Belgïe - Belgique
Samen op Weg
P.B. - P.P. Gent X 3/1751
Afgiftekantoor Gent X ISSN=1370-5814 P 602488
4
Vierde kwartaal 2013 // Driemaandelijks tijdschrift: jaargang 21, nr. 4
let’s develop our future
Editoriaal & Inhoud
Hoe gaat het met u? Beste lezers, Niet zo goed, volgens de krant die voor me ligt. De voorbije jaren viel de algemene tevredenheid in ons land (blijkbaar) met vier procent terug. Dat volgens cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Sinds 2011 vergelijkt die haar leden – waaronder België – op de Better Life Index, een maatstaf die aangeeft in welke landen het “beter leven” zou zijn. Volgens diezelfde index zijn steeds minder Belgen geneigd om anderen te helpen en vrijwilligerswerk te verrichten. Bij zo’n vaststellingen vraag je je een beetje af wat de kip is, en wat het ei. De partners van VIA Don Bosco mogen in ieder geval wél tevreden zijn over alle inspanningen die ze ook dit jaar leverden om kansarme jongeren zicht te geven op een betere toekomst. Frits Vandecasteele van de Animatiecel Oostende en Kaloma Bamiriyo, bijvoorbeeld, spanden zich belangeloos in voor India en Congo. Niet uit schuldgevoel, of omdat ze menen dé oplossing in handen te hebben, maar uit respect voor de mensen ter plaatse. De salesianen van de
Thema Ontwikkelingssamenwerking onder druk VIA Don Bosco moet partnerlanden laten varen.
technische school Rango, in Rwanda, houden de hoop van "hun" jongeren levend, in een land onder toenemende druk, in een regio waar extreem geweld geen ver verleden is. Zr. Ana Victoria Ulate Vargas en P. Juan José Gomez Serrano, beide directeurs van VIA Don Bosco partnerscholen in Benin, komen naar België om toe te lichten wat zij ondernemen om een betere toekomst te verzekeren voor straatkinderen en slachtoffers van kinderhandel. U kunt hen gaan beluisteren op 5 december. De directies, leerkrachten en leerlingen van het Lutgardiscollege in Oudergem en van Don Bosco Haacht zorgden eerder al voor een warm onthaal voor collega’s uit India. Gewoon ... omdat ze die “anderen” beter willen leren kennen. Hoe we omgaan met de anderen bepaalt de mate van beschaving in onze samenleving. Bij de School-toSchool partners van VIA Don Bosco ligt wederzijds respect hoog op de plank. U leest erover in deze Samen op Weg. 2013 heeft zeker ook aan u kansen geboden om anderen te helpen of om te tonen dat u hen een warm hart toedraagt. VIA Don Bosco en zijn partners wensen u dus alvast een tevreden eindejaar toe! Maud SEGHERS Directeur
Ontwikkelingseducatie 3
School-to-School België-India Een beetje Indiase warmte in België. Interview met Gie Goris
10 12
Ontwikkelingssamenwerking Partners Focus op twee Belgische burgerinitiatieven. Rwanda Groene heuvels voor het zwarte schaap?
2
6
DeWereld.be
8
Educaid.be Missie: leerresultaten voor iedereen. Op de Agenda
14 15
Thema // Onderwijs en Ontwikkeling
Ontwikkelingssamenwerking onder druk
Onderwijs leidt tot meer gendergelijkheid en heeft een positieve impact op het inkomen.
Vooruitgang is mogelijk We zijn bijna einde anno 2013. Nog steeds leven 1,3 miljard mensen onder de armoedegrens en hebben dagelijks 842 miljoen mensen honger. Nochtans is het niet allemaal kommer en kwel. Er zijn genoeg cijfers die aantonen dat ontwikkelingssamenwerking mee heeft bijgedragen tot ontwikkeling in het Zuiden. Met name op het vlak van onderwijs werd enorme vooruitgang geboekt – mede dankzij de inspanningen van alle actoren die zich achter de realisatie van de Millenniumdoelstellingen hebben geschaard. Zo zijn er ondertussen 31 miljoen meisjes meer ingeschreven in het onderwijs in vergelijking met 1999. Dat is ook dankzij u en de achterban van alle Belgische en buitenlandse organisaties die zich inzetten voor het recht op onderwijs.
De belangrijke impact van onderwijs op de menselijke en economische ontwikkeling staat buiten kijf: nderwijs leidt tot inkomensverhoging en economische O groei. Een extra jaar scholing resulteert in een toename van het individueel inkomen met tien procent, terwijl elk bijkomend scholingsjaar het gemiddeld jaarlijks bruto nationaal inkomen (BNI) vooruit stuwt met 0,37 procent. ■ O nderwijs leidt tot de verbetering van gezondheid. Zo leidt elk extra scholingsjaar voor moeders tot een vermindering van de kindersterfte van vijf tot tien procent. ■ O nderwijs leidt tot meer gendergelijkheid en heeft een impact op het inkomen en de jaarlijkse economische groei per hoofd van de bevolking. Investering in onderwijs voor meisjes bijvoorbeeld kan het landbouwrendement in Afrika bezuiden de Sahara met 25 procent verhogen. ■
3
Thema // Jongeren, Vaardigheden, Werk
in 2010 naar 0,47 procent. Ver verwijderd van de norm van 0,7 procent die België en andere leden van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) zichzelf hebben opgelegd. Bij de begrotingsbesprekingen voor 2014 werd beslist dat ontwikkelingssamenwerking opnieuw 135 miljoen euro moet inleveren. Nochtans staat in het regeerakkoord van 2011 dat het budget voor ontwikkelingssamenwerking bevroren zou worden.
VIA Don Bosco moet partnerlanden laten varen
Sinds 1999 is het aantal studerende meisjes gestegen met 31 miljoen.
nderwijs leidt tot meer bewustwording over O klimaatsverandering en het leren omgaan met de gevolgen ervan. ■ O nderwijs speelt een rol in vredesopbouw en het stimuleren van democratie. Onderwijs is één van de voorwaarden voor de totstandkoming van vredevolle samenlevingen. ■
Vooruitgang is dus mogelijk als we allemaal minstens de beloofde inspanningen leveren. Maar kunnen we daarop rekenen? Bij sommige regeringen, waaronder de Belgische, hapert het.
Belgische overheidssteun hapert Recent nog stelde 11.11.11 vast dat een aantal Europese landen hun hulpbeloften niet nakomen. Tussen 2011 en 2012 daalde of stagneerde de hulp in negen EU-landen, waarbij de zwaarste dalingen gebeurden in Spanje (49%), Italië (34%), Cyprus (26%), Griekenland (17%) en België (11%). In 2012 schrapte de Belgische regering 407 miljoen euro van de voorziene uitgaven. In plaats van de sussende belofte van een inhaaloperatie, kregen we dit jaar meer van hetzelfde. In juli 2013 stond de teller al op 220 miljoen euro besparingen. Dit brengt de besparing op een totaal van 627 miljoen euro of 22 procent van het beloofde budget op twee jaar. Daarmee daalden de Belgische officiële uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking van 0,64 procent van het BNI
4
Voor ngo’s blijft het knokken om subsidies, in een klimaat van steeds strengere reglementering en zwaarder wordende administratieve last. Bij de indiening van de ontwikkelingsprogramma’s voor de komende drie jaar (2014-2016) bleek de zogeheten regiobenadering bijvoorbeeld plots een struikelblok te zijn voor de DirectieGeneraal voor Ontwikkelingssamenwerking (DGD), de federale overheidsadministratie die advies geeft aan de Ministerraad rond het al dan niet goedkeuren van ingediende subsidiedossiers. In het huidige programma (2011-2013) werkt VIA Don Bosco samen met vijf regio’s: Oost-Afrika (Kenia, Tanzania), Afrika der Grote Meren (Rwanda, Burundi, Oeganda), Equatoriaal Afrika (Centraal Afrikaanse Republiek, Gabon, Kameroen, Republiek Congo), WestAfrika (Benin, Ivoorkust, Mali, Togo) en Centraal-Amerika (El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua). Daarnaast ondersteunde VIA Don Bosco de afgelopen drie jaar ook partnerorganisaties in India, de Democratische Republiek Congo (DRC), Madagaskar, Bolivië, Colombia, Ecuador en Peru. Over de regionale aanpak werd in het verleden een akkoord gesloten tussen de overheid en de ngo’s, maar dit jaar moesten we plots vaststellen dat DGD die overeenkomst op een zeer enge manier interpreteert. Zo werd er bij VIA Don Bosco sterk op aangedrongen om de regio-aanpak te laten varen en een dossier in te dienen dat nog slechts tien individuele partnerlanden in het Zuiden omvat. Om een negatief advies te vermijden, beslisten de Raad van Bestuur en Directie van VIA Don Bosco de waarschuwing van DGD niet in de wind te slaan. Zo werden voor de periode 2014-2016 subsidies aangevraagd voor nog (slechts) tien landen: Benin, DRC, Madagaskar, Mali, Tanzania, Bolivië, El Salvador, Ecuador, Haïti en Peru. Met
de partnerorganisaties in de andere landen moest – soms in allerijl – een “exitstrategie” worden uitgewerkt. Op zo’n moment is het een geluk (bij een ongeluk!) dat VIA Don Bosco samenwerkt met organisaties uit de Don Bosco-familie. Dankzij onderlinge solidariteit komt de duurzaamheid en het voortbestaan van onze partners meestal niet volledig in het gedrang. Maar het blijft een streep door de rekening ... en een blaam voor België. Want onvoorspelbare hulp kan geen doeltreffende hulp zijn.
Aandacht voor onderwijs moet blijven Ontwikkelingssamenwerking is bovendien enkel doeltreffend wanneer die duidelijke prioriteiten legt en deze vertaalt in concrete actie. Maar ook op dit vlak loopt het wel eens mank. Zo heeft de Belgische overheid van de sector onderwijs terecht één van de prioritaire sectoren voor ontwikkelingssamenwerking gemaakt. In realiteit merken we echter dat de daad het woord niet altijd volgt. België investeerde de laatste 30 jaar in onderwijs, waarbij gemiddeld ongeveer acht procent van de officiële ontwikkelingssamenwerking naar onderwijs ging. Sinds 2009 loopt de hulp aan onderwijs echter terug. Bovendien gaat een groot deel van de genoemde acht procent naar programma’s en projecten die eigenlijk geen bijdrage leveren aan het versterken van het onderwijs in het Zuiden, maar eerder de versterking van andere sectoren inhouden (bv. landbouw, gezondheidszorg, ...). Een goed voorbeeld daarvan zijn de studiebeurs-programma’s die toelaten dat medici, landbouwingenieurs, ..., uit het Zuiden
in België hogere studies komen volgen. Voor de bilaterale ontwikkelingssamenwerking is onderwijs de sector die aanwezig is in het kleinst aantal partnerlanden (slechts vier van de 18). En kijken we naar de input die België geeft in de debatten rond “post-2015” – debatten ter voorbereiding van het ontwikkelingskader na 2015, het jaar waarin de Millenniumdoelstellingen bereikt behoren te zijn – dan blijkt ook hier dat er weinig specifieke aandacht voor onderwijs geëist wordt. Gezien de ontwikkelingsrelevantie van onze sector, vindt VIA Don Bosco dat de overheid meer inspanningen moet leveren om een goed rapport te verdienen.
Wat u kunt doen Gelukkig kunnen de partners van VIA Don Bosco nog altijd rekenen op heel wat steun van de Belgische bevolking. Een financieel duwtje in de rug in de vorm van een (eindejaars-) gift is natuurlijk altijd welkom. Maar u kunt meer doen. Als verkiezingsjaar bij uitstek belooft 2014 een sleuteljaar te worden voor de Belgische ontwikkelingssamenwerking, en voor onderwijs in ontwikkelingssamenwerking in het bijzonder. Als wakkere burger kunt u ervoor zorgen dat politici merken dat u bekommert bent om het belang van onderwijs in ontwikkelingssamenwerking. Tijdens de komende verkiezingscampagnes krijgt u vast de kans om te laten merken dat de overheid haar beloftes beloftes moet waarmaken. Meer nog. Tijdens het afgelopen jaar werd veel gesproken over de zogeheten “usurperende bevoegdheden” die van het federale naar het regionale niveau zouden verhuizen. Verschillende federale bijdragen aan organisaties die werken aan onderwijs via ontwikkelingssamenwerking – zoals de universitaire samenwerking en de Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en Tech-nische Bijstand (VVOB) en haar Franstalige evenknie (APEFE) – werden onder het mom van hun “usurperend karakter” in vraag gesteld. Het budget voor onderwijs en ontwikkelingssamenwerking dreigt (nog) verder versnipperd en uitgehold te worden. Het onderwerp komt in 2014 vast opnieuw op tafel. Laat merken dat ook dit voor u een zorgpunt is. Wakkere burger ... duizenden jongeren in het Zuiden rekenen op uw stem!
Op 10 oktober ll. lieten de Belgische ngo’s hun stem horen tegen besparingen op ontwikkelingssamenwerking.
Maud SEGHERS ■
Met input van 11.11.11-CNCD en Educaid.be
5
Ontwikkelingssamenwerking // Partners
Op de bres voor het Zuiden uur ronddolen in de verte een dorpje zag, was hij meer dan 12 kilometer verwijderd van Ponferrada, de bestemming voor die dag. Waarschijnlijk de verkeerde pijlen gevolgd. Echt beroerd werd het toen hij erin slaagde één bril te verliezen en een andere helemaal stuk te maken. Hij kon niets meer lezen: zijn reisroute, de inboxberichten noch de toetsen op de gsm. Voor zijn dagboek moest Frits meermaals beroep doen op medepelgrims die hem meewarig bekeken “omdat er op deze aardkluit nog analfabeten rondlopen”. Gelukkig had hij geen last van blaren. Iedere dag de voeten inwrijven met vaseline was een heel bruikbare tip. Maar de beste bescherming kwam van een paar stevige Hush Puppies, schoenen die hij als geschenk kreeg na een voordracht.
De Sint-Jacobschelp, wegwijzer voor bedevaarders.
Veel vijftigplussers zetten zich belangeloos in voor het Zuiden. Ze willen iets doen voor mensen die, vaak in moeilijke omstandigheden, het hoofd boven water proberen houden. Frits Vandecasteele is zo iemand. De rasechte WestVlaming en zeventiger (!) zet zich samen met Miet Provoost van de Animatiecel Oostende belangeloos in voor Don Bosco-projecten in het Zuiden. Dat doet hij ondertussen al 20 jaar, met zijn recente pelgrimstocht naar Compostella als hoogtepunt. Iemand anders met een groot hart is Kaloma Bamiriyo, een Congolese vrouw die al meer dan dan 40 jaar in België woont en tot haar pensioen aan de kost kwam als verpleegster. Ook zij heeft aan luieren geen boodschap en startte een ambitieus project in de Democratische Republiek Congo (DRC). VIA Don Bosco zet hun inzet graag in de kijker.
De ultieme pelgrimstocht Op 2 september stond Frits Vandecasteele van de Animatiecel Oostende aan de Kathedraal in Santiago de Compostella. Fier en tevreden want een voettocht van 768 km is niet evident voor een 75-jarige. Hij deed het voor weeskinderen in Chennai, de hoofdstad van de Indiase deelstaat Tamil Nadu, die dankzij het enthousiasme van Frits op 17.138,88 euro kunnen rekenen! De tocht verliep bijna feilloos. Eenmaal liep het bijna mis nadat Frits verloren liep in een natuurpark. Toen hij na drie
6
In al die jaren is er wel wat veranderd aan de pelgrimstochten. De Camino, de pelgrimsroute naar Santiago De Compostella, is héél druk geworden en volgens Frits té streng gereglementeerd, té oppervlakkig. De verbondenheid tussen de pelgrims dreigt op de achtergrond te raken. Wat een verschil met vorige tochten. Sinds de Camino erkend is door de Europese Gemeenschap krijgen de slapers een onderlaken en een hoofdkussenbescherming in papier. Vroeger was er een vrije bijdrage, nu moet je steevast zes euro betalen. Vóór zes uur moet je alweer op weg zijn, wil je die dag nog een slaapplaats vinden in de volgende refugio – het volgende toevluchtsoord. Heimwee naar de sfeer van vroeger is onvermijdelijk, maar die tijd komt waarschijnlijk nooit meer terug.
Een rugzak getuigt De rugzak van Frits heeft in al die jaren al heel wat meegemaakt. Als hij kon spreken... “Twintig jaar al trekken wij samen op pad. Gloednieuw uit de Aldi mocht ik voor de eerste keer mee van Oostende naar Lourdes. In het begin was het wat zoeken en vulde Frits mijn zakken veel te zwaar. Ervaring deed het aantal kilo’s zakken. Zo beleefden we allerlei avonturen tijdens onze sponsortochten. Ook bij zijn bezoeken aan de projecten in het Zuiden was ik van de partij: Mali, Madagaskar, Zuid-Afrika, de Filipijnen … Ik was er getuige van de armoede, de dankbaarheid en de grenzeloze inzet van de paters en de zusters van Don Bosco. Gedurende al die jaren legden we 27.176 kilometer af en kon de Animatiecel Oostende 323.322,29 euro overmaken! Nooit gedacht dat ik, als gewone rugzak, zo belangrijk in het leven van een pelgrim zou worden.”
Investeren in eten en weten Zonder rugzak, maar met een even groot hart, springt ook Kaloma Bamiriyo op de bres voor het Zuiden. Na het beëindigen van haar beroepscarrière als verpleegster in Belgïe beslist Kaloma om zich te wijden aan de ontwikkeling van haar geboorteland, de Democratische Republiek Congo (DRC). In 2009 richt ze daarom in Congo een ngo op, de Association Congolaise d’Appui au Développement Communautaire (ACADEC). Die heeft als doel om de inwoners van Bu, een gemeenschap van 18 dorpen op het plateau van Bateke, 120 kilometer ten noordoosten van de hoofdstad Kinshasa, de kans te geven hun lot in eigen handen te nemen. De levensomstandigheden zijn moeilijk in dit deel van de DRC. Werkgelegenheid is vrijwel onbestaande en gezinnen hebben weinig of geen middelen om in hun levensonderhoud te voorzien. heeft in België, huurt Kaloma in Bu een stuk grond van 80 hectare voor een periode van 25 jaar. Op enkele jaren tijd is het grootste deel van de grond in gebruik genomen voor landbouw. De helft ervan wordt aan een lage prijs onderverhuurd aan gezinnen en weduwen uit de gemeenschap, die daarvoor beroep kunnen doen op microkredieten. Meer dan 80 gezinnen hebben zo hun eigen landbouwproject opgezet. De verscheidenheid aan geteelde gewassen zorgt niet alleen voor een evenwichtige voedselvoorziening, maar bezorgt de families ook extra financiële middelen. Een deel van de oogst wordt verkocht in Kinshasa en dat levert een gezin wekelijks ongeveer 150 euro op. Ter vergelijking: een leerkracht verdient gemiddeld 40 euro per maand. Een andere belangrijke verwezenlijking van het project Kaloma-Bateke is de watervoorziening. In het verleden moesten de dorpelingen – lees: vrouwen en kinderen – dagelijks verschillende kilometers stappen om de dichtstbijzijnde waterbron te bereiken. Een probleem dat Kaloma oploste door pompen en waterfilters te installeren die het plaatselijk aanwezige moeraswater zuiveren. Ook de aanschaf van een tankwagen blijkt een hele hulp. Die voorziet de bewoners in het droge seizoen van drinkwater zonder dat ze daar uren voor moeten uittrekken. Bovendien sparen de vrouwen en kinderen kostbare tijd uit dankzij de bouw van een molen voor het fijnmalen van maniok en maïs. Daardoor kan meer tijd besteed worden aan leren. Vanzelfsprekend worden ook de nodige middelen uitgetrokken om het onderwijs te verbeteren. De school in Bu telt 1.200 leerlingen. Tot voor kort waren de omstandigheden
waarin onderwezen en geleerd werd een afspiegeling van alle problemen die de streek teisteren: te weinig en te kleine, slecht uitgeruste lokalen; een gebrek aan drinkwater en elektriciteit; en nagenoeg onbestaande sanitaire voorzieningen, wat vooral meisjes ervan weerhoudt om naar school te gaan. ACADEC verandert iets aan deze situatie door toiletten te installeren en schoolbenodigdheden aan
Kaloma Bamiriyo geeft terug aan haar geboorteland.
te kopen. Leerlingen die zonder middelen zitten, kunnen op sponsorship rekenen en verder wordt er geïnvesteerd in lerarenopleidingen. Dit jaar werd ook een stuk grond verworven om een nieuwe school te bouwen. De plannen voor de toekomst zijn ambitieus. De ngo wil zonnepanelen installeren, bijkomende gronden aankopen voor het landbouwproject, een tweede kliniek bouwen, een operatiekwartier inrichten, de geitenpopulatie uitbreiden, … teveel om op te noemen. Het kan het leven van de inwoners in Bu alleen maar verbeteren. Kilian DE JAGER & Miet PROVOOST ■
Frits trekt het land rond met “Een rugzak vol verhalen”, een boeiende voordracht over het wel en wee van een pelgrim onderweg. Bel naar 0475 65 54 45 of e-mail wilfried.cafmeyer@telenet.be voor een afspraak. Meer informatie over het project van Kaloma Bamiriyo vind je op www.acadec-bu.com
7
Ontwikkelingssamenwerking // Rwanda
Groene heuvels voor het zwarte schaap?
17 september 2013 tekende de geschiedenis voor de ontwikkeling van Rwanda. Het Rwandees Patriottisch Front (RPF), de partij van huidig president Kagame, bevestigde die dag haar absolute meerderheid in het parlement. Volgens de winnaar bevestigt het volk hiermee het vertrouwen in de huidige politieke leiders en hun sociaal beleid.
Van “donor darling” tot zwart schaap Tot voor kort deelde ook de internationale gemeenschap die mening. Rwanda werd alom geprezen voor het goede gebruik van ontwikkelingsgeld. Het land van de duizend heuvels ontwikkelde niet alleen sterk op economisch vlak, maar verhoogde ook de toegang tot medische zorgen. Rwanda kan als enige land ter wereld zelfs zeggen dat het meer vrouwen dan mannen in het parlement heeft. Het beleid kon door die positieve evoluties ook rekenen op de steun van enkele internationale zwaargewichten zoals Bill Clinton en Tony Blair. De houding van de internationale gemeenschap veranderde echter sterk nadat de Verenigde Naties in 2012 een rapport publiceerde waarin ze de Rwandese overheid ervan beschuldigt rebellenbewegingen in het oosten van buurland Congo actief te steunen. Sindsdien verscherpt de kritiek op het Rwandese beleid en neemt de steun aan Rwanda steeds meer af. De Verenigde Staten en verschillende Europese landen verminderden of bevroren hun hulp aan het land.
8
Hoe de officiële steun van de donoren in de nabije toekomst zal evolueren, is momenteel niet duidelijk, maar de recente verkiezingsoverwinning van het RPF voorspelt weinig goeds op dit vlak. Voor het sociaal beleid van Rwanda, dat in 2011 nog de helft van haar overheidsbudget via ontwikkelingssamenwerking kreeg, is de verminderde steun een absolute ramp. Als de budgetten worden teruggeschroefd, zullen vermoedelijk vooral onderwijs, gezondheidszorg en andere sociale diensten in de klappen delen. Deze diensten zijn echter broodnodig om het fragiele sociale weefsel van de Rwandese maatschappij intact te houden.
Gevonden in het riet Het verhaal van Muvunyi is hier een duidelijk bewijs van. Enkele jaren geleden werd de jongen door voorbijgangers gevonden tussen het moerasriet in de buurt van Gatenga. Ze brachten hem naar de salesianen in het dorp waar hij gesuikerde thee, bananen, propere kledij en wat paracetamol tegen de koorts kreeg. Toen Thérèse Watripont, sinds kort de coördinatrice van het ontwikkelingsbureau van de salesianen, hem wilde wassen en in nieuwe kleren hullen, werd echter duidelijk dat dit niet zou volstaan. De jongen had diepe wonden waarrond het vlees al begon af te sterven. Op sommige plaatsen waren zelfs zijn botten zichtbaar.
Muvunyi werd daarom zo snel mogelijk naar een dispensarium gebracht, waar een verpleegster ook malaria vaststelde. Omdat hij niet verdoofd kon worden, moesten ze hem met drie personen in bedwang houden terwijl zijn wonden verzorgd werden en hij zijn pijn verbeet in een vod. Gelukkig recupereerde Muvunyi redelijk snel, en beetje bij beetje begon hij zijn verhaal te vertellen. Door omstandigheden was hij zijn ouders verloren en op straat terecht gekomen. Hij sliep letterlijk in de goot en omdat hij niet naar een staatsinstelling wilde, verstopte hij zich in het moeras wanneer er politiepatrouilles in de buurt waren. Twee jaar hield Muvunyi dit onmenselijke bestaan vol. Het verbaast dan ook niet dat hij er zo erg aan toe was. Na zijn genezing vroegen de salesianen aan de jongen wat hij wilde. Hij antwoordde dat hij graag een opleiding zou volgen. Zo geschiedde en enkele jaren later behaalde hij zijn diploma lassen in Gatenga. Muvunyi vond ondertussen ook zijn grootmoeder terug die een honderdtal kilometers verderop woont en aan wie hij trots zijn diploma liet zien.
Alleen op de wereld Ook Immaculée Tuyisenge is bezig met het behalen van haar diploma lassen, maar dan aan de salesiaanse school Rango in Huye, het vroegere Butare. Zij getuigt: “Ik ben het enige kind van mijn moeder en ben negen maanden na de scheiding van mijn ouders geboren. Mijn moeder leefde bij mijn grootouders. Op zeker ogenblik heb ik aan mijn moeder gevraagd om me mijn vader te leren kennen. Maar toen ik hem ging bezoeken, stuurde hij me weg. Niet zonder eerst zijn vaderschap te hebben ontkend. Die houding knaagde diep aan me en ik verloor de lust om te leven.” Een tweede en zelfs derde psychologische klap kreeg Immaculée na de arrestatie van haar moeder. Die werd veroordeeld tot 30 jaar gevangenisstraf omdat de oom waar ze destijds inwoonde huisraad en spullen had verdonkermaand van een man die het land was ontvlucht. Toen de oom op zijn beurt verdween, werd de schuld voor de diefstallen in moeders schoenen geschoven. De dood van haar grootmoeder was koren op de molen en Immaculée raakte totaal ontmoedigd. “Gelukkig nam een familie mij wat later aan als huishoudhulp. Voor mij was het een eerste stap die me verlichting bracht. Ik at en sliep in een bed zoals alle andere mensen.”
De opleiding lassen biedt een toekomst voor de jongeren van Gatenga en Butare.
Immaculée kwam ook in contact met een vereniging die kwetsbaren helpt en bereid was haar studies te betalen. Omdat er in het dorp waar ze woonde te weinig lassers waren, begon ze in het beroepsopleidingscentrum Rango aan een opleiding lassen. Ze is het enige meisje in deze richting, maar dat laat ze niet aan haar hart komen. De jonge vrouw heeft er goede hoop op dat ze na haar opleiding zal kunnen voorzien in haar eigen levensonderhoud. “Na mijn studies, op het ogenblik dat ik geld begin te verdienen, zal ik regelmatig mijn moeder kunnen bezoeken in de gevangenis. Ik zal goede dingen voor haar kopen zodat ze trots zal zijn me te hebben verwekt. Mijn steun zal een grote troost zijn voor haar. Ik bedank iedereen die me, van ver of dichtbij, doet herleven.”
Wie zorgt voor de groene heuvels? Dit zijn slechts twee van de vele verhalen over jongeren die er terug bovenop geraken. Onze partnerorganisaties in Rwanda kunnen er nog heel wat meer vertellen. Spijtig genoeg zijn er ook nu nog een hoop jongeren die in moeilijke situaties blijven verkeren. Het verminderen van de internationale steun zal het voor de Rwandese staat niet gemakkelijker maken om verder te investeren in deze jongeren. Nochtans hebben die jongeren echt de nood om zich te ontwikkelen en ervoor te zorgen dat de Rwandese heuvels groener kleuren. Het is een geluk dat de salesianen trouw op post blijven. Dankzij hun inzet en mede dankzij uw steun helpen we jongeren in Gatenga en Rango om een vak te leren. Zo bouwen ze aan hun eigen toekomst én die van de Rwandese maatschappij.
Stefan LOPEZ-HARTMANN ■ 9
Ontwikkelingseducatie // School-to-School België-India
Een beetje Indiase warmte in België
De leerkrachten van de Indiase Don Boscoscholen in Puducherry en Chennai op bezoek bij hun collega’s van Don Bosco Haacht.
India is de laatste tijd niet weg te slaan uit de media. Van de 15-jarige Giel die er naar een boeddhistisch klooster wil, over overstromingen en cyclonen tot het internationale kunstenfestival Europalia met zijn grote tentoonstelling in de Brusselse Bozar. Twee Belgische middelbare scholen hebben een speciale band met het land. In het kader van School-to-School (s2s), een educatief uitwisselingsproject van VIA Don Bosco, zijn Don Bosco Haacht en het Lutgardiscollege uit Oudergem een partnerschap aangegaan met twee Don Boscoscholen uit Chennai en Puducherry, grote steden in de zuidoostelijke deelstaat Tamil Nadu. In 2012 trokken zes Belgische leerkrachten naar India om er kennis te maken met hun partnerschool en de Indiase cultuur. Dit was het startschot van s2s België-India waarna vorig schooljaar al enkele uitwisselingsactiviteiten plaatsvonden tussen de scholen. Dit jaar, in september, was het de beurt aan de Indiase collega’s om de reis te ondernemen. Gedurende tien dagen waren Ursula, leerkracht Engels, Fathima, leerkracht biologie, P. Samson, schooldirecteur, P. Xavier, schooldirecteur, en P. Johnson, directeur van het salesiaanse ontwikkelingsbureau te gast in België.
10
Kleurrijke sari’s Onderweg naar de eerste afspraak, een bezoek aan Don Bosco Haacht, klonk het uit de mond van één van de Indiase gasten: “Het is hier zo rustig, er zijn zo weinig auto’s”. Een normale opmerking, ware het niet dat ze gemaakt werd in de file tijdens de ochtendspits op de Brusselse ring. De toon was gezet. Het zouden tien dagen vol verwondering, humor en ontdekking worden. Eens aangekomen op de school bleek al snel dat vooral Ursula en Fathima de aandacht van de leerlingen trokken met hun kleurrijke sari’s. Aanvankelijk bleven de leerlingen op afstand, maar al snel maakte de initiële schroom plaats voor nieuwsgierigheid en een spervuur aan vragen. Van “hebben jullie daar ook tractors” tot vragen over de rode stip op het voorhoofd, Indiase feestdagen of het schoolleven van hun Indiase leeftijdsgenoten. Precies dit is het opzet van het project: een kader creëren waar leerlingen en leerkrachten van scholen in Noord én Zuid met elkaar in contact kunnen treden, van elkaar en over elkaar kunnen leren. In India werden de Belgische leerkrachten telkens op spectaculaire wijze ontvangen in de scholen die ze bezochten. Dans, zang, spandoeken, cadeautjes, alles erop en eraan. De lat lag dus hoog. De Belgische scholen lieten zich echter niet
kennen en hebben de Indiase delegatie waardig ontvangen. De leerlingenraad werd ingeschakeld, leerlingen met zangtalent gaven het beste van zichzelf, een klas zesdejaars gaf een geanimeerde rondleiding door Brussel, leerlingen bereidden een heus feestmaal, enzovoort. Maar ook de Indiërs waren niet met lege handen naar België gekomen. Ze bedankten hun Belgische collega’s door bij hen een doek om de schouders te draperen, een Indiaas gebruik als blijk van eerbied en waardering. Tijdens hun bezoek aan de Belgische scholen waren er een aantal dingen die de Indiase delegatie opvielen. In het Brusselse Lutgardiscollege verbaasden ze zich vooral over de grote diversiteit in de klassen. Meer dan tien nationaliteiten in één en dezelfde klas, dat hadden ze niet verwacht. Ook de interactieve manier van lesgeven, waarbij leerlingen veel verantwoordelijkheid krijgen en uitgedaagd worden om zich voor te bereiden op het zelfstandige leven na de school, stemden hen tot nadenken. Ten slotte waren ze vol lof over de kleine klassen en de indrukwekkende uitrusting van de technische en beroepsafdelingen van Don Bosco Haacht.
Een unieke ervaring voor scholen Tijdens het bezoek van de Indiase delegatie was er ruim tijd voorzien om van gedachten te wisselen over toekomstige activiteiten tussen leerlingen en leerkrachten. In opvolging van dit bezoek zetten de vier scholen dan ook samen een reeks uitwisselingsactiviteiten op poten: een lessenreeks over het dagelijkse leven van jongeren in beide culturen, en één over waarden en normen, een biologische studie van de bodem in Puducherry in de les aardrijkskunde, kerstkaarten naar elkaar sturen, enzovoort. De mogelijkheden zijn legio, het is nu aan de betrokken leerkrachten en scholieren om de weg verder uit te stippelen.
Maar die is niet zonder hindernissen. Dat was tijdens het eerste s2s-schooljaar al duidelijk geworden en het bleek ook uit de vorming van de Vlaamse Vereniging voor Ontwikkelingssamenwerking en Technische Bijstand (VVOB) die de laatste dag op het programma stond. De deelnemers kwamen tot het besluit dat een scholenband per definitie een traag proces is en dat goede communicatie een noodzakelijke voorwaarde is voor het welslagen ervan. Met dit bezoek werd een grote stap vooruit gezet. Het draagvlak op de scholen is zichtbaar vergroot en aan beide kanten bestaat meer begrip voor elkaars verwachtingen. Het partnerschap is voor alle betrokkenen veel tastbaarder geworden. Een goede voedingsbodem voor nog vele boeiende jaren waarin leerlingen, zowel hier als in India, via s2s uitgroeien tot echte wereldburgers. De waardering en het enthousiasme bij de leerlingen bleek uit de slottoespraak van een zesdejaarsleerling van het Lutgardiscollege: “Vandaag zijn we hier allemaal samen gekomen, niet als vreemden, zelfs niet als studenten, maar als vrienden. De voorbije tien dagen waren een unieke ervaring voor beide scholen. We hopen dat jullie genoten hebben van jullie bezoek aan België.” Dat laatste bleek alleszins het geval te zijn: de Indiase delegatie antwoordde aan de studenten dat dit bezoek hen nog lang zal bijblijven, dat ze ontroerd waren door de vele boeiende interacties met leerlingen en leerkrachten, en dat de twee Indiase scholen uitkijken naar de vele toekomstige activiteiten. Wordt dus ongetwijfeld vervolgd. Bram REEKMANS ■
School-to-School (s2s) – “van spreken óver het Zuiden naar spreken mét het Zuiden” s2s is een partnerschap tussen een school in België en een school in het Zuiden. Momenteel begeleidt VIA Don Bosco twee projecten: s2s België-India en s2s België-DRC. De scholen bouwen activiteiten uit rond gemeenschappelijke thema’s en doelen. Het lerende aspect staat centraal. Het doel van s2s is dat leerlingen, leerkrachten en directieleden van scholen uit het Noorden en het Zuiden dankzij dialoog en gezamenlijke actie een realistisch beeld krijgen van elkaars leefwereld en leren omgaan met cultuurverschillen. Hierdoor worden aan beide kanten vooroordelen doorprikt en ontstaan wederzijds begrip en respect.
11
Ontwikkelingseducatie // Interview met Gie Goris
Het paradigma van ontwikkelingseducatie die het goed hebben en daarom de morele plicht hebben om degenen die het minder goed hebben te helpen. Dat is het paradigma waarmee we 50 jaar geleden gestart zijn en dat vandaag nog heel sterk voelbaar is in programma’s. Ik sta nog dikwijls versteld van de traagheid waarmee het denken over Noord-Zuidverhoudingen verandert. Dat zit toch heel erg verankerd in een aantal beelden of overtuigingen.
Het beeld van de vis
Gie Goris is als hoofdredacteur van het mondiaal magazine MO* geen onbekende bij mensen die begaan zijn met Noord-Zuidverhoudingen. Wat veel minder mensen weten is dat hij in de jaren 1980 een decennium lang werkte als educatief medewerker bij Broederlijk Delen. VIA Don Bosco vroeg hem naar zijn visie op wereldburgerschap, ontwikkelingseducatie, sensibilisering en het verband tussen die twee laatste begrippen.
Wat versta je onder ontwikkelingseducatie? Globaal gezien denk ik dat ontwikkelingseducatie (OE) op dit moment gericht moet zijn op het vaardig maken van mensen om de wereld te begrijpen en om aandacht voor de uitdagingen van en de thema’s rond ontwikkeling aan te scherpen, beter te begrijpen en daardoor de persoonlijke verhouding met die thematiek, landen of mensen op een andere leest te kunnen schoeien. Wat bijna per definitie moet inhouden dat OE afstapt van een eenzijdige nadruk op ontwikkelingshulp of zelfs op ontwikkelingssamenwerking. We moeten een wereldbeeld ontwikkelen waarin we onszelf niet langer zien als “de ontwikkelden”, als degenen
12
Een van de moeilijkst uit te roeien beelden is dat van de vis: “We moeten de mensen geen vis geven, maar hen leren vissen.” Toen dat beeld opdook, was het een eigenlijk een oproep om van louter caritatief geven naar meer gestructureerd werken te gaan, door op lange termijn te investeren in opleiding, of te investeren in capaciteit om het in hedendaagse termen te zeggen. Maar als je vandaag datzelfde beeld nog altijd herhaalt, dan blijf je eigenlijk zitten met een wereldvisie waarin wíj weten hoe het allemaal moet en zij niet. Terwijl boeren in Afrika geen “domme kloten” zijn. Er zijn structurele redenen voor hun armoede. Aan een deel van die redenen kunnen wij iets doen. En dat is niet door hen landbouwonderricht te geven, maar door onze vraag en druk op de wereldmarkt te veranderen. Dat betekent niet dat bijkomende scholing voor boeren en vrouwen overbodig zou zijn, maar het betekent wel dat we los moeten komen van de idee dat wij die kennis bijna per definitie hebben, want “zie bij ons werkt het wél” dus we gaan dat naar hen brengen. Zelfs bij mensen die het afkeuren, blijft dat eurocentrische denken heel sterk aanwezig. Ik denk dat ontwikkelingseducatie daar tegenin moet gaan. Ontwikkelingseducatie moet ons capabel maken om als wereldburgers te leven in een gelijke relatie met andere wereldburgers. Wereldburgers die soms sociaal kwetsbaarder zijn, die armer zijn of die gewoon cultureel anders zijn. Wat het niét moet doen, is zo snel mogelijk mensen overtuigen dat ontwikkelingssamenwerking belangrijk is. Als het belangrijk is, dan zal dat wel blijken uit de opvoeding tot wereldburgerschap.
VIA Don Bosco brengt scholen uit het Noorden en het Zuiden bij elkaar via de s2s-projecten. Is dat een goede manier om aan OE te doen? VIA Don Bosco werkt met een horizontaal model dat veel mogelijkheden inhoudt en heeft het voordeel dat ze op alle continenten actief is waardoor die rechtstreekse contacten mogelijk zijn. Dat garandeert natuurlijk nog niet dat OE niet gebeurt met een zeker paternalisme, of met een eurocentrische houding. Kinderen worden daarin geboren. Ik sta er altijd van te kijken hoe jonge mensen ervan overtuigd zijn dat wij het beter weten omdat we het beter hebben en dat we daarom moeten helpen. Of net niet meer willen helpen, dat kom je jammer genoeg natuurlijk ook tegen.
uitwerken met argumenten en soms volgen de mensen je natuurlijk niet. Maar als ze dan de stap zetten, is dat wel duurzamer. Op langere termijn doe je er goed aan te tonen dat mensen overal ter wereld handelende, denkende, twijfelende en tegenstrijdige wezens zijn en dat dat juist de reden is om ermee samen te werken, om er solidariteit voor op te brengen. Maar dat betekent natuurlijk ook dat je die solidariteit niet organiseert met een soort engelachtige wezens aan de andere kant van de wereld, die alleen maar
Dat horizontale model van contact en uitwisseling kan heel mooie resultaten opleveren. Maar als het niet goed begeleid wordt, dan levert dat gewoon een reproductie op van de relaties die bestaan. Namelijk “wij zijn slimmer dus wij gaan helpen.” Wij gaan iets uitleggen, en we zéggen dan wel dat we “van elkaar leren”, maar wij leren helemaal niets, want we veranderen zélf niets. We verwachten echter wél dat er geleerd wordt aan “de andere kant”. En die andere kant reproduceert haar eigen vooroordelen, namelijk “zij zijn rijk en wij zijn arm; dus ze moeten geven en wij moeten zeggen wat we denken dat ze willen horen.” Zo’n relatie is langs twee kanten scheef en dat rechttrekken is geen eenvoudig proces.
Is ontwikkelingseducatie geen vorm van sensibilisering? Er zijn mensen die daar wetenschappelijke studies over schrijven en dat waarschijnlijk juister kunnen uitleggen dan ik. Ik heb als educatief medewerker bij Broederlijk delen in het bisdom Antwerpen jarenlang zelf aan ontwikkelingseducatie gedaan en ik hechtte veel belang aan het onderbouwen van een actie. Een genuanceerde beeldvorming, degelijke en diepgaande informatie over de projecten zijn volgens mij noodzakelijke bouwstenen om te kunnen werken aan een duurzaam, langdurig engagement. Dat geldt ook voor organisaties die met sensibilisering of bewustmaking bezig zijn. Je kunt mensen met een goede pr-campagne achter je kar krijgen, maar als die campagne niet onderbouwd is en gebaseerd op een weloverwogen keuze, dan kalft dat ook opnieuw snel af. Mensen moeten de capaciteit hebben om al dan niet te kiezen voor de voorstellen die je brengt. Dat vraag meer inzet, je moet de voorstellen die je doet goed
“Genuanceerde beeldvorming en diepgaande informatie zijn bouwstenen voor een duurzaam engagement.”
solidair zijn en hard werken en het beste voor hun kinderen willen en goed voor de natuur zorgen en daar bovenop ook nog eens voor de gelijkheid tussen man en vrouw zijn. Alsof die mensen alles moeten zijn wat wij niet zijn. Kilian DE JAGER ■
MO* is een maandblad van de ngo “Wereldmediahuis”. Door middel van analyse, onderzoeksjournalistiek, interviews, reportages maakt het blad de grote tendensen die de wereld vorm geven inzichtelijk en grijpbaar. Meer informatie vind je op www.mo.be
13
DeWereld.be // Educaid.be
Missie: leerresultaten voor iedereen het behalen van leerresultaten verminderd kan worden in ontwikkelingslanden. Er wordt belicht welke rol schoolleiders, leerkrachten, ouders en lokale gemeenschappen spelen in het verbeteren van alfabetisering, rekenkunde, kennis van wetenschappen en levensvaardigheden van de meest gemarginaliseerde kinderen en jongeren. Verwacht je aan levendig debat rond vragen als: hoe trekken scholen degelijk opgeleide leerkrachten aan? Op welke manier kunnen ze die versterken en behouden? Hoe ouders en de lokale gemeenschap betrekken bij het onderwijsproces zodat de leerresultaten verbeteren? Educaid.be zag het levenslicht In 2010 en vormt sindsdien een platform voor de diverse Belgische instellingen, organisaties en individuen die actief zijn in de onderwijssector binnen de ontwikkelings samenwerking. VIA Don Bosco is één van de stichtende leden. Het doel van dit platform is onder meer het uitwisselen van informatie en kennis, bijdragen aan de beleidsvorming in België rond onderwijs en ontwikkelingssamenwerking en, waar mogelijk, het bevorderen van samenwerking tussen de leden op het terrein. Tot 2010 bestond er immers geen structureel overleg tussen de Belgische actoren in onderwijs en ontwikkelingssamenwerking.
Conferentie op 5 december Elk jaar treedt Educaid.be naar buiten met een grote conferentie. Dit jaar vindt die plaats op 5 december. De bijeenkomst beklemtoont het belang van de verwerving van erkende en meetbare leerresultaten door alle leerlingen. Dankzij de vele inspanningen die de afgelopen jaren werden geleverd in het kader van de Millenniumdoelstellingen, gaan anno 2013 heel wat meer kinderen naar school dan 20 jaar geleden. Een succes, maar tegelijkertijd een waarschuwing dat kwantiteit en kwaliteit niet altijd hand in hand gaan. Het 2012 Education for All Global Monitoring Report van UNESCO leert, bijvoorbeeld, dat 250 miljoen kinderen op het einde van het vierde leerjaar nog altijd niet in staat zijn om behoorlijk te lezen en schrijven. De conferentie focust daarom op de vraag hoe de gemiddelde scores van leerlingen kunnen toenemen en hoe ongelijkheid in
14
Partners van VIA Don Bosco op het programma Tijdens de voormiddag gaan enkele gerenommeerde internationale experten dieper in op het onderwerp. Zo treden Dr. Albert Kwame Akyeampong van het Education For All-team, Monza Aslam van het Center for the Study of African Economics aan de Universiteit van Oxford en Jenny Hobbs van de Ierse hulporganisatie Concern Worldwide voor het voetlicht. De namiddag gaat dieper in op de praktijk in het Zuiden. Twee partners van VIA Don Bosco uit Benin lichten hun ervaring verder toe: Zr. Ana Victoria Ulate Vargas, de directrice van het opleidingscentrum Laura Vicuña in Cotonou en P. Juan José Gomez Serrano, de directeur van de Foyer Don Bosco in Porto Novo. Het centrum in Cotonou richt zich vooral op meisjes, die het slachtoffer geworden zijn van kinderhandel. De Foyer Don Bosco trekt zich het lot aan van straatkinderen, en in het bijzonder van jongeren die in contact gekomen zijn met het gerecht. Verder staan sprekers uit Togo, Zuid-Soedan, Cambodja, Palestina en Bolivië op het programma. Eric JORIS ■
Wilt u meer weten over de conferentie of wilt u zich inschrijven, surf dan naar www.educaid.be De toegang is gratis, maar registratie is vereist.
DeWereld.be // Op de Agenda Evenement
22 tot 24 november: Masterclass duurzame ontwikkeling
25 november: School 2.0 & wereldburgerschap – een creatieve ontmoeting
Act4Change organiseert de 6de Masterclass voor Duurzame Ontwikkeling in Centrum voor Jeugdtoerisme Het Verloren Bos, Lokeren. Een weekend lang verdiep je je in actuele thema’s over duurzame ontwikkeling samen met een selecte groep deelnemers. Je kiest uit vier inhoudelijke trajecten: de paradoxale ontwikkelingssamenwerking van China, de grenzen van patentering, Westerse voedingspatronen en educatie voor duurzaamheid als eindterm in het onderwijs. Waar? Lokeren. Georganiseerd door: Act4Change
De toename van digitale tools op school opent deuren naar nieuwe pedagogische pistes: hoe vergemakkelijken deze hulpmiddelen het werken aan wereldburgerschap? En hoe pas je ze creatief toe binnen een pedagogische context? Nieuwe initiatieven schieten als paddenstoelen uit de grond en vormen een kluwen aan inspiratie. Om de rode draad terug te vinden stelt Kleur Bekennen tijdens een nationale conferentie een programma met zeker 30 initiatieven voor. Waar? Brussel. Georganiseerd door: Kleur Bekennen
Voor meer informatie: http://duurzameontwikkeling.eu
Voor meer informatie: www.kleurbekennen.be
5 december: Educaid.be-conferentie – Equity in learning outcomes
11 en 18 december: Vormingsavonden intercultureel samenwerken
De conferentie van Educaid.be focust dit jaar op hoe gemiddelde scores van leerlingen kunnen toenemen en hoe ongelijkheid in het behalen van leerresultaten kan verminderd worden in ontwikkelingslanden. Om de discussie te verrijken brengt Educaid.be onderzoek en ervaring uit onderwijs en internationale ontwikkeling samen. Waar? Brussel. Georganiseerd door: Educaid.be
Een project in het Zuiden is niet vrijblijvend. Elke stap die je zet, grijpt in in het leven van anderen. Maar hoe leer je de leefwereld van die “andere” goed begrijpen en juist inschatten? Culturele verschillen en andere verwachtingspatronen staan een duurzame samenwerking met onze partners soms in de weg. Tijdens deze vormingsavonden leer je om situaties vanuit een ander referentiekader te bekijken. Waar? Halle. Georganiseerd door: 4de pijlersteunpunt.
Voor meer informatie: www.btcctb.org/nl/watjuniorprogramma
Voor meer informatie: info@4depijler.be of +32 (0)2 536 19 51
Hoofdredacteur: Maud SEGHERS – Eindredacteur: Kilian DE JAGER – Redactieraad: Maud SEGHERS, Katrien DE WILDE, Eric JORIS, Marc VAN LAERE – Foto’s: 11.11.11 (p.5), Brecht Goris (p.12), Veto (p.13) – Lay-out: Pierre VANDEVIVERE – Druk: GEERS OFFSET, Oostakker Verantwoordlijke uitgever: Albert Van Hecke, Leopold II-laan 195, B-1080 Brussel Is uw adres onjuist of bent u verhuisd? Gelieve dit te melden aan VIA Don Bosco, Adressenadministratie, t.a.v. Jan De Broeck en Peter Goossens, Leopold II-laan 195, B-1080 Brussel. Dat kan ook per telefoon: + 32 (0)2 427 47 20 of per e-mail: viadonbosco@skynet.be. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992, die de bescherming van de persoonlijke levenssfeer regelt, werd uw naam opgenomen in ons adressenbestand. We gebruiken deze gegevens alleen voor de verspreiding van informatie inzake onze activiteiten. U heeft onbeperkt toegangs- en correctierecht van de door ons over u bewaarde informatie.
Partners:
Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving
Wil je ons steunen? VIA Don Bosco Reknr.: 435-8034101-59 IBAN: BE84 4358 0341 0159 BIC: KREDBEBB
Sponsors:
15
Wereldburgerschap en sociale mobiliteit
VIA Don Bosco ondersteunt organisaties in Afrika, AziĂŤ en LatijnsAmerika. Deze zetten in op het verbeteren van de beroeps- en sociale vaardigheden van kansarmen, en hun begeleiding naar de arbeidsmarkt. Via ontwikkelingseducatie slaan we een brug tussen BelgiĂŤ en ons netwerk van partners in het Zuiden. Zo dragen we ertoe bij dat jongeren wereldwijd opgroeien tot wereldburgers. www.viadonbosco.org