Focus•••
1
R.A.J. van Tergouw
2
3
4
Even incognito de lerarenkamer inlopen? Vergeet het maar. Faiza Oulahsen mag dan tien jaar geleden de school verlaten hebben, menig leraar komt haar de hand schudden. ‘Ha, Faiza, hoe gaat het? Heb je je Russische avontuur overleefd?’ Op een gegeven moment vraagt Fons van der Mullen maar even plenair de aandacht om de oud-leerlinge, die in 2013 als Greenpeace-campagneleider van de Arctic Sunrise net als de rest van de bemanning in een Russische cel belandde, welkom te heten. En om te melden dat hij heel trots is dat ze hem als favoriete leraar heeft gekozen. Later, in rustiger vaarwater, vertelt Faiza waarom. ‘Zijn lessen kunstgeschiedenis zijn me als enkele van de weinige lessen bijgebleven. Als ik over straat loop in Italië of Spanje, kijk ik altijd naar de gebouwen om te kijken uit welke stijl ze zijn.’ FM: ‘Dat vleit me. Tekenen is vergeleken bij andere vakken niet cerebraal, leerlingen kunnen lekker bezig zijn. De meesten zitten dan ook niet te wachten op theorie. Daarom was kunstgeschiedenis het moeilijkste onderdeel van mijn vak.’
Realisme FO: ‘We mochten hem bij zijn voornaam noemen. Fons hechtte geen belang aan hiërarchie en dat nonhiërarchische stelde ons op ons gemak. Je liet iedereen in zijn waarde.’ FM: ‘Leuk dat je dat zo omschrijft. Ik was me daar niet van bewust, maar dat is misschien ook inherent aan het vak. Iedereen komt met zijn eigen talenten de klas binnen. Leerlingen moeten hun beginsituatie ontdekken en al onderzoekend verder groeien. Als docent keek ik minder naar het eindresultaat, maar in hoeverre een leerling creatief heeft ingegrepen in zijn proces. Het was echt individuele begeleiding.’ FO: ‘Je commentaar op ons werk was altijd heel opbouwend. Je kon er verder mee. Al had ik dus helemaal geen tekentalent.’ FM: ‘Vaak bedoelen leerlingen daarmee dat ze niet handig zijn in realistische weergave, “het lijkt niet”. Maar dat soort leerlingen is dan juist wel weer goed in kleurstelling en compositie. Turner of Van Gogh bijvoorbeeld, die waren helemaal niet goed in realisme. Als je dat onderkent, kun je groeien. Ik probeerde leerlingen te laten kijken en door analyse tot bloei te laten komen.’ FO: ‘Ik heb inderdaad geleerd om goed te kijken naar kleuren en compositie. Het is kennis die ik nog
steeds toepas. Jouw sleutelwoord was “contrast”. Dat houd ik altijd in mijn achterhoofd als ik kleding uitkies of mijn huis inricht.’ Met een blik op Fons: ‘Ben je meer zwart gaan dragen? Je droeg vroeger altijd grijs.’ FM: ‘Nou, dit (wijst naar zijn haar) is al grijs, daarom draag ik nu zwart.’ Actievoeren FM: ‘Ik ben al jaren lid van Greenpeace. Dat heb ik zelfs notarieel vastgelegd. Ik steun Greenpeace, omdat ik vind dat ik er eigenlijk zelf had moeten staan, daar op dat schip.’ FO: ‘Ik hoor dat vaker. Maar protest is slechts één manier van actievoeren. Je kunt ook les geven over klimaatverandering.’ FM: ‘Faiza was vroeger bescheiden en leergierig. Niet iemand van wie ik toen had gedacht dat ze actievoerder zou worden.’ FO: ‘Bij tekenen was ik misschien bescheiden, maar ik denk dat andere leraren me anders zullen omschrijven. Ik vond het heerlijk om te discussiëren en dat viel niet altijd goed. Ik herinner me dat we ook in de tekenlessen van alles bespraken, van politiek tot en met mensen die paarden hielden.’ FM: ‘Eigenlijk moet ik weinig hebben van politieke discussies. Ik geloof dat elk mens iets transcendents in zich heeft, ieder mens woont in eeuwigheid. Een moeder met kind, dat symboliseert voor mij de ideale politiek: het besef dat niet jij telt, maar het algemene, de democratie, de vrijheid. De man met zijn rationele analyse is eerder een hindernis. Het dogmatische verhindert mensen om vrij en gelukkig worden.’ FO: ‘Ik heb je dat toentertijd nooit zo horen zeggen. Dit is voor mij nieuw. Maar ik ben het helemaal met Fons eens dat dogma’s een obstakel zijn. En ja, in onze samenleving zijn mannen nog altijd de norm. Ik heb vaak te horen gekregen: “Wat moet een meisje – let wel: ‘meisje’! – nu op zo’n schip?”’ FM: ‘Ik ben trots op jou.’ FO: ‘Ik vind het mooi dat je als leraar een vak maatschappelijk relevant kunt maken. Jij deed dat met jouw lessen kunstgeschiedenis. Dat was geschiedenis op een hoger niveau. Je vertelde het verhaal over wat geschiedenis met mensen deed. Bij geschiedenis en maatschappijleer leerde je de feiten en de verklaringen, bij kunstgeschiedenis zag je de impact van gebeurtenissen op mensen. Daarom vond en vind ik het zo boeiend.’ ■
5
6
7
8
9
Thema water op locatie Vinkeveen Thema China op locatie Mijdrecht