Uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/210
Vlaamse overheid Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Afdeling openbaarheid van bestuur Havenlaan 88, bus 20 1000 BRUSSEL T : 02 553 57 25 Mail: openbaarheid@vlaanderen.be Dossiernummer: OVB/2022/210
DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Bevoegdheid beroepsinstantie Bestuursdecreet van 7 december 2018, titel II, hoofdstuk 3, afdeling 6. Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie. Voorafgaande procedure Op 8 juni 2022 diende xxx (hierna: verzoeker), een verzoek in bij het Agentschap Wegen en Verkeer (hierna: AWV) om inzage in of een afschrift van een deel van het as-built-plan van de ondertunneling van de gewestweg R11 naast de luchthaven van Deurne, te krijgen. Op 30 juni 2022 diende verzoeker beroep in tegen het uitblijven van een inhoudelijk antwoord op zijn verzoek. Op 30 juni 2022 werd dit beroepschrift geregistreerd door de beroepsinstantie. Op 29 juli 2022 werd, in toepassing van artikel II.50, §1, tweede lid van het Bestuursdecreet, de beslissingstermijn door de beroepsinstantie verlengd van dertig kalenderdagen tot een termijn van vijfenveertig kalenderdagen. Ontvankelijkheid van het beroep Op 8 juni 2022 werd het oorspronkelijk verzoekschrift ingediend. Op 30 juni 2022 diende verzoeker beroep in bij de beroepsinstantie openbaarheid van bestuur, tegen het uitblijven van een inhoudelijk antwoord AWV.
www.vlaanderen.be
Aangezien AWV niet tijdig gereageerd heeft op het oorspronkelijke openbaarheidsverzoek, heeft de termijn om beroep in te dienen conform artikel II.48 van het Bestuursdecreet geen aanvang genomen. Het beroepschrift van verzoeker d.d. 30 juni 2022 is bijgevolg tijdig ingediend en wordt als ontvankelijk beschouwd. Gegrondheid van het beroep Overeenkomstig artikel II.31, eerste lid Bestuursdecreet heeft het recht op passieve openbaarheid betrekking op bestuursdocumenten. Op grond van deze bepaling is elke instantie in principe verplicht aan eenieder die erom verzoekt inzage te geven in, uitleg te verschaffen over of een afschrift te bezorgen van de gewenste bestuursdocumenten. De openbaarmaking kan slechts geweigerd worden mits toepassing wordt gemaakt van één of meerdere uitzonderingen, zoals gestipuleerd in de artikelen II.33 tot en met II.39 van voormeld decreet.
1.
Inhoud van het beroepschrift
Met het beroepschrift van 30 juni 2022 wenst verzoeker alsnog de openbaarmaking van een deel van het as-built-plan van de ondertunneling van de gewestweg R11 naast de luchthaven van Deurne.
2. Vraag tot toelichting aan het departement MOW Na hierover bevraagd te zijn door de beroepsinstantie op 1 juli 2022, heeft AWV op 28 juli 2022 geantwoord zich te beroepen op artikel II.35, 6° van het Bestuursdecreet, met name de openbare orde en veiligheid en dit om onderstaande redenen:
“Tunnels zijn cruciale schakel in het wegennet doordat zij meestal de enige verbinding vormen om van punt A naar punt B te geraken. Het risico op onbeschikbaarheid van een tunnel om welke reden dan ook is om velerlei redenen absoluut onaanvaardbaar (economisch, veiligheid, …). Wij zijn van oordeel dat het openbaar maken van plannen van een tunnel een ernstig gevaar voor de openbare orde en veiligheid kan vormen, aangezien alle details van deze tunnel op dit plan te zien zijn: de exacte ligging van technische ruimtes en installaties, de locatie en lengte van ventilatieschachten en vluchtroutes, de aanwezigheid van brandvoorzieningen, nooduitgangen, enz. Een dergelijk plan openbaar maken geeft een persoon met niet zo nobele bedoelingen de mogelijkheid om o.a. de weggebruikers en de hulpdiensten in gevaar te brengen. Het Vlaamse Gewest dient de veiligheid van en in deze tunnel ten allen tijde te garanderen, hetgeen niet langer mogelijk is bij de openbaarmaking van dergelijke plannen. Bovendien zorgt de ligging van de Krijgsbaantunnel ervoor dat een incident in de tunnel ook gevolgen zou kunnen hebben voor de (gebruikers van de) naastgelegen luchthaven, hetgeen het risico op inbreuken op de openbare orde en veiligheid enkel vergroot in geval van openbaarmaking. Daarenboven biedt de mogelijkheid om een verbod op hergebruik op de leggen aan de beroeper niet de nodige garanties dat deze documenten ook niet daadwerkelijk in verkeerde handen zouden kunnen komen. Tot slot wensen wij aan te stippen dat de stelling dat de openbaarmaking van dergelijke informatie direct gelinkt aan een wegtunnel (plannen, veiligheidsdocumenten, …) een reëel gevaar kan opleveren voor de openbare orde en veiligheid, ook een door uw instantie gedragen mening is.
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/210
pagina 2 van 6
Zo oordeelde de beroepsinstantie in dossier OVB/2015/194 aangaande vraag tot openbaarmaking van de veiligheidsdoorlichtingen van verscheidene tunnels: “De bekommernis dat vrijgave van deze geschrapte informatie een reële bedreiging van de veiligheid met zich zou meebrengen – aangezien elk van deze elementen potentieel zou kunnen misbruikt worden – is ontegensprekelijk een reële bekommernis; dat het dan ook te begrijpen is dat AWV omzichtig wil omspringen met gegevens waarvan de openbaarheid mogelijks een negatieve impact kan hebben op de veiligheid van en voor de aanwezige weggebruikers; (…) dat de beroepsinstantie geen enkel hoger belang ziet ten dienste waarvan de openbaarmaking zou moeten worden bevolen van deze geschrapte passages”. Wij menen dan ook dat het belang van openbaarmaking niet opweegt tegen het belang van de bescherming van de openbare orde en veiligheid, en dat de aanvraag bijgevolg dient afgewezen te worden.” 3. Standpunt van de beroepsinstantie AWV weigert de openbaarmaking op grond van artikel II.35, 6° van het Bestuursdecreet. Voormelde decreetbepaling stelt dat een aanvraag tot openbaarmaking wordt afgewezen indien men van oordeel is dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen het belang van de openbare orde en veiligheid. De beroepsinstantie wijst erop dat telkens en in concreto geoordeeld moet worden of deze weigeringsgrond al dan niet van toepassing is. De beroepsinstantie is naar aanleiding van dit dossier niet in het bezit gesteld van het as-built-plan, maar bij de afhandeling van het beroepsdossier OVB/2020/328 werd het as-built-plan van de ondertunneling van de gewestweg R11 naast de luchthaven van Deurne wel bezorgd aan de beroepsinstantie, zodat zij wel degelijk kennis heeft kunnen nemen van de opgevraagde plannen. De beroepsinstantie moet vaststellen dat het opgevraagde plan alle details bevat van de tunnel, zoals de exacte ligging van technische ruimtes en installaties, de locatie en lengte van ventilatieschachten, vluchtroutes, de aanwezigheid van brandvoorzieningen, nooduitgangen, enz. Elk van deze elementen uit het as-built-plan kan potentieel misbruikt worden als deze informatie in verkeerde handen zou terecht komen en de openbaarmaking ervan maakt ontegensprekelijk een terechte bekommernis uit van AWV. De beroepsinstantie sluit zich daarom aan bij het standpunt van het agentschap AWV, dat er omzichtig moet worden omgesprongen met gegevens waarvan de openbaarheid mogelijks een negatieve impact kan hebben op de veiligheid rond de luchthaven. De beroepsinstantie meent dan ook dat de uitzonderingsgrond van de openbare orde en veiligheid terecht werd ingeroepen vanuit de bekommernis dat de vrijgave van een dergelijk gedetailleerd plan over de ondertunneling van een gewestweg ter hoogte van een luchthaven een reële bedreiging van de veiligheid met zich zou meebrengen. De ontvangen deelplannen hebben immers op een zeer gedetailleerde wijze betrekking op de ondertunneling van de gewestweg R11 ter hoogte van de luchthaven te Deurne. De plannen, vaak met de vermelding van x en y-coördinaten (andere plannen bevatten deze coördinaten niet; dit geldt bijvoorbeeld voor de plannen met bepaalde typesnedes) bevatten op een zeer gedetailleerd niveau allerlei gegevens waaronder bijvoorbeeld ook de inplanting van technische gebouwen, hydraulica, gasleidingen en hoogspanningskabels. Elk van deze elementen uit de aan de beroepsinstantie overgemaakte deelplannen kan potentieel misbruikt worden als deze terecht komen in de verkeerde handen en de openbaarmaking ervan maakt ontegensprekelijk een terechte bekommernis uit van AWV. Een eventuele gedeeltelijke openbaarmaking van het opgevraagde document is in casu onmogelijk. Vanuit het agentschap AWV wordt er immers op gewezen dat het hier niet gaat om een document waarin bepaalde passages of zinsneden eenvoudigweg onleesbaar kunnen worden gemaakt voor de aanvrager. Het gaat
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/210
pagina 3 van 6
bovendien niet zozeer om één as built-plan, maar wel om een as built-dossier met een veelheid aan gelaagde detailplannen die de gebouwde toestand weergeven. Elk van deze plannen zou daadwerkelijk moeten worden gemanipuleerd door een derde met de nodige kennis, om de gevoelige informatie onleesbaar te maken. Dit zou niet alleen erg veel tijd maar ook bijkomende middelen vergen, maar de facto ook de productie van een “nieuw” bestuursdocument uitmaken, wat geen verplichting uitmaakt bij een openbaarheidsverzoek. Uitdrukkelijke navraag vanuit de beroepsinstantie bij het Agentschap AWV naar een eventuele gedeeltelijke openbaarmaking van een as-built plan, heeft uitgewezen dat dit praktisch onmogelijk is omdat de informatie die gevraagd wordt door verzoeker an sich heel gevoelige informatie uitmaakt. Verzoeker vraagt om een as-builtplan over te maken met XYZ coördinaten van de tunnel waar ook de bovengrond op ingetekend staat, namelijk de landingsbaan van de luchthaven van Deurne. De XYZ coördinaten op deze plannen zijn op zich al gevoelige informatie. Verzoeker had een schets bij zijn vraag gevoegd waarin hij verduidelijkt van welke zone hij het as-built plan wil. Daaruit blijkt dat verzoeker een as-built plan wenst (met vermelding van de lambertcoördinaten) van de tunnel waarop tevens de landingsbaan ingetekend staat. Met het oog op de openbare orde en veiligheid alsook in het kader van de bescherming van de veiligheid van de bevolking, kan ook deze ‘beperkte’ zone van de as-built plannen van de tunnel niet openbaar gemaakt worden. Daaruit is dus gebleken dat ook een gedeeltelijke openbaarmaking van het gevraagde as-built plan in casu onmogelijk is. Verwijzende naar het feit dat het hier gaat om een relatieve uitzonderingsgrond, ziet de beroepsinstantie niet in welk algemeen openbaar belang verzoeker heeft om te kunnen beschikken over dit as-built-plan, gezien verzoeker in zijn verzoekschrift hier niet op in gaat. De beroepsinstantie is van mening dat er in casu geen openbaar belang, zoals geduid in de parlementaire voorbereiding, gemoeid is met de openbaarmaking van het opgevraagde document (plan van de ondertunneling). De memorie van toelichting stelt immers m.b.t. de belangenafweging het volgende: “De uitzonderingen worden alleen ingeroepen als het belang van de openbaarheid niet primeert. Daarmee wordt bedoeld: een met de openbaarmaking gediend openbaar belang. Deze bepaling betekent dus niet dat de private belangen van de aanvrager moeten afgewogen worden tegenover de belangen die met de uitzonderingen beschermd worden. Het gaat om het belang van de gemeenschap: de openbare orde, de veiligheid van de bevolking, grote maatschappelijke issues, globale bescherming van het leefmilieu enzovoort..” (Parl.St. Vl.Parl. 2017-18, 1656/1, 56). In voorliggend geval primeert juist de bescherming van de openbare veiligheid om het gevraagde document niet openbaar te maken. De afweging van het ingeroepen veiligheidsbelang (uitzonderingsgrond van artikel II.35, 6° van het Bestuursdecreet) tegenover het belang gediend met de openbaarmaking leidt bijgevolg niet tot een ander oordeel. De beroepsinstantie ziet op basis van deze overwegingen geen hoger belang ten dienste waarvan de openbaarmaking zou moeten worden bevolen van dit plan. In bijkomende orde verwijst de beroepsinstantie nog naar de toepassing van artikel II.35, 4° van het Bestuursdecreet. Voormelde decreetbepaling voorziet dat een aanvraag tot openbaarmaking moet worden afgewezen als het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van de rechtspleging in een burgerlijk of administratief rechtsgeding en de mogelijkheid een eerlijk proces te verkrijgen. Deze uitzonderingsgrond beoogt het eerlijk verloop van de rechtspleging te vrijwaren. Een essentieel onderdeel van het recht op een eerlijk proces is het beginsel van de “gelijkheid der wapens in een proces”. Dit beginsel van de wapengelijkheid houdt in dat elke partij het recht heeft haar argumenten te doen gelden in omstandigheden die haar niet benadelen ten opzichte van de tegenpartij. De bestaansreden van voormelde uitzonderingsgrond ligt vooral bij het verhinderen dat de openbaarheid van bestuur waaraan één partij onderworpen is, afbreuk zou doen aan de wapengelijkheid. Zonder deze uitzonderingsgrond zou
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/210
pagina 4 van 6
één partij op grond van de openbaarheid van bestuur kunnen worden verplicht stukken in het gerechtelijk debat te brengen die tegen haar (of een andere aan openbaarheid onderworpen bestuursinstantie) zouden kunnen pleiten, daar waar de andere partij enkel die elementen die haar eis ondersteunen, kenbaar mag maken om het oordeel van de rechter te beïnvloeden. Deze uitzonderingsgrond is een correctief op de openbaarheid om te beletten dat een instantie zou worden verplicht in een rechtsgeding de tegenpartij informatie ter beschikking te stellen die vervolgens tegen haar (of een andere aan openbaarheid onderworpen bestuursinstantie) wordt uitgespeeld. Uit de informatie die de beroepsinstantie verkreeg, is gebleken dat er tot op heden nog steeds een beroep hangende is voor het Hof van Beroep te Antwerpen waarin onder meer de xxx een rechtstreekse dagvaarding voor de correctionele rechtbank geïnitieerd heeft omwille van vermeende bouwmisdrijven bij de intunneling van de Krijgsbaan ter hoogte van de luchthaven van Deurne. (zie ook https://www.gazetvandeurne.be/2020/11/09/actiegroepen-verliezen-rechtszaak-over-uitbreidingluchthaven/) De bedoelde uitzonderingsgrond mag evenwel niet op een abstracte manier worden ingeroepen zodat concreet moet worden aangetoond dat het gevraagde bestuursdocument verband houdt met een bestaand rechtsgeding en tegen een bestuursinstantie kan worden aangewend. Hoewel verzoeker geen rechtstreekse partij is in het voormelde rechtsgeding, doet het voorwerp van het openbaarheidsverzoek wel vermoeden dat het in het kader van dit geding is dat deze informatie opgevraagd wordt. Het voorwerp van dit verzoek staat direct in verband met het voorwerp van de hangende gerechtelijke procedure, met name de vermeende verlenging van de startbaan en de ophoging van de RESA. De beroepsinstantie wijst er trouwens op dat het overigens geen vereiste is dat huidig verzoeker ook feitelijk partij is in het hangend rechtsgeding. Het doel van de uitzonderingsgrond is de wapengelijkheid in een hangende procedure te waarborgen met het oog op een eerlijk proces. Een openbaarmaking van de opgevraagde informatie zou dus niet alleen de bescherming van de openbare orde en veiligheid in het gedrang brengen, zoals hiervoor al werd uiteengezet, maar zou ook de wapengelijkheid in een hangende gerechtelijke procedure in het gedrang brengen. De uitzonderingsgrond van artikel II. 35 4° Bestuursdecreet is een relatieve uitzonderingsgrond. Er moet bijgevolg worden nagegaan of het belang van de openbaarheid niet groter is dan het te beschermen belang van het Agentschap AWV dat door de openbaarmaking zou geschaad worden. Het belang van de openbaarheid van de gevraagde documenten voor verzoeker is volgens het oordeel van de beroepsinstantie dan ook niet dermate groot dat het boven het belang van het Agentschap AWV op wapengelijkheid in een hangende gerechtelijke procedure gaat. De belangenafweging die door het Bestuursdecreet vereist wordt, leidt hier daarom tot een oordeel in het voordeel van het Agentschap AWV. Om voormelde redenen wordt het beroep als ongegrond beschouwd. Na beraadslaging,
BESLUIT: Het beroepschrift d.d. 30 juni 2022 van xxx gericht tegen het uitblijven van een inhoudelijk antwoord van AWV op zijn verzoekschrift van 8 juni 2022 is ontvankelijk doch ongegrond. Brussel, 12 augustus 2022
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/210
pagina 5 van 6
Voor de beroepsinstantie, afdeling openbaarheid van bestuur, Bruno ASSCHERICKX Voorzitter
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/210
pagina 6 van 6