DOSSIER JULI 2011
Economische Stadsherwaardering
Economische stadsherwaard ering van achtergest elde sta dswijken Nu o o rijgb k aar m
verk
Libe et rece rale voor pten de van zwa regular isati rtw jke c erk en v e o oncu rren or tie
eerli
Door: Guy Vanhengel, Annemie Neyts, Els Ampe, Carla Jean-Luc Vanrae Dejonghe, RenĂŠ s, Coppens, Ann Br Herman Menne usseel, kens en Khadija Zamouri Een eerlijke ma rkt is een mark t waar ondernem erszin door de overheid word t aangemoedig d door de lasten op ondernemer s beperkt te ho uden. Een eerlijke ma rkt is ook een markt waar ied ereen zich aan dezelfde rege ls houdt.
Open Vld-Bruss els Hoofdstedelij k Gewest juni 2011
Economische stadsherwaardering van achtergestelde stadswijken Nu verkri ook jgbaar
Libera met recep le t voor d e regu en van lar
isatie zwar eerlijk twerk en vo o e conc urrent r ie
Door: Guy Vanhengel, Annemie Neyts, Jean-Luc Vanraes, Els Ampe, Carla Dejonghe, RenĂŠ Coppens, Ann Brusseel, Herman Mennekens en Khadija Zamouri Een eerlijke markt is een markt waar ondernemerszin door de overheid wordt aangemoedigd door de lasten op ondernemers beperkt te houden. Een eerlijke markt is ook een markt waar iedereen zich aan dezelfde regels houdt.
Open Vld-Brussels Hoofdstedelijk Gewest juni 2011
Inleiding
Economie en stadsvernieuwing
Steden zijn broeihaarden van ondernemerszin en economisch dynamisme. We stellen dit 7 dagen op 7 vast wanneer we de stad doorkruisen. Brussel lijkt nooit te rusten. Winkels, garages, bedrijfjes, groothandelaars allerhande… draaien door, ook tot ‘s avonds laat en op zondag. We zien een komen en gaan van nieuwe bedrijven. Ook in achtergestelde wijken, die doorgaans geboekstaafd staan in rapporten als economisch fragiel, bloeit deze economie. Als liberalen zijn we meer dan wie ook overtuigd dat deze ondernemingszin het beste uitgangspunt is voor een duurzaam beleid van wijkrenovatie en stedelijke herwaardering. Het bestaande beleid inzake stadsvernieuwing, zoals bijvoorbeeld de Brusselse wijkcontracten, heeft hier weinig aandacht voor. Er is wel degelijk aandacht voor jobs in de wijkcontracten. Maar wat ontbreekt, is aandacht voor diegenen die deze jobs creëren, nl. de lokale ondernemers. Meer nog: het ontbreekt aan maatregelen om het ondernemerspotentieel om te zetten in duurzame ondernemingen die reguliere jobs creëren. Een te groot aandeel van de economie in achtergestelde wijken blijft steken in de onzekere grijze zone tussen de informele en formele economie. Als liberalen staan we er uiteraard ook op dat de markt eerlijk is, dat er eerlijke concurrentie is. Handelaars, garagisten, ondernemers allerhande die wel de regels respecteren, voelen die informele economie als oneerlijke concurrentie aan. Ze hebben het gevoel dat de inspectiediensten de moeilijkere controles in moeilijkere wijken ontzien. Open Vld-Brussel heeft een plan om dit aan te pakken. We willen via informatie aan de ondernemers, via audits en begeleiding van de ondernemingen en via controles door de inspectiediensten, het enorme ondernemerspotentieel in achtergestelde stadswijken, daar waar nodig, in de reguliere economie verankeren.
3
Er was eens... Het onderbenutte potentieel “Ondanks hun grote ondernemerszin, is er bij allochtone zelfstandigen te weinig afwisseling in het aanbod. De overvloed aan bijvoorbeeld algemene voedingswinkels, kruidenierszaken of theehuizen in dezelfde buurt zorgt voor een keiharde concurrentie.”
Jean-Luc Vanraes, over allochtone ondernemers in Brussel
De tijdbom die nooit ontploft
“Wie kent er het verhaal van de sociaal-etnische tijdbom die in Brussel tikt, maar niet ontploft?” Brussels minister Jean-Luc Vanraes gebruikte dit beeld in 2009 om aan te geven dat er in Brussel meer mensen werken in de informele economie dan we vermoeden. Al 30 jaar lezen we van armoedeverslag tot armoedeverslag, en van werkloosheidsstatistieken tot nog recentere werkloosheidsstatistieken dat er in Brussel een leger werklozen is, zonder opleiding, veelal van allochtone afkomst, dat geen perspectieven heeft. Op het spreekgestoelte wisselen politici elkaar af om aan te kondigen dat deze situatie niet langer houdbaar is, dat de bom gaat ontploffen. De realiteit is complexer. Af en toe branden er sociale vuurtjes in de stad. We worden geconfronteerd met onaanvaardbare criminaliteit en overlast waarvoor vaak als oorzaak ook naar economische achterstelling wordt verwezen. Maar de bom, die zal niet ontploffen. Heel wat Brusselaars, uit achtergestelde wijken, zijn actief in de informele economie. Meer nog, ze zijn zelf heel ondernemend.
In “BXL, twee liberalen, één stad, één dialoog” lanceerde Jean-Luc Vanraes het verhaal van de tijdbom die tikt maar niet ontploft. Heel wat Brusselaars in achtergestelde wijken zijn actief in de grijze informele economie. Dit is goed en slecht nieuws voor Brussel, volgens Vanraes. Enerzijds is de armoede in Brussel minder omvangrijk dan wat de statistieken doen vermoeden en zijn Brusselaars ondernemender dan we denken. Anderzijds is de reële armoede moeilijker te detecteren in de stad.
4
Gebrek aan marktkennis en gebrek aan contacten en voeling met de formele economie, niet de juiste diploma’s of getuigschriften, beperkte kennis van de wetgeving en wellicht een traditie in de informele of semi-informele economie, stremt dit ondernemerspotentieel om duurzaam mee te tellen in het Brussels economisch leven als volwaardige medespelers. Een ander oud zeer zijn de hoge loonkosten die bij vele ondernemingen als een zwaard van Damocles boven het hoofd hangt. Dit weerhoudt veel werkgevers van kleine handelszaken ervan om hun personeel in regel te stellen, laat staan nieuw personeel aan te werven om te kunnen uitbreiden. De loonkost is dus een structureel probleem dat de tewerkstelling hypothekeert waardoor werkgevers er voor kiezen om personeel in het zwart aan te werven. De bom ontploft dus niet. Het cliché van de luie werklozen klopt ook niet. Het gevolg is wel ... • dat tal van bedrijven die in de grijze of zwarte economie werken oneerlijk concurreren met zelfstandige ondernemers die wel volgens het boekje werken; • dat het zwartwerk gepaard gaat met misbruik van uitkeringen en sociale fraude waarvoor de regulier werkende Brusselaars een deel van hun loon maandelijks afbetalen; • maar vooral dat een enorm potentieel aan ondernemerszin de Brusselse economie en arbeidsmarkt niet ten volle ten goede komt.
5
Een cliché dat klopt: over pitazaken en kennis van zaken Met hun duizend-en-één winkels zijn Turken en Marokkanen zeer bedrijvig in Brussel. Maar daar zit ook meteen een deel van het probleem. Uit onderzoek van Unizo blijkt dat 70% van de Turkse en Marokkaanse zelfstandigen actief zijn in de handelssector en 60% van de Oost-Europese zelfstandigen in de bouwsector. Samengevat, de Turk of Marokkaan start de tiende pitazaak of “alimentation générale” in dezelfde straat en de Oost-Europeanen starten het zoveelste bouw- en renovatiebedrijf in dezelfde wijk. Uit diezelfde onderzoeken blijkt ook dat zelfstandige activiteiten bij Turken, Marokkanen en Oost-Europeanen disproportioneel meer kans op vroegtijdig falen kennen. De oorzaak is volgens Unizo in eerste instantie onvoldoende voorafgaande marktkennis en gebrek aan diversiteit in het aanbod, gebrek aan managementkennis, slechte voorbereiding op de zelfstandige activiteit en de soms louter formele toegangsvereisten tot bepaalde beroepen die ondernemingsgezinde mensen zonder scholing en kennis van alle administratieve voorwaarden tot een beperkt aantal bedrijfstakken drijven. Samengevat, met wat meer sturing zou het potentieel aan ondernemerscapaciteit veel beter renderen voor de ondernemers zelf, voor de stad en voor de arbeidsmarkt.
6
Een liberaal driestappenplan: Het Brussels Gewest heeft reeds een goed instrument om achtergestelde wijken te definiëren: de zones voor wijkcontracten. Het gaat sinds 1994 om een vijftigtal wijken. Een ander instrument zijn de ruimtes voor versterkte ontwikkeling van de huisvesting en de stadsvernieuwing zoals in het gewestelijk ontwikkelingsplan afgelijnd. Deze zone valt grotendeels samen met die van de wijkcontracten. In deze zones (en daarbuiten) heeft het gewest ook geïnvesteerd in handelskerncontracten om de handelsfunctie van sommige kernen te ondersteunen. Volledig in de geest van de wijkcontracten wil Open Vld in deze wijken, die doorheen de jaren verwaarloosd werden door de overheid, de rol van de overheid oriënteren naar een duurzame reguliere economie in functie van de arbeidsmarkt. In elke afgebakende wijk van de lopende en afgelopen wijkcontracten kan telkens voor één jaar een begeleidingstraject in drie stappen worden opgezet om bedrijven te informeren, door te lichten en te controleren. (zie verder p. 11)
Wist je dat: Volgens een studie van McKinsey uit 2006 bedraagt het zwartwerk maar liefst 20% van het BNP in België. Ca. 1/5 van onze economie dus. Bij 40% van de controles op bouwwerven, in horecazaken, confectieateliers, nachtwinkels, garages, telefoonwinkels, schoonmaakbedrijven en transportbedrijven verricht door de Inspectie Sociale Wetten in Brussel, wordt zwartwerk vastgesteld.
7
Overzicht Wijkcontracten 1994-1998
Anneessens - Fontainas Brussel Antwerpen - Alhambra Brussel Bareel - Bethlehem - St.-Gilliskerk St.-Gillis Gray - Elsene Johannes-de-Doper - Molenbeek Wielemans - Vorst
1997-2001
Maria-Christina - Brussel Paviljoen - Schaarbeek Papenvest - Brussel Dauwwijk - Anderlecht
1999-2003
Hertogin van Brabant - Molenbeek Grondel - Herziening - Anderlecht Houwaert-Bossuet - St.-Joost-t-Node Noord - Brussel
2000-2004
Brabant - Schaarbeek Crystal- Zwarte Vijvers - Molenbeek Péqueur - Luchtvaart - Anderlecht Groenstraat - St.-Joost-t-Node Huidevetters - Brussel
2001-2005
Aarschot - Vooruitgang - Schaarbeek Scheikundige - Anderlecht Bronsfabriek - Pierron Molenbeek Delhayesquare - St.-Joost-t-Node Th. Verhaegen- St.-Gillis
2002-2006
Blyckaerts - Elsene Heyvaert - Molenbeek Jeruzalem - Schaarbeek Paleizen over de Bruggen - Brussel
2003-2007
Metaal - Munt - St.-Gillis Havenwijk - Molenbeek Artevelde - O.-L.-V ten Rode - Brussel Vanhuffel - Koekelberg
8
Stadsvernieuwing De wijkcontracten
Het idee van wijkcontracten komt midden jaren ’90 uit Frankrijk overgewaaid. Brussel telt dan uitgesproken achtergestelde wijken waar de sociale spanningen soms hoog oplopen zoals tijdens de rellen van de jaren ’90 in Vorst, Sint-Gillis, Molenbeek en Anderlecht. De klassieke initiatieven voor huisvesting en herinrichting van de openbare ruimte worden in de nieuwe wijkcontracten uitgebreid naar de economische, sociale en culturele sfeer. Samengevat bakent het gewest een “door de overheid verlaten” wijk af en neemt vier jaar lang initiatieven, in samenspraak met alle lokale actoren, om de rol van de overheid in deze wijken te herstellen en een gezond stedelijk weefsel te bevorderen. De afbakening van de zones voor versterkte ontwikkeling van de huisvesting en de stadsvernieuwing uit het gewestelijk ontwikkelingsplan sluiten nauw aan bij de zones voor wijkcontracten. Het Brussels gewest heeft ook nog op andere manieren in het herstel van het stedelijk weefsel geïnvesteerd, zoals bijvoorbeeld door het oprichten van handelswijkcontracten en aanstellen van Town Center Managers, een concept dat nu is opgegaan in een gewestelijk handelskernbeleid
Stadslucht Maakt Vrij “Het is meer dan ooit belangrijk om stedelijk herstel te benaderen vanuit het potentieel van de stad, bijvoorbeeld het aanwezig talent en de aanwezige wil om te ondernemen bij de vele nieuwe Brusselaars in achtergestelde wijken. Met enkel de vaststelling en statistische becijfering van de achterstelling creëren we niets nieuws en bieden we geen perspectief.”
Sven Gatz, auteur van het boek “Stadslucht maakt Vrij”
van Atrium. Handelskernen zijn inderdaad een motor van stedelijk herstel. Een aantal gemeenten, zoals Schaarbeek, hebben ook op eigen houtje aan stedelijke herwaardering in achtergestelde wijken gedaan. In deze projecten komt steeds vaker ook de nadruk te liggen op de sociaal-economische herwaardering van die wijken en op de nood aan lokale jobcreatie en het helpen opstarten van een nieuwe onderneming in de wijk. Wat we als liberalen missen in dit beleid is aandacht voor het herwaarderen van het bestaande economisch weefsel in achtergestelde wijken. Er is daar reeds een enorme bedrijvigheid en ondernemerschap aanwezig, dat door gebrek aan overheid niet duurzaam is. Wijkrenovatie moet hand in hand gaan met een regularisatie van de plaatselijke zwarte economie. De afbakening die gebruikt wordt voor de wijkcontracten lijkt ons alvast het beste uitgangspunt voor ons driestappenplan.
2004-2008
Prinses Elisabeth - Schaarbeek Raad - Anderlecht Malibran - Elsene Schelde-Maas - Molenbeek
2005-2009
Werkhuizen-Mommaerts - Molenbeek Aumale-Wayez - Anderlecht Lehon-Kessels - Schaarbeek Leopold tot Leopold - Brussel
2006-2010
De Kaaien - Brussel Carton de Wiart-Hart van Jette - Jette Sint-Denijs - Vorst Meridiaan van Brussel - St.-Joost
2007-2011
Fontainas - St.-Gillis Westoevers - Molenbeek Roodhuis - Brussel Lemmens - Anderlecht
2008-2012
Rouppe - Brussel Sint-Antonius - Vorst Sluis - Sint-Lazarus - Molenbeek Navez - Portaels - Schaarbeek
2009-2013
Bioscoop-Bellevue - Molenbeek Luttrebrug - Vorst Park-Alsemberg - St.-Gillis Skepter - Elsene
2010-2014
Kanaal-Zuid - Anderlecht Masui - Brussel Helmet - Schaarbeek Liedekerke - St.-Joost-t-Node
2011-2015
(in onderzoek) Scheut - Anderlecht Bloemenhof - Brussel Historisch Koekelberg - Koekelberg Wijnheuvelen-Josaphat - Schaarbeek
9
Afbakening wijkcontracten in Brussel
De wijkcontracten situeren zich vooral rond de kanaalzone. Ze bieden het voordeel om doelgericht te werken naar die zones waar in eerste instantie de grijze economie het grootst is en waar het meeste nood is aan jobs en sociale perspectieven voor de inwoners.
10
Gewestelijk Ontwikkelingsplan (Kaart 3): Ruimten voor versterkte ontwikkeling van de huisvesting en de stadsvernieuwing
De ‘Ruimten voor versterkte ontwikkeling van de huisvesting en de stadsvernieuwing’ zijn aangeduid in het bruin en volgen grotendeels de wijken rond de kanaalzone. Deze wijken genieten een aantal fiscale voordelen en ondersteuning. Ons plan voor economische stadsherwaardering en regularisatie van zwarte economie sluit nauw aan bij de gewestelijke strategie voor stadsvernieuwing in deze ruimten. Als liberalen willen we vooral de kansen die ondernemerschap bieden meer tot hun recht laten komen in het stadsvernieuwingsbeleid, zoals in het Gewestelijk Ontwikkelingsplan voorgesteld.
11
Stap 1 Informeren De informatieronde
Gewest en gemeenten maken een afspraak met de verschillende inspectiediensten om enerzijds in de periode dat het plan loopt geen extra controles te voeren en anderzijds om zelf informatiesessies op te zetten voor de ondernemingen. We pleiten ervoor dat het streven naar een regularisatie van de informele economie wordt opgenomen in de betrokken regelgeving over wijkcontracten. De economische inspectie moet bvb. informeren over openingsuren, vestigingsvoorwaarden, solden en prijsaanduidingen. De fiscale inspectie moet informatie verstrekken over BTW en de aangifte van vennootschapsbelasting. De verschillende arbeidsinspecties, zowel gewestelijk als federaal, moeten de nodige informatie geven over RSZ-aangiften en zwartwerk, tijdelijke werkloosheid, arbeidstijden, welzijn op het werk, ‌ Tot slot passen ook infosessies van de milieu-inspectie, eetwareninspectie en eventuele gemeentelijke inspecties inzake specifieke gemeentelijke richtlijnen zoals terrasvergunningen of stedenbouw in dit rijtje. Het moet ondernemingen duidelijk worden dat de boetes en de gevolgen van zwartwerk niet opwegen tegen de voordelen van de formele economie. Daarnaast is er ook het belang van beroepsopleidingen, waar aandacht wordt besteed aan opleidingen die ervoor zorgen dat de onderneming kwaliteit biedt en succesvol kan zijn. Verschillende instellingen en organisaties zoals Syntra, Bruxelles Formation of Espace Formation PME voorzien opleidingen voor sociale promotie of mensen die een onderneming willen opstarten. Dit vraagt wel de beheersing van enkele beroepsvaardigheden, zoals bedrijfsmanagement of boekhouden.
12
Stap 2 Doorlichten Een doorlichting of audit
Dit moet leiden tot een stappenplan om de werking van de onderneming te verbeteren. Van theorie naar praktijk is er nog een grote stap af te leggen. Tal van federaties, middenstands- en werkgeversorganisaties bieden hun leden reeds verschillende soorten doorlichtingen aan van hun onderneming. Het gewest kan in samenspraak met deze organisaties een aanbod doen om binnen de afgebakende zones de bedrijven die dat wensen, door te lichten. Het is ook zinvol om tevens een energieaudit te doen en zo de eco-prestatie van de onderneming te berekenen met het oog op energiebesparingen en dus kostenbesparingen. Zo is ook wat extra begeleiding bij marktpositionering en keuze van aanbod en doelpubliek vaak nuttig om duurzaam te kunnen doorgroeien en de eigen buurt te overstijgen. Deze fase in het stappenplan is de belangrijkste. Hier wordt duidelijk welk ondernemingspotentieel ook het potentieel heeft om op lange termijn een plaats af te dwingen in het Brussels economisch leven en voor werk en welvaart te zorgen.
Een energieaudit “Als ik op een zondag door Brussel wandel, zie ik Brusselaars in honderden bedrijfjes, handelszaken en garages aan de slag. Door gebrek aan kennis en voeling met nieuwe technologieĂŤn, vaak ook omdat ze gedeeltelijk in de informele economie draaien, zijn deze bedrijven vaak grote energieverspillers. Als we die bedrijven doorlichten, bewijzen we hen een dienst door hen te adviseren dat ze hun winst kunnen verhogen door een aantal zeer eenvoudige en milieuvriendelijke investeringen.â€?
Els Ampe, over de groene economie, ook in achtergestelde wijken. 13
Stap 3
Controleren
Na de wortel komt de stok: de controle De eerste twee fasen verlopen in samenspraak met de verschillende inspectiediensten met een overeenkomst om geen extra controles te voeren tijdens deze periode in de afgebakende wijk. In de derde fase zullen de verschillende inspectiediensten deze bedrijven controleren en zo nodig sanctioneren. Deze fase is ook en vooral belangrijk om een maatschappelijk draagvlak aan deze regularisatiecampagne te geven. De informele economie en de laksheid waarmee daar soms wordt omgegaan, wordt in Brussel ook vaak als een vorm van oneerlijke concurrentie ervaren; het behoort tot de basistaken van de liberalen, niet enkel om de vrije marktwerking als meest geschikte weg voor welvaartcreatie te verdedigen, maar ook en vooral om een eerlijke markt de promoten. Het Brusselse regeerakkoord stelt dan ook dat niet alleen de samenwerking tussen de besturen en de gerechtelijke overheid zal versterkt worden in de strijd tegen het zwartwerk, maar ook de middelen van de sociale inspectie krijgen versterking.
Pestbelastingen afschaffen “Brussel mag nooit vergeten dat het de duizenden handelaars en kleine ondernemers zijn die laaggeschoolde jobs voor de Brusselaars creëren. Deze bedrijven regulariseren en zoveel mogelijk binnen de formele economie laten draaien is één zaak. Maar deze bedrijven steunen door een gunstig fiscaal klimaat en het afschaffen van de vele, vooral lokale pestbelastingen, is al even belangrijk. We hebben een eerste stap gezet met het fiscaal pact tussen de gemeenten en het gewest, waardoor we een aantal gemeentelijke belastingen hebben afgeschaft. Kleine ondernemers steunen in een stad als Brussel is een sociaal beleid dat ons als liberalen nauw aan het hart ligt.”
Guy Vanhengel, over het fiscaal pact tussen de gemeenten en het gewest. 14
Conclusie Het regeerakkoord maakt duidelijk gewag van het feit dat zwartwerk moet aangepakt worden. De informele economie geeft niet alleen een vertekend beeld van de economische leefbaarheid, maar ook van de armoede omdat er wel degelijk een inkomen is, zij het dat het afkomstig is van zwartwerk. Het Brussels Gewest heeft zwaar te lijden onder de hoge werkloosheidscijfers, vooral bij de jongeren. Nochtans beschikt Brussel over een zeer groot ondernemingsdynamisme: we kennen het hoogste landelijke percentage qua creatie van activiteiten, nl. 8,7%. Spijtig genoeg kent het Brussels Gewest ook het hoogste faillissementspercentage: 1,7 tegenover 1 in 2003. (Bron: Brussels Observatorium van de Arbeidsmarkt en de Kwalificaties)
Gezien de aanwezigheid van dergelijk groot ondernemingspotentieel, is een goede begeleiding noodzakelijk als we willen dat deze ondernemingen levensvatbaar zijn en blijven. Ze vormen immers een bron van werkgelegenheid voor laagopgeleide Brusselaars. Maar willen deze ondernemingen, meestal kleine handelszaken, overleven en een duurzame bron van werkgelegenheid zijn, dan moeten ze voldoende sturing en begeleiding krijgen. Dit komt zowel de eigen onderneming ten goede, als hun werknemers, het Gewest, de wijk waarin ze actief zijn, maar ook de andere handelszaken in de buurt varen er wel bij. Een bloeiende handelswijk zorgt immers voor een aangename sfeer en trekt op haar beurt zelf ook meer nieuwe handelszaken aan. Een voorwaarde is wel dat er voldoende diversificatie bestaat. Het Gewestelijk Plan voor Duurzaam Ondernemen (GPDO) zou hier aandacht aan moeten besteden. De huidige wijkcontracten worden via het GPDO omgevormd naar Duurzame Wijkcontracten met een transversaal karakter. Het viel ons echter op dat er nog een belangrijke leemte is in dit Plan. Er wordt namelijk niet gerept over een plan om de handelszaken te begeleiden. Er zijn vandaag teveel kleinere ondernemingen die in de schemerzone opereren. Dit tot grote ontevredenheid van handelaars die er alles aan doen om ervoor te zorgen dat hun zaak voldoet aan de nodige regels. Open Vld ijvert er dan ook voor dat deze leemte wordt opgevuld, want het GPDO biedt met de duurzame wijkcontracten een uitgelezen kans om buurtwinkels en kleine ondernemingen te begeleiden en zwartwerk tegen te gaan. Wij pleiten ervoor dat ons Stappenplan in het GPDO wordt opgenomen.
15
“Brussel bezit een enorm potentieel aan ondernemers. Spijtig genoeg krijgen ze niet altijd de begeleiding die ze verdienen en nodig hebben. Door nonchalant met hun formulieren en vergunningen om te springen, brengen ze niet alleen hun bedrijf en dus hun inkomen in gevaar, maar zorgen ze ook voor een oneerlijke marktwerking. Een eerlijke marktwerking is een duurzame marktwerking met aandacht voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Vanuit Open Vld wensen we dat er binnen het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling aandacht aan wordt besteed. Volgens mij kan dit het best via de duurzame wijkcontracten. Een wijk met een duurzame toekomst, is een wijk waar duurzame handel wordt gedreven. Enkel op die manier komen toekomstige handelaars op een eerlijke markt terecht, met respect voor elkaar en voor hun klanten en vormen zij een duurzame bron van werkgelegenheid voor de laagopgeleide Brusselaars.“
Els Ampe, over respect voor een eerlijke concurrentie.
16
liberalen De Liberale ploeg Negen voor Brussel
Guy Vanhengel
Federaal vice-premier
Sven Gatz (tot 11/07/ 2011) Fractieleider Open Vld Vlaams parlement
Annemie Neyts
Europees parlementslid Minister van Staat
Els Ampe
Ann Brusseel
Carla Dejonghe
Herman Mennekens
Fractieleider Open Vld Brussels parlement
Voorzitter Raad VGC
Vlaamse Gemeenschapscommissie
RenĂŠ Coppens
Brussels parlementslid
Vlaams parlementslid
Brussels parlementslid
Jean-Luc Vanraes Minister Brusselse regering
Khadija Zamouri
Vlaams parlementslid
(ter vervanging van Sven Gatz vanaf 11/07/2011)
17
Open Vld-Brussel
Vrije stad, Open stad
Wil u meer weten over Open Vld in Brussel, neem dan een kijkje op www.vldbrussel.be en lees Het Blauw Brusselplan Liberaal Manifest voor een Open stad Programma 2009-2014: vrije stad, Open stad Tussen Halle en Vilvoorde ligt onze welvaart... Brussel
Contact: Johan Basiliades Fractiesecretaris Open Vld, Brussels Parlement Tel: 02/549.66.60 - Fax: 02/549.65.92 info@vldbrussel.be