2 minute read

Beter helpen

Next Article
Fotocheck

Fotocheck

Helpen om beter te helpen

Perry Heijne (links) en Hein Fleuren (rechts) stonden samen aan de wieg van het Zero Hunger Lab (ZHL). Fleuren: ‘We zijn nu een jaar of drie bezig, maar in de tien jaar ervoor speelde het al in mijn achterhoofd. Samen met Dick den Hertog heb ik het concept voor het Zero Hunger Lab bedacht. Met Perry heb ik het lab vervolgens ontwikkeld en uitgebouwd tot een onderzoeksinstituut met sociale impact.’ Heijne: ‘Als Hein en ik samen zitten, beginnen de ideeën meteen te stromen en opeens is daar een plan. Dat overigens ook een te ambitieus of te wild plan kan zijn. We stellen elkaar dan kritische vragen, het schuurt, er wordt gepolijst en vaak rolt daar een concreet project of onderzoek uit. Zo versterken wetenschap en praktijk elkaar enorm.’ Fleuren: ‘Uiteindelijk staat het Zero Hunger Lab voor twee dingen: noodhulp en duurzame ontwikkeling. We zetten wiskunde in om effectievere voedselhulp in rampsituaties te kunnen bieden en om ons globale voedselsysteem slimmer te maken in het belang van de gezondheid van de planeet en al haar bewoners. Met andere woorden: wij helpen om beter te helpen.’ Heijne: ‘De academische wereld en de ngo-wereld spreken niet altijd dezelfde taal. Mijn rol is om de wiskunde naar de humanitaire praktijk te vertalen en te zorgen dat de ideeën uit de wetenschap worden omarmd en echt impact hebben.’ Fleuren: ‘Perry en ik vinden elkaar altijd in ons streven om deze wereld een betere plek voor iedereen te maken: minder armoede, meer gelijkheid, meer welzijn, kortom, de zeventien Sustainable Development Goals. We kunnen heel enthousiast en gedreven worden als we nadenken over oplossingen voor bijvoorbeeld vluchtelingen, kinderarmoede, hongersnood, watervervuiling of jeugdzorg.’ Heijne: ‘Met het Zero Hunger Lab hebben we onlangs als wetenschappelijke partner van het World Food Programme de Franz Edelman Award gewonnen. Dat was echt een erkenning voor wat we doen. Veel mensen die bezig zijn met ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp zien dat bijvoorbeeld slimme algoritmes hen verder kunnen helpen, maar ze vinden het lastig om zoiets te vertalen naar praktische oplossingen en concrete resultaten. Bij ons gaat het echt om de toepassing. Een treffend voorbeeld is wat we met behulp van data analytics samen met het World Food Programme hebben laten zien in Zuid-Soedan.’ Fleuren: ‘Zijn we ooit van het probleem af, wordt mij weleens gevraagd. Dat kun je op twee manieren bekijken: optimistisch of realistisch. Als je voor 800 miljoen mensen honger structureel de wereld uit wilt hebben, dan heb je ongeveer 250 miljard euro nodig, zo is becijferd. Een gigantisch bedrag. Toch: financieel en technisch gezien kunnen we dit best oplossen. Maar dan kom je bij de wereldwijde politiek en dan gaat het langzaam.’ Heijne: ‘Of in 2030 het wereldvoedselprobleem is opgelost, weet ik niet. Maar de kennis, de kunde en het geld zijn er. Ik geloof dat we samen met overheden, bedrijven, maatschappelijke en kennisinstellingen onze voedselsystemen radicaal kunnen verbeteren. En iedereen die vandaag een gezonde en duurzame maaltijd op tafel zet, helpt mee.’ Tekst: Jim Jansen

This article is from: