3 minute read

Paddenstoelen in de tuin

Next Article
Onze egel is dood

Onze egel is dood

Een berkenboleet, nabij onze berken natuurlijk — foto's: Marie-Christine Gottigny

Advertisement

In onze tuin hebben we een vrij groot grasperk, geen ‘pelouse’ maar wel gras met veel andere kruiden in – en die mogen er zijn. Zo’n grasperk, we houden eraan, het geeft een gevoel van ruimte, met zicht op het omliggende landschap. Er staan enkele bomen in en aan de rand van het grasperk. En veel bloemen.

Het gras wordt altijd gemaaid met een mulcher, de afgeschoren grassprietjes blijven dus liggen. En ja, daardoor hebben we vooral ’s winters nogal wat mos in het grasperk, maar we vinden dat niet erg: het is ook groen.

Het gras wordt niet bemest en er worden evenmin pesticiden gestrooid. Alleen kalk, dat moet wel wanneer je mulcht.

Sedert een tiental jaar fotografeer ik de verschillende soorten paddenstoelen die in onze tuin voorkomen. En dat zijn er nogal wat! Ik schat dat ik in die tijdsspanne wel 50 soorten gezien heb. Probleem: van een aantal kon ik met een boekje of bij Google de namen vinden, van heel wat andere niet. Maar ze staan op foto …

Begin april van dit jaar kwamen er drie (!) nieuwe soorten bij: de gewone morielje (Morchella esculenta) nabij appelbomen, een bekerzwam en vrijwel zeker is het de vroege bekerzwam (Peziza vesiculosa); en verder, op een twee jaar geleden afgezaagde sparrenstronk, korstvormige halfcirkelvormige, platte, houtige zwammen met concentrische stroken; de naam? (mogelijks geelbruine plaatjeshoutzwam, Gloeophyllum sepiarium, ???)

In de loop der jaren mochten we genieten van een aantal eetbare paddenstoelen uit onze tuin: onder meer, de gewone weidechampignon (Agaricuscampestris), de geschubde inktzwam (Coprinus comatus), oesterzwam op stervende berkenstronken (Pleurotus ostreatus), weidekringzwam (Marasmius oreades), de kastanjeboleet (Boletus badius), de gewone berkenboleet (Leccinum scabrum). Plukken en smullen, maar laat er een paar staan, zo kunnen de sporen verspreiden. Alhoewel, paddenstoelen zijn eigenzinnige wezens, ze komen … of niet en je hebt er niks aan te zeggen.

Maar er zijn en waren nog véél meer paddenstoelen, die we niet opaten, omdat de paddenstoelengids meldt dat ze niet eetbaar zijn, of anders omdat we niet echt wisten welke soort het was. Grote en kleine, witte en gekleurde, platte en bolvormige; je hebt er geen idee van hoeveel vormen en kleuren in de paddenstoelenwereld aanwezig zijn … indien je er niet op let.

Zeker waren er een aantal russula’s bij: witte, gele, blauwige, purpere, … En ridderzwammen. En enkele melkzwammen, onder meer de donzige melkzwam (Lactarius pubescens) en de zwartgroene melkzwam (Lactarius necator); mogelijks ook het schaapje (Lactarius vellerreus). De ‘sprookjes’-vliegenzwam (Amanita muscaria) is er elk jaar. Een mooie, oranje wasplaat (gewoon vuurzwammetje, Hygrocybe miniata ???). Het tere, kleine plooirokje (Parasola plicatilis) is regelmatig te vinden in het gras. Ook bovisten en stuifzwammen, zijn elk jaar present, zoals de afgeplatte stuifzwam (Lycopedon pratense), de gele aardappelbovist (Scleroderma citrinum) en zélfs eens de reuzenbovist (Calvatia gigantea). Verder mogen we regelmatig ‘genieten’ van de grote stinkzwam (Phallus impudicus). De valse cantharel of hanenkam (Hygrophoropsis aurantiaca) onder de berken ziét er wel uit, maar is toch niet eetbaar. Het echt judasoor (Auricularia auricula-judae) ‘jeunt’ zich op onze vlierstruik. En het gewone zwavelkopje (Hypholoma fasciculare) op afgestorven berkenstronk. Platte, donkerbruine zwammen ‘foerageren’ als fluwelen kussentjes op dode pruimelaarstakken, het zou de boomgaardvuurzwam, Phellinus tuberculosus zijn.

Dat zijn dus al 22 soorten paddenstoelen die ik bij naam herken.

Een specialist zou wellicht op basis van mijn foto’s, nog meer specimen een naam kunnen geven. Is er een kandidaat onder de lezers van Meander?

Anders gezegd: ook al wat zwammen betreft, loont het de moeite om je grasperk én de rest van je tuin (moestuin, bloemenborder, inheemse bomen) zo natuurlijk mogelijk te houden. Ze zijn mooi én boeiend, de zwammen. Het ganse jaar door verrassen ze.

Zwammen: bij de meeste natuurliefhebbers niet zo bekend? Maar waardevol in een natuurlijke tuin.

Verdient navolging?

Marie-Christine Vanmaercke-Gottigny, met dank aan Eddy Saveyn

Een bundelzwam aan de voet van de afgezaagde berk: een Pholiota? Glimmerinktzwam (Coprinellus micaceus s.l.)

This article is from: