Belgïe - Belgique
Samen op Weg
P.B. - P.P. Gent X 3/1751
Afgiftekantoor Gent X ISSN=1370-5814 P 602488
2
Tweede kwartaal 2013 // Driemaandelijks tijdschrift jaargang 21, nr. 2
let’s develop our future
Editoriaal & Inhoud
Vruchten plukken Beste lezers, Wie onder u herinnert zich niet de verschrikkelijke beelden na de verwoestende aardbeving van januari 2010 in Haïti? Deze natuurramp heeft een enorme ravage veroorzaakt aan de infrastructuur van het toen al zeer arme land. Maar de menselijke tol onder de Haïtiaanse bevolking was zo mogelijk nog groter en schrijnender. Ook de Don Boscoscholen verloren toen veel leerlingen en leerkrachten. Bij de eerste aanblik van alle vernieling en menselijk leed, kwam spontaan de vraag naar boven: “Hoe komt dit volk, dat reeds zo vaak hard geslagen werd, deze ramp te boven? Kunnen wij een waardig antwoord geven ten aanzien van al deze ellende?” Maar doorleefde solidariteit is een krachtig wapen in tijden van rampspoed. In de maanden die op de aardbeving volgden, hebben wij dit ten volle mogen ervaren. Een vloed van noodhulp bereikte in korte tijd de getroffen gezinnen en ontheemden in Haïti. Meteen begon ook het denkproces en de organisatie van meer structurele hulp: de heropbouw van verwoeste scholen en andere sociale voorzieningen. Samen met andere ngo’s van Don Bosco ondersteunde VIA Don Bosco de ontwikkelingsbureaus van de zusters en de salesianen van Don Bosco bij de organisatie van de wederopbouw. En blijkbaar niet zonder resultaat.
Midden maart 2013 mocht ik VIA Don Bosco vertegenwoordigen bij de inhuldiging van verschillende nieuwe gebouwen bij de zusters van Don Bosco. Zo mochten we opnieuw enkele vruchten plukken van drie jaren solidaire inzet. Het feest op 23 maart was een dankfeest voor alles wat de hulpverleners samen met de plaatselijke bevolking, mochten verwezenlijken. Het was tevens een feest van de hoop die wij, mede dankzij uw inzet en steun, aan jonge mensen kunnen geven. In deze nieuwe schoolgebouwen kunnen jonge mensen een opleiding volgen en werken aan de ontwikkeling van hun capaciteiten. Zoals u kunt lezen in dit nummer gebeurt dit niet alleen in Haïti, maar in alle landen waar VIA Don Bosco met haar ontwikkelingsprogramma’s werkzaam is. Onze partners in het Zuiden blijven vooral inzetten op deze beroeps- en technische opleidingen en VIA Don Bosco ondersteunt en begeleidt hen daarin. Zo blijven jongeren hun eigen toekomst in handen nemen. Het is de expressie van verbondenheid en verantwoordelijkheidszin die Padre José María Moratalla in de door bendegeweld geteisterde wijken van de Salvadoraanse hoofstad in praktijk brengt. Goede vruchten oogsten, daar gaat het om.
Omer BOSSUYT Voorzitter
Thema
Algemene informatie
3. Onderwijs en ontwikkeling Opleidingen in West-Afrika aanpassen aan reële noden.
10. Duolegaten
Ontwikkelingseducatie Ontwikkelingssamenwerking 6. Meten is weten Wat gebeurt er met het geld dat je geeft? 8. El Salvador Een glimp van hoop te midden van Salvadoraans bendegeweld.
2
12. School-to-School België-DRC Toch even aanpassen.
DeWereld.be 14. Post-2015 Onderwijs moet ook na 2015 prioritair blijven. 15. Op de Agenda
Thema // Onderwijs en Ontwikkeling
Opleidingen in West-Afrika aanpassen aan reële noden
De Don Bosco opleidingscentra in West-Afrika experimenteren al verscheidene jaren met modulaire en praktijkgerichte opleidingen.
Neem een willekeurige stad in West-Afrika. Straatverkopers en -verkoopsters stallen hun mooiste waren uit op bouwvallige tafeltjes. Kleine stalletjes gemaakt met wat houten planken verbergen ijverige schoenmakers, schrijnwerkers, winkeltjes vol ijzerwaren en het kleurenpallet van de typische Afrikaanse pagnes (meestal geïmporteerd uit Azië). De informele sector op zijn best! De West-Afrikaanse economieën worden allemaal gekenmerkt door een grote informele sector. Wie al eens in het stadscentrum van Cotonou, Lomé of Bamako geweest is, weet dat daar een immens grote bedrijvigheid en dynamiek heerst. Van jong tot oud, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat zijn mensen er in de weer om hun waren aan de man of vrouw te brengen. De uitdaging is om deze
dynamiek te gebruiken om de economische ontwikkeling een boost te geven. Het nieuwste Human Development Report dat onlangs gepubliceerd werd door het Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) en dat dit jaar de optimistische titel “The rise of the South: human progress in a diverse world” meekreeg, argumenteert dat beroepsopleidingen een belangrijke motor kunnen zijn achter dat proces als ze erin slagen om jongeren de juiste vaardigheden aan te leren. De ervaring leert ons dat “als” hier het sleutelwoord is ... belangrijk om weten dus waar de uitdagingen voor de opleidingscentra van de salesianen en zusters van Don Bosco precies liggen en hoe ze die aangaan.
3
Thema // Onderwijs en Ontwikkeling
wie in een stad van een rustig land woont. In Togo, Benin, Mali en Ivoorkust – de West-Afrikaanse partnerlanden van VIA Don Bosco – woont de meerderheid van de bevolking op het platteland en de regio kent de laatste jaren meerdere conflicten. De grootste groep kinderen en jongeren die geen toegang hebben tot school bevindt zich nog steeds in Afrika bezuiden de Sahara. In Benin bijvoorbeeld kan 45 procent van de jongeren tussen de 15 en 24 jaar niet lezen of schrijven. Meisjes zijn er slechter aan toe dan jongens: bijna twee derde van de meisjes is analfabeet.
Tweede kans
In de Foyer Don Bosco staan de deuren open voor jongeren die werken op de markt.
Basisonderwijs nog niet verzekerd Laten we beginnen met een positieve noot. Sinds 2000 boekten de landen in Afrika bezuiden de Sahara de meeste vooruitgang van alle ontwikkelingslanden op het gebied van de tweede Millenniumdoelstelling – basisonderwijs voor iedereen. Landen als Benin, Togo en Mali behoren tot de sterkste stijgers, ook al hinkelen ze nog steeds achteraan het peloton. De stijging van toegang gaat echter niet meteen gepaard met een stijging van de kwaliteit. In sommige landen heeft betere toegang zelfs een negatieve impact. Er zijn nu wel meer kinderen die genieten van gratis lager onderwijs, maar voor de rest wordt door Afrikaanse overheden relatief weinig geïnvesteerd in onderwijs. Er zijn onvoldoende nieuwe scholen bijgebouwd en er worden veel te weinig leerkrachten opgeleid en aangeworven. Gevolg: overvolle klassen met soms meer dan 50 leerlingen per leerkracht, een tekort aan leermateriaal en dus een daling van de onderwijskwaliteit. Leerlingen haken af en degenen die wél afstuderen, kunnen na zes jaar basisonderwijs vaak maar gebrekkig lezen of schrijven. De toegang tot basisonderwijs is bovendien niet voor iedereen gelijk. Wie arm is, of meisje of in een conflictgebied woont, heeft minder kans op onderwijs dan
4
Een grote groep kinderen en jongeren heeft geen diploma lager onderwijs of heeft de middelen niet om verder te studeren. Vaak hebben ze nog niet de wettelijke leeftijd van 15 jaar bereikt om te mogen werken. Velen gaan aan de slag in de informele economie als hulpje bij een marktkramer, op de bus, in het huishouden. De jongeren komen zo in een kwetsbare positie terecht, want in de informele sector geldt alleen de wet van de sterkste. Ze geraken dan wel gemakkelijk aan de slag zonder opleiding, maar tegelijk worden ze vaak uitgebuit, mishandeld, en niet of zeer weinig betaald voor hun harde labeur. In Porto Novo, de officiële hoofdstad van Benin, staan midden op de broeierige markt van Datokpa twee “barakken” van de salesianen en zusters van Don Bosco. Dagelijks staan hun deuren open voor de kinderen en jongeren die actief zijn op de markt. De aanwezige maatschappelijk werkers bieden in de eerste plaats een luisterend oor en trachten een vertrouwensrelatie op te bouwen met de jonge hulpjes allerhande. Velen onder hen overleven al jaren in hun eentje. De partners van VIA Don Bosco bieden hun een alternatief via opleiding en internaat. Dat gaat echter niet altijd even gemakkelijk. Op school en in het internaat wordt discipline verwacht. Plots zijn de jongeren hun vrijheid kwijt om te gaan en te staan waar ze willen en wordt verwacht dat ze de ruimte van vrijheid eer aandoen met een groei in verantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen. Die groei wordt gestimuleerd via het integraal pedagogisch project dat eigen is aan de Don Bosco-familie. Aan de jongeren wordt een veilig kader aangeboden waar ze niet alleen technische vaardigheden leren, maar ook opnieuw mogen spelen en sporten, en vertrouwen krijgen in zichzelf en in hun toekomst.
Opleidingen aanpassen aan noden Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de opleidingen die onze partnerorganisaties aanbieden, aangepast zijn aan de noden van deze specifieke doelgroep. In het Maison de l’Espérance in Cotonou, de grootste stad van Benin, kunnen jongeren gratis een opleiding volgen van drie maanden. Ze kunnen er kiezen tussen bakkerij, patisserie, keuken- en restaurant.Degenen die geen verblijfplaats hebben, kunnen terecht in het internaat. Alle leerlingen krijgen dagelijks een warme maaltijd. Naast de technische vaardigheden, leren ze ook basisvaardigheden zoals lezen, schrijven en rekenen. Opvoeders volgen de jongeren van nabij op, om vroegtijdig afhaken te voorkomen. De lokroep van “het snelle geld” dat op de markt te verdienen valt, blijft immer sterk. Het centrum legt daarom ook contacten met bedrijven en gaat op zoek naar stageplaatsen voor hun leerlingen. De leerlingen die een opleiding keuken of restaurant volgen, kunnen alvast terecht in het oefenrestaurant Mamma Mia van de zusters van Don Bosco. De opleidingen moeten niet alleen aangepast zijn aan de noden van de leerlingen, ze moeten ook effectief tot werk leiden. De centra voor beroepsopleiding in WestAfrika die zijn ingericht door de overheid, staan erom bekend dat ze jongeren een opleiding aanbieden die helemaal niet afgestemd is op de realiteit van de wereld
van het werk. Bijgevolg komen afgestudeerde jongeren in de werkloosheid terecht en lopen de scholen leeg. Beroepscentra moeten daarom samenwerken met werkgevers, zodat de opleidingen die worden aangeboden vaardigheden aanleren die werkgevers vragen. De partnerorganisaties van VIA Don Bosco zijn zich bewust van deze uitdaging en experimenteren al enkele jaren met modulaire en praktijkgerichte opleidingen. De meeste centra hebben iemand in dienst die contacten legt met bedrijven, naar stageplaatsen zoekt en de jongeren opvolgt. Het professionaliseren van die begeleiding naar de wereld van het werk, is één van prioriteiten voor de toekomst.
Nieuwe partnerschappen Traditioneel kunnen veel van de salesiaanse opleidingscentra sterk rekenen op de steun van organisaties zoals VIA Don Bosco, die weten dat het belangrijk is om op zoek te gaan naar nieuwe vormen van partnerschappen. In West-Afrika zijn de meeste overheden wel overtuigd van het belang van opleidingen die voorbereiden op de wereld van het werk en – onder andere vanwege het falen van het publiek aanbod – wordt er gewerkt aan nieuwe institutionele kaders. In Benin ontwikkelde de overheid een aangepast kader voor “duaal onderwijs” en werd een fonds opgericht ter financiering van het beroepsonderwijs, het Fonds de Développement de la Formation Professionnelle Continue et de l'Apprentissage (FODEFCA). Bij duaal onderwijs krijgen leerlingen theoretische lessen, maar het grootste deel van hun studietijd doen ze praktijkervaring op bij werkgevers. Onze partners in Parakou spelen in op deze nieuwe mogelijkheden. FODEFCA betaalt er nu de leerkrachten, selecteert leerlingen en betaalt het grootste deel van hun inschrijvingsgeld. Het centrum stelt zijn infrastructuur ter beschikking en is verantwoordelijk voor de praktische organisatie van de opleidingen. Het is duidelijk in het belang van de duurzaamheid van hun opleidingscentra dat onze partners niet enkel kansen grijpen die hen vanuit het buitenland worden aangereikt. Als we ervoor willen zorgen dat beroepsopleidingen een motor worden achter duurzame ontwikkeling, dan moeten we samen met organisaties in het Zuiden blijven werken aan een kwaliteitsvol en relevant aanbod en nieuwe vormen van partnerschap stimuleren.
De opleiding patisserie in Maison de L’Espérance biedt jongeren zicht op een betere toekomst.
Maïka Denys ■
5
Ontwikkelingssamenwerking // Meten is Weten
Wat gebeurt er met het geld dat je geeft? Omdat we een beroep doen op de vrijgevigheid van overheidsinstanties, stichtingen, bedrijven en vele individuele schenkers, vindt VIA Don Bosco het belangrijk om alle donoren en donateurs, medewerkers en vrijwilligers ten minste één keer per jaar op de hoogte te brengen van wat er gebeurde met de verworven fondsen. We onderschrijven niet voor niets de Ethische Code van de Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving. Net zoals de voorbije jaren blijven overheidssubsidies de belangrijkste opbrengstenbron voor VIA Don Bosco. In 2012 zijn ze goed voor exact 60,81 procent van de totale opbrengsten. De giften vertegenwoordigen 37,82 procent van de opbrengsten. Dan resten er nog andere, financiële en uitzonderlijke opbrengsten, samen goed voor 1,37 procent. Voor projecten zonder medefinanciering gaat 98 procent van de binnengekomen giften naar het Zuiden. Voor noodhulp is dat 90 procent en in het geval van
Opbrengsten
Andere werkingsopbrengsten 0,74%
Financiële opbrengsten 0,48%
medefinanciering door de Belgische overheid of EU houdt VIA Don Bosco enkel de administratieve vergoeding die contractueel voorzien is. Dat is gekoppeld aan betrekkelijk lage kosten voor algemeen beheer (diensten en diverse goederen, personeelskosten, afschrijvingen, financiële kosten, uitzonderlijke kosten en diverse andere kosten). Zoals de taartgrafiek i.v.m. het kostenplaatje van 2012 weergeeft, wordt het merendeel van de kosten – welgeteld 86,65 procent – besteedt aan de realisatie van onze doelstellingen in het Zuiden. Al meer dan een decennium rolt er ieder jaar in de lente een overzicht uit ons boekhoudingssysteem van elk bedrag dat het jaar tevoren betaald werd aan het Zuiden. De cijfers in de tabel op de volgende bladzijde zijn de som van de bedragen die, per land, van onze bankrekeningen vertrokken naar het Zuiden tussen 1 januari en 31 december 2012. Jan DE BROECK & Peter GOOSSENS ■
KOSTEN Andere bedrijfskosten Afschrijvingen, 0,19% waardeverminderingen, voorzieningen 0,07%
Uitzonderlijke opbrengsten 0,15%
Financiële kosten -0,04% Uitzonderlijke kosten -0,93%
Giften 37,82%
Subsidies DGD en EU 59,42%
Legaten 0,00%
6
Subsidiesgemeenten, provincies en regio's 1,39% Onttrekking aan de reserves 0,00%
Diensten en diverse goederen 4,06% Personeelskosten 10,00%
Realisatie doelstellingen in het Zuiden 86,65%
AFRIKA Individuele landen
Benin Democratische Rep. Congo Ethiopië Madagaskar Mali Mauritius Zuid-Afrika Burundi Sub-regio Afrika der Grote Meren Oeganda Rwanda Sub-regio Equatoriaal Afrika Centraal-Afrikaanse Rep. Gabon Kameroen Kenia Sub-regio Oost-Afrika Tanzania Burkina Faso Sub-regio West-Afrika Ivoorkust Senegal Togo TOTAAL AFRIKA
betaald bedrag medefinanciering andere FINANCIERING 9.986,30 9.986,30 1.121.478,42 423.941,72 697.536,70 2.243,40 2.243,40 392.554,58 377.064,58 15.490,00 5.000,00 5.000,00 2.450,00 2.450,00 53.977,11 18.076,70 35.900,41 2.517,50 2.517,50 23.910,00 23.910,00 524.475,39 466.675,39 57.800,00 282.984,26 282.984,26 16.974,13 16.974,13 581.567,78 561.597,78 19.970,00 548.280,41 474.010,41 74.270,00 6.123,25 6.123,25 94.549,46 94.549,46 427.198,43 427.198,43 14.500,00 14.500,00 29.231,47 22.000,00 7.231,47 4.140.001,89 2.770.565,01 1.369.436,88
LATIJNS-AMERIKA & DE CARAïBEN Bolivië Individuele landen Brazilië Chili Colombia Costa Rica Dominicaanse Rep. Ecuador Guatemala Haïti Mexico Peru Uruguay Venezuela TOTAAL LATIJNS-AMERIKA & DE CARAïBEN
betaald bedrag medefinanciering andere FINANCIERING 385.505,21 385.015,21 490,00 84.152,97 84.152,97 32.400,50 32.400,50 465.482,99 465.482,99 3.055,00 3.055,00 212.977,42 212.977,42 399.420,12 388.221,82 11.198,30 408.133,54 398.133,54 10.000,00 531.234,57 531.234,57 16.000,00 16.000,00 459.749,14 440.415,29 19.333,85 3.025,26 3.025,26 14.000,00 14.000,00 3.015.136,72 2.290.246,27 724.890,45
AZIË Individuele landen
betaald bedrag medefinanciering andere FINANCIERING 52.535,00 52.535,00 165.109,38 165.109,38 1.497.794,55 1.161.261,11 336.533,44 5.439,00 5.439,00 10.000,00 10.000,00 31.601,55 31.601,55 1.762.479,48 1.161.261,11 601.218,37
Cambodja Filipijnen India Pakistan Sri Lanka Thailand
TOTAAL AZIË MIDDEN-OOSTEN Individuele landen
Irak Libanon TOTAAL MIDDEN-OOSTEN ALGEMEEN TOTAAL
BETAALD BEDRAG 8.393,82 4.356,10 12.749,92
MEDEFINANCIERING -
ANDERE FINANCIERING 8.393,82 4.356,10 12.749,92
8.930.368,01
6.222.072,39
2.708.295,62
Onze jaarrekening wordt weldra gepubliceerd op onze nieuwe website, www.viadonbosco.org/nl/ documenten. Ondertussen vind je meer details over onze financiële cijfers op www.donorinfo.be en op
www.ngo-openboek.be. Heb je specifieke vragen? Wend je tot Jan De Broeck of Peter Goossens, via e-mail – viadonbosco@skynet.be – of per telefoon – + 32 (0)2 427 47 20.
7
Ontwikkelingssamenwerking // El Salvador
Een glimp van hoop te midden van Salvadoraans bendegeweld
Tatoeages tonen bij welke bende iemand behoort.
“Buen provecho – Smakelijk”, zeg ik wanneer ik langs een groep jongeren loop in de Poligono Industrial Don Bosco in San Salvador, de hoofdstad van El Salvador. José Fernando kijkt op van zijn lunchpakket. Hij studeert automechanica in de school voor beroeps- en technisch onderwijs. Een jongen van 17, breed glimlachend. Op het eerste gezicht een doodgewone jongen. Maar schijn bedriegt, want net als zijn medeleerlingen was José Fernando tot voor kort marero, lid van de uiterst gewelddadige bende Mara Salvatrucha, ook bekend als MS-13. De salesiaanse school voor technisch en beroepsonderwijs Poligono Industrial ligt in La Iberia, een wijk met zo’n 50.000 inwoners. De wijk ligt geklemd tussen het territorium van de Mara Salvatrucha en het gebied dat onder controle staat van M-18. Deze laatste ontleent haar naam aan 18th Street in Los Angeles, waar de bende opgericht werd. MS-13 en M-18 zijn de twee grootste jongerenbendes die de samenleving in El Salvador, Honduras en Guatemala teisteren. Tot voor kort vielen er per dag 14 doden door bendegeweld. Dat zijn er meer dan tijdens de burgeroorlog.
8
Van de regen in de drup De maras vinden hun oorsprong in het Los Angeles van de jaren 1980. In een poging om te ontsnappen aan de gruwel van de burgeroorlog en de alomtegenwoordige werkloosheid verlieten miljoenen mensen hun thuisland in Centraal-Amerika. Ze trokken massaal naar de Verenigde Staten in de hoop daar een nieuw bestaan te kunnen opbouwen. In realiteit kwamen ze echter terecht in het illegale arbeidscircuit. In deze uitzichtloze situatie begonnen de ingeweken jongeren in de Amerikaanse steden zich steeds meer te groeperen. De Salvadoraanse jongeren verenigden zich oorspronkelijk enkel als verdediging tegen de al bestaande Mexicaanse bendes. Maar al snel werden de Salvadoraanse bendes geduchte criminele organisaties: de Mara Salvatrucha en de M-18 waren geboren. De Amerikaanse regering wilde kordaat komaf maken met deze jongerenbendes. Elke jongere die werd gearresteerd, kreeg prompt een enkel ticket naar het thuisland. Daardoor werden El Salvador, Honduras en Guatemala in het midden van de jaren negentig overspoeld door jongeren die zich
slechts lieten leiden door twee principes: gehoorzaamheid aan de bende en de harde wet van de straat. Met deze realiteit werd ook pater José María Moratalla, Padre Pépé voor de vrienden, geconfronteerd. In 1985 kwam Padre Pépé aan in La Iberia. Om de talloze straatkinderen van “zijn” wijk een toekomst te geven, richtte hij niet veel later de Poligono Industrial Don Bosco op, een beroeps- en technische school. Vanaf de jaren 1990 zag Padre Pépé de nefaste invloed van de ingeweken bendes op de gemeenschap. De sfeer in de wijk werd steeds grimmiger en gewelddadiger. Padre Pépé realiseerde zich dat hij en de jongeren in de wijk in een heuse oorlogszone terecht waren gekomen – de wereld van de georganiseerde misdaad. Straatkinderen vormen een gemakkelijke rekruteringsbasis voor de maras. Kinderen vanaf zes jaar worden door oudere bendeleden aangesproken om klusjes op te knappen zoals het smokkelen van drugs of wapens. Voor deze kinderen betekent dit niet alleen gemakkelijk verdiend zakgeld, maar ook hun eerste stappen op het pad van de misdaad.
Oase van geweldloosheid Padre Pépé stelde al snel vast dat hij de confrontatie met de maras moest aangaan. Zijn Poligono Industrial moest een plaats worden die een toekomst bood aan degenen die aan de spiraal van het bendegeweld wilden ontsnappen. Hij maakte duidelijke afspraken met de lokale bendeleiders: op zijn school zou iedereen welkom zijn, ongeacht tot welke bende hij behoorde. Wapens waren absoluut verboden op het schoolterrein. En de bendes moesten de scholieren met rust laten. Zijn school werd gaandeweg een vrijhaven, een oase van geweldloosheid.
In het begin was de rust binnen de “oase” geenszins gegarandeerd. De school en Padré Pépé werden meermaals het slachtoffer van bendegeweld. Maar de priester krabbelde telkens weer overeind en verwierf respect van de lokale bendeleiders. Momenteel volgen ongeveer 400 jongeren een opleiding op de Poligono Industrial. Ook in andere gewelddadige wijken in Salvadoraanse steden heeft Padre Pépé scholen opgericht. De torenhoge werkloosheid in El Salvador blijft een groot obstakel op weg naar een nieuwe toekomst. Padre Pépé heeft daarom een hele omkadering in het leven geroepen die jongeren helpt hun eerste stappen te zetten als zelfstandige of bij het oprichten van een microonderneming. Zo kunnen ze mee de lokale economie helpen opbouwen en zijn ze niet meer gedwongen om te emigreren. Emigratie kan leiden tot ontwrichting van gezinnen en vormt een voedingsbodem voor bendegeweld. Padre Pépé zocht de voorbije jaren dan ook samen met andere actoren naar antwoorden voor grote structurele sociale problemen zoals werkloosheid, ontwrichte gezinnen, geweld binnen het gezin, alcohol- en drugsmisbruik. Voor deze inspanningen en voor zijn werk onder de mareros ontving hij in 2012 een officiële prijs van het parlement van El Salvador.
Een lange maar beloftevolle weg De weg naar een betere toekomst voor alle jongeren van El Salvador is nog lang. Naar schatting 60.000 jongeren in het land zijn nog steeds lid van een jongerenbende. Toch zijn er ook tekenen van hoop. In 2012 kwamen de leiders van MS-13 en M-18 tot een bestand en in de daaropvolgende maanden zakte het aantal doden van gemiddeld 14 per dag naar acht. Dit is een verbetering, maar de lawine van geweld en dood blijft niettemin prominent aanwezig in het straatbeeld. Ondertussen heeft Padre Pépé alweer een nieuwe droom. Hij wil het geweld niet alleen een halt toeroepen door onderwijs en lobbywerk, maar wil ook kunst inschakelen. “Zonder verbeelding, zonder creativiteit is er geen ontwikkeling”, zegt Padre Pépé. Daarom heeft hij een orkest opgericht. Jongeren uit 60 scholen, allemaal gelegen in uiterst gewelddadige bendewijken, spelen samen in zijn orkest. De taal van de muziek moet volgens Padre Pépé dringend luider weerklinken. Ook dat is een manier om het geschreeuw van het geweld en de dood een weerwoord te bieden.
Eric Joris ■ De Poligono Industrial biedt een toekomst aan mareros die aan de spiraal van bendegeweld willen ontsnappen. 9
Algemene informatie // Duolegaten
Uw testament kan jongeren kansen geven
VIA Don Bosco biedt financiële steun aan meer dan 150 centra voor technische en beroepsopleiding in het Zuiden die werken in de lijn en de geest van Don Bosco. Dat gebeurt door het loon van leerkrachten te betalen en de centra uit te rusten met machines, werktuigen en didactisch materiaal. Op die manier ondersteunt de ngo jaarlijks de opvoeding en opleiding van zo’n 65.000 kansarme jongeren. U kunt mee zorgen voor de verderzetting van deze werking. Door uw testament voor te bereiden kunt u vrij beslissen over de wijze waarop uw goederen verdeeld worden na uw overlijden. U kunt zo niet alleen een deel van uw goederen nalaten aan uw dierbaren, maar ook een daad stellen met een duurzame impact, door een van de vele projecten te steunen van de salesianen en zusters van Don Bosco en
10
tal van personen die zich samen met hen inzetten voor de opvoeding en opleiding van de meest achtergestelde jongeren in het Zuiden.
Hoe kunt u uw testament opstellen? Er bestaan twee soorten testamenten. Enerzijds is er het zogenaamde “eigenhandige” testament, dat u met de hand dient te schrijven, te ondertekenen en te dateren. U mag dit testament zelf bijhouden of zekerheidshalve in bewaring geven aan een notaris. Anderzijds is er het “notarieel” testament. Dit wordt opgesteld door een notaris in aanwezigheid van twee getuigen of van een andere notaris. U dient het uiteraard
te ondertekenen. Het wordt bijgehouden door de notaris.
Voorbeeld 2:
Elk testament, ook al wordt het bewaard bij een notaris, kan te allen tijde worden gewijzigd indien u dat wenst.
U beschikt over een bedrag van 200.000 €. U heeft geen kinderen. U wilt 85.000 € schenken aan twee vriendinnen in nood. Ten slotte wilt u 30.000 € schenken aan VIA Don Bosco. Dit is wat iedere begunstigde ontvangt:
Aan wie kunt u uw goederen nalaten? Als u één of meer kinderen hebt, voorziet de wet het principe van het “reservataire recht”. Concreet betekent dit dat uw enige kind recht heeft op de helft van al uw goederen. U kunt dus vrij beschikken over de andere helft van uw goederen en die legateren aan een of meer personen en / of aan een erkende organisatie zoals VIA Don Bosco. Indien u twee kinderen hebt, heeft elk van hen recht op één derde van uw goederen. Als u drie kinderen hebt, heeft elk van hen recht op één vierde van uw goederen. U kunt al uw “roerende” goederen (geld, banktegoeden, meubels, etc.) legateren, maar evengoed al uw “onroerende” goederen (huis, appartement, stuk grond, etc.).
Wat is het voordeel van een duolegaat? In geval van een duolegaat moeten uw erfgenamen geen successierechten betalen. U kiest een begunstigde – bijvoorbeeld VIA Don Bosco – die een door u vastgelegd nettobedrag moet betalen aan de gekozen personen en de overeenkomstige successierechten ten laste zal nemen. Voorbeeld 1: U beschikt over een bedrag van 200.000€. U heeft geen kinderen. U wilt 60000 € legateren aan ieder van uw twee neven. U wilt 40.000 € nalaten aan een vriendin die u goed heeft bijgestaan. Ten slotte wilt u 40.000 € schenken aan VIA Don Bosco.
Zonder duolegaat Met duolegaat Netto voor iedere vriendin 45.750€ 60.000€ Netto voor VIA Don Bosco 27.360€ 23.712€ Het duolegaat is in beide gevallen veel gunstiger voor uw neven en nichten en voor uw vrienden omdat zij vrijgesteld worden van het betalen van successierechten, terwijl u tezelfdertijd de allerarmste jongeren in het Zuiden helpt. Deze berekeningen gelden voor een inwoner van de Vlaamse Gemeenschap.
Wenst u meer informatie? De opstelling van een testament met duolegaat vereist een zekere kennis van zaken. Elke situatie is verschillend en er dient dan ook rekening gehouden te worden met meerdere factoren: de graad van verwantschap, de hoogte van de successierechten, het bedrag van de erfenis, enz. Om u te helpen bij de voorbereiding van uw testament en al uw vragen te beantwoorden, is een lid van de Raad van Bestuur van VIA Don Bosco bereid u persoonlijk, in alle vertrouwelijkheid en zonder enige verplichting te ontmoeten. Vervolgens kunt u een notaris vragen uw testament te homologeren en, desgewenst, in bewaring te nemen. René Jeanmart ■
Dit is wat iedere begunstigde ontvangt: Zonder duolegaat Met duolegaat Netto voor 33.000€ 43.000€ iedere neef Netto voor uw vriendin 22.000€ 30.000€ Netto voor VIA Don Bosco 36.480€ 29.002€
Wenst u meer informatie? U kunt geheel vrijblijvend contact opnemen met de directeur van VIA Don Bosco. Dat kan per telefoon – + 32 (0)2 423 20 86 – of via e-mail – maud.seghers@viadonbosco.org.
11
Ontwikkelingseducatie // School-to-School België-DRC
Toch even aanpassen rebellenbeweging Mai Mai op Lubumbashi. Dezelfde dag geven ze zich nog over. De onafhankelijkheid van Katanga zit er ook deze keer niet in. En toch, een zware tol: 35 doden volgens de balans van de woordvoerder van de Verenigde Naties. De s2s-reizigers laten zich maar even uit het lood slaan. De berichten die de partners uit Lubumbashi sturen, zijn gelukkig geruststellend. Avondklok, de stad tot stilstand, de visa-regeling hapert nog wat meer, maar de rust is snel weergekeerd. Christiane Van Ysendyck, die een paar weken eerder als vrijwilligster van VIA Don Bosco op haar bestemming is aangekomen om de Congolese scholen een jaar lang te begeleiden bij het België-DRC s2s-project en om de kennismakingsreis ter plekke voor te bereiden, stelt iedereen gerust.
Le calme est de retour
In het kader van de School-to-School-projecten (s2s) van VIA Don Bosco vertrokken zes Belgische leerkrachten een jaar geleden naar Chennai, één van de grootste metropolen van India. Ze maakten er kennis met collega’s die sindsdien hun s2s-partners zijn geworden. Dit schooljaar begonnen ze aan daadwerkelijke uitwisselingen die zowel leerkrachten als leerlingen de kans geven om elkaar beter leren kennen. Een tegenbezoek van de Indiërs staat al op het programma. Ondertussen vertrok tijdens de paasvakantie een nieuwe delegatie Belgische leerkrachten op kennismakingsreis onder begeleiding van VIA Don Bosco. Dit keer ging het richting Lubumbashi, de hoofdstad van de provincie Katanga, in de Democratische Republiek Congo (DRC). Ook deze groep heeft de directies, leerkrachten en leerlingen leren kennen met wie ze de komende jaren in contact zullen blijven. De verwachtingen waren langs beide kanten hooggespannen en de voorbereiding verliep extra spannend.
Congo ... het is altijd een beetje reizen De visaregeling hapert nog wat bij de laatste formaliteiten, en daar zijn plots de krantenkoppen: “Des Mai Mai révoltés envahissent Lubumbashi” ... een aanval van de
12
Als vrouw met een lange loopbaan achter de rug en moeder van een groot gezin is Christiane niet aan haar proefstuk toe. Toch is dit haar eerste echte kennismaking met het Afrikaans continent. Ze vertelt: “Aangezien ik net met pensioen ben en mijn kinderen het huis uit zijn, had ik nood aan een nieuwe uitdaging. Stilzitten kan ik niet. Daarom heb ik met beide handen de kans gegrepen om voor VIA Don Bosco naar Congo te komen. Het is wel spannend, natuurlijk, want ik kende Congo alleen van geschiedenislessen, boeken en van het museum in Tervuren. Ik wist dus niet zo goed wat ik moest verwachten. Maar ik laat het op me afkomen. Door het opvoeden van negen kinderen heb ik geleerd van dag tot dag te leven.” Haar indrukken van Lubumbashi zijn veelal positief. “Het is hier zeker niet allemaal kommer en kwel. Oude zaken die wij zouden weggooien, krijgen hier bijvoorbeeld een tweede leven. In Magone, één van de opleidingscentra die VIA Don Bosco ondersteunt, maken de leerlingen schoenen uit oud materiaal. Het is prachtig om te zien dat het hier geen wegwerpmaatschappij is zoals bij ons.” Maar, inderdaad, het is toch even aanpassen. Elektriciteit- en watervoorziening zijn op heel wat plekken gebrekkig en het verkeer is veel gevaarlijker dan bij ons. En tegen het einde van de maand durft de verkeerspolitie wel eens oververhit te raken en bijzonder gul om te springen met boetes, die zich mits een beetje “cola” laten omzetten in
waarschuwingen. De agenten worden niet voor niets “la fièvre jaune” of “de gele koorts” genoemd ... duidelijk niet alleen vanwege de gele hemden van hun uniform.
De juiste strategie Om zich op te maken voor de reis kwamen de leerkrachten van de Don Boscoscholen in Sint-Pieters-Woluwe en Remouchamps en het Sint-Guido-Instituut in Anderlecht vooraf enkele keren samen. Naast de noodzakelijke praktische vragen als “Waar zullen we slapen?” en “Wat moet er mee in mijn valies?” kwamen ook al interessante gesprekken op gang over de te volgen strategie om s2s te implementeren in de school. En die zal bij elke school anders zijn.
Dat er voldoende voer is voor discussie, ook tussen leerkrachten, getuigt Christiane: “In gesprekken met de leerkrachten en directieleden van de Congolese scholen legden zij uit dat er een grote demotivatie heerst bij de leerlingen. Dat verbaasde enorm omdat niet iedereen in Congo naar school kan gaan. We kunnen daarom net een grote motivatie verwachten bij jongeren die wél de kans krijgen. Door de demotivatie van de leerlingen, geraken blijkbaar ook de leerkrachten in een negatieve spiraal. Ze denken dat het in België allemaal veel vlotter gaat. Dat gesprek zal zeker blijven nazinderen.”
Zo kiest één school er expliciet voor om klein te starten met enkel de afdeling “verzorging”. Na een evaluatie van het eerste uitwisselingsjaar zullen ze bekijken of het mogelijk is om het project uit te breiden naar de rest van de school. Een andere school opteert er net voor om met alle eerste jaren te starten en telkens met een jaar uit te breiden. Belangrijk is vooral dat elke school een manier kiest die past bij de eigen mogelijkheden en het draagvlak dat er bestaat om leerlingen via s2s op stap te zetten naar wereldburgerschap.
Een week in het leven van Na de reis kiest elke Belgische school een Congolese partner. In wederzijds overleg, uiteraard. Gedwongen huwelijken zijn uit den boze. Daarna kan de uitwisseling écht van start gaan. Om dat proces te bevorderen, maakt VIA Don Bosco lespakketten die in de klas gebruikt kunnen worden. Het eerste lespakket gaat over een typische “week in het leven van”. Aan beide kanten wordt een digitaal fotoalbum gemaakt rond thema’s zoals kledij, voedsel en vrijetijdsbesteding en die wordt op een gezamenlijke Facebookpagina geplaatst. Zo komen de leerlingen te weten hoe het er in de partnerschool aan toegaat. Tegelijk is het een goede oefening om stil te staan bij de eigen cultuur en identiteit. Hoe stellen wij onszelf voor aan onze partnerschool? Welke foto’s vinden we representatief voor onze klas? En zijn die foto’s ook typerend voor ons land? Allemaal vragen waar de leerlingen gedurende de lessenreeks over zullen nadenken. Het facebooken zorgt er voor dat jongeren uit verschillende landen op een laagdrempelige manier met elkaar in contact kunnen komen.
En dat is de uiteindelijke bedoeling van School-to-School: met elkaar in gesprek gaan! Op die manier creëren we een gevoel van verbondenheid en verantwoordelijkheid. Christiane is het er roerend mee eens: “Het is belangrijk om rechtstreeks met elkaar in contact te komen en op die manier van elkaar te leren. Alleen zo kunnen we een realistisch beeld van elkaar krijgen.” Katrien DE WILDE ■
Wil je meer weten over s2s? De medewerkers van onze Dienst Ontwikkelingseducatie staan je graag te woord. Contacteer hen per telefoon – +32 (0)2 423 20 87 – of via e-mail – ontwikkelingseducatie@viadonbosco.org
13
DeWereld.be // Post-2015
Onderwijs moet ook na 2015 een prioriteit blijven zeker 250 miljoen jongeren kunnen na vier schooljaren nog altijd niet lezen of rekenen. Sociaal-economische factoren als leeftijd, geslacht, etnische afkomst, taal en armoede spelen daarin een belangrijke rol.
Levenslang leren voor iedereen In Dakar was de algemene consensus dan ook dat verder doen zoals nu niet volstaat. De wereldbevolking is gemiddeld jonger dan ooit te voren en de mate waarin jongeren opgeleid worden, heeft een grote impact op de verdere ontwikkeling van het Zuiden. “Kwalitatief onderwijs en levenslang leren voor iedereen” werd gekozen als overkoepelende doelstelling om een rechtvaardige wereld te realiseren. Om dit doel te kunnen bereiken, werden drie prioriteiten geformuleerd: De deadline die de internationale gemeenschap vooropstelde voor het realiseren van de Millenniumdoelstellingen, nadert met rasse schreden. Om ervoor te zorgen dat onderwijs ook ná 2015 op de agenda van de ontwikkelingssamenwerking blijft staan, organiseerden UNICEF en de UNESCO in april een thematische consultatieronde in de Senegalese hoofdstad Dakar. Er werd een analyse gemaakt van al bestaande onderwijsvoorstellen, van de conclusies van afgelopen bijeenkomsten van de Education for All (EFA) beweging, en van voorstellen die middenveldorganisaties en de privésector uit meer dan 100 landen deden. Op vlak van het tweede Millenniumdoel, basisonderwijs voor iedereen, werd het afgelopen decennium aanzienlijke vooruitgang geboekt. Het aantal kinderen dat de weg vindt naar lager onderwijs werd uitgebreid met 52 miljoen, terwijl het kleuteronderwijs zelfs een stijging kende van 148 miljoen kinderen. Toch is er nog veel ruimte voor verbetering. Sinds 2010 is er sprake van een stagnering. De toegang tot onderwijs gaat namelijk niet overal even snel en vooral de kwaliteit van het aangeboden onderwijs laat vaak te wensen over: 61 miljoen kinderen gaan nog steeds niet naar school en
14
Sociale rechtvaardigheid – het wegwerken van verschillen in leerresultaten en van de ongelijkheid tussen jongens en meisjes verdient bijzondere aandacht; extra inspanningen zijn nodig om ook de meest kwetsbare groepen kansen te geven. Kwaliteit en goede leerresultaten – er moet bijzondere aandacht gaan naar alfabetisering en rekenen, en naar vaardigheden die noodzakelijk zijn om waardig werk te vinden en een leefbare samenleving te creëren. Uitbreiding van toegang tot alle vormen van onderwijs – het verbeteren van toegang is van belang op alle niveaus en voor alle leeftijdsgroepen; ook hier dient speciale aandacht te gaan naar de meest kansarme groepen in de maatschappij. In een volgende fase moeten deze prioriteiten vertaald worden in relevante, meetbare resultaten en bijbehorende indicatoren. Hechte, innovatieve partnerschappen en goed georganiseerde onderwijssystemen zijn van primordiaal belang om deze doelen te behalen. Kilian DE JAGER ■
Evenement DeWereld.be // Op de Agenda
14 mei: Conferentie “Basic Education for Change” Wereldwijd gaan 61 miljoen kinderen niet naar de lagere school. Miljoenen kinderen die wél op school zitten, leren weinig tot niets door de slechte kwaliteit van het onderwijs. Ondertussen laten trends zien dat de internationale steun voor basisonderwijs stagneert of zelfs daalt. Om deze wanverhouding aan de kaak te stellen organiseert Plan België i.s.m. VVOB en UNICEF een conferentie over “De rol van de Belgische ontwikkelingssamenwerking in het basisonderwijs in ontwikkelingslanden”. Waar? Brussel. Georganiseerd door: Plan België i.s.m. VVOB en UNICEF Voor meer informatie: www.planbelgie.be/conferentie/
Tot 22 juni: “Kadogo” – schilderijen van Congolese ex-kindsoldaten Congolese jongeren vertellen aan de hand van schilderijen, verhalen en tekeningen over hun ervaringen, angsten, dromen en toekomstplannen tijdens en na hun leven als kindsoldaat. De tentoonstelling maakt deel uit van een preventieproject dat werd opgestart in de Democratische Republiek Congo om de rekrutering van kindsoldaten tegen te gaan. Waar? Biekorf Cultuurcentrum, Brugge. Georganiseerd door: VIC Kinderrechten ngo Voor meer informatie: tentoonstelling-brugge
vicngo.be/nl/content/kadogo-
Twintig jaar op de bres Sinds de Oostendse Animatiecel met sponsoracties startte, is de tijd niet blijven stilstaan. De eerste actie dateert al van 1993! Er werden toen kilometers verkocht om een waterput te boren in een Tanzaniaanse school en er werd 9524 euro ingezameld. Gemotiveerd door dit succes stapte, fietste of sprong Wilfried Vandecasteele op zijn oude solex voor straatkinderen, scholen en medische centra voornamelijk in Afrika. En zo startte in september het 20ste werkjaar. De opbrengst gaat dit jaar naar St.-Bede’s Boy Home in de Indiase stad Chennai. Hier worden weeskinderen en kwetsbare jongeren opgevangen door de salesianen.
Om geld in te zamelen voor dit project pakt Frits zijn rugzak voor een pelgrimstocht van Saint-Jean-Pied-de-Port naar Santiago de Compostela. Een afstand van 768 km. Met de steun van de Animatiecel en VIA Don Bosco komt een droom van Frits in vervulling. De 75-jarige pelgrim uit Oostende heeft een afspraak met de apostel Jacobus. Wil je één of meer kilometers steunen? Dat kan, voor 5 euro per km. Storten kan op het rekeningnummer BE84 4358 0341 0159 van VIA Don Bosco met de vermelding “Frits –RCA”
Hoofdredacteur: Maud SEGHERS – Eindredacteur: Kilian DE JAGER – Redactieraad: Omer BOSSUYT, Katrien DE WILDE, Eric JORIS, Marc VAN LAERE – Lay-out: Pierre VANDEVIVERE – Druk: GEERS OFFSET, Oostakker Verantwoordlijke uitgever: Omer BOSSUYT, Leopold II-laan 195, B-1080 Brussel Is uw adres onjuist of bent u verhuisd? Gelieve dit te melden aan VIA Don Bosco, Adressenadministratie, t.a.v. Jan De Broeck en Peter Goossens, Leopold II-laan 195, B-1080 Brussel. Dat kan ook per telefoon: + 32 (0)2 427 47 20 of per e-mail: viadonbosco@skynet.be. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992, die de bescherming van de persoonlijke levenssfeer regelt, werd uw naam opgenomen in ons adressenbestand. We gebruiken deze gegevens alleen voor de verspreiding van informatie inzake onze activiteiten. U heeft onbeperkt toegangs- en correctierecht van de door ons over u bewaarde informatie.
Partners:
Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving
Wil je ons steunen? VIA Don Bosco Reknr.: 435-8034101-59 IBAN: BE84 4358 0341 0159 BIC: KREDBEBB
Sponsors:
15
Wereldburgerschap en sociale mobiliteit
VIA Don Bosco ondersteunt organisaties in Afrika, AziĂŤ en LatijnsAmerika. Deze zetten in op het verbeteren van de beroeps- en sociale vaardigheden van kansarmen, en hun begeleiding naar de arbeidsmarkt. Via ontwikkelingseducatie slaan we een brug tussen BelgiĂŤ en ons netwerk van partners in het Zuiden. Zo dragen we ertoe bij dat jongeren wereldwijd opgroeien tot wereldburgers. www.viadonbosco.org