4 minute read
DAF TRUCKS
Achter de schermen van DAF Trucks Vlaanderen
Al meer dan 50 jaar heeft het Nederlandse DAF Trucks een vestiging in de Kempen. Daar worden zowel assen als cabines gebouwd voor trucks in het zware en middelzware segment, de XF en CF, die in Eindhoven en het Britse Leyland van de band rollen. Een paar maanden geleden werd in Westerlo een nagelnieuwe cabinefabriek in gebruik genomen. Voor ‘Ondernemers’ werden de deuren opengezet.
Ze stonden al klaar bij het binnenkomen, de verplichte PBM’s: geel hesje, veiligheidsschoenen en veiligheidsbril. Optioneel ook een paar oordopjes tegen het lawaai in de fabriek. Bij een vorig bezoek aan de faciliteiten van DAF Trucks in Westerlo kwamen die oordopjes overigens heel goed van pas, maar dit keer bleven ze de hele tijd rond de nek bengelen want in de gloednieuwe cabinefabriek die we bezochten, was het opvallend stil. En dit ondanks de honderden robots die er de hele tijd in de weer zijn.
Doorgedreven automatisering
Het grootste deel van die hypermoderne robots, zo’n 150, staan in de nieuwe body-in-white-fabriek, waar de kale cabines aan elkaar worden gelast. Dat gebeurt met behulp van de robots en zo’n 140 laspistolen op een enkele productielijn voor alle cabinetypes. Door dit grotendeels geautomatiseerd productieproces is naar eigen zeggen de kwaliteit en efficiëntie flink verbeterd. Als de volledige cabines aan elkaar zijn gelast, gaan ze door een overdekte gang de straat over naar de nog jonge lakstraat, die sinds 2017 operationeel is. Voor de rondleiding daar is het dragen van een stofjas verplicht, want het kleinste stofdeeltje kan een fout veroorzaken in het eindproduct. Een kwaliteitscontrole op het einde van de lijn is dan ook cruciaal. Die controle gebeurt door felle verlichting op de carrosserie te laten schijnen. Het minste stof laat een schaduw na die door geoefende controleurs wordt opgemerkt.
AUTEUR:
GUY BEYENS
De verankering van DAF Trucks in de Kempen gaat al terug tot 1966 toen in Westerlo de eerste cabineproductielijn werd opgestart.
“Dit is een proces dat we niet kunnen automatiseren”, zegt Stijn Van Eyken, algemeen directeur van de assen- en cabinefabriek, “want schaduwintensiteit verschilt van kleur tot kleur en daar kan je geen enkele robot op programmeren. In onze paint shop werken we met maar liefst 3.000 kleuren.” Elders in de lakstraat worden wel robots ingezet, waardoor ze tot 300 cabines per dag kan verwerken.
Na het lakproces volgt de cabineafwerking in de Cab Trimming. Daar worden interieur- en exterieuronderdelen aangebracht. Naast de centrale assemblagelijn is er een lijn voor de montage van accessoires op de daken en nevenlijnen waar portieren en dashboards worden voorbereid. In totaal telt de cabineassemblagefabriek 87 stations en zijn er cellen voor de dashboards, portieren, ruiten en dakluiken. Op de centrale assemblagelijn worden platforms voortgeduwd met een liftsysteem, wat de werknemers toelaat om de werkhoogte aan te passen in functie van hun voorkeuren.
Lokale verankering
Voor de realisatie van de nieuwe cabinefabriek investeerde de Nederlandse truckbouwer 200 miljoen euro, 120 miljoen euro voor de bodyin-white-afdeling en 80 miljoen euro voor de cabine trimming. Daarmee wordt nogmaals het vertrouwen in de Kempische vestiging bevestigd. Eerder werd al 100 miljoen euro opgehoest voor een nieuwe cabinelakstraat, die in 2017 openging. In totaal pompte de vrachtwagenconstructeur de voorbije 10 jaren zo’n 600 miljoen euro in de modernisering van bestaande installaties. De verankering in de Kempen gaat overigens al terug tot 1966 toen in Westerlo de eerste cabineproductielijn werd opgestart. In 1971 volgde dan de opening van een assenfabriek. Die produceerde inmiddels al meer dan 3 miljoen assen. Met zo’n 2.650 werknemers bedraagt de maximale productiecapaciteit 550 assen per dag, terwijl er in de cabinefabriek dagelijks tot 260 cabines van de band kunnen rollen. “Momenteel staat de teller op 240 cabines per dag, maar dit zal gradueel worden opgetrokken tot 250 en 260”, legt Stijn Van Eyken uit. “Dat we niet meteen op maximale capaciteit zijn gegaan heeft te maken met de moderne omgeving van de nieuwe cabineassemblagefabriek. Het personeel zit in een omschakelingsproces, wat niet evident is. Met behulp van een intensief trainingsprogramma en individuele ondersteuning slagen we er in om de kennis en vaardigheden van onze medewerkers te transformeren.”
Nog veel stock
Naast het omscholen van de medewerkers is volgens Stijn Van Eyken vooral de logistiek in de nieuwe fabriek een grote uitdaging. “Alles verloopt in sequentie en de doorvoer van de geleverde onderdelen moet minutieus verlopen”, stipt hij aan. Als de logistiek onder controle is, lukt het aardig om build-to-order te werken.
Toch heeft DAF momenteel nog zo’n 2.000 onafgewerkte vrachtauto’s op stock staan. “Dat komt omdat we heel 2020 en 2021 zijn blijven produceren, ondanks Covid-19”, vertelt Michiel Kuijs, managing director DAF North West Europe. “We hebben onze fabriek nooit stilgelegd, ook niet wanneer er een tekort aan onderdelen was. We zijn de wagens gewoon gaan stockeren in afwachting dat de onderdelen terug zouden binnenkomen, wat zich nu normaliseert. Die werkwijze maakt dat we in 2022 nog mogelijkheden hebben. Zo verwachten we dat het aantal afgeleverde voertuigen in NoordwestEuropa (Benelux en Scandinavië) in 2022 verder zal stijgen tot 7.000 trucks tegenover 6.000 vorig jaar. Maar wie vandaag een DAF bestelt, moet rekenen op een leveringstermijn van negen maanden”, besluit Michiel Kuijs. ■
Robots aan het werk in de nieuwe body-in-white afdeling.