8 minute read

Lignine vervangt fenol in meubelpanelen VNCI-lid

Ducor Petrochemicals produceert (op relatief kleine schaal) polypropyleenproducten. Dankzij drie productielijnen kan het drie verschillende producten tegelijk maken. Duurzaamheid krijgt speciale aandacht, zoals recycling en energie-efficiëntie.

HET MAATWERK VAN DUCOR PETROCHEMICALS ‘WE KUNNEN SNEL SCHAKELEN’

Advertisement

De relatieve kleinschaligheid van de Rozenburgse plant van Ducor, producent van polypropyleen, biedt het voordeel dat er snel een nieuw product ontwikkeld en geleverd kan worden. “Onze toekomst is jezelf steeds opnieuw uitvinden”, zegt CEO Ann Geens. Tekst: Igor Znidarsic

In Rozenburg, op de site van Huntsman, produceert Ducor Petrochemicals polypropyleen producten voor uiteenlopende toepassingen zoals verpakkingsmaterialen, huishoudproducten en de gezondheidszorg. Met een capaciteit van 180 kiloton is het een relatief kleine plant, met drie parallelle productielijnen. “Een dergelijke plant zou nu niet meer op deze manier gebouwd worden”, zegt CEO

Ann Geens. “De capaciteit zou veel groter zijn, en in plaats van drie lijnen zou er één lijn komen, omdat je voor drie lijnen meer equipment en meer handen nodig hebt.” Toch biedt juist die ‘oude’ opzet Ducor veel voordelen, stelt Geens. “De grootschalige polypropyleenindustrie met runs van 500 tot 2000 ton werkt misschien efficiënter, maar wij zijn met onze runs van 100 ton veel flexibeler en kunnen sneller anticiperen op een specifieke klantvraag. Een run van 100 ton, dat zijn vier vrachtwagens. Een dag later kunnen we al een nieuw product leveren.” De drie productielijnen maken het mogelijk om drie verschillende producten tegelijk te produceren en waar nodig van lijn te wisselen of lijnen te combineren. “Er zijn in Europa genoeg klanten, met name in het mkb, die flexibiliteit willen, keuzemogelijkheden en snelheid in levering. Wij werken met hen intensief samen om op maat gemaakte oplossingen te bieden. Als een klant ons vraagt om een nieuw product te ontwikkelen en te produceren, kunnen wij heel snel iets maken. We zijn een klein team, de R&D staat heel dicht bij Sales en Productie, we kunnen snel schakelen. Die interactie is voor ons essentieel. Onze toekomst is jezelf steeds opnieuw uitvinden, voornamelijk op producten.”

Uitbreiding De grondstof propyleen, afkomstig van verschillende leveranciers, komt binnen via pijpleiding of schip. Er is een opslag van 2000 ton op het eigen terrein, mede waardoor Ducor onder het BRZO-regime valt. Utilities zoals stoom, elektriciteit en stikstof worden gezamenlijk op de site ingekocht. Verder wordt ook gebruikgemaakt van de site services van Huntsman, zoals bewaking en wegonderhoud. De maintenancewerkzaamheden doet Ducor zelf. De propyleen gaat eerst naar de droger-unit voor zuivering. Voor het recyclen van propyleen uit diverse interne processtromen wordt gebruikgemaakt van de splitterunit. “We hebben een specificatie nodig die redelijk strak staat”, aldus Geens. “De zuiverheid van het gas moet 99,5 procent zijn. Er mag maar heel weinig zwavel, koolstofmonoxide en water in zitten.” Ducor heeft in dit verband het plan om op een stuk braakliggend grond een uitbreiding van de splitter te plaatsen. Een ambitieus plan dat onder meer opslagtanks vereist. “Daarmee zouden we meer verschillende

VNCI-lid

‘Er zijn in Europa genoeg klanten die flexibiiteit, keuzemogelijkheden en snelle levering willen, met name in het mkb‘

FOTO:WIM RAAIJEN, INDUSTRIELINQS/PETROCHEM DUCOR PETROCHEMICALS kwaliteiten gas aankunnen, dus ook van een lagere kostprijs. We zouden dan fl exibeler kunnen inkopen, van meer partijen wereldwijd.” Mogelijk gaat Ducor hiervoor in zee met een externe (logistieke) partij. De polymerisatie tot polypropyleen vindt met behulp van een katalysator plaats met de zogeheten Novolen gasfase-technologie. Uit de

reactor komt polypropyleenpoeder, dat vervolgens (samen met toegevoegde additieven) wordt opgesmolten en geëxtrudeerd met als eindresultaat polypropyleengranulaat. Sinds 2 jaar wordt ook het poeder aan klanten geleverd. Geens: “Sommige klanten kochten granulaat en vermaalden dit tot poeder. Omdat wij in het productieproces al De plant in Rozenburg is in 1979 gebouwd door ICI en werd in 1994 overgenomen door BASF, waarbij de productcapaciteit omhoogging van 75 naar 150 kiloton. Later volgde een overname door Basell Polyolefi ns, maar wegens een te groot marktaandeel moest Basell het onderdeel weer afstoten. De nieuwe eigenaar werd het Belgische Domo, waarbij de naam veranderde in Domo Polypropylene. Om de plant toekomstbestendig te maken volgde een ingrijpende reorganisatie, waarbij het personeelsbestand werd teruggebracht tot 65 man. Eind 2012 werd Domo Polypropylene overgenomen door Carmel Olefi ns, onderdeel van het Israëlische Bazan, waarbij de naam werd gewijzigd in Ducor (Dutch Carmel Olefi ns Rozenburg) Petrochemicals. Bazan (de Hebreeuwse vertaling van oil refi nery) is deels familieeigendom maar wordt gedeeltelijk verhandeld op de Israëlische beurs. In Rozenburg werken 100 mensen, waarvan 50 in de productie. CEO Ann Geens studeerde handelswetenschappen, met specialisaties fi scaliteit en accountancy. Na enkele jaren PWC wilde ze graag de industrie in. Een vacature bij Domo, waarbij ze de helft van de tijd in België en de andere helft in Rozenburg zou werken, was haar op het lijf geschreven omdat ze er precies tussenin woonde. Ze begeleidde onder meer de overname van Ducor en werd 6 jaar geleden

CEO. poeder maakten, leveren we dit nu direct aan die klanten. Dat scheelt ons en de klant energiekosten en het verlaagt de kostprijs.”

Kwaliteiten Polypropyleen heeft een aantal zeer gewilde kwaliteiten, waaronder een lage zuurstofdoorlaatbaarheid, gering gewicht, stevigheid en resie

‘We zijn al jaren bezig met energieverbetering, maar we spreken er veel te weinig over’

Ann Geens: ‘We moeten gezamenlijk aan de slag.’

FOTO:WIM RAAIJEN, INDUSTRIELINQS/PETROCHEM.

PLASTIC KORRELS IN MILIEU Ducor kwam recent in het nieuws vanwege een handhavingsverzoek ingediend door de Plastic Soup Foundation bij DCMR. Ducor werd verantwoordelijk gesteld voor vervuiling van de omgeving met plastic korrels. Ann Geens merkte toen hoe moeilijk het is voor een klein bedrijf om op zo’n industriebreed probleem te reageren zonder de kennis en ruggensteun van een brancheorganisatie. Het was een directe reden om lid te worden van de VNCI. Door aansluiting bij Operation Clean Sweep (OCS) heeft Ducor zich inmiddels verbonden met de afspraken van OCS over het voorkomen van het verlies van plastic in het milieu. Afgelopen jaar heeft Ducor tal van maatregelen genomen om verlies van korrels op het eigen terrein tegen te gaan. Maar het bedrijf wil meer. Op 29 september wordt op initiatief van Ducor een rondetafel georganiseerd met overheden, bedrijven en milieuorganisaties, zoals de Plastic Soup Foundation, om met elkaar te kijken naar toekomstige oplossingen. Volgens Geens zijn hierbij wederzijds vertrouwen en transparantie cruciaal. Uit een analyse van Ducor van de in de omgeving aangetroffen plastic korrels blijkt overigens dat ze lang niet allemaal afkomstig zijn van Ducor. Geens: “We moeten hier gezamenlijk mee aan de slag.” Geens was een van de vier genomineerden voor de Plant Manager of the Year 2020. stentie tegen lage temperaturen. Het materiaal wordt daardoor onder meer toegepast in voedselverpakkingen, koffers, stapelbare kratten en verder onder meer in shampooflessen, auto-onderdelen (maken auto lichter en verminderen daarmee CO2-uitstoot) en injectiespuiten. Wat polypropyleen ook onderscheidt van andere kunststoffen is dat het zeer zuiver gemaakt kan worden en daardoor volledig te recyclen is. Ducor heeft twee projecten op dit gebied lopen. Bij een producent van bloembakken is het percentage gerecycled product inmiddels al 75 procent, waarbij het doel 100 procent is. Een andere klant wordt begeleid in het omschakelen naar materialen met een hoog percentage gerecyclede content in zijn rode en doorschijnende kaarsverpakking. Ook intern vindt er recycling plaats. “Bij overgangen, als we snel moeten schakelen, hebben we in het productieproces stromen die tijdelijk niet de A-kwaliteit hebben. Die leveren we vaak aan recyclers van plastic post- en pre-consumentenafval. Zij kunnen al heel veel materialen en kunststoffen scheiden, tot kleuren aan toe, en polypropyleen met verminderde kwaliteit wordt daar dan mee gemengd.”

Ftalaatvrij Onder andere vanwege steeds strengere regelgeving met betrekking tot het gebruik van ftalaten (in de meeste katalysatorsystemen voor polypropyleen worden ftalaten als zogeheten ‘interne donor’ gebruikt – de ftalaat-concentratie in polypropyleen is doorgaans zeer laag, typisch < 1ppm), schakelde Ducor binnen een halfjaar over op een ftalaatvrije katalysator. Dat had volgens Geens een enorme impact op het productieproces, en de operators moesten anders leren werken. “Maar het resultaat is dat onze plant nu alleen ftalaatvrije producten levert. Sommige producenten die tien plants hebben kunnen vaak tegen een klant niet zeggen van welke plant het product geleverd wordt, en kunnen daarmee dus niet garanderen dat het ftalaatvrij is. Wij kunnen dat wel, en hiermee voldoen wij aan de vraag van vele brand owners.” Gevraagd naar projecten op het gebied van duurzaamheid, zegt Geens: “We doen veel en zijn al jaren bezig met energieverbetering, maar we spreken er veel te weinig over.” Zo is het stoomverbruik dit jaar alleen al omlaag gebracht met 5000 ton per jaar en is door vermindering van het gasverbruik 7000 ton CO2-uitstoot per jaar gereduceerd. Maar de focus ligt het meest op elektriciteit, omdat dat de voornaamste energiebron is in het productieproces. Zo is er veel geïnvesteerd in zuinigere motoren, zowel qua geluid als qua elektriciteitsgebruik, en wordt er nu gekeken naar warmteterugwinning. En door meer stabiliteit in het proces wordt er nu ook minder afgefakkeld. “Al deze projecten doen we stand alone”, zegt Geens. “Daarom hebben we nu Deltalinqs en de VNCI gevraagd om ons te helpen dit te verbreden. Ik probeer ook hier op de site meer synergie te krijgen. Ik weet bijvoorbeeld dat er verderop, net over de snelweg, een bedrijf is dat veel zou kunnen doen met de propaan die wij nu als restproduct verbranden. Er ligt hier veel industrie, met veel potentiële samenwerkingen. Het zou zonde zijn om daar niet meer mee te doen.” p

This article is from: