6 minute read
Van een wonderschone frivoliteit
Sieraden Van Bas Kosters En Zijn Keuze Uit De Coda Collectie
Kunstenaar Bas Kosters beweegt zich sinds 2003 in de wereld van mode, muziek, nachtleven en cultuur. Sinds 2015-2016 is hij ook als autonoom beeldend kunstenaar actief met kunst van textiel, papier, glas en keramiek. Zijn werk prikkelt om na te denken over identiteit: hoe druk je je uit en wat laat je zien van jezelf?
Advertisement
‘ De tentoonstelling Van een wonderschone frivoliteit toont meer dan 40 sieraden en objecten uit de CODA collectie die raken aan activisme, gendervraagstukken en de punkcultuur. Er zijn sieraden te zien van onder meer Alexander Blank, Ted Noten, Helen Britton, Paul Derrez en Onno Boekhoudt. Daarnaast selecteerde Kosters costume jewelry van beroemde modehuizen als Chanel, Schiaparelli en Givenchy. Draagbaarheid, authenticiteit en frivoliteit zijn de voornaamste selectiecriteria geweest. Daarnaast zijn er sieraden te zien die Kosters in de afgelopen jaren zelf maakte. Een aantal buttons van Kosters maakte al deel uit van de CODA collectie.
CODA Museum Apeldoorn vroeg hem om vanuit zijn eigen artistieke credo’s een keuze uit de CODA collectie moderne sieraden te maken. Kosters: ‘CODA wil in de toekomst jaarlijks curatoren van buitenaf naar elementen in de vaste collectie laten kijken om deze zo voor een nieuw publiek te ontsluiten. Het is prachtig om daarin het spits af te bijten. Het museum heeft een uitzonderlijke collectie eigentijdse sieraden die een echte dialoog met mijn eigen werk aangaan.’ modellen geen kleerhangers zijn, maar juist sterke karakters die samen met zijn kledingontwerpen, sieradenontwerpen, de make-up en de art direction van de fotoshoots onderdeel van een grotere boodschap zijn.
Betrokken
Als kunstenaar en ontwerper wordt Kosters gedreven door betrokkenheid en compassie. Hij creëert werelden bewoond door stralende, alarmerende of innemende figuren. Hij benadert moeilijke emoties op een lichtvoetige manier, met soms subtiele, soms wrange humor. Samen met zijn vele inspiratiebronnen leidt dit tot een eigen wereld die schuurt, prikkelt en waarin de veelheid van het leven zichtbaar wordt. In de series die hij in CODA laat zien gebruikt hij zijn herkenbare, toegankelijke eigenschappen van mode op een wijze waardoor zijn boodschap de toeschouwer bereikt. Kosters: ‘Ik wil niets dicteren hoor. Mode en sieraden zijn zowel expressief als persoonlijk. Je kiest ervoor iets wel of niet te dragen. Zo zijn mijn creaties ook mijn eigen ‘flow’. Er is geen plan, geen marketing of ego; het is een creatief proces dat mijn betrokkenheid op de wereld weergeeft. Daar komt van alles in samen: grensverleggende mode, graphics, installatie- en performancekunst, punkachtige publicaties en geëngageerd protest, maar ook commerciële creatieve samenwerkingen. Het is mooi als mijn creaties hun werk van binnen-
Kleurrijk en vervreemdend
Naast zijn keuze uit de vaste collectie springen Kosters eigen creaties in series als Paper Crown of The Rebellious Shadow Jewelry in het oog. Op het eerst gezicht is zijn werk kleurrijk en toegankelijk, maar wie er een seconde langer naar kijkt ziet al snel meerdere betekenislagen. Het is nooit zomaar mooi of bont, maar altijd vervreemdend. Om te beginnen valt op dat Kosters uit doen. Als iets magisch. In CODA is een vrij compleet retrospectief te zien van accessoires en juwelen die ik in het verleden maakte rondom thema’s als engagement, pracht en praal, alsmede allerhande fascinaties van voedsel tot geloof, herdenking of aandacht.’
De CODA collectie
Het is vanuit dezelfde fascinatie dat Kosters een presentatie uit de CODA collectie moderne sieraden samenstelde: ‘Daar is een hele directe band tussen, ook al verschilt dat werk soms sterk van mijn werk. Ik ben om te beginnen nooit iemand geweest die juwelen als zodanig maakte. Juwelen en sieraden zijn bij mij zelden een ding op zich. Er zit altijd een verhaal aan vast. Ik strijd met mijn werk voor veiligheid voor anderszijnden, voor seksuele vrijheid en gendervrijheid. Ik heb in de CODA collectie bijvoorbeeld heel boeiende juwelen van Paul Derrez uitgezocht. Die zijn confronterend en openen heel direct een dialoog over seksuele identiteit en vrijheid. Dat zie je ook in de tentoonstelling.
Sieraden zijn voor mij de ultieme manier om jezelf te versieren en een statement te maken. Er kleven echter veel oordelen, regels, aannames en meningen aan sieraden. Ik vind het fijn als de context van een sieraad door de drager opnieuw wordt gedefinieerd. Met de titel van deze tentoonstelling ageer ik tegen de heersende “doe maar normaal cultuur” en vier ik alternatieve schoonheden en waardes. Dress up please!’
Trek je mooiste octopusjurk aan! Hoewel tijdens ons gesprek het begrip ‘provoceren’ diverse malen valt, beoogt Kosters eigenlijk precies het tegenovergestelde vertelt hij als ik opmerk dat zijn creaties wel prachtig zijn, maar niet altijd even draagbaar. Een kledingstuk als de rode octopusjurk in ‘My paper crown Flower scepter foto’ oogt als theaterkleding. Die uitspraak komt mij direct op een reprimande te staan. Met zoveel woorden en op vriendelijke toon spreekt Kosters het vermoeden uit dat ik mogelijk van de oude garde ben. Want, zegt hij: ‘Laten we wel zijn: het is gewoon een draagbaar kledingstuk. Je kunt het gewoon aantrekken. Je kunt er met je benen instappen, je armen in de mouwen stoppen en het zit als gegoten. Waarom zou je het raar vinden als iemand er op straat in loopt? Wie bepaalt in ‘s hemelsnaam wat normaal is? Ik draai het om: hoe leuk zou het zijn als mensen juist wél gewoon zo’n rode octopusjurk zouden dragen! Als het straatbeeld vol van individuele expressie was! Ik vind het vervelend dat iedereen zo oordeelt over elkaar. Dat neemt ruimte weg voor mensen om zich vrij te kunnen uitdrukken, om zichzelf te kunnen zijn. Dingen zouden best over the top moeten mogen zijn. Mijn werk draagt die boodschap uit. Ik wil de perceptie van wat normaal is diverser en socialer maken.’
Even doorbijten
Naar mensen die in het straatbeeld heel eigenzinnig gekleed rondlopen, wordt inderdaad vaak meewarig gekeken. Men vindt het zielig, aanstellerig en in elk geval onaangepast. Het kan zelfs agressie oproepen. De reactie op expressief geklede mensen enerzijds en het gegeven dat sommige mensen Kosters werk confronterend vinden, bewijst juist de noodzaak van wat zijn werk uitdrukt, zegt de kunstenaar: ‘Die mensen moeten nog van inclusiviteit doordrongen worden. Juist daarom moeten kunstenaars zoals ik nu volhouden. Tegen de mensen die er nog moeite mee hebben zeg ik dan: ‘Even door de zure appel heen bijten’. Hoeveel vreugde zou het brengen bij de dragers en andere mensen als het straatbeeld vol was van individuele, vrije expressie. Bij de opening van de Van een wonderschone frivoliteit tentoonstelling deden veel mensen echt hun best om zich bijzonder aan te kleden. Dat maakte dat ik mij heel blij voelde. Want, ik herhaal het: wat is in ‘s hemelsnaam normaal? Wie bepaalt dat?’
Karakter, waarde Hoewel zijn verhaal, de boodschap, in het gesprek met Kosters weliswaar sterk naar voren komt, is zijn werk tegelijkertijd autonoom. Het kan heel goed zonder allerhande uitleg. Het trekt aan in kleurrijkheid maar is onmiddellijk vervreemdend in details. Om te beginnen kun je niet altijd zeggen of je naar een mannelijk of vrouwelijk model kijkt. De grime is grotesk, maar nooit sentimenteel zoals bij de Pierrot-figuur. Het zijn ook zeker geen clowns. Het gevoel van mooi en lelijk van de beschouwer wordt aldus op de proef gesteld. Je gaat twijfelen aan je eigen perceptie. Zoals in het werk op het tentoonstellingsaffiche, eveneens een model uit de Paper Crown serie, met een kleurrijke patchworkjas en een rode vissenscepter in haar hand. Had er een kind onder gezeten of een typisch fotomodel, dan had het een Jamin-reclame kunnen zijn. Maar het ongedefinieerde, half zombie-achtige uiterlijk en de droeve blik van het model zetten de esthetiek op zijn kop. Kosters: ‘De Paper Crown-serie was een onderzoek naar gevoel van waarde. De hele collectie is gemaakt van gerecyclede vlaggen. Om je een koning te voelen kan een papieren kroon ook werken, dat is het uitgangspunt van die collectie. In de kettingen uit The Rebellious Shadow Jewelry gebruik ik inspiratie uit karakters, poppen en figuren. Het zijn poppenhoofden van leer en kralen met terugkerende elementen uit mijn eigen verhalenboek.
Die zijn hier electroplated, dat is de techniek waarmee je vroeger je kinderschoentje kon laten verzilveren. Dat sluit op een bepaalde manier aan bij een doos Costume Juwelry van Frank Govers die ik in de CODA collectie vond. Dat vind ik dan een mooi stukje geschiedenis. Dat verraste mij. Dat is ook in de CODA collectie een vreemde eend in de bijt. Maar ze zijn ook handgemaakt, met kralen enzo. Maar ook het werk van Ted Noten is herkenbaar in de combinatie van provoceren en inspireren. Er zit veel engagement in mijn werk. Misschien wel omdat ik dat van huis uit mee heb gekregen. Mijn ouders waren gepast tegendraads en ik sta ook echt voor dingen waar ik in geloof. Dat ik dat via mijn werk kan uiten vind ik gewoon heel fijn.’
T/m 12 maart 2023
Van een wonderschone frivoliteit CODA Museum Apeldoorn Vosselmanstraat 299, Apeldoorn coda-apeldoorn.nl/baskosters