DOSSIER JULI 2007
P ro p e r Brussel
27 juli 2007 Els AMPE - Carla DEJONGHE
carla.dejonghe@vldbrussel.be els.ampe@vldbrussel.be
Carla DEJONGHE
Els AMPE
Proper Brussel
“Wat wil u de toeristen dan tonen? Een Beurs die naar urine stinkt? Een zwerver om de vijf meter? Hun bedden die ze op het Fontainasplein en tussen de Anspachlaan en het Muntplein gespreid hebben? De blikken bier die op het Fontainasplein rondslingeren? Het braaksel op en rond het SintGoriksplein?
U hebt vele initaitieven ondernomen om mensen aan te sporen een huis of appartement in Brussel te kopen. Met succes. Maar we krijgen er wel stilaan genoeg van om elke dag de urine en het braaksel aan onze inkomhal weg te schrobben. En om uit te kijken waar we onze voeten zetten als we ’s morgens in Anneessens de tram naar ons werk nemen. Het centrum stinkt. Het is vies en vuil. Kom dat zien, beste toerist.” Ilse Gesquiere - www.vies-brussel.be
SAMENGEVAT 1. Het gebrek aan netheid in het Brusselse centrum is niet enkel storend voor het zicht en de reuk, het veroorzaakt belangrijke economische schade: het houdt toeristen en kopers weg van de horeca en handelszaken. Brussel slaagt er op die manier ook niet in om haar centrumfunctie naar inwoners van Vlaanderen en Wallonië te verzilveren. Dit kost inkomsten en laaggeschoolde jobs die we nodig hebben. Het is dus meer dan alleen storend voor ons gemak, het is op termijn slecht voor alle Brusselaars! 2. Er wordt heel wat ondernomen op verschillende niveaus, maar het resultaat is er nog steeds niet (de finale toets van een beleid)! Het ontbreekt bovendien aan ambitie om daar samen aan te werken over bevoegdheidsgrenzen heen. 3. Op alle niveaus wordt wel over netheid gesproken. Men zet sensibilisatie- en affichecampagnes op, legt ruimtes opnieuw aan, neemt meer kuisploegen aan, men wil burgerparticipatie/netheidscomités oprichten, vergaderingen organiseren tussen de verschillende bevoegde diensten,... Maar durft men ook optreden met harde hand als de overlast ondraagbaar wordt? Er is bij de bevoegde politici angst om het repressieve luik van het beleid uit te voeren!
www.vldbrussel.be
Een Brusselse private brievenbus
Historisch plaatsje in centrum Brussel
Brussel heeft een imagoprobleem. Velen zien onze hoofdstad als een vuile, kleurloze stad. Wat loopt er fout? Wat kunnen we doen? Het is duidelijk dat er veel goede wil is en er worden op verschillende domeinen inspanningen geleverd. Denken we maar aan de sensibiliseringsacties, de acties tegen wildplassen en sluikstort in Schaarbeek, het 6-stappenplan van de stad om de netheid te verbeteren, de 16 zones die de Brusselse regering belooft om 'absolute netheid' te verzekeren, aanzienlijk meer personeel, nieuwe machines (budget van 764.000 euro naar 4 miljoen euro in Brussel-Stad!), nieuw materiaal, het gratis ter beschikking stellen van plastic zakjes voor hondeneigenaars (Koekelberg)... Wijken worden onder handen genomen, men begint aan renovatie en vernieuwing, trendy winkeltjes en restaurants duiken op,... Hoe komt het dat de vele inspanningen niet tot fundamentele oplossingen leiden? Dit imagoprobleem heeft een belangrijke maatschappelijke kost met gevolgen op economisch en bijgevolg ook sociaal vlak!
Zin in Famous Belgian Chocolate?
Gemeenten met de laagste tevredenheidsindex Tevredenheidsindex
1. Sint-Joost-ten Noode 2. Sint Gillis 3. Colfontaine 4. Schaarbeek 5. Farciennes 6. Luik 7. Boussu 8. Sint-Jans-Molenbeek 9. Quaregnon 10. Charleroi
72,67 83,41 85,46 86,29 86,53 87,48 88,76 90,42 90,80 92,07
Gemeenten met de meeste ontevreden huishoudens % ontevreden huishoudens 1. Sint-Joost-ten Noode 2. Sint Gillis 3. Schaarbeek 4. Colfontaine 5. Luik 6. Sint-Jans-Molenbeek 7. Farciennes 8. Brussel 26,8% 9. Boussu 10. Engis Bron: http://statbel.fgov.be
39,3% 30,9% 29,7% 29,6% 29,0% 28,7% 27,6% 26,7% 25,3%
Handelaars raken gedemotiveerd bij het telkens opnieuw vaststellen van vuiligheid, rommel, menselijke behoefte en de bijhorende geurhinder in hun buurt. Potentiële klanten lopen bovendien aan hun winkel voorbij wanneer een (dronken) dakloze vóór hun winkeluitstalraam (een roes) ligt uit te slapen. Winkeliers lijden belangrijke economische schade en toeristen en mogelijke bezoekers worden afgeschrikt en blijven liever weg. Dit kost Brussel veel (laaggeschoolde) jobs en inkomsten! En waarom zouden bewoners investeren in een woning in een dergelijk vuile buurt? (Pre)metrostations ontsnappen Hoekje in metrostation ‘Beurs’ ook niet aan vuiligheid en geurhinder van urine van wildplassers en daklozen die er verblijven. Bovendien worden sommige metrolijnen die belangrijke winkelcentra verbinden (noord-zuidverbinding) weinig of niet onderhouden of gerenoveerd. Totaal verouderde tramtoestellen worden er ingezet in een verouderd kader. Al is er heel wat geïnvesteerd in herinrichting, in een aantal cruciale metrostations blijven de toegangen die je eerst doormoet troosteloos en vuil zonder bestemming. Echt aantrekkelijk en uitnodigend naar het grote publiek dat beoogd wordt, vormt het openbaar vervoer op die manier toch niet. "De handelaars in Volkswijk de Marollen zijn het vuil in hun wijk beu. Verschillende daklozen teisteren de buurt rond het Vossenplein. Ze brengen er de nacht door en laten daarna een hoop vuiligheid achter... 'Mensen urineren hier in alle hoeken, maar doen ook hun grote behoefte...'" Bron: Brusselnieuws, 26-07-2007, 'Handelaars Marollen zijn vuiligheid beu'
Thuislozen/bedelaars
Een dakloze slapend vóór het uitstalraam van een designwinkel in de Dansaertstraat
Het is geen uitzonderlijk straatbeeld in Brussel. Een dakloze die ligt te slapen vóór een winkel, in de metro, vóór een restaurant, bedelaars met nog heel kleine kinderen die je opwachten aan de uitgang van je kledingswinkel, tientallen thuislozen die staan aan te schuiven voor een maaltijd in één van de drukst bezochte metrogangen, de geur van urine... De economische gevolgen hiervan zijn niet te onderschatten! Niet iedereen wenst immers in die omstandigheden op een frequente manier het openbaar vervoer te gebruiken of er te winkelen. Mensen gaan andere oplossingen kiezen dan Brussel of haar openbaar vervoer! Een verlies voor de hoofdstad!
De vele intiatieven voor netheid en aantrekkingskracht van Brussel die de verschillende overheden bepleiten, hebben geen of weinig oog voor dit niet te onderschatten probleem. Daklozen, bedelaars en clochards moeten geholpen worden in hun strijd voor huisvesting, hygiĂŤne en een leven dat ze met de hulp van de overheid proberen op te bouwen. Ze horen echter niet thuis in drukke winkelstraten of op commerciĂŤle, toeristische plaatsen die het economische hart van het gewest vormen, ze horen niet hun gevoeg te doen in metrogangen en -stations of kleine steegjes/straatjes, en hun rommel zomaar overal achter te laten... Bedelaars overduidelijk in het straatbeeld aanwezig Daklozenorganisaties moeten ook ingezet worden om hen uit de centrale lanen te houden en het is de taak van de politie om in samenwerking met deze organisaties ze op te pakken wanneer ze overlast bezorgen. De overheid heeft immers ook de taak de economische en sociale belangen van het Gewest te beschermen en de burger te behoeden voor (onhygiĂŤnische) overlast. Brussel spendeert ongeveer 20 miljoen euro aan thuislozenbeleid. Het voorziene budget kan men aanwenden voor deze alomvattende opvang en toezicht op daklozen, bedelaars en clochards. Het is cruciaal voor het algehele huishouden van ons Brussels Gewest!
Jos Serneels, een dakloze: “In Wenen is er om de 500 meter een openbaar toilet te vinden. In Duitsland en in Frankrijk ook, maar hier in België niet. Zelfs niet in de hoofdstad.”
“Maar zelfs openbare toiletten zouden volgens Ben Sala het probleem niet helemaal oplossen. Het probleem is vooral de opvoeding van de mensen. Ik weet niet wat je moet doen om mensen te doen inzien dat dit een openbare plaats is. Ze moeten leren samenleven: er wonen hier mensen, er spelen kinderen,...” Brusselnieuws, 26-07-2007, Handelaars Marollen zijn vuiligheid beu
Wildplassen Een belangrijke oorzaak van de geuroverlast en vuiligheid is het wildplassen. Het gebrek aan zogenaamde 'burgerzin' van bepaalde mensen speelt een belangrijke rol, maar ook het gebrek aan openbare toiletten. Brussel heeft er grote nood aan. In vergelijking met andere Europese steden staan we er slecht voor. Het urinoir aan het Sint-Katelijneplein is naast dat van Laken het enige openbare toilet. Sinds september 2006 is er een bijkomend (betalend) toilet geopend in het premetrostaion aan de Beurs. Die toiletten zijn goed onderhouden, maar de ruimte is niet altijd open. ’s Nachts blijft het probleem dus bestaan. Ook toiletten voor vrouwen zijn ver te zoeken in Brussel. En dan is er nog het onderhoud...
Het openbaar toilet aan de Sint-Katelijnekerk in het Brusselse stadscentrum
Het openbaar toilet in Wenen
Alhoewel dit gebrek reeds lange tijd wordt aangeklaagd, kan men nog altijd geen concrete actiestappen terugvinden in het beleid. Het plan "De reinheid is van KAPITAAL belang" (maart 2007) van de nieuwe schepen van openbare reinheid van Brussel Stad dat haar netheidsactieplan uitstippelt, spreekt niet van openbare toiletten! Wel wordt het probleem nu erkend en zou men in de toekomst budgetten voorzien. Al wordt er toegevoegd dat de bevoegdheden over verschillende departementen (Urbanisme en Openbare werken) lopen. Dit zal de besluitvorming er niet op vergemakkelijken. Maar als de nood hoog is...?
Niet enkel de overheid, ook de burger heeft een verantwoordelijkheid. Het is inderdaad niet altijd enkel een probleem van gebrek aan infrastructuur. Zelfs al worden de nodige inspanningen geleverd, toch blijft de overlast. Dan is het tijd burgers hierop grondig aan te spreken. Geen gedoogbeleid meer! De gemeente Schaarbeek bijvoorbeeld heeft tijdens de laatste jaren verschillende acties gevoerd waarbij wildplassers en sluikstorters op heterdaad betrapt werden en een niet geringe boete dienden te betalen. Maar een ĂŠĂŠnmalige actie op een beperkte plaats, zal overtreders niet fundamenteel afschrikken. Het wordt belangrijk dat - vooral ook op risicoplaatsen - wildplassers systematisch beboet kunnen worden. Misschien kan cameratoezicht op deze risicoplaatsen een belangrijke bijdrage leveren. Ook sociale controle helpt. Mensen kunnen gerust hun medeburger hierop aanspreken. Waarom stadswachters en andere actoren hiervoor inderdaad geen bepaalde administratieve bevoegdheden geven? In de politiezone Brussel-hoofdstad - Elsene heeft men het laatste jaar meer boetes rond 'goed burgerschap' uitgeschreven dan vorig jaar, boetes van 250 euro. Dit is een goed begin. Maar toch blijft dan dat - naast de nood aan een systematische aanpak - het gebrek aan (propere) openbare toiletten en daklozen die geen geld hebben om te betalen een probleem zal blijven waar boetes voorlopig niets fundamenteel aan zullen veranderen.
De pispaal in Brussel?
"Dinsdagmorgen vonden we vier vuilniszakken met rottend vlees voor onze stoep. We verwittigden de ophaaldiensten van Net Brussel, maar zij verwezen ons door naar de gemeente. Bij de gemeente verwezen ze ons door naar Net Brussel. Toen we deze morgen terugkeerden, lag het afval er nog altijd. We trokken naar de burgemeester. Uiteindelijk werd het afval opgeruimd na meer dan een dag." Johanna Duplouy, Magic Land Theatre, Het Laatste Nieuws, 19-07-2007
Bevoegdheden/samenwerking Het vraagstuk van wie nu bevoegd is, zorgt niet alleen voor grote onduidelijkheid en verwarring bij de burger, maar vaak vooral ook voor immobilisme bij de verschillende bevoegde overheden. Er zijn immers meerdere netheidsoperatoren aan het werk: Gewestelijk Agentschap Net Brussel (ANB): - ophalen van het vuilnis - reinigen van de gewestwegen, gemeentelijke wegen van gewestelijk belang + sommige wijken in Brussel Stad Lokale overheid: - reiniging van de lokale wegen - verschillende diensten: netheidsdienst + groendienst voor onderhoud van gemeentelijke parken
Brussels Instituut voor Milieubeheer (BIM): onderhoud van gewestelijke parken
NMBS en MIVB: onderhoud en reiniging van eigen infrastructuur
Het is niet altijd duidelijk tot wie de burger zich met een klacht moet wenden. Een betere samenwerking tussen de gewestelijke en lokale netheidsdiensten wordt onontbeerlijk! Dialoog en overleg zijn daar natuurlijk deel van. Maar misschien zou een geĂŻntegreerd systeem met een overzicht van de verschillende taken en reeds gedane opdrachten hier een oplossing kunnen bieden. Ook hier introduceerde de gemeente Schaarbeek een interessant GPS-systeem waar schoonmakers ingeven welke opdrachten ze reeds vervulden, men duidelijk kan zien wat nog rest en bijgevolg prioritair belang krijgt. Vandaag wordt in de gemeente Brussel nog altijd gewerkt op basis van een handgeschreven werkschema dat de verantwoordelijke van een zone elke dag zelf opnieuw moet uitstippelen, rekening houdende met een aantal variabelen (zieken, vakantiedagen,...) en waarbij hij niet beschikt over ook maar enige hulpmiddelen of statistieken die bepaalde dringende behoeften zou kunnen weergeven. Het zou dus interessant zijn mocht een gelijkaardig GPS-systeem en de informatisering uitgebreid worden naar het hele Gewest waar coĂśrdinatie tussen de verschillende bevoegde diensten vanzelfsprekend wordt!
www.waf.be een graffitikunstenaar: In veel steden spuiten jongeren ‘tags’ op de muren. Het zijn meestal kleine krabbels. Veel mensen storen zich eraan, want het zorgt voor slordige muren. Wij mogen er dan grote tekeningen over spuiten. De steden komen ons dat zelf vragen. Daarna komen er geen ‘tags’ meer. De jongeren hebben te veel eerbied voor ons werk. En de oudere mensen vinden het meestal ook mooi. Zo is iedereen tevreden.
Graffiti Graffiti is een typisch stedelijk fenomeen. Het kan kunst zijn, maar meestal is het vandalisme. De graffiti en tags die op huizen, winkelportalen, in metrostations en –stellen is aangebracht, wordt maar zelden geapprecieerd door voorbijgangers. Het geeft een verwaarloosde indruk. De kost om het product te verwijderen is echter gigantisch. Bovendien blijft het meestal niet bij die ene keer. Waarom zouden eigenaars dan nog moeite doen om ze te verwijderen? 'Ze komen toch altijd terug en daders worden maar zelden gestrikt, laat staan gesanctioneerd.' Ook hier is de economische kost niet onbelangrijk! Het verwijderen ervan is een zeer dure aangelegenheid, iets wat eigenaars niet meer willen of kunnen gezien het weerkerende aspect. De stad Brussel heeft nu een gratis dienst ter beschikking die op vraag van de burger graffiti en tags komt verwijderen. Het wordt echter heel belangrijk dat de graffiti- en tagspuiters een handje toesteken in deze 'gratis' dienstverlening voor de verwijdering van hun overlast aan de burger!
Tags op gevels van huizen en winkelportalen in het centrum
Naast de graffiti-brigade van Brussel-Stad, bieden een aantal Brusselse gemeenten een premie aan voor het aanbrengen van een beschermlaag tegen graffiti aan gevels. Ook kunnen artistieke initiatieven een positieve bijdrage leveren. Zo bijvoorbeeld zijn er de projecten om openbare plaatsen te verfraaien (vb. gang van een station). Mooie graffiti/tekeningen kunnen immers een troosteloze straat opfleuren. Andere steden, zoals Brugge, hebben dan weer een heus graffitibeleid waarin misschien een aantal interessante ideeën kunnen gevonden worden.
"Sinds 1996 voert Brugge een positief ‘meersporen’ graffitibeleid, bestaande uit 4 pijlers: repressief, curatief, artistiek en sensibiliserend. Een speciale cel van de politie spoort graffitispuiters op en identificeert hen; de cel brengt ook de tags in kaart. Wat niet vermeden kan worden, verwijdert de stad (gratis). Men streeft ernaar om graffiti binnen 48 uur weg te halen om de daders zo te ontmoedigen. Doel van graffiti is immers om gezien te worden, dus snelle verwijdering is zeer effectief. Bovendien geeft een snelle verwijdering de bevolking vertrouwen in de aanpak van de gemeente. Maar daders oppakken en graffiti verwijderen is niet genoeg: Brugge werkt ook aan ondersteuning voor de jongeren door een ontmoetingsplaats voor graffiteurs te creëren, een ‘place to be’ voor de ‘masters’. Deze locatie wordt gelinkt aan andere artistieke uitingen zoals hip hop en breakdance. Graffitispuiters krijgen verantwoordelijkheid door hen de leiding van de workshops toe te vertrouwen. Een laatste pijler van het meersporenbeleid, de sensibilisering, houdt de bevolking op de hoogte via een folder en persartikels. Slachtoffers krijgen een brief met uitleg over graffiti. Deze mengeling van repressie, preventie en begeleiding heeft gezorgd voor een vermindering van de inbreuken, minder overlast, en een positievere houding van de slachtoffers. Irritatie en vijandigheid hebben plaats gemaakt voor dialoog." Bron: Federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken
Tags op de gevel van de bekende feestartikelenwinkel in de Brusselse uitgaansbuurt
MIVB: Het systematisch vervangen van een loketbediende door automatische ticketverdelers vermindert het toezicht in de tram-, metro- en premetrostations. Hierdoor krijgen taggers meer vrij spel en stijgt de onverschilligheid van de spuiters. In 2006 heeft de MIVB meer dan 1.000.000 euro besteed aan het verwijderen van tags in de metro’s, bussen en trams.
Een geĂŻntegreerde aanpak: Preventie Vermijd graffiti door aantrekkelijke initiatieven aan te bieden. Bied jongeren workshops aan waar ook kunstacademies, jongerenof cultuurcentra bij betrokken worden. Graffiti heeft ook te maken met de behoefte aan erkenning en respect. Men kan hierop inspelen. Repressie en verwijdering Ontmoedig graffitispuiters door het zo snel mogelijk te laten verwijderen. Breng tags systematisch in kaart, dit kan helpen om de daders op te sporen en te identificeren. Hiervoor is een goede samenwerking tussen de straatvegers en de politie aangewezen, maar ook cameratoezicht kan helpen. Via de jeugddienst kunnen jongeren verder begeleid worden. Maar een alternatieve straf zoals helpen in de graffitibrigade kan respect voor publiek en privaat eigendom bijbrengen en legt een deel van de maatschappelijke kost bij de verantwoordelijke!
Muurschilderingen
Vandalismegraffiti op portalen en in metrostations
Bregt – Brusselblogt: “Ik moet zeggen dat Brussel wel degelijk serieuze inspanningen doet om de straten proper te houden. Ik zie voor mijn deur elke morgen de straatvegers uitrukken en in het centrum worden vele straten dagelijks gekuist. Dus daar zit het probleem volgens mij niet. Het probleem zit bij de mentaliteit van sommige bewoners. Onvoorstelbaar wat ik soms mensen op straat zie gooien hier in Brussel terwijl 3m verder een vuilbak staat. De arme straatvegers moeten dweilen met de kraan open.“
Sluikstorten en zwerfvuil Op een boogscheut van de Grote Markt en het Katelijneplein ligt een klein parkje, recentelijk nog heraangelegd, een kleine groene long en ontmoetingsplaats voor buurtbewoners. De vele vuilnisbakken ten spijt ligt het parkje vol met lege blikjes en plastic flessen. Toezicht is er niet, sociale controle is er onbestaande... Het wordt cruciaal dat bewoners en bezoekers duidelijk op hun 'burgerzin' en verantwoordelijkheid worden gewezen! De overheid neemt reeds vele initiatieven. Veel budgettaire middelen worden geïnvesteerd in meer kuisen, meer materieel, (grof) huisvuilophalingen,... Toch blijft grof- en zwerfvuil overal opduiken. Sluikstort in één van de hoofdstraten: Anspachlaan Het is niet alleen de taak van de overheid om te zorgen voor netheid. Het is ook de taak van de burger! Een voortdurend rondrijdende en weerkerende reinigingsploeg volstaat dus niet. En men kan ook niet blijvend rekenen op 'snelle interventieploegen' die alle vuil en rommel onmiddellijk komen ophalen bij elke klacht. Dit leidt onvermijdelijk tot meer sluikstort en zwerfvuil! Immers "ze komen het toch onmiddellijk ophalen". Wanneer zullen de politici de moed hebben om mensen hier systematisch over aan te spreken en op te treden? Sensibilisatie en éénmalige acties helpen voor sommige mensen echt niet! Men kan niet blijvend eigen vuil aan de samenleving opleggen en deze samenleving dan nog eens voor de enorme maatschappelijke kost laten betalen!
Een escargotkraampje aan de Beurs
Naast het opleggen van administratieve boetes bij het op heterdaad betrappen, zouden deze mensen moeten bijdragen aan opruimen. Het brengt respect bij voor het harde werk dat de opruimingsdiensten hiervoor moeten leveren en men zou de draagwijdte van hun 'storten' beter kunnen inschatten. Gewestelijke jobstudenten zeiden na hun vakantiewerk: "We zullen voortaan geen afval meer op straat gooien, nu we gezien hebben hoe hard die straatvegers moeten werken". De Standaard, "Totale netheid in 16 zones", 12-07-2007. Zorg voor een systematische (nachtelijke) controle gebaseerd op risicoplaatsen en -tijdstippen (acties Schaarbeek), eventueel cameratoezicht bij vuilnisbakken en glasbollen, zorg voor
belangrijke boetes bij het betrappen (Schaarbeek: >150 euro) en organiseer opruimmomenten voor grootstorters en hardnekkigen. Maar ook hier, zorg voor een sociale controle! Maak mensen verantwoordelijk voor hun wijk of park. Ze zullen er fier op zijn. Joris – Brusselblogt: “Wat ik ook onder vuiligheid klasseer zijn de ontelbare stickers en illegaal geplakte affiches of flyers. Op elke paal met een verkeersteken hangen wel een aantal stickers (soms zelfs op het teken zelf); op wat grotere oppervlakken zoals kastjes van de elektrici teitsmaatschappij gaat het vaak om affiches. Vuil ligt niet alleen op de grond maar kan ook tegen de muren plakken”
Wildaanplakking Affiches, stickers en flyers tonen dat een stad leeft. Maar aantrekkelijk is het wel niet! Een leegstaand huis vol met affiches geeft aan de hele straat een verwaarloosd uitzicht, een overplakt electriciteitskastje kan voor ongemak zorgen bij onderhoudstechnici... Misschien kunnen meer reclamezuilen op drukbezochte plaatsen een oplossing bieden (cf Parijs). Via een aanbesteding kan ervoor gezorgd worden dat de gemeente zelf geen kosten moet maken. Hardnekkige wildplakkers kunnen dan misschien een handje toesteken bij het verwijderen van niet juist gekleefde reclame. Maar in principe gaan ook verantwoordelijke uitgevers niet vrijuit. Zij moeten op de gepaste wijze op hun verantwoordelijk gewezen worden... Een huis in de Lombardstraat dichtbij de Grote Markt
Mike – Brusselblogt: “In Parijs is men er in geslaagd om de hoeveelheid hondendrollen op de straat serieus terug te dringen... Dit laatste werd uiteindelijk bewerkstelligd door boetes van 183 € op te leggen aan hondeneigenaars die de nieuwe regelgeving niet opvolgen. Brussel is nog steeds de meest vieze stad van Europa als het op excrementen aankomt. Expats die hier komen wonen klagen steevast over een aantal dingen die anders zijn dan bij hen thuis. Hondendrollen komen in dergelijke betogen ook steeds terug..."
Hondendrollen Veel mensen zien er tegenop om de hondenpoep van zijn of haar hond op te ruimen of het maakt hen allemaal eigenlijk niet veel uit. Voetpaden, parkeerplaatsen of boomperkjes liggen dan ook dikwijls bezaaid met hondendrollen. Vooral in de zomer zorgt het voor een doordringende geur. Aangenaam winkelen is het niet wanneer men naar de grond moet kijken in de plaats van in het winkeluitstalraam om te vermijden dat een 'goedje' aan uw schoenen kleeft. En een wandeling in het park is ook niet zonder gevaar, zeker met kleine kinderen of met open schoenen! Ook hier moet een beleid van sensibilisering, preventie en uiteindelijk systematische sanctionering samengaan. Het hondentoilet is een goede preventiemaatregel. Brussel heeft er echter veel te weinig (vergelijking rechtsboven). Bovendien vragen hondentoiletten ook onderhoud. De dagelijkse reiniging moeten zorgen voor het succes ervan. Ook hier heeft de burger wanneer de overheid haar werk deed een verantwoordelijkheid! Wanneer er geen hondentoilet te bespeuren valt, moet de eigenaar zorgen voor de onmiddellijke verwijdering met een plastic zakje. Daarom zou het aangewezen zijn dat deze zakjes overal gemakkelijk te vinden en verkrijgen zijn in bijvoorbeeld zakjesautomaten of bij handelaars. Hondendrollen aan het winkelcentrum de Brouckère
Het hondentoilet
Ter vergelijking: Brussel-Stad heeft op een bevolking van ongeveer 145.000 inwoners 25 hondentoiletten. In Gent met nog geen dubbel aantal inwoners werden er 130 hondentoiletten geplaatst die 6 dagen op 7 gereinigd worden. Elke dag worden er 1.100 drollen opgeruimd, waardoor jaarlijks zo’n 20.000 kg poep van naar schatting 12.000 Gentse honden van de straat wordt gehouden. Het aantal klachten over poep is er dan ook sterk gedaald. In 1998 werden er 24.000 drollen op straat geteld, in 2004 nog 900.
Zoals in het wildplassenbeleid, zal ook hondenpoepbestrijding een inspanning van de overheid vergen om de gepaste infrastructuur en omstandigheden te voorzien. Maar ook hier zal er een algehele mentaliteitswijziging nodig worden. Wijkagenten, straatvegers, veiligheidsmensen en parkeerwachters kunnen hondeneigenaars wijzen op het gebruik van de hondentoiletten of plastic zakjes. Uiteindelijk zullen in bepaalde gevallen enkel boetes kunnen helpen...
In Oostenrijk hebben de meeste rokers een metalen doosje waar ze hun peuk in uitduwen en opbergen. Met een beetje discipline kan dit hier ook!
Sigarettenpeukjes/kauwgum Overvolle asbakken aan de ingang van sommige winkels, winkelcentra of restaurants, kauwgumresten,... zorgen niet bepaald voor een aantrekkelijk straatbeeld. Bovendien dienen ze meestal ook als vuilnisbak. De ingang van de metro ligt bezaaid met sigarettenpeuken of half opgerookte sigaretten, ook op straat en in het beste geval in de goot vindt men hopen peukjes. Wanneer de overheid het roken in openbare gelegenheden verbiedt, verdwijnen de asbakken er, met als gevolg dat mensen voor het binnenwandelen van een rookvrij gebouw nog snel een laatste trek nemen en daarna hun sigaret op straat gooien. Het is duidelijk dat ook dit gedrag getuigt van het weinige respect dat bepaalde mensen hebben voor publieke plaatsen! Het voorzien van een asbak kan een gedeeltelijke oplossing bieden. Beter nog zou zijn om ze op verschillende drukbezochte punten te plaatsen (ingangen van metro en premetro of aan kruispunten). Een samenwerkingsakkoord met horecazaken in Brussel is hierover reeds afgesloten, maar dit kan natuurlijk ook met de bedrijfswereld of openbare instellingen. Het Oostenrijkse metalen doosje zou misschien inderdaad iets nieuw voor Brussel kunnen worden! Een sigarettenpeukje-vanger
Het integraal verwijderen van kauwgom is een moeilijke en dure klus. Bij het reinigen van de Nieuwstraat bijvoorbeeld werd op ongeveer 8.000 m2 stoepen ongeveer een half miljoen kauwgomresten verwijderd! Sommige tegels telden tot 33 kauwgomresten op een oppervlakte van amper 40 x 40cm. Waarom geen kauwgombomen-project opzetten? Zou een soort artistieke boom of ander kunstzinnig ontwerp geen aantrekkingskracht kunnen hebben op de kauwgom-vreters? Misschien is dit toch het proberen waard!
Een kauwgomboom
Vernieuwing Er worden investeringen gemaakt om metrostations een beter uitzicht te geven. Sint-Katelijne is een mooi voorbeeld. Maar in nog een heel aantal cruciale centrumstations zoals bijvoorbeeld Rogier, De Brouckère, Beurs,... op de Noord-Zuid verbinding die de centrale lanen aandienen, blijven we eerst langs vieze en troosteloze gangen lopen vooraleer we een metro of tram kunnen nemen. Men zet er bovendien nog eens verouderde tramtoestellen in. Er zou prioriteit gegeven moeten worden aan de vernieuwing en verfraaiing van deze cruciale stations die onze winkelcentra en hoofdlanen verbinden.
I
k had een zolder vol rommel en de kelder was ook al niet veel beter. Dus afspraak gemaakt met Net Brussel voor het ophalen van grofvuil. “Wanneer kunt u komen ?” “Over twee weken.” “En om hoe laat ongeveer ?” “Tussen zeven uur ‘s ochtends en vijf uur ‘s avonds.” “Kunt u dat niet een beetje specifiëren ? Bijvoorbeeld of het in de voormiddag of de namiddag zal zijn ?” “Neen.” “Jamaar, dan moet ik hier de hele dag aanwezig zijn ? U weet toch, zeg maar, de dag ervoor rond hoe laat men langskomt ?” “Neen.” “En het vuilnis moet op de stoep staan ?” “Het vuilnis moet vóór zeven uur op de stoep staan.” “Maar ik heb hier een kelder en een zolder te legen, dan moet ik om vier uur ‘s ochtends opstaan om het allemaal vóór zeven uur buiten te hebben. Dat is toch niet normaal ?” “Ik zal eens kijken. Waar woont u ?” Ik geef adres en er is even stilte aan de lijn. “U mag het vuilnis al ‘s avonds buiten zetten, want bij u wordt er toch niet gecontroleerd !” Fijn om dat te vernemen. Dus, wat doet men in zo’n geval. Men neemt een dag verlof. De avond tevoren hebben ik en een vriend alles naar buiten gesleept, een karwei waarmee we toch zo’n twee uur zoet waren. De dag erna dan maar wachten. Maar de honger knaagt. Ik dus een brood kopen bij mij op de hoek. Het is dertig meter van mijn huis. Ik kom terug, en ja hoor : ze hadden zich gemeld, er was niemand thuis en ze waren weer vertrokken. Bellen dus. “Ik ben één minuut weg geweest en ze zijn weer vertrokken !” “U moet een nieuwe afspraak maken. Voor over twee weken. Tussen zeven en vijf.” “Maar ze kunnen hier maar een paar honderd meter vandaan zijn. Ik ben één minuut weggeweest !” “U moet een nieuwe afspraak maken. Voor over twee weken. Tussen zeven en vijf.” “Maar moet ik dan mijn hele rommel weer naar binnen dragen ?” “U moet een nieuwe afspraak maken. Voor over twee weken. Tussen zeven en vijf.” Een snood plan komt in me op. Die hele rommel weer naar binnen slepen ? En over twee weken weer naar buiten ? Ik denk er niet aan. Bellen dus. “Ja, ik ben meneer Vanderslagmulders. Ik wil melding maken van een klandestien stort. Ze hebben hier een hele berg rommel voor mijn deur gedeponeerd. Dit is mijn adres.” “Ok meneer, we doen het nodige.” Het afval heeft nog een dag of drie op de stoep gestaan en werd toen, reeds sterk gereduceerd door omwonenden die -letterlijk - een graantje wilden meepikken, opgehaald door de afvaldiensten ... Dus als u snel van uw rommel wil af zijn, geen zin heeft om daar een hele dag verlof aan te hangen : één telefoontje volstaat.