9 minute read
ANDERS ONDERNEMEN EEN NOODZAAK
We worden geconfronteerd met belangrijke uitdagingen en trends in onze samenleving, waarvan de grootste de klimaatverandering en de impact van de mens op het milieu zijn. Dit zet een almaar grotere druk op de leefbaarheid van de aarde, denk aan de recente verwoestende overstromingen, hittegolven, branden, extreme droogte, … Onze economie en maatschappij moeten hier steeds meer rekening mee houden. Dat kan op een rendabele manier dankzij innovatie en digitalisering.
1. Anders ondernemen: een noodzaak
Uitdagingen en trends
De klimaatverandering wordt versterkt door de toenemende bevolkingsgroei (inclusief stijgende levensstandaard en vergrijzing) en de trend van ‘urbanisatie’. Naar schatting zal de globale bevolking stijgen tot ongeveer 10 miljard tegen 2050. Het voeden van al die extra monden, maar ook onder meer de toenemende vraag naar meer goederen, huisvesting en transport (bijvoorbeeld het passagierstransport zal naar schatting tegen 2050 met een factor 3 toenemen) zullen zorgen voor meer schadelijke uitstootgassen en een verdere uitputting van de aarde. De urbanisatie of toenemende verstedelijkingsdruk zal de impact van de klimaatverandering mogelijk nog verergeren, bijvoorbeeld door het hitte eiland-effect en de hoge concentraties van schadelijke stoffen.
Ook de manier waarop we nu voornamelijk energie opwekken en verbruiken heeft een negatieve impact op het leefmilieu (vooral omwille van schadelijke emissies). Daarnaast zijn er steeds meer grondstoffen die schaarser worden. Het gaat daarbij niet enkel om bijvoorbeeld zeldzame aardmetalen of ruwe materialen die gebruikt worden in de verwerkende industrie, maar ook om elementaire grondstoffen zoals (zoet)water. Zo stelt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dat tegen 2025 de helft van de wereldbevolking zal leven in gebieden met permanente waterschaarste. Ook Vlaanderen wordt gekenmerkt door ‘waterstress’.
De bovenvermelde uitdagingen zijn duidelijk gelinkt aan elkaar, wat de situatie extra complex maakt. Bovendien hebben de COVID-crisis en de huidige geopolitieke spanningen en sancties ten gevolge van de oorlog in Oekraïne deze complexiteit verhoogd en gewezen op bijkomende uitdagingen. Het werd ook pijnlijk duidelijk dat Europa op het vlak van energie en grondstoffen sterk afhankelijk is van andere regio’s. De media hebben het vaak over onze afhankelijkheid van fossiele grondstoffen zoals olie en aardgas, maar onze afhankelijkheid op het vlak van inputmaterialen voor het vervaardigen van digitale apparatuur is
twin transitie – noodzaak
zeker ook zorgwekkend. Zo is de eigen Europese productie goed voor slechts 4% van de wereldwijde toeleveringsketen van essentiële grondstoffen (zoals palladium, tantalium, neodymium, …) die worden gebruikt bij de productie van digitale apparatuur.1
Grote impact op onze economie
Vanzelfsprekend heeft dit alles een nefaste invloed op onze economie. Globale waardeketens zijn de afgelopen jaren steeds meer onder druk komen te staan door vertragingen en andere bottlenecks (onder meer door lockdowns ten gevolge van COVID of door economische sancties), maar ook steeds meer door de grote ecologische voetafdruk van bepaalde activiteiten. stempel drukken op onze economie. Zo kunnen weersextremen zorgen voor hogere prijsschommelingen in grondstoffen en een verstoorde elektriciteitsvoorziening. Dat de logistiek grote schade kan ondervinden door lage waterstanden in rivieren hebben we hier ook al mogen ondervinden.2 Dit ondergraaft de competitiviteit van onze ondernemingen en daarbij dus ook onze welvaart.3 Duurzaamheid en aandacht voor het klimaat worden logischerwijze steeds belangrijker en factoren die ondernemingen niet meer kunnen negeren in hun manier van handel drijven.
Vertragingen in diezelfde waardeketens, gecombineerd met schaarse grondstoffen of andere componenten hebben tegelijkertijd gezorgd voor hogere kosten en inflatiezorgen. In eerste instantie hebben de COVID-crisis en de oorlog in Oekraïne hier een grote rol gespeeld. Maar ook de negatieve externaliteiten van de klimaatverandering en schaarse grondstoffen zullen in de toekomst steeds meer een negatieve
Duurzamer én efficiënter
We moeten dus anders gaan ondernemen. Het louter lineair ondernemen en consumeren (take-make-use-dispose) waarbij grondstoffen eenmalig worden gebruikt, is duidelijk voorbijgestreefd. Naast ethische en ecologische redenen, zijn er ook steeds meer economische redenen zoals het voorkomen van schaarste, het reduceren van kosten en het verbeteren van de financiële performantie om te evolueren naar een andere manier van ondernemen.
Onze economie moet dus duurzamer en productiever. Daarbij heeft het digitale een belangrijke rol te spelen. Dankzij digitalisering en automatisering kunnen productieprocessen immers efficiënter, klantgerichter en productiever worden georganiseerd. Ook bij de ontwikkeling van nieuwe producten en businessmodellen biedt digitalisering hulp door bijvoorbeeld slimme simulaties en adequater systeemmanagement. We komen hier volgend hoofdstuk uitgebreid op terug.
Gelukkig groeit het besef bij ondernemingen dat ze meer moeten inzetten op zowel het digitale als het groene en
twin transitie – noodzaak
Figuur: De zes domeinen van de ‘Taxonomy’Figuur 1: De zes domeinen van de ‘Taxonomy’
Mitigatie (afzwakken) van de klimaatverandering
Aanpassing aan de klimaatverandering
Duurzaam gebruik en bescherming van water en het maritieme milieu Transitie naar een circulaire economie
Voorkomen van vervuiling en de controle daarop
Bescherming van gezonde ecosystemen
worden digitale technologieën steeds meer als een hefboom gezien voor meer duurzaamheid. We hebben ook voor zulke toepassingen al veel kennis en spelers in huis. De EU loopt zelfs voorop in de combinatie van digitale en groene technologieën (op het vlak van het aantal en soort patenten).4 Deze positie komt wel onder druk doordat regio’s zoals China en de VS duidelijk meer investeren en verder staan in digitale cuttingedge-technologieën.
The Green Deal en Taxonomy als richtinggevend kader
Ook beleidsmakers proberen meer te sturen naar duurzaamheid. Zo zet de EU sinds de lancering van onder meer de Europese Green Deal in 2019 en de daaropvolgende Klimaatwet van 2021 sterk in op een duurzame, faire en concurrentiële vrije markt. De EU wil immers klimaatneutraal zijn tegen 2050, met als eerste belangrijke afspraak 2030 waarbij de CO2-uitstoot ten opzichte van 1990 met minstens 55% verminderd moet zijn. Dat is zo vastgelegd in het zogenaamde ‘Fit for 55’-pakket. De tijd is dus bijzonder kort en daarom moet er snel geschakeld worden. Dat wil de EU met nieuwe instrumenten en specifieke regelgeving mogelijk maken.
Eén van de belangrijkste instrumenten daarvoor is de zogenaamde ‘European Sustainable Finance Taxonomy’, kortweg ‘Taxonomy’. Dit instrument is nog in volle ontwikkeling en de eerste volledige versie ervan is gepland begin 2023. Het toekomstig belang ervan valt niet te onderschatten. Overheden, banken en institutionele investeerders zullen er zich door laten leiden bij het toekennen van subsidies, leningen en investeringen. De ‘Taxonomy’ is ontworpen als een beoordelingskader: welke bedrijfsactiviteiten zijn duurzaam en welke niet? Het instrument zal daarom een standaard set van definities voor duurzame activiteiten bevatten, gegroepeerd in zes domeinen (figuur 1).
Meer transparantie over activiteiten en investeringen
De taxonomie moet duidelijkheid scheppen voor zowel investeerders als de bedrijven zelf, door aan te geven welke economische activiteiten duurzaam zijn. Zo wil de EU duurzame investeringen via de private markt bevorderen en greenwashing (zich groener voordoen dan men in werkelijkheid is) voorkomen. Om als duurzaam gelabeld te worden moet een activiteit bijdragen aan minstens een van de zes doelstellingen en dat zonder schade te berokkenen aan een van de andere. Het winnen van grondstoffen die de circulaire economie bevorderen maar tegelijkertijd het milieu schaden, zal dus niet als ‘groen’ gelabeld kunnen worden.
Het beoordelingskader biedt een gestandaardiseerde en gemeenschappelijke taal om over duurzaamheid te spreken door het gebruik van objectieve en kwantificeerbare criteria. Zo kunnen bedrijfsactiviteiten onderling adequater vergeleken worden. De transparantie verbetert daardoor en greenwashing zal minder kansen krijgen.
1. Study on the EU’s list of Critical Raw Materials,
Finaal Rapport (2020). 2. Volgens een rapport van het European
Environment Agency zijn in Europa het aantal gebieden met een bodemvochttekort tussen 2000 en 2019 met 80% gestegen (Soil Moisture Deficit, 2021). 3. Economic Losses and fatalities from weather and climate related events in Europe. European
Environment Agency (2022). 4. Science, Research and Innovation Performance of the EU 2022.
twin transitie – noodzaak
Figuur 2: Hoe disruptiever de innovatie, hoe beter de financiële en ESG-performantie
Hoog
Financiële prestaties
Laag
Laag
ESG-prestaties — Environmental (Milieu), Social (Maatschappij) en Governance (Bestuur) Hoog
Disruptieve innovatie Gematigde innovatie Incrementele innovatie Geen innovatie
BRON: THE INVESTOR REVOLUTION. HARVARD BUSINESS REVIEW
De taxonomie geldt in de eerste plaats voor grote Europese bedrijven met meer dan 500 werknemers die onder de ‘Corporate Sustainability Reporting Directive’ (de vroegere NFRD, ‘Non Financial Reporting Directive’) vallen, evenals voor financiële marktpartijen die ecologische doelstellingen promoten. De betrokken bedrijven zullen jaarlijks over hun duurzame activiteiten moeten rapporteren. Dit zal in een latere fase ook de norm worden voor beursgenoteerde kmo’s.
Ook verzekeraars zullen in de toekomst het instrument gebruiken om bepaalde bedrijfsrisico’s te beoordelen in verband met vervuiling en milieu-impact of de kans op niet-naleving van de leveringsplicht door de toegenomen klimaatrisico’s (zoals productieonderbrekingen en logistieke vertragingen door gebrek aan voldoende water, bosbranden, overstromingen, …). Institutionele beleggers zoals banken, pensioenfondsen, obligatiefondsen en grote investeringsmaatschappijen, zetten de laatste jaren steeds meer en meer in op duurzame(re) bedrijven.5 Duurzaamheid en digitalisering gaan daarbij steeds vaker hand in hand. Studies tonen immers aan dat inzetten op duurzaamheid en digitalisering op lange termijn loont en zelfs winstgevender is.
Bedrijven die kapitaal wensen op te halen, zullen in de toekomst dus sterk bevraagd worden over hun duurzaamheidsinspanningen. Die klok is niet meer terug te draaien.
Innovatie als link tussen duurzaamheid en financiële prestaties
Om aan al die nieuwe duurzaamheids- en digitaliseringseisen tegemoet te komen zullen bedrijven moeten innoveren. Want inzetten op duurzaamheid en digitalisering is niet per definitie winstgevend. Het is zaak om de juiste combinatie te vinden. Het louter inkopen van duurzamere grondstoffen of energie is niet zaligmakend. Integendeel, het kan je financiële return vaak net ondermijnen (door hogere aankoopkosten). Innovatie moet dat voorkomen door te leiden tot meer duurzaamheid en digitalisering enerzijds, én productiviteitsverbeteringen anderzijds. In de meeste gevallen zal incrementele innovatie die slechts kleine nieuwigheden toevoegt daarom onvoldoende zijn, want de hogere kosten kunnen onvoldoende goedgemaakt worden. Figuur 2 laat zien dat vooral disruptieve innovatie leidt tot betere prestaties op het vlak van zowel ESG (Environmental, Social en Governance) als van financiële performantie.6
Disruptieve innovatie is echter risicovol. Vaak gaat het ook gepaard met grootschalige investeringen en lange terugbetaal- en ontwikkelingstermijnen (zeker wat deep tech en nieuwe materialen betreft). Ook de markt, regelgeving en infrastructuur moeten er klaar voor zijn, net zoals de rest van de keten die er vlot op moet kunnen inhaken. Zo zal voor het gebruik van waterstof veel basisinfrastructuur aangepast moeten worden, net zoals tal van productieprocessen en installaties, veiligheidsprocedures, … Daarnaast is totaalinnovatie van belang: een enkele dienst of productielijn verbeteren zal niet volstaan, het hele proces en systeem moet herbekeken worden.
Samenvattend kunnen we stellen dat er dus tal van redenen zijn om aan de slag te gaan met digitalisering en verduurzaming, liefst in combinatie, want dat levert meer op dan elk afzonderlijk. Innovatie is een must om dit succesvol te doen.
5. Zie o.a. Eccles, G. R., & Klimenko, S. (2019).
The Investor Revolution. Harvard Business
Review, 97, 106-116 6. Idem