9 minute read
PEN Vlaanderen
Vlaanderen
Het is dit jaar 100 jaar geleden dat PEN België, later PEN Vlaanderen, werd opgericht. August Vermeylen had daarin een belangrijk aandeel. Wij vroegen ons af wat de rol en betekenis van Vermeylen hierbij was, en hoe PEN heden ten dage relevant is. We spraken hierover met Erik Vlaminck, schrijver en voorzitter van PEN Vlaanderen.
Advertisement
August Vermeylen stond mee aan de wieg van PEN Vlaanderen, waar u voorzitter van bent. Kunt u ons wat meer vertellen over de beginjaren en de rol van Vermeylen daarbij? Erik Vlaeminck: “PEN International is opgericht in 1921 in Londen, in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog. Het was een organisatie door schrijvers, voor schrijvers, om elkaar beter te leren kennen, elkaars werk uit te wisselen en de internationale vrede te bevorderen. In 1922 is er een Belgische afdeling opgericht. Onder de Vlaamse stichtende leden bevond zich August Vermeylen.
In die eerste jaren ontstonden een aantal discussies binnen PEN International. In 1923 vroegen ze de Duitse toneelschrijver en Nobelprijswinnaar Gerhart Hauptmann te spreken op het eerste PEN-congres. De Belgische PEN protesteerde, want Hauptmann had in 1914 de open brief Aufruf an die Kulturwelt ondertekend waarin de Duitse verantwoordelijkheid voor de oorlog en de vernietiging van cultuurgoederen in België ontkend werd. Dat protest stond dan weer dwars op de oprichtingsakte van PEN, waarin stond dat alle schrijvers onder elkaar bijeen komen wat de vrede bevordert. Een jaar later stelden de Belgische en Franse PEN een resolutie op om de Spaanse schrijver Miguel de Unanumo, die door dictator Miguel Primo de Rivera was verbannen, te steunen. Pen International vond dit soort politieke acties niet hun taak.
In 1927 was België gastland voor het internationale PEN-congres. De meningsverschillen over Gerard Hauptmann en Miguel de Unanumo werden er bediscussieerd, en leidden tot het eerste PEN-charter. Daar is de focus op vrije meningsuiting ontstaan. August Vermeylen was daar een van de voorvechters van. Hij heeft er ook gevraagd of een Vlaamse PENafdeling kon worden opgericht. Dat kon niet, de statuten van PEN International bepaalden dat er slechts één PEN-club per land kon zijn.”
Er werd in die tijd een duidelijke nood gevoeld om een Vlaamse afdeling op te richten? “Er waren in die periode toch wat spanningen tussen de Franstalige en de Nederlandstalige leden van de Belgische PEN. De meeste Franstalige leden kenden geen Nederlands en wanneer Nederlandstalige lezingen werden georganiseerd kwamen zij niet. Een ander discussiepunt ging over het lidmaatschap. Aan de Vlaamse kant zag men de ‘gerenommeerde’ schrijvers als het doelpubliek, terwijl men aan Franstalige zijde de deur open zette voor zowat iedereen die lid wilde worden. Men besloot afwisselend een Nederlandstalige en Franstalige voorzitter te kiezen, en zo is August Vermeylen de eerste Nederlandstalige voorzitter van PEN België geworden. Op het internationale PEN-congres van 1931 werd de Vlaamse PEN-afdeling, die in 1930 was opgericht onder impuls van vooral Vermeylen en Toussaint van Boelaere, officieel erkend.
In de jaren dertig had de Vlaamse PEN had een veertigtal leden, mannen (helaas geen vrouwen) met grote faam, de elite onder de schrijvers. Er werden chique banketten opgezet, waar de gerenommeerde leden lezingen kwamen geven. Met de ogen van nu bekeken was dat allemaal nogal elitair. Het kostte veel geld om er aan deel te nemen. De dames betaalden trouwens minder, omdat de heren sigaren kregen na de maaltijd en de dames niet.
PEN Vlaanderen is, zeker tot 1980, zeer apolitiek gebleven. Zij hielden zich vooral bezig met het promoten van Vlaamse literatuur op internationale fora. Pas vanaf de jaren ’80, toen Monika Van Paemel voorzitter was, werd de focus van de Vlaamse PEN meer op de strijd voor de vrije meningsuiting gelegd, tegen censuur van schrijvers. Dit zijn nog altijd de hoofdaccenten.”
Wat is de huidige werking van PEN Vlaanderen? “We blijven in eerste instantie een schrijversvereniging. PEN International stuurt de afdelingen aan voor een aantal dingen, zij maken dossiers over landen waar er problemen zijn rond de vrije meningsuiting en auteurs die vervolgd worden. Elke PENafdeling pikt daar naar eigen keuze zaken uit.
Wat we veel doen zijn lege stoelmomenten, een lege stoel die symbool staat voor een schrijver die in de gevangenis is beland omwille van wat hij of zij geschreven heeft.
Voor dit en volgend jaar ligt bij ons de focus op de problemen in Belarus/Wit-Rusland.
Wat we veel doen zijn lege stoelmomenten. Op zoveel mogelijk literaire podia laten we de activiteit beginnen met een lege stoel die symbool staat voor een schrijver die in de gevangenis is beland omwille van wat hij of zij geschreven heeft. Iemand van ons staat naast die stoel en leest dan iets voor uit het werk van die schrijver. Vorig jaar hebben we dat op een veertigtal podia kunnen realiseren. We hebben de indruk dat dit een heel goed actiemiddel is. Tegelijk voeren we ook briefschrijfacties. We schrijven brieven naar overheden om dingen aan te klagen, wat heel weinig effect heeft. Maar we schrijven ook naar collegaschrijvers in de gevangenis. Dat kan gewoon om verjaardagswensen gaan. Ik heb de indruk dat dit meer resultaat oplevert, gewoon door de morele ondersteuning. Ik heb al gehoord van mensen die weer vrij zijn dat dit voor hen veel betekend heeft. Een schrijver uit Afrika vertelde dat hij op zijn verjaardag een paar tientallen brieven kreeg en opeens een VIP werd, een Very Important Prisoner, en een betere behandeling kreeg.
Een ander belangrijk iets is de PEN-flat, waar we collega’s opvangen die vervolgd worden omwille van wat ze schrijven en daarom op de vlucht zijn. Ik stel vast dat die mensen stuk voor stuk zwaar gehavend zijn. Ze werden gefolterd, hebben eenzame opsluiting achter de rug, hadden enige faam in hun land en zijn hier een nobody, blijven zich zorgen maken over hun achtergebleven familie. Die problematiek gaat onze kleine vrijwilligerswerking te boven, we hebben nood aan samenwerking met een professionele
omkadering op medisch en psychologisch vlak. Wij proberen ook gevluchte schrijvers wegwijs te maken in de literaire wereld in Vlaanderen.
Voorts geven we veel lezingen, bv. in scholen. We willen ook in gevangenissen lezingen geven. We willen er praten over de vrijheid van meningsuiting en met de mensen in de gevangenis het gesprek aangaan. Er zijn onwaarschijnlijke wantoestanden in onze gevangenissen, en de gevangenen zelf hebben geen kans om dit naar buiten te brengen. In zekere zin worden zij ook gecensureerd. Wat we ook graag doen is in bepaalde middenveldorganisaties lezingen geven over PEN – dit kan een uitnodiging zijn ten aanzien van afdelingen van het Vermeylenfonds. Er zijn ook actuele problemen waar we onze weg in zoeken, zoals de hate speech op internet en hoe dat leidt tot censuur. Nogal wat schrijvers en journalisten kunnen of durven zaken niet meer zeggen, omdat ze dan overspoeld worden door hate speech. Bepaalde dingen die ontstaan door de woke beweging leiden ook tot censuur. Ik zet mij niet af tegen de woke beweging -integendeel, want daar worden terecht schanddaden aangeklaagd-, maar wel tegen uitwassen waarbij sommige uitgevers manuscripten laten controleren op te mijden woorden. Wij kunnen dat als PEN niet oplossen, maar we willen er wel het debat rond voeren. We kunnen daarrond samenwerken met andere organisaties, zoals het Vermeylenfonds. We willen geen controverse zoeken, wel het gesprek voeren om uit wij-zij discussies te geraken."
© Philippe Swiggers
BIO Erik Vlaminck werd in 1954 te Kapellen geboren. Hij is bekend als schrijver, o.a. van romans als Quatertemperdagen en Suikerspin. Zijn oeuvre omvat ook gedichten en theaterteksten. Anderen kennen hem van zijn rubriek ‘Brieven van Dikke Freddy’ in De Standaard. Sedert 2018 is hij voorzitter van PEN Vlaanderen. In het PEN-charter las ik dat men zich verzet “tegen de uitwassen van een vrije pers, zoals leugenachtige artikels, opzettelijk valse verklaringen en de verdraaiing van feiten teneinde er politiek of persoonlijk voordeel mee te halen.” Ik veronderstel dat dit een vrij actuele toevoeging is? “Aan dat charter wordt op bijna elk internationaal PEN-congres gesleuteld. Dan gaan soms je ogen open. Wij zouden dan bv. zeggen dat men op bepaalde uitwassen van internet zoals fake news en hate speech een rem moet zetten, terwijl collega’s uit andere landen vragen om absoluut geen beperkingen te eisen rond internet. Het is soms het enige kanaal voor vrije meningsuiting dat ze hebben, en censuur op internet dreigt meningen monddood te maken.”
De goede verstandhouding en het wederzijds respect tussen naties is een uitdrukkelijke doelstelling. PEN International neemt resoluties aan, bv. over het gebruik van het Wit-Russisch of Belarussisch. Er zijn verschillende versies van die taal, je zit al vlug in een wespennest wanneer je daar standpunten rond inneemt. Blijft dit geen moeilijke zaak voor PEN? “Je belandt inderdaad al vlug in een wespennest. Sommigen willen bv. dat WitRusland als naam gebruikt wordt, sommigen Belarus. Wij slagen er ook niet of zeer moeilijk in om een aantal van de problemen van onze collega’s in de pers te krijgen. Supriti Dhar, een schrijfster uit Bangladesh, verbleef bij ons in een PEN-flat toen er een internationaal aanhoudingsbevel tegen haar werd uitgevaardigd. En dat enkel omdat ze op een website opkomt voor vrouwenrechten. We zijn met deze casus naar de pers gestapt, ze wou daaromtrent een interview geven, maar er was nergens interesse. Ook dat is een vorm van censuur. Onze media zijn zo gericht op kijk-, lees- en klikcijfers dat bepaalde nieuwsgaring niet gebracht wordt. Het is de censuur van de vrije markt, en als PEN Vlaanderen hebben we een rol te spelen om daar tegenin te gaan.”
Zijn er al momenten geweest dat internationale spanningen zich uiten binnen PEN International? Pakweg de Duitse en Griekse leden tijdens de Griekse schuldencrisis anno 2015? “In een verder verleden is er behoorlijk wat ruzie geweest rond Zuid-Afrika. PENNederland en PEN-Vlaanderen reageerden daar anders op, de taalband met de Afrikaanse gemeenschap speelde daarbij een rol. Maar ik heb op internationale ontmoetingen gemerkt hoe schrijvers van landen in conflict als fijne collega’s naast elkaar kunnen zitten. Je ziet daar iets van de initiële PEN-geest, waar schrijvers samen komen en over hun literatuur praten. Schrijvers met diepe politieke meningsverschillen staan samen op een podium met heel veel interesse naar elkaars werk te luisteren en voeren daarover gesprekken. Dat overstijgt politieke verschillen. Soms denk ik dat we veel meer van dat soort gemeenschappelijke dingen zouden moeten hebben.”
Iets anders om af te sluiten. U bent bezig aan een roman. Kan u al een tipje van de sluier lichten? “Ik heb in de coronaperiode negen maanden aan een roman gewerkt waarna ik die heb weggegooid. Ik had het gevoel dat ik een boek schreef om een boek te schrijven. Ik wil alleen maar boeken schrijven als ik het gevoel heb dat daar een drive, een noodzaak achter zit. Ik dacht, er komt mij wel iets nieuws aanwaaien. Een paar weken later is dat inderdaad gebeurd. Ik heb lang in de psychiatrie gewerkt en dat heeft mij geïnspireerd. Het is uiteraard een fictieverhaal, maar wel over de psychiatrie in de jaren ‘70.”
Ik veronderstel dat deze opvatting over het schrijven van romans niet de enige is bij PEN? “Uiteraard, en het is ieders goed recht om daar een andere mening rond te hebben. Ik vind het belangrijk, niet alleen bij PEN maar overal, dat je in vrede en vriendschap over verschillende meningen kunt praten.”
Van harte bedankt voor dit gesprek.
Nico Pattyn