Uitspraak beroepsinstantie OVB/2019 /306
Vlaamse overheid Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie afdeling openbaarheid van bestuur Havenlaan 88, bus 20 1000 BRUSSEL T : 02 553 57 25 Mail: openbaarheid@vlaanderen.be Dossiernummer: OVB/2019/306
DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018, titel II, hoofdstuk 3; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juli 2007 tot oprichting van de beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie; Gelet op het oorspronkelijke verzoek d.d. 10 december 2019 van xxx, gericht aan de Intercommunale Ontwikkelingsmaatschap-pij voor de Kempen (IOK), waarbij werd verzocht om hem mee te delen of xxx, rechtstreeks of onrechtstreeks via een onderneming waarin hij handelt als zaakvoerder of als bestuurder, zich kandidaat gesteld heeft voor een perceel industriegrond op het op te richten bedrijventerrein BaarleOost, met als opgegeven activiteit de opslag en verkoop van vuurwerk, waardoor artikel 27 en artikel 50 van het decreet lokaal bestuur voor hem van toepassing is voor de te behandelen vergunningsaanvragen m.b.t. de opslag en verkoop van vuurwerk in de gemeente Baarle-Hertog. Gelet op de beslissing van IOK d.d. 11 december 2019 waarin gesteld wordt dat de gevraagde informatie niet openbaar is; Gelet op het beroepschrift van xxx d.d. 11 december 2019 tegen de weigering van IOK; Gelet op de registratie van het beroepschrift op 12 december 2019;
Wat de ontvankelijkheid betreft: Het oorspronkelijke verzoek tot openbaarmaking dateert van 10 december 2019. De in beroep aangevochten beslissing dateert van 11 december 2019. Deze beslissing maakt geen melding van de beroepsmogelijkheden en -modaliteiten, zoals voorgeschreven in artikel II.43, §1, derde lid van het Bestuursdecreet van 7 december 2018 (verder ‘Bestuursdecreet’) zodat de termijn om beroep in te stellen
www.vlaanderen.be
geen aanvang heeft genomen. Het ingediende beroep d.d. 11 december 2019 is bijgevolg tijdig ingediend en is ontvankelijk.
Wat de gegrondheid betreft: Overeenkomstig artikel II.31, eerste lid Bestuursdecreet heeft het recht op passieve openbaarheid betrekking op bestuursdocumenten. Op grond van deze bepaling is elke instantie in principe verplicht aan eenieder die erom verzoekt inzage te geven in, uitleg te verschaffen over of een afschrift te bezorgen van de gewenste bestuursdocumenten. De openbaarmaking kan slechts geweigerd worden mits toepassing wordt gemaakt van één of meerdere uitzonderingen, zoals gestipuleerd in de artikelen II.33 tot en met II.39 van voormeld decreet. xxx vroeg in november 2019 aanvankelijk aan IOK om hem een overzicht te bezorgen van het aantal partijen en om een overzicht van deze partijen die aangemeld zijn bij IOK om op het bedrijventerrein Baarle-Oost de activiteit opslag en verkoop van feestvuurwerk uit te oefenen. Op de Raad van Bestuur van IOK d.d. 6 december 2019 werd toen beslist dat een dergelijk gevraagd overzicht niet bestaat en, mocht het document al bestaan, dat sowieso artikel II.35, 1° en 3° van het Bestuursdecreet de openbaarmaking ervan zou verhinderen. Dit werd toen zo meegedeeld aan de verzoeker. Vervolgens herformuleerde de verzoeker zijn openbaarheidsverzoek op 10 december 2019 als volgt:
“Wij hebben vernomen dat xxx op het college van burgemeester en schepenen d.d. 4 december 2019 bij agendapunt 4 de vergadering heeft verlaten (springstofvergunningsaanvraag xxx) als gevolg van artikel 50 en 27 van het decreet lokaal bestuur. Is de toepassing van deze artikelen een gevolg van de kandidaatstelling van desbetreffend persoon of als zaakvoerder/bestuurder van één van zijn ondernemingen voor een perceel bedrijfsgrond op het nieuw op te richten bedrijventerrein Baarle-Oost met als functie de opslag en verkoop van vuurwerk? Het schepencollege behandelde ij 2019 nog 4 andere aanvragen m.b.t. de opslag en verkoop van vuurwerk voor onze onderneming
[…]”
IOK reageerde op 10 december 2019 door te stellen dat zij niet beschikken over het gevraagde bestuursdocument of informatie en dat vermoedelijk de gemeente Baarle-Hertog wel beschikt over het gevraagde bestuursdocument of de informatie. Vervolgens reageerde de verzoeker nogmaals waarbij hij zijn openbaarheidsverzoek nog enigszins wijzigde als volgt: “Heeft xxx rechtstreeks of onrechtstreeks via een onderneming waarin hij handelt als
zaakvoerder of als bestuurder, zich kandidaat gesteld voor een perceel industriegrond op het op te richten bedrijventerrein Baarle-Oost met als opgegeven activiteit de opslag en verkoop van vuurwerk, waardoor artikel 27 en artikel 50 van het decreet lokaal bestuur voor hem van toepassing is voor de te
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// // https://overheid.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2019/306
pagina 2 van 5
behandelen vergunningsaanvragen m.b.t. de opslag en verkoop van vuurwerk in de gemeente BaarleHertog?” IOK reageerde tenslotte door te verwijzen naar de genomen beslissing van de Raad van Bestuur op 6 december 2019 (zie boven) en waaruit blijkt dat de informatie over wie zich kandidaat zou hebben gesteld niet openbaar wordt geacht. Tegen deze beslissing tekent xxx beroep aan. Volgens hem heeft de gevraagde informatie betrekking op milieu-informatie waardoor enkel de relatieve uitzonderingsgronden van toepassing zijn op zijn vraag. Verder schaadt de gevraagde informatie volgens hem in geen geval het economisch, financieel of economisch belang van IOK waarnaar zij in hun eerste schrijven verwijzen. Bovendien primeert in deze het belang van openbaarheid ten op zichtte van de uitzonderingsgrond betreffende de vertrouwde en industriële gegeven, aldus de beroeper. De beroepsinstantie contacteerde op 13 december 2019 IOK met het verzoek tot toelichting bij de bestreden beslissing. In haar reactie van 19 december 2019 verwijst IOK de beroepsinstantie naar de beslissing van de Raad van Bestuur d.d. 6 december 2019. Ten eerste bestaat volgens IOK het gevraagde overzicht niet en is men niet verplicht dergelijk overzicht te maken louter omdat iemand dat verzoekt. Ten tweede zijn er uitzonderingsgronden uit het Bestuursdecreet van toepassing op de gevraagde informatie, aldus IOK. Industriële ontwikkeling behoort volgens IOK tot één van haar statutaire doelstellingen. IOK ontwikkelt bedrijventerreinen: IOK verwerft de nodige zakelijke rechten, legt de infrastructuur aan, maakt de terreinen bouwrijp, en voert uiteindelijk een toewijzingsprocedure voor de aanduiding van de bedrijven die een perceel in zo’n bedrijvenzone kunnen aankopen. De raad van bestuur van IOK bepaalt uiteindelijk, op gemotiveerde wijze en rekening houdend met de beginselen van behoorlijk bestuur, welk perceel in de bedrijvenzone aan welke kandidaat-koper wordt verkocht. Wat betreft de ontwikkeling van de betreffende bedrijvenzone Baarle-Oost, is de toewijzingsprocedure momenteel nog niet lopende, aldus IOK. Er werd dus nog geen algemene oproep gedaan naar kandidaten. Wel is IOK volop bezig met de voorbereidende stappen in de ontwikkeling van de bedrijvenzone: IOK is momenteel nog geen eigenaar van alle noodzakelijke gronden en de onteigeningsprocedure is lopende momenteel. Volgens IOK heeft de beroeper eerder per e-mail IOK op de hoogte gebracht van zijn interesse in de verwerving van een bedrijventerrein. Op 23 november 2019 stelde hij IOK de vraag om de partijen te bezorgen die zich eveneens aangemeld hebben vanuit de vuurwerksector. IOK beroept zich tevens op de uitzonderingsgronden van art. II.35, 1° en 3° Bestuursdecreet om de openbaarmaking te weigeren. De motivering hiervoor is terug te vinden in de beslissing van de Raad van Bestuur d.d. 6 december 2019.
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// // https://overheid.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2019/306
pagina 3 van 5
Daarnaast wijst IOK er nog op dat zij als overheid gebonden is door de beginselen van behoorlijk bestuur, waaronder het mededingingsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel. Het vrijgeven van de gevraagde informatie zou afbreuk doen aan deze beginselen en de vertrouwelijkheid van de procedure schaden. Het betreft geen overheidsopdracht, maar de toewijzing/verkoop van deze gronden vertoont wel gelijkenissen met een plaatsingsprocedure conform de wetgeving overheidsopdrachten, aldus IOK. Op grond van artikel 13 van de wet overheidsopdrachten van 17 juni 2016 is het volgens IOK verboden om documenten vrij te geven vooraleer er een gunningsbeslissing is genomen. Na de verzending van de beslissing van de raad van bestuur aan xxx, ontving IOK de mail op 10 december 2019 waarin xxx zijn vraag herformuleert. Omdat zijn verzoek in eerste instantie betrekking had op informatie waarover IOK niet beschikt (reden van verlaten collegezitting schepen in Baarle-Hertog) en vervolgens opnieuw betrekking had op het kunnen kennen van de bedrijven in de vuurwerksector die zich reeds bij IOK aangemeld hebben als geïnteresseerd in de aankoop van een perceel, biedt de beslissing van de raad van bestuur volgens IOK daarop voldoende antwoord: wie zich zou hebben aangemeld in het kader van de toewijzing voor percelen in bedrijvenzone Baarle-Oost is niet openbaar, zoals eerder beslist en gemotiveerd, aldus IOK. In essentie dient de beroepsinstantie echter vast te stellen dat het verzoek van de beroeper volgens IOK betrekking heeft op informatie waarover zij niet beschikt. In artikel I.4, 3° Bestuursdecreet wordt de term “bestuursdocumenten” gedefinieerd als: “alle informatie, ongeacht de drager ervan, die in het bezit is van een overheidsinstantie”. Aangezien uit de toelichting van IOK blijkt dat zij niet beschikt over de gevraagde informatie op grond van enig bestuursdocument, dient de beroepsinstantie te besluiten dat het beroep van xxx ongegrond is. Bij gebrek aan concrete bestuursdocumenten waaruit de door de beroeper gevraagde informatie kan afgeleid worden, acht de beroepsinstantie het tevens voorbarig om uitspraak te doen over de ingeroepen uitzonderingsgronden zoals vervat in artikel II.35, 1° en 3° van het Bestuursdecreet, aangezien enige toetsing aan concrete documenten hier niet mogelijk blijkt te zijn. Deze ingeroepen uitzonderingsgronden zijn dan ook louter als hypothetisch te beschouwen. Na beraadslaging,
BESLUIT: Het beroepschrift van xxx d.d. 11 december 2019 tegen de weigering van IOK om mee te delen of xxx zich kandidaat gesteld heeft voor een perceel industriegrond op het op te richten bedrijventerrein Baarle-Oost wordt als ontvankelijk en ongegrond beschouwd.
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// // https://overheid.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2019/306
pagina 4 van 5
Brussel, 10 januari 2020 Voor de beroepsinstantie, afdeling openbaarheid van bestuur,
Bruno ASSCHERICKX Voorzitter
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// // https://overheid.vlaanderen.be/openbaarheid-van-bestuur
uitspraak beroepsinstantie OVB/2019/306
pagina 5 van 5