Handvest ‘Gezonder voedingsaanbod op scholen’ 2011-2015 Stap voor stap gezonder
Doel De ondertekenaars van dit handvest werken samen met individuele scholen in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs aan het bereiken van een gezonder aanbod van voeding en dranken op scholen door middel van een stap voor stap aanpak.
2
Uitgangspunten 1. Dit handvest is een uitwerking van de in het Convenant Gezond Gewicht opgenomen inspanningsverplichting alle scholen te stimuleren tot een in het schoolbeleid verankerde gezonde schoolkantine en een gezond voedingsaanbod op eventuele andere verkooppunten binnen de school volgens de ‘Richtlijnen Goede Voeding’ van de Gezondheidsraad in 2015.
4.
2.
Onder een ‘gezonder aanbod van voeding en dranken’ wordt in dit handvest een assortiment verstaan dat bestaat uit minimaal 75% basisvoedingsmiddelen en maximaal uit 25% niet-basisvoedingsmiddelen (zie bijlage ‘Indeling Voedingsaanbod’), gemeten over het totale aanbod van voeding en dranken binnen de school. Binnen het aanbod van de basisvoedingsmiddelen én de niet-basisvoedingsmiddelen wordt stap voor stap toegewerkt naar verbetering van het aanbod binnen de diverse productgroepen.
Een gezonder voedingsaanbod op scholen is één van de mogelijkheden om een gezond voedingspatroon en daarmee een gezonde leefstijl bij jongeren te stimuleren. Voor de preventie van overgewicht zijn zowel een gezond voedingspatroon als voldoende lichaamsbeweging van groot belang. In dit handvest zijn alleen afspraken gemaakt over het verbeteren van het aanbod van voeding en dranken.
3.
Dit handvest richt zich op scholen in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Het aanbod van voeding en dranken op deze scholen moet worden verbeterd. Alle handvestpartijen spannen zich in om deze verbetering te bereiken.
Het realiseren van een gezonder aanbod van voeding en dranken op scholen wordt bereikt door een stap voor stap aanpak. Bij aanvang van het proces wordt het huidige aanbod op individuele scholen als uitgangspunt genomen. Iedere schoolsituatie is uniek en vereist om die reden maatwerk.
5.
6.
Onderzoeken laten een verband zien tussen voeding, gedrag en leerprestaties.
7.
Dit handvest draagt er toe bij dat de gezonde keuze een gemakkelijkere keuze wordt voor leerlingen.
8.
Ondertekenaars van dit handvest dragen ieder binnen de eigen invloedsfeer bij aan het bereiken van een gezonder aanbod van voeding en dranken op scholen in 2015.
9.
Partijen uit het bedrijfsleven zetten zich in om samen met de individuele scholen die tot hun klantenkring behoren te werken aan het verbeteren van het aanbod. Het Voedingscentrum, GGD-en, VO-raad en MBO Raad richten zich ook op het stimuleren van de overige scholen die nog niet werken aan een gezonder voedingsaanbod opdat zoveel mogelijk scholen een gezonder assortiment bewerkstelligen.
10.
Partijen van dit handvest stimuleren en ondersteunen elkaar waar mogelijk om de slagkracht van dit handvest verder te vergroten.
4
5
Aanpak Stap voor stap naar een gezonder aanbod van voeding en dranken
Monitoring aanbod van voeding en dranken op scholen
1.
1.
Stap voor stap wordt het aanbod van voeding en dranken op scholen aangepast. Bij aanvang van het proces wordt het huidige aanbod op individuele scholen als uitgangspunt genomen.
2.
Stap voor stap wordt toegewerkt naar een assortiment dat mini- maal uit 75% basisvoedingsmiddelen en maximaal 25% niet-basisvoedingsmiddelen bestaat, gemeten over het totale aanbod van voeding en dranken binnen de school. Binnen het aanbod van de basisvoedingsmiddelen wordt gestreefd stap voor stap binnen de diverse productgroepen toe te werken naar zo veel mogelijk producten uit de voorkeur- en/of middenwegcategorie van het Voedingscentrum. Binnen het aanbod van de niet-basisvoedingsmiddelen wordt gestreefd stap voor stap toe te werken naar zo veel mogelijk producten uit de voorkeur- en/of middenwegcategorie van het Voedingscentrum en/of verlaging van het energiegehalte van de producten in de bij uitzondering categorie van het Voedingscentrum (zie bijlage ‘Indeling Voedingsaanbod’).
6
3.
Er wordt rekening gehouden met de individuele schoolsituatie en de daaruit voortvloeiende mogelijkheden en beperkingen om te komen tot een gezonder voedingsaanbod. Factoren zoals bestaande contracten tussen scholen en leveranciers, het aanbod van voeding en dranken in de nabije omgeving van de scholen (supermarkten, snackbars e.d.), het stimuleren van de vraag en de bedrijfseconomische haalbaarheid zijn hierbij van belang.
4.
De resultaten van de stap voor stap ingevoerde verbeteringen in het aanbod op de individuele scholen worden middels een monitoring zichtbaar gemaakt.
Het volledige aanbod van voeding en dranken op alle scholen moet worden gemonitord. Gezien het ontbreken van een dergelijke monitor, ontwikkelt iedere partij die zich verbindt aan dit handvest een monitoringsysteem. Er wordt gestart met een 0-meting.
2.
Bij de opzet van het monitoringsysteem wordt gebruik gemaakt van de productindeling van het Voedingscentrum, die gebaseerd is op de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad (zie bijlage ‘Indeling Voedingsaanbod’).
3.
Partijen ontwikkelen ieder een monitoringsysteem: a. Partijen uit het bedrijfsleven ontwikkelen een monitoringsysteem waarmee de inspanningen en resultaten van het proces rond de veranderingen in het voedingsaanbod op scholen die hun klanten zijn jaarlijks in kaart worden gebracht. b. Overige partijen ontwikkelen een monitoringsysteem waarmee de inspanningen en resultaten betreffende het vergroten van het aantal scholen dat toewerkt naar een gezonder aanbod van voeding en dranken jaarlijks in kaart worden gebracht: - MBO Diensten platform bewegen en sport ontwikkelt een monitoringsysteem waarbij inzicht wordt verkregen betreffende het aantal MBO scholen dat werkt aan een gezonder voedingsaanbod. Er wordt gestart met een 0-meting.
- VO-raad heeft de ‘Vensters voor Verantwoording’ ontwikkeld die individuele scholen vrijwillig kunnen invullen (zie www.venstersvoorverantwoording.nl). Eén van de aspecten die scholen kunnen aangeven gaat over het voedingsaanbod op scholen. - Het Voedingscentrum geeft jaarlijks inzicht in het aantal scholen dat zij hebben geadviseerd en de inspanningen die zij hebben gedaan om scholen, ouders en leerlingen te stimuleren. - GGD Nederland gaat op basis van bestaande registratiesystemen jaarlijks na welke inspanningen GGD-en, die scholen stimuleren t.a.v. een gezonder voedingsaanbod, verrichten.
4.
Betrokken partijen leveren jaarlijks aan het convenantbureau Gezond Gewicht hun monitoringgegevens aan op geaggregeerd niveau die gedeeld kunnen worden met de andere partijen.
7
Partijen Bedrijfsleven
VO-raad en MBO Raad
Voedingscentrum en GGD-en
Samenwerking
1.
1.
1.
1.
2.
2.
Partijen uit het bedrijfsleven zetten zich proactief in om samen met de individuele scholen die tot hun klantenkring behoren te werken aan een gezonder aanbod. Partijen uit het bedrijfsleven stimuleren de gezonde keuze niet alleen door veranderingen in het aanbod, maar ook door marketingactiviteiten. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van aspecten als uitstraling en verkrijgbaarheid en door bij marketingacties ook rekening te houden met gezondheidsaspecten.
Vervullen een stimulerende rol richting individuele scholen met als doel het aantal scholen dat werkt aan een gezonder voedingsaanbod te vergroten. Bevorderen dat een gezonder aanbod van voeding en dranken binnen scholen voldoende prioriteit krijgt. Aspecten die zij hierbij onder de aandacht van (directies en/of besturen van) scholen brengen zijn: - De website www.degezondeschoolkantine.nl en de mogelijkheden voor ondersteuning die geboden worden aan scholen, zoals dit handvest; - Het maken van een bewuste keuze tussen het gezondheidsaspect en het kostenaspect in contracten met externe partijen, bij aanbestedingen en bij eventuele pachtsommen.
3.
Bevorderen de gezonde keuze niet alleen door het aantal scholen dat een gezonder voedingsaanbod heeft te vergroten, maar ook educatie zoals het stimuleren van scholen om in hun lesprogramma, daar waar mogelijk, structureel aandacht te besteden aan een gezonde leefstijl en een gezond voedingspatroon. Hierbij wordt gestimuleerd ook aandacht te besteden aan het aanbod in de schoolkantine.
Stimuleren de vraag naar een gezonder voedingsaanbod bij scholen en leveren advies bijvoorbeeld via het door Centrum Gezond Leven erkende programma De Gezonde Schoolkantine (www.degezondeschoolkantine.nl) en via Gezonde School (www.gezondeschool.nl).
2.
Bevorderen de gezonde keuze bij leerlingen, studenten en ouders door middel van voorlichting zoals berichtgeving in media die door jongeren worden gelezen en het aanbieden van informatie over het voedingsaanbod van middelbare scholen aan ouders.
3.
Leveren advies aan de partijen van het handvest die stap voor stap een gezonder aanbod van voeding en dranken willen bewerkstelligen.
4.
2.
Partijen van dit handvest zijn bereid kennis te delen in het proces om te komen tot een gezonder voedingsaanbod op zoveel mogelijk scholen bijvoorbeeld door inzage te geven in ‘best practices’.
3.
Jaarlijks wordt door het convenantbureau Gezond Gewicht een bijeenkomst georganiseerd voor alle partijen van dit handvest waarbij resultaten en ervaringen met elkaar worden gedeeld en betrokken partijen van elkaar kunnen leren.
4.
Het Voedingscentrum draagt, bij onduidelijkheden ten aanzien van de indeling zoals in bijlage ‘Indeling Voedingsaanbod’ is weergegeven, zorg voor verduidelijking en voor de totstandkoming van een praktisch werkbaar advies.
Daar waar mogelijk worden toeleveranciers en groothandels door de ondertekenaars gestimuleerd om te komen tot een gezond(er) productassortiment zodat dit ook op scholen kan worden aangeboden, bijvoorbeeld in de vorm van kleinere porties en/of productontwikkeling en -samenstelling.
5.
5.
Het Voedingscentrum streeft voor de langere termijn naar een ‘ideaal voedingsaanbod’ op alle scholen in het voorgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. Dit ‘ideale aanbod’ bestaat volledig uit basisvoedingsmiddelen (categorie voorkeur en/of middenweg). Met de inspanningen van de partijen van het handvest voor een gezonder voedingsaanbod in 2015 die binnen hun eigen invloedsfeer liggen, wordt een belangrijke stap gezet in de richting van dit ‘ideale aanbod’.
8
Partijen van dit handvest stimuleren een gezonder voedingsaanbod op scholen door goede zichtbare samenwerking die leidt tot eensluidende communicatie.
Partijen van dit handvest stimuleren en ondersteunen elkaar waar mogelijk om de slagkracht van dit handvest verder te vergroten.
9
Ondertekenaars van het handvest Ondersteunen Dit handvest wordt ondersteund door de MBO Raad en de VO-raad. M. Damen Directeur Markies Catering
J.C. van Zundert Voorzitter Vida
M. van Stappershoef Algemeen manager scholen Van Leeuwen ‘Catering op maat’
J.H. Schutte Voorzitter MBO Diensten platform bewegen en sport*
H.P. Voormolen Manager Duurzamer Ondernemen Albron
Mw. J.J.H.M. Oostendorp Adjunct-directeur GGD Nederland
T. Verheij Bestuur, portefeuillehouder Gezondheid Veneca
S.F.M. Cohen Directeur Voedingscentrum
Ondertekening van dit handvest staat open voor alle relevante bedrijven, organisaties en instellingen die zich inspannen voor een gezonder voedingsaanbod op scholen, ook wanneer zij niet rechtstreeks zijn aangesloten bij het Convenant Gezond Gewicht. Toetreders dienen zich te houden aan het beleid voor het aanbieden van voeding en dranken op scholen dat binnen hun branche is afgesproken en dienen een verantwoorde monitoring uit te voeren. Een actuele lijst van partijen die het handvest hebben ondertekend is te vinden op www.convenantgezondgewicht.nl en www.voedingscentrum.nl/handvest.
* MBO Diensten is de zelfstandige aan de MBO Raad gelieerde dienstverleningsorganisatie
10
11
Bijlage
BASISVOEDINGSMIDDELEN
Indeling Voedingsaanbod Het Voedingscentrum maakt onderscheid tussen basisvoedingsmiddelen en niet-basisvoedingsmiddelen. Een gezonder voedingsaanbod bestaat volgens dit handvest voor minimaal 75% uit basisvoedingsmiddelen en voor maximaal 25% uit niet-basisvoedingsmiddelen. Met betrekking tot een gezonder voedingsaanbod op scholen wordt een aantal producten die officieel behoren tot de niet-basiscategorie toch meegerekend met de basisvoedingsmiddelen. Dit geldt voor bepaalde frisdranken, broodbeleg, sauzen en soepen. Zowel binnen de basisvoedingsmiddelen als de niet-basisvoedingsmiddelen is er een verdere onderverdeling gemaakt in ‘voorkeursproducten’, ‘middenwegproducten’ en ‘bij uitzonderingsproducten’.
De tabel geeft een overzicht van de producten die op scholen behoren tot de basisvoedingsmiddelen en de niet-basisvoedingsmiddelen. Tevens is weergegeven of de voedingsmiddelen behoren tot de tot de bij voorkeur, middenweg en bij uitzondering te consumeren producten.
bij voorkeur
middenweg
bij uitzondering
Groente
Alle soorten verse groente, ook uit diepvries, blik of glas
Bewerkte groente, zoals gepureerde groente
Groente à la crème
Fruit
Vers, diepvries, blik/glas zonder toegevoegde suikers
Vruchtenpuree
Fruit in blik/glas met toegevoegde suikers
Sinaasappelsap met vruchtvlees, grapefruitsap
Appelsap, (versgeperst) sinaasappelsap druivensap, ananassap
Vruchtensappen, met minimaal 98% sap Brood
Volkorenbrood, roggebrood, volkoren knäckebröd, mueslibrood
Bruin brood, bruin pistoletje, meerWit brood, beschuit, croissant, knäckebröd granenbrood met zaden, tarwebrood, (vezelrijk, goudbruin), krentenbrood rozijnenbrood, krentenbol
Graanproducten
Bambix naturel, Brinta
(Vruchten)muesli, havermout
Cornflakes, chocopops, Frosties, rijstcrispies, cruesli
Aardappelen, rijst, pasta
Gekookte aardappelen, volkorenpasta, couscous, zilvervliesrijst
Aardappelpuree, meergranenrijst
Frites, gebakken aardappelen, witte rijst, pasta, aardappelkroket
Peulvruchten
Alle soorten peulvruchten
Vlees
Mager rundvlees, mager varkensvlees, kipfilet, biefstuk, ribkarbonade
Kip met vel
Gehakt, runderriblappen, omelet, worst
Eieren
12
Gemiddelde consumptie van drie eieren per week past in een gevarieerd voedingspatroon
Vleeswaren
Kipfilet, rosbief, beenham, achterham, magere knakworst
Rauwe ham, rookvlees, knakworst, schouderham, worst, bacon, paté, varkensfricandeau
Vleesvervangers
Vegetarische producten met voldoende ijzer en vitamine B12 zoals Tivall, Valess, tahoe, tempé
Vegetarische producten zonder voldoende ijzer en vitamine B12
Vis
Alle soorten verse vis, zoute en zure haring, gerookte en gestoomde vis
Lekkerbekje, kibbeling, vissticks
Melk, melkproducten
Magere melk, karnemelk, magere yoghurt, magere vruchtenyoghurt en magere vla zonder toegevoegde suikers
Halfvolle melk, halfvolle yoghurt, magere vruchtenkwark
Volle melk, chocolademelk en yoghurtdranken met toegevoegd suiker, yoghurt en vla, (half)volle kwark, pudding
Kaas
20+ en 30+ kaas, Hüttenkäse, light verse kaas
45+ camembert, mozzarella
Volvette (smeer)kaas zoals Goudse kaas, Maasdammer, Gruyère, 60+ roombrie, rookkaas
Vetten
Halvarine, vloeibare bak- en braadproducten, olie vloeibaar frituurvet
Zachte margarine
Roomboter, harde margarine, hard bak-, braad- en frituurvet
Dranken
(Mineraal) water, koffie en thee zonder suiker en melk
Koffie met volle koffiemelk en suiker
13
NIET-BASISVOEDINGSMIDDELEN bij voorkeur Energie ≤ 75 kcal/portie Tussendoortjes en snacks zoals chips, japanse mix, nasibal, loempia, drop, snoep(repen), biscuits, koekjes etc.
middenweg
bij uitzondering
Energie ≤ 110 kcal/portie
Energie > 110/portie
SPECIALE INDELING VOOR SCHOOLKANTINES bij voorkeur
middenweg
bij uitzondering
Wordt meegerekend met de basisvoedingsmiddelen
Wordt meegerekend met de basisvoedingsmiddelen
Wordt NIET meegerekend met de basisvoedingsmiddelen
Frisdranken
Frisdranken ≤ 4 kcal/100 zoals light frisdrank (cola, sinas)
Frisdranken met ≤ 30 kcal/100 ml zoals fruitdrink light, sommige ice teas, sommige sportdranken
Frisdranken met > 30 kcal/100 ml
Soepen
Soepen ≤ 30 kcal/100 g zoals bouillon (tomaat-, kippen-, runder-)
Soepen met ≤ 100 kcal/100 g zoals bepaalde soorten soep in blik, zakjes poedersoep en stazakken
> 100 kcal/100 g
Broodbeleg
Broodbeleg met een maximum van 15 gram per broodje of dubbele boterham. Bijvoorbeeld eiersalade, sellerysalade, pindakaas, jam, stroop, kokosbrood, hagelslag, notenpasta
Broodbeleg met > 15 gram per broodje of dubbele boterham
Sauzen
Sauzen (die de bereider toevoegt) met een maximum van 5 gram per broodje of salade. Bijvoorbeeld ketchup, sojasaus, sladressing, mosterd, pesto.
> 5 gram saus per broodje of salade
Bron: Richtlijnen Voedselkeuze 2011
14
Een uitgebreid overzicht, inclusief voedingskundige criteria is te vinden op www.voedingscentrum.nl. Voedingsmiddelen die behoren tot de ‘middenweg’ of ‘bij voorkeur’ te consumeren producten van het Voedingscentrum komen in aanmerking voor het gebruik van de keuzelogo’s van de Stichting Ik Kies Bewust (het ‘Vinkje’).
15
versie 111201