5 minute read

VROUWEN IN DE SPORT

April 2020 - Nicolas Dezeure

In november 2019 bracht Sport Vlaanderen enkele opmerkelijke cijfers uit in het rapport “Man/Vrouw in de sport”. Enkele kerncijfers: in 2018 maken vrouwen 41% uit van de sporters, 32% van de trainers en 26% van de bestuursleden in Vlaamse sportclubs.

Advertisement

Binnen de Vlaamse sportclubs maken vrouwen dus 41% uit van alle sporters. Ten opzichte van 2014 is dit een minieme stijging van 2%. Voornamelijk in de periode tussen 18 en 25 jaar neemt het percentage gevoelig af om dan heel geleidelijk weer te groeien. Onder de 18 jaar verkiezen meisjes gymnastiek, dansen en zwemmen. Boven de 18 verkiezen vrouwen tennis, volleybal, fietsen/wielrennen en wandelen. Voetbal, worstelen en schieten hebben dan weer het kleinste aandeel vrouwelijke sporters.

Slechts 32% van onze trainers is vrouw en dat aandeel neemt zelfs nog af tot 26% als we alleen die met een trainersdiploma zouden tellen. In dit cijfer zit helaas al jaren geen beweging maar een (kleine) positieve evolutie is wel merkbaar: in de categorie onder de 30 jaar is er een 50/50 evenwicht tussen mannelijke en vrouwelijke trainers. Pas vanaf de categorie +31 jaar slaat dit geleidelijk om naar 70%, 79% tot zelfs 84% mannelijke trainers versus 16% vrouwen. Ze zijn er dus wel, het is de uitdaging om hen te houden eens ze in de categorie +31 komen.

Het laagste cijfer betreft vrouwen in bestuurlijke functies … slechts 26%. Ook daar zien we duidelijk de ommekeer vanaf de categorie +31 jaar. Net als bij de trainers valt het aandeel vrouwen vanaf die leeftijd enorm terug van 50% naar amper nog 10% bij 60-plussers! Met 41% vrouwelijke sporters (in clubs) en slechts 26% vrouwelijke bestuurders stellen we een duidelijk onevenwicht vast. Er is duidelijk nog méér dan voldoende groeimarge voor vrouwen om een bestuursfunctie binnen een Vlaamse sportclub op te nemen.

Conclusie: vrouwen zijn gevoelig in de minderheid zowel als lid van Vlaamse sportclubs, als actieve trainer en voornamelijk als bestuurslid. Hoewel ze zowat de helft van de sporters uitmaken op jonge leeftijd verliezen we er veel eens ze in hun twintiger jaren komen. Dat verklaart wellicht eveneens voor een deel waarom we de vrouwelijke trainers én bestuursleden verliezen eens die in hun dertiger jaren komen. Daar ligt dus een grote uitdaging: het aanhouden van vrouwelijke leden én trainers tussen 19 en 35 jaar. De tweede grote uitdaging, vrouwen betrekken in het bestuur, zal zo ook een stuk makkelijker worden eens zij onafgebroken bij dezelfde club blijven aangesloten als lid of trainer.

Een lans breken voor meer vrouwelijke bestuurders is sowieso een must, 26% is een ronduit slechte score, zeker gezien de hoeveelheid werk die vrouwen nochtans in vele clubs verzetten. En laat ons daar maar meteen wat verjonging tegenaan gooien. Vrouwelijke én jonge bestuurders bewijzen dat deze aanpak werkt én bovendien zijn vruchten afwerpt. Vraag maar na bij VlaS-clubs de Meiboomschutters en St-Sebastiaan in Woesten, OLV-P Eigenbilzen, ’t Schuurke in Mollem, Sint-Joris in Munsterbilzen, De Speelhoven in Oostmalle, Ieper Willem Tell in Zillebeke... Daar bewijzen ze dat durven vernieuwen extra vrouwelijke leden oplevert, een instroom van jongeren en allround stijgende ledenaantallen.

Binnen bestuurlijke vernieuwing is verjonging van het bestuur een belangrijk aandachtspunt. Verenigingsbesturen zijn nog té vaak het domein van ‘oudere, grijze mannen aan de toog’ of in ieder geval is dat vaak het imago van het bestuur van een sportclub. En dat imago kan dan weer een drempel vormen voor jongeren om tot het bestuur toe te treden. Terwijl een bestuursfunctie jongeren ook uitdagingen en kansen kan bieden en sowieso de opvolging verzekert.

Enkele ervaren bestuursleden getuigen: “Als jongere bestuurders zijn ze meer toegankelijk, juist ook voor de jongeren in een vereniging. Een ander voordeel is dat ze ‘kinderen van hun tijd’ zijn. Ze zijn opgegroeid in een tijd waarin de wereld slimmer en sneller is geworden door de digitalisering. De kansen die bijvoorbeeld sociale media bieden voor een vereniging, dat hebben ze veel sneller in de smiezen. Als jonge voorzitter bijvoorbeeld zijn ze misschien niet altijd op de hoogte van het clubverleden. De precieze context en de emotie van een bepaald hoogtepunt missen ze dan wat. Maar op zulke momenten is het aan ons, de ervaren bestuursleden, om hen bij te staan. Om onze opgebouwde ervaring door te geven.”

“In een gemengd bestuur voelen mensen zich prettiger en is de sfeer meer ontspannen en vrolijker.”

Marijke Fleuren, IOC Comité Women in Sports, Voorzitter Europese Hockeyfederatie

Het is inmiddels aangetoond in talloze internationale onderzoeken: meer diversiteit in de Raden van Bestuur leidt tot meer vernieuwende ideeën en bredere discussies en daarmee tot betere beslissingen. Uiteindelijk zorgt dat voor beter presterende verenigingen.

Een betere afspiegeling van de samenleving, een betere sfeer, meer aandacht voor onderlinge verhoudingen: er zijn dus nogal wat voordelen om in sportbesturen meer vrouwen op te nemen, zo blijkt. Bestuurlijke vernieuwing en in het bijzonder een divers bestuur betekent idealiter een goede afspiegeling van je ledenbestand. Vooral die herkenbaarheid, de representativiteit is voor de leden belangrijk. Je draagvlak als organisatie is groter op het moment dat mensen zich herkennen in de samenstelling van het bestuur want je omgeving is ook divers qua samenstelling.

Marijke Fleuren, lid van het IOC Comité Women in Sports en Voorzitter van de Europese Hockeyfederatie: “Mannen zijn vaak meer resultaatgericht, terwijl vrouwen meer gericht zijn op de verbinding tussen mensen. Zij hebben meer oprechte aandacht voor een ander, luisteren en zijn geïnteresseerd in de persoon waarmee ze spreken. Zij kijken niet alleen naar wat diegene kan. De combinatie leidt tot het beste resultaat. In een gemengd bestuur voelen mensen zich prettiger en is de sfeer meer ontspannen en vrolijker. Dan is het leuker om naar een bestuursvergadering toe te gaan. Meer vrouwen in de bestuurskamer kan uiteindelijk ook betekenen meer vrouwelijke sporters op het veld.” Dat is trouwens ook de conclusie van een onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Investeer dus in jongeren én vrouwen in het bestuur. Verlaag die drempel. Focus nog meer op vrouwen eens ze die kritieke leeftijdsgroep 20-35 bereiken en blijf hen betrekken bij je organisatie. Trek die slechte cijfers resoluut mee omhoog en verzeker tegelijkertijd zo ook het voortbestaan van je geliefde club.

Nicolas Dezeure - Directeur Vlaamse Traditionele Sporten vzw / Sportiv vzw

VLAS - SPORTIV // TREND 2020

www.vlas.be / www.sportiv.be

This article is from: