VELUX Highlights magazine

Page 1

Highlights

created by VELUX Nederland nummer 1 - 2014


Inhoudsopgave

Coverfoto: Gordijn van de hand van Petra Blaisse. Lees meer op pagina 30

5. Column: Jante Leupen: natuurlijk licht 6. Project: Traditionele boerderij geheel opgetrokken uit glas 10. Interview: Birgit Dulski: verweef duurzaamheid met de belangen van bewoners 14. MVO: Greenworks maakt duurzaam bouwen eenvoudig 16. Inspiratie: Tijdelijke ‘Pas op de Plaats’ in Utrechts transitiegebied 18. Toekomstvisie: Hoe ontwikkelt duurzaamheid zich in de bouw? 19. Column: Jos Lichtenberg: HoTT, we zijn er bijna 20. Project: Klimaatvriendelijk kinderdagverblijf zet duurzame trend 24. Voor het voetlicht: Verbouwde boerderij licht op 26. Dreaming: Een ondergrondse zolder met uitzicht op een prachtig bos 30. Design: Innovatieve gordijnen als brug tussen interieur en exterieur

2

INHOUD


Voorwoord De essentie van duurzaam bouwen Duurzaam bouwen, wat is dat eigenlijk? Het klinkt als een breed begrip, maar benutten wij het wel ten volle? Idealiter is het een harmonieus samenspel van milieu, mens en winstgevendheid. Neem het initiatief van Raab Karcher, Greenworks. Helaas zie ik tot op heden een onbalans. De mens krijgt niet de aandacht die u en ik verdienen. Het huidige ‘duurzaam bouwen’ gaat voornamelijk over geld en het milieu. Energiebesparing is het toverwoord. Wek energie op, neem energiebesparende maatregelen en win op de energierekening. Want u bent toch ook geen dief van uw eigen portemonnee? Maar wanneer gaan we energie steken in de mens? Schieten wij ons doel niet voorbij met onze eindeloze energiebesparingsdrift? Moeten we de mens niet eens centraal stellen? Prettig wonen en werken in de gebouwen waarin wij ons bevinden, daglicht, frisse lucht, comfortabel leven. Onze gezondheid zou toch voorop moeten staan?! Gelukkig sta ik niet alleen in deze opvatting. Zo las ik dat Annemarie van Doorn, de nieuwe directeur van Dutch Green Building Council, ook in discussie wil over de essentie van duurzaam bouwen. In mij heeft zij een medestander. Laten wij de mens eens wat hoger op de agenda plaatsen.

Michel Kalis Commercieel Directeur VELUX Nederland B.V.

3


Gezond binnenklimaat inzetten tegen verspreiding infectieziekten Resistentie tegen antibiotica wordt een steeds alarmerender realiteit. Daarom zullen we meer moeten doen om te voorkomen dat infectieziekten zich verspreiden. Het creëren van een gezonder binnenklimaat met daglicht en frisse lucht in onze gebouwen is hierbij cruciaal. Dat zegt Dr. Richard Hobday in de onlangs verschenen publicatie ‘The Healing Sun: Sunlight and Health in the 21st Century’. “Voordat antibiotica werden ontwikkeld, waren grote hoeveelheden frisse lucht en natuurlijk licht belangrijke manieren om de verspreiding van infecties in gebouwen te voorkomen. Tegenwoordig ligt er minder nadruk op ventilatie en daglichttoetreding. Richtlijnen en regelgeving bevorderen vaak geïsoleerde en gesloten gebouwen. Die hebben wellicht een betere energieprestatie dan oudere ontwerpen, maar er wordt geen rekening gehouden met de hoeveelheid daglicht en frisse lucht. De verspreiding van infecties wordt hierdoor in de hand gewerkt,” legt Richard Hobday uit. Volgens Hobday moeten we ons in de toekomst meer focussen op het creëren en onderhouden van een gezond klimaat in de gebouwen waarin we het grootste deel van ons leven doorbrengen. VELUX Nederland onderschrijft dit. Algemeen directeur Michel Sombroek: “In het Bouwbesluit staan de minimale eisen beschreven, maar we moeten ons afvragen of deze wel voldoende zijn. Bij het ontwerpen van gebouwen moet de gebruiker centraal staan. Daarom zou een hoger ambitieniveau moeten worden gestimuleerd, waarbij de gezondheid van gebruikers reeds in de ontwerpcriteria wordt meegenomen.”

Dr. Richard Hobday

Klanten tevreden over dienstverlening VELUX Nederland

Active House in Nederland actief met eigen netwerk

VELUX Nederland is wederom het meest gewaardeerd in klanttevredenheidsonderzoeken van BouwKennis onder architecten, aannemers ruwbouw en afbouwers. VELUX Nederland scoorde in 2013 ten opzichte van andere merken bij architecten voornamelijk op innovativiteit, professionaliteit en klantvriendelijkheid.

Eind 2013 is Active House Nederland opgericht. Dit netwerk van architecten, adviseurs, toeleveranciers, kennisinstituten en bouwers deelt een holistische benadering van bouwen. Binnenklimaat, comfort en energie zijn in balans. Het wooncomfort en de gezondheid van de bewoners staat centraal. Om deze visie op architectuur kracht bij te zetten hebben 16 marktpartijen, waaronder VELUX Nederland, hun expertise gebundeld.

Onder aannemers B&U worden vrijwel alle aspecten boven het marktgemiddelde beoordeeld. Ook door hen worden vooral de kwaliteit, professionaliteit en innovativiteit aanzienlijk hoger beoordeeld dan het marktgemiddelde. Naast deze sterke troeven valt vooral de hoge waardering voor klantvriendelijkheid op. Net als klusbedrijven hechten aannemers een bovengemiddeld belang aan de duidelijkheid van de documentatie en het advies van vertegenwoordigers van VELUX Nederland. In de BouwKennis Marketing Score Cards Klanttevredenheid wordt jaarlijks de dienstverlening van toeleveranciers op verschillende aspecten gemeten. De top 5 is gebaseerd op de gemiddelde tevredenheid.

De Active House visie biedt ontwerpvrijheid. Het schrijft geen prestatieeisen van materialen voor. De specificaties die aangeven welke prestaties er van een Active House worden verwacht, zijn gratis te downloaden op de website. Deze zijn zowel voor nieuwbouw, renovatie als verbouw te gebruiken. Active House Nederland zal marktpartijen met kennis ondersteunen en begeleiden bij projecten die volgens de Active House principes worden gebouwd. Het netwerk is ontstaan als nationale aftakking van het internationale netwerk de Active House Alliance dat meer dan 40 internationale leden telt. Meer informatie: www.activehouseNL.info

4

KORT NIEUWS


Column Jante Leupen Jante Leupen is architect en oprichter van MORE ARCHITECTURE. Daarnaast is zij sinds 2009 bestuurslid van Stichting Living Daylights. Deze stichting vindt dat daglicht altijd een essentieel en prikkelend onderdeel van architectuur, stedenbouw en landschap zou moeten vormen.

NATUURLIJK LICHT

“ De structuur en vorm van een bestaand gebouw moeten worden gerespecteerd “

Gemiddeld wordt elke dag een boerderij ‘afgestoten’. De agrarische functie stopt en het gebouw raakt als we niets doen in verval. Om de gebouwen inclusief opstallen te behouden, is herbestemming noodzakelijk. Een belangrijk ontwerpvraagstuk bij deze, van origine donkere en naar binnen gekeerde gebouwen, is een goede oplossing voor het binnenlaten van daglicht. De wens van de nieuwe gebruiker is om meer daglicht en uitzicht te creëren. Dit zorgt vaak voor een conflict met bijvoorbeeld de monumentenorganisatie. Die wil het erfgoed in de huidige staat bewaren. Vanuit deze historische visie zou alles moeten blijven zoals het is. Maar is een gebouw een stilleven? Ik denk dat de hedendaagse verschuiving van functies en de veranderingen die daarbij horen een onderdeel zijn van diezelfde geschiedenis. Agrarische gebouwen hebben een pragmatische eenvoud en logica. Daar waar een opening nodig was in verband met dieren, uitzicht, levering van goederen etc. werd deze gemaakt. Maar hoe ga je hiermee om in een nieuw ontwerp; doe je één grote ingreep of ga je gefragmenteerd te werk? Zoek je het contrast op met het bestaande of juist niet? Ik vind dat de structuur en vorm van een bestaand gebouw moeten worden gerespecteerd. Dat deze met de duidelijk nieuwe elementen moeten worden versterkt. In één van onze ontwerpen voor de complete verbouwing van een boerderij is een serre toegevoegd. Dit is niet alleen een antwoord op de daglichtbehoefte, maar creëert ook meer wooncomfort. De op het oog simpele ingreep zorgt voor verbinding met de omgeving, contact tussen de verschillende ruimten, goed gebruik van natuurlijk licht en gebruik van de warmte van de zon. Kortom: lucht, licht en ruimte. Een integrale ontwerpingreep met de oplossing voor meerdere vraagstukken tegelijk. Jante Leupen, Stichting Living Daylights Meer informatie: www.livingdaylights.nl www.more-architecture.nl Foto: B. Leupen

COLUMN

5


Schijndel is het geboortedorp van architect Winy Maas van bureau MVRDV. De omgeving uit zijn jeugd was dan ook de belangrijkste inspiratiebron voor De Glazen Boerderij die sinds kort prijkt op de markt in het centrum van dit Brabantse dorp. Het bouwwerk is een uitvergrote boerderij, geheel opgetrokken uit glas. Op een totale oppervlakte van ruim 1600 m2 zijn winkels, restaurants, kantoren en een wellness-centrum gevestigd. Al toen hij 21 jaar oud was schreef Winy Maas een brief aan de burgemeester van Schijndel. “Hij vroeg hem iets te doen aan de grote leegte op het marktplein”, vertelt Gijs Rikken, Project Architect bij MVRDV. De bebouwing die daar ooit gestaan had, is tijdens de Tweede Wereldoorlog beschadigd geraakt en later weggehaald. Het plein was dus eigenlijk veel te groot voor het dorpje. “Maas wilde middels een prijsvraag een opvulling zoeken voor de leegte en iets terugbrengen van wat er ooit geweest was. Hij kreeg een keurige brief terug van de burgemeester, maar daar bleef het toen bij.” Diverse ontwerpen Een aantal jaren later kreeg Maas bekendheid, vooral met het paviljoen op de Hannover World Expo in 2000. Dat bracht het balletje in Schijndel weer aan het rollen. “De gemeente vroeg hem zijn oude plannen op te pakken. Het heeft echter nog jaren geduurd voordat er een concreet ontwerp lag.” De opdracht was volgens Rikken dan ook erg breed. “Er moest vooral een nieuw volume op het plein komen. De studies die Maas daar naar deed leverden hele diverse ontwerpen op: van een theater, tot een opgetild park en zelfs een markthal in de vorm van een ufo.” Poldermodel Zo zijn er allerlei varianten op die plek getest, die vaak door de politiek of de bevolking niet geschikt werden bevonden. Rikken: “Men vond het te duur of te futuristisch. Uiteindelijk is besloten een commissie op te stellen om een goede invulling voor die locatie te bepalen.” In een aantal wekelijkse sessies is via een klassiek poldermodel de juiste afmeting vastgesteld. “De hoogte moest ongeveer gelijk zijn aan de rest van de bebouwing rond het plein. En het moest een afgeschuinde kant

6

PROJECT


Traditionele boerderij geheel opgetrokken uit glas

7


hebben, zodat er nog licht op de hoofdstraat zou vallen. Dan moest de andere kant ook maar schuin. Zo bleef een langwerpig volume over met een afgeschuinde kap.” Glas tot in het extreme Tot ieders verbazing leek het volume dat was overeengekomen erg op een traditionele Schijndelse langgevelboerderij. “Er was een grote stap gemaakt, het moest een boerderij worden. Alleen de materialisatie restte nog. De commissie dacht aan traditionele materialen: bakstenen, riet, dakpannen en glas. Dat laatste was kat in het bakkie, als we met glas mochten werken zouden we dat in extremis doen.” Het idee voor de Glazen Boerderij was geboren, tegen de verwachting en misschien ook wel de bedoeling van de commissie in. “Als je met echte traditionele materialen gaat werken, bouw je feitelijk een oude boerderij na”, verklaart Rikken deze keuze. “Dat wordt nooit authentiek en het past ook niet bij de nieuwe commerciële functie. Door voor glas te kiezen is het gebouw abstracter en algemener.” Een herinnering neerzetten Toen MVRDV met dit concept aan de slag ging, ontstond het idee voor een soort ‘spookboerderij’. “Steeds meer boerderijen in het buitengebied verdwijnen. Dit was de kans om op het marktplein een aandenken neer te zetten aan hoe die boerderijen altijd waren. Door het gebruik van glas konden we hem transparant en spiegelend maken. Zodat hij er is, maar ook weer niet, als een herinnering of een luchtspiegeling.” De gemiddelde boerderij Door een nieuwe techniek, waarmee je foto’s in kleur op glas kunt printen, was het mogelijk om bijna letterlijk de hele boerderij op het glas te laten terugkomen. Rikken: “Hier gold echter hetzelfde als bij de materialen. Als je een bestaande boerderij neemt, is altijd de vraag waarom specifiek die gekozen is.”

8

PROJECT

“Dit leidde tot een enorm onderzoek waarin ik alle Schijndelse langgevelboerderijen heb bezocht en gefotografeerd. Aan de hand van alle data over nokhoogtes, het aantal ramen of deuren in de verschillende gevels en allerlei andere details, is de ‘gemiddelde’ boerderij samengesteld. Alle benodigde elementen zijn gefotografeerd en gephotoshopt tot één boerderij die uiteindelijk op het glas is geprint. Alle boerderijen van Schijndel hebben dus een stukje bijgedragen.” Alice in Wonderland De Glazen Boerderij wijkt maar op één punt af van het gemiddelde, hij is 1,6 maal zo groot. “Om te voldoen aan het door de commissie vastgestelde volume is de hele boerderij, maar ook het erf er omheen opgeschaald. De heg is 1,6 maal zo hoog, maar ook de picknicktafel, de put en de banken die op het erf staan. Zo wordt het een soort Alice in Wonderland, waar alles net te groot is.” Het feit dat je aan de binnenkant dezelfde print ziet als aan de buitenkant geeft ook een vervreemdend effect. “Het is natuurlijk glas, dus je kijkt er doorheen. Aan de binnenkant zie je niet het interieur van een boerderij, zoals je zou verwachten, maar de bakstenen, de dakpannen en het riet van de buitenkant. Buiten loop je om het gebouw heen, maar binnen loopt het gebouw als het ware om jou heen. Dat is een bijzondere gewaarwording.” Helemaal zonnig Rikken verklapt dat er ook grapjes verstopt zitten in de print. “Achter één van de stalramen staat bijvoorbeeld een paard en als je goed zoekt zie je de fotograaf lopen. Er staat ergens een kleerhanger die een raam openhoudt. En de ondergaande zon is te zien in één van de raampjes, aan de kant waar de zon ook echt ondergaat.” Er zijn dus allerlei foefjes in de print verwerkt. Dat is het mooie aan werken met een print. “Het gebouw is ook aan alle zijden zonnig. Geen enkele gevel is in Photoshop als schaduwzijde uitgevoerd. Zelfs aan de noordkant oogt het gebouw alsof het in de zon staat.”


Geheel of gedeeltelijk uitgegumd Toch loopt de print niet over het hele gebouw door. “De winkels die er in zitten hebben etalageruimte nodig die goed zichtbaar is voor het publiek.” Deels in samenspraak met hen is een wolkenpatroon bepaald waar de print geleidelijk of helemaal is uitgegumd. “Eigenlijk had het onze voorkeur om een klein beetje van de print te behouden. Je kunt er dan goed doorheen kijken, terwijl het motief toch doorloopt. Het restaurant was wel vatbaar voor dit idee. Zij verkopen geen producten uit een etalage, maar willen gezelligheid uitstralen. Hier is 10% print overgehouden, zodat het bakstenenpatroon en de kozijnen heel licht doorlopen in de raamopeningen.” Bij de kantoren en het gezondheidscentrum op de verdiepingen is op dezelfde manier te werk gegaan. “Ook daar is een klein deel van de print behouden. Dat belemmert de daglichttoetreding en het uitzicht niet. Op sommige punten zijn extra zichtpunten gemaakt. Zo kijk je vanuit het trappenhuis richting de kerk en in het café naar het gemeentehuis. Bij het uitgummen van de print is dus altijd rekening gehouden met de achterliggende functie.” Vernieuwing kan veel losmaken De Schijndelse gemeenschap is erg betrokken geweest bij het project, maar wat vinden ze van het eindresultaat? Volgens Rikken heeft er een behoorlijke kentering plaatsgevonden. “Toen het plan voor de Glazen Boerderij er lag, is er een poll gehouden in de plaatselijke krant. Toen was 30% voor en 70% tegen. Vanaf het moment dat het gebouw in volle glorie zichtbaar was, is de stemming volledig omgeslagen en was direct bijna driekwart vóór. Zo blijkt maar weer dat vernieuwing in het begin altijd op weerstand stuit. Als het er eenmaal staat, goed uitgevoerd en met een goed verhaal, dan kan je bij veel mensen wat losmaken.” Meer informatie: www.mvrdv.nl Foto’s: ScagliolaBrakkee en Thomas Mayer

9


Birgit Dulski

10

INTERVIEW


ARCHITECT EN ONDERZOEKER BIRGIT DULSKI:

Verweef duurzaamheid met de belangen van bewoners De relatie tussen de woningmarkt en duurzaamheid is klip en klaar. Om de volgende generatie dezelfde mogelijkheden te geven die wij hebben, moeten nieuwe gebouwen energiezuinig zijn en bestaande gebouwen worden verduurzaamd. De rol van de bewoner mag hierbij niet over het hoofd worden gezien. Sterker nog: zet zijn belang voorop en de verduurzaming gaat als vanzelf. Dat zegt Birgit Dulski, senior researcher sustainable building van de Nyenrode Business Universiteit en senior consultant bij het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE).

Birgit Dulski heeft architectuur en stedenbouw gestudeerd aan de Technische Universität Kaiserslautern, de TU Hamburg-Harburg en de TU Delft. Sinds 2008 werkt ze bij Nyenrode. Hier behoort Dulski tot de hechte groep personen die samen het ‘bouwteam’ van het Center for Entrepeneurship en Stewardship vormen. Volgens deze groep draait duurzaamheid vooral om belangen van de mens. “Van de overbekende drie P’s van de trias energetica ging het en gaat het in de bouw nog vaak om de P van planet of om wat financieel haalbaar is (profit). Wat ons betreft moet je juist bij de P van people beginnen. Achterhaal eerst de belangen van mensen, kijk vervolgens hoe je deze op een duurzame manier behartigt, met respect voor de planeet. De winstgevendheid komt dan vanzelf.” Dulski noemt Apple als voorbeeld. “Jongeren hebben weinig geld, maar willen wel allemaal de nieuwste iPhone. Omdat hun belang hierbij enorm is, gaan ze vanzelf op zoek naar manieren om dit voor elkaar te krijgen: een bijbaantje, verjaardagsgeld opzij leggen. Als wij met duurzaamheid ook in staat zijn effectief aan te sluiten op de wensen van mensen, dan volgt het businessmodel vanzelf.” Meerwaarde bieden Het moment waarop duurzaamheid leidend is in het keuzeproces is momenteel nog (lang) niet bereikt. Dat beseft Dulski ook. “Niemand koopt een huis omdat er een warmtepomp in zit. Mensen willen gewoon

prettig wonen. Zelf woon ik in de ecologische woonwijk EVA Lanxmeer in Culemborg. Toch hebben wij ons huis niet gekocht vanwege de goede isolatie of de warmtepomp, maar omdat het een kindvriendelijke wijk is met een goede sfeer en prima bereikbaarheid.” Je zult bewoners een duidelijke meerwaarde moeten bieden die aansluit bij hun belangen in ruil voor de verduurzaming van hun woning, zegt Dulski. Ze noemt een onderzoek naar de verduurzaming van woonblokken in de Amsterdamse 19e Eeuwse Ring en de Gordel 20-40 als voorbeeld. “Het ging hier om de verduurzaming van een aantal woonblokken in het bezit van verschillende corporaties. Voor hun plannen was toestemming nodig van 70% van de huurders. Op papier zou dit geen probleem moeten zijn; bewoners krijgen er een lagere energierekening en comfortabelere woning voor terug. Maar in de praktijk liep het anders. Omdat het hier om een beeldbepalende gebouwen ging, moest de renovatie intern plaatsvinden en dat betekent natuurlijk overlast.” Alleen verduurzamen was niet belangrijk genoeg om die drempel te slechten. “Om bewoners toch over de streep te trekken, hebben de corporaties gekeken naar hun belang. In dit specifieke geval bleek dat de woningen vooral te klein werden gevonden. Om hun wooncomfort te verhogen, werd daarom verduurzaming gecombineerd met het vergroten van de woonruimte, bijvoorbeeld door woningen samen te voegen of door aan de achterkant een dakopbouw te maken.”

11


“ Achterhaal eerst de belangen van mensen, de winstgevendheid komt dan vanzelf. “

Bewoners van het Rotterdamse tuindorp Vreewijk wilden het karakter van hun wijk beschermen

12

INTERVIEW


Leer te luisteren Dulski raadt bedrijven aan om beter te luisteren naar bewoners. “De eerste stap is onderkennen dat je deze belangen zonder onderzoek simpelweg niet kent. Ik heb bijvoorbeeld meegewerkt aan een renovatieproject van corporatiewoningen in tuindorp Vreewijk in Rotterdam. De verhuurders overwogen hier onder andere op de vergrijzing in te spelen door een aantal seniorenwoningen neer te zetten. Ze dachten hiermee het belang van de bewoners te behartigen. Deze hadden, mede om het karakter van hun wijk te beschermen, echter stuk voor stuk andere wensen. Ze wilden wel hulp van de verhuurder om hun eigen woningen levensloopbestendig te maken, bijvoorbeeld door het faciliteren van collectieve inhuur van trapliften. Luister daarom altijd naar wat mensen willen, waarom en kijk vervolgens hoe je dit duurzaam kunt doen. Je krijgt woningeigenaren niet gemotiveerd als je niet aan hun belangen tegemoetkomt, dan gaan ze op de rem staan.” Behoefte aan een consistent beleid Volgens Dulski zijn er ook veranderingen op beleidsniveau nodig. De in Duitsland geboren onderzoekster kijkt hierbij met een schuin naar haar vaderland. “In Nederland wordt vaak met kortlopende regelingen en beperkte budgetten gewerkt. Het is voor mensen niet alleen lastig hun plannen op dit vluchtige beleid af te stemmen, het remt ze zelfs af. Waarom nu investeren, als er volgend jaar wellicht weer een subsidie komt? In Duitsland heb je de zekerheid dat een bepaalde regeling er morgen ook nog is. Dat verlaagt de investeringsdrempel.” Den Haag zou daarom een langlopend, consistent beleid moeten voeren, stelt Dulski. “Dit hoeven overigens geen subsidies te zijn, leningen met een lage rente zijn misschien zelfs beter. Daarnaast mogen de beleidskaders duidelijker. Ik heb meegemaakt dat iemand subsidie aanvroeg voor zonnepanelen op het dak van zijn monumentale pand en deze ook kreeg, om vervolgens teruggefloten te worden door

monumentenzorg. Dat zorgt voor verwarring. Vertel daarom altijd waarom iets wel of niet kan en zorg ook dat consumenten die informatie kunnen vinden.” Voorzien in de informatiebehoefte bij consumenten biedt het bedrijfsleven grote kansen, aldus Dulski. “Consumenten kunnen dankzij internet tegenwoordig zelf heel snel een zee aan informatie vinden over het verduurzamen van hun woning. Maar ze zijn hierbij nog lang niet in staat om het kaf van het koren te scheiden. Welke informatie is betrouwbaar en past bij hun specifieke woonsituatie? Er is behoefte aan partijen die al deze informatie kunnen duiden. Hier ligt zeker voor de bouw een kans: verkoop je een duurzaam product of bied je een duurzame dienst aan? Geef dan duidelijk aan waar jouw informatie op gebaseerd is en vertel ook hoe consumenten jouw onderbouwing kunnen controleren. Hoe beter je dit doet, hoe groter de kans is dat je wordt uitgekozen.” Continu proces Dulski merkt dat er vanuit het bedrijfsleven en vanuit de bouwkolom langzaamaan steeds meer rekening wordt gehouden met de wensen van bewoners en dat thema’s als gezondheid en binnenmilieu een stevige plek op de agenda krijgen. Ze waarschuwt bedrijven ten slotte wel dat dit niet eenmalig is, maar een continu proces. “De wensen van bewoners blijven immers veranderen. De komende jaren zie ik de locatie bij woningkeuze bijvoorbeeld steeds belangrijker worden. De trek richting de stad zal bovendien aanhouden.” En op het vlak van duurzaamheid? “Er is een kleine groep die dit vanuit idealisme doet en die groep zal wel wat toenemen. Maar de meeste bewoners willen simpelweg dat hun belangen behartigd worden. Als dat duurzaam kan, is dat mooi meegenomen. We moeten daarom als sector blijven zoeken naar manieren waarop we duurzaamheid verweven in die belangen.” Meer informatie: www.nibe.org

13


Greenworks maakt duurzaam bouwen eenvoudig Duurzaamheid is uitgegroeid tot een breed begrip met eindeloos veel facetten. Dit maakt de keuze voor de juiste duurzame producten er niet eenvoudiger op. Bouwmaterialenhandelaar Raab Karcher bedacht een oplossing. Met het duurzame productlabel Greenworks kunnen architecten, bouwbedrijven en andere betrokkenen hun keuzes op overzichtelijke gronden maken én onderbouwen. Gerhard Hospers, adjunct directeur van Greenworks, geeft tekst en uitleg.

14

MVO


Onder het label Greenworks vallen alle duurzame bouwmaterialen in het assortiment van Raab Karcher. Hospers vertelt dat dit label in de eerste plaats een reactie is op de groeiende rol van duurzaamheid in de markt. “De vraag naar inzicht in de duurzaamheid van producten nam onder onze klanten sterk toe. Eind 2008 vroegen we ons af of wij hier antwoord op konden geven, of dat we hiervoor naar de fabrikant moesten kijken. Ons moederbedrijf Saint Gobain heeft MVO hoog in het vaandel staan. In het kader hiervan hebben ze het programma sustainable habitat, waarin het aanbieden van oplossingen voor energiezuinige gebouwen, bescherming van het milieu, en het comfort en de kwaliteit van een gezonde leef- en werkomgeving voor iedereen centraal staat. Daar past dit vraagstuk natuurlijk geweldig in. Daarom besloten we zelf het voortouw te nemen.” Oog voor wet- en regelgeving Bij de samenstelling van het assortiment Greenworks is niet alleen zorgvuldig gekeken naar de duurzame kenmerken van een product, maar ook naar de koers die de overheid vaart op het gebied van duurzaamheid en naar de milieuprestaties van het product. “Om waarde te hebben voor klant en fabrikant moet Greenworks heel nauw aansluiten bij de wet- en regelgeving. Daarom hebben we onder andere contact gezocht met het toenmalige ministerie van VROM en hen gevraagd hoe het beleid rondom duurzaam inkopen en bouwen zich zou ontwikkelen. Zo zijn we ook in contact gekomen met de partijen waarmee de overheid haar beleid bepaalt: GPR Gebouw, GreenCalc en BREEAM. Het label is vervolgens in samenspraak ontwikkeld.” Grote rol voor de fabrikant Ook fabrikanten werkten mee. “Voor hen spelen er natuurlijk enorme belangen. We zijn dan ook flink doorgezaagd over de validatie, wet- en regelgeving, kwaliteit en het kennisniveau van onze medewerkers. Als kennis en aansluiting op wet- en regelgeving onvoldoende zouden zijn, dan brengt dat een groot afbreukrisico met zich mee. Voor Greenworks én de producten zelf. Er ging dus veel water door de zee voordat men zich committeerde. Maar uiteindelijk stapten de meesten erin. Zo is VELUX Nederland vertegenwoordigd met de lichtkoepel.” Welke meerwaarde biedt Greenworks de markt nu precies? Hospers: “Architecten kunnen met Greenworks aan hun opdrachtgever laten zien dat ze zich hard maken voor duurzame materialen. En dat deze materialen een positieve bijdrage leveren aan een gezond en comfortabel binnenmilieu. Daarnaast is dit label bij uitstek geschikt om tijdens een selectie inzichtelijk te maken wat de daadwerkelijke duurzame prestaties van producten zijn. Voorheen kon je wel een schaduwprijs noemen, maar dat geeft geen inzage in de specifieke duurzame kenmerken. Een opdrachtgever kan zo niet zien of een product gemaakt is van hernieuwbare grondstoffen, om maar wat te noemen.” Ontzorgen centraal Greenworks past in de visie van Raab Karcher om haar klanten zo goed mogelijk te ontzorgen. “Wij zijn niet zomaar een dozenschuiver. Met ieder concept willen we de klant helpen om beter te ondernemen. In dit geval helpen we ze onder andere aan te tonen hoeveel procent

van hun producten in welke mate duurzaam is. Dat is een grote steun in de rug bij het creëren van onderscheidend vermogen.” Greenworks is ook een grote stimulans voor fabrikanten. “We streven ernaar in iedere productgroep meerdere Greenworks producten op te nemen. En dan komt het wel eens voor dat het ene merk 12 punten haalt en het andere merk 14. Dit zorgt voor een competitie die fabrikanten stimuleert om zichzelf blijvend en duurzaam te verbeteren.” Van product naar concept Productdenken is straks niet meer genoeg om te voldoen aan de vraag naar duurzaamheid. De toekomst vraagt om geïntegreerde duurzame bouwdelen. Vanuit deze gedachte is in 2012 de Greenworks Academy opgericht. In dit trainingscentrum worden de losse Greenworks producten via de thema’s leren, zien en doen aan elkaar gekoppeld. Hospers: “In het eerste thema worden productoverschrijdende cursussen gegeven in samenwerking met de deelnemende leveranciers. Onlangs nog hebben medewerkers van VELUX Nederland een workshop over de Active House visie verzorgd. Het tweede thema bestaat uit een toonzaal waar twee delen van huizen te zien zijn: nieuwbouw en renovatie. Door de wanden eruit te halen, ziet men uit welke Greenworks producten de toepassing is opgebouwd. In de laatste themaruimte kunnen klanten demonstraties volgen en zelf aan de slag gaan met de verschillende producten.” Inmiddels is de Academy de grens van 4.000 bezoekers gepasseerd. Daarnaast zijn er meer dan 130 producten gelabeld. Het heeft er alle schijn van dat Greenworks een succesvolle toekomst tegemoet gaat. Hospers deelt deze mening. “Juist doordat alle informatie rondom duurzaamheid hier samen wordt gebracht, valt het kwartje. Onlangs hebben we bijvoorbeeld een pilot georganiseerd rondom het programma Energiesprong met de gemeente Urk. Zij merkten dat de bouwkolom niet goed aansloot bij hun duurzame ambitie. Ze zijn vervolgens langs geweest met hun eigen contacten, schilders, architecten, aannemers en corporaties. Tegen het einde van de ochtend zaten ze allemaal op één lijn. En dat is eigenlijk het doel achter Greenworks: dat iedereen weet waar het over gaat en dat de neuzen dezelfde kant op staan.” Meer informatie: www.raabkarchergreenworks.nl

15


inspiratie Tijdelijke ‘Pas op de Plaats’ in Utrechts transitiegebied

16

INSPIRATIE


In deze tijd is veel in beweging. Dat geldt zeker voor het transitiegebied tussen het Centraal Station en de wijk Lombok in Utrecht. In reactie hierop ontwierp Edda architectuur en vormgeving Paviljoen ‘Pas op de Plaats’ (pOp), dat vanaf januari 2014 midden op het verkeersplein Westplein staat. Het paviljoen is een voorbode voor de transformatie van het gebied van verkeersruimte naar verblijfsruimte. In dit drukke en snel veranderende gebied is het pOp paviljoen de komende vijf jaar een steunpunt voor bezoekers aan de wijk. Overdag wordt het paviljoen gebruikt als informatiepunt voor energiebesparende producten en woninginrichting, maar ook voor exposities van lokale kunstenaar en ontwerpers. ‘s Avonds en op zondag is er ruimte voor muziek, poëzie en bijeenkomsten. Het open gebouwtje heeft een kunstzinnige en innovatieve uitstraling. Drie gekoppelde VELUX dakramen zorgen voor voldoende daglicht van boven en natuurlijke ventilatie doordat ze elektrisch te openen zijn. Het tijdelijke karakter van het paviljoen komt tot uitdrukking in de vormgeving die gebaseerd is op een tent. Het is open en toegankelijk naar bezoekers, maar biedt tegelijkertijd bescherming en beslotenheid in de drukke omgeving. Meer informatie: www.eddaidee.nl www.paviljoenpop.nl Foto’s: Lawrence Matthews 17


Toekomstvisie:

hoe ontwikkelt duurzaamheid zich in de bouw? Duurzaamheid heeft de afgelopen jaren een vaste plek veroverd in het bouwproces. Het zal niemand verbazen dat dit thema in de toekomst alleen maar aan kracht zal winnen. Grondstoffen worden schaarser, het energievraagstuk dringender en wet- en regelgeving scherper. Het is echter nog onduidelijk hoe die duurzame toekomst eruit zal zien en hoe bedrijven hierop kunnen inspelen. Op basis van onderzoek zijn er echter al wel enkele voorspellingen mogelijk. Wellicht de belangrijkste stap die de komende jaren definitief gezet zal worden, is die van het opschalen van duurzaamheid. Aan de huidige wet- en regelgeving kan nog vrij eenvoudig voldaan worden door losse producten in te wisselen voor de duurzame variant. De aanscherping van de EPC in 2015 naar 0,4 zal zo nog te halen zijn. In 2020 moeten nieuwe woningen echter volledig energieneutraal zijn. Dit vraagt om slimme combinaties van bouwkundige maatregelen en intelligente installaties en geïntegreerde duurzame renovatie- en nieuwbouwconcepten. Om de ambitieuze doelen van Den Haag te halen zijn grote opschalingsprojecten in de geest van de onlangs begonnen Stroomversnelling nodig. Deze kunnen alleen gerealiseerd worden met behulp van slimme concepten.

Nieuwe contractvormen De opkomst van duurzaamheid verandert hierdoor de manier waarop er gebouwd wordt. Langzaam groeit het besef dat traditionele contractvormen, waarbij de opdrachtgever nu nog steeds leidend is bij keuzes op het gebied van duurzaamheid, niet altijd tot het gewenste eindresultaat leiden en bovendien innovatie binnen de kolom tegenwerken. Alternatieve bouwvormen verdringen het marktaandeel van de traditionele aanbesteding. Denk hierbij aan een bouwteam of geïntegreerde contractvormen, waarbij de opdrachtgever zich beperkt tot het formuleren van een programma van eisen, waarna ontwerp en uitvoering samenvallen. Deze contractvormen geven de opdrachtnemer de ruimte om te innoveren en voor creatieve, duurzame oplossingen te kiezen.

Nieuwe verdienmodellen op komst Deze duurzame concepten zullen ook nieuwe businessmodellen met zich meebrengen. Uit onderzoek van BouwKennis blijkt onder andere dat duurzaamheid door veel bedrijven geassocieerd wordt met begrippen als cradle2cradle en recycling. Dit opent de deur voor een markt waar bouwdelen of hele gebouwen geleased kunnen worden. Om de concurrentie voor te blijven, zal de markt daarom goed moeten nadenken over het verbruik van materialen en gebouwen gedurende de hele levenscyclus. Ontwerpen moeten hierop aangepast worden.

Geen greenwashing meer De komende jaren zal schijnduurzaamheid het ten slotte eindelijk afleggen tegen echte vergroening. Uit onderzoek van BouwKennis blijkt dat liefst de helft van de marktpartijen nu nog ziet dat zichtbare maatregelen het in de praktijk winnen van niet-zichtbare maatregelen, of deze nu effectiever zijn of niet. Met andere woorden: bij verduurzaming gaat het vaak nog om het uiterlijk en niet om het resultaat. Doordat een merk tegenwoordig onder invloed van internet volledig transparant is, wordt het echter steeds riskanter om claims niet, of maar half, waar te maken.

Goede samenwerking onmisbaar Innoveren is natuurlijk een onzeker proces met een onzekere uitkomst. Daarom zal de bouw een lastige hobbel moeten nemen. Samenwerking tussen verschillende partijen is iets waar de bouw niet bepaald om bekend staat. Kennis delen, heldere afspraken, open communicatie en garanties zijn echter onmisbaar om innovatieve, integrale oplossingen te ontwikkelen die aansluiten bij de wensen van de markt. Tegelijkertijd bieden samenwerkingsvormen kansen om faalkosten te voorkomen, bouwtijd te verkorten en de kwaliteit van het eindproduct te vergroten.

18

TRENDS

De bouw staat de komende jaren in het teken van de opschaling van duurzaamheid. Samenwerking, conceptdenken, nieuwe verdienmodellen en manieren van bouwen zijn hierbij centrale begrippen. Bedrijven die voorop willen lopen, zullen het initiatief moeten nemen. Zodra duurzaamheid eenmaal op het volgende niveau is geldt in elk geval: wie niet wil innoveren doet niet meer mee. Meer informatie: www.bouwkennis.nl


Column Jos Lichtenberg Jos Lichtenberg is Hoogleraar Productontwikkeling aan de TU Eindhoven. Daarnaast is hij onder andere innovator bij Inno-Expert, voorzitter van Slimbouwen, bestuurslid van Active House Nederland, en publicist. Bovendien is hij en initiator en toekomstig bewoner van het House of Tomorrow Today (HoTT), een experimenteel huis dat de principes van Active House en Slimbouwen combineert.

HOTT, WE ZIJN ER BIJNA

“ Ook ik leek even vergeten te zijn dat het primair om ‘wonen’ gaat “

Mijn House of Tomorrow Today (HoTT) is eindelijk in aanbouw. ‘Eindelijk’, want een experimenteeromgeving waarin je veel standalone innovaties samenhangend bijeen moet brengen, leidt in de voorbereiding niet echt tot snelheid. Niet iedereen houdt het ook tot het einde vol. Ikzelf gelukkig wel, maar ik heb in alle eerlijkheid ook een paar zwakke momenten moeten overwinnen. HoTT is eigenlijk een prototype voor een nieuwe manier van bouwen. Natuurlijk is dat de eerste keer duurder en trager. Een proto is veel meer dan een demo. Nu is het bijna zover. Wij gaan er over enkele maanden wonen. Natuurlijk verheugen we ons op een top binnenklimaat met veel lucht en licht en dat alles ook nog eens energieleverend. Enkele jaren geleden werd ik in het eerste VELUX Model Home ‘Home for Life’ in Denemarken getroffen door de keuze om comfort en gezondheid prioriteit te geven. Om van daaruit zonder concessies naar duurzaamheid en meer in het bijzonder naar energiebesparing te kijken. Kortweg is dit hetgeen waar Active House voor staat. Het is soft om te zeggen, maar er gebeurde daar in Denemarken iets met mij. Ik voelde me betrapt. Ook ik bleek een techneut die al jaren dacht dat je in de geest van de Trias Energetica de ramen kleiner moet maken, de gesloten wanden extreem dik moet isoleren en de ventilatie moet knijpen tot bouwbesluitniveau. Ook ik leek even vergeten te zijn dat het primair om ‘wonen’ gaat. Leefbaarheid is een te zwakke kwalificatie. Eigenlijk gaat wonen om een hoogwaardige beleving, over iets als vrolijk worden en gezond zijn. In de euforie van die eyeopener hebben we aan HoTT gewerkt. Nu al, in een nog niet afgewerkte staat, zien we wat bijvoorbeeld een sloot daglicht met het centrale deel van de woning doet. Het wordt een echt atrium. Vitruvius zou trots op ons zijn. Jos Lichtenberg Meer informatie: www.inno-experts.nl www.slimbouwen.nl www.activehousenl.info www.actiefbouwen.eu www.velux.nl/modelhome2020 Foto: IngredientMedia

COLUMN

19


Klimaatvriendelijk kinderdagverblijf zet duurzame trend

20

PROJECT


In het Deense Hørsholm staat een bijzonder levendig en zonnig gebouw, vol daglicht. Dit Solhuset of Zonnehuis is het klimaatvriendelijkste kinderdagverblijf in Denemarken. Het is ontworpen volgens de Active House visie en dus zelfvoorzienend. Bovendien genieten de kinderen en medewerkers dagelijks van een gezonde omgeving vol daglicht en frisse lucht. Hiermee is het Zonnehuis een voorbeeld voor toekomstige scholenbouw. 21


In februari 2011 opende het Zonnehuis haar deuren voor ongeveer 100 kinderen. Het gebouw is opgebouwd als een klein dorp met paden, pleintjes en doorsteekjes. In zijn geheel is het kinderdagverblijf in drie zones verdeeld: de ontvangstruimte, een gebied voor de allerkleinsten en ruimtes voor de grotere kinderen. Daarnaast is er een grote buitenspeelplaats en een overdekte buitenruimte. De gemeenschappelijke sport- en spelruimtes en eetkamers bevinden zich midden in het gebouw, zodat ze voor iedereen gemakkelijk toegankelijk zijn. Zo is een verrassend en helder gebouw gevormd, waar zowel kinderen als volwassenen zich op hun gemak voelen. Active House Met de ontwikkeling van het Zonnehuis heeft de VELUX Groep samen met haar partners een nieuwe standaard gezet voor toekomstige schoolgebouwen. Het duurzame ontwerp rust op de Active House principes, waarbij gebouwen meer geven dan ze nemen. Een Active House heeft een laag energieverbruik, een gezond binnenklimaat en een positieve invloed op de omgeving. Dit totaalpakket levert de gebruikers een optimale leefomgeving op.

22

PROJECT

Binnenklimaat Voor scholen en kinderdagverblijven is een gezond binnenklimaat van enorm belang. Een goed binnenklimaat versterkt het welzijn en leervermogen en vermindert het risico op ziektes. Daglicht en een gezond binnenklimaat spelen in het ontwerp van het Zonnehuis dan ook een cruciale rol. De daglichtfactor van het gebouw is erg hoog, maar liefst 3,5 keer meer dan de Deense richtlijnen voorschrijven. Het daglicht valt in alle ruimtes vanuit minimaal twee kanten binnen en komt zo tot in elke hoek van het gebouw. De strategisch geplaatste ramen in de gevel en het dak zorgen niet alleen voor een weldaad aan daglicht, maar dragen ook bij aan de luchtstroom. Het hellende dak met gevarieerde plafondhoogten zorgt voor een goede luchtcirculatie in de ruimtes. Door automatisch aangestuurde zonwering en ventilatie past de hoeveelheid daglicht en frisse lucht zich voortdurend aan de weersomstandigheden buiten en de behoeften binnen aan.


Energie Het kinderdagverblijf is energieneutraal en zelfvoorzienend door de toepassing van zonnecollectoren, pv-panelen en geothermische leidingen onder de vloer. Daarnaast wordt er gebruikgemaakt van passieve zonnewarmte. Zelfs in de winter voorziet de warmte van het zonlicht, dat door de ramen in het dak en de gevels valt, in de helft van de benodigde energie voor de ruimteverwarming. Het tapwater van het Zonnehuis wordt opgewarmd door de zonnecollectoren. Naast de positieve effecten van een gezond binnenklimaat ervaren de kinderen hier hoe ze kunnen leven in harmonie met de natuur en zonder dat dit een negatieve impact op het milieu heeft.

noordkant ontstaat een optimale hellingshoek om zonne-energie te winnen. Het gebruik van groen vetkruid tussen de zonnecollectoren en pv-panelen zorgt ervoor dat regenwater wordt geabsorbeerd. Daarnaast geeft het groene dak een uitstraling die past bij een gebouw met een positief effect op de omgeving én de op dagelijkse gebruikers. Meer informatie: www.velux.com/sustainable_living/demonstration_buildings Foto’s: Adam Mørk

Omgeving Achter de opvallende driehoekige vorm van het gebouw gaat meer schuil dan enkel design. De vorm, de oriëntatie en de ramen zijn geheel afgestemd op het formaat van het terrein en de stand van de zon. Zo is het groene dak zowel op het noorden als het zuiden georiënteerd. Juist door het dak aan de zuidkant steiler te laten aflopen dan aan de

23


Tot het midden van de 20e eeuw werden in Noord-Brabant veel langgevelboerderijen gebouwd. Bij deze rechthoekige boerderijen zijn het woon- en stalgedeelte aan elkaar gebouwd onder één veelal met riet gedekte kap. Alle deuren en de meeste ramen zitten in de lange gevels. Een puur praktisch ontwerp waarin daglicht van ondergeschikt belang is. Toen adviseur Sander Boeijen, eigenaar van Uphome binnenhuisadvies, samen met zijn partner John een vervallen boerderij kocht in het pittoreske Koolwijk, was het binnenlaten van daglicht dan ook prioriteit nummer één. 24

VOOR HET VOETLICHT


Voor het voetlicht

Verbouwde boerderij licht op

Renders van de VELUX Daylight Visualizer tonen de daglichttoetreding in het ontwerp

Een moderne woning in een historisch jasje “Het doel van de verbouwing was om van binnen een moderne, lichte woning te creëren, waarbij het karakteristieke aangezicht zoveel mogelijk in ere is gelaten”, vertelt Boeijen. In het woongedeelte komt door de grote ramen voldoende daglicht binnen. Maar in de ruimte waar de keuken, het kantoor en de badkamer gepland waren, zaten alleen kleine stalramen. Daarom is ervoor gekozen extra daglicht door het dak binnen te halen en daar de hele woning via een slim ontwerp van te laten profiteren. Ingenieuze openingen zorgen voor veel licht De woning is van binnen tot op de dragende muren gestript. Het rieten dak is deels hergebruikt. In de voorzijde van de boerderij zijn drie VELUX dakramen gemonteerd. Vervolgens is een nieuwe verdiepingsvloer geplaatst. Deze loopt echter niet helemaal van muur tot muur, maar stopt op ongeveer twee meter van de buitenmuur om in een hoek van 90 graden omhoog te knikken. In het knieschot dat zo ontstaat is ter hoogte van de dakramen een lichtopening van glas geplaatst. Het daglicht valt zo niet alleen op de begane grond maar ook indirect in de kamer op de verdieping. De gehele dag natuurlijk licht In de achterzijde van de boerderij zijn eveneens drie dakramen gemonteerd. Twee boven de keuken en één in het slaapvertrek. Om de hele dag door te genieten van natuurlijk licht is de muur die het kantoor en de keuken scheidt niet tot de plafondhoogte van 2.60 meter doorgetrokken. Deze stopt op 2.30 meter en gaat vervolgens over in een glazen strook die naadloos doorloopt tot in het plafond. Hierdoor straalt de ochtendzon via de keuken door tot in het kantoor en valt het avondrood via kantoor weer door naar de keuken aan de achterzijde van de woonboerderij.

Om inzichtelijk te maken hoeveel daglicht er in de nieuwe situatie binnenvalt, is de VELUX Daylight Visualizer gebruikt. Met dit programma kan voor elk ontwerp op eenvoudige wijze de daglichttoetreding worden gesimuleerd. Zo was van tevoren al duidelijk dat het ontwerp voor optimaal comfort zou zorgen. Dakramen werken comfortverhogend Naast de rol van daglicht was er in het ontwerp ook veel aandacht voor comfort en nieuwe technieken. Zo zijn de stalramen aan de voorzijde voorzien van smartglas en zorgt domotica er onder andere voor dat de lichten automatisch doven als het stel het huis verlaat en het alarm inschakelt. De dakramen konden ook op dit systeem aangesloten worden, maar dat is bewust niet gedaan vertelt Boeijen. “We hebben dit overwogen, maar we zagen de meerwaarde er niet van in. Het risico op een inbraak is vanwege de hoge positie van de ramen te verwaarlozen. En dankzij het io-homecontrol® systeem waarmee de elektrische dakramen standaard uitgerust zijn, sluiten de ramen al automatisch als het regent. Een handige touchscreen afstandsbediening maakt het bedienen en programmeren van de dakramen en jaloezieën tot een peulenschil.” Logeren in het zonlicht De verbouwing van de langgevelboerderij is nu een aantal maanden afgerond en het resultaat is adembenemend. Sinds kort kunnen geïnteresseerden dit zelf aan den lijve ondervinden, vertelt Boeijen enthousiast. “We zijn recent onze eigen bed & breakfast begonnen onder de naam Den Binnentuin.” De eerste reacties van onze gasten zijn lovend. Dat verbaast Boeijen niets. “De combinatie van daglicht en comfort is dan ook ijzersterk. Dat ervaren wij hier dagelijks in ons wonen en werken en datzelfde horen we terug van onze gasten.” Meer informatie: www.denbinnentuin.nl

Wilt u uw daglichtproject in Highlights magazine voor het voetlicht brengen? Geef uw project dan op bij onze architecten Raymond van Hattum en Marthijn Reekers (architecten@velux.nl). Visualiseer ook de daglichttoetreding in uw project met de VELUX Daylight Visualizer. Deze is gratis te downloaden via www.velux.nl/tools.

25


26

DREAMING


dreaming Een ondergrondse zolder met uitzicht op een prachtig bos 27


28

DREAMING


Lage Vuursche is mede door de bosrijke omgeving al jaar en dag erg populair onder wandelaars en dagjesmensen. Het dorp staat bekend om haar prachtige bossen, de typische historische pannenkoekenhuizen en natuurlijk kasteel Drakesteyn. Het dorp met zo’n 1.500 inwoners heeft sinds de jaren ’60 een beschermd dorpsgezicht. De bouw van een nieuw modern huis aan de rand van het bos heeft de gemoederen in het dorp dan ook flink beziggehouden. Sylvia Bakker en haar partner besloten zo’n 8 jaar geleden te verhuizen naar een prachtig gelegen jaren ’30 woning in Lage Vuursche. Het huis leek op het eerste gezicht prima in orde en het stel woonde er twee jaar met veel plezier. Bakker: “Toen we onze woning kochten hebben we alleen het dak vervangen. Later bleek dat de woning toch gerenoveerd moest worden. De materialen waren oud, poreus en gewoonweg op. We hebben zitten dubben: renoveren we het huis of bouwen we iets heel nieuws? Toen kwamen we via een vriend in contact met Flip Wentink Architecten International uit Muiden. Hij adviseerde ons om het huis plat te gooien.” Creatief proces Het stel besloot om de stap te wagen en een nieuw huis te bouwen. Ze begonnen samen met Wentink aan een creatief proces. Bakker: “Hoe wil je wonen? Welke eisen stel je aan een woning? Wat is efficiënt? Je staat eigenlijk nooit stil bij de dingen die een architect je vraagt. Een interessant proces om mee te maken.” De architect kreeg een aantal eisen van het stel mee. Bakker: “We wilden een praktisch en ruim huis met veel daglicht.” Maar Wentink moest niet alleen voldoen aan de eisen van de bewoners. Hij moest zijn ontwerp ook afstemmen met de gemeente. “Het hele vergunningenverhaal heeft behoorlijk wat voeten in de aarde gehad. Er is hier een beschermd dorpsgezicht, waardoor zware eisen worden gesteld als je iets aan een woning wilt veranderen, legt Bakker uit.” Ondergrondse zolder met daglicht Zo mocht het stel het huis niet te hoog en niet groter bouwen dan de oude woning. Hier moest iets voor bedacht worden. “De architect kwam toen met het idee om een ondergrondse zolder te bouwen. Dit concept ontstond eigenlijk, omdat het huis wel onderkelderd mocht worden. De

ondergrondse zolder moest een extra leefruimte worden. Het biedt ruimte aan twee werkkamers, een verblijf voor de katten en een extra badkamer.” Het idee van een ondergrondse zolder, beviel het stel erg goed. Maar een ruimte zonder daglicht was geen optie. Wentink besloot daarom om buiten de kaders te denken en negen VELUX dakramen toe te passen. “Ik heb bij eerdere projecten al vaker daglicht in een kelder gebracht door verticale ramen. Maar hier waren dakramen een veel betere oplossing”, aldus de architect. “Het regenwater loopt er makkelijk vanaf en de ramen kunnen eenvoudig open en dicht. Door in iedere kamer drie dakramen te plaatsen van 1.60 meter hoog bij 96 centimeter breed, onder een hoek van 45 graden stroomt er zo voldoende daglicht binnen. Op deze manier kun je ook gewoon onder de grond wonen zonder voortdurend kunstlicht te hoeven gebruiken. Een mooie bijkomstigheid is dat je door deze constructie zo door de ramen in de tuin kijkt.” Reacties van buurtbewoners Bouwbedrijf Elbersen uit Houten heeft de woning voor het stel opgeleverd. En afgelopen voorjaar zijn Sylvia en haar partner, na zo’n zes jaar en behoorlijk wat tegenslagen, eindelijk naar hun nieuwe woning verhuisd. Bakker krijgt wisselende reacties van de buurtbewoners: “Mensen zijn heel positief, of ze vinden het helemaal niets. Zo heeft een oudere man zelfs gevraagd of wij de bouwvergunning hebben gekocht van de gemeente.” Ondanks deze reacties is Bakker erg blij met het eindresultaat: “Ik vind het huis helemaal geweldig, het is ontzettend fijn om hier te wonen. Vooral de ondergrondse zolder met de dakramen en het uitzicht op de bossen vind ik erg mooi. Ook het kattenverblijf is erg leuk. Onze katten weten de weg naar buiten via de dakramen al precies te vinden. Het is echt een leefruimte geworden waar we regelmatig te vinden zijn.” Foto’s: Irene Kievit 29


design Innovatieve gordijnen als brug tussen interieur en exterieur Petra Blaisse is een Nederlandse ontwerpster van innovatieve schermen en gordijnen. Haar Amsterdamse ontwerpstudio Inside Outside, is gespecialiseerd in ontwerpen die een brug slaan tussen interieur en exterieur. Blaisse ziet dit als een integraal onderdeel van architectuur. Ze experimenteert met het licht van buitenaf om de stemming in een kamer te bepalen. Raambekleding beïnvloedt hoe je je door de dag heen in een ruimte beweegt en speelt in op de veranderende behoeften aan privacy en lichtbeheersing. Kromhout Kazerne in Utrecht In 2011 is een nieuw kantorenpark gebouwd om het Hoofdkwartier van de Koninklijke Landmacht centraal huisvesting te bieden. Dit park is van de hand van architecten Meyer en Van Schooten. Blaisse is gevraagd om de gordijnen te ontwerpen. De drie bijna geheel beglazen villa’s hebben een bijzondere open en lichte uitstraling, maar bieden onvoldoende privacy. Blaisse en haar team zijn vervolgens aan het werk gegaan waarbij ze werden geïnspireerd door ruwe en simpele legermaterialen zoals camouflagenetten. Iedere villa heeft één doorlopende rails waardoor het mogelijk is om de gordijnen door de verschillende ruimtes te verschuiven. Voor de woonkamer is een drielaags gordijn ontworpen van witte camouflagenetten waaraan een laag met kleur is toegevoegd. Dit zorgt voor een mysterieus spel van schaduw, licht en kleur in de ruimte.

30

DESIGN


Camouflagenetten Voor de slaapkamers zijn camouflagenetten als inspiratie gebruikt. De onderkant van een wit verduisteringsdoek is geperforeerd met een laser, in een patroon dat gebaseerd is op het camouflagenet. Zo stroomt het stralende daglicht door de gaatjes naar binnen. De kleur in de gordijnen zorgt voor een prachtig en sfeervol spel van verschillende contrasten en texturen. De legervilla’s bieden nu voldoende privacy. Toch valt nog altijd op originele en speelse wijze voldoende daglicht binnen. VELUX International Design Award Op 22 mei wordt voor het eerst de VELUX International Design Award (VIDA) uitgereikt aan Europees designtalent. Blaisse is een van de juryleden die de raamdecoratieontwerpen van de studenten beoordeelt. Tijdens de uitreiking in de Design Academy in Eindhoven zal ze een lezing verzorgen. Meer over de VIDA leest u in de volgende Highlights. Meer informatie: www.insideoutside.nl www.designaward.velux.com Foto’s: Inside Outside

31


VELUX Highlights magazine is een uitgave van: VELUX Nederland B.V. Bezoekadres: Molensteijn 2 | 3454 PT De Meern Postadres: Postbus 142 | 3454 ZJ De Meern Telefoon: 030 - 6 629 629 Telefax: 030 - 6 629 680 Internet: www.velux.nl E-mail: info@velux.nl Ontwerp & layout: BouwStijl Media, Rotterdam Copyright: Overname van artikelen of delen hiervan uit deze uitgave is alleen toegestaan met bronvermelding en schriftelijke toestemming van de redactie. De uitgever stelt zich niet aansprakelijk voor kleurafwijkingen en/of inhoudelijke onjuistheden die ondanks onze zorgvuldigheid toch in deze uitgave voor mochten komen. Editie: Maart 2014 Verschijnt 3 x per jaar Oplage: 13.500 stuks 15e jaargang nummer 1 V-NL - 001 - 2014 ©2014 VELUX GROEP Redactie: BouwStijl Media, Rotterdam VELUX Nederland B.V.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.