Samen op Weg 2013 n°3

Page 1

Belgïe - Belgique

Samen op Weg

P.B. - P.P. Gent X 3/1751

Afgiftekantoor Gent X ISSN=1370-5814 P 602488

3

Derde kwartaal 2013 // Driemaandelijks tijdschrift jaargang 21, nr. 3

let’s develop our future


Editoriaal & Inhoud

In beweging voor jongeren … jongeren in beweging! Beste lezer,

dat jongeren in onze geglobaliseerde wereld meer dan ooit een stem willen hebben in het debat over hun toekomst en die van hun land. VIA Don Bosco ondersteunt door haar programma’s de terechte vraag van jongeren naar vorming en de mogelijkheden om zelf aan de weg te kunnen timmeren. Het is een vraag die Don Bosco altijd heel ernstig heeft genomen vanaf het ogenblik dat hij in 1845 begon met zijn werk voor de straatjongens in Turijn.

Op het ogenblik dat je deze editie van ons tijdschrift leest, is de zomer bijna voorbij. Het was op vele plaatsen niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk een “hete zomer” met opvallende gebeurtenissen. Wanneer we even terugblikken, zien we jongeren in beweging. Soms in protestbewegingen zoals in Turkije of in Brazilië. Gelukkig zagen we ook de blije beweging van de miljoenen jongeren op de Wereldjongerendagen in Rio De Janeiro en de bezielende aanwezigheid van paus Franciscus.

De bijdragen in deze editie laten zien waarom wij op deze vraag van jongeren antwoorden en nauwgezet toekijken op regeringsbeslissingen die niet altijd zo gunstig zijn voor hun ontwikkeling. Hoe reageren de partners van Ecuador op een schrijven van het Ministerie van Onderwijs in verband met de werking voor de “Chicos de la Calle”-centra? Staan zij voor een onmogelijk dilemma? Welke vormingskansen geeft de salesiaan José Delporte aan jonge Shuarindianen in Ecuador? Wat doet Gaetano Camauer, salesiaan in Peru, met zijn project voor de inlandse jongeren? U ontdekt het in deze editie.

Maar we kijken ook vooruit. Ook wij blijven, samen met vele anderen, in beweging voor jonge mensen. De vakantieperiode is afgelopen en het nieuwe schooljaar is begonnen. Voor VIA Don Bosco het signaal om met de actie “Saved by the Bell” te denken aan de miljoenen jonge mensen voor wie het nog steeds zeer moeilijk is om de weg naar goed onderwijs te vinden. En in september volgen we aandachtig het optreden van premier Di Rupo, die de traditionele septemberver­gadering van de VN zal bijwonen. Er zal onder andere besproken worden wat er ná 2015 met de MDG's moet gebeuren.

Ik wens u veel leesgenot en dank u voor uw steun aan onze pogingen om jongeren een betere toekomst te bieden. Omer BOSSUYT Voorzitter

Wat leren ons deze gebeurtenissen en acties? Alvast dit:

Thema LOEIende onderwijshervormingen in Ecuador De leermogelijkheden van kansarme jongeren bedreigd?

Ontwikkelingseducatie 3

Saved By The Bell Actie voor recht op onderwijs voor iedereen Interview met Jean Bosco Safari

10 12

Ontwikkelingssamenwerking Partners Focus op twee Belgische salesiaanse initiatieven India Een lange hete zomer

2

6

DeWereld.be

8

Post-2015 Di Rupo beslist mee Op de Agenda

14 15


Thema // Onderwijs en Ontwikkeling

LOEIende onderwijshervormingen in Ecuador

Dankzij de opleidingen van TESPA krijgen deze jongeren krijgen een tweede kans. Zal de LOEI roet in het eten gooien?

Op 4 april van vorig jaar maakte Jorge Patricio naar dagelijkse gewoonte de brievenbus van TESPA leeg, het opleidingscentrum voor straatkinderen dat hij al vele jaren coördineert. Die dag ontving hij geheel onaangekondigd een brief die zijn humeur en gemoedsrust zwaar zou beproeven. Het was een boodschap die TESPA, kort voor Taller Escuela San Patricio, op zijn grondvesten deed daveren. De brief was ondertekend door de viceminister van Onderwijs en gericht aan alle centra die een ciclo básico artesanal aanbieden – beroepsgericht basisonderwijs voor jongeren die met een schoolachterstand kampen. Vanuit wettelijk oogpunt kon de werking van TESPA, net als die van vele andere gelijkaardige beroepscentra,

niet langer aanvaard worden. De nieuwe onderwijswet, de Ley Organica de Educación Intercultural of LOEI, stelt namelijk dat alle jongeren onder de 18 jaar verplicht tien jaar algemeen basisonderwijs moeten volgen om vervolgens twee jaar secundair onderwijs af te maken. Beroepsopleidingen kunnen enkel gevolgd worden door meerderjarigen. Hoe moet TESPA omgaan met dit dilemma? De doelgroep opgeven en enkel nog opleidingen aanbieden aan meerderjarigen? Of zal het centrum zich genoodzaakt zien om de ateliers te sluiten en de voorlopig nog onbestaande curricula van de staat te implementeren? Samen met de partners ging VIA Don Bosco op zoek naar oplossingen.

3


Thema // Onderwijs en Ontwikkeling

Deze jongeren kunnen niet zonder meer terug op de schoolbanken gezet worden om het verplichte pakket van basis- en secundair onderwijs te verwerken. Ze hebben zeer specifieke leerbehoeften, interesses en motivaties en dreigen massaal uit de boot te vallen als er geen actie ondernomen wordt tegen het nieuwe onderwijsbeleid.

Het goede leven

Plattelandsbewoners migreren massaal naar de krottenwijken rond Guayaquil.

Chic@s de la calle Wereldwijd leven meer dan 100 miljoen kinderen op straat, zonder thuis en blootgesteld aan een uitzichtloze variëteit aan gevaren en uitdagingen die ze in hun jonge leven trachten te overwinnen. In Quito, de hoofdstad van Ecuador, waar TESPA gelegen is, wonen of werken zo’n 15.000 kinderen en jongeren op straat. Het salesiaanse project Chicos de la Calle in Ecuador werd meer dan 35 jaar geleden in het leven geroepen met als doel kwetsbare jongeren te begeleiden en hun een hoogwaardige, integrale opleiding aan te bieden. Ondertussen werd het project omgedoopt tot “Niños, niñas y adolescentes en situación de calle” (NNA en situación de calle), maar aan de kern van de zaak is niet geraakt. In de drie grootsteden van het land – Quito, Guayaquil en Cuenca – werden beroepscentra zoals TESPA opgericht, waar jongeren een vak kunnen leren. Het zijn deze centra, allen partnerorganisaties van VIA Don Bosco, wier wettelijk statuut recent op de helling kwam te staan. De beroepsgeörienteerde programma’s die er worden aangeboden, richten zich tot jongens en meisjes tussen de 15 en de 18 jaar, die door hun moeilijke (thuis)situatie minstens drie jaar schoolachterstand hebben opgelopen. Het is een doelgroep die vaak op erg jonge leeftijd zelfstandig heeft leren overleven in de harde realiteit van de grootstad, die geleerd heeft om “snel geld” te verdienen via informele en vaak illegale wegen.

4

Op 24 mei van dit jaar werd Rafael Correa officieel ingehuldigd als president van Ecuador, een ambt dat hij met trots voor een tweede keer op rij zal bekleden. De regering Correa krijgt over het algemeen zeer goede punten van zowel haar bevolking als van de internationale mogendheden. De nieuwe grondwet definieert het land als een multinationale en interculturele staat, die mensenrechten en rechtvaardigheid als centrale uitgangspunten neemt. Het nationale ontwikkelingsplan schuift een alternatieve benadering rond ontwikkeling naar voren, geïnspireerd op het inheemse sumak kawsay of buen vivir, wat letterlijk “het goede leven” betekent. In de praktijk stellen we vast dat de afgelopen jaren massaal geïnvesteerd wordt in infrastructuur en sociale voorzieningen waaronder onderwijs en gezondheidszorg. Bovendien verkondigt de regering dat ze zo veel mogelijk actoren uit de civiele maatschappij betrekt in de politieke en maatschappelijke beslissingsprocessen. Critici merken echter op dat de overheid iets te graag voor Sinterklaas speelt met de vele miljoenen dollars die de genationaliseerde petroleumindustrie momenteel oplevert, dat er nog steeds reële grenzen zijn aan de vrijheid van meningsuiting en dat Correa een fortuin spendeert aan zijn eigen marketing en PR-departement ¡Ama a la vida! Niemand ontkent evenwel dat deze regering investeert in het welzijn en de levenskwaliteit van de bevolking, met speciale aandacht voor inheemsen en Afro-Ecuadorianen, bevolkingsgroepen die in het verleden maatschappelijk uitgesloten werden. Eén van Ecuadors paradepaardjes is onderwijs. Met een instroom van meer dan 95 procent van de kinderen in het basisonderwijs wordt de tweede millenniumdoelstelling hier nagenoeg behaald. Als kers op de taart zag de LOEI het daglicht in 2011 – een uiterst progressieve onderwijswetgeving die, als je haar decreten erbij telt, niet minder dan 274 pagina’s beslaat. Maar ook al oogt deze wet mooi op papier en werd ze ongetwijfeld opgesteld door onderwijsspecialisten, ze vertoont een ernstig gebrek aan realiteitszin. Met een pennentrek


werd de bestaande onderwijsongelijkheid ontkend: tien jaar basisonderwijs is verplicht... dus iedereen geniet ervan, toch? In werkelijkheid blijft de kloof tussen arm en rijk bestaan: 14 procent van de Ecuadorianen slaagt er niet in om het basisonderwijs af te maken wanneer ze de leeftijd van 15 bereikt hebben. Kwetsbare jongeren lopen een hoog risico om de schoolbanken vroegtijdig te verlaten, omdat het onderwijs dat wordt aangeboden vaak onvoldoende flexibel is, en te veel jaren in beslag neemt. En het is net deze groep die de salesiaanse beroepscentra momenteel wél bereiken. NNA en situación de calle stimuleert jongeren om opleidingen te volgen die niet alleen toegang geven tot een diploma basisonderwijs, maar die hun tegelijkertijd een vak aanleren. Op die manier worden ook hun kansen op de arbeidsmarkt op relatief korte termijn aanzienlijk verhoogd. Volgens de nieuwe onderwijswetgeving moeten vroegtijdige schoolverlaters – jongeren met escolaridad inconclusa – opnieuw in het formele systeem ingeschakeld worden. Hoe dit in zijn werk moet gaan, licht de LOEI in slechts enkele lijntjes toe. Zo zouden niet nader gespecificeerde “speciale onderwijsprogramma’s” ontwikkeld worden die de universele toegang tot onderwijs moeten garanderen. Het uitwerken van die programma’s en curricula is een belangrijke uitdaging

waar het ministerie van Onderwijs momenteel voor staat. Eén ding is zeker: het ministerie kan dit niet alleen aan.

Dialoog als sleutel tot succes Onze partners zijn alvast niet van plan om de nieuwe curricula passief af te wachten. Dankzij contacten met de Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en Technische Bijstand (VVOB), een directe partner van het ministerie van Onderwijs in Ecuador, kon een rechtstreekse dialoog tussen vertegenwoordigers van NNA en situación de calle en van het ministerie georganiseerd worden. Door dat contact konden onze partners de uitdagingen aankaarten die kwetsbare jongeren dagelijks ervaren in het formeel onderwijs. Op korte termijn zijn onze partners er zo in geslaagd om hun wettelijk statuut en onderwijsmethodologie te behouden tot de nieuwe normen en curricula voor alternatief basisonderwijs voor jongeren met een leerachterstand zijn ontworpen. Maar samen met VIA Don Bosco en VVOB zullen de salesiaanse leiders van NNA en situación de calle blijven inzetten op interinstitutioneel overleg en gerichte beleidsbeïnvloeding. Concreet wordt geijverd voor een algemene basisopleiding voor kwetsbare jongeren met een aanzienlijke leerachterstand, die enerzijds een duidelijke praktijkgerichte component bevat, en anderzijds op een flexibele en modulaire manier aangeboden wordt. De oprichting van een multiactorengespreksplatform staat op de agenda, waar onze partners samen met andere betrokken partijen van de civiele maatschappij en diverse overheidsinstanties aan tafel zullen zitten om vraagstukken rond kansarmoede, schoolachterstand en vroegtijdige schoolverlaters aan te pakken. De onrustwekkende boodschap die Jorge Patricio vorig jaar ontving, is verteerd en werd beantwoord met positieve actie. We zijn er nu van overtuigd dat de LOEIende onderwijshervormingen wel perspectieven bieden voor de meest kwetsbare jongeren van de samenleving en dat de salesianen zich kunnen ontpoppen tot geprivilegieerde gesprekspartners van het ministerie van Onderwijs. Het is wellicht wat vroeg om victorie te kraaien, maar de toekomst voor NNA en situación de calle ziet er rooskleurig uit.

Het gevaar dat jongeren een beroepsopleiding mislopen door de LOEI is niet gering.

Kaat TORFS ■

5


Ontwikkelingssamenwerking // Partners

De laatste missionarissen Maar ondanks deze beroemde plaatsen leven de inwoners van Lares in armoede. De grond is moeilijk te bewerken en de teelt van hun basisvoedsel – aardappelen en maïs – is arbeidsintensief. Ook veeteelt is moeilijk omdat er te weinig grasland is. Behalve de armoede heeft ook de relatieve onbereikbaarheid van de dorpen in Lares invloed op de onderwijskansen van de jongeren uit de regio. Zo gaan veel kinderen en jongeren niet naar school omdat de afstand die ze moeten afleggen te groot is. Om les te kunnen volgen, zijn sommige kinderen dagelijks vijf tot acht uur onderweg! Als ze al les mogen volgen, want veel ouders zetten hun kinderen liever in bij het harde labeur op het veld.

Eetzaal wordt internaat Padre Cayetano Camauer.

Anno 2013 zijn er niet veel Belgische salesiaanse missionarissen meer. In aantal worden ze al lang voorbijgestreefd door medebroeders uit India, Vietnam en Polen. Ook al zijn ze op leeftijd, de overblijvers volharden in hun dienstbaarheid aan bevolkingsgroepen die nauwelijks te bereiken zijn. In België kunnen ze nog steeds rekenen op een trouwe achterban die hun “avonturen” volgt via nieuwsbrieven en bezoeken. Met dit artikel kunt u zelf ook meeproeven.

Padre Cayetano in Peru Lares is een klein district in het zuidelijke deel van het Peruviaanse Andesgebergte. Het bestaat uit een grote vallei en ligt op een hoogte van 3200 m. Verspreid over 24 gehuchten leven hier een vierduizendtal mensen, vooral landbouwers. De streek heeft een rijke geschiedenis. Op enkele uren rijden van de districtshoofdstad Lares (hoofdstad is een groot woord voor het gehucht dat enkele honderden inwoners telt) ligt de wereldberoemde stad Machu Picchu, een van de zeven “nieuwe” wereldwonderen en een toeristische trekpleister. Iets zuidelijker ligt Cuzco, de langst bewoonde stad van het westelijk halfrond die zich, tot de overrompeling door de Spaanse conquistadores in de zestiende eeuw, de keizerlijke hoofdstad van de Inca’s mocht noemen. 6

Om de kansen tot een geslaagde opleiding voor de jongeren te vergroten, tovert de Belgische salesiaan Gaetan Camauer in 1994 een eetzaal in Lares om tot een klein internaat dat de naam “La Casita de Domingo Sabio” krijgt. Klein, want aanvankelijk kunnen slechts 12 jongeren tijdens het schooljaar gebruik maken van de nieuwe faciliteiten. Het selectiecriterium is de afstand die de kinderen moeten afleggen. Enkel jongeren die langer dan vijf uur onderweg zijn, kunnen in het internaat terecht. Dankzij de “gewonnen” tijd hebben deze kinderen eindelijk de mogelijkheid om te studeren en – niet te vergeten – te spelen en jong te zijn! De kinderen krijgen niet alleen onderwijs, maar helpen ook in het huishouden van de Casita, knappen samen kleine klusjes op, koken voor elkaar in het weekend en leren andere basisvaardigheden die noodzakelijk zijn voor het leven in hun gemeenschap. In de twee decennia die daarop volgen, groeit het internaat stelselmatig onder impuls van Padre Cayetano, zoals de mensen van Lares hem kennen. Onder andere dankzij een financiering door de orde van salesianen, een peterschap door een parochie in de Italiaanse provincie Véneto en giften van familie, vrienden en sympathisanten in België kan dit initiatief uitgroeien tot een internaat waar op dit ogenblik 60 kinderen een tweede thuis gevonden hebben. Dit jaar werd ook gestart met de bouw van een nieuwe eetzaal voor de externe scholieren die les volgen in Lares.


Welkom in het land van de gekrompen hoofden Ook de nu 71-jarige José Delporte heeft van het versterken van de maatschappelijke positie van de kansarme jeugd in Latijns-Amerika zijn missie gemaakt. Delporte leeft hier al bijna 40 jaar: hij volgde zijn opleiding tot priester in Uruguay, werkte enkele jaren in een Paraguyaanse missiepost en belandde in 2001 in het oerwoud van Ecuador.

levensomstandigheden te verbeteren. In de dorpen worden polyvalente zaaltjes gebouwd waar mensen kunnen samenkomen om via vergaderingen en gesprekken te zoeken naar oplossingen voor de precaire situatie waarin ze moeten overleven. Zieken krijgen verzorging in een klein hospitaal en er is een verblijfplaats voor catechisten en onderwijzers. Omdat er in de parochie veel jonge mensen leven, richt Delporte een jeugdcentrum op waar de jongeren kunnen samenkomen. En ondertussen hebben verschillende dorpen

In het olierijke paradijs dat Ecuador is, ontpopt Delporte zich tot beschermheer en steunpilaar van de Shuar, een tot de verbeelding sprekende inheemse indianenstam die in westerse reis- en avonturenverhalen van de 20ste eeuw vaak werd opgevoerd omdat zijn leden in het verleden de koppen van hun verslagen vijanden snelden en opzetten – de zgn. “gekrompen hoofden”. Pater Delporte is er verantwoordelijk voor een parochie van een dertigtal dorpen in het kanton Taisha, diep in het ondoordringbare oerwoud in het zuidoosten van Ecuador. Wegen of paden zijn er amper te bekennen. Het belangrijkste transport gebeurt nog altijd via de lucht. Maar ondanks de moeilijke bereikbaarheid loopt de levenswijze én de leefwereld van dit relatief kleine volk gevaar door het toenemende contact met de moderne wereld. Niet in het minst door de dreigende olieontginning in het tropische oerwoud van de Amazone. De grote oliemaatschappijen doen er namelijk alles aan om hier voet aan de grond te krijgen en meer en meer individuele gelukszoekers vestigen zich in het gebied in hun queeste naar het zwarte goud. En dat leidt nog geregeld tot conflicten. Met de modernisering hebben ook moderne ziekten hun intrede gedaan in de wereld van de Shuar. Drugsgebruik was bijvoorbeeld onbestaande bij de indígenas, maar maakt nu ook hier slachtoffers. Ook aids komt steeds vaker voor. De jeugd ervaart de toekomst vaak als uitzichtloos, waardoor zelfmoord jammer genoeg vaak voorkomt. Jongeren die de moed hebben om naar de stad te trekken, op zoek naar een beter leven, geraken daar vaak van de regen in de drop. Honger drijft hen tot diefstal en zo komen ze al snel in de gevangenis terecht. Een opleiding die hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt verbetert, kan hun kansen doen keren.

Levenskwaliteit verbeteren Delporte kwam dan wel in Ecuador terecht als missiepater, maar hij doet heel wat meer dan enkel voor de spirituele gezondheid van de Shuar zorgen. Hij probeert vooral hun

Een opleiding kan de kansen van de jonge Shuar op de arbeidsmarkt verbeteren.

ook kleine bibliotheken en toegang tot computers. De situatie verbetert langzaam maar zeker. Momenteel gebruikt José Delporte de steun van het thuisfront voor het opstarten van opleidingen die jonge Shuar toelaten de te volgen weg naar een beter leven met meer inzicht te kiezen en zo hun vooruitzichten voor de toekomst te verbeteren. Dit is dan misschien de laatste generatie van Belgische missionarissen, de vruchten van hun werk worden nog jaren geplukt. Kilian DE JAGER ■

Meer informatie over La Casita de Lares vind je op http://salesianos-lares.com

7


Ontwikkelingssamenwerking // India

Een lange hete zomer

U herinnert zich misschien nog dat vorige zomer het water aan de lippen stond van de bevolking in Noord-Oost India door al te overvloedige regenval. Deze zomer vervalt India in het andere uiterste. Inwoners van drie deelstaten hebben momenteel te lijden onder ernstige droogte. De situatie is het meest nijpend in de deelstaat Maharashtra in centraal India waar 12.000 dorpen getroffen zijn. De andere twee deelstaten die met droogte kampen zijn Rajasthan, in het noordwesten en Andhra Pradesh, in het zuidoosten. De getroffen gemeenschappen bestaan vooral uit boeren en veehouders. Waterputten staan droog, vee sterft op grote schaal door water- en voedselgebrek. Ook gaan veel kinderen niet meer naar school, er is een drop-out van 40 procent.

In Maharashtra gaat het meeste water echter naar de industrie. Ook wordt veel water gebruikt voor de verwerking van suikerriet, waarvoor veel water nodig is. Bovendien loopt het er vaak mis met de wateropvang: regenwater wordt opgevangen in een stelsel van waterreservoirs en (kleinere) vijvers. Jaarlijkse schoonmaak is nodig omdat er doorgaans veel zand en slib meekomt, maar door achterstallig onderhoud en vervuiling is de wateropvang ondermaats. Daardoor moet dan weer veel te veel grondwater opgepompt worden. Gevolg: het grondwaterpeil zakt nog verder, gewassen en gras groeien niet meer en de boeren en veehouders komen nog dieper in de problemen.

Menselijke oorzaken

Sinds maart trekken steeds meer mensen weg van het platteland. Ze gaan hun geluk beproeven in Mumbai, de hoofdstad van Maharasthra, of in de naburige deelstaten Gujarat, Karnataka en Andhra Pradesh. Maar de toekomst die hen daar wacht is erg onzeker. (Een geromantiseerde versie van) het leven in de krottenbuurten van Mumbai hebben we enkele jaren geleden allemaal leren kennen dankzij Slumdog Millionaire, maar het valt te betwijfelen of de vele nieuwkomelingen die er dit jaar belanden evenveel glorie tegemoetgaan als de jonge Jamal Malik in de film.

Terwijl de droogte in Andhra Pradesh vooral komt door een tekort aan regen en Rajasthan vooral woestijnachtig gebied is en dus vanzelf al veel droger, is er in Maharasthra meer aan de hand. Ook hier valt de regenval dit jaar tegen, maar in feite liggen er vooral menselijke oorzaken aan de basis van de ramp die zich sinds enkele maanden ontrolt. In India is water primair bestemd voor landbouw en veeteelt.

8

Vicieuze cirkel


De voortschrijdende verstedelijking zet nog meer druk op het platteland aangezien open ruimte voor landbouw beetje bij beetje wordt ingepalmd. Slecht beheerde verstedelijking brengt ook de biodiversiteit van India in het gedrang. Steden bevinden zich namelijk vaak in gebieden die een gevarieerde flora en fauna bevatten – zoals kuststreken en riviermondingen. Mumbai, bijvoorbeeld, qua inwonersaantal ondertussen de grootste stad ter wereld, ligt aan de westelijke kust van India. Maar de fragiele mangrovebossen die Mumbai moeten beschermen tegen storm en springtij hebben zwaar te lijden onder de haast onbeteugelde stadsuitbreiding.

Economie vs. ecologie? Vorig jaar lag de economische groei in India op vijf procent. Hoewel dit beneden het gemiddelde niveau ligt dat de laatste tien jaar gebruikelijk was, blijft India één van de belangrijke groeilanden, net zoals China en Brazilië. Toen de cijfers bekend werden, beloofde premier Manmohan Singh meteen dat zijn regering stimulerende maatregelen zal nemen en dat de groei de volgende maanden opnieuw zal aantrekken. Voor Indiase industriëlen kunnen deze maatregelen niet ver genoeg gaan. En aangezien de bewindsmakers erop rekenen dat de economische groei miljoenen Indiërs uit de armoede trekt, zal de overheid liever de economische “crisis” aanpakken dan de ecologische. Hoe lang kan het land zich deze eenzijdige keuze nog veroorloven? Bekende Indiase milieu-activisten zoals Aseem Shrivastava en Ashish Kothari vinden dat de politici het tij nú moeten keren.

Milieubewustzijn aanwakkeren De Don Bosco Development Society (DBDS) in Mumbai is het volmondig met hen eens. DBDS is één van de tien ontwikkelingsbureaus van de salesianen in India en wordt, als lid van het Don Bosco Action India netwerk, door VIA Don Bosco ondersteund. De medewerkers van DBDS zijn zich terdege bewust van de kwalijke gevolgen die plattelandsbewoners ondervinden van het povere milieubeleid in hun deelstaat. DBDS werkt al jaren samen met dorpsraden om de wateropvang op lokaal niveau te verbeteren, zodat droogteperiodes niet betekenen dat boeren en veehouders op droog zaad komen te zitten. Die ervaring heeft echter geleerd dat het niet volstaat om de rurale bevolking te wapenen met de nodige technische knowhow om het waterbeheer beter te organiseren. Om

Greenline pleit voor een milieuvriendelijke levensstijl.

ecologische duurzaamheid te realiseren, moet de mentaliteit veranderen. Ook, en misschien zelfs in de eerste plaats, onder de stedelijke bevolking in Mumbai.

Groene lijn, goene beweging Voor onze partners van DBDS zijn onderwijs en vorming een bevoorrechte weg om aan die mentaliteitswijziging te werken. Sinds een paar jaren heeft DBDS daarom GreenLine, oftewel “Groene Lijn”, opgericht. GreenLine is een forum dat de inwoners van Mumbai ertoe aanspoort om voor een milieuvriendelijke levensstijl te kiezen. Eén van de meest in het oog springende initiatieven van GreenLine is de jaarlijkse “Groene Scholen”-campagne, die zowel leerkrachten als leerlingen sensibiliseert via workshops, natuurwandelingen en een Green School award. Op drie jaar tijd is het aantal deelnemende scholen verviervoudigd; vorig schooljaar waren al meer dan 50 scholen in Mumbai van de partij. P. Savio Silveira, de directeur van DBDS, laat weten: “Het doel van de campagne is om de volgende generatie van groene leiders te vormen.” En één ding is zeker: India zal die leiders nodig hebben. Geeft u hen een steuntje in de rug?

Maud SEGHERS ■ De Green School campagne van schooljaar 2013-2014 is net van start gegaan. Voor meer informatie, zie: www.greenline.org.in/

9


Ontwikkelingseducatie // Saved by the Bell

4 oktober ... Save the date!

De actie Saved by the Bell kent ieder jaar meer succes. Ook internationaal.

Eind augustus: de jaarlijkse “terug naar school”-reclame versiert volop de supermarkten. Ouders en kinderen kopen nieuwe boekentassen, pennenzakken, kaften en schriften. Maar niet overal ter wereld maken kinderen zich op om opnieuw naar school te gaan ... het recht op onderwijs is nog niet verzekerd.

Onderwijs voor ontwikkeling Dat onderwijs belangrijk is voor je persoonlijke ontwikkeling lijkt logisch. Op school leer je lezen, schrijven en rekenen en verkrijg je kennis en vaardigheden die je later helpen in je beroepsactiviteiten. Los daarvan leer je ook over je rechten en plichten, over democratie en over andere delen van de wereld. Naast de persoonlijke ontwikkeling speelt onderwijs een belangrijke rol in de economische en menselijke ontwikkeling van een land. Het versterkt de positie van vrouwen, helpt de

10

democratie vooruit en is een wapen in het gevecht tegen ziektes zoals aids. Kort gezegd: onderwijs is nodig om een einde aan armoede te maken. Wanneer je verstoken blijft van onderwijs heeft dat niet alleen een enorme impact op je persoonlijk leven, maar ook op de toekomst van het land waarin je woont. Maatschappelijke ongelijkheden worden gereproduceerd in plaats van weggewerkt.

Iedereen recht op onderwijs? Op 8 september 2000 ondertekenden 189 lidstaten van de Verenigde Naties (VN) de millenniumverklaring, die beloofde armoede drastisch aan te pakken. Regeringsleiders namen zich voor om werk te maken van acht meetbare doelstellingen op het vlak van ontwikkeling. Eén van deze millenniumdoelen (MDG's) stelt voorop dat kinderen overal ter wereld toegang moeten hebben tot lager onderwijs. Eind 2015 is de deadline.


Is er intussen al iets veranderd? Volgens de officiële cijfers van de VN is het percentage kinderen dat in ontwikkelingslanden naar de lagere school gaat, gestegen van 82 naar 90 procent. In Afrika bezuiden de Sahara is de stijging nog indrukwekkender: van 58 naar 76 procent. Er gaan intussen 43 miljoen kinderen méér naar de lagere school dan voor 8 september 2000.

Armoede blijft de meest bepalende factor voor het al dan niet volgen van onderwijs. In ontwikkelingslanden moeten ouders er nog al te vaak voor kiezen om hun kinderen thuis te houden en in te zetten als extra kostwinner.

Deze cijfers klinken bemoedigend, maar enkele kanttekeningen zijn nodig. Om te beginnen werd dit resultaat grotendeels bereikt tussen 1999 en 2004. Na 2004 is de evolutie zo goed als stilgevallen. Er zijn ook nog steeds 61 miljoen kinderen die niét naar de lagere school gaan. Zonder onderwijs zullen ze hun leven lang in armoede doorbrengen.

Om hier verandering in te brengen, hebben we vooral veel politieke wil nodig. De beslissingen van regeringsleiders maken wel degelijk een verschil, zoveel wordt duidelijk uit de geschiedenis van de MDG's. Om die wil te bekomen moeten we het recht op onderwijs meer onder de aandacht brengen.

Ook de kwaliteit van het onderwijs laat vaak nog te wensen over. Het is spijtig genoeg zelfs zo dat betere toegang tot onderwijs de kwaliteit ervan in gevaar kan brengen, bijvoorbeeld omdat klassen overbevolkt raken. In Afrika is er gemiddeld slechts één leerkracht per 43 kinderen. Maar eigenlijk zijn er over heel de wereld veel te weinig leerkrachten. Het tekort aan opgeleide leerkrachten is nog nijpender. Bovendien is het met de doorstroming naar het middelbaar ronduit schrijnend gesteld. Amper de helft van de kinderen in ontwikkelingslanden studeert voort na het lager onderwijs. Toch is secundair onderwijs cruciaal omdat het de meest effectieve manier is om de interpersoonlijke en psychosociale vaardigheden aan te leren die je in het beroeps- en privéleven nodig hebt. Hoe een hiv-besmetting te vermijden leer je waarschijnlijk ook nog niet op de basisschool.

“Saved by the Bell”

Daarom vraagt VIA Don Bosco, samen met Studio Globo, om op 4 oktober, naar aanleiding van de internationale dag van de leerkracht, de schoolbel een extra keer te laten rinkelen! In ons land wordt het rinkelen van de bel vooral geassocieerd met het einde van de les en voelen leerlingen zich gered door de bel. De miljoenen kinderen die niet naar school gaan, kunnen van dit belgerinkel alleen maar dromen. Studio Globo en VIA Don Bosco bieden aan alle deelnemende scholen lessuggesties en een “ochtendwoordje” aan. Wij roepen scholen ook op om een groepsfoto te maken met zo veel mogelijk leerlingen. Die foto’s kunnnen per e-mail worden verstuurd naar ontwikkelingseducatie@viadonbosco.org. We lanceren niet alleen in Belgische scholen een oproep, maar in al onze partnerscholen in het Zuiden. Want dit is een onderwerp dat ons allen aangaat! Vorig schooljaar rinkelden er bellen in de Democratische Republiek Congo, Oeganda, Rwanda Togo, Guatemala en Peru. “Saved by the Bell” is een unieke gelegenheid om met zijn allen in actie te schieten en om een lokaal initiatief een mondiaal karakter te geven. Het vergroot de samenwerking en solidariteit onder jongeren wereldwijd. “De ander” is niet langer een onbekend gezicht, maar een actieve bondgenoot in de strijd voor verandering. Katrien DE WILDE ■

Werk je op een school? Overtuig dan zeker de directie en collega’s om mee te doen. Werk je niet op een school? Geen nood... je mag ook de school van je kinderen, buren, neefjes of nichtjes voor ”Saved by the Bell” winnen. Meer info: www.viadonbosco.org/nl/savedbythebell www.facebook.com/savedbythebellbe

11


Ontwikkelingseducatie // Interview met Jean Bosco Safari

“Ik is wij en wij zijn ik” studio. Hoewel we de laatste jaren misschien niet zo veel nieuw materiaal van hem te horen kregen, zit hij zeker niet stil. Later op de dag vindt hij, tussen de opnames door, een gaatje om ons te woord te staan. Eerst – we kunnen het niet nalaten – even polsen naar die naam, want die spreekt natuurlijk tot de verbeelding.

Waar komt je naam vandaan? In Rwanda krijgen kinderen niet automatisch de achternaam van de vader, maar krijgen ze een achternaam die verwijst naar wat hun vader doet. Mijn vader was veel op reis, en zo kreeg ik de naam “Safari”, wat in het Swahili “reis” betekent. Mijn voornaam, “Jean Bosco” verwijst vermoedelijk naar Giovanni Bosco, al ben ik niet zeker dat ik bewust naar de stichter van de salesiaanse congregatie genoemd werd. Maar omdat Rwanda een christelijke kolonie was met talloze missieposten en namen in Afrika zeer vaak door religie worden geïnspireerd, is het moeilijk denkbaar dat de gelijkenis op toeval berust.

JB Safari: wereldburgerschap vereist evenwicht.

Een van de opdrachten die VIA Don Bosco op zich neemt, is werken aan wereldburgerschap bij Belgische jongeren. Bij het begrip “wereldburger” denk je misschien spontaan aan iemand die veel van de wereld heeft gezien. Maar voor VIA Don Bosco gaat het om meer. Een wereldburger is iemand die zich verbonden voelt met de wereld om zich heen – ook over de grenzen van het eigen land en de eigen gezindheid heen – en die zich vanuit die verbondenheid inzet voor een rechtvaardigere wereld. Een evidentie voor iemand wiens leven letterlijk over grenzen heen is verlopen? Wij vroegen het aan Jean Bosco Safari, de zanger die ooit bekend stond als “Kid Safari”. Maandagochtend 10u. en de man is al druk in de weer in de

12

De figuur van Don Bosco is voor mij in ieder geval geen onbekende. Toen ik in het derde leerjaar zat, kreeg ik een beeldverhaal over Don Bosco. Dat was een heel heldhaftige en heroïsche strip. Je kon niet anders dan sympathie hebben voor die man. Hij heeft ook een hele mooie uitstraling. Bovendien identificeerde ik mij sterk met de weeskinderen over wie Don Bosco zich ontfermde, aangezien ik zelf een weeskind ben.

Ben je daardoor in België beland? Ja, dat klopt. Ik werd op 10 mei 1954 geboren in Rubago, Rwanda. Mijn moeder was Tutsi, mijn vader een blanke koloniaal die ik nooit gekend heb. Het was een rumoerige periode, met talloze opstanden van de Hutu’s tegen de Tutsi die door de Belgische kolonisatoren bevestigd werden in hun traditionele positie van aristocratische klasse en met steeds weer opflakkerende gewelddadige conflicten tussen de twee gemeenschappen. In 1960, net voor de zogenaamde “Huturevolutie” uitbrak, werd ik geadopteerd door een Vlaams echtpaar uit Merksem. Het moment waarop ik Rwanda verliet, herinner ik me nog heel goed.


Door één of andere mysterieuze kracht stonden we ineens allemaal voor de deur van onze woning die op een heuvel lag. Het was alsof we wisten dat er iemand ging aankomen. Toen kwam er effectief een boodschapper aan die kwam vertellen dat we moesten vertrekken. Zo snel mogelijk, want er zou een burgeroorlog komen aanwaaien vanuit Congo. Het was een kwestie van uren. Een bevriende legereenheid zou ons komen halen, wat ook gebeurde. Alles dat we bezaten, hadden we al klaargezet beneden aan de heuvel. Zo zijn we dan de nacht in gereden om ’s morgens in een vluchtelingenkamp afgezet te worden, waar we veilig waren. Daar hebben we enkele missieposten bezocht, waar mijn papieren in orde werden gebracht. En dan plots kwamen ze mij halen. Ze plukten mij uit het schooltje op de heuvel en dan moest ik weg. Op weg naar België.

Bleef je je verbonden voelen met je geboorteland? Integendeel. Het voelde erg lang aan alsof Rwanda me psychologisch verstoten had. Het is pas eind jaren 1990 dat ik toch op zoek gegaan ben naar mijn wortels. Sinds 1995 laat ik me terug aanspreken met mijn oorspronkelijke Rwandese naam, Jean Bosco Safari. Ik ben toen mijn familie terug op het spoor gekomen en zo heb ik mijn vaderland herontdekt. Mijn moeder was jammer genoeg al overleden. De zoektocht resulteerde in mijn vierde CD “Visions of Home”, een eresaluut aan Rwanda. Het is een cd die me nog steeds na aan het hart ligt. Er waren een aantal dingen die ik moest neerschrijven alvorens ik verder kon gaan en ik me opnieuw “verbonden” voelde. Dat gevoel van eenheid probeert Jean Bosco Safari ook mee te geven in zijn muziek. Op de openingspagina van zijn website lezen we: “Het gevoel van éénheid te mogen doorgeven via melodie en ritme is een gedreven, opwindend en ontroerend proces”. En hoewel hij er zeker niet altijd het accent op legt, zijn er in zijn repertoire toch een aantal songs waarin zijn visie op wereldburgerschap naar voren komt. “Better world” op zijn tweede cd, bijvoorbeeld, dat de vraag stelt hoe we samen van de wereld een betere plaats kunnen maken.

Wat maakt iemand tot een wereldburger volgens jou? Voor mijzelf heeft het veel te maken met mijn afkomst en levensloop. In het algemeen denk ik dat de juiste maatschappelijke omstandigheden en vooral de juiste machtsverhoudingen moeten bestaan om mensen tot

wereldburgerschap aan te zetten. Wereldburgerschap is een eigenschap die vandaag meer dan ooit noodzakelijk is, maar er moeten nog heel wat machtsverschuivingen gebeuren eer écht wereldburgerschap mogelijk wordt. Je hebt negatieve macht en positieve macht. Negatieve macht is redelijk eenzelvige macht, meestal voor een elitaire groep. Positieve macht is het ondersteunen van de collectieve, duurzame kracht van een volk. En dat op zo’n manier dat de machthebbers ook mee op het veld werken. Die positieve macht ontbreekt momenteel. Het algemeen bewustzijn van mensen is al sterk gegroeid sinds de jaren 1960, mede onder invloed van de media, het internet en andere digitale communicatiemiddelen. Maar een aantal machtsstructuren volgen niet, omdat ze er niet mee gebaat zijn dat mensen zich ontwikkelen en daardoor minder manipuleerbaar worden. En dat weerhoudt mensen ervan om échte wereldburgers te worden.

Kunnen onderwijs en vorming een emanciperende functie hebben? Daar ben ik van overtuigd. Op basis van een veertiental gelijkaardige begrippen en concepten werk ik momenteel aan een educatief programma waarmee ik naar scholen wil trekken om leerlingen te helpen echte wereldburgers te worden. Het programma heet “Act of Balance” en gaat vooral over hoe men zichzelf in balans kan houden, een noodzakelijke voorwaarde voor wereldburgerschap. Die balans moet iedereen voor zichzelf vinden. Iedereen heeft immers zijn eigen evenwicht. Ook zijn drie kinderen moeten zelf dit evenwicht zoeken. Wel begeleidt hij hen in die zoektocht. Wat hij hen daarnaast ook zeker wil meegeven, is een eenheidsgevoel: “Alles is verbonden met elkaar. We kunnen niet zomaar zeggen “ik ben ik” en de rest van de wereld bestaat niet. Ik is wij en wij zijn ik.” En verdergaan doet hij! Het interview is nog maar net afgelopen en Jean Bosco Safari duikt alweer de studio in, klaar om mensen verder te inspireren met zijn muziek, zijn educatieve plannen en vooral met zijn authentieke persoonlijkheid. Bram REEKMANS ■

13


DeWereld.be // Post-2015

Di Rupo beslist mee over post-2015 bewering hard te maken. Maar we willen de belangrijkheid van de MDG's ook niet weg relativeren. De MDG's maakten de strijd tegen armoede, en een aantal onaanvaardbare sociale gevolgen ervan “incontournable”. Waarvoor lof. Nu, dicht bij sluitingstijd en na meer dan tien jaar ervaring, geeft men ook toe dat het kader enkele constructiefouten vertoonde.

Nood aan ambitie en concrete engagementen Weldra vertrekt onze eerste minister naar de algemene vergadering van de Verenigde Naties (VN). Sinds 2000 staan de millenniumdoelstellingen (MDG's) steeds op de agenda van de septembervergadering. De stand van zaken wordt opgemaakt en tegelijk zal de internationale top ook het globaal kader uittekenen voor ontwikkeling en internationale samenwerking ná 2015, wanneer de MDG's verwezenlijkt moeten zijn. VIA Don Bosco hoopt dat Di Rupo en zijn collega’s de gelegenheid aangrijpen om orde op zaken te stellen. Dat betekent: een einde maken aan de besparingsijver die de jongste jaren het budget voor ontwikkelingssamenwerking onder druk zet, het onderste uit de kan halen voor het realiseren van de MDG's in de komende twee jaar én er mee voor zorgen dat in New York stevige fundamenten voor het post-2015 tijdperk gelegd worden.

Niet af, en ook geen meesterwerk De kans is groot dat de millenniumdoelstellingen niet gehaald worden, en zeker niet door alle landen die de millenniumverklaring ondertekenden. Het scorebord verandert de jongste jaren nog nauwelijks. Met name de onderwijsdoelstellingen – MDG 2 en MDG 3 – worden niet bereikt. In een recente toespraak noemde Ban Ki Moon, de huidige secretaris-generaal van de VN, de MDG-aanpak de grootste actie tegen armoede uit de geschiedenis van de mensheid. Dat is een behoorlijke overdrijving. Het oorzakelijk verband tussen de MDG's en de economische opwaardering van pakweg 600 miljoen arme Chinezen is te dunnetjes om die

14

Intussen weet iedereen dat het met de wereld niet in orde komt als we het huidige beleid gewoon voortzetten. Problemen als armoede, ongelijkheid en klimaatopwarming moeten snel en frontaal aangepakt worden om massale rampsituaties te vermijden. Het “high level panel” dat de krijtlijnen voor post-2015 uittekent, bevestigt de nood aan ambitie maar faalt nog in de concrete vertaling naar werkbare beleidslijnen. Blijvende aandacht voor onderwijs als integrerende sociale “gelijkmaker” is cruciaal, maar er moet verder gedacht worden dan universele toegang tot lager onderwijs.

België aan slag Voor de Belgische vertegenwoordigers is een belangrijke taak weggelegd. Ze kunnen er mee voor zorgen dat het toekomstige kader onder een gunstig gesternte vertrekt, mét ambitie en de correcte uitgangspunten. VIA Don Bosco zorgt er samen met de andere leden van de Coalitie 2015 – DE TIJD LOOPT mee voor dat Di Rupo in actie schiet.

De jaarlijkse septembervergadering van de VN vindt plaats op 25 september. In de dagen die de vergadering vooraf gaan, organiseert de Coalitie 2015 – DE TIJD LOOPT een actie om meer steun te krijgen voor de MDG's. Houd de website van de Coalitie in het oog voor meer details: www.detijdloopt.be


DeWereld.be // Op de Agenda Evenement

4 oktober: Saved by the Bell Leerlingen en leerkrachten zijn wel eens opgelucht wanneer ze ’s avonds de schoolbel horen. Maar miljoenen kinderen en jongeren op aarde horen dit zelden of nooit. Daarom roepen we alle Belgische scholen op om aan de vooravond van de Internationale Dag van de Leerkracht, op vrijdag 4 oktober 2013 de schoolbel extra te luiden. Zo laten we de wereld horen dat er dringend iets moet veranderen. Waar? Heel het land. Georganiseerd door: Studio Globo en VIA Don Bosco Voor meer informatie: www.savedbythebell.be/

13 oktober: Studiedag - Welke toekomst voor de Grote Meren? Wat en wie maakt of kraakt de toekomst van de Grote Merenregio? Houdt de strijd om grondstoffen de regio in een ijzeren greep? Kan hulp wel werken daar waar staten lijken te falen? En hoe groot is de kans op een duurzame vrede? Tijdens deze studiedag krijgt u de kans om achter de façades te kijken, om inzichten te krijgen over deze complexe realiteit en kennis te maken met organisaties en instellingen die actief zijn in de regio. Waar? Antwerpen. Georganiseerd door: 11.11.11, IPIS, IOB Voor meer informatie: www.provant.be/dnz

5 november: Info-avond Juniorprogramma BTC

20 & 21 november: Vorming rond wereldburgerschap en mondiale rechtvaardigheid

Jaarlijks vertrekken tussen de 40 à 60 jonge afgestudeerden als Junior Assistent naar een project van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Het Juniorprogramma van de Belgische ontwikkelingssamenwerking organiseert geregeld een selectiemoment om haar wervingsreserve van potentiële junior assistenten uit te breiden. Jongeren die een professionele werkervaring in ontwikkelingssamenwerking willen opdoen zijn welkom op deze informatie-avond. Waar? Brussel. Georganiseerd door: BTC.

KULeuven en HIVA organiseren met enkele partners een Europese conferentie over het belang van mondiale vorming en bewustmaking. Met behulp van voordrachten, panel discussies en interactieve workshops wordt gediscussieerd over de resultaten van recent onderzoek over de verschillende dimensies van mondiale rechtvaardigheid, wereldburgerschap en bewustmaking. Waar? Brussel. Georganiseerd door: KULeuven & HIVA

Voor meer informatie: www.btcctb.org/nl/watjuniorprogramma

Voor meer informatie: http://hiva.kuleuven.be/nl/vorming/ activiteit_detail.php?id=544

Hoofdredacteur: Maud SEGHERS – Eindredacteur: Kilian DE JAGER – Redactieraad: Omer BOSSUYT, Katrien DE WILDE, Eric JORIS, Marc VAN LAERE – Lay-out: Pierre VANDEVIVERE – Druk: GEERS OFFSET, Oostakker Verantwoordlijke uitgever: Omer BOSSUYT, Leopold II-laan 195, B-1080 Brussel Is uw adres onjuist of bent u verhuisd? Gelieve dit te melden aan VIA Don Bosco, Adressenadministratie, t.a.v. Jan De Broeck en Peter Goossens, Leopold II-laan 195, B-1080 Brussel. Dat kan ook per telefoon: + 32 (0)2 427 47 20 of per e-mail: viadonbosco@skynet.be. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992, die de bescherming van de persoonlijke levenssfeer regelt, werd uw naam opgenomen in ons adressenbestand. We gebruiken deze gegevens alleen voor de verspreiding van informatie inzake onze activiteiten. U heeft onbeperkt toegangs- en correctierecht van de door ons over u bewaarde informatie.

Partners:

Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving

Wil je ons steunen? VIA Don Bosco Reknr.: 435-8034101-59 IBAN: BE84 4358 0341 0159 BIC: KREDBEBB

Sponsors:

15


Wij spreken uw taal. Als we zeggen dat we uw taal spreken, dan menen we dat ook. Elkaar verstaan, dezelfde taal spreken, is immers de basis om elkaar te begrijpen. Om voor elkaar te doen wat je van elkaar verwacht. Samen groeien in verbondenheid. Zo is KBC, zo zijn wij.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.