De ziel Gerard Visser

Page 1

interview I - de ziel

‘Je ziel is waar je liefde is’ Maand van de Filosofie: terug naar de verborgen bron van het leven

Geest, ziel, bewustzijn, vrije wil, ze hebben het zwaar te verduren nu de neurowetenschap zo immens populair is. In de Maand van de Filosofie staat dit jaar ‘de ziel ‘centraal. Geen toeval, meent filosoof Gerard Visser. Het is aan de filosofie, de kunst en de religie om de ziel te herwinnen op de wetenschappers die haar als een hersenspinsel afdoen. Maar: “De ziel laat zich niet zomaar vangen, ondoorgrondelijk als zij is.”

Door anton de wit foto martine sprangers

“Ik moet bekennen: ik schrok wel even toen ik het las.” De Maand van de Filosofie, een ieder jaar in april gehouden promotiemaand voor de wijsbegeerte met allerlei publieksevenementen, heeft dit jaar als thema ‘de ziel’. Laat dat nou nét een van de belangrijke thema’s zijn in het werk van de Leidse filosoof Gerard Visser. “Maar ik ben er heel voorzichtig mee”, vertelt deze. “De ziel laat zich niet zomaar vangen. Ik zeg liefst dat ik in mijn bezinning ben uitgekomen bij ‘dat wat men van oudsher de ziel noemt’. Dus nu het onderwerp zo prominent centraal staat in de Maand van de Filosofie denk ik: o jee, wat worden daar voor schijnwerpers op de ziel geplaatst?”

Weggeredeneerd Tegelijkertijd begrijpt hij de belangstelling goed. Het denken over de ziel kent een lange traditie. Reeds Aristoteles en Plato kenden er grote waarde aan toe. Van die laatste is het prachtige beeld bekend van de ziel als een gevleugeld span paarden, waarbij het ene paard omhoog wil en het andere omlaag, en het aan de menner is om de hele span op koers te houden. In de laatste eeuwen konden veel westerse filosofen echter steeds minder met dergelijke beelden. In hun ogen waren ze niet meer dan dat: beelden, metaforen, verhaaltjes. Daarmee werd de ziel zelf uiteindelijk als hersenspinsel weggeredeneerd. Dat reductionisme heeft zelfs in brede kring school gemaakt. Hersenwetenschapper Dick Swaab kon een bestseller schrijven waarin hij allerlei geestelijke concepten als de vrije wil en de ziel als producten van materiële processen in het brein poogde te ontzenuwen.

‘Met wie lig jij nou ’s nachts in bed, met je vrouw of met een zak moleculen?’

Onze cultuur is doortrokken van dat denken, en in dit licht kun je het thema van de Maand van de Filosofie ook zien als een tegenreactie, denkt Visser. “In mijn ogen is die hele door neurobiologen opnieuw aangewakkerde discussie over de vrije wil versus determinisme volstrekt onvruchtbaar. Zelf heb ik dergelijke oeverloze debatten ook genoeg gevoerd met wetenschappers en studenten. Tijdens zo’n debat vroeg ik eens aan een fysicus: ‘Met wie lig jij nou ’s nachts in bed, met je vrouw of met een zak moleculen?’ Na even nadenken bekende hij dat als puntje bij paaltje komt, hij alleen van die zak moleculen zeker kon zijn. Onbegrijpelijk. Dan is er blijkbaar zo’n blindheid ontstaan voor de onuitputtelijke dimensie van het leven zelf, dat we terug moeten naar af, dat wil zeggen terug naar de verborgen bron van het leven: de ziel.”

Ondoorgrondelijk fenomeen Hoezeer wetenschappers haar ook proberen te ontkrachten, de ziel is hardnekkig. In ons dagelijkse taalgebruik hanteren we voortdurend woorden als bezield, bezieling, zielloos, zielsveel, op de ziel trappen… Al gaat het concept van de ziel ons boven de pet, of geloven we er simpelweg niet in, we begrijpen allemaal wat met dergelijke woorden bedoeld wordt. En wat nog veelzeggender is, zo merkt Visser op: dergelijke termen kennen meestal niet echt bevredigende synoniemen. Natuurlijk, we kunnen ook zeggen dat we ‘intens gelukkig’ zijn, maar het blijft toch iets anders dan ‘zielsgelukkig’. “Als het er op aankomt, geven we ook de voorkeur aan het woord ‘ziel’ boven het woord ‘zelf’. ‘Ziel’ staat voor het onaantastbare mysterie van het zelf.” Maar nogmaals, voorzichtigheid is geboden met het begrip, want het laat zich niet een twee drie benaderen. Volgens Visser maken de oude metafysische denkers die de ziel erkennen en de moderne rationalisten die haar ontkennen dezelfde denkfout: namelijk dat

22 VolZin | 30 maart 2012

405217.indd 2

26-3-2012 14:11:29


Gerard Visser: “De ziel is in onze cultuur gestorven aan de illusie van haar kenbaarheid.”

de ziel een soort ‘ding’ zou zijn dat je überhaupt kunt kennen - erkennen dan wel ontkennen. Visser: “De ziel is in onze cultuur gestorven aan de illusie van haar kenbaarheid.” Hij ziet zichzelf als vertegenwoordiger van een derde, meer subtiele positie; hij noemt het een positie van ‘spirituele terughoudendheid’, die er vanuit gaat dat de menselijke ziel uiteindelijk een ondoorgrondelijk fenomeen is. Ook dat is trouwens een standpunt met een eerbiedwaardige traditie. Visser citeert met instemming de Griekse filosoof Heraclitus, die al zo’n 2500 jaar geleden schreef: “Van de ziel zul je de grenzen op je speurtocht niet vinden, al bewandel je elke weg: zo’n diepe samenhang heeft zij.” Wat is die raadselachtige ziel? Verwacht van Visser geen pasklare definities. In zijn werk maakt hij grote omtrekkende bewegingen langs allerlei geestelijke ervaringen en alledaagse observaties. Hij bijt zich vast in het werk van filosofen als Martin Heidegger, Friedrich Nietzsche en Walter Benjamin. Hij staat uitgebreid stil bij begrippen als ‘beleving’, ‘individualiteit’en ‘gelatenheid’. Legt daarbij relaties met beeldende kunst en

Gerard Visser is hoofddocent cultuurfilosofie aan Universiteit Leiden en voorzitter van het Gezelschap voor Fenomenologische Wijsbegeerte. Recente boeken van zijn hand zijn Niets cadeau. Een filosofisch essay over de ziel (Valkhof Pers, 2009), Water dat zich laat oversteken (Sjibbolet, 2011) en In gesprek met Nietzsche (Van Tilt, 2012).

zelfs mystiek – van Meister Eckhart tot aan oosters taoïsme. En met poëzie, niet te vergeten: zijn ‘filosofisch essay over de ziel’ uit 2009 draagt niet voor niets de titel van een gedicht van de pas overleden Poolse dichteres Wisława Szymborska: Niets cadeau (zie kader), waarin de ziel niet alleen een protest heet tegen onze vergankelijkheid en sterfelijkheid, maar ook op luchtige wijze wordt aangeduid als ‘het enige wat niet op de lijst staat’ van al datgene wat moet worden teruggegeven. Via de reflectie op dergelijke gedichten, of op kunstwerken, op filosofische en spirituele teksten, kunnen we volgens Visser langzaam maar zeker voeling

30 maart 2012 | VolZin 23

405217.indd 3

26-3-2012 14:11:32


ontwikkelen met dat moeilijke begrip van de ziel. Want de ziel is geen aanwijsbare substantie, geen ding of natuurkracht. Zelf gebruikt hij aanduidingen als ‘resonantieruimte’ of ‘open midden’. In de grond is de ziel, aldus Visser, “iets ontvankelijks, dat de opdracht heeft dit midden te behoeden.” “Het open midden mag niet worden bezet. In het verleden probeerden dogmatische vormen van religie het te bezetten, tegenwoordig wordt het bezet door de wetenschap. We moeten dit midden weer openbreken en open proberen te houden. Dat zie ik als een gezamenlijke taak van de kunst, de filosofie en de religie.” Kunst, filosofie en religie vormen voor Visser een vanzelfsprekende drie-eenheid. Ze zouden elkaar zijns inziens moeten aanvullen in plaats van bestrijden, juist in deze tijd van ontzieling, waarin zij in de marge zijn geraakt. “Filosofie is de vreugde van de verheldering, kunst is de vreugde van de vormgeving, religie is de vreugde van de liefde”. Zelf groeide Visser op in een rooms-katholiek gezin in West-Friesland en verbleef van zijn twaalfde tot zijn

‘De ziel is geen ding, geen natuurkracht, maar iets in ons dat het leven open houdt’ achttiende op een seminarie. Op zijn zestiende wist hij dat hij geen priester moest worden. Naderhand verloor hij met de jaren de aansluiting bij de kerk – wel bleef de kruisweg op Goede Vrijdag hem dierbaar, “vanwege het respect dat er van uit gaat voor het diepste lijden” – maar hij ziet zichzelf nog altijd als een religieus mens.

Belangrijkste gedachte Hij pakt zijn boek met opstellen over Nietzsche, dat juist is verschenen. Nietzsche, merkt hij op, noemde zijn belangrijkste gedachte eenmaal een ‘geloof’. “En hij bedoelde dat positief. Hij kon die waardevolle gedachte niet bewijzen, maar voor hem volstond het gevoel van liefde dat zij in hem losmaakte. Wij zijn

24 VolZin | 30 maart 2012

405217.indd 4

26-3-2012 14:11:34


Niets cadeau (fragment) Niets cadeau gekregen, alles te leen. Ik zit tot over mijn oren in de schulden. Ik zal met mezelf voor mezelf moeten betalen, mijn leven voor mijn leven geven. (...) Ik kan me niet herinneren waar, wanneer en waarom ik zo’n rekening heb laten openen. Het protest ertegen noemen we de ziel. En dat is het enige wat niet op de lijst staat. Wisława Szymborska (1923-2012), uit de bloemlezing Uitzicht met zandkorrel (1993). Vertaling: Gerard Rasch meer en meer geneigd het woord ‘geloof’ te verbinden met goedgelovigheid of zelfbedrog. Ook Nietzsche doet dat meestal. Zo kennen we hem. Maar de taal bewaart het woord ook voor een dieptelaag van ons bestaan, waar de wetenschap geen toegang toe heeft.” Als zijn eigen religieuze geloof zich in de loop der jaren heeft verdiept, hangt dat volgens Visser samen met het belangrijkste dat in het leven om bevrijding vraagt: het vermogen lief te hebben. Vandaar dat hij voorin als motto in zijn boek Niets cadeau deze paradoxale uitspraak van de filosoof Schelling heeft opgenomen: “Die Seele ist nicht, wo sie ist, sondern wo sie liebt.” (“De ziel is niet waar zij is, maar waar zij liefheeft.”) “Voor mij is religie de oerstem van het leven, zij vibreert in elke cel van je lichaam, zij is de ‘grondgesteldheid’ waar Heidegger het over heeft. Elke samenleving heeft een religieuze basis nodig. Er is een oud joods verhaal dat zegt: elk volk telt zesendertig rechtvaardigen, niemand weet wie ze zijn – het kan je moeder zijn, je buurman – maar als ze zouden verdwijnen, is het volk in nood. Ik denk dat dat waar is. Maar die rechtvaardigen, of heiligen of goede mensen, hoe je ze ook wil noemen, die zullen je niet kunnen uitleggen hoe het zielsbegrip gestorven is in onze cultuur of hoe geloof en waarheid zich onderling verhouden. Hetzelfde geldt voor de kunstenaars. Die hebben een andere taak. Voor verheldering, voor toegang tot de grondnoties van het bestaan, heb je de filosofen nodig. Onze samenleving schreeuwt om filosofie.” ■ Meer informatie over de activiteiten in het kader van de Maand van de Filosofie: www.maandvandefilosofie.nl.

column

nuweira youskine

Bijgelovige gelovige Mag een gelovige ook bijgelovig zijn? Cynici zullen allicht beweren dat álle gelovigen per definitie bijgelovig zijn, maar dat is een andere discussie. Het is meer, dat het tegenstrijdig lijkt: je gelooft in de absolute macht van één God – en toch loop je liever niet op vrijdag de dertiende onder een ladder door. Je hoort erop te vertrouwen dat het leven loopt zoals dat volgens een Goddelijk plan hoort – en toch glip je soms stiekem naar een koffiedikkijker of de astroloog. Gewoon, om even te checken of dat plan inderdaad wel aan jouw idee van het leven voldoet. Of het nu om ongelovigen of gelovigen gaat, het gevoel is misschien wel herkenbaar. Denkt u zich een grote reis in. U wil langs specifieke bezienswaardigheden rondtoeren, interessante mensen ontmoeten en ontspannen. Maar wat als alle bezienswaardigheden net gesloten zijn wegens restauratie, de mensen slaapverwekkend saai zijn en de stress toeslaat zodra u de grens over rijdt? Het kan allemaal gebeuren. Een remedie is er niet tegen. Het leven zit vol met minder prettige verassingen en dat moeten we accepteren. Toch probeer ik instinctief altijd de goden te bezweren: ik zwijg zoveel mogelijk over plannen en ideeën. Als mensen vragen wat ik op een geplande reis allemaal ga doen: ik zwijg. Als mensen aandringen op verduidelijking van mijn voornemens: ik glimlach geheimzinnig. Bang dat... tsja, waarvoor eigenlijk? Bang het lot te tarten, de goden te verzoeken? Maar waarom zouden die goden in willen grijpen in mijn volkomen onbelangrijke leventje? Er zijn natuurlijk ook mensen die juist met het grootste plezier hun voornemens luidkeels van de daken schreeuwen. Dat past in de school die ons aanspoort onze plannen uit te spreken, te concretiseren en visualiseren. Je schijnt hiermee de energie naar je toe te trekken om die dingen ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. Het hele principe van The Secret (als u dat nog iets zegt) was hierop gebaseerd en toegegeven: het klonk helemaal niet zo onlogisch, dat het omniversum slechts kan responderen op wat wij invoeren. Toch blijf ik liever in mijn cocon, dromend en voorzichtig de draden in mijn hoofd spinnend. Die werking van het omniversum moet dan maar op een wat lager pitje. Want die goden, daar valt écht niet mee te spotten.

30 maart 2012 | VolZin 25

405217.indd 5

26-3-2012 14:11:37


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.