Belgïe - Belgique
Samen op Weg
P.B. - P.P. Gent X 3/1751
Afgiftekantoor Gent X ISSN=1370-5814 P 602488
1
Eerste kwartaal 2014 // Driemaandelijks tijdschrift jaargang 22, nr. 1
let’s develop our future
Editoriaal & Inhoud
“Er zijn” Beste lezers, Terwijl ik dit schrijf zijn we enkele weken in de vastenperiode. 40 dagen om ons te herbronnen zodat we er weer helemaal kunnen “zijn” ... voor groepen mensen die dreigen uitgesloten te worden, voor onze partners in het Zuiden die dag na dag hun kracht en geloof inzetten om kwetsbare jongeren op te voeden tot weerbare burgers, voor de mensen en organisaties die met ons samenwerken in België, omdat we er samen van overtuigd zijn dat solidariteit telt. Economische vooruitgang is in veel gevallen een belangrijke voorwaarde voor sociale vooruitgang. Tegelijk zien wij als VIA Don Bosco dat in veel landen die met een economische groeispurt bezig zijn, grote groepen mensen uit de boot vallen. Zowel in Colombia als Peru raken jongeren ontheemd door interne economische migratie, zo lezen we in deze editie van Samen op Weg. Noodgedwongen op zoek naar een eldorado in de stad, of in nieuwe nederzettingen waar op export gerichte sectoren zich vestigen, slagen ouders er vaak niet in hun kroost een warme thuis te bieden.
In El Salvador zijn het vooral de rechten van meisjes en jonge vrouwen die met de voeten getreden worden, zo vertellen onze partners. Er is schrikbarend veel geweld tegen vrouwen, zowel binnen de huiselijke kring als daarbuiten. Vrouwen worden ook geweerd op de arbeidsmarkt en komen zo aan de rand van de samenleving te staan. Waardig werk hebben ze bovendien nodig om hun positie binnen het gezin te kunnen verstevigen. Volkomen terecht, dus, dat de partners van VIA Don Bosco de komende jaren extra aandacht gaan besteden aan opleidings- en tewerkstellingskansen voor meisjes. VIA Don Bosco zal erbij zijn. En u natuurlijk ook. Het is mooi dat wij met de hulp van al onze donoren een bijdrage mogen leveren aan de inspanningen van onze partners. Zij zitten aan het stuur en houden vol, wij steunen en blijven nabij. En laten ons door hen inspireren! Maud SEGHERS Directeur
Thema
Ontwikkelingseducatie
3. Gender & opleiding Gezocht: brandweervrouwen en vroedmannen?
Inleefreis naar Senegal “Nio Far” … Wij zijn samen. School–to–School België-DRC “Bij jullie wordt er niet gepraat over de DRC”.
Ontwikkelingssamenwerking Colombia Pacto Motor: drijvende kracht achter tewerkstelling jongeren. Peru De transformatie van Majes.
2
De school mag zich in die context niet beperken tot kennisoverdracht. Ze moet zich, naar salesiaanse traditie, waarmaken als “schoolfamilie”.
10 12
6
DeWereld.be 8
Genderdiscriminatie Strijd om gelijke rechten voor vrouwen nog lang niet gestreden. Op de Agenda
14
15
Thema // Gender & Opleiding
Gezocht: brandweervrouwen en vroedmannen?
Investeren in degelijk onderwijs voor meisjes versterkt hun positie in de maatschappij.
U heeft het vast gelezen of gehoord: naar aanleiding van de Internationale Vrouwendag van 8 maart wist België een wereldrecord in de wacht te slepen. Met 606 leesbare woorden werd de postzegel die bpost uitbracht ter ere van “de dag van de vrouw” door Guinness World Records erkend in de categorie “postzegel met het grootste aantal leesbare woorden”. De zegel toont – heel toepasselijk – een vrouwengezicht dat samengesteld is uit zinnen die afkomstig zijn uit het “Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen”. Er is echter nog veel werk aan de winkel om ervoor te zorgen dat het niet bij woorden blijft.
Geen gelijke kansen De afgelopen decennia is de participatie van vrouwen in de arbeidsmarkt wereldwijd zonder twijfel gestegen. Een goede zaak ... ware het niet dat vrouwen er, om allerlei redenen, geen gelijke kansen krijgen. Hun mogelijkheden worden beperkt en hun potentieel blijft onderbenut. Zo belanden vrouwen – vaker dan mannen – in jobs die minder zekerheid bieden, in sectoren en functies die minder betalen en / of minder extralegale voordelen toekennen, en voor hetzelfde werk verdienen ze gemiddeld minder dan hun mannelijke collega’s.
3
Thema // Gender & Opleiding
de uitgesproken meerderheid. En jongens en meisjes maken er andere keuzes: meisjes gaan voor kleding, zorg, gezondheid en welzijn en worden winkeljuffrouw, naaister, kleermaakster of kapster; jongens kiezen voor de technische richtingen en worden metser, schrijnwerker of metaalbewerker. Later komen jonge vrouwen ook, alweer niet toevallig, vaker in de “zachte” welzijnsproducerende sectoren terecht, die minder goed betalen – of in de onvoorspelbaarheid van de informele economie – terwijl jonge mannen eerder hun kans (kunnen!) wagen in de “harde” welvaartsproducerende sectoren.
Stereotypen Meisjes zijn een uitgesproken minderheid in het technisch en beroepsonderwijs.
Ondanks een uitgebreide antidiscriminatiewetgeving en wetgeving die de gelijke toegang tot de arbeidsmarkt moet bevorderen, is dat ook in België het geval. Maar in de meeste partnerlanden van VIA Don Bosco is de situatie op het vlak van economische participatie en kansen voor vrouwen nog beroerder. Opvallend: volgens de laatste statistieken van het Wereld Economisch Forum (WEF) doen onze Afrikaanse partnerlanden – Benin, Madagaskar, Mali en Tanzania – het als groep beter wat dit betreft, dan onze partnerlanden in Latijns Amerika – Bolivië, Ecuador, El Salvador en Peru. Over de Democratische Republiek Congo en Haiti zijn onvoldoende gegevens bekend..
Jong geleerd ... ... is oud gedaan. Maar wat leren jongens en meisjes eigenlijk? Een belangrijke reden waarom vrouwen het minder ver schoppen in de wereld van het werk, is dat ze minder goed voorbereid hun intrede op de arbeidsmarkt doen. Ongelijke kansen tekenen het leven van de meeste meisjes van jongs af aan. Zelfs basisonderwijs blijft voor velen een verre droom, en de kloof tussen mannen en vrouwen op het gebied van alfabetisering liegt er niet om. Tegen het moment dat meisjes en jongens kunnen kiezen voor een opleiding die hen voorbereidt op de arbeidsmarkt, hebben ze zich hun stereotiepe genderrol bovendien al stevig eigen gemaakt. In het technisch en beroepsonderwijs, bijvoorbeeld, zijn jongens niet toevallig
4
“Logisch, toch?” denkt u misschien, “want vrouwen zijn van nature immers zorgzamer dan mannen en dus beter geplaatst om een beroep uit te oefenen als verpleegkundige, ziekenverzorgster, kinderoppas, maatschappelijk assistente of onderwijzeres in het lager onderwijs, waarin ze zorg dragen voor kinderen, zieken of oudere mensen; ze zijn bekwamer om huishoudelijk werk te doen en hebben er meer ervaring in, dus waarom zouden ze geen schoonmaakster of gezinshelpster worden? Ze beschikken over een grotere handvaardigheid omdat ze kleinere, behendigere vingers hebben en zijn daarom voorbestemd om zich tot naaister of typiste te ontpoppen; ze hebben er minder moeite mee om bevelen te aanvaarden en zijn minder geneigd om anderen te superviseren ... dus een carrière als (directie)secretaresse ligt helemaal in de lijn der verwachtingen. Assertieve vrouwen in leidinggevende functies daarentegen zijn toch vaak “moeilijke madammen”, nietwaar?” Allemaal stereotypen die maken dat de arbeidsmarkt op de meeste plaatsen ter wereld nog steeds sterk gesegregeerd is naar gender. Een segregatie die in het nadeel van vrouwen speelt en die de capaciteit van samenlevingen om in te spelen op economische veranderingen en nieuwe opportuniteiten sterk vermindert. Stereotypen zijn echter bijzonder hardnekkige beestjes. Ze worden bestendigd door mannen én vrouwen. En ze zitten diep in het sociaal weefsel en worden bevestigd in de familie, de media en het onderwijssysteem.
Situatie in El Salvador Volgens de cijfers die het WEF beschikbaar stelt over de partnerlanden van VIA Don Bosco bengelt El Salvador aan
de staart van het peloton op het vlak van economische participatie en kansen voor vrouwen. Meisjes genieten er weliswaar nagenoeg dezelfde onderwijskansen als jongens – evenveel meisjes als jongens gaan naar het lager, secundair en hoger onderwijs – toch verdienen ze nadien aanzienlijk minder, ook voor gelijkwaardig werk. Die trieste realiteit valt ook onze partners op. Ze maken zich bovendien ernstig zorgen over het extreme geweld tegen vrouwen in hun land. Van heel de wereld is El Salvador het land met het hoogste aantal moorden op vrouwen en er is enorm veel intrafamiliaal geweld tegen vrouwen. Ook dat weerspiegelt een diepgewortelde cultuur van “machismo”. Bij de pakken blijven zitten, is geen optie voor onze partners. Ciudadela Don Bosco en het centro de formación profesional van het technisch instituut Ricaldone in de hoofdstad San Salvador en Colegio San José in Santa Ana zijn vastberaden om tijdens de komende drie jaren werk te maken van eerlijke kansen voor meisjes. Samen bereiken de drie opleidingscentra ieder jaar zo’n 2.600 jongeren, afkomstig uit kansarme buurten zoals Soyapango in San Salvador in het geval van Ciudadela Don Bosco, of uit
randgemeenten die bevolkt worden door families die het verpauperde platteland achter zich hebben gelaten, in de hoop een beter leven op te bouwen in de stad. Het gender actieplan van de opleidingscentra zet in op verschillende invalshoeken.
Wat gedaan? Eerst en vooral willen ze er voor zorgen dat meer meisjes kiezen voor een degelijke beroepsopleiding. Om dat te bewerkstelligen, worden promotiecampagnes gelanceerd die meisjes moeten aanspreken. Dat gaat van subtiele zaken zoals beeldvorming – bijvoorbeeld, meisjes tonen in de foto’s die gebruikt worden in brochures, of op een website – tot gesprekken met ouders en buurtleiders om bepaalde vooroordelen aan te pakken. Een tweede belangrijke keuze wordt gemaakt bij het inrichten van nieuwe opleidingen. Na een grondige analyse van de arbeidsmarkt werd geopteerd voor marktgerichte opleidingen in sectoren die zowel meisjes als jongens aanspreken, zoals toegepaste informatica en onderhoud van elektronica, en waar ingezet wordt op nieuwe technologieën. Op vroegere “klassiekers” zoals snit en naad zetten ze niet (meer) in, want die loodsen meisjes al te vaak naar beroepen die al verzadigd zijn en sectoren die nog maar weinig toekomst bieden. Bovendien omvatten alle cursussen een component “levensvaardigheden” – habilidades para la vida – die leiderschap stimuleren bij meisjes en waar alle jongeren gesensibiliseerd worden rond gendergerelateerde thema’s. Tot slot wordt de gender-bril opgezet bij de permanente opleiding van leerkrachten en bij de selectie en vorming van administratief en kaderpersoneel. Het is immers van groot belang dat er een context wordt gecreëerd waarin zowel de meisjes die een opleiding komen volgen als de vrouwelijke werknemers zich veilig en gewaardeerd voelen. De strijd om meer gendergelijkheid is nog lang niet gewonnen, maar de nieuwe opleidingen die worden georganiseerd, tonen aan dat de wil om iets te doen aan de ongelijkheid op de werkvloer er wel degelijk is. Over het verloop van de implementatie houden we u zeker op de hoogte.
Maud SEGHERS ■
Werk maken van eerlijke kansen voor meisjes is een prioriteit.
5
Ontwikkelingssamenwerking // Colombia
Pacto Motor: drijvende kracht achter tewerkstelling voor jongeren en doorgedreven sociale ongelijkheid. Van revolutionaire en vernieuwende stadsplanning (kijk maar naar Medellín en recenter naar hoofdstad Bogotá), maar ook van gewapende conflicten en gedwongen plattelandsvlucht. Juan Bosco Obrero bevindt zich midden in het kluwen van Ciudad Bolívar, één van de dichtst bevolkte, armste en onveiligste volksbuurten van Bogotá. In Ciudad Bolívar kwamen de afgelopen decennia gezinnen aan uit het hele land, ontheemd en gevlucht voor de gewapende strijd tussen de verschillende (para-)militaire en revolutionaire groeperingen. Vandaag leven hier op zo’n 3.000 meter hoogte meer dan 500.000 mensen bijeengepakt in talloze betonnen miniwoningen waartussen een niet in kaart te brengen warboel van steegjes loopt.
In JBO volgen jaarlijks meer dan 800 jongeren een beroepsopleiding.
Na meer dan twee decennia rondde VIA Don Bosco eind 2013 haar ontwikkelingsprogramma in Colombia af. Tenminste: de financiële ondersteuning met middelen van de Belgische federale overheid werd stilgelegd. Onze goede banden met de Colombiaanse partners hopen we nog vele jaren te onderhouden, want zowel VIA Don Bosco als onze partnerorganisaties in andere landen kunnen nog veel van hen leren. Van het Pacto Motor, bijvoorbeeld. Een succesverhaal op het vlak van tewerkstelling van kansarme jongeren. Het project ontstond als een “interessant idee” van gelijkgestemden, maar zou wel eens hét toekomstmodel voor duurzaam, praktijkgericht beroepsonderwijs in Colombia kunnen zijn. We beginnen bij Juan Bosco Obrero (JBO), een groot salesiaans opleidingscentrum dat sinds zijn ontstaan in 1998 nauwe banden heeft met VIA Don Bosco. Het is hier dat het “zaadje” voor Pacto Motor ontkiemde.
“Rap” voor de toekomst Colombia: een land van ongelofelijke rijkdom en economische groei, maar ook van uitzichtloze armoede
6
Vijftien jaar geleden maakte padre Jaime – een Colombiaanse salesiaan die er bij iedere gelegenheid trots op wijst dat hij ooit nog drie jaar in Leuven studeerde – hier zijn droom waar. Hij bouwde een beroepscentrum en een thuis voor de zonen en dochters van Ciudad Bolívar. Vele jongeren die er terechtkomen, leren JBO kennen via de wekelijkse cursussen rap, salsa, capoeira en break dance die de lokale jongerenassociaties van het centrum organiseren. Door zich op hun nieuwe hobby te storten, krijgen ze een nieuwe manier aangereikt om uitdrukking te geven aan hun angsten, dromen en verlangens. In JBO volgen jaarlijks meer dan 800 jongeren een beroepsopleiding en schoppen het tot elektricien, houtbewerker of automecanicien. Maar het volgen van een opleiding bezorgt hun allesbehalve automatisch toegang tot de arbeidsmarkt, en al helemaal niet tot een waardige job. De werkloosheidscijfers in Ciudad Bolívar zijn torenhoog, en amper één 16 tot 24-jarige op vijf loopt school. Vele jongeren zoeken hun toevlucht tot gewapende bendes en illegale handelspraktijken, een vicieuze cirkel die het negatieve imago van deze buurt en haar bevolking bestendigt en de socio-economische uitsluiting verder in de hand werkt. Om afgestudeerde jongeren bij de moeilijke zoektocht naar werk te begeleiden, richtte het centrum JBO een tiental jaren geleden met ondersteuning van VIA Don Bosco een tewerkstellingsbureau op. Het bureau maakte
op korte tijd enorme sprongen voorwaarts onder leiding van Rosalba Díaz, een zeer bekwame en gemotiveerde dame.
Partnerschap tussen publieke en private sector In de nasleep van een grote jobbeurs in 2010 kwamen Rosalba en haar team tot een pijnlijke maar duidelijke vaststelling: tientallen bedrijven in de auto- en transportsector zoeken personeel, maar de afgestudeerde jongeren van Ciudad Bolívar raken niet door de selectieprocessen. Het was dit duidelijke gebrek aan afstemming tussen de verwachtingen van de bedrijfswereld enerzijds en het “aanbod” aan werkzoekende jongeren anderzijds, dat Rosalba en de voorzitter van de Stichting Chevrolet samen rond tafel bracht. Pacto Motor werd de vrucht van die ontmoeting. De kernidee van Pacto Motor is dat iedereen wint bij een multi-actorenpact voor waardig werk in één welbepaalde sector. De autosector wil degelijk geschoold technisch personeel, de stichtingen van de autosector willen maatschappelijk verantwoord ondernemen en de salesianen als opvoeders willen jongeren met kwalitatief hoogstaande opleidingsprogramma’s klaarstomen voor een waardige job. Daarom investeert de autosector samen met JBO in een integrale en zeer praktijkgeoriënteerde opleiding. Ook enkele gespecialiseerde agentschappen van de Verenigde Naties zijn op de kar gesprongen. Zo nemen het VN-Ontwikkelingsprogramma (UNDP) en de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) het onderzoek rond competentieprofielen en tevredenheidsmetingen op zich. Ten slotte staan verschillende lokale overheden de eindbegunstigden bij met een kleine bonus voor transport en eten tijdens de opleidingscyclus.
Uitbreiden naar andere sectoren Het pilootproject was een groot succes: in 2013 vonden meer dan 150 jongeren een waardige job dankzij Pacto Motor. Dat is 98 procent van het aantal afgestudeerden. Dit jaar kunnen niet minder dan 900 jonge slachtoffers van het gewapend conflict in Colombia een kosteloze en kwalitatief hoogstaande opleiding volgen in de auto- en transportsector. Ingrid Moreno, één van de jonge vrouwen die de voordelen van Pacto Motor heeft genoten, getuigt: “Pacto Motor gaf
me een kans die ik niet kon laten liggen. Aanvankelijk ging ik niet in op hun aanbod, maar toen ze me opbelden, durfde ik geen tweede keer weigeren. Op dat moment wist ik niet hoe mijn leven verder zou verlopen. Ik voel me goed nu, dankzij God. Het ontbreekt me aan niets op dit ogenblik.” Het Colombiaanse ministerie van Tewerkstelling en Arbeid is zo enthousiast over dit “Pact voor waardig werk”-model, dat er al plannen uitgewerkt zijn om het in andere steden
JBO en de autosector investeren samen in een integrale praktijkgeoriënteerde opleiding.
en andere sectoren te gaan testdraaien. De toeristische sector staat hoog op de lijst van prioriteiten. Voor VIA Don Bosco is het een hele voldoening om vast te stellen dat de projecten waarin we de afgelopen jaren samen met onze partners hebben geïnvesteerd – het beroepscentrum met zijn ateliers, tewerkstellingsbureau en jongerenassociaties – op deze manier doorgroeien en -bloeien. Jongeren toekomstkansen blijven geven ... daar gaan we voor! Kaat TORFS ■
Bekijk zeker “Microhistoria sobre Trabajo Decente Pacto Motor”, een eenvoudig maar mooi YouTube filmpje dat getuigt van de impact die Pacto Motor heeft op Ingrid Moreno uit Ciudad Bolívar. Je vindt het hier: www.youtube.com/watch?v=j7GQKc8ekj0
7
Ontwikkelingssamenwerking // Peru
De transformatie van Majes
Een degelijke opleiding helpt jongeren uit el Pedregal aan werk.
Het district Majes, in het departement Arequipo in het zuiden van Peru, vormde tot 15 jaar geleden een bijzonder dor woestijngebied. Maar sindsdien heeft de streek een ware transformatie ondergaan. Door grootscheepse overheidsinvesteringen in de bouw van een dam en irrigatiewerken is te midden van deze uitgestrekte woestenij een grote, groene oase ontstaan, toegelegd op exportgerichte landbouw. Het Majes-Siguas project is niet zonder controverse. De afgelopen jaren werden de bouwwerken voor de dam stilgelegd na botsingen met bewoners uit het naburige departement Espinar, die hun watervoorraden meer en meer onder druk zien staan. De bevolking van Espinar eiste een diepgaand onderzoek naar de impact van deze bouwprojecten op de watervoorziening van hun gebied. De zaak ging helemaal tot het Grondwettelijk Hof. Eind 2013 kwam van daaruit toch groen licht voor de tweede bouwfase, die dit jaar van start zal gaan. Die beslissing zal zeker ook gevolgen hebben voor el Pedregal, het stedelijke centrum van het Majes irrigatieproject, dat uit zijn voegen dreigt te barsten.
8
Volksverhuizing Het uitgebreid irrigatiesysteem dat de overheid de afgelopen decennia heeft aangelegd na de bouw van de Condoroma dam in de jaren 1970, en dat de hoogvlakte van Majes omtoverde tot een vruchtbaar landbouwgebied, bracht een ware volksverhuizing op gang. Vooral uit Arequipa, de hoofdstad van de gelijknamige regio. De verpauperde bevolking zag haar kans schoon om een nieuw bestaan op te bouwen in el Pedregal. Op 14 jaar tijd groeide de bevolking van de nederzetting uit tot niet minder dan 70.000 zielen! Fase twee van het damproject zal allicht een nieuwe toeloop op gang brengen van mensen op zoek naar een beter leven. Ik spreek in el Pedregal onder meer met de tiener Amaro. Hij vertelt hoe zijn familie drie jaar geleden de grote tocht naar het beloofde land heeft gemaakt. Net als elke andere nieuwe bewoner bestond hun eerste daad uit het afbakenen van het aan hen toegewezen stuk land. Een haast magisch moment: voor het eerst in generaties had de familie van Amaro iets in haar bezit. Niet dat hun woonst veel voorstelt, maar t贸ch vindt Amaro dat het leven van zijn familie er op vooruit is gegaan. In Arequipa trachtte de jongen zijn kost bij
elkaar te scharrelen door te bedelen en door het plegen van kleine diefstallen. Nu volgt hij een drie maanden durende opleiding tuinbouw in de lokale salesiaanse beroepsschool. Vele stedelingen naar el Pedregal komen, hebben immers geen kennis van of ervaring met land- of tuinbouw. Los van de problemen die het omstreden damproject veroorzaakt, zag de Don Boscogemeenschap in Arequipa een opdracht in de toestroom van ongeletterde jongeren en in 2000 richtten de salesianen in de nieuwe provinciehoofdstad een beroepsschool op. De werkomstandigheden waren uiterst moeilijk. Er waren aanvankelijk totaal geen voorzieningen: geen elektriciteit, geen riolering, geen klaslokalen noch onderdak voor de leerkrachten. In een eerste fase verbleven zij in containers die men had aangevoerd. De hitte veranderde deze primitieve behuizing in ware sauna’s terwijl men tijdens de koude nachten lag te klappertanden. Door deze extreme werkomstandigheden vonden de salesianen amper leerkrachten om er onderricht te komen geven. Jarenlang zaten er dan ook slechts een veertigtal leerlingen op de school. Ondertussen hebben de salesianen ateliers gebouwd waar verschillende beroepsopleidingen worden gegeven, en voor de leerkrachten en de vrijwilligers van het project werd een huisje gebouwd. Iedereen heeft nu zijn eigen kamer.
Explosieve groei De school kent onder de nieuwe omstandigheden een explosieve groei. Momenteel volgen 250 leerlingen een twee jaar durende opleiding. Ze kunnen kiezen tussen lassen, metsen of de mechanica van landbouwmachines, opleidingen die specifiek gericht zijn op een zich ontwikkelende stad in een agrarische regio.
De meeste jongeren in el Pedregal hebben echter niet de voorkennis, noch de financiële mogelijkheden om twee jaar te studeren. Hun eerste zorg is namelijk samen met het gezin werken op het veld. Daarom hebben de salesianen recent besloten om ook in te zetten op kortlopende en praktijkgerichte modules. Want de meeste van deze jongeren hebben de lagere school niet kunnen afwerken. De korte opleidingen geven aan de jongeren een basisopleiding in land- of tuinbouwtechnieken, metselen, klein onderhoud van landbouwmachines, .... Sinds kort doen een groeiend aantal boeren namelijk ook aan veeteelt. Deze korte opleidingen bieden de leerlingen meteen extra voordelen. Ze vergroten ofwel de kans om werk te vinden in de agriculturele sector, of ze laten de jongeren toe om bij te klussen in de bouwnijverheid. De school heeft ook een erkende rijschool ingericht. De jongeren die hier hun rijbewijs halen, kunnen aan de slag als truckchauffeur bij de lokale transportbedrijven die de – grotendeels voor de export bestemde – oogst van de landbouw en de producten van de veeteelt naar Arequipa vervoeren.
Nood aan financiële ademruimte De school in el Pedregal is de enige school in de wijde omgeving die technisch- en beroepsonderwijs aanbiedt. Het voordeel is dat de jongeren na hun opleiding gemakkelijk werk vinden dichtbij huis. Elke nieuw gecreëerde mogelijkheid bezorgt de salesianen ook nieuwe kopzorgen. De korte opleidingsmodules beantwoorden aan een duidelijke nood, maar zorgen er ook voor dat de school opnieuw gebrek aan ruimte en opleidingsmateriaal heeft. De salesiaanse gemeenschap probeert de klaslokalen en het didactisch materiaal optimaal te benutten door de leerlingen in groepen op te delen. Sommigen hebben ’s ochtends vroeg les, anderen in de namiddag en nog anderen ’s avonds. Jammer genoeg blijkt deze oplossing niet meer te volstaan. De beroepsschool in el Pedregal heeft dringend financiële ademruimte nodig. De salesianen zijn vastbesloten om jongeren zoals Amaro en de volgende generaties een kans te bieden op een menswaardig leven. Dankzij hun doorzettingsvermogen en uw solidariteit kunnen we er voor zorgen dat de transformatie van Majes ten goede komt aan de bevolking.
Eric JORIS ■
CETPRO Don Bosco is uniek in de regio.
9
Ontwikkelingseducatie // Inleefreis naar Senegal
“Nio Far” … wij zijn samen
Groot enthousiasme onder de deelnemers aan het jongerenforum in Dakar.
“Terranga”. Dat is wat Senegalese jongeren in koor antwoorden als je hun vraagt waarop ze trots zijn in hun land. Het betekent zoveel als “gastvrijheid”. Dat de Senegalezen trots zijn op deze eigenschap, mocht een groep Belgische jongeren ervaren tijdens de afgelopen kerstvakantie. Eind december trokken 16 leerlingen en vier leerkrachten van het zesde middelbaar uit vier secundaire scholen op inleefreis naar Senegal, een gezamenlijk initiatief van VIA Don Bosco en Broederlijk Delen. De leerlingen, die het Sint-Calasanzinstituut Nijlen, Don Bosco Hechtel, SintJan-Berchmanscollege Malle en Kindsheid Jesu Hasselt vertegenwoordigden, werden gedurende twee weken ondergedompeld in de lokale cultuur en maakten er van nabij kennis met “het leven zoals het is” in Senegal.
Jongerenforum Dakar Veel tijd om er rustig in te komen, kregen de leerlingen niet. De eerste dag stond er al meteen een jongerenforum op het programma in een Don Boscoschool in Dakar. De toekomst van jongeren stond centraal. De Belgische scholieren en een dertigtal Senegalese jongeren wisselden de hele dag van gedachten over hun toekomstdromen en
10
-verwachtingen. Dankzij enkele Senegalese gezangen en djembés maakte de aanvankelijke schroom al snel plaats voor een vrolijke stemming en geanimeerde discussies. Een stellingenspel legde zowel gelijkenissen als verschillen bloot. Is een job waarmee je veel geld verdient belangrijker dan een job die je graag doet? Krijgen vrouwen evenveel kansen als mannen om hun toekomst zelf te bepalen? In hoeverre wordt mijn toekomst bepaald door het lot of door God? In sneltempo leerden de Belgische en de Senegalese jongeren tal van zaken over mekaars cultuur en dromen. Een Belgische leerling vertelde achteraf: “Als je aan de Senegalese jongeren vraagt wat hun dromen zijn en wat ze willen bereiken in het leven, dan hebben ze meestal dezelfde dromen als wij: een goede job, een leuk gezin, reizen, advocaat of dokter worden, enzovoort. Heel normale dromen eigenlijk. Senegalese jongeren zijn hetzelfde als ons, ook al zijn ze in een andere cultuur opgevoed”.
“Tubaab, tubaab!” Na een stadsbezoek aan Dakar, een workshop “kunst met afval”, een muzikaal kerstfeest en een bezoekje aan het
eiland Gorée, enkele eeuwen geleden een van de centra van de trans-Atlantische slavenhandel, verlieten we de metropool Dakar. De drukte en bedrijvigheid van een Afrikaanse grootstad maakte plaats voor de rust en vredigheid van het Senegalese platteland. Hoewel, rust ... Een ritje met de taxi brousse op onverharde zandwegen, waarbij één van de jeeps komt vast te zitten, kun je niet bepaald rustig noemen. T.I.A. ... “This Is Africa”, zoals Leonardo DiCaprio laat vallen in de film “Blood Diamond”. Luid aangemoedigd door Senegalese kinderen met de woorden “tubaab, tubaab” – blanke, blanke – zetten we onze tocht voort.
op hun school over hoe zij Senegal ervaren hebben en hoe VIA Don Bosco en Broederlijk Delen in het Zuiden tewerk gaan.
Op het platteland verbleven de leerlingen in groepjes van twee bij gastgezinnen. Gedurende drie dagen leefden ze mee op het ritme van families die voornamelijk leven van landbouwactiviteiten. Met een klein hartje werden ze afgezet bij hun familie, maar boordevol verhalen en een heuse ervaring rijker kwamen ze drie dagen later terug. Een man met drie vrouwen, moslims die vijf keer bidden per dag, een doopsel, een besnijdenisfeest, een meisje dat op haar veertiende trouwt en op haar 24ste al vijf kinderen heeft, een dorpsschooltje, werken op het veld, uren niets doen, ... duizend-en-één indrukken, en voor de meesten ongetwijfeld het hoogtepunt van de reis. Een leerling getuigde nadien: “Vooral het verblijf in mijn gastgezin gaat mij nog lang bijblijven. Op TV zie je zoveel beelden van het leven in arme landen, maar nu konden we het zelf eens meemaken. Dan pas voel je hoe het echt is. Je leeft met die mensen, je praat met hen, en je beseft ook: totaal verschillende culturen, maar wel dezelfde verlangens en gevoelens.”
De meeste jonge mensen willen in Senegal hun eigen plannen waarmaken, maar de uitdagingen zijn groot. Op het platteland wordt men dagelijks geconfronteerd met watertekort en de uitputting van de grond, waardoor akkers niet voldoende opleveren. De plattelandsvlucht is groot. Maar in de steden zijn jongeren evenzeer kwetsbaar. Het gebrek aan werkgelegenheid en het tekort aan kwalitatieve onderwijs- en vormingsmogelijkheden zorgen ervoor dat jongeren hun toekomstdromen niet kunnen waarmaken. Met de slagzin ”Bouw aan de toekomst” onderstreept VIA Don Bosco dan ook de belangrijkheid van kwalitatieve technischeen beroepsopleidingen en de begeleiding naar werk.
Bouw aan de toekomst De inleefreis maakt deel uit van een lang voorbereidings- en opvolgingstraject met de vastencampagne als orgelpunt. Om ervoor te zorgen dat deze unieke ervaring niet beperkt blijft tot vier leerlingen per school, getuigen de inleefreizigers
Dit jaar zetten we met de campagne Senegal in de spotlights en staat de toekomst van jongeren centraal. Senegal behoort tot de groep van minst ontwikkelde landen. Vooral jongeren zijn een kwetsbare bevolkingsgroep die steeds meer geconfronteerd wordt met moeilijke levensomstandigheden. De werkloosheid is groot en velen hopen via illegale immigratie, vooral naar Europa, een beter leven te krijgen.
Tijdens de reis stonden ook bezoeken aan partners van VIA Don Bosco en Broederlijk Delen op het programma. We bezochten enkele projecten rond erosiebestrijding en biologische landbouw en in de stad Thiès bezochten we een Don Bosco opleidingscentrum waar jongens en meisjes terechtkunnen voor een beroepsopleiding, zoals elektriciteit of mechanica.
Wij zijn samen We sloten de reis af zoals we ze begonnen: met een ontmoeting met Senegalese jongeren. De drie laatste dagen brachten we door met een lokale scoutsgroep. Op het programma een Belgische spelnamiddag, een Senegalese avond met dans en een toneeltje over het ritueel van de mannelijke besnijdenis, een Belgische quiz, voetbal op het strand, meewerken aan een herbebossingsproject en een bezoekje aan het eiland Ngor. Na afloop werden gsm-nummers en facebookgegevens uitgewisseld, en weer een ervaring rijker vertrokken we richting luchthaven. Een Senegalese jongere vatte het gevoel van de reis goed samen bij het afscheid van de groep: “Nio far” ... wij zijn samen.
Bram REEKMANS ■
11
Ontwikkelingseducatie // School-to-School België-DRC
“Bij jullie wordt er niet gepraat over de DRC” geleidelijk vervagen om plaats te maken voor echte kennis van de ander?
Als mensen samenwerken, veranderen bergen in goud Vanaf februari, het moment van de officiële lancering van het project, vatten de scholen gemeenschappelijke reflectieactiviteiten aan: hoe ziet een normale week voor een Belgische of Congolese leerling eruit? Welke waarden zijn het meest representatief voor onze respectievelijke culturen? Bij de Congolese jongeren lijken sommigen een zeer nauwkeurig beeld te hebben van het onderwijs in België: “Het verschil met ons is dat de Belgische leerlingen niet schrijven in de klas. Zij hebben handboeken en fotokopieën.” Anderen hebben het moeilijk om zich voor te stellen hoe een les in een Belgische school eruit zou kunnen zien. Het lijdt geen twijfel dat zowel in het noordelijk halfrond als in het zuidelijk de leerlingen en leraars heel wat vragen zullen hebben om naar hun correspondenten te sturen! Een groot aantal Aziatische ogen, gesprekken in het Chinees… Het is december 2013 en we bevinden ons in het vliegtuig naar de Democratische Republiek Congo (DRC). Het geweld in de straten en op de luchthaven van Lubumbashi enkele dagen geleden hebben geen einde gemaakt aan de Chinees-Afrikaanse handel… en evenmin aan het School-toSchool (s2s)-project België-DRC! Een bezoek op het terrein leek noodzakelijk vóór de officiële lancering van het partnerschap tussen de scholen van Lubumbashi – Imara, Salama, Kitulizo, Hodari en Kafubu – en de Belgische scholen – de instituten SaintJoseph / Saint-Raphaël in Remouchamps, Don Bosco in Sint-Pieters-Woluwe (Franstalig en Nederlandstalig), SintGuido in Anderlecht en Saint-Louis in Brussel. Om verdere uitleg over het project te geven aan de directie, en aan de leraars, die het project met open armen hebben ontvangen. Opwinding bij de leerlingen over het vooruitzicht om te communiceren met jonge Belgen, belangstelling van de directie en van de leraars voor de uitwisseling van pedagogische ideeën met hun collega’s uit een andere cultuur… Allemaal voorbodes van een partnerschap rijk aan ontdekkingen. Want wat is het s2s-project anders dan een dialoog op lange termijn waarin de vooroordelen
12
Een kijk vanuit het perspectief van de ontwikkelingseducatie dringt zich op: de analyse van maatschappelijke problemen, zoals de ongelijkheden op het gebied van onderwijs, heeft ook een belangrijke plaats in het programma. De vaak moeilijke toegang tot onderwijs in de landen van het Zuiden, wordt niet altijd begrepen, maar is op zijn minst bekend bij iedereen. De ongelijkheden in België blijven echter vaak onopgemerkt. Het laatste PISA-rapport, dat aandacht besteedde aan de gelijkheid en de prestaties in de scholen overal in de wereld, rangschikt ons onderwijssysteem bij de meest ongelijke van de landen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO): de sociaaleconomische index verklaart immers 20 procent van de schoolprestaties. Jawel, meer dan één Belgische volwassene op vier heeft geen diploma van het middelbaar onderwijs. Jawel, armoede, werkloosheid, bedelarij, dat bestaat ook in België. “Is dat echt waar?” vraagt me, met opengesperde ogen, een Congolese lerares, zichtbaar sceptisch. Het klopt anderzijds ook dat Afrika niet gelijkgesteld kan worden met armoede, hongersnood of ziekte, ondanks de door de media uitgedragen beelden. Deze beelden
belichten steeds de ellendige kant van het leven, wat pater Imbi, prefect van Imara, op de zenuwen werkt: “Wij willen de kans die s2s biedt grijpen om te laten zien dat er in de DRC ook dingen zijn die goed gaan!”
zijn energie aan te wenden om de deelnemende scholen richting te geven bij deze moeilijke taak.
Met tijd en geduld veranderen moerbeibladeren in een jurk van zijde. Een meer realistische visie op het Noorden en het Zuiden, vrij van clichés: dat is de ambitieuze doelstelling van het uitwisselingsproject s2s. Ambitieus, want de deelnemende scholen hebben heel wat voor de boeg en hun weg is bezaaid met voetangels en klemmen, met name in termen van communicatiemiddelen. Slechts twee van de vijf deelnemende scholen beschikken over toegang tot het internet, het postkantoor van Lubumbashi is veranderd in een gigantische telefoonwinkel en de snelheid van de internetverbinding kan zelfs de meest geduldige surfer ontmoedigen. Ambitieus, want het is niet altijd gemakkelijk zijn eigen clichés te herkennen. Dat vereist een aanhoudende afstandsname, zelfs voor de meest geharde reiziger. Ambitieus, ten slotte, want tot een horizontale relatie komen, op voet van gelijkheid, zal geen kleinigheid zijn gezien de kolonialistische geschiedenis die onze twee landen verbindt; tot voor kort waren de schoolprogramma’s nog identiek aan het programma van Belgisch Congo. "Onafhankelijkheid", zei u?
Alleen met de ogen van anderen kunnen we onze gebreken goed zien In een gemondialiseerde wereld is onafhankelijkheid een zeer abstract begrip. Meer dan ooit hebben de beslissingen die wij nemen in het dagelijks leven, onze keuzes als consumenten en burgers, invloed op de wereld. Beseffen de Belgische leerlingen dat de laptops, tablets, PlayStations of andere draagbare computers die zij dagelijks gebruiken hen rechtstreeks verbinden met de mijnwerkers van Kivu die coltan een erts dat onmisbaar is voor de fabricage van deze technologieën – winnen in erbarmelijke omstandigheden? Hebben enkele woorden in het nieuws over de wreedheden begaan door de M23-rebellen wel zin als er geen kritische noot klinkt die duiding geeft bij de excessen veroorzaakt door de coltanhandel? De leerlingen voldoende kritische zin bijbrengen om de complexiteit van de NoordZuidverhoudingen te kunnen begrijpen, ook dat is een ambitieuze doelstelling. VIA Don Bosco is van plan al
“België is alomtegenwoordig in de Congolese schoolprogramma’s, maar bij jullie wordt er niet gepraat over de DRC.”
“België is alomtegenwoordig in onze schoolprogramma’s,” merkte een leraar van Imara terecht op, “maar bij jullie wordt er niet gepraat over de DRC.” Het s2s-project is wel degelijk van plan om deze leemte te vullen en de DRC op te nemen in de Belgische lessen, ... maar niet op om het even welke manier. Praten over de conflicten die Congo verscheuren? Jawel, maar op een constructieve manier. Uitleg geven over de oorlog in Kivu? Jawel, maar vanuit een systemisch perspectief: niet gewoon zij die daar vechten en wij die machteloos toezien. Medelijden wekken met het lot van de bevolkingen van het Zuiden die het slachtoffer zijn van de vloek van de natuurlijke hulpbronnen? Neen. Vraagtekens plaatsen bij ons beleid en onze consumptiewijzen? Jawel. Dat is de aanpak die de leerlingen tot verantwoordelijke, actieve, kritische en solidaire burgers zal maken. Dat is de aanpak die het ergste cliché over de NoordZuidverhoudingen, dat ook het meest verspreid is, zowel in de DRC als in België, geleidelijk zal doen verdwijnen: dat van de “achterstand” van het Zuiden op het Noorden.
Anne-Sophie TIRMARCHE ■
13
DeWereld.be // Gender
Strijd om gelijke rechten voor vrouwen nog lang niet gestreden Bovendien hebben crises door de zware inflatie van de voedselprijzen in ontwikkelingslanden nog een aantal extra implicaties. onderzoek toont aan dat vrouwen in magere tijden op hun eigen voeding bezuinigen om eerst en vooral de noden van hun echtgenoot en de (mannelijke) kinderen te lenigen. .
Recht op een gezonde samenleving
De opeenvolgende wereldwijde financiële crisissen en de bezuinigingsmaatregelen die getroffen worden om die crises te bestrijden, hebben niet alleen gevolgen voor het recht van mensen op werk, onderwijs, gezondheid en voeding. Ze tre ffen vooral vrouwen, die nog steeds te kampen hebben met ongelijke genderverhoudingen waardoor ze minder gemakkelijk toegang krijgen tot middelen en kansen om uit hun uitzichtloze situatie te ontsnappen. In de lidstaten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) hebben vrouwen tot 15 keer meer kans om terecht te komen in slecht betaalde beroepen. In Azië, waar de vrouw stereotiep beschouwd wordt als gehoorzaam en volgzaam, maakt hun gebrek aan mobilisering en syndicalisme het veel eenvoudiger om hun lonen te verlagen of hen te ontslaan. Daar komt nog bij dat vrouwen door hun verantwoordelijkheden binnen het gezin vaak aan thuiswerk doen, waardoor ze een goedkope en flexibele beroepsbevolking vormen die de patriarchale hiërarchie niet bedreigt. In tijden van crisis zijn meisjes ook de eersten om van school gehaald te worden om hun moeders te helpen.
14
Ongeacht de context worden zorgverlening en sociale reproductie – het grootbrengen van kinderen en de opvoeding – beschouwd en behandeld als exclusief vrouwelijke verantwoordelijkheden. Sociale reproductie is essentieel voor een gezonde samenleving. Toch worden vrouwen op de arbeidsmarkt systematisch bestraft voor het hebben en grootbrengen van kinderen. Nochtans werken vrouwen langer, met minder tijd voor ontspanning en slaap én lopen ze een hoger risico op ondervoeding, ziekten en geweld tijdens economische crises. Alleenstaande moeders zijn bijzonder kwetsbaar omdat ze meestal een lager inkomen hebben en de zorg voor het gezin alleen moeten dragen. Om deze scheve situatie recht te trekken, moeten regelgeving en herstelmaatregelen om de gevolgen van de crisis te bestrijden rekening houden met de rechten en belangen van vrouwen. Ze moeten stimuleringsuitgaven bevatten om banen te creëren en de sociale reproductie te onderhouden, maar zeker ook voorzieningen inhouden voor arme en alleenstaande vrouwen, die bijzonder kwetsbaar zijn. Zulke herstelmaatregelen kunnen gefinancierd worden met belastinggelden en heffingen zoals de belasting op financiële transacties als aanvulling op andere regelgeving in de financiële sector. Voor dergelijke maatregelen kan men zich laten leiden door de CEDAW (Convention on the Elimination of Discrimination against Women) van de VN die het beleid schetst om genderdiscriminatie te elimineren.
Kilian DE JAGER ■
Evenement DeWereld.be // Op de Agenda
24 april: Expeditie Scholenbanden 2014
7 mei: Gender and Human Rights – Cursus
Deze dag is een ideaal ontmoetingsmoment voor wie meer te weten wil komen over Noord-Zuidpartnerschappen tussen scholen. Tijdens deze vorming krijg je als leerkracht beter zicht op wat nu juist een scholenband is. Je krijgt ook concrete tips over hoe je dat kan aanpakken. Waar? Brussel. Georganiseerd door: Kleur Bekennen Brussel en VlaamsBrabant en VVOB Scholenbanden
Deze Engelstalige online cursus geeft een algemene inleiding tot de evolutie van de verschillende concepten van gendergelijkheid en vrouwenrechten in het internationale mensenrechtensysteem. Deelnemers worden aangemoedigd kritisch na te denken over hoe het systeem van mensenrechten omgaat met de realiteit van genderverschillen. Waar? Online. Georganiseerd door: Human Rights Education Associates (HREA)
Voor meer informatie: www.scholenbanden.be/expeditiescholenbanden-2014
Voor meer info: www.psw.ugent.be/crg/events.aspx
Augustus: Animatiecel Oostende op stap voor Iringa Fritz Vandecasteele van de Animatiecel Oostende vertrekt in augustus voor de 21ste keer op sponsortocht. Dit jaar gaat zijn wandeltocht naar de “Chapelle Notre Dame de la Médaille miraculeuse” in de Parijse Rue du Bac vanwaar hij ook weer te voet huiswaarts trekt.
Wil je een of meer kilometers steunen? Dat kan voor vijf euro per kilometer. Overschrijven kan op rekeningnummer BE84 4358 0341 0159, KREDBEBB van VIA Don Bosco, Leopold II-laan 195, 1080 Brussel met de vermelding “Frits 21”
Het sponsorgeld zal gebruikt worden ter ondersteuning van de Don Boscoschool in Iringa (Tanzania) die steun zoekt voor de opvang van kansarme jongeren. Het is de bedoeling de school uit te rusten met allerhande schoolgerief en de jongeren te voorzien van lesgeld, kledij, ...
Om deelgenoot te worden van de belevenissen van Frits Vandecastelle is er “Een rugzak vol verhalen”. Die geanimeerde voordracht kan je boeken per telefoon: 059 / 80 25 17.
Hoofdredacteur: Maud SEGHERS – Eindredacteur: Kilian DE JAGER – Redactieraad: Maud SEGHERS, Katrien DE WILDE, Eric JORIS – Lay-out: Pierre VANDEVIVERE – Druk: GEERS OFFSET, Oostakker Verantwoordlijke uitgever: Albert Van Hecke, Leopold II-laan 195, B-1080 Brussel Is uw adres onjuist of bent u verhuisd? Gelieve dit te melden aan VIA Don Bosco, Adressenadministratie, t.a.v. Jan De Broeck en Peter Goossens, Leopold II-laan 195, B-1080 Brussel. Dat kan ook per telefoon: + 32 (0)2 427 47 20 of per e-mail: viadonbosco@skynet.be. Overeenkomstig de wet van 8 december 1992, die de bescherming van de persoonlijke levenssfeer regelt, werd uw naam opgenomen in ons adressenbestand. We gebruiken deze gegevens alleen voor de verspreiding van informatie inzake onze activiteiten. U heeft onbeperkt toegangs- en correctierecht van de door ons over u bewaarde informatie.
Partners:
Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving
Wil je ons steunen? VIA Don Bosco Reknr.: 435-8034101-59 IBAN: BE84 4358 0341 0159 BIC: KREDBEBB
Sponsors:
15
Wereldburgerschap en sociale mobiliteit
VIA Don Bosco ondersteunt organisaties in Afrika, AziĂŤ en LatijnsAmerika. Deze zetten in op het verbeteren van de beroeps- en sociale vaardigheden van kansarmen, en hun begeleiding naar de arbeidsmarkt. Via ontwikkelingseducatie slaan we een brug tussen BelgiĂŤ en ons netwerk van partners in het Zuiden. Zo dragen we ertoe bij dat jongeren wereldwijd opgroeien tot wereldburgers. www.viadonbosco.org