Erfgoed brochure - Ateliers des tanneurs

Page 1

NL

handelszaken in de ateliers des tanneurs, een bruisende locatie


O

ntstaan

Het in 2005 gerenoveerde complex overstijgt langzaam maar zeker zijn lokale verankering en geniet in Brussel een bredere erkenning, zowel dankzij de opmerkelijke architectuur als onder impuls van het dynamisme en de activiteiten van openbaar nut die er tegenwoordig plaatsvinden. Het ruim en multifunctioneel complex, ontworpen als plaatselijk economisch centrum dat moest zorgen voor de heropleving van een wat verwaarloosde wijk, herbergt vandaag heel wat panden en uiteenlopende activiteiten die voortdurend evolueren: een veertigtal woningen, een sociaal steunpunt en een jeugdhuis van het OCMW, een kinderdagverblijf, een ruimte voor vergaderingen en lezingen en een bedrijvencentrum. In het bedrijvencentrum vestigden zich een vijftigtal ondernemingen die in uiteenlopende sectoren actief zijn: een restaurant, een markt met uitsluitend biologisch geteelde producten, winkelpanden, dienstverleners inzake communicatie en informatica,... In de gebouwenmozaïek op de locatie ontplooiden vroeger twee handelaars activiteiten: in het Wijnpaleis werd wijn verkocht en er waren de warenhuizen Merchie-Pède: Het Wijnpaleis vond onderdak in het gebouw met de brede en lage gevel, rechts voor wie met het gezicht naar het complex staat. De warenhuizen kregen een veel hogere gevel en liggen op de hoek van de Huidevettersstraat en de Spiegelstraat. In de tweede helft van de 19de eeuw ondervond Brussel (net als de rest van België) de gevolgen van de industriële revolutie. Niettemin vestigden zich zowat overal in Brussel talloze handelszaken en kmo’s. Zij zouden het landschap aanzienlijk veranderen. Als we nog verder in de tijd teruggaan, herinneren we ons dat de wijk oorspronkelijk buiten de stedelijke ruimte lag die werd afgebakend door de in de 13de eeuw aangelegde beschermingsgordel rond de stad. Toen de tweede gordel in de 14de eeuw werd aangelegd, lag de wijk in een zone tussen de eerste en de tweede beschermingsgordel rond de stad. Die tweede stadsmuur kwam er onder druk van de aangroeiende bevolking en de wil om de binnenstad beter te beschermen. Het grondgebied tussen beide gordels fungeerde echter nog lange tijd als weinig bevolkte bufferzone. Voor de inwoners was die vaak tweede keuze, hoewel het economisch en politiek centrum dichtbij lag. Zo had, bijvoorbeeld, de abt van Gembloux in de 17de eeuw een verblijf in Brussel, in de gebouwen van het huidig Stadsarchief. Wijn Aan de oorsprong van de wijnhandel ligt een ontmoeting tussen twee families die in dezelfde sector actief waren: die van Victorien Brias (sinds 1868 eigenaar van een banketbakkerij en wijnhandel aan de Kantersteenstraat) en die van Henri Catteau (die een bakkerij in Schaarbeek had). Henri Catteau huwde de dochter van Victorien Brias en het echtpaar opende aan het begin van de jaren 1880 een wijnhandel aan de Houtmarkt. Tien jaar later werd het bedrijf Brias & Co gesticht, gespecialiseerd in de verkoop van grote Europese wijnen. Vanaf 1892 ontwikkelde het bedrijf stilaan activiteiten op de site in de Huidevettersstraat. Dat jaar kocht Henri Catteau het gebouw van de vroegere industriële bakkerij (waar een liefdadigheidsinstelling goedkoop brood bakte) om er in eerste instantie zijn eigen goederen op te slaan. Na het overlijden van Henri in 1901, nam zijn zoon Ernest de touwtjes in handen, samen met zijn moeder, hoewel die steeds vaker grote sier maakte in de hippe wijk aan de Louisalaan. Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog verloor het pand in de Huidevettersstraat geleidelijk zijn functie als opslagplaats. De meeste bedrijfsactiviteiten werden er gecentraliseerd: verkoop, opslag en administratie, maar ook een distillerie. De firma ging ook haar eigen sterke dranken produceren. In die optiek werd in

1909 het majestueuze hoofdgebouw opgetrokken, op basis van plannen van architect Fernand Symons. De bestaande opslagruimte achteraan bleef bewaard, maar de panden aan de straatkant - een aantal winkeltjes die leder, boter, bier en andere producten verkochten - moesten plaats maken voor een grotere constructie. Het hoofdgebouw was duidelijk bedoeld om de aandacht te trekken. Na de Eerste Wereldoorlog werd het nieuwe gebouw verlengd, ten koste van de panden aan weerszijden, die werden gesloopt. De firma ging zich steeds meer toeleggen op de verkoop van wijnen en sterke dranken. In 1934 profileerde ze zich als ‘Wijnpaleis’: een referentiecentrum voor de verkoop van wijn in België. In de eerste plaats textiel Op huisnummer 39 van de Huidevettersstraat baatte Marie Pède oorspronkelijk een winkeltje met verschillende producten (schoenen, stoffen,...) uit. In 1890 trouwde ze met Yvon Merchie. De handelsactiviteiten werden geleidelijk uitgebreid en richtten zich op detail- en groothandel. Het echtpaar kocht in 1898 het pand op huisnummer 54 in de Huidevettersstraat en richtte er een nieuwe winkel in, ontworpen door architect François Timmermans. De druk versierde gevel fungeerde als uithangbord. Daarvan is vandaag nog slechts een gedeelte terug te vinden. Een tiental jaar later breidde de familie Merchie-Pède de bedrijfsruimte aanzienlijk uit door de panden aan weerszijden van het hoofdgebouw te kopen. Na ingrijpende sloopwerken beschikte de firma zo over een enorm complex op de hoek van de Huidevettersstraat en de Spiegelstraat. In 1921 besloten de stichters de ruimte samen te gaan gebruiken voor de ‘Cité Merchie-Pède’, zoals blijkt uit de inscriptie op een van de uitstalramen. Het ging om een groepering van een aantal bedrijven die in de enorme gebouwen ruimte huurden. Het begon met 4, daarna 7 en nog later 9 firma’s die na de Tweede Wereldoorlog uiteenlopende activiteiten ontwikkelden. De meeste waren actief op het vlak van textiel en kledij. De eigenlijke winkel Merchie-Pède kreeg het na de Tweede Wereldoorlog moeilijk, en de teloorgang was onvermijdelijk. In 1958 sloot de winkel de deuren. De Cité Merchie-Pède bleef nog een tijd bestaan, tot ook de andere winkels verdwenen. De gebouwen, die door het Wijnpaleis een tijd als opslagplaats werden gebruikt, werden in 1996 door het OCMW van Brussel gekocht.

A

rchitectuur en interieur

Het hoofdgebouw van het Wijnpaleis is vrij duidelijk op de Art Nouveau terug te voeren. De gezochte esthetiek is onmiskenbaar. De architect speelde met kleuren (en combineerde gelakte baksteen met marmer, arduin en sgraffiti), werkte overdadig met gietijzer en besteedde bijzondere aandacht aan de natuurlijke lichtinval (dakramen, lichtschachten,...). De aandachtige kijker vindt ongetwijfeld architecturale elementen terug die ondubbelzinnig verwijzen naar de vroegere bestemming van de locatie. De reeds vermelde sgraffiti - met de emblemen van belangrijke Europese wijnstreken Anjou, Reims, Bourgogne, Bordeaux, Porto, Koblenz, Madeira,...) getuigt van een uitgesproken voorkeur voor wijnen die tegenwoordig minder populair zijn. De sierelementen op de deur aan huisnummer 60 grijpen terug naar de wijnranken. In het restaurant staan tegen de muren nog de restanten van de oude wijnvaten. Het warenhuis Merchie-Pède werd in een klassiekere, als eclectisch te omschrijven stijl opgetrokken. Ook daar viel veel daglicht binnen, o.a. via de indrukwekkende koepel boven het theesalon op de hoogste verdieping. Het hele complex werd in 2001 als erfgoed geklasseerd.


W

egen en omwegen

De bazen van de firma Merchie-Pède hielden de teugels strak - zo was het verboden om in groep te lachen en te praten - en voerden een paternalistisch beleid met talloze festiviteiten voor de werknemers, de instelling van een pensioenfonds en zo meer. Merchie-Pède en de buren van Magasins Waucquez - op de huidige site van het Stadsarchief Brussel oefenden als groothandels voor de verkoop van textiel duidelijk gelijkaardige activiteiten uit. De eerste van beiden zou in de loop der jaren het productaanbod behoorlijk diversifiëren en zowat alles gaan verkopen: breigoed, speelgoed, kantoorbenodigdheden, leerwaren, vaatwerk, huishoudtoestellen, ...

Klanten van de warenhuizen Merchie-Pède maakten kennis met een totaal nieuwe aanpak: ze liepen vrij door de winkelgangen, konden de goederen zien en aanraken,... Bovendien was er op de hoogste verdieping een theesalon dat druk door muzikanten werd bezocht en over een schitterende koepel beschikte. Het succes van het Wijnpaleis kwam nooit onder druk te staan. In de loop van de 20ste eeuw kwam het bedrijf in handen van verschillende ondernemers. Op het einde van vorige eeuw werd de zaak zelfs beheerd door een zekere Albert Frère, een zakenman die als een van de rijkste mensen van België wordt beschouwd. Het succes was zo enorm dat het Wijnpaleis de locatie ontgroeide en zich in de jaren ‘90 in de kanaalzone, in meer geschikte bedrijfsruimten vestigde. In de jaren daarna ging het bedrijf uiteindelijk in andere groepen op. In 1994 brak er in het Wijnpaleis brand uit, maar het gebouw leed niet al te veel schade.

www.visit.brussels copyright: Archives de la Ville de Bruxelles


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.