Hulster Heinke

Page 1

In het spoor van…HULSTER HEINKE


Hulster Heinke, een bekende Venlose crimineel die zich in het begin van de achttiende eeuw ophield in het zuidelijk deel van de Bantuin, de agrarische strook rond vestingstad Venlo. Hij werd Hulster Heinke genoemd, omdat hij vaak verbleef bij boerderij de Hulsterhof. Heinke leidde een kleine groep criminelen die het platteland rond Venlo onveilig maakte, men had het vooral gemunt op boerderijen waarvan men wist of vermoedde dat ze niet beveiligd waren. Hulsterhof (Hulsterweg 84)


Hulsterhof (Hulsterweg 84)


Hulsterhof (Hulsterweg 84)


De achttiende eeuw wordt gekenmerkt door bittere armoede voor velen. Een klein percentage van de bevolking baadde in weelde. Wie niets heeft, heeft ook niets te verliezen. Structureel gebrek aan eerste levensbehoeften doet het besef van het verschil van mijn en dijn vervagen. Wie in de achttiende eeuw wilde overleven, moest bedelen of‌ stelen. Er was geen andere keuze. Overal in West-Europa zien we in die tijd groepen verarmde mensen die stalen en plunderden. Beroemd zijn de Bokkenrijders; de bende van Hulster Heinke is een Venlose variant.

Ald Weishoès (het oude weeshuis)


Volgens de volksverhalen (in het begin van de vorige eeuw opgetekend door Henri H.H. Uyttenbroeck en M. Hub. Michels) zou Hulster Heinke enige sympathie hebben genoten bij de bevolking. Hij was een Venlose Robin Hood, die met name stal van de rijken en de armen ontzag. De lokale overheid keek anders naar zijn persoon.

De jacht op Hulster Heinke en andere zogenaamde vagebonden had de hoogste prioriteit.


College Den Hulster

College Den Hulster is een middelbare school in Venlo. De naam 'Den Hulster' verwijst naar de oude banhoeve op de grens van Venlo en Tegelen.


Het originele verhaal over Hulster Heinke


Er waren in de eerste helft van de achttiende eeuw in onze streken wervers actief, ronselaars die jongens, vrijwillig of anderszins, probeerden te strikken dienst te nemen in het Pruisische leger. Vaak werden de jongens met geweld weggevoerd. De overheid trad nauwelijks tegen de ronselpraktijken op. Begin oktober 1753 hadden enkele wervers hun intrek genomen in herberg De Gelderse Postwagen aan de Herungerweg. De bevolking van de bantuin verzocht Hulster Heinke wat te doen aan de aanwezigheid van de lieden. In de nacht van 8 op 9 oktober 1753 werd de herberg aan vier zijden in brand gestoken. Iedereen in de herberg wist te ontsnappen aan de vlammen, behalve het acht- of negenjarig zoontje des huizes, dat stikte door de rook.


De Geldersche Postwagen



Jongerenkerk (voormalig Minderbroederskerk)


Toen de dood van het kind bekend was, werd door het Venlose stadsbestuur aan de Staten Generaal in Den Haag om dragonders, ‘peerdevolck’, gevraagd in de strijd tegen het banditisme. Het verzoek werd ingewilligd en de klopjacht op de bende van Hulster Heinke kon beginnen. Hulster Heinke werd uiteindelijk op 30 november 1753 gearresteerd in een bedstee van de Hulsterhof, waar hij zich verstopt had. Volgens de overlevering was de politie de boerderij binnengestormd met de vraag of de gezochte aanwezig was. De doodsbange boer had nee gezegd, maar tegelijkertijd gewezen naar de slaapgelegenheid. Heinke had alles gezien door een kier en zei toen hij geboeid werd afgevoerd: “Boer je spreekt als een eerlijk man, maar je wijst als een schelm.” Met Heinke werden ook zijn vrouw, bijgenaamd De Zwarte Truu, en enkele andere verdachten gearresteerd. Ook die hadden tot de verbeelding sprekende bijnamen als de mottige Ant, Schoppen Ruth, de achtkantige Boer en de Bedelvoogd van Breyell.


Stadhuis van Venlo

Na zijn arrestatie werd de lang gezochte bendeleider Hulster Heinke naar het stadhuis gebracht om te worden verhoord door de Venlose schout Van Darth. Zware criminelen werden gewoonlijk in een kerker onder de linkertoren van het stadhuis gevangen gehouden. In deze zogenaamde ‘narrenkas’ had je alleen gezelschap van ratten en luizen.


Zijn proces heeft plaatsgevonden in het vertrek van het stadhuis waar het college van burgemeester en wethouders wekelijks vergadert. In deze kamer hing ten tijde van Hulster Heinke een schilderij met een Bijbels thema: het laatste oordeel van de Venlose kunstenaar Hubert Goltzius. Hulster Heinke zal er met andere ogen naar hebben gekeken, toen het doodvonnis over hem werd geveld!


Allen kregen de doodstraf. Ze werden geradbraakt en vervolgens opgehangen aan de galg die stond op de Galgenberg, gelegen in het huidige Manresapark.

Galgenberg (Park Manresa)


De griezelverhalen die je nog steeds over Hulster Heinke hoort, baseren zich allemaal op een opstel dat de Venlose geschiedschrijvers Henri Uyttenbroeck en Hub. Michels in 1909 het licht lieten zien. Indertijd werd blijkbaar nog regelmatig over Hulster Heinke en zijn bende verteld. Heinke en zijn levensgezellin de Zwarte Trui hadden een zoon. Toen zijn moeder aan de galg hing, klom zoonlief in zekere nacht naar boven om de verzilverde oorijzers van de Zwarte Trui te pikken. Uyttenbroeck en Michels vertellen verder dat er ruim een eeuw geleden in Venlo een gezegde bestond, dat luidde: ‘Tru de Bu, waat zegge de luu, Tru de Bu de paort oèt.’ De beide auteurs hebben er geen verklaring voor. Ze weten niet of de spreuk verwijst naar de Zwarte Trui en ook niet of De Bu de meisjesnaam van de criminele dame was. Ze hebben nooit een archiefstuk over de bende onder ogen gehad.

Er bestaat in Venlo een crucifix achter glas, erbij ingelijst een briefje waarop in handschrift te lezen staat dat het bewuste kruisbeeld toebehoord had aan pater Joannes Vincken, een Venlose minderbroeder. De geestelijke zou Hulster Heinke en zijn bende bij hun terechtstelling bijgestaan hebben. Vincken, kloosterling bij de minderbroeders in de Venlose binnenstad, komen we ook tegen bij Uyttenbroeck en Michels. Zij schrijven dat de bende van Hulster Heinke de eerwaarde respectvol ‘onze pater’ noemde.


In een verhoor na zijn arrestatie op 30 november 1753 verklaarde Hulster Heinke, die ook wel Heinke de Loper werd genoemd, dat zijn eigenlijke naam Hendrick Corts of Curts luidde, dat hij 21 jaar was en geboren in Geldern. Na de dood van zijn vader zou hij een zwervend bestaan zijn gaan voeren, net als zijn jongere broers. Allen raakten op het criminele pad en moesten dit met de dood bekopen. Uit een van de archiefstukken is Heinkes signalement overgeleverd. Hij had een fors hoofd met smalle neus, bruin krullend haar en bruine ogen. Hij was klein van stuk en niet dik. Zijn bijnaam Hulster Heinke had hij gekregen, omdat hij vaak op de Hulsterhof verbleef, een boerderij op de grens van Venlo en Tegelen.

In de levensdagen van de bendeleider was dit een landsgrens. Venlo was een stad die behoorde tot de Republiek der Verenigde Nederlanden en het naastgelegen dorp Tegelen was gelegen in Gulik. Als de autoriteiten hem op de hielen zaten, hoefde hij maar honderd meter te spurten om in het buitenland te zijn.


Ook in de huidige tijd kom je de naam (en faam) van Hulster Heinke nog op verschillende plekken tegen in de stad Venlo.

Zo is er een joekskepel (dweilorkest) dat zijn naam draagt, waarbij in het logo ook een duidelijke referentie is te zien naar De Bokkerijders.


Limburgs Museum

Ook zijn, volgens de overlevering de botten van Hulster Heinke te vinden in het Limburgs Museum in Venlo. Deze botten zijn in de jaren ‘50 tijdens graafwerkzaamheden op het Galgenveld gevonden met daarbij een oud briefje waarop stond: “Hulster Heinke”.


Het verhaal van Hulster Heinke spreekt zeker tot de verbeelding. In 2014 werd er in theater De Garage een toneelstuk over Hulster Heinke opgevoerd en nu liggen er plannen voor een Venlose Revue in 2020 rondom het verhaal van Hulster Heinke en zijn bende.


In de omgeving Een andere sage die te linken is aan de achttiende-eeuwse rover Hulster Heinke, is de sage over de Schelkensbeek. De Schelkensbeek is een beek die vanuit de beboste hoogten van de Maasterassen tussen de dorpen Steyl en Reuver (zuidelijk van Venlo) naar rivier de Maas stroomde. Tussen die dorpen, bij het huis de Mergelstraat, stroomde de beek in een smalle laagte. Vlak bij dat huis was een doorwaadbare plaats in de beek. Aan de kant van de beek, waar zij zich bevonden, werd overdwars een koord met een schelke (belletje) bevestigd, zodat de struikrovers gewaarschuwd werden indien iemand overstak. Aangezien de doorwaadbare plaats in de omstreken behoorde tot de enige route van Venlo naar Roermond, werd er redelijk vaak gebruik van gemaakt door reizigers. Dit resulteerde dus vaak in plunderingen. Na de executie van Hulster Heinke en zijn bende, was het gedaan met het belletje (en alle rooftochten in de streek), alhoewel de beek haar naam heeft behouden.

Schelkensbeek, Reuver


In de omgeving Voor de avonturiers is er zelfs een mogelijk om te gaan Geo-Cachen. Er zijn routes uitgezet rondom het verhaal van Hulster Heinke en zijn schuilplaats ‘De Hulsterhof’, alsook rondom ‘De Gelderse Postwagen’, de herberg die Heinke en zijn bende lieten afbranden.


Bronnen De heer Sef Derkx, Venlo Wikipedia Eigen foto’s Gemeentearchief Roermond © Vera Kuijs, MMXVIII


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.