Samen op Weg 2009 n°1

Page 1

SAMEN OP 40 WEG Don Bosco Noord-Zuid 1969

jaar 2009

1

EERST E K WA RTA A L 2009

p2

40 JAAR

Driemaandelijks tijdschrift: Zeventiende jaargang nr 1

p8

MENSENRECHTEN

p 10

Dienst Missie en Ontwikkelingssamenwerking

REISVERSLAG INDIA

BelgiĂŤ - Belgique P.B. - P.P. Gent X 3/1751 Afgiftekantoor Gent X ISSN=1370-5814

P 602488


2

40 1969

jaar 2009

1969 - 2009 Zaventem, 28 december 1968. Een

vliegtuig

afkomstig

uit

Lubumbashi houdt stil op de luchthaven van Zaventem. Onder de reizigers zijn Gerrit Van Asperdt en Marie-Josée Philippet.

Zij keren terug uit Congo-Kinshasa met als opdracht een bureau op te richten om de opvoedingscentra van de salesianen van Don Bosco in Congo te ondersteunen, niet in het minst de Cité de Jeunes in Lubumbashi. Hun activiteiten starten vanaf januari 1969 in het salon van een Brussels appartement. Meer hebben zij daar niet: een tafel, twee stoelen, enkele rekken, een schrijfmachine, maar ook een enorme motivatie. Veertig jaar later, maakt DMOS-COMIDE deel uit van de tien grootste Belgische ngo’s, met een erkende expertise in het domein van het onderwijs en de vorming en de opvoeding van kansarme jongeren in ontwikkelingslanden.

Onze organisatie werd gebouwd van jaar tot jaar, dank zij de motivatie en het sterke engagement van heel veel mensen die in het onmogelijke geloofd hebben. Mensen die dag aan dag het beste van zichzelf gegeven hebben opdat honderdduizenden jongeren over heel de wereld toegang zouden hebben tot een elementair mensenrecht dat voor hen quasi onbereikbaar was: hun talenten ontwikkelen, hun kennis en vaardigheden laten floreren in de samenleving en daar zodoende een actieve rol te spelen.

Veertig jaar, dat mag gevierd worden. Het is de benijdenswaardige leeftijd waar wijsheid, ervaring, maturiteit en dynamiek elkaar ontmoeten en elkaar versterken om de activiteiten van een organisatie ten volle tot ontwikkeling te laten komen. Het is de leeftijd waarop je de balans kan opmaken na alle reizen en wegen die men bewandelde, lessen trekken uit de voorbije ervaringen en bakens uitzetten voor de toekomst.

Wij willen dit jaar 2009 in het teken van het feest plaatsen en er een scharnierjaar van maken voor DMOS-COMIDE tussen de opgedane ervaringen sedert 1969, tot op vandaag en voor de volgende veertig jaar. Dit tijdschrift zal er zich op toeleggen tijdens de vier publicaties van 2009. In dit nummer bekennen wij kleur in dit voor ons bijzondere jaar, in het volgende nummer herinneren wij u aan het indrukwekkend parcours van DMOS-COMIDE van bij zijn geboorte tot nu, het derde nummer zien wij hoe wij er vandaag voorstaan en het slotnummer van 2009 schetst u de grote lijnen voor de toekomst. Wij zijn heel gelukkig u bij deze verjaardag te betrekken, u allen, lezers en vrienden die door uw steun en inzet van al lange tijd of nog maar pas, mede ons werk hebben mogelijk gemaakt.

Françoise LÉONARD


ZUID

3

DMOS-COMIDE viert zijn veertigste verjaardag

‘Op je twintigste heb je het uiterlijk van je stichters,

en verjaardagsgroeten uit het hele Zuiden, bij het begin van het nieuwe schooljaar schetsen wij u in september hoe wij er vandaag de dag voor staan; hoe wij ons staande houden op onze globaliserende, complicerende en uitdagende planeet. En wij lichten in november al verschillende tipjes op van de lichte sluier over onze toekomstplannen vanaf januari 2010.

_ 2009: IN PETTO

De belangrijkste symboolwaarde van veertig jaar (test u zelf maar via google) is dat die tijdsperiode verwijst naar ‘beproeving’ in herinnering aan de woestijntocht van Israël, op weg naar het Beloofde Land. De voorbije veertig jaar waren voor DMOS-COMIDE niet echt een beproeving, wel een tijd van veel inzet, overleg, en reizen als Don Bosco-ngo. Van

U zult het aan de nieuwe jaargang van Samen op Weg merken. Wij nemen met u (jonger én ouder dan veertig) de tijd om onze veertig jaar beter te doen blinken. U merkt het alvast aan de lay-out van dit nummer, aan het hoofdartikel en deze bladzijde, aan het sprokkelnieuws van dewereld.be. Maar wij beloven u nog meer. In de komende drie nummers tronen wij u mee naar onze staat van dienst en naar onze plannen voor ‘de komende 40 jaar’. In het meinummer brengen wij u een korte historiek

_ 40: VAN WOESTIJNTIJD TOT RIJPERE LEEFTIJD

40 1969

jaar 2009

1969 tot laat in de jaren negentig groeide DMOS-COMIDE alleen maar in aantal projecten, activiteiten en partnerlanden. Maar de echte ‘proeftijd’ of ‘woestijntijd’ kwam er eerder de jongste jaren door de veelvuldige uitdagingen waarvoor de ngo en de hele ngo-wereld geplaatst werd. De ommezwaai van individuele projecten naar programmaprojecten, de intensievere voorbereiding en opvolging van projecten, de eisen van de financierende overheden, de verruiming van de educatiedienst, het opstarten van een vrijwilligersdienst, een verbetering van de communicatiestrategie naast interne structurele en personele aanpassingen: het is maar een greep uit de belangrijke uitdagingen voor DMOS-COMIDE in 2009. Ons antwoord op die uitdagingen zal uitwijzen of de woestijntijd leidt tot de vruchten van de ‘rijpere leeftijd’. Aan deze jaargang van Samen op Weg zal het alleszins niet liggen: wij brengen u verslag uit van het beste en het sterkste dat wij in huis hebben. In de wetenschap dat u ons steunt en onze zorg voor het Zuiden van de planeet deelt.

Marc VAN LAERE

SAMEN OP WEG

Vanaf je veertigste ben je verantwoordelijk voor je gezicht, zo leert de volkswijsheid. En dan kijkt een veertiger in alle bescheidenheid met een beetje trots en een glimlach om de mond in zijn spiegel. Net als wij. Ook al ontdekken wij enkele grijze haren, een kraaienpootje, een nieuwe rimpel, toch zien wij er niet tegen op om veertig te worden. Ook al omdat andere volkse wijsheid leert ‘dat het leven begint op veertig’. Een troost (want toch al veertig jaar geleefd) en vooral een aanmoediging voor een doorstart naar intenser leven.

1/2009

Op je veertigste dat van je ziel.’


4

Anne-Marie

Eerste Afrikareis van een nieuwe medewerker Ze is nu vijftien. Of zestien of zeventien. Haar exacte leeftijd kent immers niemand. Ze volgt een naai- en kniplessen in de beroepschool verbonden aan het opvangtehuis Laura Vicuňa in Cotonou, Benin. Ze heet Anne-Marie. Althans zo noemde de dame haar bij wie ze als huishoudhulpje heeft gewerkt. De dame sloeg Ann-Marie vaak, ze schroeide haar huid met een gloeiend strijkijzer. Soms werden haar handen vooraf vastgeboden met ijzerdraad. Haar eigenlijke naam weet Anne-Marie niet meer. Ze was heel jong toen kinderhandelaars haar uit haar geboortedorp weghaalden. Zo jong dat ze geen herinneringen meer heeft aan haar dorp of aan haar ouders. Slechts enkele vage beelden, die ze zich soms voor de geest kan halen, wijzen op een leven vóór ze gedwongen werd om als kindslaaf in het huishouden van de dame te werken. Ik ben verbijsterd. Onrecht, en zeker onrecht tegen kinderen went nooit. Alles wat AnneMarie kent of zich herinnert, is verbonden met diegenen die haar mishandelden en misbruikten. Voor hen was ze een object. En omdat alle dingen nu eenmaal een naam moeten hebben noemden ze haar Anne-Marie. Anne-Marie kon echter ontsnappen en vond onderdak in het opvangtehuis Laura Vicuña. De opleiding die ze er nu volgt zal haar hopelijk in staat stellen om een eigen bestaan op te bouwen zodat ze nooit meer als een ding zal worden behandeld. Dat is een belangrijk deel van wat de salesianen en zusters van Don Bosco in West-Afrika doen: een bestaan geven aan de naamlozen. Het is mijn eerste dienstreis als nieuwe werknemer bij DMOS-COMIDE. Ik bezoek, samen met mijn collega Marc, Mali en Togo. We bekijken er met de zusters en salesianen uit Benin, Ivoorkust, Togo en Mali, hoe we de samenwerking tijdens de komende jaren verder vorm kunnen geven. De dagen zijn goed gevuld: overdag vormen de ervaringen uit het dagelijkse werk de voedingsbodem voor de toepassing van de theoretische vorming en de strategische planning. ’s Avonds en tijdens de pauzes krijgen de ervaringen hun neerslag in de verhalen die worden uitgewisseld. De verhalen gaan over het politieke en het gewone dagelijkse leven in West-Afrika, over de moei-

De auteur (r.) op een Malinese markt met broeder Pepe en een begeleidster van een consultancy bureau.

lijkheden en de successen van het werk en ook over de toekomstplannen. Ik proef er de gedrevenheid van deze projectverantwoordelijken in. En ik besef dat hier niet alleen financiële middelen, maar ook hart en ziel worden geïnvesteerd in de scholen en de projecten voor straatkinderen. De salesianen en zusters zijn op een gedreven en een professionele manier actief binnen hun projecten. Voortdurend zoeken ze mogelijkheden om het beroepsonderwijs in hun scholen te verbeteren en toegankelijk te houden voor de meest kansarme jongeren. Ze zoeken wegen om op de moeilijke Afrikaanse arbeidsmarkt kansen voor hun afgestudeerden te creëren. Maar niet alleen de gedrevenheid en de professionaliteit vallen me op. Tijdens de vormingsdagen in Mali verblijven we in de beroepsschool van Sikasso. Het is een zeer goede school waar men met veel doorzettingsvermogen het recht op onderwijs garandeert voor de kansarme jongeren. Maar nu is het zondagmiddag: de draaibanken en de soldeerbouten blijven vandaag links liggen. Op zondag vormen de salesiaanse scholen immers het decor voor allerhande sportactiviteiten voor jongeren uit de omgeving. Tientallen jon1969

40 jaar

2009

gens en meisjes, van alle leeftijden komen er voetballen, volleyballen of basketten. Ik zit langs de rand van het basketbalveld en zie de twee teams het terrein opsloffen om hun wedstrijd te beginnen. En plotseling zie ik bij de spelers broeder Hernàn, in zijn sjofel basketbalplunje en versleten sportschoenen op het terrein staan. Die energieke veertiger, die jarenlang met straatkinderen in Ecuador en in West-Afrika heeft gewerkt, is momenteel verantwoordelijk voor de goede werking van de sociale projecten in de West-Afrikaanse provincie. Ik kan een glimlach niet onderdrukken waneer ik hem helemaal in het spel zie opgaan. Hij is niet langer de verantwoordelijke, de begleider, de man die de budgetten berekent. Hij is een vriend die mee een partijtje basket speelt. Ook dat typeert de zusters en de salesianen. Ze werken niet alleen samen met en voor de jongeren; ze leven ook met hen samen en trappen lol met hen. Bedankt Ruth, Ivette, Bernarda, Antonio, Guillermo, Hernàn en alle salesianen en zusters die me in Mali en Togo ontvingen. Ik ben blij jullie nieuwe collega te mogen zijn.

Eric JORIS


ZUID

5

Colombia

Eerste Amerikareis van een nieuwe medewerker

Op de airstrip valt de vochtige warmte ons zwaar om de schouders. Via een geïmproviseerde paspoortcontrole worden we naar de afgeleefde aankomsthal geleid, waar pater Andrés op ons wacht. Hemelsblauwe verf bladdert van de muren, enkele kinderen steunen gevaarlijk tegen de verroeste afsluiting. We worden naar de stoere Landcruiser van de paters geleid en rijden over de hobbelige verbindingsweg naar Condoto.

dat werd opgericht in 1979. Sinds 1995 wordt het centrum geleid door salesianen. De Hogar bestond op dat ogenblik uit enkele kleine lokalen, gelegen net buiten de stadsrand. Jongeren, afkomstig uit de rurale omgeving van Condoto en op zoek naar een mogelijkheid tot bijscholing en werk, kunnen er terecht. In 2002 werd de constructie van een aangepast centrum aangevat. In de oude slaapzalen werden verschillende ateliers ondergebracht; er werden nieuwe slaapzalen, een sanitair blok en een refter opgetrokken. In 2007 opende het vernieuwde Centro de Capacitación Laboral zijn deuren, mede dankzij de steun van DMOS-COMIDE.

van Afrikaanse slaven op de Colombiaanse plantages. Het merendeel van de bevolking werkt in de goud- en zilvermijnen die de regio rijk is. Onze bestemming, de Hogar Juvenil Don Bosco, is een opvangtehuis voor jongeren

‘artisanaat’ laten ons trots hun handwerkjes zien, draagtassen en portefeuilles gemaakt uit een soort boomschors. In de bakkerij worden broodjes en taarten gebakken; een toekomstig juweelsmid legt ons vakkundig

Tijdens de afgelopen maanden werd een nieuw lokaal bijgebouwd, waar het atelier houtbewerking ingericht zal worden. Het lokaal is klaar, de machines werden in de loop van de maand november geïnstalleerd en in februari 2009, bij de start van het volgende schooljaar, kunnen de eerste leerlingen er een opleiding volgen. De ogen van Andrés, Sandro en Fernelly – drie jonge salesianen – blinken. Enthousiast leggen ze uit wat ze reeds konden verwezenlijken en welke projecten er nog op stapel staan. Het bezoek aan Condoto maakt deel uit van mijn eerste tussentijdse evaluatiereis naar Colombia. De enthousiaste paters, de trotse leerkrachten, de leergierige studenten: in de

SAMEN OP WEG

Het mijnstadje strekt zich uit langs de oevers van de Condotorivier. Er zijn ongeveer tienduizend inwoners geregistreerd, afstammelingen

Buiten spelen een aantal jongens voetbal op het terrein van wat ooit een overdekte sporthal moet worden. Voorlopig staan enkel de betonnen steunpilaren overeind. In de schaduw van een grote struik zitten enkele studentes hun huiswerk te maken. We worden langs de verschillende ateliers geleid en overal valt het enthousiasme op, zowel van de leerkrachten als van de jongeren die er cursus volgen. De meisjes van het atelier

uit hoe je sieraden smeedt. De naaisters zijn zo blij met ons bezoek dat ze ons prompt een pastelkleurig handdoekje cadeau doen, afgewerkt met fijn maar naar onze smaak kitscherig borduurwerk. Enkel de computerklas ligt er wat verlaten bij, de installaties bedekt met veelkleurige lappen stof ter bescherming tegen de vochtigheid.

1/2009

Pas wanneer het vliegtuigje begint te dalen en de wolkensluier dunner wordt, merk ik dat we niet langer boven de uitlopers van het Andesgebergte zweven. Geen lappendeken van akkers meer, geen slingerende paden of ogenschijnlijk willekeurig ingeplante fincas (boerderijen), enkel een immens groen tapijt dat zich uitstrekt tussen de Westelijke Cordillera en de Stille Oceaan. We staan op het punt te landen in Condoto, een geïsoleerd stadje in het dicht beboste departement Chocó.

1969

40 jaar

2009

verschillende projecten leeft een oprechte dankbaarheid voor de steun die DMOSCOMIDE hun geeft.

Arnoud FESTJENS


6

Don Bosco en de mensenrechten Een internationaal congres Het jaar 2009 werd door de Verenigde Naties uitgeroepen tot het internationale jaar van de mensenrechten bij gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de verklaring van de mensenrechten in 1959. De salesianen van Don Bosco hebben deze gelegenheid met beide handen aangegrepen om hun opvoedkundig werk te bekijken in het licht van de promotie van de mensenrechten, in het bijzonder de rechten van de kinderen.

Jorge Peñaranda met 2 chicos van Breña (Lima)

_ EEN INTERNATIONAAL CONGRES Het initiatief voor het congres te Rome in januari 2009 werd genomen door Don Pasqual Chavéz, algemeen overste van de salesianen van Don Bosco. Het ligt vervat in de jaarspreuk van 2008 voor de congregatie van Don Bosco. Die luidde: ‘Laten we opvoeden met het hart van Don Bosco voor de integrale ontwikkeling van het leven van de jongeren, vooral van de armsten en de kanslozen, door hun rechten te promoten”. Daarin benadrukte Don Chavéz de vitale wederzijdse relatie die er ook vandaag bestaat tussen het Preventief Systeem en de promotie van de mensenrechten. Door de lancering van die jaarspreuk nodigde hij alle opvoeders en opvoedsters in de wereldwijde Don Bosco-familie uit op gevoelig te worden voor het rijke hulpmiddel dat het preventief systeem van Don Bosco is in de strijd voor de mensenrechten, vooral voor de rechten van de kansloze jongeren. Hij riep hen op om haar inhouden verder te ontdekken en toe te passen om zo op meer effectieve wijze te kunnen ant-

woorden op de grote hedendaagse uitdagingen op het terrein van de opvoeding van jongeren en de realisatie van hun fundamentele rechten. ‘Don Bosco Netwerk’, de vereniging van Europese NGO’s aanvaardde de uitdaging en onder de grote stimulans van VIS, de Italiaanse afdeling, werd een internationaal salesiaans congres georganiseerd van 2 tot 6 januari 2009 onder de titel ‘ Preventief Systeem en Mensenrechten’. Het congres richtte de schijnwerpers vooral op drie hoofdlijnen: de preventie, de integrale ontwikkeling van het leven van de jongeren en de opbouw van een rechtvaardige maatschappij en de band die er bestaat tussen deze drie elementen.

‘Elk kind heeft het recht gelukkig te zijn.’

1969

40 jaar

2009

_ DMOS-COMIDE BINNEN DEZE BEWEGING DMOS-COMIDE werkt al 40 jaar als ngo binnen die grote wereldomvattende Don Boscobeweging. Haar missie omschrijft zij op de volgende manier: “Ons werk is gericht op kansarme en uitgesloten jongeren in het Zuiden. Vanuit de opvoedingsprincipes van Don Bosco geven wij hun toegang tot een integrale vorming die zich toespitst op het bijbrengen van menselijke, sociale en beroepsvaardigheden. Hiermee stellen wij hen in staat om zichzelf te ontplooien, hun plaats in de samenleving te vinden en daarin een actieve en constructieve rol te spelen…”. DMOS-COMIDE is dus mede-erfgenaam en drager van een opvoedkundig charisma dat de promotie nastreeft van een cultuur van het leven en het veranderen van structuren. Wij doen dat met behulp van de specifieke middelen en methoden die onze activiteiten als ngo structureel ondersteunen. Wij hebben de plicht om de rechten van de mens te promoten. Het preventief systeem


ZUID

‘Willen we de toekomst van de wereld redden, dan moeten we de jongeren redden.’ De opvoeding en de promotie van de mensenrechten, in het bijzonder van de jongeren, is ook voor DMOS-COMIDE een bevoorrechte weg om in de verschillende mondiale contexten haar engagement te verwezenlijken van preventie, integrale humane ontwikkeling en de opbouw van een rechtvaardiger wereld. Het taalgebruik van de mensenrechten maakt ook voor ons de dialoog mogelijk en de inschakeling van onze salesiaanse pedagogische visie in de verschillende culturen overal ter wereld.

_ PROMOTIE VAN DE MENSENRECHTEN Al sinds 1969 werkt DMOS-COMIDE aan internationale solidariteit met achtergestelde jongeren en jongvolwassenen. Die solidariteit wordt vooral concreet in de opvoedkundige projecten die zij met de partners in het Zuiden voorbereidt en uitvoert. Haar programma-projecten zijn vooral gericht op de humane ontwikkeling en afgestemd op de promotie van de meest kwetsbare groepen in de maatschappij, vooral de jongeren. In de armste landen hanteert zij een samenwerkingspolitiek gericht op de integratie van de doelgroepen in de lokale maatschappij. Het is door die benadering heen dat mensenrechten gerealiseerd. Dat gebeurt vooral door: • een goede opvoeding en gestructureerd onderwijs de jongeren en adolescenten weghouden van een sociale uitsluiting, • het verlenen van bijstand aan straatkinderen, misbruikte jongeren en kindsoldaten en hen zo rehabiliteren, • hun een professionele vorming aan te bieden, zodat zij toegang krijgen tot de arbeidsmarkt en op die manier hun sociale reïntegratie bewerken, • door de ontwikkeling van de lokale gemeenschap te begunstigen, de versterking van het plaatselijke onderwijs, een meer professionele vorming van de leerkrachten uit te bouwen en de bouw van scholen te realiseren, • aan vele achtergestelde groepen de kans

_ WERKEN VOOR DE RECHTEN VAN JONGEREN “Willen we de toekomst van de wereld redden voor het te laat is, dan moeten we de jongeren redden”, is een uitspraak van don Chavéz, maar tegelijk een devies waarnaar DMOS-COMIDE zich al verschillende decennia richt samen met vele ngo-partners. Als salesiaanse ngo streven wij naar de promotie van elke jongen of meisje, waar ook ter wereld. Wij bieden hun, samen met onze partners in het Zuiden, een globaal vormingsconcept aan vanuit de pedagogische benadering van Don Bosco, maar tevens met een bijzondere aandacht voor en een verwijzing naar de ingrijpende maatschappelijke veranderingen. Wie de rechten van de kinderen promoot, vermindert de kansen op marginaliteit. De situatie waarin zich zoveel jongeren in veel delen van de wereld bevinden, is ernstig: risicojongeren en gemarginaliseerden. Ze zijn zo talrijk, ze zijn te talrijk! Een kreet die al te vaak nog niet gehoord wordt. Het is een gevolg van een maatschappij die de economie wil mondialiseren, maar niet het engagement neemt om de volken te ontwikkelen en de waardigheid van elke mens te promoten. De hedendaagse uitdagingen voor de promotie van de rechten van jongeren zijn niet min. Een overzicht van de marginalisatie en de exploitatie van de jeugd in de wereld van vandaag is veel te lang. We noemen er een tiental op: straatkinderen en hun benden, de kindsoldaten in vele landen, de verkrachte jongeren, de misbruikte kinderen in de seksindustrie, de huisslaven verplicht tot onwaardige kindarbeid, jongeren die 1969

40 jaar

2009

gedwongen orgaandonoren zijn, rioolkinderen en zwervers, jongeren die vluchteling zijn of wees, ongewenste en verstoten kinderen, migrantenkinderen tussen wal en schip, jongeren die… Geconfronteerd met dit droevige panorama van de plagen van de jongerenwereld kan de Don Boscowereld niet onverschillig toezien. Het internationale Don Boscocongres in Rome roept alle betrokkenen: opvoeders, leerkrachten, NGO’s, sociale helpers, pastorale werkers, enz. op aan de kant van de jongeren te gaan staan. Waarom? Omdat zij, zoals Don Bosco, vertrouwen hebben in de jongeren, vertrouwen in hun bereidwilligheid om te studeren, los te komen uit hun armoede, hun eigen lot in handen te nemen, om dank zij en met de hulp van volwassenen protagonisten te worden van hun eigen toekomst. Don Bosco wil aan hun kant gaan staan omdat hij gelooft in de waarde van elke menselijke persoon, in de mogelijkheid van een andere wereld en vooral in de grote waarde van het pedagogisch engagement. Investeren in de jeugd is tegelijk investeren in een menswaardiger wereld. Elk kind heeft het recht gelukkig te zijn. Het congres heeft vele wegen geopend en getoond waarop de promotie van de mensenrechten en de rechten van de jongeren kan gebeuren. Wie hierover meer wil lezen kan terecht op de website www.donboscohumanrights.org van de salesianen van Don Bosco.

Omer BOSSUYT

1/2009

tot een grotere menselijke ontwikkeling te geven door gericht onderwijs heen, • toegang te verlenen of te versnellen tot de informatica en door de integratie en toepassing van vele nieuwe technologieën in hun vorming.

SAMEN OP WEG

van Don Bosco is een gewaarborgde toegangspoort voor de opvoeding van de jeugd in om het even welke context en een platform voor dialoog voor een nieuwe cultuur van de mensenrechten en de solidariteit.

7


8

Een staat nauwelijks in staat om te overleven De jongste reis van onze medewerker naar de Democratische Republiek Congo bracht hem in Kinshasa en Mbuji-Mayi. Een fantastisch land van bijzonder moedige mensen, zo stelde hij vast. Hier een reisverslag.

_ GROEIPIJNEN Mijn eerste halte was het beroepscentrum in Masina. Probeer je in te beelden. Begin 2003 worden de terreinen van een oude bouwonderneming overgenomen in één van de populairste gemeenten van groot Kinshasa dat intussen 8 miljoen inwoners telt. Slechts 50% van de jongeren volgen er school wegens gebrek aan scholen en de onmogelijkheid om hun schoolgeld te betalen. Na overleg met de lokale bevolking wordt gestart met een technische school en met beroepsvorming. Nu zijn er respectievelijk 400 en 200 ingeschreven jongeren. De oude loodsen worden met een minimum aan middelen tot werkateliers omgebouwd. Voor de afdeling houtbewerking en metselen staan nieuwe gebouwen in de steigers. De werken liggen nu recent stil omdat de aannemer met de noorderzon is verdwenen (misschien een misplaatste Vlaamse uitdrukking wanneer je onder de evenaarzon staat te zweten). Het is zoeken naar een oplossing om de 4 nieuwe klassen en opslagplaats af te werken.

‘Wat gaan jullie in die vergeten plek doen? Er is haast niemand in de omgeving.’ In 2005 starten zij ook van nul met een kleuterschool en een lagere school. Die tellen nu 300 en 900 leerlingen. Jaarlijks moeten er 6 klassen bijgebouwd worden om de toevloed te verwerken. De afwerking van de kleuterklasjes gebeurt ‘s avonds en op vrije schooldagen. De Patro geniet van een goede omkadering. Met honderden komen de jongeren naar het centrum voor sport, spel en muziek. Bijzonder gewaardeerd door de burgemeester. Hij bevestigt trouwens dat de laatste jaren het geweld met 50% is gedaald dankzij zulke initiatieven.

1969

40 jaar

2009

_ CAFÉ MOZART Mijn volgend bezoek gaat via het centrum SangaMamba bij de Zusters van Don Bosco. Naast de eerder klassieke opleidingen van naaien en knippen, die aan een tachtig jonge meisjes de mogelijkheid biedt om zelfstandig werk te vinden, bakken de leerlingen brood voor de omwonenden. Dankzij een schenking van een mooie villa, prima gelegen in het centrum van Kinshasa, werd er een afdeling patisserie en restaurant geopend. Meisjes die tot voor kort niet konden lezen of schrijven worden opgeleid tot banketbakker, kok of dienster. Zonder problemen vinden zij achteraf werk in de hotels van Kin(shasa). Onder leiding van de Oostenrijkse zuster Hildegarde leren zij alles over de Europese keuken. In de brochure van Brussels Airlines lees je trouwens dat Café Mozart de trendy “placeto-be” is om eens lekker te pauzeren.


ZUID

_ OM IN TE GELOVEN Na een binnenlandse vlucht kom ik in Mbuji-Mayi aan, halfweg tussen Kinshasa en Lubumbashi. Je moet er geweest zijn om te beseffen hoe er circa 2 miljoen mensen leven, of beter gezegd overleven. Mbuji-Mayi is een stad die met de exploitatie van de diamantmijnen een enorme vlucht heeft genomen. Velen werkten voor de maatschappij MIBA, maar die heeft niet veel meer te betekenen. Velen, duizenden, zijn dan maar zelf gaan graven, in hun tuin, in hun huis. Kinderen ook. Maar het zijn zandgronden en er gebeuren dan ook vele ongevallen. ’s Avonds in het schemerduister vermarkten zij, als ze wat geluk hadden, hun gevonden steentjes. De stad is door de erosie ook helemaal afgesloten geraakt. De nationale hoofdweg, die Mbuji-Mayi met de andere steden van het land verbindt, is al vele jaren op vele plaatsen weggespoeld. Bij hevig regenweer, en dat kennen zij goed in het evenaargebied, wordt alles meegesleurd en komen er reuze ravijnen die stadsdelen van elkaar scheiden. Een spoorlijn is er ook niet meer. Alles gebeurt met vrachtvliegtuigen. Aanvoer van brandstof, levensmiddelen... Niet te verwonderen dat alles dubbel zo duur is. In 2003 besloten de Zusters van Don Bosco een vormingscentrum te openen. Buiten het centrum, midden in de savanne, kochten zij grond ondanks het grote onbegrip van anderen. “Wat gaan jullie in die vergeten plek doen. Er is haast niemand in de omgeving”. Zij hebben erin geloofd en starten in 2005 met de eerste bouw. Met de hulp van DMOS-COMIDE en de medefinanciering van de Belgische staat, onthalen zij al 180 jongeren. Dit jaar zal de 3de promotie afstuderen. De meesten van deze jongens en meisjes

_ MBUJI-MAYI De salesianen van Don Bosco bevinden zich op een paar kilometers vandaan, maar er is geen weg meer heen en je moet driekwartier omrijden. Op de rand van de stad hebben zij een mooi centrum opgebouwd. Hun aanwezigheid betekent heel veel voor de lokale bevolking. Hun kinderen kunnen van een opleiding genieten. Een vijfde kan het schoolgeld van 5€ per trimester niet betalen. Er wordt een beroep gedaan op allerlei hulpfondsen. Toch haken er velen af. De meisjes bijvoorbeeld omdat zij voor hun familie gedwongen worden om te trouwen. “Ils ont mangé la dot (bruidschat)” wordt daar gezegd. Al meer dan 10 jaar wachten zij op de aansluiting op het elektriciteitsnet. 1969

40 jaar

2009

Ondertussen moet de generator draaien voor de werkplaatsen (lassen, houtbewerking...) en om water naar boven te pompen. Kostprijs € 1.000 per maand. Lonen van de leerkrachten. Hun voertuig heeft het ook begeven. Zij zoeken dringend een camionette of camion om de geproduceerde kasten en schoolbanken te leveren aan Unicef. Een noodzakelijke bron van inkomsten. Samen met de zusters stichtten ze de associatie BECIAS. Met raad en daad staan zij de jongeren bij in hun zoeken naar werk. Naaimachines ter beschikking stellen, woordvoeder spelen opdat een groepje jongeren een groter karwei zou mogen uitvoeren voor een lokale onderneming. Een weekje meeleven met hen laat toe om hun werken echt te appreciëren en om de bijzondere omstandigheden waarin zij leven aan te voelen. Dan vergeet je snel dat je je valies de hele week hebt moeten missen en dat je die pas de laatste dag op de luchthaven terugvindt.

Gery JANSSENS

1/2009

Even buiten de stad vind je het «Cité des Jeunes». Binnen die Don Boscogemeenschap zetten twee Belgen zich iedere dag nog actief in om de ‘atelier de formation’ te laten draaien, met alle problemen van ginds. Wat doen als er enkel ‘s nachts elektriciteit is, want overdag wordt er aan de hoofdleidingen gewerkt? De voorraad hout is bijna op, maar de wegen laten de camions niet toe. Ondertussen moeten de monden van zeventig jongeren van het opvangtehuis “Papy” gevoed worden. Vele kopzorgen. Ver van je vaderland. Ik beluister achter de woorden van Pol Feyen “Vergeet ons alsjeblieft niet”.

konden drie jaar geleden amper lezen en schrijven. Zij weten dat het niet gemakkelijk is om werk te vinden, maar zij worden daar bijzonder goed in begeleid. Eigenlijk is het een opmerkelijke aanpak dat zij ginds hanteren. Bezielster is Zuster Georgette, een madame die van wanten weet. De jongeren die ingeschreven zijn in de “Art Culinaire” krijgen als startgeld 500 Congolese franken (minder dan 1 dollar). Eerste opdracht is snoep maken. De kosten van de ingrediënten worden van hun boekje afgehouden. En dan mogen zij hun snoep in de stad, op de markten gaan verkopen. De winsten zijn voor hen en alles wordt mooi genoteerd. Later volgt het bakken van koekjes tot het uitwerken van volledige feestmaaltijden. Het doel is om na drie jaar opleiding de mooie som van 500$ te hebben bijéén gespaard. Startkapitaal om er later iets mee te beginnen. Zij leren een oven bouwen, samenwerken in team, zuinig omgaan met ingrediënten, hun sterke en zwakkere punten kennen (bv. bij het verkopen van hun waren). Ouders worden erin betrokken. Ook in de opleiding ‘naaien en knippen’ wordt de economische context nooit uit het oog verloren. Beginsel van boekhouding; zoveel voor de stof, de uren werk, de afschrijving van het materiaal, en toch een beetje winst die voor later wordt opgespaard. En dan nog de kritische opmerkingen van de klanten leren wat de kwaliteit van hun werk ten goede komt. Zo mocht ik trotse leerlingen vinden. Zij hebben het ginds niet gemakkelijk, maar ze zijn bereid om verantwoordelijkheid op te nemen voor zichzelf en de anderen.

SAMEN OP WEG

_ CITÉ DES JEUNES

9


10

Hoopvol India. Fragmenten uit een inleefreis Net terug thuis uit een ‘Indian summer’ dook educatiemedewerkster Lut Van Daele terug in de Belgische winter. Als één van vijftien inleefreizigers kroop zij terug in haar meegebrachte cocon erups en laat ze hier beelden en gedachten voorbijflitsen. Om te spinnen aan een kleurrijk, geurend verhaal.

_ KIPPENVEL Mijn eerste kippenvelmoment beleef ik tijdens een meeting van de ‘domestic workers’. Op een openbare plek vlak naast een van de slums in Hyderabad is het verzamelen geblazen. Tien vrouwen zitten geduldig te wachten als we er arriveren. Het worden er twintig, dertig, veertig… honderd, allemaal even kleurrijk en verzorgd gekleed in sari. Zuster Hema keuvelt rustig met haar plaatselijke staf. En dan begint het: de frêle vrouw geeft een toespraak als een echte passionaria. In een perfecte Daensadaptatie brengt ze begeestering bij de vrouwen. Er wordt gezongen en gescandeerd. ‘Recht op één rustdag per week, recht op een minimumloon, ...’ Nadien vult Ranuka aan met een oproep om formulieren in te vullen. India heeft reeds goede wetten, maar ze laten toepassen, daar gaat het om. Ze zingen, discussiëren en worden ter plaatse sterker. De kracht van een beweging zindert ons tegemoet, we zijn getuigen van het prachtige basiswerk van de ‘National Domestic Workers Movement’, gesticht door de Belgische zuster Jeanne Devos en

uitgegroeid tot een beweging in 22 staten van India.

_ DANCING BOYS Op hevige Bollywoodmuziek brengen de straatjongens van Don Bosco ons een overweldigend dansoptreden. Geen macho’s maar vrolijke zelfbewuste expressieve jongeren heten ons welkom. Ze vonden opvang bij Don Bosco Navajeen en konden zo het harde straatleven in Hyderabad ruilen voor een nieuwe toekomst. De enen studeren, de anderen werken. Ook hier zien we erkenning voor wie zwak is en voelen we de hoop.

stilletjes aan een andere betekenis. Onze theorieën groeien. De ene argumenteert vanuit de heilige koe. Omdat de koe overal mag staan en gaan in volle vrijheid, passen de chauffeurs zich aan en wijken uit, bij uitbreiding doen ze dat voor alle levende wezens. De andere komt aandraven met macho-gedrag: het getoeter en het frontaal op elkaar aanrijden doet denken aan een stierengevecht waar op de laatste moment een ‘juiste’ kant gekozen wordt. Het stof, de brommers, de vrouwen met koopwaar op hun hoofd, de riksja’s en koeien; alles kronkelt door elkaar in één organische stroom van gemillimeterd respect.

‘Tussen de tamarinde en de zijderupsen laten ze ons voelen wat wij dreigen te verliezen: een ecologisch evenwicht.’

_ ORGANISCH VERKEER

_ DE HOEDERS VAN HET WOUD

Na enkele dagen op Indische bodem treedt er bij de meeste reisgenoten een zekere gewenning aan het verkeer op. De chaotische toestand van de eerste dagen krijgt

Te gast bij PARDS, partnerorganisatie van Broederlijk Delen. We worden op westerse wijze voorbereid door de powerpointpresentatie van David. Ze willen de ‘tribal’

1969

40 jaar

2009


NOORD

Een treinrit van zes uren brengt ons in het noorden van Orissa. We zien de straatkinderen bedelen, we wandelen naast de slapende daklozen en voelen ons ‘ramptoeristen’. Maar we worden ontvangen als koningen, zowel door plaatselijke groeperingen van de NDWM van fr. Nicholas als door de schoolkinderen van Don Bosco Kuarmunda! Overal waar we in kleine groepjes verschijnen wordt er gedanst en muziek gemaakt. Onze aanwezigheid betekent veel voor hen: erkenning voor wie ze zijn, erkenning voor de eigen cultuur, erkenning van de rechten voor tribals. Samen met Herman en Stefaan word ik ontvangen in één van de dorpen rond de grote Don Boscoschool in Kuarmunda. De hele dorpsgemeenschap heeft ons welkom voorbereid. Met een welkomstceremonie van enkele uren weten we terug wat feesten betekent, wat hartelijkheid inhoudt, wat gastvrijheid wil zeggen.

_ RECHT OP ONDERWIJS De volgende dag is het woud aan de beurt. De stemming zit er in. De vrouwen zijn er ook bij en tonen ons waar ze eetbare wor-

tels, medicinale planten en kleurstoffen vinden. Alleen nemen wat je nodig hebt is de boodschap! De mannen vormden een soort burgerwacht: de hoeders van het woud. Tussen de tamarinde en de zijderupsen laten ze ons voelen wat wij al lang verloren zijn: een ecologisch evenwicht. ‘I have a dream’

Waar we ook ontvangen worden, in Don Boscoscholen krijgen we een gelijkend sce-

nario. Een volwassen gesdisciplineerde groep jongeren die ons verwelkomt met een lied. Een voorstelling van de leerkrachten. Een rondleiding in de werkplaatsen en klassen. Waar we onze nieuwsgierige hoofden ook binnensteken komt de leergierigheid ons tegemoet. Aan motivatie geen gebrek. In 1969

40 jaar

2009

vele gesprekken klinkt dan ook veel dankbaarheid door. Dankbaarheid voor de kansen die gecreëerd worden voor deze tribal jongeren. Of ze nu een korte beroepsopleiding volgen of in de enige ‘medium Englisch’-school voor tribals zitten. Ze nemen hun ontwikkeling ‘au sérieux’. De plaatselijke leerkrachten en salesianen zijn ook van tribal afkomst. ‘Of dit onderwijs zich enkel richt op christenen,’ wordt er kritisch gevraagd. Het antwoord is: ‘Neen, natuurlijk niet. In een samenleving waar slechts 2 procent van de bevolking christelijk is kan dat niet. Toch voelen vele tribals zich aangesproken tot het christendom. Het ligt dichter bij hun oorspronkelijke animistische godsdienst dan de andere religies in het land. Dankzij de missionarissen, nota bene uit België, die honderd jaar geleden aan hun ‘missie’ begonnen voelde deze verwaarloosde bevolkingsgroep zich erkend en sterker worden. Wij staan er wat onwennig bij en delen in de dankbaarheid.

_ MOOIE VROUWEN Tijdens onze kilometerslange trip door India komen we prachtige vrouwen tegen. Over de mannen waag ik me niet aan een uitspraak, maar de Indische vrouwen blijven op mijn oversensitief netvlies gebrand. Kleur en kleur en nog eens kleur. Of ze nu uit een overvolle trein stappen of aan de deur van hun primitieve huisje in de slums staan te kijken. Of ze op de markt zitten te verkopen of met water op hun hoofd langs de meest stoffige wegen lopen. Overal stralen ze ‘waardigheid’ uit en een esthetisch kleurgevoel. In de vele klassen die we bezoeken treffen we massa’s meisjes aan. Zij aan zij met de jongens. In lagere scholen, in de technische scholen en beroepsopleidingen. Er worden duidelijk stappen gezet naar de gendergelijkheid. Hoewel onze westerse kijk ons doet vragen waarom er zo weinig vrouwen op een brommer rijden worden we teruggefloten: ‘Het is niet belangrijk dat vrouwen en mannen hetzelfde zijn, het belangrijkste is dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn!’ De samenwerking tussen Broederlijk Delen en DMOS-COMIDE leerde ons anders kijken naar India!

Lut VAN DAELE

1/2009

_ WELKOM IN ROURKELA, WELKOM IN KUARMUNDA

SAMEN OP WEG

bevolking in Chhattisgarh sterker maken. De theorie kennen we ondertussen, maar dan volgt de praktijk. Samen met drie reisgenoten beland ik in een dorp. We krijgen twee jonge medewerkers van PARDS mee die Engels kunnen en één plaatselijke man die al acht jaar voor de organisatie werkt: yiooth. De dorpelingen hadden overlegd en beslist in welk huis we zouden logeren. De vroegere burgemeester wordt onze gastheer. Het erf wordt drie dagen lang de plaats om te eten, te werken, te dansen, muziek te maken en vele dorpelingen te ontmoeten. Ze nemen ons mee naar de velden. Dankzij een gezamenlijke actie in het dorp kochten ze samen een waterpomp aan om het hogergelegen land te bevloeien. Wij zien de resultaten en proberen bij wijze van solidariteit ook even de grond los te hakken rond de jonge plantjes. De eerste maïsoogst ligt al enkele dagen op het erf en wordt er ontkolfd, gewogen en in zakken opgeslagen. Onze gastheer is fier, PARDS zorgde voor het zaaigoed en de kennis, de dorpelingen voerden uit.

11


12

Papillon & Hannanas Twee werelden van verschil, India en Bolivia, hebben het geweten. In Tezpur (India) en Cochabamba (Bolivia) streken twee vrijwilligers ‘via Don Bosco’ neer. Hanne Lemmens in India en Hanne Nelissen in Bolivia houden familie en vrienden geregeld op de hoogte van hun belevenissen.

Als u zelf álles wilt lezen van de twee surft u naar http://papillon.waarbenjij.nu om mee te lezen wat Hanne Nelissen in Cochabamba beleeft en naar http:// hannanas.waarbenjij.nu als je wilt nalezen wat Hanne Lemmens (die ondertussen teruggekeerd is naar België) meemaakte en beschreef. Wij grasduinden in beide verhalen en bloemlezen u wat ons trof.

_ PAPILLON Midden november vertrok Hanne Nelissen naar het Boliviaanse Cochabamba. Daar kwam ze in een weeshuis terecht van 51 meisjes tussen 6 en 20 jaar oud. Al de eerste dagen wordt Hanne met een groot verschil in eetgewoonten geconfronteerd. ‘Ik zie de kinderen hier elke dag soep met kippenpoten eten, heel goedkoop eten.’ Enkele weken later wordt het zelfs op de tanden bijten: ‘Ik eet eigenlijk niet veel en blijf maar honger hebben, elke dag. Maar de zusters zijn arm, dus er zit niet veel anders op. Ik stel vast dat mijn broeken te wijd gaan zitten.’ Al evenveel wennen is het voortdurend omgeven zijn door de jongeren. Na een week blogt Hanne Papillon: ‘De eerste drie dagen dacht ik: moet ik hiér zes maanden blijven. Ik zag me al iedere dag overrompeld worden door de kinderen en geen tijd voor mezelf hebben. Gelukkig zijn de zusters hier heel begripvol. Pas tegen de middag meng ik me tussen de meisjes, want van het ogenblik dat ik mijn hoofd laat zien, laten ze me niet 1969

40 jaar

2009

meer gerust. Een babbel met een van de Amerikaanse vrijwilligsters hier heeft ook geholpen, zij had de hele eerste maand zo’n gevoel. Toen besefte ik dat dit volledig normaal is en heb ik er mij bij neergelegd. Sindsdien gaat het steeds beter.’ Begin december klonk het al: ‘Het ritme begint erin te komen. Eigenlijk moeten we hier niet veel doen. Gewoon 'er zijn'. Ik heb me gestort op het haken van een handtas.’ Maar desondanks blijft opvoeden een uitdaging: ‘Weer een slechte nacht. De meisjes begrijpen blijkbaar niet dat mensen vanaf een bepaald uur echt willen slapen. Als ze iemand zoeken, roepen ze gewoonweg luid een naam, ook al is middernacht al voorbij. Ze laten de lichten branden en ik sta dan wel drie keer ’s nachts op om het licht uit te draaien.’ En dan zijn er de zusters. Met hun eigen gewoonten, disciplines en karakters. ‘Er zijn twee zusters verantwoordelijk in deze Hogar Maria Auxiliadora. Paola, het hoofd, en Delia. Blijkbaar is er geen enkel meisje dat Paola graag heeft. Ze is heel lief (voor mij) maar ze kan blijkbaar heel


NOORD

keren staan de zusters er blijkbaar op dat de Europese vrijwilligster de meisjes geen handenarbeid uit handen neemt. ‘We krijgen het bord met het beste eten, mogen bijvragen, hoeven niet de vaat te doen, hoeven niet te poetsen (zelfs onze badkamer wordt door de meisjes gepoetst!). En als ik dan eens aan het poetsen ben, worden de meisjes door de zuster verweten dat ze me niet helpen zijn. Het is soms wel vervelend.’ Maar van midden januari (in Bolivia grotevakantietijd) tot wanneer het schooljaar start (februari) neemt Hanne het ervan. Haar vriend Kristof komt uit België op bezoek en samen trekken ze in het Andesland rond. Ook voor vrijwilligers anno 2009 is het leven werken én genieten.

_ HANNANAS ‘Oh my God, nu is 't genoeg geweest! Ik heb echt geprobeerd mijn laatste week India te beleven zonder mijn blog maar als ik hier niet alles direct opschrijf word ik gék!’ Dat geloof je onmiddellijk als je Hanne Lemmens’ blog leest. Ze maakte vele lezers van het thuisfront enthousiast met haar belevenissen

dat het zo niet zou mogen zijn. Maar hun kastesysteem, tradities en koloniaal verleden houden hen klein, en daar kan ontwikkelingshulp heel weinig aan. De enige oplossing is onderwijs, zeker aan vrouwen!’

_ ‘YOU WILL MISS US, NO?’ Ondertussen is Hanne Lemmens teruggekeerd uit India. De laatste weken in Tezpur werden de moeilijkste om te kunnen vertrekken. ‘In de keuken zei Flora onder het soppen en spoelen van ons bestek: ‘Iedereen hier zal je missen, Hanne, niet alleen de kinderen. Je was hier een hele tijd, je werd een stukje van het huis’. Alweer was ik met stomheid geslagen. Na al die tijd, zeggen ze zoiets. Ik voelde mij al die tijd buitenstaander, Europees en niet-katholiek. Maar ze vonden een manier in zichzelf om met die vreemde eend om te gaan en haar te accepteren, denk ik.’ Op Oudejaarsavond 2008 besluit ze: ‘Ondanks aanvankelijke aanpassingsmoeilijkheden en frustrerende confrontaties met de zusters of de naar westerse normen onaanvaardbare elementen van het dagelijkse leven hier, zie ik deze plek nu als mijn tweede thuis. Het ging allemaal ook veel makkelijker vanaf het moment dat ik mij bij alle dingen neerlegde die ik toch niet kon veranderen.’ En lyrischer: ‘Ik wou dat ik alles kon inpakken en meenemen. Al het groen hier in Assam, alle dorpen die ik gezien heb en waar ik gekookt water en pikante thee kreeg; alle straten waar ik mij tussen het vuil, mannen, geiten, koeien en bedelende, blote kindjes wentelde; de didi's die constant aan mijn kamerdeur stonden voor muziek, een verhaaltje of gewoon om dag te zeggen; alle tempels waar wierook brandde en waar de vloeren te vuil waren voor blote voeten, maar je deed toch je sandalen uit; alle oneffen paadjes waar ik steentjes in mijn sandalen kreeg; de drumgeluiden, dichtbij en in de verte; het gezang en de muziek in de lucht; slapeloze nachten om de henna te laten drogen; tranende ogen van pikante chutney's; Bollywoodfilms zien; samen de strijk doen terwijl Karolyn neuriet; de ogen van de kinderen wanneer ze droevig of blij waren.’

Marc VAN LAERE

1969

40 jaar

2009

1/2009

‘De eerste drie dagen dacht ik: moet ik hiér zes maanden blijven?’

in het Indiase Tezpur bij de zusters van Don Bosco. Indrukwekkend is ‘the convent soap’, de gebeurtenissen in het klooster met strenge zusters, lieve zusters, sterke zusters en moeilijke zusters. Mooi om te lezen hoe Hanne mettertijd milder wordt. In augustus klinkt het nog: ‘De community is gesloten voor mij, waarom hebben ze mij dan niet in een gezin geplaatst? Hoe kunnen ze er schijnbaar van uitgaan dat mijn leven en dat van hun niet vermengd zal worden?’ Maar enkele dagen voor het afscheid schrijft ze ontroerend: ‘Hier woont een oudere zuster, Rosy, die lijdt aan Parkinson. Ze zit erbij als een hoopje ellende en de eerste dagen kon ik niet naar haar kijken of tegen haar praten. Maar gisteren zat ze na het eten weer keihard te schudden. Dan ben ik wat bij haar gaan zitten en ze begon gewoonweg te zingen. Terwijl ze zong begon ze te wenen. Ik zei: ‘Are you crying sister?’ Ze zei: ‘No, just water coming out’. Ik zei: ‘Better it comes out than staying inside’. Zij dan: ‘God bless you’ en ze vertelde hoe haar ziekte geëvolueerd is sinds 5 jaar.’ In de maanden dat ze in Tezpur werkte, keek ‘Hannanas’ ook scherp naar de realiteit om zich heen. ‘Eigenlijk zijn mensen hier, hoewel aanvankelijk heel enthousiast, argwanig tegenover elke vreemdeling. De armen voelen zich meteen de mindere, en de rijken proberen hun land op te hemelen omdat ze niet willen onderdoen voor een westerling. Je hoort er niet bij, met andere woorden, en ze zullen nooit hun problemen toegeven, de armen niet uit verlegenheid en de rijken niet uit arrogantie. Veel Indiërs in armoede weten niet eens

SAMEN OP WEG

grof zijn met woorden. De meisjes hebben schrik van haar en mogen haar niet zo. Delia is dan weer veel zachter en enorm geliefd.’ Tot begin augustus 2009 zal Hanne zich verder inzetten met het wel en wee van het weeshuis in Cochabamba. Soms is het voor haar een uitdaging om zich nuttig te voelen, zinvol bezig te zijn. En andere

13


14

NOSSO PADRE NO BRASIL Ze bestaan nog: de missiekringen, steungroepen, familie- en vriendenlobby’s achter missionarissen. Die achterbanlegendes willen wij nu en dan in de kijker zetten. Zoals de mensen die al jaar en dag de sterkhouders zijn van Benoit le Fevere de ten Hove (63), Iepers salesiaan in Brazilië. ‘Mijn broer was een idealist. Hij wilde zich onvoorwaardelijk en onvoorzichtig totaal geven aan zijn medemensen. Dat is hem fataal geworden. Maar zijn enthousiasme werkt nu nog altijd aanstekelijk!’ zei padre Bento twee jaar geleden toen hij in Ieper de Simonzaal mee inwijdde. Zijn broer Simon werd in 1995 in Brazilië vermoord toen hij daar als vrijwilliger werkte. Op zijn beurt was Simon aangestoken door het enthousiasme en de inzet van broer Benoît, een salesiaan met een naam als een FransVlaams kasteel, die sedert 1974 als missionaris in het noorden van Brazilië leeft, in parochies en centra voor jongeren. Vandaag is zijn thuisbasis Mánicoré, aan een zijarm van de Amazonestroom.

_ A.M.I.E. Het spreekt vanzelf dat vele activiteiten van padre Bento om financiële ondersteuning vroegen. Zoals van de vereniging AMIE, Aide Médicale Internationale à l'Enfance. Deze vzw van Canadese origine werd in 1980 in België opgericht door ThérèseMarie en Jean Flipot - de Fays. AMIE wil een beweging zijn van universele broederlijkheid ten dienste van de meest ontheemden, vooral kinderen. De organisatie bestaat tot op vandaag enkel uit vrijwilligers, meer nog, alle medewerkers, ook de beheerders dragen zelf de werkingskosten. Dat wil zeggen geen personeels- en telefoonkosten, geen verplaatsingskosten, noch in België noch in het buitenland, geen honoraria, geen huur- of verwarmingskosten voor kantoren. Om menig ngo te doen blozen. Ook al omdat AMIE zonder blikken of blozen kan stellen dat elke euro die er binnenkomt

voor ontheemden, kansarmen, kinderen ook effectief in het Zuiden terechtkomt. Voor wie meer informatie over deze werking wil: www.amie-be.org

_ W.E.S.T.H.O.E.K. Benoît le Fevere de ten Hove kan echter ook op veel ander volk in dit land rekenen. Niet verwonderlijk dat een groot deel van de achterbansteun uit zijn eigen Westhoek, het Ieperse komt. Zoals uit het onooglijke Voormezele. Mevrouw Desodt vertelt: ‘Dit jaar hielden de kinderen hun jaarlijkse Sterrestoet die toch bijna € 500 opbracht en via de scoutssympathisanten komen er geregeld nieuwjaarsgiften voor Benoît binnen.’ Anderzijds maakt Benoîts broer, Didier, duidelijk dat er naast de solidariteit vanuit de Westhoek ook groepen en mensen uit Limburg, Vremde en Heverlee solidair blijven met het Brazilië van hun padre. ‘En’, voegt Didier Le Fevere er met een kwinkslag aan toe, ‘niet in het minst kan mijn broer rekenen op een suikertante, weduwe van een notaris. Zij zorgt jaarlijks voor erg royale giften.’ Je had bijna niet anders verwacht met zo’n familienaam.

1969

40 jaar

2009

Zo dragen vele kleine beetjes en soms grotere happen bij tot de ondersteuning van jongerenprojecten in het Zuiden, in Brazilië. Dat deze bijdragen eerder bescheiden zijn, is niet het belangrijkste. Wel de inzet van zovelen, van sterzingende Voormezeelse kids tot zestigplussers die in hun vrije tijd van ’s morgens tot ’s avonds met een boekhouding en vergaderingen ter ondersteuning van het Zuiden begaan zijn. Samen met structurele hulp van overheidswege, van ngo’s en steden en organisaties betekent het blijvende hoop voor wie op onze planeet op het ogenblik kansarm is.

Marc VAN LAERE


NOORD

dewereld.be _

jaar

OOSTENDE EN VANJA VOOR MALI

Vanja is het buurmeisn. Een ‘fait divers’, maar ore geb nja Va rd we ri ua Midden jan gevolgen blijven. Het en dat kon niet zonder l ece ati im An se nd ste hebben, maar dat je van de Oo dat zij niets tekort zal ldt me ver nja Va van . Dus ondergeboortekaartje er hulp kunnen gebruiken me l vee ba Tou ese lin de animatiecel. moeders in het Ma mee de sponsoractie van nja Va van n de en vri er informatie steunen familie en stende naar Lourdes. Me Oo van t och ext sol Dat wordt dit jaar een et Provoost. ts Vandecasteele en Mi op 059 80 25 17 bij Fri

jaar

In 1969 werd de ngo DMOS-CO MIDE boven de doopvont ge houden. Toen la ndde de eerste man op de maan, won Ed dy Merckx zijn eerste Ronde va n Frankrijk, stak Jan Pallach zichzelf in bran d in Praag. De Ke nn edytunnel ging open en de Concorde gi ng voor het eerst de lucht in. Maar in het Zu id en was er de beruchte vo etbaloorlog tu ssen Honduras en El Salvador , greep kolone l Kadafi de macht en bego nnen de Amer ikanen te denken aan terugt rekken uit Viet nam. En, oh ja Yoko Ono lag , met John Lenn on in een Amsterdams be d, enkele maa nden voordat in Woodstock het bekendste rockfestival aller tijden plaa tsvond.

_

2 HARTEN VAN GOUD

jaar

Bij de wieg van DMOS-COMIDE stond Gerrit van Asperdt en nadien salesiaan Rik Renckens. Deze laatste overleed in 2005. Wij vernamen met droefheid het overlijden van de echtgenote van Gerrit net vóór Kerstmis 2008. Mevrouw Marie-Josée Philippet was afkomstig uit Liers en overleed in het Nederlandse Veldhoven. Zij werd net 82 jaar. Aan Gerrit en zijn familie en allen die haar lief waren, bieden wij onze christelijke deelneming en respect aan. Mocht het waar zijn: ‘Treur niet, ik ben nu op de top en geniet van het uitzicht.’

40 jaar

_

40

_

ONGEVEER 100 GELEDEN

40 jaar

OESVPERROKJUENBILEA G

10 in Congo. Dat was op anen van Don Bosco aan esi sal u zes die ste fie eer gra de kwamen lst een bio publiceerde Marcel Verhu rs nie pio die er sco Ov . Bo 11 n november 19 de Mi ssi ep roc uu r Do 15 kan be ste lle n bij zes waren er 4 tegen de pri js van € meerbeek). Bij die eerste ort Bo 90 31 te 0 25 he t toe nm ali ge (Wespelaarsebaan gin gen van sta rt in Zij . an lia Ita 1 en d in 1969 ook Be lge n, 1 Du its er uit die kontreien ontston van s cie Pre . hi) bas um ecten Elisabethstad (nu Lub voor ontwikkelingsproj Brussel een luc htbrug t me n toe DE MI -CO DMOS werd gebouwd.

_

9 JAARGENOTEN

40 jaar

Waarmee we begonnen, eind igen wij ook: he t ja ar 19 69 . N eg en Be ke nd e Aardbewoners werden in het ge bo or tejaar van DMOS-CO MIDE geboren. U kent ze? H el mut Lo tt i, Je an -M ic he l Sa ive, St effi G ra f, C at e Bl an ch et t, M ar c W ilm ot s, M ic ha el Sc hu m ac he r, Ri ch ard Viren qu e, Ayaan Hirsi A li en Dennis Be rgkamp. Voor wie dit groten deels onbekend en zijn: 1969 was ook het st erfjaar van pres ident Dwight Eisenhower, fil osoof Theodor Ad orno en de sc hrijvers Stijn Streuvels en Ja ck Kerouac.

n r g e le d e 1 5 0 ja a s rk ie e c w re P ijde t wereldw b e go n h e va n D o n n e lesian a s e d n va dertussen urijn. On T in o c s Bo t om en gatie me re g n o c e is d nen en 0 salesia 0 .0 7 1 e e rs in bij d eel zust v n e v e t , va n haas a a n we z ig n e d n la , va n 127 Mongolië t to ië n Het Patago t C u z c o. to r o im Oost-T b e gin t in s ve rh a a l s t ic h t in g Va ld o c c o s e w ij k jn ri u T e d n Bosco heilige Ja e d r a a w in t m e t t je b e g a ra p n ee a a tj o n , e e n s tr o e m lo o B a rt ge n .

40 1969

jaar 2009

1/2009

40

4 DECENNIA REEDS

40

SAMEN OP WEG

_

15


Driemaandelijks tijdschrift Verantwoordelijke uitgever:

Zeventiende jaargang nr 1 Omer Bossuyt Leopold II-laan 195 B 1080 Brussel info@dmos-comide.org telefoon: 02 427 47 20 bankrekn.: 435-8034101-59 IBAN : BE84 4358 0341 0159 BIC : KREDBEBB

SAMEN OP WEG HOOFDREDACTEUR: Françoise Léonard / REDACTIE: Omer Bossuyt, Lut Van Daele en Marc Van Laere / LAY-OUT: Anderz, Evergem / DRUK: Geers Offset, Oostakker FRANSTALIGE EDITIE: ‘Faire Route Ensemble’ VOLGENDE UITGAVE: tweede kwartaal 2009 / Ken je mensen die Samen op Weg willen ontvangen, is je adres onjuist of ben je verhuisd, gelieve dit dan te melden aan DMOS-COMIDE, Leopold II-laan 195 te 1080 Brussel, tel. (02) 427 47 20. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992, die de bescherming van de persoonlijke levenssfeer regelt, werd uw naam opgenomen in ons adressenbestand. We gebruiken deze gegevens alleen voor de verspreiding van informatie inzake onze activiteiten. U heeft onbeperkt toegangs- en correctierecht van de door ons over u bewaarde informatie.

vamac z.i. mandeldal I. de raetlaan b-8870 izegem

nv

Tel. 051 31.06.72 - 3 Fax 051 31.21.69

DE BACKER & Co BVBA DUBA

Pompen voor ontwikkelingsprojecten Kasteeldreef 1 B-9230 Wetteren Tel. (09) 369.34.96 / Fax (09) 369.57.52

een blad als geen ander

www.kbc.be Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.