5 minute read

Conclusies talent

Next Article
Innovatie

Innovatie

Na een lange periode van constante stijging, daalt de deelindicator talent in 2020 voor het eerste in zowel Vlaanderen als Limburg. Dit is voornamelijk te wijten aan het schokgolf(je) op de arbeidsmarkt. Het aantal werkzoekenden steeg, terwijl het aanbod jobs daalde. Het lijkt er echter sterk op dat dit een slechts een accident de parcours is waarvan we in 2021 weer herstellen.

Dit herstel betekent in dit geval een terugkeer naar een situatie waarbij er méér openstaande vacatures dan werkzoekenden zijn. De spanningsratio stijgt in juni 2021 al naar 1,29 in Limburg en 1,56 in Vlaanderen. Hiermee keert ook de gekende keerzijde van de medaille terug. Er zijn niet voldoende handen beschikbaar om de vacatures van onze bedrijven in te vullen.

Het activeren van inactieven blijft daarom broodnodig. Voor de crisis was slechts 78% van de Vlamingen tussen de 25 en 64 jaar effectief aan de slag. in Limburg lag dat percentage op slechts 74,5%. De impact van corona hierop is beperkt, maar niet onbestaande. In 2020 zakt deze werkzaamheidsgraad in Vlaanderen en Limburg terug naar respectievelijk 77,7% en 74,3%. Ter vergelijking: het EU-28-gemiddelde lag in 2019 op 75,8%. Willen we als regio terug aansluiten met groei is het dan ook cruciaal dat de Vlaamse en Limburgse cijfers minstens opgetrokken worden tot de door de Vlaamse regering geambieerde 80%. De grootste winsten zijn te boeken binnen de groep inactieven. De ongeveer 110.000 Limburgers die geen werk hebben en er ook geen zoeken, moeten dan ook terug richting de arbeidsmarkt begeleid worden.

De krapte die we vandaag kennen is echter niet enkel kwantitatief. Wanneer we de vacatures één op één konden invullen met werkzoekenden, zou onze provincie slechts 865 werkzoekenden tellen. Dat dit niet het geval is, toont aan dat ook de mismatch tussen vraag en aanbod blijft bestaan. Om die afstemming beter te organiseren, is ons onderwijs cruciaal.

Wanneer we kijken naar het secundair onderwijs zien we dat het aantal leerlingen in harde BSO- en TSO-richtingen voor het eerst sinds lang stijgt. Met een aandeel van 15,28% presteren we op dat vlak een stuk beter dan demografisch te verwachten valt. Qua leerlingen in een STEM-richting doen we het dan weer voor het eerst sinds lang minder goed dan in het voorgaande jaar. Met 3.896 STEM-studenten in 2020 volgt 28% van de ASO-studenten een technische of wetenschappelijke Deelindicator TALENT richting in Limburg. Ook in Vlaanderen noteren we eenzelfde verhouding.

Grafiek 18 - Deelindicator talent

125,00

120,00

115,00

110,00

105,00

100,00

95,00

90,00

2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020

Limburg Vlaanderen Lineair (Limburg) Lineair (Vlaanderen)

Bron: Voka - Kamer van Koophandel Limburg

1. Activeer de vele inactieven

De coronacrisis heeft geen fundamentele impact gehad op de krapte op de arbeidsmarkt. Zelfs wanneer we alle werkzoekenden aan een job helpen, kunnen niet alle openstaande vacatures ingevuld worden. Het is dan ook noodzakelijk de 110.000 Limburgers die geen werk hebben en geen werk zoeken te activeren. Daarvoor moet werken in eerste instantie meer lonen. Alle uitkeringen activerend omvormen is hiervoor een eerste vereiste, maar ook de Vlaamse jobbonus kan een belangrijk instrument zijn. We dringen dan ook aan op een snelle concretisering hiervan om richting de - door de Vlaamse regering beoogde - 80% werkzaamheidsgraad te evolueren.

2. Spring verantwoordelijk om met ons arbeidspotentieel

De vergrijzing slaat genadeloos toe en zal dat nog vele jaren blijven doen. Al zeker tot en met 2070 zullen er in Limburg steevast méér personen zijn die de arbeidsmarkt verlaten dan personen die de arbeidsmarkt betreden. Het is dus cruciaal om het arbeidspotentieel dat er wél is optimaal te benutten. De loonanciënniteit en ons herstructureringsbeleid is achterhaald. De hervorming van de arbeidsmarkt en de pensioenen die in het najaar van 2021 op tafel ligt, wordt cruciaal. Met grijze akkoorden zijn we niets. Enkel met structurele hervormingen kunnen we onze welvaartsstaat blijven bekostigen.

3. Onderzoek de mogelijkheid tot slimme arbeidsmigratie

Zwitserland heeft vandaag met 84,9% de hoogste activiteitsgraad in Europa. Zelfs als we dit niveau zouden evenaren, is de kans groot dat we onvoldoende arbeidskrachten ter beschikking hebben. Een economie die jaarlijks 2% moet groeien, zal voor nog meer vacatures zorgen. Dit terwijl de vergrijzing nog jaren aanhoudt. Er moet dus nagedacht worden over alternatieven. Duitsland keurde in 2019 bijvoorbeeld een wet goed die het eenvoudiger maakt te migreren van buiten de Europese Unie om in Duitsland te komen werken. Dit op basis van rechten, maar zeker ook plichten. Het is tijd om ook hier de geesten te doen rijpen voor een dergelijk initiatief.

4. Begeleid jongeren richting een opleiding op basis van eigen competenties én de vraag op de arbeidmarkt

De medewerkers van morgen worden vandaag gevormd. Het is in eerste instantie belangrijk om schooluitval tot een minimum te beperken. In BSO-richtingen verlaat 15,5% van de Limburgse leerlingen de schoolbanken vroegtijdig. In TSO-richtingen is dit bijna 7%. Dit is potentieel dat we broodnodig hebben, maar verliezen. Een verdere uitrol van duaal leren kan hier soelaas brengen door opleidingen aan te bieden die nauwer aansluiten bij de capaciteiten van de leerlingen. Daarnaast bereidt deze leervorm leerlingen concreet voor op een specifieke functie. Ook voor ASO-richtingen is de duale leervorm daarom bijzonder interessant. Belangrijke voorwaarde is dat het systeem administratief vereenvoudigd wordt en het aanbod duale opleidingen wordt afgestemd op de markt. Voor het schooljaar 2021-2022 staan er bijvoorbeeld slechts zeven logistieke duale opleidingen gepland. Dit ten opzichte van evenveel kappersopleidingen. Die verhouding is niet representatief voor de vraag op de arbeidsmarkt.

5. Laat het Limburgs hoger onderwijs zich verder ontwikkelen

De in het Vlaamse regeerakkoord beloofde uitbreiding van de UHasselt is een druppel op een hete plaat. Door geen onderwijsbevoegdheid toe te kennen, kan de universiteit de opleiding zelf niet flexibel uitbouwen in de toekomst. Daarnaast blijkt de financieringsknoop moeilijk te ontwarren. Dit terwijl een verdere uitbouw noodzakelijk is om de drempel tot universitaire studies te verlagen én een braindrain tegen te gaan. Spin-offs van de universiteit kunnen bovendien een vliegwiel zijn voor de verdere economische ontwikkeling van onze provincie. Daarnaast zijn er in Limburg slechts 23 professionele bacheloropleidingen. Dit ten opzichte van gemiddeld 42 zo’n opleidingen in de andere Vlaamse provincies. Nog dit jaar werden de aanvragen voor zeven nieuwe, Limburgse opleidingen negatief beoordeeld terwijl aan alle voorwaarden voldaan werd. Ook op dit vlak moet Limburgs haar deel van de koek krijgen. Dit om de participatie van Limburgse jongeren te vergroten, maar evenzeer om talent van elders aan te trekken.

This article is from: