NL
de bortiergalerij
voormalige doorgang tot de overdekte magdalenamarkt
H
istorische blik
Ook al lijkt het alsof de brede gevel die u ziet en de galerij die in het verlengde ervan ligt, altijd al samen hebben bestaan, is in werkelijkheid niets minder waar. Het huis dat toegang geeft tot de toekomstige galerij dateert uit de 18de eeuw. Een teken dat geen twijfel lijdt: het is in die tijd bewoond door de familie Beydaels, wapenkoning van het hertogdom Brabant (een belangrijk officier die toen belast was met alle kwesties met betrekking tot wapenschilden, verheffing tot de adelstand, enz.). Vanaf 1799 biedt het huis onderdak aan verschillende bodendiensten (“messageries”) — de voorlopers van onze huidige postdiensten — waaronder “Saint-Simon”, “Grandes Messageries Van Gend”, verre voorlopers van DHL en soortgenoten, of “Messageries Royales”. Vanuit een historisch standpunt was de Magdalenasteenweg een van de meest luxueuze handelsaders van Brussel: als eerste geplaveide straat in de hoofdstad verwierf ze het nodige prestige voornamelijk in de 19de eeuw omdat er toen de mooiste winkels van de Stad met pracht en praal pronkten. Het ontstaan van deze galerij kadert in de bredere context van de heraanleg van de Sint-Janswijk, tengevolge van de sloop in de eerste helft van de 19de eeuw van het Sint-Jansgasthuis, een ruim domein dat in de 12de eeuw door een liefdadig broederschap werd gesticht. Alles begint met het voorstel van Pierre Bortier, “een van de voornaamste landbouwkundigen van België” en invloedrijk eigenaar van het vastgoed (gelegen op de Magdalenasteenweg 55) en van twee andere aangrenzende percelen om daar een grote overdekte marktplaats op te richten. Het ontstaan van deze galerij kadert in de bredere context van de heraanleg van de Sint-Janswijk, tengevolge van de sloop in de eerste helft van de 19de eeuw van het Sint-Jansgasthuis, een ruim domein dat in de 12de eeuw door een liefdadig broederschap werd gesticht. Alles begint met het voorstel van Pierre Bortier, “een van de voornaamste landbouwkundigen van België” en invloedrijk eigenaar van het vastgoed (gelegen op de Magdalenasteenweg 55) en van twee andere aangrenzende percelen om daar een grote overdekte marktplaats op te richten. Tijdens de besprekingen met de Brusselse Gemeenteraad stuitte de bouw van deze overdekte markt op hardnekkige tegenstand van sommige leden van de “centrale raad voor volksgezondheid”: moeilijk bereikbare omgeving, nood aan een deftig ventilatiesysteem en overvloedige watervoorziening, enz. Anderen nog wezen op de baatzuchtige intenties van Bortier. “Het vooropgestelde terrein is te krap voor de oprichting van een marktplaats waar men alle producten zou verkopen die nodig zijn voor de proviandering van een gezin”. En het klopt dat de recente aankoop (1846) door Bortier van vastgoed dat de Stad peperduur zou moeten overnemen, niets minder was dan een bijzonder voordelige zaak voor de eigenaar… Hoe dan ook werd het project uiteindelijk met een meerderheid “van 18 stemmen tegen 8” in februari 1847 goedgekeurd. De gemeentelijke autoriteiten kochten bijgevolg verschillende gebouwen en percelen op, waaronder die van Bortier om er de “overdekte markt, Magdalenamarkt genaamd” op te richten. De bedoeling was om alle kleine omringende markten samen te brengen. Op die manier zou men een zone ontlasten waar het verkeer — toen al! — moeilijk verliep. Voor dit grootscheeps project viel de keuze op architect Jean-Pierre Cluysenaar waaraan we de nabijgelegen Sint-Hubertusgalerijen te danken hebben. De Bortiergalerij was eigenlijk een van de toegangswegen tot de markt en meer bepaald tot de eerste verdieping ervan (de overdekte markt telde inderdaad twee niveaus). De hoofdingang van de markt bevond zich in de Duquesnoystraat en een derde ingang was in de Sint-Jansstraat gelegen.
“De heer Bortier is van plan om een verbindingsweg te voorzien tussen de Magdalenasteenweg en de markt, in het deel van het hof van de “Grandes Messageries” waarvan hij het eigendom behoudt; de grond waarop deze verbindingsweg zal worden aangelegd, blijft in het bezit van de heer Bortier maar wordt ten voordele van de Stad bezwaard door een erfdienstbaarheid op grond waarvan de verbindingsweg vrij toegankelijk is voor het publiek. (…) De heer Bortier is van plan om aan beide kanten van de passage een reeks winkels te voorzien; hij behoudt zich het recht voor om later te beslissen of deze verbindingsweg met glaswerk wordt overkoepeld of in open lucht wordt aangelegd; hij is van plan om de ingangspoort van het hof van de Messageries door traliewerk te vervangen.” Zittingsverslag van de gemeenteraad, 1847. Er wordt verteld dat tijdens de opruimingswerken in juni 1847, enkele werklieden in de oude stal van de Grandes Messageries twee tonnetjes met zilveren en gouden geldstukken vonden. Deze vondst kwam bijzonder goed uit en werd meteen door de Stad aangewend voor de financiering van de werken en het verlichten van de budgetoverschrijdingen. Op 1 november 1848 gaat de Magdalenamarkt open. Deze bedraagt 265 kraamplaatsen verspreid over twee verdiepingen. De plaatsen in het centraal gedeelte van de markt zijn voorbehouden voor plattelandshandelaars en worden dagelijks en op stipte uren verhuurd. “De Magdalenamarkt zal gewijd zijn aan de verkoop van alle soorten eetwaren, met uitzondering van slachtvlees en vis (deze laatste uitzondering heeft geen betrekking op de verkoop van oesters); drankwinkels zijn eveneens verboden. Daarnaast zullen de huurders van de winkels en huizen iedere soort handelspraktijk mogen drijven.”
A
rchitectuur en ornamenten
Het bouwen van overdekte markten sluit aan op een praktijk die zich in de loop van de 19de eeuw overal verspreidt: het doel is in de eerste plaats een betere controle van dit soort activiteiten, op vlak onder meer van hygiëne en bezetting van de openbare wegen. Daarnaast kaderen de overdekte galerijen en gangen in een in die tijd bijzonder gangbare bouwkundige trend die vanuit Parijs is overgevlogen. Deze voorgangers van onze huidige handelscentra stralen de wil uit om voetgangers dezelfde veilige omgeving te bieden als voetpaden (die in Brussel pas in het midden van de 19de eeuw het daglicht zien) en te beschermen tegen weer en wind, en het rumoer van de stad. Brusselaars en bezoekers konden op die manier op hun gemak van de ene winkel naar de andere langs die overdekte gangen slenteren. De handelaars vaarden er alleszins wel bij. De voorgevel van de Magdalenasteenweg, m.a.w. de hoofdingang van de galerij is in late barokstijl en bedraagt een decor van doorhangende guirlandes in het bovenste gedeelte van de gevel alsook een berijdbare ingang. De cartouche met het jaargetal “anno 1763” boven het middenvenster van de eerste verdieping verwijst naar de datum waarop de Brabantse wapenkoning de verbouwingen liet verrichten. Het interieur van de Bortiergalerij is rijkelijk voorzien van marmeren ornamenten (muurplaten) en gietijzerwerk (u kunt onder meer de prachtige zuilen bewonderen): gietijzer is in die tijd nieuw in de architectuur — het gebruik ervan zal pas aan het einde van de 19de eeuw een denderend succes kennen mede dankzij de industriële revolutie. Het wordt bijzonder op prijs gesteld omwille van zijn structurele kwaliteiten en decoratieve eigenschappen: het is het begin van de prefabricage en men kan bepaalde patronen dan vrij gemakkelijk herhalen. Hier krijgt u ook mooie blader- en bloemmotieven (“rankversieringen” genaamd), vruchtenvazen en vogels te zien. In de Duquesnoystraat vertoont de architectuur van de fraaie voorgevel gelijkenissen met de Loggia dei Lanzi in Firenze met een opeenvolging van booggewelfde zuilen. Tenslotte, in de Sint-Jansstraat, is de voorgevel die nu dienst doet als nooduitgang van de Magdalenafeestzaal en overeenstemt met de historische toegangspoort (nummers 21-25) geïnspireerd door de 16de-eeuwse Italiaanse Renaissance. De ornamenten in de oude Magdalenazaal zijn te danken aan de beroemde architect Alphonse Balat die voornamelijk in opdracht van koning Leopold II werkte en beter bekend staat als de auteur van de Koninklijke serres van Laken.
W
egen en omwegen
De Bortiergalerij werd samen met de Magdalenamarkt in september 1848 feestelijk ingehuldigd met een schilderkunsttentoonstelling. De 15 winkeltjes van de galerij — die in het begin de officiële benaming “Magdalenagalerij” droeg voordat zij definitief de naam van haar initiatiefnemer kreeg — waren elk voorzien van woonruimtes. Bortier, die nog steeds eigenaar was van de galerij, huurde sinds 1848 ruimtes aan verschillende handelaars: zo telt de galerij in de jaren 1855 en 1856 5 bewoners (een katoenhandelaar, een laarzenmaker, een fruithandelaar en twee handelaars in tweedehands boeken). Onder deze huurders speelt de familie Moens een belangrijke rol: Jean-Baptiste Moens, beschouwd als een van de voorlopers van de filatelie, verkoopt er vanaf 1852 boeken, muntstukken en postzegels. Doorheen haar geschiedenis werd de Magdalenazaal voor alle soorten evenementen aangewend, bijvoorbeeld concerten, namelijk ter gelegenheid van de 18de verjaardag van België, liefdadigheidsevenementen, tentoonstellingen, enz. Met haar drie gevels is de galerij vandaag de dag het enige wat nog overblijft van het ruime complex ontworpen door Cluysenaar. De prachtige Magdalenamarkt die in 1910 werd omgebouwd met het oog op de wereldtentoonstelling, werd gesloopt en vervangen door de huidige Magdalenazaal (feestzaal van de Stad Brussel), ditmaal met de wereldtentoonstelling van 1958 in het vooruitzicht. De Bortiergalerij wordt gedeeltelijk omgebouwd en ondergaat in 1974 zware vernieuwingswerken: vervanging van het glazen dak (dat in tegenstelling tot het oorspronkelijke onderdeel, uit twee dakhellingen bestaat); afbraak van de arm naar de Sint-Jansstraat die in gewijzigde vorm ter hoogte van de nummers 17 tot 19 is weder opgebouwd achter een nieuwe gevel in neobarokstijl; bouw van een nieuwe uitgang — aangezien de oude zoals gezegd als nooduitgang voor de Magdalenazaal werd gebruikt. De Bortiergalerij staat voornamelijk bekend om haar tweedehands boekenwinkels. Zij biedt thans onderdak aan de B-Gallery, een tentoonstellingsruimte van de Stad Brussel gewijd aan jonge hedendaagse creaties. De Bortiergalerij vormt vandaag een van de ingangspoorten van de zogenaamde UNESCO-zone van het stadscentrum. Zij bevindt zich inderdaad aan de grens van deze zone die ongeveer overeenstemt met de Grote Markt in de brede zin van het woord, d.i. met inbegrip van de omliggende straten. Volgens de UNESCO-erkenning in 1998 is de wijk “een uitstekend voorbeeld van een opmerkelijke eclectische en geslaagde mix van architectuuren kunststijlen die het sociale en culturele karakter van dit belangrijke handels- en politiek centrum illustreert.”
MO RI
NIO MUN D L IA
PA T
copyright: Archives de la Ville de Bruxelles
I
N
R
AG
E
MO
E WORLD H
NDIAL •
•
IT
Organisation des Nations Unies pour l’éducation, la science et la culture
E
•
PATRIM
O
La Grand-Place de Bruxelles inscrite sur la Liste du patrimoine mondial en 1998
www.visit.brussels