3 minute read

Een Kunstzaal in Noordwijk

Door Peter Mulder

Op oude ansichtkaarten van Noordwijk aan Zee prijkt in veel gevallen een gebouwtje aan het Picképlein, dat lange tijd geëxploiteerd werd als café/ restaurant-bar Terminus. Het pand was in 1908 gebouwd als dependance van de kruidenierswinkel van Johannes Vegt uit Noordwijk Binnen. Johannes liet deze dependance uitbaten door zijn broer Henk, maar een lang leven was deze winkel niet beschoren, toen Henk met zijn nering naar de Schoolstraat verkaste.

Advertisement

In 1912 werd het pand omgetoverd tot café-restaurant, aanvankelijk onder de welluidende naam ‘Vanouds Badhotel Konijnenburg' De erven Konijnenburg, vanwege de bouw van het Palace Hotel in 1912 vertrokken van hun oude stek aan de boulevard, zagen nog perspectief in de horeca. Drijvende kracht hierachter was Bernard Bussink, getrouwd met één van de dochters Konijnenburg (Johanna). Hij was na enige jaren verblijf in Batavia naar Noordwijk teruggekeerd om de scepter te zwaaien over het oude Badhotel Konijnenburg en om zich vervolgens ook actief te bemoeien met de verkoop van dat oude badhotel en de bouw van een nieuw hotel: Palace.

Geen Kunsthal

Aan het oude pand van Vegt werd aan weerszijden een bouwsel geplakt met twee verschillende gevels. Het kreeg de naam ‘kunstzaal' en ik verkeerde aanvankelijk in de veronderstelling dat het hier een heuse kunsthal betrof, vergelijkbaar met die in Rotterdam en vooruit: met het Centre Beaubourg in Parijs. Maar de Noordwijkse kunstzaal was - daar moeten we eerlijk over zijn - wat minder dan dat. Naar verluidt hingen er in totaal (slechts) 6 schilderijen, een paar van Haagse Schoolschilder Karel Thijsen en een paar van de Noordwijkse schilder Daniël Noteboom. Verder stond er een biljart en er waren vooral veel potten met waaierende palmplanten. De twee aangeplakte gevels bezaten elk een veranda, waarop het goed toeven was, al naar gelang de kant van waar de wind waaide. In de zomermaanden juli en augustus was er iedere avond een concert. Intussen was de welluidende, maar

Onder: twee gedeelten van de Kunstzaal, die het oude Terminus als het ware half omsloot. Rechterpagina, linksonder: Terminus nog met de oude benaming ‘Vanouds Badhotel Konijnenburg’. Rechterpagina, rechtsonder: aankondiging Openbare Verkoping in De Noordwijker van 10 april 1914.

Aankondiging Opening van de Kunstzaal in De Noordwijker.

onmogelijke naam ‘Vanouds Badhotel Konijnenburg' omgedoopt in het simpelere ‘Terminus’. Hoe pretentieus of goed bedoeld alles ook was, de hele boel ging al in 1914 bankroet. Op 16 april van dat jaar vond in ‘Ons Huis' de openbare verkoping plaats van het geheel. De verkoop van Terminus zelf werd opgehouden. Het pand bleef verhuurd en zou vervolgens door in Noordwijk gelegerde mobilisatietroepen betrokken worden. Na de oorlog zou het nog door verschillende uitbaters worden geëxploiteerd, onder wie nog een korte periode de onvermijdelijke Bernard Bussink. Maar de Kunstzaal ging ten onder: ene Ham (de voormalige uitbater van ‘De Laiterie' en later van ‘De Poort van Kleef’ in Noordwijk Binnen?) verkreeg voor een luizige 460 gulden het recht om het bouwsel af te breken, ene Van der Elst en de kunstenaar Ludolph Berkemeier maakten zich voor 2.675 gulden meester van de grond die daarbij vrijkwam. Berkemeier, eigenaar van het aanpalende Waikiki, kon die grond ongetwijfeld goed gebruiken, al weten we niet waarvoor. Wat er met de schilderijen van Noteboom en Thijsen is gebeurd, weten we evenmin.

Bronnen: • BLOGnoordwijk. • Kees Verweij over café-restaurant Terminus in De Noordwijker van 14 augustus 2018. • Regionaal Archief Leiden en Omstreken (Leidsch Dagblad 28 juni 1913 en 17 april 1914).

This article is from: