Kwartaalblad van de Stichting Voedselallergie jaargang 29
2014/4
Jelte’s wereld
Hooikoorts. Helpt honing?
Couscoussalade
Verplichte allergeneninformatie per 13 december 2014
Wat gaat er allemaal veranderen? Half december treedt een nieuwe Europese wetgeving in werking. Door deze wetgeving moet bij álle voedingsmiddelen allergeneninformatie worden gegeven. Niet alleen op voorverpakte producten in de supermarkt, zoals we al gewend zijn, maar ook in restaurants, bij bakkers en slagers, op de markt en zelfs bij webshops die voedingsmiddelen aanbieden. Dit heeft een enorme impact voor deze bedrijven. Maar wat kun je precies verwachten?
Voorverpakt Allereerst: de nieuwe wetgeving heeft ook betrekking op voorverpakte producten. Al sinds 2003 staan op het etiket van deze voedingsmiddelen veertien allergenen. Nu komt er een aanvullende eis. Elk allergeen ingrediënt moet namelijk in een afwijkend lettertype in de ingrediëntendeclaratie worden getoond. Dus bijvoorbeeld vet gedrukt of in hoofdletters. Hierbij moet elke allergeen (zie tabel) een duidelijke benaming hebben. Dus niet ‘arachideolie’, maar ‘pindaolie’. En niet ‘caseïne’, maar ‘melkeiwit’. Bij ingrediënten waarbij uit de naam niet duidelijk is welk allergeen het is, wordt een toelichting gebruikt. Bijvoorbeeld ‘weipoeder (melk)’.
Ken je dieet!
Dat is helder. Maar… de wetgever gaat er ook van uit dat de voed selovergevoelige consument goed op de hoogte is van zijn dieet. Vooral mensen die geen gluten verdragen, moeten extra alert zijn.
Waar gaat het om?
Het is belangrijk om te weten dat bepaalde allergenen onder een groep vallen, zoals noten, vis, schaaldieren, en ook glutenbevattende granen. De naam van de groep hoeft niet op het etiket te staan. De fabrikant is wel wettelijk verplicht om de specifieke naam aan te geven, dus bijvoorbeeld ‘amandel’, ‘zalm’, ‘garnalen’ of ‘tarwe’. Het ontbreken van de groepsnaam is in de praktijk vooral lastig bij glutenbevattende granen, waarbij het woord ‘gluten’ niet hoeft te worden gebruikt. Dat betekent goed lezen en weten welke granen gluten bevatten (zie tabel). Daarnaast wordt ervan uitgegaan dat voor iedereen duidelijk is dat kaas, yoghurt en room van melk zijn gemaakt. Bij deze producten
Elk allergeen ingrediënt moet in een afwijkend lettertype in de ingrediëntendeclaratie staan hoeft het woord ‘melk’ niet extra op het etiket te staan. Ook bij een lactosevrij dieet moet je alert zijn op deze producten en het woord ‘melk’. Het is niet verplicht het woord ‘lactose’ te noemen bij een melkbevattend ingrediënt. Sommige fabrikanten geven deze extra informatie wel, maar het is niet verplicht. Je moet dus zelf goed blijven opletten!
foto Janeczka Milton
De 14 allergenen
Toelichting
1. glutenbevattende granen
tarwe, rogge, gerst, haver, spelt, kamut/ khorasantarwe
2. schaaldieren
garnalen, kreeften, krabben
3. eieren 4. vis 5. pinda 6. soja 7. melk (incl. lactose) 8. noten
amandelen, hazelnoten, walnoten, cashewnoten, pecannoten, paranoten, pistachenoten, macadamianoten
9. selderij
alle soorten: bleek, blad, zaad, knol
10. mosterd 11. sesamzaad
Marjan van Ravenhorst > 4
Allergie en Voeding december 2014
12. sulfiet
conserveermiddel in o.a. wijn(azijn), gedroogde vruchten, gepelde garnalen, aardappelproducten (E200 t/m E229)
13. lupine
peulvrucht. Het meel van de bonen wordt gebruikt in brood, koek en deegproducten
14. weekdieren
schelpen (bijv. mosselen), slakken, inktvis
Veertien allergenen op voorverpakte levensmiddelen
studentenhaver Het huis uit of bijna het huis uit. Stappen met vrienden. Wonen in een studentenhuis. Vakkenvullen in de supermarkt. Anafylaxie en adrenalinepen. Een nieuwe rubriek van Evert van den Berg en Niek Reijers.
Als anderen
Veiligheid
Zolang ik me kan herinneren, heb ik ernstige allergieën. Ik draag een EpiPen bij me, die ik gelukkig nog nooit heb hoeven gebruiken. Ik stop niks in mijn mond waarvan ik niet zeker weet dat het goed is en eigenlijk gaat het ook nooit echt mis. Maar regelmatig kan ik bij vrienden iets niet mee-eten en dat vind ik jammer. Dit jaar heb ik een tussenjaar, voordat ik ga studeren. Ik volg een cursus Wiskunde B en Japans, en zit op zangles. Daarnaast werk in zo’n twee dagen per week als vakkenvuller in de supermarkt. Verder houd ik van gamen en keyboard en gitaarspelen. Ik vertel mensen in mijn omgeving pas over de allergie als het van belang is. Dat wil dus zeggen: als er eten in het spel is. Vaak kopen ze dan speciaal iets voor mij, bijvoorbeeld om te trakteren. Toch doet het weleens pijn om iets anders te moeten eten. Mijn ouders zijn er altijd heel praktisch mee omgegaan. Bijna overal was een oplossing voor. Tegenwoordig zie ik het steeds vaker als mijn eigen verantwoordelijkheid. Ik heb altijd gedacht dat ik nooit op kamers zou kunnen gaan, maar nu denk ik steeds vaker: waarom niet? Voorlopig blijf ik thuis wonen, omdat ik nog best jong ben. Het grootste deel van de tijd ben ik helemaal niet bezig met mijn allergie. Ik vul ook gewoon de zuivel en eieren bij op mijn werk. Als er een pak melk zou lekken, zou ik wel even schrikken en snel naar de kantine lopen om mijn handen te wassen. Maar als je het goed bekijkt, leef ik mijn leven gewoon net als anderen.
Alles heeft een begin, zowel deze column als mijn studietijd. Ook mijn allergieën hebben een begin. Als jongetje in mijn moeders armen ben ik veilig en beschermd. Ik weet dat mijn ouders opletten en de verpakkingen lezen. Zij zorgen dat ik veilig ben. Eén van de eerste dingen die veranderen als je gaat studeren, is het wonen op kamers en het zorgen voor jezelf. Tijdens het zoeken van een kamer zijn mijn allergieën geen enkel probleem. Ook het koken in huis verloopt in het begin prima, maar op een gegeven moment is het ‘nieuwe’ ervan af. Iedereen is eraan gewend dat ze geen nootjes in het eten moeten stoppen, maar het gebeurt toch. Is het laksheid of onoplettendheid? Wie zal het zeggen. Ik leer er mee omgaan en gooi voor de zekerheid een pizza in de vriezer. Vervolgens ontstaat er een cyclus met elk jaar nieuwe huisgenoten. Ik vertel ze iedere keer braaf wat ik allemaal niet mag hebben en elk jaar gaat het minstens een paar keer fout. Vaak zie ik de noten zitten of let een andere huisgenoot goed op. Veel anafylactische reacties hou ik er gelukkig niet aan over. Voor mij is dit het zeker waard; al die gezelligheid, uitjes en leuke mensen zou ik niet willen missen. Dat gevoel van veiligheid daarentegen ben ik kwijt, ik moet altijd zelf opletten en er is niemand meer die het voor me doet. Het is een constante strijd die ik voer met mezelf en een strijd die nooit te winnen valt, alleen te verliezen. Het enige wat ik kan doen is de volgende dag opnieuw aanschuiven en kijken wat er onder de deksel van de pan zit.
Evert van den Berg (17) is allergisch voor melk, ei, noten, pitten en zaden, schaal- en schelpdieren, kokos, meloen en kiwi. Hij heeft een tussenjaar waarin hij een cursus Wiskunde B en Japans volgt. Hij werkt twee dagen per week als vakkenvuller.
Niek Reijers (21) is ernstig allergisch voor noten. Hij studeert Scheikundige Technologie aan de Universiteit Twente, Enschede.
Reageren? Mail naar redactie@voedselallergie.nl
Allergie en Voeding
9<
Kinderallergiecentrum MACK werkt volgens nieuwste inzichten
Ontwikkelingen op allergiegebied De wereld van voedselallergie is behoorlijk in beweging. Is je baby allergisch voor koemelk? Geef als het enigszins kan al vanaf vier maanden voedingsmiddelen zoals ei en tarwe. Nog niet zo lang geleden werd dat dringend afgeraden. Kinderdiëtist Irene Herpertz van het Groningse Martini Allergie Centrum voor Kinderen (MACK) maakt de ontwikkelingen van nabij mee. Op de Familiedag vertelde ze hierover; dit artikel is een bewerking van haar lezing. Atopie is de verzamelnaam voor ziekten waarbij het immuun systeem is ontregeld. Voorbeelden hiervan zijn astma, eczeem, hooikoorts en verschillende allergieën, zoals voor voedsel, dieren en medicatie. Volgens schattingen is 30 procent van de westerse bevolking atopisch. Van de Nederlandse kinderen heeft 4 tot 6 procent een voedselallergie. Daarnaast is een opmars van ernstige voedselallergieën te zien. De kennis over het herkennen en behandelen van voedselallergie is niet optimaal, waardoor mensen met klachten onderbehandeld blijven rondlopen. Jaarlijks overlijdt in ons land een aantal mensen aan de gevolgen van een voedselallergische reactie. De exacte aantallen zijn – helaas – onbekend, omdat er geen registratie van bestaat.
Juiste diagnose
foto Janeczka Milton
In het MACK komen regelmatig kinderen die op advies van een alternatieve genezer een onterecht dieet hebben gevolgd. Bij een kind in de groei kan dit leiden tot een – soms extreem – onvolwaardige voeding met negatieve effecten op de groei. Ook komt het voor dat een kind met een ernstige voedselallergie juist onderbehandeld wordt en dat het bijvoorbeeld niet de juiste noodmedicatie krijgt of een (risicovolle) provocatie ondergaat zonder dat de juiste begeleiding en noodmedicatie aanwezig is.
In 2011 is het Martini Allergie Centrum voor Kinderen (MACK) van start gegaan. Het MACK is een bovenregionaal expertise- en behandelcentrum voor diagnostiek, behandeling en ondersteuning van kinderen met (verdenking van) complexe allergieën.
De visie van het MACK is dat voedselallergische kinderen recht hebben op een (zo) normaal (mogelijk) kinderleven. Op de eerste plaats richten we ons op het stellen van de juiste diagnose: is er daadwerkelijk sprake van voedselallergie? Zo ja, voor welk(e) voedingsmiddel(en), bijvoorbeeld voor één soort noot of voor meerdere soorten? Welke dosis lokt een reactie uit en welke medicatie is nodig om de klachten te behandelen? Om tot een goede diagnose te komen worden op de kinder afdeling voedselprovocatietesten verricht. Als de kans op een allergische reactie heel klein is, kan (her)introductie van het voedingsmiddel thuis plaatsvinden met behulp van onze thuisintroductieschema’s. Daarnaast besteden we veel aandacht aan het informeren van kinderen en hun verzorgers over de consequenties van voedsel allergie op het dagelijks leven en instrueren we hen over het gebruik van eventuele medicatie. Om voor het kind een zo veilig mogelijke omgeving te creëren, organiseren we voor medewerkers van scholen, kinderopvang en sportclubs informatieavonden over de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen. In ons centrum werken gespecialiseerde koks die een verscheidenheid aan provocatiematerialen weten te bereiden. Daarnaast is er voor de opgenomen patiënt met een voedselallergie een aparte menulijn, waarbij de warme maaltijd vrij is van vijftien allergenen en waar verder duidelijkheid is over alle ingrediënten van de verstrekte maaltijden.
Niet wachten met allergeen voedsel
Irene Herpertz, kinderdiëtist MACK > 12
Allergie en Voeding december 2014
De laatste jaren zijn er op grond van wetenschappelijk onderzoek nieuwe inzichten ontstaan over preventie en behandeling van voedselallergie. Tot voor kort kreeg je het advies zo lang mogelijk te wachten met de blootstelling aan bepaalde voedingsmiddelen. Enkele voorbeelden zijn: een speciaal dieet in de zwangerschap, wachten met de introductie van bijvoeding tot de leeftijd van zes maanden en wachten met het geven van allergene voedingsmiddelen zoals ei of pinda tot het tweede of zelfs vierde levensjaar. Dr. Google staat er nog vol mee!
Helpt honing tegen Verkennende studies klinken positief
Ieder hooikoortsseizoen duiken de berichten weer op: honing uit je eigen omgeving zou helpen tegen hooikoorts. Het zou ook werken tegen kruisreacties op voeding. Natuurlijk wil Allergie en Voeding daar alles van weten. We duiken eerst in de fascinerende wereld van de bijen. Bijen vliegen rond en verzamelen nectar en stuifmeel. Door wrijving met de lucht raakt een bij elektrisch geladen. Door die statische elektriciteit trekt ze stof aan; vooral bij droog weer. Onderweg vliegt ze door allerlei stuifmeel (of: pollen). Ze vliegt ook door pollenwolken van grassen en bomen. Doordat ze statisch is, blijven die pollen aan de bij kleven. Dat stof kamt ze vervolgens naar de achterpoten. Soms zie je dan klontjes stuifmeel aan de achterpoten van de bij hangen. De bij neemt dat stuifmeel mee naar het volk en brengt de pollen dan op de bestemde plek in bijenkast. Daar wordt het vast aangestampt en enkele bijen voegen met een speciale klier glucose-oxydase toe. Hierdoor fermenteren de pollen: de schil van de stuifmeelkorrel wordt verteerd, de inhoud van de pollen komt vrij en kan dan worden gebruikt als voedsel voor de jonge bijen. Bijen verzamelen dus niet alleen nectar, maar ook stuifmeel als voedingsmiddel.
Hoe komen pollen in honing?
In de bijenkast kan wat stuifmeel dat van de bijen af komt in de honing terechtkomen. Ook kan er in de bloem al wat stuifmeel in de nectar terechtkomen. Verder kunnen de pollen in de honing terechtkomen door de manier van oogsten. Wordt de honing geslingerd, dan valt de hoeveelheid pollen wel mee: maximaal 100 duizend per 10 gram. (Een theelepel honing weegt 4 gram.) Dat wordt anders als de honing niet geslingerd, maar geperst wordt. Bij geperste honing wordt niet alleen de honing, maar ook de pollenvoorraad die de bijen aanleggen in de honing geperst. Die honing bevat dan heel veel pollen: miljoenen korrels per 10 gram. Maar geperste honing is nauwelijks te koop. In ieder geval niet in supermarkten of ecowinkels.
Het is uitzonderlijk, maar heel af en toe reageert er iemand allergisch op honing Desensibilisatie
Honing tegen hooikoorts is gebaseerd op het idee van desensibilisatie. Bij desensibilisatie krijgt een allergische persoon langzaam maar zeker steeds meer pollen toegediend van de plant waarvoor hij allergisch is. Het lichaam went dan aan het betreffende eiwit en wordt getraind om anders te reageren op het allergeen. Deze manier van allergie behandelen is in opmars en er wordt volop onderzoek naar gedaan. Patiënten krijgen van hun arts injecties, druppels onder de tong of smelttabletten met > 16
Allergie en Voeding december 2014
pollen waarvoor ze allergisch zijn. Omdat in honing ook allerlei stuifmeel zit, zou ook honing je lichaam leren te wennen aan de eiwitten van bomen en planten.
Welke stuifmeel?
De hoeveelheid pollen in Nederlandse honing verschilt enorm en de diversiteit is groot. Het stuifmeel komt vooral van de kruisbloemigen zoals koolzaad. Tjeerd Blacquière van Wageningen University deed met zijn team onderzoek naar het stuifmeel in Nederlandse honing. ‘De hoeveelheid stuifmeel in honing is niet groot: het stuifmeel vormt slechts 0,2 promille van de honing. Of dat genoeg is om de allergie te behandelen, is niet onderzocht.’
Onderzoek
Op diverse plaatsen in de wereld is onderzocht wat er gebeurt als je mensen met hooikoorts honing laat eten. Het laatste onderzoek is tegelijk het positiefste: in 2011 doen Finse onderzoekers een studie waarbij mensen met een berkenpollenallergie die honing eten 60 procent minder klachten hebben, de helft minder hooikoortsdagen, 70 procent minder ‘ernstige’ dagen en ze gebruiken 50 procent minder antihistamine. De onderzoekers concluderen dat deze fantastische resultaten betekenen dat honing kan worden toegevoegd aan de lijst behandelmethoden tegen hooikoorts. Over het effect op kruisreacties met andere voeding rept het onderzoek niet. Ook uit een kleine Duitse studie uit 2010 blijkt een positief effect van honing op hooikoorts.
Geen honing voorschrijven
De Nederlandse allergologen die we vragen naar hun mening en ervaringen zijn eensluidend: er is wel wetenschappelijke bewijs dat aantoont dat mensen met hooikoorts beduidend beter af zijn als ze honing innemen. Maar dat zijn verkennende studies. Artsen kunnen op grond van die onderzoeken niet voorschrijven wat voor honing, hoeveel honing en wanneer je die honing moet eten om een goed resultaat te krijgen. Ook zijn de risico’s die je ermee loopt niet in kaart gebracht. En dat is bij medicijnen wel vereist. Daarom zul je geen honing voorgeschreven krijgen door je arts.
Proberen?
Baat het niet, dan schaadt het niet, zal menigeen met hooikoorts zeggen. Dat wilden we daarom verifiëren. Misschien kun je wel allergisch reageren op honing. En inderdaad, het is uitzonderlijk, maar heel af en toe reageert er iemand allergisch op honing. Dat blijkt uit allerlei onderzoeken en dat is ook de ervaring van
foto Hans van den Berg
Help! Kan dat wel met ernstige voedselallergie?
Je tiener op schoolreis naar ‘Teun is met school een week naar Italië geweest’, schreef Jantine Evers in haar afsluitende column in de vorige Allergie en Voeding. Prompt stuurde lezeres Hanneke een mailtje, omdat zij twijfelt of een buitenlandse schoolreis voor haar ernstig allergische zoon wel mogelijk is. Heeft Jantine tips? Nou en of! Tot een jaar voor de schoolreis naar Italië heb ik steeds gedacht: ‘Dat gaat niet gebeuren!’ Teun was pas 15 jaar, en dan zo ver alleen van huis. Waar wij bovendien als ouders geen controle meer op zijn eetgedrag zouden hebben. Teun vond het heel erg jammer. Hij ging er zelf ook al van uit dat zo’n reis in zijn situatie niet haalbaar zou zijn en had zich daar al zo’n beetje bij neergelegd. Maar dat vond ik echt te erg! Als allergiepatiënt sta je als het om eten draait al best vaak buiten de groep. Dit moest toch op de één of andere manier op te lossen zijn? Toen las ik een boek dat me de ogen opende: Allergic Girl van Sloan Miller. Een recensie in Over Boeken sprak me erg aan (Allergie en Voeding 2 - 12). Er bestaat geen Nederlandse vertaling, maar het bleek in goed leesbaar Engels geschreven en het was zeer de moeite waard. Sloan Miller bespreekt zo’n beetje alle thema’s waar jongvolwassenen met een allergie tegenaan kunnen lopen: reizen, uit eten, op kamers gaan, zoenen… Echt fantastische informatie, die jongeren aanmoedigt om zelf verantwoordelijkheid te nemen en zelfredzaam te zijn. In feite kwam de boodschap hier op neer: mits goed voorbereid, is bijna alles mogelijk. Je kunt echt het leven leiden dat jij zelf wilt. Ik raad alle ouders van harte aan om, samen met hun tiener, dit boek te lezen. Ik werd er heel blij en optimistisch van. Wat nou beperking? Je hebt een groot deel zelf in de hand! Hoewel geschreven vanuit een Amerikaanse setting, zijn de meeste adviezen ook hier toe te passen. Allergic Girl is te bestellen bij (internet)boekwinkels. Het hielp mij over de streep: Teun zou mee op reis gaan! > 18
Allergie en Voeding december 2014
Droom
Natuurlijk weegt bij een dergelijke beslissing zwaar mee waarvoor je kind allergisch is en hoe ernstig. Zo mag Teun geen melk, ei, noten, schaal- en schelpdieren, pitten en zaden en nog wat fruitsoorten eten. Sinds hij op zijn bijna derde jaar een anafylactische shock heeft gehad, draagt hij altijd een adrenalinepen bij zich. Reden genoeg om de allergie als ernstig te beschouwen. Toch besloten we hem te laten gaan en Teuns droom uit te laten komen. Daarvoor moesten we natuurlijk een heleboel regelen.
Wat zaken op een rijtje
• Een aantal van Teuns klasgenoten was uiteraard al lang op de hoogte. Dat is handig, zodat er iemand weet wat hij moet doen, of een volwassene kan roepen indien nodig. • We hebben eerst met school overlegd of ze het aandurfden en zo ja, of iemand van de meereizende leraren Teuns aanspreekpunt wilde zijn op reis. Dat was gelukkig geen probleem. • De school heeft gezorgd dat de betrokken reisorganisatie de vaststaande hotels en restaurants van tevoren informeerde, zodat er geschikte etenswaren zouden zijn bij ontbijt, avondeten, enzovoort. • En heel belangrijk: we hebben kaartjes gemaakt, gewoon met behulp van Google Translate en vooral de vertaalsite: www.food-info.net/allergy.htm. Op de kaartjes stond waarvoor onze zoon allergisch is. Teun had dus in Italiaanse vertaling een stapel kaartjes mee, die hij in koffietentjes, ijssalons en restaurants aan de ober kon geven. Zo kwam het kaartje vaak bij de kok terecht en kon er wat worden geregeld. Op elke vakantie gaan nu kaartjes mee; we vroegen ons onlangs af waarom we dat in Nederland eigenlijk nog niet zo doen in restaurants. Voor de kok fijner en handiger – en voor de patiënt veel veiliger – dan ‘mondeling’ een verbodslijst aan te horen, vaak via de ober. • Een leermoment achteraf voor ons: bereid je kind voor op
OverKoken Laat je inspireren door deze feestelijke gerechten!
> 20
Allergie en Voeding december 2014