Erfgoed brochure - Sint-Michiel- en Sint-Goedelekathedraal

Page 1

Š MusÊes royaux des Beaux-Arts de Belgique, Bruxelles / photo : J. Geleyns / Ro scan

NL

de sint-michiels-

en sint-goedelekathedraal


O

naam van een voorzitter van de Geheime Raad in de 17de eeuw, feitelijk een soort eerste minister. De bouw berust op drie financieringsbronnen. Het kapittel neemt het koor voor zijn rekening. De Kerkfabriek betaalt voor de kruisbeuk en het schip, en het gemeenbestuur voor de torens.

ntstaan

De kathedraal van Brussel is het voornaamste cultusgebouw van Brussel. Inderdaad, in 1962, wordt zij samen met de Sint-Romboutskathedraal in Mechelen de zetel van het aartsbisdom van Mechelen-Brussel, de hoogste instantie van de kerkelijke hiërarchie in België. Van oudsher verwijzen de Brusselaars ernaar als “Sint-Goedele”, die dus, volgens de inwoners, de aartsengel Sint-Michiel heeft verslaan… En dit, zelfs indien het gebouw, na vele naamswijzigingen, sinds 1993 officieel de naam van “Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal” meekrijgt. Maar hoe is dit gebouw werkelijk ontstaan? Naar alle waarschijnlijkheid stond hier al in de 9de eeuw een houten bedehuis toegewijd aan Sint-Michiel, patroonheilige van Brussel, op de toenmalige Molenberg (nu Treurenberg, een rechtstreekse verwijzing naar het gebruik in de 16de eeuw van de voormalige Sint-Goedelepoort — die deel uitmaakte van de eerste stadsomwalling — als erbarmelijke gevangenis). Daarna gaan we over naar de normale gang van zaken voor die tijd: een lekenprins — in het onderhavige geval, Lambrecht II alias Balderik, graaf van Leuven en van Brussel — richt een kapittel van kanunniken op die hij aan het hoofd plaatst van een collegiale, dit alles, te zijner ere en ter verering van Sint-Goedele, een van de heiligen van het Karolingische vorstenhuis. Zo wordt er in de 11de eeuw, meer bepaald in 1047, een gewijde romaanse collegiale kerk opgetrokken: in 1072 wordt het gebouw door brand verwoest en daarna weer opgebouwd. De westgevel, d.i. de kant waar de huidige ingang zich bevindt, wordt een eeuw later afgebroken om een voorgebouw en overgangstravee bij te bouwen. De aanvang van de bouwwerken van het gebouw dat u hier ziet, gaat terug tot de 13de eeuw (overhouden datum: 1226), onder impuls van Hendrik I, hertog van Brabant. De kerk zal pas voltooid zijn in 1475, aan het einde van het Bourgondische tijdperk in onze gewesten. De romaanse kerk heeft drie bouwlagen: het schip op het laagste niveau, het trapdeel dat naar de kruisbeuk leidt, de middentrap en dan uiteindelijk, het koor dat op de crypte wordt gebouwd. Deze crypte is meteen ook het oudste bouwkundige overblijfsel dat u in Brussel kunt bezichtigen, en brengt ons terug tot de 11de eeuw, net als de ruïnes van het voormalig hertogelijk paleis van de Coudenberg. De nieuwe gotische kerk heeft slechts één bouwlaag, opgetrokken op het niveau van de voormalige kruisbeuk, wat dus het neerhalen van het koor en het ophogen van het schip tot gevolg heeft gehad. Let op de lichtere tegelvloer die de structuren van de voormalige romaanse kerk duidelijk aangeeft, en waarmee u zich een beter beeld kunt vormen van hoe het er oorspronkelijk uitzag en hoe omvangrijk de latere verbouwingen zijn geweest. De afgerasterde putten bieden een goed zicht op de muren van de voormalige opgehoogde ruimten op de kelderverdieping, die trouwens deel uitmaken van de archeologische site die u kunt bezoeken. Het gebouw is perfect gelegen en gebouwd in Lediaanse zandsteen, een klakhoudende steen afkomstig uit de steengroeven nabij Brussel. Zijn afmetingen zijn best indrukwekkend: 110m lang, 30m breed (en 50m op het niveau van het koor), 26,5m hoog (de ingangtorens bereiken een hoogte van 69m). In overeenkomst met het traditionele schema van de grote gotische kerken van de 13de eeuw bedraagt het plan een koor (eerste deel dat aan het begin van de 13de eeuw werd gebouwd en bestaat uit het eigenlijke koor en de kooromgang), een schip en een kruisbeuk in de vorm van een Latijns kruis, die allebei dateren uit de 14de en de 15de eeuw. Kleine rechthoekige kapellen grenzen aan de zijkanten van het koor, alsook enkele apsiskapellen achter in de kerk. In de 16de en 17de eeuw vervangen twee grote kapellen de aanvankelijke kleine straalkapellen, aan weerskanten van het koor: de Heilig Sacramentskapel (noordelijke kruisbeuk) en de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Bevrijding (zuidelijke kruisbeuk), elk met aansluitende sacristie. Tegelijkertijd wordt de apsiskapel vernield, ook het kleine Slabbaertkoor genoemd, om plaats te ruimen voor de Maeskapel, naar de

A

Régie des Bâtiments © LMPR@rchitects - Concept G.J. Bral

rchitectuur en interieur

De kathedraal — die in 11 fasen werd gebouw en in de 19de eeuw een ellenlange restauratie (meer dan honderd jaar!) heeft gekend — is een schitterend voorbeeld van Brabantse gotiek, met andere woorden, een plaatselijke vertaling van de gotische stijl in onze contreien. Zo bijvoorbeeld de verhouding tussen hoogte en breedte van het gebouw, veel redelijker dan die van de Franse kathedralen met een uitgesprokenere verticaliteit, of de gekrulde koolbladen van de zuilkapitelen: allemaal elementen die behoren tot de Brabantse gotiek. Over het algemeen, en vergeleken met Frankrijk bijvoorbeeld is de gotiek vrij laat in België verschenen. Andere stijlen zijn echter ook aanwezig, en dat is niet verwonderlijk gelet op de duur van de bouwwerken. Zo zijn de ingangtorens in Brabantse gotiek maar de Heilig Sacramentskapel in flamboyante gotiek. De kapel van OnzeLieve-Vrouw van Bevrijding is voor haar part in late gotiek opgetrokken, d.i. vermengd met enkele recentere bijdragen die deze uit de renaissance daterende gotiek kenmerken — maar het interieur van diezelfde kapel is in barokke stijl gebouwd. Dan zijn er nog een paar neogotische aanbouwen uit de 19de eeuw, in het bijzonder de gevel van de noordelijke kruisbeuk. De aanhoudende werf heeft heel wat architecten-bouwmeesters de revue zien passeren: Jacob van Thienen, Jan van Ruysbroeck, Gilles de Briedere, of Antoine Keldermans, om er maar enkele te noemen. De algehele samenhang van het gebouw heeft alles te maken met het naleven van een artistieke coherentie die van generatie op generatie door het leren van het vak werd overgedragen. De laatste bouwkundige “toevoegsels” dateren van het begin van de 20ste eeuw, met het oprichten van de sacristie en het noordelijke portaal. Het huidige orgel is een recente aanwinst (2000), en het werk van een Duits orgelbouwer. Specifiek gemaakt naar gelang van de zeer bijzondere akoestiek van dit gotisch gebouw hangt het orgel als een zwaluwnest aan de zuilen van het schip, ter hoogte van het triforium. Tot het instrument geraken is niets minder dan een heuse fysieke prestatie (smalle wenteltrap, het dak oversteken, enz.)! De laatste restauratiewerken zijn niet zo lang geleden gebeurd: van start gegaan in 1983 worden ze eind 2000 beëindigd. Tezelfdertijd hebben deze werken belangrijke en merkwaardig bewaarde overblijfselen van de 11de-eeuwse romaanse kerk en van de crypte onder het huidige koor blootgelegd. Er zou nog heel wat te vertellen zijn over het rijke decor van de kerk. Wij beperken ons hier tot enkele stukken. De iconografie van het ingangsportaal houdt verband met de wijzen, de apostels en het leven van de Heilige Maagd. Eenmaal binnen ziet u tegen de zuilen de beelden van de 12 apostels, die uit de 17de eeuw dateren. De binnenmuren waren niet kaal, zoals nu. Vroeger was het interieur helemaal bepleisterd en polychroom beschilderd. De kathedraal is op vlak van oude glasramen een van de rijkste gebouwen in België. Nochtans is wat u er tegenwoordig van kunt zien slechts een deel van een aanvankelijk veel groter geheel. De bewaarde glasramen getuigen van de invloed van hun schenkers; glasramen geschonken door minder prestigieuze figuren zijn door de eeuwen heen verdwenen. De centrale glasramen van de apsis dateren van 1520. Het centrale deel stelt Keizer Maximiliaan voor met zijn echtgenote Maria van Bourgondië, biddend voor Onze-Lieve-Vrouw met kind; links ziet u Filips de Schone met zijn echtgenote Johanna van Castilië (de ouders van Keizer Karel) biddend voor Sint-Michiel; en ten slotte, rechts, Keizer Karel V met zijn broer Ferdinand in gebed voor Sint-Goedele. Het glasraam van de noordelijke kruisbeuk dateert van 1537 en behoort tot de renaissance: het stelt Keizer Karel voor


met zijn echtgenote, Isabella van Portugal, in aanbidding voor het Heilig Sacrament, onder de bescherming van hun schutspatronen, Karel de Grote en de Heilige Elisabeth van Hongarije. Als u zich in de tegenoverliggende zuidelijke kruisbeuk begeeft, ziet u Maria van Hongarije, zuster van Keizer Karel en landvoogdes der Nederlanden, met haar echtgenoot Lodewijk II van Hongarije. In de laatste twee gevallen zijn de schenkers tweemaal groter dan God zelf! Tot slot ziet u boven de ingang een prachtig glasraam van het Laatste Oordeel, in 1528 geschonken door Everhard van der Marck (in het Frans, Erard de la Marck), prins-bisschop van Luik. Aan de noordelijke gevel van de kruisbeuk prijkt een beeld van Sint-Michiel (afgebeeld als een gevleugelde ridder die de draak, symbool van de duivel, ter dood brengt). Aan de zuidelijke gevel ziet u een beeld van Sint-Goedele met lantaarn.

W

egen en omwegen

In de middeleeuwen bevat de kerk een plaats van bewaring, het cachot van het kapittel, bestemd voor de geestelijken die schuldig zijn bevonden aan een buitenissig gedrag (laster, slagen en verwondingen, dronkenschap, onkuisheid). De cel bestaat nog steeds en bevindt zich in de noordelijke arm van de kruisbeuk, boven het baptisterium. Het verhaal gaat dat in 1370, enkele joden in de Sint-Katelijnekapel van Sint-Jans-Molenbeek het offerbrood stelen en profaneren met dolksteken: de hosties zouden dan op miraculeuze wijze zijn beginnen te bloeden, vandaar ook de terechtstelling van de joden op de brandstapel. Vanuit een geschiedkundig standpunt is het verhaal ongegrond: het houdt eerder verband met de algemene haatgevoelens die tijdens de middeleeuwen tegen joden worden gekoesterd. Het vermeende voorval wordt desondanks meerdere malen gerelateerd in verschillende wandtapijten en glasramen in de kathedraal. Het centrale element, d.i. de geprofaneerde hosties, worden het voorwerp van de voornaamste verering in Brussel aan het einde van het ancien rÊgime. Een aan de hoofdingang aangebrachte plaat geeft uitleg over de huidige houding van de Kerk die aan dit verzinsel geen geloof meer hecht. In sommige opzichten heeft de kathedraal veel weg van een groot kerkhof! Invloedrijke persoonlijkheden kiezen er inderdaad voor om in de kerk zelf te worden begraven, terwijl de buitenbegraafplaats — m.a.w. de grond rondom de hele kathedraal — voorbehouden is voor minder gegoede burgers. Deze begrafenissen zorgen ervoor dat de aarde vaak wordt ontspit en aangetast. De prinsen genieten voor hun part van de meest benijdenswaardige situatie: meestal een grafkelder of mausoleum op een prominente plaats, zo bijvoorbeeld de aartshertogen Albrecht en Isabella, landvoogden van de Zuidelijke Nederlanden aan het begin van de 17de eeuw, die onder het altaar van de Heilig Sacramentskapel zijn begraven. Als mekka van de kerkelijke macht zal het gebouw verschillende keren ten prooi vallen aan de razende woede van protestgroeperingen: plundering en diefstal door iconoclasten (die de verering van religieuze afbeeldingen verwerpen) op 6 juni 1579, beroving door de Franse revolutionairen in 1793. Vanaf de 14de eeuw vinden in het gebouw ook grote politieke en godsdienstige gebeurtenissen plaats. Karel V wordt er uitgeroepen tot koning van Spanje in 1516; de aartshertogen Albrecht en Isabella, landvoogden van onze gewesten, doen er hun Blijde Intrede; Napoleon en zijn echtgenote wonen er een Te Deum bij in 1803; de toekomstige koning Leopold III treedt er in het huwelijk met Astrid in 1926. Vandaag nog verwelkomt dit gebedsoord een aantal evenementen van het nationale, sociale, religieuze en culturele leven van de stad en van het land, zoals het merendeel van de grote vieringen van de Koninklijke familie (begrafenissen, huwelijksvieringen, waaronder dat van de huidige koning Filip, enz.).

www.visit.brussels copyright: Archives de la Ville de Bruxelles


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.