Uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/232
Vlaamse overheid Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Afdeling openbaarheid van bestuur Havenlaan 88, bus 20 1000 BRUSSEL T : 02 553 57 25 Mail: openbaarheid@vlaanderen.be Dossiernummer: OVB/2022/232
DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Bevoegdheid beroepsinstantie Bestuursdecreet van 7 december 2018, titel II, hoofdstuk 3, afdeling 6. Besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie. Voorafgaande procedure Op 3 augustus 2022 diende xxx een verzoek in bij Fost Plus VZW, met de vraag om hem een kopie over te maken van agenda’s en notulen van enerzijds de raad van bestuur van Fost Plus en anderzijds agenda’s van het leidinggevende orgaan (directiecomité, managementcomité, …), van 2020 tot heden. Op 5 augustus 2022 weigerde Fost Plus een afschrift van de gevraagde documenten. Op 5 augustus 2022 diende xxx beroep in bij de beroepsinstantie tegen deze weigeringsbeslissing d.d. 5 augustus 2022. Dit beroep werd geregistreerd op 8 augustus 2022. Ontvankelijkheid van het beroep In artikel II.28 van het Bestuursdecreet wordt het toepassingsgebied van het hoofdstuk “Toegang tot bestuursdocumenten” als volgt gedefinieerd: “§ 1. Dit hoofdstuk is van toepassing op de volgende overheidsinstanties: 1° de Vlaamse overheid; 2° de lokale overheden; 3° de instellingen met een publieke taak, wat hun publieke taak betreft; 4° de milieu-instanties wat hun milieuverantwoordelijkheden, -functies of -diensten betreft.
www.vlaanderen.be
(…) Fost Plus organiseert en financiert de selectieve inzameling, sortering en recyclage van huishoudelijk verpakkingsafval in België. Zij opereert op het volledig Belgisch grondgebied. Krachtens de statuten van Fost Plus, gecoördineerd op 25 juni 2018, is Fost Plus opgericht als een vereniging zonder winstgevend doel en heeft het als uitsluitend statutair doel het voor rekening van de leden ten laste nemen van de terugnameplicht krachtens artikel 6 van het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008 1, afgesloten tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval. De leden van Fost Plus zijn Belgische bedrijven die verpakte producten op de markt brengen. De Interregionale Verpakkingscommissie (IVC) heeft op 20 december 2018 aan Fost Plus een nieuwe erkenning verleend als organisme voor het beheer van verpakkingsafval van huishoudelijke oorsprong. Deze erkenning is geldig voor de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 december 2023 2. Fost Plus moet op grond van deze erkenning onder meer een basisprogramma ter goedkeuring voorleggen aan de IVC en zij rapporteert ook aan de IVC. Volgens art. 16 van het vermelde samenwerkingsakkoord kan de regering van elk gewest bij het erkend organisme voor verpakkingsafval van huishoudelijke oorsprong (Fost Plus dus) een gevolmachtigde, alsook zijn vervanger, aanduiden en deze aanduiding terug intrekken; de gevolmachtigde wordt belast met de controle op de taak als openbare dienst en op de verplichtingen opgelegd door dit akkoord. De gevolmachtigden worden, op hun verzoek, gehoord door de Raad van Bestuur van het erkend organisme. Zij kunnen op elk ogenblik de bedrijfsrevisor ondervragen en kennis nemen van de boeken, de briefwisseling, de processen-verbaal en, in het algemeen, van alle documenten en alle geschriften van het erkend organisme. Zij kunnen van de bestuurders en de personeelsleden van het erkend organisme alle toelichting en elke informatie verzoeken en overgaan tot elk onderzoek dat hen noodzakelijk lijkt bij de uitoefening van hun mandaat. De gevolmachtigde brengt verslag uit aan het Gewest.
1
Artikel 6 van het samenwerkingsakkoord bepaalt het volgende:
Elke verpakkingsverantwoordelijke die jaarlijks minstens 300 kg verpakkingen op de markt brengt, is onderworpen aan de terugnameplicht. In de mate dat de verpakkingsverantwoordelijke de persoon is bedoeld in artikel 2, 20°, a), b) of d), worden de percentages bepaald in artikel 3, §§ 2 en 3, uitgedrukt in gewichtspercentages ten opzichte van het totale gewicht van de eenmalige verpakkingen die door de verpakkingsverantwoordelijke gedurende het kalenderjaar in de handel werden gebracht. In de mate dat de verpakkingsverantwoordelijke de persoon is bedoeld in artikel 2, 20°, c), worden de percentages bepaald in artikel 3, §§ 2 en 3, uitgedrukt in gewichtspercentages ten opzichte van het totale gewicht van de eenmalige verpakkingen die afkomstig zijn van de door de verpakkingsverantwoordelijke in het kalenderjaar ontpakte of verbruikte goederen, die niet verpakt werden door een persoon bedoeld in artikel 2, 20°, a) of d), en die niet ingevoerd werden door een persoon bedoeld in artikel 2, 20°, b) of d).) 2 Zie in verband met de IVC de beslissing van de beroepsinstantie met kenmerk 2022/165 d.d. 1 juni 2022 waarin geoordeeld werd dat de IVC niet gevat is door de openbaarheidsbepalingen van het Bestuursdecreet. De Interregionale Verpakkingscommissie (IVC) ziet toe op het interregionaal samenwerkingsakkoord dat het verpakkingsbeleid coördineert op Belgisch niveau.
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/232
pagina 2 van 4
Op 10 augustus 2022 vroeg de beroepsinstantie bij Fost Plus na of er in casu gevolmachtigden van de regeringen van de betrokken gewesten aangeduid werden die belast zijn met de controle op de taak als openbare dienst en op de verplichtingen opgelegd door het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008. Op 11 augustus 2022 deelde Fost Plus mee dat er geen bijzondere regeringscommissarissen zijn aangeduid, belast met de controle op de taak als openbare dienst en op de verplichtingen opgelegd door het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008. Er zijn geen vertegenwoordigers van de regeringen van de gewesten, noch van de Interregionale Verpakkingscommissie die zetelen in de organen van Fost Plus. Er is geen bestuurlijk toezicht door (de regeringen van) de Gewesten en evenmin door de Interregionale Verpakkingscommissie. De Interregionale Verpakkingscommissie is enkel bevoegd om bepaalde daden van controle te stellen, zoals blijkt uit het samenwerkingsakkoord van 4 november 2008, aldus Fost Plus. Hieruit leidt de beroepsinstantie af dat Fost Plus niet voldoet aan de omschrijving van het begrip overheidsinstanties zoals vervat in artikel II.28 Bestuursdecreet. Evenmin voldoet Fost Plus aan de definities vermeld in artikel I.3 van het Bestuursdecreet. Fost Plus kan o.m. niet beschouwd worden als een Vlaams adviesorgaan (3°), een instelling met een publieke taak (6°) of als een milieu-instantie (7°). Instellingen met een publieke taak (6°) zijn instellingen die niet behoren tot de Vlaamse overheid of tot een lokale overheid maar die voldoen aan al de volgende kenmerken: a) ze zijn opgericht met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn; b) ze bezitten rechtspersoonlijkheid; c) 1) ofwel worden ze voor meer dan de helft gefinancierd door de Vlaamse overheid, een lokale overheid of een andere instelling met een publieke taak; 2) ofwel hebben de Vlaamse overheid, een lokale overheid of een andere instelling met een publieke taak meer dan de helft van de stemmen in de raad van bestuur; 3) ofwel staat hun beheer onder toezicht van de Vlaamse overheid, een lokale overheid of een andere instelling met een publieke taak; Milieu-instanties (7°) zijn natuurlijke personen, groeperingen van natuurlijke personen, rechtspersonen of groeperingen van rechtspersonen, die niet behoren tot de Vlaamse overheid of een lokale overheid, en die niet beschouwd worden als een instelling met een publieke taak als vermeld in punt 6°, maar die voldoen aan elk van de volgende voorwaarden: a) ze staan onder het toezicht van de Vlaamse, een lokale overheid of een instelling met een publieke taak; b) ze oefenen openbare verantwoordelijkheden of functies uit of verlenen openbare diensten met betrekking tot het milieu. Wat het ‘onder toezicht staan’ betreft is volgens de memorie van toelichting bij het Bestuursdecreet de kern van de criteria, vermeld in artikel I.3, 6°, c), dat er een sterke afhankelijkheid is van een instelling ten aanzien van de overheid of andere instellingen met een publieke taak is. (…) Het bepalende element om te kunnen spreken van een sterke afhankelijkheid van de overheid is of de overheid al dan niet de mogelijkheid heeft om door middel van haar toezicht de beslissingen betreffende het beheer van de rechtspersonen te beïnvloeden. Concrete voorbeelden van zaken die aanvaard worden als toezicht op beheer om aan het betreffende criterium te voldoen zijn: – de overheid controleert niet alleen de jaarrekening, maar ook of het lopende beheer van de rechtspersoon cijfermatig correct, spaarzaam, economisch en doelmatig wordt gevoerd. Deze regering is voorts bevoegd om de kantoren en installaties van de rechtspersoon te bezoeken en over deze onderzoeken verslag uit te brengen bij een territoriaal lichaam dat via een andere vennootschap het maatschappelijk kapitaal in handen heeft.
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/232
pagina 3 van 4
Op basis van de bovenstaande bevindingen blijkt dat er in casu echter geen sprake is van een sterke afhankelijkheid van de overheid of de mogelijkheid voor de overheid om door middel van haar toezicht de beslissingen betreffende het beheer van de rechtspersonen te beïnvloeden. Gelet op de samenstelling en de werking van Fost Plus zoals hierboven beschreven en gelet op de zeer beperkte feitelijke afhankelijkheid van de overheid, dient er besloten te worden dat Fost Plus niet gevat is door het Bestuursdecreet. Het beroep is bijgevolg onontvankelijk. Na beraadslaging,
BESLUIT: Het beroepschrift van xxx tegen de weigeringsbeslissing d.d. 5 augustus 2022 van Fost Plus wordt als onontvankelijk beschouwd. Brussel, 18 augustus 2022 Voor de beroepsinstantie, afdeling openbaarheid van bestuur, Bruno ASSCHERICKX Voorzitter
https://www.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2022/232
pagina 4 van 4