Uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/242
Vlaamse overheid Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Afdeling openbaarheid van bestuur Havenlaan 88, bus 20 1000 BRUSSEL T : 02 553 57 25 Mail: openbaarheid@vlaanderen.be Dossiernummer: OVB/2022/242
DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur
Bevoegdheid beroepsinstantie Bestuursdecreet van 7 december 2018, titel II, hoofdstuk 3, afdeling 6. Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie. Voorafgaande procedure Op 28 juni 2022 diende xxx (hierna: verzoeker) een verzoek in bij de stad Mortsel om een afschrift te krijgen van een aantal documenten die verband houden met de door de deputatie van de provincie Antwerpen op 3 februari 2022 geweigerde omgevingsvergunning xxx. Op 15 juli 2022 ontving verzoeker een beslissing van de stad Mortsel. Op 13 augustus 2022 werd tegen vermelde beslissing beroep ingesteld door verzoeker. Dit beroep werd op 16 augustus 2022 geregistreerd door de beroepsinstantie en op 15 september 2022 werd de beslissingstermijn van de beroepsinstantie, in toepassing van artikel II.50, §1, tweede lid van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, verlengd van dertig kalenderdagen naar vijfenveertig kalenderdagen. Ontvankelijkheid van het beroep Het oorspronkelijke verzoek dateert van 28 juni 2022 en omvat twee vragen die betrekking hebben op gegevens uit het kadastrale register. Artikel 504, tweede lid van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen bepaalt dat enkel de Administratie van het Kadaster ertoe gemachtigd is uittreksels of afschriften van de kadastrale bescheiden te vervaardigen en uit te reiken.
www.vlaanderen.be
Artikel 504, derde lid van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen verbiedt bovendien het verstrekken van kadastrale uittreksels of afschriften zonder de uitdrukkelijke toestemming van het kadaster. Uit het voorgaande blijkt dat de beroepsinstantie aldus de bevoegdheid mist om zich uit te spreken over aanvragen tot openbaarmaking van federale kadastrale informatie. In zoverre het beroepschrift zou betrekking hebben op de opgevraagde kadastrale gegevens wordt dit bijgevolg wat dat onderdeel betreft als onontvankelijk beschouwd. De bestreden beslissing van de stad Mortsel dateert van 15 juli 2022. Deze beslissing maakt melding van de beroepsmogelijkheden en -modaliteiten, zoals voorgeschreven in artikel II.43, §1, derde lid van het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (verder ‘Bestuursdecreet’). Op 13 augustus 2022 diende verzoeker beroep in tegen voormelde weigeringsbeslissing. Het ingediende beroep is met betrekking tot de overige gevraagde documenten bijgevolg tijdig ingediend en is ontvankelijk. Gegrondheid van het beroep Overeenkomstig artikel II.31, eerste lid Bestuursdecreet heeft het recht op passieve openbaarheid betrekking op bestuursdocumenten. Op grond van deze bepaling is elke instantie in principe verplicht aan eenieder die erom verzoekt inzage te geven in, uitleg te verschaffen over of een afschrift te bezorgen van de gewenste bestuursdocumenten. De openbaarmaking kan slechts geweigerd worden mits toepassing wordt gemaakt van één of meerdere uitzonderingen, zoals gestipuleerd in de artikelen II.33 tot en met II.39 van voormeld decreet.
1.
Oorspronkelijk verzoek
Middels een verzoekschrift van 28 juni 2022 wenste verzoeker een afschrift te verkrijgen van een aantal documenten die verband houden met het vergunningsdossier xxx. Meer bepaald vroeg verzoeker, als mede-eigenaar van de aanpalende woning, xxx aan de stad Mortsel, in het kader van de openbaarheid van bestuur, een afschrift van de volgende documenten: 1. 2. 3. 4.
2.
kopie van de kadastrale legger toestand 2019 waarover xxx spreekt in haar mail en op basis waarvan zij mensen heeft aangeschreven in het kader van dit dossier. overzicht van de aangeschreven personen in het kader van dit dossier bewijs van het aangetekend schrijven en indien dit aangetekend schrijven met ontvangstbevestiging is, kopie van deze ontvangstbevestiging bewijs wanneer de kadastrale legger waarvan hierboven sprake is, opgevraagd werd.
Beslissing van de stad Mortsel
In haar beslissing van 15 juli 2022 wijst de stad Mortsel enerzijds op de federale bevoegdheid van het ministerie van financiën om informatie uit het kadaster te verstrekken en anderzijds op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer inzake het gevraagde overzicht en bewijs van aangeschreven personen. Het kadaster is immers een register van het ministerie van financiën. Als openbaar bestuur heeft de stad enkel toegang tot dit register voor het uitoefenen van haar taken zonder dat er een bestuursdocument
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur van 4
2022-242uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/242
pagina 2
wordt gecreëerd bij het consulteren van deze informatie. Bovendien hebben de lokale besturen geen bevoegdheid om informatie uit het kadaster te verspreiden.
3.
beroepschrift van verzoeker
Verzoeker wenst beroep in te stellen tegen het onvolledige antwoord van de stad Mortsel en daarbij haalt hij in zijn beroepschrift de reactie van de stad Mortsel aan, weliswaar enkel met betrekking tot het ontbrekende bewijs van het aangetekend schrijven aan zijn adres. Hij argumenteert zijn beroep als volgt: “Stad Mortsel zou in het kader van de bouwaanvraag van xxx alle betrokken personen (buren) op de
geëigende wijze aangeschreven hebben. Ikzelf ben mede-eigenaar van de woning gelegen xxx en dit sinds 20/10/2019. Ik ben met andere woorden één van de erfgenamen waarvan sprake in de mail hieronder van Stad Mortsel. En dus één van de erfgenamen die volgens Stad Mortsel aangeschreven werd.
Aangezien Stad Mortsel een openbaar bestuur is, ga ik ervan uit dat zij beschikken over een register van uitgaande brieven. Met deze kan me een kopie van de aangetekende brief die aan mij gestuurd zou zijn geweest, zonder problemen bezorgd worden. Indien niet, vermoed ik dat er ter staving steeds een kopie van de verstuurde brieven bijgehouden wordt in het dossier. De standaardbrief - zie bijlage aan deze mail - die ik naar aanleiding van mijn vraag via mail ontving, voldoet niet aan de door mij gestelde vraag. Deze brief diende bovendien aangetekend verstuurd te worden. Ofwel is dit een gewone aangetekende zending, ofwel is dit een aangetekende zending met ontvangstbevestiging. Van beide bestaat een bewijs dat door De Post afgestempeld wordt en door Stad Mortsel in het dossier (of elders) bijgehouden moet worden. Ik vraag dan ook kopie van dit bewijs van aangetekende zending zodat ik bij De Post kan opvragen wanneer deze brief naar mij verstuurd werd en wat daarmee gebeurd is. Dit gegeven kan wat mij betreft zonder problemen openbaar gemaakt worden daar dit totaal geen afbreuk doet aan mijn persoonlijke levenssfeer. Samengevat vraag ik een kopie van de brief, die aangetekend aan mij gericht werd, uit het register van uitgaande brieven van Stad Mortsel - brief met datum en vermelding van mijn naam + adres - en dit in verband met de melding van de bouwaanvraag van xxx. Bijkomend vraag ik een kopie van het bewijs van aangetekende zending (met of zonder ontvangstbevestiging) dat aan mij gericht was. Het betreft hier het door De Post afgestempelde afgiftebewijs.” Hieruit leidt de beroepsinstantie af dat het beroep zich beperkt tot punt 3 van de in het oorspronkelijk verzoek opgevraagde documenten.
4.
Standpunt van de stad Mortsel
Om met kennis van zaken over het beroep te kunnen oordelen, heeft de beroepsinstantie contact opgenomen met de stad Mortsel, om de gevraagde documenten te krijgen en de stad Mortsel in de gelegenheid te stellen om wat meer duiding te verstrekken betreffende dit dossier. In haar telefonisch antwoord van 19 september 2022 laat de stad Mortsel weten dat alle uitgaande briefwisseling in het kader van een omgevingsvergunning rechtstreeks vanuit de vergunningssoftware vertrekt en niet nog eens dubbel wordt opgenomen in het postregistratiesysteem dat alle andere briefwisseling bijhoudt.
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur van 4
2022-242uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/242
pagina 3
In de vergunningensoftware staat geregistreerd dat de bewoners van de aanpalende woningen op de adressen xxx zijn aangeschreven. Hieruit blijkt dat de stad Mortsel nog geen kennis had van het overlijden van xxx en evenmin van de daaruit volgende mede-eigendom van diens kinderen, die dan ook niet werden aangeschreven in het kader van de vergunningsaanvraag betreffende xxx. Aangezien er geen schrijven gericht is aan beroeper in het kader van de bevraagde bouwaanvraag kan de stad er geen afschrift van bezorgen en evenmin het bewijs leveren van de aangetekende zending ervan.
5.
Beoordeling door de beroepsinstantie
Uit voormelde toelichting van de stad Mortsel kan de beroepsinstantie niet anders dan afleiden dat het beroep betrekking heeft op onbestaande bestuursdocumenten. Nu een openbaarheidsverzoek enkel maar betrekking kan hebben op informatie die in het bezit is van een overheidsinstantie, zoals omschreven in artikel I.4, 3° van het Bestuursdecreet, dient het beroep voor wat betreft de onder punt 3 gevraagde documenten als ongegrond te worden beschouwd. Na beraadslaging,
BESLUIT: Het beroepschrift d.d. 13 augustus 2022 van xxx tegen de beslissing d.d. 15 juli 2022 van de stad Mortsel is deels onontvankelijk en deels ontvankelijk doch ongegrond. Brussel, 20 september 2022 Voor de beroepsinstantie, afdeling openbaarheid van bestuur, Voor de voorzitter, afwezig An Van Acker, lid van de beroepsinstantie
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur van 4
2022-242uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/242
pagina 4