrir itnes rouvrir itnes rouvrir itnes rouvrir itnes
-ai ia-as sa-a a-ons sno-ezze-ont tno-
-ais sia-ais sia-aittia-ions snoi-iez zeit-aient neia-
couru unet couru unet couru unet couru unet couru unet couru unet
ésopmoc éssap ia’j sa ut a no/elle/li snova suon zeva suov tno selle/sli
rdcourr neit rdcourr neit rdcourr neit rdcourr neit rdcourr neit rdcourr neit
elpmis rutuf -ai ’j/ej -as ut -a no/elle/li -ons suon -ez suov -ontselle/sli
rdcourr neit rdcourr neit rdcourr neit rdcourr neit rdcourr neit rdcourr neit
lennoitidnoc tnesérp -ais ’j/ej -ais ut -ait no/elle/li -ions suon -iez suov -aient selle/sli
TABEL
28
A2
impératif affirmatif
fitarépmi ! stiens ruoc ! ! esens rvuo! ouvre ! snes ! ! scours neit ! fitamriffa ! snotenons ruoc ! ! snosentons rvuo ! ! snouvrons otnes ! ! sncourons onet ! ! zetenez ruoc ! ! zesentez rvuo ! ! zouvrez etnes ! ! zcourez enet ! négatif ! sap sruone c etiens n pas ! ! sap ervne uosens ’n pas ! ! sap snn’ouvre es en pas ! ! sap snene it ecours n pas ! fitagén ! sap snoruone c etenons n pas ! sa! p snorvne uosentons ’n !pas sap! snotnn’ouvrons es en pas ! sa! p snonene t ecourons n pas ! ! sap zeruone c etenez n pas !! sap zervne uosentez ’n pas! s! ap zetnn’ouvrez es en pas !! sap zenene t ecourez n pas ! Werkwoorden als… …sla nedroowkreW rirtenir ffuos ,rirffo• ,rcontenir, irvuocéd détenir, ,rirvuoc devenir, • rirmaintenir, vuo ,rinetnouvrir iam ,rineve•d couvrir, ,rinetéd découvrir, ,rinetnoc •offrir, souffrir rinet retenir, revenir, venir rinev ,rinever ,rineter sentir riruoces ,r•irudormir, ocrap ,rmentir, iruocnopartir, c • resservir, riruoc servir, ,rivres ,rcourir ivresser ,rit•raconcourir, p ,ritnem ,rparcourir, imrod • secourir ritnes sortir ritros
12
3993 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 12
21-06-16 12:36
Van Dale Werkwoordgrammatica Frans Van Dale Werkwoordgrammatica Frans
TABEL
28
A2
Niveau A2 snarF acitammargdroowkreW elaD naV
A savoir
riovas A
Imparfait tiafrapmI nDe e -rstammen vuo ,-tnesvan ,-nede t nimparfait jiz riruocvan ne rwerkwoorden irvuo ,ritnes ,rinals et stenir, la nedsentir, roowk ouvrir rew nen avcourir tiafrapzijn mi eten-, d navsent-, nemm ouvrats eD en cour- voor alle uitgangen. .negnagtiu ella roov -ruoc tenir sentir ouvrir courir
je ten-ais je sent-ais j’ouvr-ais je cour-ais
› › › ›
Les jumeaux.nse iatenaient m al tneialanmain. et es xuaemuj seL Ça sentait mauvais. .siavuam tiatnes aÇ Le supermarché .seruehouvrait 8 à tiarvàu8oheures. éhcramrepus eL Tous .noles llajoueurs b el sèrpcouraient a tneiaruoaprès c sruele uoballon. j sel suoT
› › › ›
sia-net ej sia-tnes ej sia-rvuo’j sia-ruoc ej
TABEL LEBAT
28 82
A2 2A
rinet ritnes rirvuo riruoc
Futur en conditionnel lennoitidnoc ne rutuF .fiDe tinifutur fni eden reconditionnel thca dmrovevan g giwerkwoorden tamleger nedroals w rsentir irvuo n ene rouvrir itnes sworden la nedroregelmatig owkrew nagevormd v lennoitiachter dnoc nede ruinfinitif. tuf eD stam uitgangen .tfutur iun ettec neib sèrsentir t iarimro-ai, d eJ-as, .éu-a, git-ons, af siu-ez, s eJ -ont › .etrop al iarirvuo’t ej ,sdnettA › conditionnel .xueim siarsentir itnes em -ais, ej ,tn-ais, asop-ait, er e-ions, m nE -iez, › .uaedac nu neib si-aient arirffo’t ej ,lëoN À ›
negnagtiu mats tn›o- Je ,zesuis - ,snfatigué. o- ,a- ,sa-Je,iadormirai ritnetrès s bien cetterunuit. tuf › Attends, je t’ouvrirai la porte. ,ze›i- En ,snome i- ,treposant, ia- ,sia- ,sije a- me sentirais ritnes mieux. lennoitidnoc › À Noël, je t’offrirais tneia- bien un cadeau.
.-De rdnfutur eit men atsconditionnel ed rethca dvan mrowerkwoorden veg gitamlegernals o ntenir edroworden w rinet sonregelmatig la nedroowkgevormd rew nav leachter nnoitidde nocstam ne rutiendr-. tuf eD stam uitgangen .eingapmoc iardtiendr neit et ej ,r-ai, ios-as, ec l-a, ue-ons, s se u-ez, t iS -ont › futur sniam sem siatiendr m ,éfac no-ais, t nei-ais, b sia-ait, rdn-ions, eit eJ -iez, › conditionnel -aient .sesirp tnos
negnagtiu mats compagnie. tn›o- Si ,zetu - ,ses noseul - ,a- ,ce sa-soir, ,ia- je terdtiendrai neit rutuf ,ze›i- Je ,sntiendrais oi- ,tia- ,siabien - ,siaton - café, rdnemais it mes lenmains noitidnoc sont prises. tneia-
De futur maen ts econditionnel d rethca dm van rovwerkwoorden eg gitamlegernoals necourir drow worden riruoc slaonregelmatig nedroowkregevormd w nav lenachter noitidnde oc n stam e rutuf eD courr-. De i van de infinitif valt weg. .gew tlav fitinifni ed nav i eD .-rruoc courir uitgangen .eccourr nivorp al s-ai, nor-as, ruo-a, cr-ons, ap su-ez, oN -ont › futur .etiv sulp siarruocourr c ej ,steks-ais, ab se-ais, nno-ait, b ed-ions, cevA -iez, › conditionnel -aient
negnagtiu riruoc tn›o- Nous ,ze- ,snparcourrons o- ,a- ,sa- ,ia- la province. rruoc rutuf ,ze›i- Avec ,snoi-de ,tiabonnes - ,sia- ,sbaskets, iarrjeuocourrais c lenplus noitivite. dnoc tneia-
Passé composé ésopmoc éssaP De tgpassé idniecomposé ritnes slavan nedwerkwoorden roowkrew jiB als .u- tenir po tgen idncourir ie rirueindigt oc ne rinop et -u. sla Bij nedwerkwoorden roowkrew navals ésosentir pmoceindigt éssap eD de passé composé op -i. Die van.mouvrir ats slaeindigt -vuo tfop eeh-ert ne en treheeft - po tgouvidnieals rirstam. vuo nav eiD .i- po ésopmoc éssap ed annoiun ssediscours rpmi sruimpressionnant. ocsid nu unet a ellE › u-net rinet tenir ten-u › Elle.tantenu .spm et à rev rra ruop uruoc ia’J › u-ruoc riruoc courir cour-u › J’ai couru pour arriver à itemps. i-tnes ritnes sentir sent-i › Cela n’a servi à rien. .neir à ivres a’n aleC › rirvuo ouvrir ouv-ert › La porte était ouverte..etrevuo tiaté etrop aL › tre-vuo tnecér éssaP Passé récent .tnecér éssapvenir el ,tiuinncombinatie edelrev etnemet cer tde eh+tkinfinitif urd fitidrukt nifni +het ed trecente em eitan ibmoc nuit, i rinleevpassé droorécent. wkrew teH Het werkwoord verleden récent .srioved sem rinif ed sneiv eJ › › Je viens de finir mes devoirs. .nosiam al à rertner ed tneiv ellE › › Elle vient de rentrer à la maison. lestezroov rednoz fo tem nedroowkreW niam al snad esohc euqleuq rinet › sarb el rap nu’uqleuq rinet › esohc euqleuq à uo nu’uqleuq à rinet › tejus nu rus rinever › ennortap enu zehc rivres › eiretnafni’l snad rivres › etèrpretni’d rivres › émarc ed ruedo enu ritnes ›
Werkwoorden met of zonder voorzetsel › tenir quelque chose dans la main › tenir quelqu’un par le bras › tenir à quelqu’un ou à quelque chose › revenir sur un sujet › servir chez une patronne › servir dans l’infanterie › servir d’interprète › sentir une odeur de cramé
13
49 94 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 13
21-06-16 12:36
Van Dale Dale Werkwoordgrammatica Werkwoordgrammatica Frans Frans Van
Register: Lijst van werkwoorden op ERK-niveau
werkwoord
type
voltooid deelwoord
vertaling
M mâcher maigrir maintenir malmener maltraiter manger manier manifester manipuler
-er -ir -ir: onr. -er: è -er -ger -ier -er -er
mâché maigri maintenu malmené maltraité mangé manié manifesté manipulé
manquer maquiller marcher marier, (se) marquer masquer maudire méconnaître médire méditer méfier, se mélanger mêler mémoriser menacer ménager mendier mener mentionner mentir mépriser mériter mesurer mettre miauler militer mincir miser mixer mobiliser modeler modérer modifier moisir monter montrer moquer mordre motiver moucher moudre mouiller mourir mouvoir munir mûrir
-er -er -er -ier: être -er -er -ire: onr. -re: onr. -ire: onr. -er -ier: être -er -er -er -cer -ger -ier -er: è -er -ir: onr. -er -er -er -re: onr. -er -er -ir -er -er -er -er: è -er: è -ier -ir -er: être -er -er -re -er -er -re: onr. -er -ir: être -oir: onr. -ir -ir
manqué maquillé marché marié(e)(s) marqué masqué maudit méconnu médit médité méfié(e)(s) mélangé mêlé mémorisé menacé ménagé mendié mené mentionné menti méprisé mérité mesuré mis miaulé milité minci misé mixé mobilisé modelé modéré modifié moisi monté(e)(s) montré moqué mordu motivé mouché moulu mouillé mort(e)(s) mû muni mûri
kauwen vermageren handhaven toetakelen mishandelen eten hanteren, omgaan met blijk geven van manipuleren, hanteren ontbreken opmaken lopen trouwen markeren maskeren, verbergen vervloeken miskennen kwaadspreken mediteren wantrouwen mengen mengen onthouden (be)dreigen sparen bedelen brengen vermelden liegen minachten verdienen, waard zijn meten zetten, leggen miauwen, janken vechten dun maken mikken mengen mobiliseren, oproepen vormgeven matigen wijzigen schimmelen stijgen tonen (be)spotten bijten motiveren snuiten malen natmaken sterven bewegen verschaffen rijpen
A1
A2
B1 B2-C1
4
23
37 38 42 37
7 37 37 22 3
22 26
37 37 37 37 37
22
47 60 37
37 37
10 37 28 22 15
29
37 37 37 45 37 38
22
25 22
22
37 37 40 26 38 37 37 37 39 37 37 37
36 38 38
62 63 78 70 62 66 71 62 62 62 62 62 71 62 62 125 96 124 62 71 66 62 62 67 66 71 70 62 79 62 62 62 91 62 62 63 62 62 62 70 68 71 63 62 62 62 64 62 62 103 62 89 118 63 63
14 242 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 14
21-06-16 12:36 26-01-16 17:18
Van Dale Werkwoordgrammatica Frans
Register: Lijstwerkwoorden van werkwoorden op ERK-niveau Register: lijst van op ERK-niveau
werkwoord murmurer muter
type -er -er
voltooid deelwoord murmuré muté
vertaling fluisteren overplaatsen
A1
N nager naître nationaliser naufrager naviguer nécessiter négliger négocier neiger nettoyer nier noircir nommer noter nouer nourrir noyer, se nuancer nuire
-ger -re: onr., être -er -ger -er -er -ger -ier -ger -er: oi -ier -ir -er -er -er -ir -er: oi, être -cer -ire: onr.
nagé né(e)(s) nationalisé naufragé navigué nécessité négligé négocié neigé nettoyé nié noirci nommé noté noué nourri noyé(e)(s) nuancé nui
zwemmen geboren worden nationaliseren schipbreuk lijden navigeren noodzakelijk maken verwaarlozen onderhandelen sneeuwen schoonmaken ontkennen zwart maken noemen noteren, opmerken knopen voeden verdrinken nuanceren schaden
7 14
O obéir obliger obscurcir obséder observer obstiner, s’ obtenir occuper octroyer offenser offrir oindre ombrager omettre opérer opposer opter ordonner organiser oser ôter oublier outrer ouvrir
-ir -ger -ir -er: è -er -er: être -ir: onr. -er -er: oi -er -ir: onr. -re: onr. -ger -re: onr. -er: è -er -er -er -er -er -er -er -er -ir: onr.
obéi obligé obscurci obsédé observé obstiné(e)(s) obtenu occupé octroyé offensé offert oint ombragé omis opéré opposé opté ordonné organisé osé ôté oublié outré ouvert
gehoorzamen verplichten verduisteren kwellen waarnemen koppig volhouden verkrijgen bezetten vergunnen, toekennen beledigen aanbieden zalven overschaduwen weglaten verrichten, opereren opzetten tegen kiezen voor bevelen organiseren durven wegnemen vergeten kwaad maken openen
P paître pâlir panser paraître paralyser parapher parcourir
-re: onr. -ir -er -re: onr. -er -er -ir: onr.
pâli pansé paru paralysé paraphé parcouru
grazen verbleken (wond) verbinden (ver)schijnen verlammen paraferen doorlopen
A2 22
22 22
B1 B2-C1 37 62 62
37 7 37 37
7 7
22 22
38 37 37 38
26 6
38 38
3
22
37 37 42 37
22 28
37 43
22
40 37 37
22
22
37 37 37 37
28
43
38 29 22
47 37 43
66 98 62 66 62 62 66 71 66 74 71 63 62 62 62 63 74 67 122
63 66 63 68 62 62 78 62 74 62 80 94 66 91 68 62 62 62 62 62 62 62 62 80
96 63 62 96 62 62 81
15 243 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 15
21-06-16 12:40 26-01-16 17:18
Van Dale Werkwoordgrammatica Duits Van Dale Werkwoordgrammatica Duits
TABEL
1
A1
Niveau A1
Hulpwerkwoorden haben, sein Indikativ Präsens ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie
haben
sein
habe hast hat haben habt haben
bin bist ist sind seid sind
Wussten Sie, dass…? Haben en sein kunnen als zelfstandig werkwoord worden gebruikt. › Ich habe Hunger. › Sie ist froh. Sein kan als koppelwerkwoord worden gebruikt. › Sie ist Ärztin. › Er ist mein Nachbar De vervoeging van haben wijkt alleen bij du en er/sie/es af van de vervoeging van regelmatige werkwoorden. › du hast, er hat De vervoeging van sein wijkt bij alle personen af van de vervoeging van regelmatige werkwoorden. › ich bin, du bist, er ist, wir sind, ihr seid, sie sind Voorbeelden haben › Ich habe ein Problem. › Hast du ein Auto? › Er hat keine Geduld. › Julia hat einen Bruder. › Ich habe keine Lust. › Hast du Geburtstag?
sein › Wie spät ist es? › Er ist 32 Jahre alt. › Sie ist sehr hübsch. › Wir sind zu Hause. › Du bist ein Lügner! › Neun plus fünf ist vierzehn.
Enkele uitdrukkingen haben › Hunger haben › Durst haben › Zeit haben › Angst haben › Pech haben › Fieber haben › Lust haben
sein › jung sein › alt sein › froh sein › schön sein › gesund sein › in Urlaub sein › in Berlin sein
16
46
BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 16
21-06-16 12:40
Van Dale Werkwoordgrammatica Duits
Niveau A1 Niveau A1
Modale werkwoorden können, mögen, müssen, wollen (en wissen) Indikativ Präsens ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie
können
mögen
müssen
wollen
wissen
kann kannst kann können könnt können
mag magst mag mögen mögt mögen
muss musst muss müssen müsst müssen
will willst will wollen wollt wollen
weiß weißt weiß wissen wisst wissen
TABEL
2
A1
Wussten Sie, dass…? Können heeft dezelfde betekenis als kunnen. › Das kann er nicht. › Sie kann nicht kommen. Mögen betekent graag doen, lusten, aardig vinden, houden van. › Sie mag Skifahren. › Ich mag keinen Fisch. › Wir mögen unsere Nachbarn. › Er mag Rockmusik. Müssen heeft dezelfde betekenis als moeten. › Ich muss heute zum Zahnarzt. › Wie lange müssen wir noch warten? Wollen heeft dezelfde betekenis als willen. › Er will ein neues Smartphone. › Was willst du tun? Het werkwoord wissen (weten) heeft geen modale betekenis, maar heeft in het Präsens wel dezelfde vervoegingskenmerken als de modale werkwoorden. › Ich weiß die Antwort. › Weiß er das nicht? › Das wissen wir schon. Modale werkwoorden worden meestal gebruikt in combinatie met een werkwoord in de Infinitiv (infinitief, onbepaalde wijs). › Ich kann Fußball spielen. › Wir müssen jetzt gehen. Präsens Bij modale werkwoorden (en wissen)) verandert de klinker in de stam in het Präsens bij ich, du en er/sie/ es. Bij ich en er/sie/es komt er geen uitgang. › können - ich kann, du kannst, er kann › mögen - ich mag, du magst, er mag › müssen - ich muss, du musst, er muss › wollen - ich will, du willst, er will › wissen - ich weiß, du weißt, er weiß Bij wissen verandert bij ich, du en er/sie/es de -ss- van wiss- in -ß-. › ich weiß, du weißt, er weiß Bij müssen en wissen vervalt bij du de extra -s- in de uitgang. › du musst › du weißt
17
47
BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 17
21-06-16 12:41
Van Dale Werkwoordgrammatica Duits
TABEL
26
B1
Niveau B1 Niveau B1
Onregelmatige werkwoorden singen, finden, genießen
TABEL
26
B1
singen
finden
genießen
singe singst singt singen singt singen
finde findest findet finden findet finden
genieße genießt genießt genießen genießt genießen
Präteritum ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie
sang sangst sang sangen sangt sangen
fand fand(e)st fand fanden fandet fanden
genoss genossest genoss genossen genosst genossen
Perfekt ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie
habe hast hat haben habt haben
gesungen gesungen gesungen gesungen gesungen gesungen
habe hast hat haben habt haben
gefunden gefunden gefunden gefunden gefunden gefunden
habe hast hat haben habt haben
genossen genossen genossen genossen genossen genossen
Plusquamperfekt ich hatte du hattest er/sie/es hatte wir hatten ihr hattet sie/Sie hatten
gesungen gesungen gesungen gesungen gesungen gesungen
hatte hattest hatte hatten hattet hatten
gefunden gefunden gefunden gefunden gefunden gefunden
hatte hattest hatte hatten hattet hatten
genossen genossen genossen genossen genossen genossen
Futur I ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie
singen singen singen singen singen singen
werde wirst wird werden werdet werden
finden finden finden finden finden finden
werde wirst wird werden werdet werden
genießen genießen genießen genießen genießen genießen
Indikativ Präsens ich du er/sie/es wir ihr sie/Sie
werde wirst wird werden werdet werden
Konjunktiv II ich sänge du sängest er/sie/es sänge wir sängen ihr sänget sie/Sie sängen
fände fändest fände fänden fändet fänden
genösse genössest genösse genössen genösset genössen
Imperativ enkelvoud meervoud beleefd
sing(e)! singt! singen Sie!
finde! findet! finden Sie!
genieß(e)! genießt! genießen Sie!
Infinitiv Partizip II
singen gesungen
finden gefunden
genießen genossen
18
107 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 18
21-06-16 12:41
Van Dale Werkwoordgrammatica Duits Van Dale Werkwoordgrammatica Duits
TABEL
26
Niveau B1 stiuD acitammargdroowkreW elaD naV
Wussten Sie, dass…?
?…ssad ,eiS netssuW
TABEL LEBAT
26 62
B1
Klinkerverandering gnirednarevreknilK Bij onregelmatige teh ni )matwerkwoorden s eleh ed anjib verandert fo( mats eddenaklinker v reknivan lk eddetrstam ednar(of ev bijna nedrode owhele krewstam) egitain mlhet egerno jiB Präteritum en bij Partizip II. .II pizitraP jib ne mutiretärP › leiden - ich litt - ich habe gelitten nettileg ebah hci - ttil hci - nediel › › genießen - ich genoss - ich habe genossen nessoneg ebah hci - ssoneg hci - neßeineg › › finden - ich fand - ich habe gefunden nednufeg ebah hci - dnaf hci - nednif › › bitten - ich bat - ich habe gebeten netebeg ebah hci - tab hci - nettib › › gewinnen - ich gewann - ich habe gewonnen nennoweg ebah hci - nnaweg hci - nenniweg ›
B1 1B
TABEL
Onregelmatige latseem II pizitrwerkwoorden aP jib ne mutiremet tärPeen teh-eini ninegde jirstam k matkrijgen s ed ni -in ie-het neePräteritum tem nedroen owbij krePartizip w egitaII mmeestal legernO een -i- of -ie-. .-ei- fo -i- nee
TABEL LEBAT
26a
infinitief beißen beweisen bleiben entscheiden greifen leiden leihen meiden reißen reiten scheiden scheinen schmeißen schneiden schreiben schreien schweigen steigen streiten weisen TABEL
26b
II3e pipersoon zitraP + nPräsens ies/nebah beißt nessibeg tah beweist neseiweb tah bleibt nebeilbeg tsi entscheidet nedeihcstne tah greift neffirgeg tah leidet nettileg tah leiht neheileg tah meidet nedeimeg tah reißt nessireg tah reitet nettireg tah/tsi scheidetnedeihcseg tah scheint neneihcseg tah schmeißt nessimhcseg tah schneidet nettinhcseg tah schreibtnebeirhcseg tah schreit neirhcseg tah schweigt negeiwhcseg tah steigt negeitseg tsi streitet nettirtseg tah weist neseiweg tah
Präteritum mutiretärP biss ssib bewies seiweb blieb beilb entschied deihcstne griff ffirg litt ttil lieh heil mied deim riss ssir ritt ttir schied deihcs schien neihcs schmiss ssimhcs schnitt ttinhcs schrieb beirhcs schrie eirhcs schwieg geiwhcs stieg geits stritt ttirts wies seiw
haben/sein snesärP n+oPartizip osrep e3II hat gebissen tßieb hat bewiesen tsieweb ist geblieben tbielb hat entschieden tediehcstne hat gegriffen tfierg hat gelitten tediel hat geliehen thiel hat gemieden tediem hat gerissen tßier ist/hat geritten tetier hat geschiedentediehcs hat geschienen tniehcs hat geschmissen tßiemhcs hat geschnitten tedienhcs hat geschriebentbierhcs hat geschrien tierhcs hat geschwiegen tgiewhcs ist gestiegen tgiets hat gestritten tetierts hat gewiesen tsiew
feitinifni neßieb nesieweb nebielb nediehcstne nefierg nediel nehiel nediem neßier netier nediehcs neniehcs neßiemhcs nedienhcs nebierhcs neierhcs negiewhcs negiets netierts nesiew
Onregelmatige latseem II pizitrwerkwoorden aP jib ne mutiremet tärPeen teh-ieni ninegde jirstam k matkrijgen s ed ni -in ei-het neePräteritum tem nedroen owbij krePartizip w egitaII mmeestal legernO een -o-. .-o- nee infinitief beschließen biegen bieten entschließen fliegen fließen frieren genießen gießen riechen schieben schießen schließen verlieren wiegen ziehen
II3e pipersoon zitraP + nPräsens ies/nebah beschließt nessolhcseb tah biegt negobeg tah bietet netobeg tah entschließt nessolhcstne tah fliegt negolfeg tah/tsi fließt nessolfeg tsi friert nerorfeg tah genießt nessoneg tah gießt nessogeg tah riecht nehcoreg tah schiebt nebohcseg tah schießt nessohcseg tah schließtnessolhcseg tah verliert nerolrev tah wiegt negoweg tah zieht negozeg tah
Präteritum mutiretärP beschloss ssolhcseb bog gob bot tob entschloss ssolhcstne flog golf floss ssolf fror rorf genoss ssoneg goss ssog roch hcor schob bohcs schoss ssohcs schloss ssolhcs verlor rolrev wog gow zog goz
haben/sein snesärP n+oPartizip osrep e3II hat beschlossen tßeilhcseb hat gebogen tgeib hat geboten teteib hat entschlossen entschl tßeen ilhcstne geflogen ist/hat geflo ogen tgeilf ist geflossen ossen en tßeilf hat gefroren oren ren treirf hat genossen ossen tßeineg hat gegossen ossen en tßeig hat gerochen chen thceir hat geschoben oben ben tbeihcs hat geschossen oss tßeihcs ossen geschlossen hat geschloss ossentßeilhcs hat verloren ren treilrev hat gewogen gen tgeiw hat gezogen en theiz
26a a62
TABEL LEBAT
26b b62
feitinifni neßeilhcseb negeib neteib neßeilhcstne negeilf neßeilf nereirf neßeineg neßeig nehceir nebeihcs neßeihcs neßeilhcs nereilrev negeiw neheiz
19
8108 01 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 19
21-06-16 12:41
Van Dale Werkwoordgrammatica Spaans
A1 30
TABEL
B1
Niveau B1 Niveau B1
Werkwoorden met verschillende bijzonderheden: z>c en diftongering, gu>g en klinkerwisseling, c>qu en diftongering empezar, seguir, trocar infinitivo presente empezar seguir
trocar
participio pasado empezado seguido
trocado
gerundio empezando
modo indicativo presente empiezo sigo empiezas sigues empieza sigue empezamos seguimos empezáis seguís empiezan siguen
trueco truecas trueca trocamos trocáis truecan
pretérito perfecto he empezado has empezado ha empezado hemos empezado habéis empezado han empezado
seguido seguido seguido seguido seguido seguido
trocado trocado trocado trocado trocado trocado
pretérito imperfecto empezaba seguía empezabas seguías empezaba seguía empezábamos seguíamos empezabais seguíais empezaban seguían
trocaba trocabas trocaba trocábamos trocabais trocaban
pretérito pluscuamperfecto había empezado habías empezado había empezado habíamos empezado habíais empezado habían empezado
seguido seguido seguido seguido seguido seguido
trocado trocado trocado trocado trocado trocado
pretérito indefinido empecé seguí empezaste seguiste empezó siguió empezamos seguimos empezasteis seguisteis empezaron siguieron
troqué trocaste trocó trocamos trocasteis trocaron
futuro simple empezaré empezarás empezará empezaremos empezaréis empezarán
seguiré seguirás seguirá seguiremos seguiréis seguirán
trocaré trocarás trocará trocaremos trocaréis trocarán
futuro compuesto habré empezado habrás empezado habrá empezado habremos empezado habréis empezado habrán empezado
seguido seguido seguido seguido seguido seguido
trocado trocado trocado trocado trocado trocado
condicional empezaría empezarías empezaría empezaríamos empezaríais empezarían
seguiría seguirías seguiría seguiríamos seguiríais seguirían
trocaría trocarías trocaría trocaríamos trocaríais trocarían
condicional compuesto habría empezado habrías empezado habría empezado habríamos empezado habríais empezado habrían empezado
seguido seguido seguido seguido seguido seguido
trocado trocado trocado trocado trocado trocado
trueca trueque troquemos trocad truequen
negativo no empieces no empiece no empecemos no empecéis no empiecen
modo imperativo afirmativo empieza sigue empiece siga empecemos sigamos empezad seguid empiecen sigan
infinitivo compuesto haber haber seguido empezado siguiendo
TABEL
30
B1
haber trocado
trocando
no sigas no siga no sigamos no sigáis no sigan
no trueques no trueque no troquemos no troquéis no truequen
20
115 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 20
21-06-16 12:41
Van Dale Werkwoordgrammatica Spaans Van Dale Werkwoordgrammatica Spaans
TABEL
30
B1
modo subjuntivo presente empiece siga empieces sigas empiece siga empecemos sigamos empecéis sigáis empiecen sigan
Niveau B1 snaapS acitammargdroowkreW elaD naV
trueque trueques trueque troquemos troquéis truequen
euqeurt seuqeurt euqeurt someuqort siéuqort neuqeurt
ovitnujbus odom etneserp agis eceipme sagis seceipme agis eceipme somagis somecepme siágis siécepme nagis neceipme
TABEL LEBAT
30 03
B1 1B
A saber rebas A Bijgeen nillaantal eps ed twerkwoorden drow ne staalpvindt gnilediftongering ssiwreknilkm ofastamklinkerwisseling ts fo gniregnotfid tdnivplaats nedroen owwordt krew lde atnspelling aa nee jiB aangepast om de juiste uitspraak te behouden. .neduoheb et kaarpstiu etsiuj ed mo tsapegnaa nedlespelling ebroov werkwoorden nedroowkrew gvoorbeelden nilleps gniregnotfid gnagtiu uitgang diftongering a eceipme euq oz>c repsE › empezar, raztropezar eport ,razepme › Espero c>z que empiece ei>aetiempo.raz-zar.opmeite>ie .asac ed rio>ue las ed setna ecreu mlA › ralmorzar, azrofer ,raforzar, zrof ,rareforzar zromla › Almuerce c>z eusalir >o de casa. raz-zar z>c antes de eso>ue on euq etnatropc>qu mi sE › renrocar, acort ,ractrastrocar, ortsart ,ractrocar orne › Es uqimportante >c >ose raco-ocar queeuno .odaisamed euqortsart trastroque demasiado. .o-ocer cop nu azeo>ue ucse et euq lamrc>z on sE › cocer, escocer recocse ,recoc › Es znormal >c eu>o unrpoco. ecoque te escueza ap ut ed seugeing>gu er oN › ,rdesplegar, agener ,ranegar, gen ,rarenegar, gelpsed › No ug>reniegues g >e rage-egar .odase>ie de tueipasado. ragertser restregar .otnat seugeurg>gu el oN › rogar ragor › No ug>legruegues tanto. eu>o rago-ogar o>ue .lu>ue é noc sám seugeg>gu uj oN › jugar raguj › No ug>juegues g eu>él. u ragu-ugar más con stamklinker .rovaf rop ,e>i satlaf sal sadot ajg>j irroC › -gir l atsah otcer odogu>g t agiS › -guir.azalp ae>i
rigerroc corregir ,riugesrperseguir, ep ,riugesnoc conseguir, riuseguir ges ,riugesorp proseguir,
reknilkmats j>g todas las faltas, i>e por favor. rig› Corrija g>ugtodo recto hasta i>la e plaza.riug› Siga
lestezroov rednoz fo tem nedroowkreW recah a razepme › oipicnirp le rop razepme › ogla ed esraznogreva › ogla a raguj › neiugla a ogla ragen › dutitca us noc riugesorp ›
Werkwoorden met of zonder voorzetsel › empezar a hacer › empezar por el principio › avergonzarse de algo › jugar a algo › negar algo a alguien › proseguir con su actitud
nedleebrooV .lanif le atsah otcer odot ellac atse agiS › .setna sotunim 03 eceipme euq oirasecen sE › .ellac al ne eugeuj euq satimrep oN ›
Voorbeelden › Siga esta calle todo recto hasta el final. › Es necesario que empiece 30 minutos antes. › No permitas que juegue en la calle.
negnikkurdtiu eleknE ardeip amsim al noc razeport › omsim ís ne aznaifnoc al razrofer › sotneimanoicisop razrofer › otnel ogeuf a recoc › neiugla a adasap alam anu raguj › ragor esrecah › odnoder ne esragen › azebac al noc ragen › arac al ne ogla neiugla a ragertser › etneirroc al riuges › ortsar le riuges › ovitejbo nu riugesrep ›
Enkele uitdrukkingen › tropezar con la misma piedra › reforzar la confianza en sí mismo › reforzar posicionamientos › cocer a fuego lento › jugar una mala pasada a alguien › hacerse rogar › negarse en redondo › negar con la cabeza › restregar a alguien algo en la cara › seguir la corriente › seguir el rastro › perseguir un objetivo
21
61 116 1 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 21
21-06-16 12:41
Van Dale Werkwoordgrammatica Italiaans 2 A ua ev i N
LTABEL EBAT
212 1
2A2 A
Niveau A2 Niveau A2
Regelmatige werkwoorden erireferop p -c-ire si- tmet em e-iscri- ppreferire o nedroowkrew egitamlegeR modo indicativo presente prefer -isco prefer -isci prefer -isce prefer -iamo prefer -ite prefer -iscono
passato prossimo ho preferito hai preferito ha preferito abbiamo preferito avete preferito hanno preferito
imperfetto prefer prefer prefer prefer prefer prefer
futuro prefer prefer prefer prefer prefer prefer
-ivo -ivi -iva -ivamo -ivate -ivano
modo condizionale presente prefer -irei prefer -iresti prefer -irebbe prefer -iremmo prefer -ireste prefer -irebbero
òriiariàriomerieterionnari-
-irò -irai -irà -iremo -irete -iranno
orutuf referp referp referp referp referp referp
ovitarepmi odom etneserp icsireferp acsireferp omaireferp etireferp onacsireferp
modo imperativo presente prefer -isci prefer -isca prefer -iamo prefer -ite prefer -iscano
Werkwoorden als preferire • contribuire • guarire • custodire • impallidire • diminuire • partorire • distribuire
ovitacidni odom etneserp ocsireferp icsireferp ecsireferp omaireferp etireferp onocsireferp
omissorp otassap otireferp oh otireferp iah otireferp ah otireferp omaibba otireferp eteva otireferp onnah
• ringiovanire erinavoignir • erideps • • spedire erinu • • unire
oviiviaviomavietavionavi-
TABEL
12
A2
ottefrepmi referp referp referp referp referp referp
elanoizidnoc odom etneserp ierireferp itserireferp ebberireferp ommerireferp etserireferp orebberireferp
erireferp sla nedroowkreW eriraug • eriubirtnoc • eridillapmi • eridotsuc • erirotrap • eriunimid • eriubirtsid •
erepas aD Da sapere dumeeste ovreemwerkwoorden noosrep e3 eduit ni nde e dderde uovlegroep kne tewordt h ni tdin rohet w penkelvoud eorg edred een d tin iude ne3e dropersoon owkrewmeervoud etseem ed jiB Bij de d nindicativo I .gnagtiupresente ed ne men atde sdrimperativo oowkrew e-iscd negevoegd ssut dgeotussen veg -csde i- owerkwoordstam vitarepmi ed ne eten nesde erpuitgang. ovitacidnIni ede d nav vanede .ertijden imrod en slapersonen oz dgeovreworden v eri- podenwerkwoorden edroowkrew edopne-ire drovervoegd w nenosrezoals p ne dormire. nedjit ,nezjiw egirevo overige wijzen, indicativo imperativo
onocsireferp-ecsireferp-icsireferp-ocsireferp preferisco-preferisci-preferisce-preferiscono preferisci-preferisca-preferiscano onacsireferp-acsireferp-icsireferp
ovitacidni ovitarepmi
orutuf ne ottefrepmI Imperfetto en futuro tfeeh nedroverleden owkrew tijd egit(imperfetto) amlegerno van sla ezowel gitamlregelmatige eger lewoz nals av onregelmatige )ottefrepmi( djit werkwoorden nedelrev diootheeft lovno eD De onvoltooid ee tfegroep eh )oreen utufeigen ( djit evervoeging dnemokeotmet ed neen av g-v-. nigDe eovvervoeging rev eD .-v- nvan ee tede mtoekomende gnigeovrev ntijd egie(futuro) nee peheeft org ekeen le ni innelke .gnagtiu ed ni -r-r- in de uitgang. imperfetto › preferivo › preferivamo
orutuf àriroif › onnariroif ›
futuro › fiorirà › fioriranno
ottefrepmi ovireferp › omavireferp ›
etneserp elanoizidnoC Condizionale presente uret orutuf edpresente) nav -r- ekomt d tmode k )e-rtnvan eserpde elafuturo noizidterug. noc( sjiw ekjiledraawroov ed nI In de voorwaardelijke wijs.g(condizionale › preferirei ierireferp › itserireferp › › preferiresti
22
85 58 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 22
21-06-16 12:41
Van Dale Werkwoordgrammatica Italiaans Van Dale Werkwoordgrammatica Italiaans
TABEL
12
A2
Niveau A2 snaailatI acitammargdroowkreW elaD naV
Imperativo ovitarepmI pDe eorggebiedende edred ne edwijs eew(imperativo) t eD .orol ,iovkent ,ion vijf ,ieL ,persoonsvormen: ut :nemrovsnoosrtu, ep fLei, jiv noi, tnekvoi, )ovloro. itareDe pmitweede ( sjiw eden nederde deibeggroep eD nhebben essut -csdezelfde i- tmok m uitgangen, rov-orol-iebehalve L-ut ed nin I .dde uo2e vrepersoon em noosmeervoud. rep e2 ed nIn i evdelatu-Lei-loro-vorm heb ,negnagtiu ekomt dfleze-iscd netussen bbeh de werkwoordstam en de uitgang. .gnagtiu ed ne matsdroowkrew ed io tu Lei noi voi loro
-are abita abiti abitiamo abitate abitino
-ere credi creda crediamo credete credano
-csi-/eriicsigaer acsigaer omaigaer etigaer onacsigaer
-ire/-iscreagisci reagisca reagiamo reagite reagiscano
ereiderc aderc omaiderc etederc onaderc
eraatiba itiba omaitiba etatiba onitiba
TABEL LEBAT
12 21
A2 2A
oi ut ieL ion iov orol
sIn jiwdeedwijnenen otn jullie-vorm aa ed nav ezijn id nde aauitgangen kjileg sjiwvan ednde edegebiedende ibeg ed navwijs negngelijk agtiuaan ed ndie jiz m van rovde-eiaantonende lluj ne -jiw edwijs nI tegenwoordige tijd. .djit egidroowneget › preferiamo omaireferp › › preferite etireferp › De u-vormen ed nav nenkelvoud emrov-u eden nameervoud a kjileg njivan z sjide w egebiedende dnedeibeg ewijs d nazijn v dugelijk ovreem aan nededuu-vormen ovlekne nvan emrde ov-u eD aanvoegende wijs. .sjiw ednegeovnaa › reagisca acsigaer › › reagiscano onacsigaer › In de ontkennende vorm.fverandert eitinifni nde ee 2e ni persoon duovlekn enkelvoud e noosrep in e2 een ed trinfinitief. ednarev mrov ednennektno ed nI › Non reagire alla sua provocazione. .enoizacovorp aus alla erigaer noN › › Non riferire quello che hai sentito. .otitnes iah ehc olleuq erirefir noN › De etbeleefdheidsvorm eot aisetroc rep fo ervan ovade f regebiedende p ,erup rood wijs dmrowordt veg tdgevormd row sjiw door edned pure, eibeper g edfavore nav m ofroper vsdcortesia iehdfeetoe lebte eD voegen. .negeov › Per cortesia, riferisca quello che ha detto il cliente. .etneilc li otted ah ehc olleuq acsirefir ,aisetroc reP › Werkwoorden met of zonder voorzetsel › reagire a una provocazione › partorire un bambino › diminuire i costi › colpire con un bastone › contribuire alla vittoria › custodire un tesoro › guarire da una malattia
lestezroov rednoz fo tem nedroowkreW enoizacovorp anu a erigaer › onibmab nu erirotrap › itsoc i eriunimid › enotsab nu noc eriploc › airottiv alla eriubirtnoc › oroset nu eridotsuc › aittalam anu ad eriraug ›
Voorbeelden › Domani spedirò la lettera. › Come agiresti tu in questa situazione? › Prego, favoriscano pure! › Contribuisca al miglioramento dell’ambiente.
nedleebrooV .arettel al òrideps inamoD › ?enoizautis atseuq ni ut itseriga emoC › !erup onacsirovaf ,ogerP › .etneibma’lled otnemaroilgim la acsiubirtnoC ›
Enkele uitdrukkingen › agire dietro le quinte › spedire al diavolo
negnikkurdtiu eleknE etniuq el orteid eriga › olovaid la erideps ›
23
6886 BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 23
21-06-16 12:41
Meer taaloplossingen Van Dale Grammatica’s • Ideaal voor zelfstudie • Beschikbaar in de talen Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans en Zweeds • € 24,99 (boek) / € 17,99 (e-book)
Van Dale Beeldwoordenboeken • Een beeld zegt meer dan 1.000 woorden! • Beschikbaar in de talen Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans en Arabisch • € 14,99 per deel
Van Dale Pocketwoordenboeken • Dé woordenboeken voor de onderbouw middelbaar onderwijs! • Beschikbaar in de talen Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Italiaans • Ook Nederlands en Engels voor vmbo en Nederlands als tweede taal • Vanaf € 9,99 per deel
Van Dale Middelgrote woordenboeken • Dé woordenboeken voor de bovenbouw middelbaar onderwijs en daarna • Beschikbaar in de talen Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans en Zweeds • Vanaf € 34,50 per deel Van Dale-producten zijn verkrijgbaar in de webwinkel van Van Dale: www.vandale.nl / www.vandale.be Uiteraard kunt u uw bestelling ook plaatsen bij uw reguliere (school)boekenleverancier. Voor grote aantallen kunt u contact opnemen via zakelijk@vandale.nl / zakelijk@vandale.be © Van Dale - 04/2016. Druk- en zetfouten voorbehouden. Aan deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend.
BW Voorproefje Werkwoordgrammatica's c.indd 24
21-06-16 12:42
ORPRO
O
ORPRO
O
EF
JE • V
op elk niveau
JE • V
VAN DALE
VERVOEGEN
ORPRO
REEKS
JE • V
O
ORPRO
WERKWOORDEN
EF
EF
JE • V
O
EF
WERKWOORDGRAMMATICA’S
Dit is een voorproefje van de Van Dale Werkwoordgrammatica’s Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Italiaans.
V O ORPRO
EF
EF
O
ORPRO
ORPRO
JE
O
ORPRO
De Van Dale Werkwoordgrammatica’s zijn geschreven door ervaren taaldocenten. Ze zijn onmisbaar voor iedereen die een taal leert, waaronder scholieren in het middelbaar onderwijs, studenten aan hogeschool of universiteit en taalcursisten.
EF
JE • V
O
Grip op werkwoorden • Glasheldere uitleg van de werkwoordregels • Uitgebreide tabellen met alle vervoegingen • Indeling in niveaus op basis van het Europees Referentiekader (ERK) • Duidelijke opbouw van het basisniveau A1 tot het hoogste niveau B2, C1 of C2 • Elk niveau een eigen kleur voor optimale herkenning • Voorbeelden en uitdrukkingen die passen bij het ERK-niveau
EF
E •V
De Van Dale Werkwoordgrammatica’s helpen je bij het vervoegen én begrijpen van werkwoorden. In het eerste gedeelte lees je alles over de theorie van het werkwoord. Het tweede gedeelte bestaat uit tabellen met vervoegingen. Het uitgebreide register achterin verwijst je naar de juiste tabel.
RO
•V JE • V
O P
Omslag Voorproefje Werkwoordgrammatica's b.indd Alle pagina's
EF
O
www.vandale.nl www.vandale.be
21-06-16 14:04
JE