Volzin 22

Page 1

volzin.

magazine voor zinvol leven

Dominee ziet het licht:

‘MENSEN, DURF TE BLIJVEN DROMEN’

Religie 2025 Priester wordt personal coach Interview Theoloog Erik Borgman wil respect Laatste kans Wie redt het christendom? Dichterbij Onder de tafel met Toon Tellegen

pagina 26 ➜

n i z l o V dig volleuw nie Columnisten Marjoleine de Vos ✽ Ruben van Zwieten ✽ Mohammed Benzakour



Colofon

magazine voor zinvol leven

Redactioneel Eduard van Holst Pellekaan

Maak het nieuw! Een nieuw leven, een nieuw begin. Zo voelt deze vernieuwde Volzin. We hebben het goede bewaard en beter tot uiting gebracht; wat slecht was, eruit gelaten en vernieuwing zelf als thema genomen. Volzin: nu mooier, aantrekkelijker en beter.

‘W

e proberen woorden te vinden die we in hoge mate met elkaar delen. We zijn niet allemaal hetzelfde, maar we delen een ideaal. Het voelt goed om verbonden met je medemensen te leven.” Het zou ons eigen mission statement kunnen zijn maar het komt uit de mond van Bert Wiegman, hoofd van Het Apostolisch Genootschap, dat in dit blad aandacht krijgt. ‘Het nieuwe vrijzinnige alternatief’ staat er boven het artikel. De apostolischen zijn relatief onbekend maar net zo groot als de andere vrijzinnige christelijke clubs bij elkaar. Wat opvalt is dat ze relativisme en elitisme omzeilen dankzij hun saamhorigheid en goede organisatie. Ook buiten het genootschap brengen ze hun ideaal van naastenliefde met buitengewoon veel vrijwilligerswerk in praktijk. Hun diensten verlopen ontspannen, er wordt gelachen en commentaar geleverd; ze zingen graag zelfgecomponeerde liederen. De logische volgende ontwikkeling van het christendom? Je mag het hopen. Verderop in deze Volzin vertelt Erik Borgman, de ‘meest spraakmakende theoloog van Nederland’, vol vuur over zijn opus magnum in wording: “Alle dingen nieuw”. Niks vrijzinnigheid, zegt de overigens vrij denkende Borgman – hij schrijft niet minder dan ‘een volledig nieuwe dogmatiek van het christelijke geloof voor deze tijd’. Naast Borgman en de apostolischen vindt

u de eerste column van Ruben van Zwieten, bekend van Zingeving Zuidas. Hij neemt u mee terug naar de bronteksten van de Bijbel en weet de verhalen juist op die manier, paradoxaal genoeg, relevant te maken voor ons moderne leven hier en nu.

Drie voorbeelden van geïnspireerde religie, van modern geloven, van spiritualiteit die relevant is voor, en deel uitmaakt van de cultuur en maatschappij waarin we leven. Wie meent dat religie een aflopende zaak is, moet Volzin, platform voor geloofsvernieuwing, lezen. “Mensen zijn de afgelopen decennia niet minder gelovig geworden”, zegt Motivaction-onderzoeker Frits Spangenberg in het artikel ‘Religie in 2025’. Sterker, de behoefte aan religie neemt eerder toe dan af. Door de individualisering staan we er meer alleen voor dan vroeger en neemt de behoefte aan steun, opvang, begrip en bevestiging juist toe, zegt Spangenberg. Hoe er aan die behoefte tegemoet wordt gekomen, hoe er nieuwe vormen van religie, van verbondenheid, van gedeelde idealen worden gevormd – daarover gaat Volzin. Reageer via: eduard@volzin.nu

‘Wie meent dat religie een aflopende zaak is, moet Volzin lezen’

Uitgever Stichting Volzin Exploitatie Koninklijke BDU Uitgevers BV Redactie Eduard van Holst Pellekaan, hoofdredacteur, Cees Veltman, adjuncthoofdredacteur, Theo van de Kerkhof, eindredacteur, Jan van Hooydonk, redacteur, Ineke Klinkhamer-van Bussel, secretaresse Medewerkers aan dit nummer Aad Goudappel, Arjan Broers, Bert van der Kruk, Christiaan Krouwels, Corbis, Erik Kortier, Frank Penders, Herman Koetsveld, Hollandse Hoogte, Jörgen Varis, Lisette Thooft, Jurgen Tiekstra, Marjoleine de Vos, Mohammed Benzakour, Ruben van Zwieten, Stijn Rademaker, William Moore Art direction Karin Goedhart Advies bij restyling Mick Peet Adresgegevens Postbus 9435, 3506 GK Utrecht Tel.: 030-263 10 90 E-mail: redactie@volzin.nu www.volzin.nu Stichting Vrienden van Volzin Rek.nr. 58.99.668, St. Vrienden van Volzin te Utrecht Abonnementenadministratie BDU Vak- en Publieksmedia Postbus 67, 3770 AB Barneveld Tel.: 0342-494 844 E-mail: administratie@volzin.nu Tarieven 2012 Jaarabonnement automatische incasso: € 93,60 (studenten € 74,50), acceptgiro: € 96,10 (studenten € 77,-), buitenland: € 149,15. Halfjaarabonnement automatische incasso: € 49,75 (studenten € 40,40) Kwartaalabonnement automatische incasso: € 28,Prijzen zijn incl. btw. Abonnement wordt na overeengekomen periode automatisch verlengd. Na deze periode is het abonnement, schriftelijk of per e-mail, per maand opzegbaar. Advertentie-exploitatie BDU Vak- en Publieksmedia Arjan van den Bosch Tel.: 0342-494 261 E-mail: a.v.bosch@bdu.nl Technische realisatie Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf BV Verschijnt ook op geluidsdrager en in grote letter. Informatie: Dedicon, tel. 0486-486 486; CBB, tel. 0341-565 499. © Stichting Volzin – ISSN: 1571-4004

03


✽ zinzoekers

Gevecht voor recht

Gemeenschap aan de rafelrand Ze verdwijnen niet meer geruisloos in de illegaliteit maar organiseren zichzelf in tentenkampen en demonstreren voor hun rechten als mensen. En krijgen hulp van mensen als Ursula.

E

erder deden ze het in onder andere Ter Apel, Den Bosch en Zwolle, nu in Den Haag en Amsterdam-Osdorp (foto). Uitgeprocedeerde asielzoekers uit landen als Soedan, Irak en Somalië, die ‘vrijwillig’ terug moeten naar hun land, vormen een eigen parallelle gemeenschap aan de rafelrand van de Nederlandse. Ze krijgen hulp. Van buurtbewoners. En van Ursula Weitzel, advocate gespecialiseerd in vreemdelingenrecht.

04


Beeld en tekst: Frank Penders

05


Geluk geef je door Mijn naam is Anniek Pheifer, ik ben actrice én ambassadrice van Heifer. Ik prijs mezelf gelukkig: ik ben altijd naar school geweest en heb altijd toegang gehad tot medische zorg en gezonde voeding. Helaas krijgt niet iedereen dezelfde kansen als ik en daarom zet ik me in voor Heifer. Ik ben erg enthousiast over de directe hulp die zij arme Afrikaanse gezinnen bieden. Heifer geeft namelijk geen geld, maar koeien, geiten of kippen. Plus een uitgebreide veehouderij- en landbouwopleiding. Eigenlijk geeft Heifer een klein bedrijfje. Melk, vlees en eieren zijn natuurlijk gezond, maar leveren ook geld op. En dus medicijnen of schoolgeld. De familie geeft een kalfje, lammetje of kuikens door aan een volgend gezin. En dat gezin doet hetzelfde. Zo biedt Heifer arme gezinnen de kans om hun voeding en inkomen zélf voorgoed te verbeteren. En dat vind ik zo goed. Foto © Harry Meijer

Het is bijna Kerstmis; hét familiefeest bij uitstek. Daar past geen honger bij. Geeft u daarom deze kerst, net als ik, eens een dier cadeau aan een arm gezin. Dit jaar willen we Feyisa uit Ethiopië gelukkig maken met een ezel. Helpt u mee? Lees meer of doneer via www.heifer.nl.

/heifernederland www.heifer.nl |

Giro 4663

Heifer_Adv205x275Anniek_Volzin.indd 1

Heifer Nederland | Postbus 1587 | 4700 BN Roosendaal T.: 0165 - 520123 | F.: 0165 - 520124 | E.: info@heifer.nl

22-10-12 12:30


0-12 12:30

commentaar Jan van Hooydonk ✽

Beeld: Christiaan Krouwels

‘Ik besta omdat wij bestaan’ We zijn zeker niet minder gelovig geworden, de behoefte aan religie neemt eerder toe dan af - dat heeft te maken met de individualisering van onze samenleving, aldus Frits Spangenberg in dit nummer. De socioloog heeft ook wat mij persoonlijk betreft gelijk. Mijn ‘behoefte aan religie’ werd de afgelopen jaren alleen maar sterker.

I

k ben religieuzer geworden, vromer als u wilt. Spangenberg wijst op de schaduwzijden van de individualisering: gebrek aan oriëntatie, ontworteling, eenzaamheid. Kerken komen volgens hem onvoldoende tegemoet aan de spirituele behoeften van mensen van nu. Ik wil dat oordeel graag nuanceren, want het is maar wat je onder ‘kerk’ verstaat. Afgelopen jaren zijn, geïnspireerd door de bijbeluitleg en liederen van Huub Oosterhuis, her en der leerhuizen en ecclesia’s opgericht. Ook deze ‘huizen van bezieling’ noem ik kerk. De ‘preek van de leek’ trekt in Amsterdam en elders volle zalen. Bezinningscentra van allerlei pluimage trekken volop bezoekers. Diaconale instellingen klagen de armoede aan en zetten zich in voor vluchtelingen en illegalen. Het grote beeld mag er dan een zijn van krimp en aftakeling, wie de ogen openhoudt, ziet binnen en buiten de gevestigde kerken tegelijk volop vernieuwing. Soms gaat het om hele nieuwe vormen, soms om revitalisering van oude vormen.

woordt: ‘Gods barmhartigheid en de barmhartigheid van mijn medebroeders en medezusters’. Dertien jaar geleden deed ik mijn intrede in de Dominicaanse Lekengemeenschap Nederland. Ik leverde me daarmee over aan de gemeenschap. Sommige tijdgenoten vinden zoiets eng en ik geef toe, soms is het dat ook. Maar bovenal ervaar ik de afhankelijkheid waar ik bij mijn professie voor gekozen heb, als een bevrijding. Onze samenleving hecht veel waarde aan persoonlijke autonomie en zelfbeschikking. De traditie van de religieuzen reikt een andere manier aan om vorm te geven aan je persoonlijke identiteit: haar vertrekpunt ligt in de gemeenschap. Die maakt mij tot wie ik ben. Met de woorden van de Afrikaanse theoloog John Mbiti: “Ik besta omdat wij bestaan.” De dominicaanse lekengemeenschap is niet de enige in haar soort. Ook binnen andere ordes en congregaties treden niet-kloosterlingen toe. Juist in een geïndividualiseerde samenleving bieden de eeuwenoude

Jan van Hooydonk is redacteur en commentator van VolZin.

Spangenberg spreekt van de op-

komst van de ‘BV IK’. De katholieke traditie kent vanouds een tegenhanger: het kloosterleven. Bij het intrederitueel van de dominicanen word je gevraagd: ‘Wat verlang je?’ De broeder of zuster in spe ant-

Ik ben religieuzer geworden, vromer als u wilt

tradities en spiritualiteit van de religieuzen handvatten voor nieuwe gemeenschapsvorming. Gemeenschap niet op basis van bloedverwantschap of keuze, maar op basis van gedeelde spirituele en maatschappelijke idealen. Gemeenschap op basis van het feit dat wij mensen als zuster en broeder aan elkaar gegeven zijn. Nog voordat mensen ik kunnen zeggen, maken ze deel uit van een wij. Het belang van dit inzicht reikt verder dan kerk of orde: dit geldt voor alle mensen. Twee weken terug traden opnieuw

zes mensen toe. (We zijn nu met 56). Zij legden de belofte af om zich toe te leggen op verkondiging van het Evangelie in woord en daad en de waarden van de gemeenschap hoog te houden: ontvankelijk te zijn voor de ‘tekenen des tijds’, compassie te tonen met wie weerloos zijn, kritisch in het leven te staan, te geloven in de kracht van argumenten en in democratie. Voorafgaand zongen we de litanie van de dominicaanse heiligen, die eindigt met: Draag ons waar Gij ons zendt, berg ons waar wij verblijven, koester ons in onze compassie voor elkaar, bewaar ons in uw ruimte, nu, alle dagen, tot over de dood heen. Om méér kan ik niet bidden.

07


08


Onderzoeker Frits Spangenberg werpt een blik in de toekomst

interview ✽

Wie biedt de zinzoeker straks soelaas: de vernieuwde kerk of de psycholoog/coach?

Religie in 2025 M De behoefte aan religie neemt eerder toe dan af, maar in de geloofsinstituten zelf komt Motivaction-onderzoeker Frits Spangenberg “zelden mensen tegen die volledig in het leven staan”. Wat te doen? “De kerk van de toekomst belichaamt de deugden die wij nodig hebben, schenkt goede koffie en heeft een webcommunity waar je terecht kunt voor goede raad.” Tekst: Jan van Hooydonk Illustratie: Aad Goudappel

otivaction verzorgt de conversatie tussen aanbieders van goederen en diensten en hun consumenten – tussen bedrijven en klanten, overheden en burgers, en tussen kerken en gelovigen. Zo omschrijft oprichter en grootaandeelhouder Frits Spangenberg (64) zijn core business. Die conversatie vindt plaats aan de hand van marktgegevens. Motivaction beperkt zich daarbij niet tot demografische kenmerken of opinies, maar graaft een spade dieper. Spangenberg ontwikkelde het Mentality-model: een indeling van de samenleving in segmenten met eenzelfde waardenpatroon en leefstijl. Het model heeft intussen ook in kerkelijke kring zijn diensten bewezen. Uit onderzoek binnen de Protestantse Kerk in Nederland bleek dat deze kerk in hoofdzaak slechts twee van de acht mentaliteitsmilieus weet aan te spreken: ‘traditionele burgers’ (16 procent van de bevolking) en ‘postmaterialisten’ (10 procent) – al te simpel door mij samengevat als: CDA’ers en GroenLinksers, de grote verliezers van de laatste verkiezingen dus. Ik heb op Motivaction.nl de Mentality-test gedaan: niet één vraag over religie.

“De vragen hebben inderdaad geen betrekking op zaken als kerklidmaatschap, belijdenis of deelname aan religieuze bijeenkomsten. De groep die vandaag de dag

naar de kerk gaat, is intussen zo klein dat je daar als onderzoeker weinig conclusies aan kunt verbinden. Ook onze opdrachtgevers – bedrijven, ministeries, enzovoorts – hebben daar weinig aan. Zij zijn op zoek naar de dieperliggende waarden van mensen. Die zeggen namelijk meer dan de vraag of ze kerkelijk betrokken zijn. Veel meer mensen zijn religieus of gelovig dan er naar de kerk gaan. Praat je met mensen door over de waarden van het leven, dan vinden ze naastenliefde heel belangrijk, compassie, gemeenschapszin. Allemaal van oudsher aan religie verbonden waarden.” Waarom noemt u die waarden religieus?

“De kern van religie is volgens mij dat je een goed mens bent, het goede uitdraagt en dit beleeft ten nutte van het algemeen. Daar horen waarden bij als naastenliefde en betrokken zijn bij de gemeenschap. Daarin zie ik overeenkomsten tussen alle religies.” Heeft religie in Nederland toekomst?

“Mensen zijn de afgelopen decennia zeker niet minder gelovig geworden. De behoefte aan religie neemt eerder toe dan af. Dat heeft te maken met de individualisering die zich in onze samenleving voltrekt. Je staat er nu meer alleen voor dan vroeger. De behoefte aan steun, opvang, begrip en bevestiging neemt juist toe. Het wonderlijke en eigenlijk ook treurige is dat de

09


✽ interview kerken de afgelopen decennia heel veel door hun vingers hebben laten glippen. Ga vijftig jaar terug en vergelijk de restaurants en het uit eten gaan van toen met de restaurants en het eetgedrag van nu: volkomen veranderd! Bioscopen toen en nu: volkomen anders! De inrichting van onze huizen: idem! Alleen in de kerk, daar is weinig tot niets veranderd. Kijk alleen al naar de inrichting. In de vroegchristelijke bouwkunst waren ronde kerken gebruikelijk, die opstelling zou veel beter aansluiten op het heden. Wat er in de kerk gebeurt, sluit niet aan op wat mensen bezighoudt. Preken gaan over het verleden of een hiernamaals maar veel te weinig over het hier en nu. Kerken hebben het graag over anderen veraf maar te weinig over mensen dichtbij. Dus voelen die mensen zich niet aangesproken, laat staan serieus genomen. Een preek vanaf een kansel pretendeert alwetendheid. Maar kennis en kundigheid zijn allang niet meer voorbehouden aan gezagsdragers. In een dynamische netwerksamenleving wordt gewerkt en gesproken op basis van uitwisseling, dus interactief.” Bent u zelf religieus?

“Ik groeide op in een traditioneel luthers gezin, maar ben niet meer gebonden aan een kerkgenootschap. Kerken dragen een enorme ballast met zich mee. Ik kom er zelden mensen tegen die volledig in het leven staan. Naastenliefde en compassie zijn ook voor mij heel belangrijke waarden, evenals het besef dat alles wat je als individu doet, gevolgen heeft voor het collectief. Maar daarnaast hecht ik aan autonomie en zelfbeschikking. Regels zijn nodig, maar anders dan in de kerk wil ik, als product van de jaren zestig, zelf kunnen beslissen welke regels ik volg en welke niet.” U heeft zich bevrijd van rituelen. Maar rituelen kunnen uitermate troostend zijn. Er gaat toch niets boven een ouderwetse katholieke uitvaart?

“Die emotie herken ik. Maar dan heb je het over het entertainmentgehalte van rituelen. Dat is volkomen vrijblijvend. Ik heb het over rituelen in de zin van gestolde manieren van doen en zeggen, achterhaalde regels ook. Denk wat de katholieke

10

‘ Het is natuurlijk vloeken in de kerk, maar ik nodig kerkleiders uit om hun organisatie ook eens als een bedrijf te bekijken’

Paspoort Frits Spangenberg (Den Helder, 1948) studeerde sociologie aan de Universiteit van Amsterdam.

. In 1984 richtte hij het marktonder-

zoeksbureau Motivaction op, waarvan hij tot 2005 algemeen directeur was. Hij is onderzoeker, docent en auteur, onder meer van ‘De grenzeloze generatie en de onstuitbare opmars van de B.V. IK’ (met Martijn Lampert, 2011).

. Spangenberg woont met levenspartner

Menno Jonker, glaskunstenaar en ontwerper, in Amsterdam. Samen bezitten zij een tweede huis in het Marokkaanse Marrakech, een plek waar “culturele diversiteit, een milde vorm van filantropie en hedonistische ervaringen” samenkomen, meldt Spangenberg op Fritsspangenberg.nl. Op Motivaction.nl kun je ook de Mentality-test doen.

Frits Spangenberg

kerk betreft aan het celibaat of aan het hiërarchische karakter – dat staat haaks op de netwerksamenleving waarin we leven.” Zullen moskeeën er, anders dan kerken, wél in slagen hun gelovigen vast te houden?

“De islam gaat met enige vertraging het christendom achterna. Afgezien van de kleine groep fundamentalisten neemt de interesse in moskeebezoek af. Dat is vooral iets voor ouderen. De ramadan, ja, die leeft wél heel sterk. Moslims beleven de ramadan zoals de meeste Nederlanders kerstmis. Met religie heeft het weinig van doen, ik zie ze toch vooral als culturele fenomenen, als entertainmentrituelen.” De religieuze vraag en het kerkelijke aanbod sluiten niet op elkaar aan. Hoe verklaart u die kloof?

“In elke beweging heb je een ware kracht die de zaak voortdrijft, gelardeerd met uiterlijkheden en rituelen. Wat je in alle religies ziet, is dat de rituelen en regels de overhand krijgen. Als socioloog zie ik hetzelfde overigens gebeuren in de politiek, bij de overheid en binnen de financiële sector: regels worden belangrijker dan de moraal en inhoud. Waar organisaties in andere sectoren zich met regelmaat afvragen hoe het toch komt dat hun verhaal bij hun doelgroep niet overkomt, zijn kerken veel minder geneigd dat te doen. Daarin toont zich de macht en het naar binnen gekeerd zijn van het instituut.” Kerkleiders zullen zeggen: ‘Meneer Spangenberg, wij kunnen de kerk toch niet overlaten aan marktonderzoekers!?’

“We leven in een vrije wereld. Niemand is verplicht zich iets van mij of mijn collega’s aan te trekken. Als socioloog en marktonderzoeker ben ik onafhankelijk en objectiever dan de onderling verdeelde kerkelijk leiders. Het is natuurlijk vloeken in de kerk, maar ik nodig ze uit om hun organisatie ook eens als een bedrijf te bekijken, bij wijze van metafoor. Om jezelf als bedrijf te kunnen bedruipen – ik heb het nog niet eens over groei – zul je je aanbod moeten aanpassen aan de vraag. Wanneer de mensen zo veranderen dat ze de kerk uitlopen maar je wenst je niet aan te passen – of je verhardt zelfs – dan zijn


Tekst: Jan van Hooydonk Illustratie: Aad Goudappel

de gevolgen voorspelbaar. Dan krijg je wat je toekomt.” Trendwatcher Adjiedj Bakas voorspelde eerder in Volzin de opkomst van de ‘hutspotreligie’, godsdienstsocioloog Joep de Hart heeft het over ‘zwevende gelovigen’. Herkent u die trend?

“Ja zeker, de kerken hebben aan de aanbodzijde niet langer het monopolie. Ook qua religie en levensbeschouwing is nu sprake van een markt. Door internet, sociale media, goedkope vliegtarieven, enzovoorts, ligt de wereld aan onze voeten en is de variëteit op de markt aanzienlijk vergroot. Onze samenleving kent een overvloed aan prikkels. De keerzijde is dat veel mensen niet meer toekomen aan een dieper innerlijk leven. Sommigen zijn te veel met zichzelf bezig en te weinig met hun omgeving. Denk aan het narcistische gedrag dat je overal op straat ziet, aan de hufterigheid in het sociale verkeer of aan het volkomen uit de hand gelopen ‘Facebook-feest’ in Haren. Sinds kort heeft ons land een College voor de Rechten van de Mens. Prachtig! Maar wie heeft het over de plichten van de mens die logischerwijs bij die rechten horen? Daar wringt de schoen. We zijn nog op zoek naar een balans tussen individuele vrijheden en de verplichtingen en verantwoordelijkheden voor het collectief. Uit de Motivaction-onderzoeken weet ik dat jongeren meer dan ooit behoefte hebben aan een leidraad, jammer dat de kerken die zo afstotelijk en onherkenbaar hebben verpakt.” We hebben meer morele autoriteiten nodig?

“Ik zou liever zeggen: moraliteit moet meer geïntegreerd worden in ons dagelijkse leven. Autoriteiten zijn niet de oplossing. Meer regels evenmin. Hoe meer regels, hoe meer het wantrouwen en de obstructie daartegen toenemen. Deugden hebben we nodig. Er spelen grote sociale issues, maar geen kerk doet van zich spreken. Geen steun, geen verzet, geen veroordeling en zeker geen aansprekende voorbeelden.” Hoe geven mensen in 2025 vorm aan hun behoefte aan zingeving? Zal die behoefte

leiden tot nieuwe gemeenschapsvorming?

“In de flexibele samenleving van nu en de nabije toekomst zou een kerk een inloopgebouw moeten zijn, maar nog veel belangrijker: een community op internet. Voor raadgeving en vragen is een online forum zeer geschikt. Een inloopgebouw moet toch minstens goede koffie schenken, een plaats zijn waar je graag naar toe gaat. Niet zozeer op de zondag, maar met dagelijkse openingstijden. Eén kerk, en één dominee of één priester is ook uit de tijd, meer mensen weten meer dan één, het kunnen spreken met andere ervaren en deskundige mensen werkt verfrissend. Voor intieme, persoonlijke zaken is het prettig om te kunnen kiezen met wie jij dat wilt delen. Maar dat kies je zelf en niet wie er toevallig dienst doet in jouw gemeente. Een groep van gemeentes die kan inspelen op die bewegingen hoeft geen nieuwe ‘kerk’ te stichten. Er zijn vele waardevolle tradities en fundamenten om op voort te bouwen.” Mensen vinden steeds minder inspiratie bij kerken. Waar halen ze hun inspiratie dan vandaan?

“Wat denk je van de psychologen? Het aantal mensen dat in psychotherapie is, neemt hand over hand toe. Is er ergens bloed, ben je slachtoffer van vandalisme

of diefstal? Slachtofferhulp staat voor je klaar. Verlies je als vijftigjarige je vader of moeder, dan helpt de psycholoog bij je rouwproces. Niet alleen gaan steeds meer mensen naar de psycholoog, ze gaan ook op steeds jongere leeftijd. Je bent 17, je verkering gaat uit en je gaat in therapie om je liefdesverdriet te verwerken. Vroeger loste je zoiets zelf op. De onstuitbare groei van de persoonlijke coach heb ik dan nog niet eens genoemd. Jongeren van nu zijn veel kwetsbaarder dan mensen van mijn generatie in hun jeugd waren. Het lukt hen – maar ook sommige ouderen – veel moeilijker dan vroegere generaties om met tegenslagen in het leven om te gaan. Deze ontwikkeling past binnen een bredere maatschappelijke trend: we leven in een extreem risicomijdende cultuur. Tot in het extreme zijn we bezig met beveiliging en veiligheidsnormen. Dat begint al heel jong. Speeltuinen worden tegenwoordig zo ingericht dat een kind zich geen buil meer kan vallen.” Ik hoor bij u enige verontrusting over de toekomst doorklinken.

“Ik verzet me tegen verontrust zijn. Ik bespeur in de samenleving vrijblijvendheid – dat is een groot probleem. Maar ik zie ook pogingen om aan die vrijblijvendheid te ontsnappen. Au fond ben ik optimistisch, ik geloof heel sterk in ons zelfherstellende vermogen. Je moet niet zeuren, vind ik, maar doen wat in je vermogen ligt. Ik onderzoek ontwikkelingen, houd lezingen voor ouders en docenten en geef les op de weekendacademie aan twaalfjarige allochtone kinderen. Wat ik hen probeer bij te brengen, is dat elk mens, zonder uitzondering, over eigen talenten en kwaliteiten beschikt om iets van het leven te maken. Wat ik zeg, is: je kunt ‘t, maar je moet blijven oefenen! Jan Blokker schreef ooit: ‘Sociologen zijn mensen die vertellen wat iedereen al wist, op een manier dat niemand het meer begrijpt’. Zo’n socioloog wil ik dus niet zijn! Zoveel mensen zijn ongelukkig, zitten niet goed in hun vel, zijn verongelijkt of boos. Aan hun levensgeluk mag best iets gedaan worden. Daar ligt een opdracht voor geestelijken, maar niet minder voor sociologen.”

.

11


✽ reportage

Apostolisch genootschap kijkt opzij

HET NIEUWE VRIJZINNIGE ALTERNATIEF Het christelijke geloof tot de essentie teruggebracht. Dat lijkt de kracht van Het Apostolisch Genootschap dat een alternatief biedt voor wie de traditionele kerken te star en afstandelijk vindt. Kan het genootschap, dat geen kerk wil heten, het christendom redden? Tekst: Cees Veltman Beeld: Stijn Rademaker

‘W

e hebben sprinkhanen gegeten, ik heb er vijf op!” Een tienjarige jongen doet verslag van de jeugdbijeenkomst een week eerder. Het thema was Le(e)f. Tijdens de lunch waren de beestjes opgediend met blauwe cake. Samen met zijn kameraden krijgt hij er alle tijd voor, zien we in de videofilm aan het begin van deze dienst. Daarna krijgt het koor de

12

ruimte. De ene helft van de zaal is goeddeels gevuld met het omvangrijke koor dat er elke zondag optreedt. De andere helft telt zo’n 120 mensen, keurig in pak en jurk. Het is zondag half tien in het gebouw van Het Apostolisch Genootschap aan de Aziëlaan in Utrecht. ‘Gebouw’, want ‘kerk’ noemen ze het nooit. Een kruis is er niet te vinden, wel een logo: een brandende toorts die van de ene hand aan de andere wordt doorgeven met de wereldkaart op de achtergrond. ‘Wat doe je samen anders dan het gewone’ staat er op een videoscherm. De sfeer is totaal ontspannen en er klinkt veel gelach en commentaar uit de zaal. De mensen zitten echt te genieten. “We maken er een mooie ochtend van”, zegt de jonge voorgangster opgeruimd, een invalster uit Almere die de mensen heeft ontvangen met een simpel ‘Goedemorgen’. Al improviserend – geschreven teksten zijn bijna taboe - vertelt zij over de liefde. “Daar hebben we het bijna altijd over”, erkent ze, maar

Dienst in het gebouw aan de Utrechtse Aziëlaan. Een kerk noemen ze het nooit.


‘Dat ik dit rijk vanuit een geloof mag betreden dat geen sancties kent van hel of vagevuur, vind ik heel bevrijdend’


✽ reportage

Tekst: Cees Veltman Beeld: Stijn Rademaker

Kunst van het afscheiden Het Apostolisch Genootschap is opgericht in 1951 maar heeft een lange, enerverende historie.

16.000

leden en tachtig geloofsgemeenschappen telt het Genootschap en is daarmee veruit de grootste vrijzinnig-christelijke stroming in Nederland. En de grootste onder de apostolischen, een verzamelnaam voor tien verschillende kerkgenootschappen in Nederland, variërend van Bijbelgetrouw tot uiterst vrijzinnig, waarvan de orthodoxere Nieuwe Apostolische Kerk met 10.000 leden de een na grootste is.

10.000.000

apostolischen zijn er wereldwijd in 70 landen. Opvallend: Nigeria telt er vier miljoen, Duitsland 400.000.

1830

begint het met een Britse oecumenische gebedsbeweging onder leiding van Edward Irving, die zich afscheidde van de anglicaanse kerk. Hij bepleitte het herstel in het geloof in de buitengewone geestesgaven der oorspronkelijke apostelen en de komst van het Duizendjarige rijk. Ook wilde Irving het nieuwtestamentische apostelambt in ere herstellen. Zo werd in 1833 de Catholic Apostolic Church opgericht, en in 1867 de Katholiek Apostolische Gemeente in Nederland.

1951

besluit de Hoge Raad, na een conflict over de opvolging van de toenmalige apostel, dat Lambertus Slok niet rechtsgeldig is benoemd. Daarop stappen 25.000 van de 30.000 leden op en stichten Het Apostolisch Genootschap. Vanaf midden jaren tachtig zijn “de luiken opengegaan”, ook onder invloed van een groeiend aantal hoger opgeleiden. De apostolischen treden meer naar buiten. De oud-voorzitter van de Jonge Socialisten, Jelle Menges, is een bekende apostolische. www.apgen.nl

14

elkaar blijven liefhebben, is niet zomaar gewoon, er moet aan gewerkt worden. Het koor valt in met een door de dirigent gecomponeerd lied: ‘Als de liefde komt, wordt wat is volkomen, dan blijft het niet bij dromen.’ Dan leest de voorgangster de weekbrief van de apostel voor. Die moet de mensen bekend voorkomen want hebben ze al thuis toegestuurd gekregen. Hoe belangrijk de muziek en het koor ook zijn bij de apostolischen, deze brief blijft het centrum van elke dienst. Het koninkrijk van God ligt binnen bereik, het is namelijk in u en in mij, schrijft de apostel: “Dat ik dit rijk vanuit een geloof mag betreden dat geen sancties kent van hel of vagevuur, vind ik heel bevrijdend, zelfs ontroerend. Ik kan mijn geluk niet op. Er is wel een voorwaarde aan verbonden, namelijk te blijven

kiezen voor de liefde.” Hij besluit met ‘een lieve groet’.

Vorm of vent Het genootschap bloeit, maar zakt de laatste jaren door de vergrijzing qua ledental wel wat weg. Toch is de leeftijdsopbouw redelijk gemiddeld, met 22 procent leden onder de 40 jaar. Monique van Strien (50), als opziener een van de twee persoonlijke adviseurs van apostel Wiegman: “Net als een vereniging heeft ons genootschap problemen met mensen langdurig te binden en misschien ook wel te boeien. We hebben nog een redelijke groep jeugd die regelmatig naar de diensten komt, zeer afhankelijk van hun ouders natuurlijk, maar vooral waarderen ze hun eigen kringsamenkomsten, meer dan de diensten. Onze diensten zijn al wel een beetje interactief omdat mensen af en toe hardop laten horen


Apostolischen kijken opzij in plaats van naar boven

‘Als je gelooft dat alle mensen broeders en zusters zijn, dan zul je je daarin moeten oefenen.’ wat ze vinden, maar echte interactie ontstaat er nog niet. Jongeren hebben niet het gevoel dat zo’n dienst ook van hen is. Dat gevoel moeten we hen proberen te geven. Ze zijn selectief en vertonen steeds meer het gedrag dat wij ze leren: ‘Jij kunt kiezen.’ Ze hebben wat minder geduld. Drie wat minder geslaagde diensten achter elkaar en ze komen niet meer. “Pasklare antwoorden op levensvragen hebben we niet. Er is echte vrijzinnigheid, dus een grote diversiteit in de levensovertuiging. Dat maakt onze boodschap diffuus. Het is onze handicap – ons geloof is haast vloeibaar.” Van Strien vraagt zich af of iedereen de relevantie van het

apostolisch zijn voor het eigen leven bewust ervaart: “Op dit moment is de vormdiscussie bij ons dominant. Dan ga je andere liedjes doen en misschien springerige voorgangers aanwijzen, zoals ik. Dat is eventjes boeiend, maar de relevantie zit ’m in de boodschap. Het gebouw is ook belangrijk. Dat moet meer van de mensen en van de wijk worden. Dus maak er een keuken in, bijvoorbeeld. Samen eten is belangrijk voor het onderlinge contact en het gevoel van thuiskomen. Als je ten diepste gelooft dat alle mensen broeders en zusters zijn en jij wilt dat in je leven gestand doen, dan zul je je daarin moeten oefenen.” Zo proberen de apostolischen naastenliefde op een geinspireerde manier in praktijk te brengen. Misschien nu nog wat te veel naar binnen gericht, maar het lijkt een succesvolle evolutie van het christendom, die bovendien mooi aansluit bij deze tijd waarin het zelfbewuste, zijn vrijheid koesterende individu wel degelijk naar gemeenschap hunkert. Dit is een manier van geloven die bij veel meer mensen kan aanslaan.

.

Zielsverwanten Onderzoekers noemen Het Apostolisch Genootschap nog niet zo lang vrijzinnig. Tevoren werden ze gerangschikt onder ‘overigen’. ‘Vrijzinnig past omdat ze de Bijbel zien als een verzameling verhalen, morele lessen en waardevolle metaforen. God is het mysterie achter de schepping, niet de Schepper. God moet je zoeken in de harten van mensen. Apostolisch zijn is een geloof van mensen die, als ze God zoeken, niet naar boven kijken maar naar de persoon naast zich en naar de schepping als geheel. Bij de confirmatie tot lid beloven apostolischen zichzelf, niet God, hun levensovertuiging waar te maken. ”Bidden? Ik bid wel, zonder dat ik geloof dat God in een hemel mij hoort. Ik hoor het toch? Het geeft mij

kracht. Ik spreek mezelf aan en toe. Dat werkt”, aldus een voorganger uit Meppel. Het is een buitengewoon interessante groep in Nederland, aldus Gert de Jong van onderzoekinstituut ITS van de Radboud Universiteit in Nijmegen. “’Ze geloven niet eens in God’, hoor je wel eens zeggen. Dat is borrelpraat, maar in die lijn moet je wel denken want ze geloven niet in een bovennatuurlijke God. Ik maakte eens een dienst mee waarin de voorganger zijn

gebed begon met: “God… nou ja God, God, God, we geloven hier en daar niet in God.” Ze zijn heel vrijzinnig en tegelijkertijd hechten ze aan een goede organisatie en onderlinge saamhorigheid. Dat is een unieke combinatie. De apostolischen in Drachten leven mee met de apostolischen in Maastricht. Ze beschouwen elkaar als zielsverwanten. Ze doen bijna tweemaal zoveel vrijwilligerswerk als de gemiddelde Nederlander, deels dankzij het eigen hechte netwerk, maar ook omdat ze buiten de eigen geloofsgemeenschap zeer actief zijn. De offerbereidheid is groot. Het genootschap hoeft niet mee te doen aan de jaarlijkse actie

Kerkbalans om de kosten te dekken. De manier waarop zij over geloof denken, is heel geseculariseerd, maar ze gebruiken termen waar ze zelf ook een beetje moeite mee hebben, zoals ‘apostel’, ‘opziener’, ‘herder’ en ‘oudste’. De kansel heet ‘de verhoging’. Ze ‘gaan niet naar de kerk’, ze zeggen; ‘ik volg in Arnhem’. Bij overlijden wordt ‘het levensboek gesloten’. Contributie kennen ze niet, maar er wel een collecte in de dienst. Die noemen ze een ‘liefdesaanbieding’. Het is een ervaringsgericht geloof waarbij tijdens een dienst wel eens een traantje wordt weggepinkt.”

15


✽ reportage Interview Bert Wiegman

‘Niet het geloof ín, maar ván Jezus’ “We hebben geen God hierboven die ons beoordeelt. Als ik het niet goed doe, kom ik bij mezelf terecht. Daar moet je wel tegen kunnen”, zegt apostel Bert Wiegman (1956), hoofd van Het Apostolisch Genootschap.

‘H

ier noemen ze mij apostel, maar ik ben gewoon Bert Wiegman hoor” zegt hij op zijn kantoor, het prachtige Berg en Dal in Baarn. Wiegman is een vlotpratende, innemende man. Hij leidt sinds vorig jaar de vrijwilligersorganisatie die het genootschap voornamelijk is. Er zijn 39 professionele krachten in het nabijgelegen Dienstencentrum in Baarn, maar verder zijn het allemaal vrijwilligers. Wiegman is tevens kinderarts in het AMC-ziekenhuis in Amsterdam. De benaming ‘vrijzinnig’ is tamelijk nieuw voor uw genootschap. “Ja, ‘vrijzinnig’ bedoeld als ‘niet-orthodox’. Wij zijn, zeggen dat in ieder geval, vrij van dogma’s. Dit ‘Werkboek eredienst en liturgie’ is losbladig met vele open pagina’s die nog verder ingevuld moeten worden, aangepast aan deze tijd. We proberen woorden te vinden die we in hoge mate met elkaar delen. We zijn niet allemaal hetzelfde, maar we delen een ideaal. Het voelt goed om verbonden met je medemensen te leven. Met apostolischen is het heel plezierig optrekken omdat velen inspirerende mensen zijn.” U brengt de christelijke boodschap tot de essentie terug: de liefde? “Hopelijk raken we aan die essentie. We hebben daarnaast wel een organisatie maar laat het alsjeblieft niet om de organisatie gaan. Dat kan juist een reden zijn om elkaar kwijt te raken. Hopelijk brengen apostolischen de samenleving vanuit verwondering en ontzag voor de schepping liefde,

16

vanuit een gevoel dat iedereen er mag zijn en ertoe doet. Liefde is een containerbegrip en daarom voeg ik eraan toe: vrij van persoonlijk gewin, onvoorwaardelijke liefde. Ik kom mensen tegen die onvoorwaardelijk blijven liefhebben en zich verantwoordelijk voelen voor anderen. We hebben maar te zorgen dat we die liefde niet beschamen. Dat lukt niet altijd, maar dan is het goed om samen te komen en je weer te laten inspireren. Jezus probeerde ook op die manier in het leven te staan. We zeggen wel eens: we hebben niet een geloof in Jezus, maar hopelijk het geloof van Jezus. Hij sprak niet alleen over liefde, hij had lief. Maar hij was ook een mens, dus hij zal het ook wel eens niet hebben gehad.” Hij werd wel eens boos, ja. “Vriend zijn kan ook wel eens betekenen dat je boos op elkaar bent, maar dan is het de kunst om elkaar dan niet

‘Hij had hen gevraagd een witte zakdoek buiten te hangen als hij nog welkom zou zijn... Er hing een zee van witte lakens! ’


Tekst: Cees Veltman Beeld: Stijn Rademaker

kwijt te raken. Als een ander jou de rug toekeert, is de normale reactie dat je dat ook doet, maar wat doe je dan meer dan het gewone? De vraag is: wat stel je daar tegenover? Als arts weet ik dat er ziekte is, maar we gaan voor de genezing. Als apostolische weet ik dat er haat en onvrede zijn, maar we gaan voor de liefde, we gaan voor de vrede. Daar ligt de sleutel tot elkaar en tot jezelf, want je stelt jezelf ook wel eens teleur. Maar we krijgen elke week weer een nieuwe kans na de rondgang (heilig avondmaal, red.). De voorganger zegt dan: je zielsaanbieding is aanvaard. Dat betekent: Jij bent van waarde. Soms heb je dat gevoel versterkt nodig.”

tolisch gezin – had ik me daar misschien ook thuis gevoeld. Als je opvoeding maar leidt tot inspiratie om een mooi mens te worden, dat is het criterium. Niet iedereen hoeft apostolisch te worden, want dan zou je bij wijze van spreken ook geen kathedralen meer tegenkomen. Ik vind het geweldig om in zo’n kathedraal rond te lopen. Dat mensen zo gegrepen zijn door hun geloof dat ze een kathedraal weten te bouwen! Je hoeft van mij niet apostolisch te worden, maar ik gun iedereen wel een geïnspireerd leven en een plek om die inspiratie in zichzelf en bij elkaar op te doen of terug te vinden. Misschien zullen die plekken steeds meer buiten kerkgebouwen ontstaan.”

“Een jongen van 13 schreef mij – nadat er waarschijnlijk ruzie was geweest: ‘Toen zag ik mijn moeder rondgaan en dacht ik: nu gaat het goed komen.’ Ik hoorde een verhaal over een jongen die in zijn laatste levensfase bang was dat zijn ouders hem nu echt niet meer wilden zien omdat hij hen veel had aangedaan. Hij had ze gevraagd een witte zakdoek buiten te hangen als hij met de trein langs zou komen en hij toch nog welkom zou zijn. Maar hij durfde niet te kijken of die zakdoek er hing. Een medepassagier hielp hem uit zijn bange voorgevoel. Er hing een zee van witte lakens! Dat zijn ontroerende verhalen. Ze geven mooi weer dat het op elk moment weer kan goed komen, al denk je dat dat niet meer mogelijk is.”

Het AG is relatief onbekend in Nederland. Wilt u daarom meer naar buiten treden? “Dat doen we al jaren, maar we gaan niet de bühne op. Wij zoeken het meer in de apostolische mensen zelf die op hun plek in de samenleving van betekenis zijn. Dat is een groot goed: iedereen mag zijn aandeel aan de samenleving en het leven geven. De laatste tijd hebben we veel ‘zij-instromers’ – mensen die nooit apostolisch waren – en zij zeggen: waarom wisten we hier niet van? We mogen het elkaar ook niet onthouden. Het zou elitair zijn te denken dat voor dit gedachtegoed maar zestienduizend mensen gevoelig zijn.”

Zijn de apostolischen de logische volgende in de ontwikkeling van het christendom, bevrijd van dogma’s en leerstelligheid? Misschien zelfs de redding ervan? “Poeh.. (Wiegman kijkt een beetje onthutst naar zijn voorlichter) Ik heb veel respect voor andere geloofsgemeenschappen. Als ik in een gereformeerd gezin was opgegroeid – en niet in een apos-

U heeft geen contacten met andere apostolische stromingen, maar wel contact met andere geloofsgemeenschappen? ”Prachtig. We zoeken naar wat ons verbindt. Ik heb onlangs gesproken met de Nederlandse Protestanten Bond en met de doopsgezinden. Er zijn ook al enkele oecumenische diensten geweest, ik sta er helemaal voor open.”

.

Marjoleine de Vos Column

Vertrouwd, maar vreemd Vooral jonge mensen kunnen het zo vol overtuiging zeggen: “Ik ben heel erg veranderd”. Je zou natuurlijk kunnen volhouden dat juist jonge mensen inderdaad ‘heel erg’ veranderen, al was het maar omdat ze nog zo ontzaglijk veel dingen voor het eerst moeten doen en ervaren. Ervaring kan een mens echt wel veranderen. Toch heb ik nooit zo erg geloofd in dat veranderen, vooral niet in het ‘heel erg’. Niemand is na twintig jaar nog dezelfde persoon van twintig jaar daarvoor, uiteraard. Maar in een ander opzicht is hij of zij dat ook wel. Er zijn allerlei typerende dingen die niet wezenlijk veranderen, maar ze kunnen wel anders geuit worden. Iemand die op jonge leeftijd erg agressief was, zal twintig jaar later heus geen tandeloos doetje zijn, maar weet misschien wel wat kalmer en vriendelijker te reageren. Net zo, maar dan in het spijtige, kan een eens zo stralende persoonlijkheid verdoft en uitgeblust zijn. Dat zijn toch wel behoorlijke veranderingen, al is het tegelijkertijd goed mogelijk ‘dezelfde’ persoon te zien als vroeger. Dan denk je dus dat dat ‘zelfde’ zoiets is als het ‘wezen’ van iemand, iets onveranderlijks dat in de persoon zit opgeslagen. Datgene wat mensen als ze het over zichzelf hebben hun ‘zelf’ noemen, degene die ze zijn. Zou het waar zijn? Is er een onveranderlijk zelf? Er zijn ongetwijfeld allerlei ingesleten gewoontes, gedragingen, overtuigingen en angsten. Maar soms merk je na jaren dat iets wat je altijd zei of wenste niet meer zo belangrijk voor je is. Iemand die altijd zei graag te reizen, blijkt de nieuwsgierigheid naar steeds andere streken enigszins verloren te hebben. Het gevoel van geluk dat naar je idee altijd op je lag te wachten aan de zomerse zee blijkt zoekgeraakt, je voorstellingen van geluk zijn veranderd. Maar ‘zelf’ ben je niet veranderd. Dat is eigenlijk een nogal raar verhaal. Als je niet meer degene bent die dol van zijn of haar ouders houdt, die het liefst in de stad woont, die te verlegen is om mensen bij hun naam te noemen – ik noem maar een willekeurig handje karakteristieken – ben je dan niet een ander ‘zelf’? Een nieuwere versie? Geheimzinnig zijn die dingen toch. Je verandert, maar je wordt nooit helemaal anders. Je vernieuwt je, maar je blijft de oude. Het maakt ons kenbaar en onkenbaar tegelijk. Dat zal dan wel precies zijn hoe het leven is. Vertrouwd maar vreemd.

17


✽ de stelling Zonder ‘Auschwitz’ geen Rechten van de Mens. Eerst de zeeën leegvissen, dan pas overgaan op duurzame vangst. Willen we het financiële systeem écht veranderen, dan moet het eerst totaal instorten. Zo is de mens – we veranderen pas als het te laat is. Of toch niet? Voor het eerst in de menselijke geschiedenis weten we vrij precies wat er mondiaal gezien op ons afkomt. Maar kunnen we daar ook naar handelen?

Geen vernieuwing z Rechtswetenschapper Paul Cliteur:

‘De menselijke natuur verandert niet’

voor

“Het is waar: eerst moeten er rampen gebeuren, dan pas komen mensen in actie. Als het kalf verdronken is, dempt men de put. Pim Fortuyn en Theo van Gogh werden vermoord – toen pas ging de overheid Geert Wilders serieus beveiligen”, zegt Paul Cliteur.

Paul Cliteur is (57) hoogleraar rechtswetenschap in Leiden, en auteur van Dirk Verhofstadt in gesprek met Paul Cliteur (Houtekiet, 2012) en Het monotheïstisch dilemma (De Arbeiderspers, 2010).

18

‘B

lijkbaar was ‘Auschwitz’ nodig voor het besef dat er voor de hele wereldgemeenschap bepaalde mensenrechten moeten worden erkend. Ons voorstellingsvermogen is maar beperkt. De menselijke natuur blijkt door de eeuwen heen onveranderlijk. Mensen hebben hun traditionele ondeugden: we blijven na-ijverig en hebzuchtig en zullen elkaar af en toe bedonderen. Kortzichtigheid en gerichtheid op eigen belang zullen blijven bestaan. Het zou prachtig zijn als het anders was, maar ik geloof er niet in dat we met z’n allen naar een hoger zelfbewustzijn groeien. Sterker nog, de mens kan ook afzakken als de omstandigheden verslechteren. We kunnen met z’n allen wel verder komen door de instituties. Die zijn beter geworden. De hedendaagse democratische rechtsstaat en de nadruk op het geluk en het welvaren van het individu zijn beter ontwikkeld in vergelijking met de staatstypen van duizend jaar geleden. Maar een groot probleem is de onverwachte opkomst van het religieuze fundamentalisme. In 1948 dachten we met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens een lijst met waarden voor de hele wereldgemeen-

schap te hebben. Nu zitten we in een enorm waardenconflict, over godslastering, bijvoorbeeld. Een Youtube-filmpje van een koptische christen in Amerika leidt tot de moord op de Amerikaanse ambassadeur in Libië. Het is dus niet meer voldoende om tolerantie in eigen land te prediken. Er moet een mondiaal ethos komen, een moraal die niet op godsdienst is gebaseerd, want godsdiensten verdelen de mensheid, en wat godsdienstige principes zijn, is niet altijd duidelijk. Als de heilige boeken als heilig en onaantastbaar worden beschouwd, is daar geen verweer tegen mogelijk. Als er zoiets in staat als: ‘straf de ongelovige rücksichtslos’, kun je daar het gebod van de naastenliefde wel tegenover stellen, maar dat compenseert niet. Allebei kan! Het gevecht van het meisje Malala om naar school te mogen gaan, is niet alleen meer een Pakistaanse aangelegenheid, maar een mondiale kwestie. We moeten van ons hek afkomen en de belangrijke waarden in het leven verdedigen. Als we vanuit een verkeerd begrepen tolerantie redeneren dat bijvoorbeeld de Pakistani zelf mogen uitmaken of de meisjes naar school mogen, dan pakt het verkeerd uit voor de wereld.”

.


Tekst: Cees Veltman

VOLGE NDE K EER ‘N

ie ritueuwe spie mind l zweef t e chrisr dan ten’

g zonder rampspoed Communicatiestrateeg Huub ter Haar:

‘We ruilen vooruitgangsgeloof in voor circulair geloof’

tegen ‘H

WILLIAM MOORE

“Door de economische, morele en klimatologische crisis staan alle seinen op oranje. Er moet iets gebeuren. Maar de omslag hoeft niet meer te komen van de politiek – meer regels leiden niet tot ander gedrag. De omslag komt van de mensen zelf”, aldus Huub ter Haar.

Huub ter Haar (51) is theoloog, communicatiestrateeg, auteur van Gelijkspel. Portretten van homotopsporters, en drie maanden geleden begonnen met een nieuw bedrijf: Zin in communicatie.

et besef dat het anders moet, groeit. We ontwikkelen een nieuwe zinoriëntatie waarbij we ons als deel van een groter geheel richten op wat continuïteit brengt. Neem de zelforganisatie van burgers bij de energievoorziening: er zijn al tweehonderd energiecoöperaties. Ik ben nu lid van het Broodfonds Nijmegen – daar zijn er al twintig van in Nederland. Dat zijn kringen van 25 tot 50 ondernemers die elkaar een contract aanbieden op basis van schenkingsrecht. Je legt elke maand een bedrag in en als je ziek bent, krijg je een bedrag uitgekeerd, een schenking, gedurende maximaal twee jaar. Dat is een interessante formule, want als niemand er gebruik van maakt, krijg je aan het eind van het jaar je inleg terug. Dat is solidariteit van onderaf. Zo voorkom je dure tussenlagen in de verzekeringen.” Neurowetenschappers hebben ontdekt dat het ‘zelf’ niet bestaat, het is een construct. We zijn onderdeel van een weefsel, een bewegend geheel en allemaal afhankelijk van elkaar. Gisteren las ik dat jongeren veel minder hechten aan bezit, gemakkelijker bijvoorbeeld een auto delen. Het delen

zal de plaats innemen van het bezitten. Ik denk dat het vooruitgangsgeloof wordt ingeruild voor een circulair geloof. Die mentaliteitsverandering heeft grote gevolgen. Ik heb een huis gekocht met een mooie grote tuin. Die tuin moet ik mooier maken en doorgeven aan wie na ons komt. Dat vind ik een voorbeeld van circulair geloof. Als je je onderdeel voelt van een groter geheel, hoef je niet meer bang te zijn voor verlies. Ik ben hoopvol gestemd omdat ik zie dat wat onveranderlijk lijkt, uiteindelijk toch in beweging komt. Toen vijf jaar geleden de discussie over de islam en geweld tegen homoseksuelen opkwam, heb ik topsporters geportretteerd en zo rolmodellen laten zien. Nu komt de KNVB met een acceptatieplan voor homoseksuelen onder het motto: voetbal is voor iedereen, niet alleen voor witte heteromannen. Dat is een grote wending. Zo’n zelfde transitie gaat zich voltrekken op terreinen als werk, sociale zekerheid, zorg, scholing, energie en woningbouw.”

.

19


In 2020 zijn mens en computer in elkaar opgegaan (bron: Microsoftonderzoek ‘Being Human’ (2008))

‘Het nieuwe ideaal is dat we door samensmelten met de computer onsterfelijk worden’

20


Cyborgtijdperk zorgt voor nieuwe problemen

achtergrond ✽

Steeds meer machine, betekent dat ook:

Steeds minder mens? Smart phone, chipcard, prothese, pacemaker – steeds sneller versmelten we – letterlijk – met steeds slimmere technologie. We staan op de drempel van het cyborgtijdperk – een nieuwe tijd vol verbeterde techniek, maakbaarheid en extra controlemogelijkheden. Of toch niet? “Elke techniek lost iets op, en creëert een nieuw probleem.” Tekst: Jurgen Tiekstra Beeld: Corbis/HH

H

alf mens en half technologie. De versmelting van natuur met cultuur. Een mensmachine – dat is de cyborg. “In zekere zin zou je het woord ‘mens’ door ‘cyborg’ kunnen vervangen”, zegt Peter-Paul Verbeek, techniekfilosoof aan de Universiteit Twente, zelfs. “Je kunt de mens niet begrijpen zonder techniek.” De mens is een Mängelwesen, een ‘tekortwezen’. “Een schitterende term”, vindt Verbeek. “Wij mensen missen fysiek gezien een natuurlijke uitrusting om in de natuur te overleven. Vogels hebben vleugels, vissen vinnen; wij hebben alleen een enorm brein. Maar dankzij dat brein krijgen wij dat overleven via een omweg natuurlijk wel voor elkaar – door dingen te ontwerpen en te maken. Die verhouding tot onszelf, waardoor we niet direct maar altijd indirect in de wereld zijn, die maakt ons van meet af aan technische wezens.” De mens ontwerpt zichzelf, een schep-

pingsproces dat de afgelopen honderd jaar in een stroomversnelling kwam. Bij neerslachtigheid slikken we Prozac. Bij gebrek aan concentratie komt Ritalin kijken. Op de Paralympische Spelen rent de Zuid-Afrikaanse Oscar Pistorius dankzij prothesen aan zijn bovenbenen. Parkinson wordt bestreden met deep brain stimulation. Erfelijke ziektes worden uitgebannen met embryoselectie. Het ongeboren kind wordt door de buikwand bespied met echoscopie. Een te traag of te rap kloppend hart wordt discipline bijgebracht met een pacemaker. En de laatste decennia rukt ook de ICT met zevenmijlslaarzen op. De smart phone – met oortjes! – zit ons steeds dichter op de huid. De OV-chipkaart checkt ons in en uit en weer in als reiziger. De eeuwige toegang tot internet is een mensenrecht, een verlengstuk. “Manfred Clynes, bedenker van het woord ‘cyborg’, zegt dat je, zodra je kunt fietsen of autorijden, al zo vergroeid bent met

dat apparaat dat je een cyborg bent”, vertelt Anneke Smelik, cultuurwetenschapper aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. “Onze cultuur is zo doordrongen met technologie dat we er te weinig meer over nadenken. Het echte ‘verzetsdenken’ stamt uit de negentiende eeuw, inmiddels hebben we ons overgegeven. Een goed voorbeeld is dat we onze i-Phone letterlijk moeten ‘aaien’ om hem te bedienen. We hebben een affectieve relatie met de technologie, die bovendien steeds kleiner wordt, steeds dichterbij komt en die we soms ook in ons dragen, zoals lenzen en pacemakers. Die versmelting met techniek zal alleen maar toenemen.”

Zondeval Nu de mens zichzelf steeds nadrukkelijker ontwerpt, steeds meer de trekken van een cyborg vertoont, moet dat ook van invloed zijn op ons mensbeeld. In zijn boek De grens van de mens, dat hij in april vorig jaar uitbracht, betoogt Peter-Paul Verbeek dat het humanistisch mensbeeld niet langer houdbaar is. “Het humanisme vat de mens op als een autonoom wezen. Daarin zit onze menselijke waardigheid: dat we zelf bepalen hoe wij willen leven. Natuurlijk ben ik niet tegen vrijheid, maar die gedachte vind ik veel te beperkt, want wij zijn helemaal niet autonoom: de manier waarop wij denken, ontstaat in interactie met onze omgeving.”

21


✽ achtergrond Vooruitblik

Deze kant gaat de techno-mens op Al in de negentiende eeuw kwam de ‘mensmachine’ voor in verhalen van fantasierijke schrijvers als Edgar Allen Poe.

M

aar in 1960 dook de ‘cyborg’ – afkorting van ‘cybernetisch organisme’, voor het eerst op in het artikel Cyborgs and space van de Amerikaanse wetenschappers Clynes en Kline. Daarin gaan ze in op de vraag hoe de mens in het ruimtevaarttijdperk zal moeten (over)leven in een omgeving die totaal anders is dan de aarde. Hij zal zijn fysieke mogelijkheden moeten uitbreiden, moeten versmelten met de technologie die een onlosmakelijk onderdeel van zijn fysiek zal worden.

Ruim vijftig jaar later bleek het onderzoekers van Harvard deze zomer gelukt om een menselijk bloedvat van anderhalve centimeter te laten vergroeien met metalen nanodraadjes. Hierdoor wordt het mogelijk om heel secuur de werking van het menselijk lichaam te meten.

Eerder dit jaar maakte softwarebedrijf Autodesk bekend dat gadgets, zoals een mobiele telefoon, ook nog goed werken als je ze onder de huid laat inbrengen. Je kunt de batterij nog steeds opladen, en ook de bluetooth-functie werkt uitstekend.

En begin dit jaar is bij twee Britse mannen een microchip aan de achterkant van de oogbol geïmplanteerd. Beide mannen lijden aan een progressieve oogziekte. De chip, een paar millimeter groot, neemt de taak van het netvlies over, waardoor ze voorlopig weer goed kunnen zien.

22

Techniek beïnvloedt onze ethiek. “We zijn verantwoordelijk geworden voor dingen die vroeger gewoon ons lot waren. Vroeger kreeg je wel of niet een kind met Down, nu weten we dat van tevoren. Opgeteld bij de mogelijkheid om te aborteren, ervaren veel mensen het als een verantwoordelijkheid om te bepalen of zij dat kind met Down wel of niet willen krijgen. Dat is een mooi voorbeeld van hoe we soms niet goed doorhebben hoe techniek onze normen verandert.” In zijn boek beschrijft Verbeek hoe hij en zijn zwangere vrouw ooit besloten de twintigwekenecho niet te laten doen. Maar zelfs dan, schrijft hij, voel je het ethische appèl van deze termijnecho, die sinds 2006 standaard wordt aangeboden. In de ogen van Verbeek, zelf katholiek opgegroeid, is het bijbelse mensbeeld minder in strijd met de techniek dan vaak gedacht wordt. “Het beeld van de zondeval is hetzelfde beeld als dat van het Mängelwesen, waarbij het paradijs een oertoestand is die er nooit is geweest, maar die de achtergrond vormt waartegen wij onszelf kunnen begrijpen. Het mens-zijn is begonnen met het zien dat je naakt bent, dat je moet zwoegen voor je eten in plaats van dat het in overvloed aan de bomen hangt. Het begin van de mens is: je moet het zelf doen, je moet techniek gebruiken, je moet zelf nadenken, je moet verantwoordelijkheid nemen. Dat is een oorsprongsmythe van de mens. Het wordt uitgelegd als een zondeval, alsof we zouden zijn afgeraakt van wat we eigenlijk waren, maar ik denk dat juist dit is wat we zijn. We zijn op weg naar het herstellen van een eenheid die we nooit zullen bereiken.”

Pijngrens In de komende jaren wil Verbeek, samen met anderen, studie doen naar de invloed van techniek op religie. “Mensen plaatsen techniek vaak tegenover religie. Wat wij willen onderzoeken, is hoe techniek en religie juist in elkaars verlengde liggen.” Vanuit het perspectief van een religieus instituut als de Kerk is de angst begrijpelijk dat de mens met zijn technisch ingrijpen op de troon van God plaatsneemt. “Die gedachte van hubris, van overmoed, is een signaal dat wij blijkbaar ervaren als we een grens overgaan”, zegt Verbeek. “Maar vaak zie je dat die ervaring van grensoverschrij-

ding zich ontwikkelt tot een ervaring van verantwoordelijkheid. Een mooi voorbeeld is de verdoving bij een operatie. Dat werd honderdvijftig jaar geleden immoreel gevonden, juist op theologische gronden: ‘als God niet had gewild dat we pijn zouden lijden, zou Hij daar wel voor hebben gezorgd’. Toen was het hubris, nu zou het volgens velen zelfs tegen Gods wil ingaan als we elkaar die pijn aandoen. Het idee van God ontwikkelt zich in interactie met technologie.” Het transcendente, dat wat de aardse werkelijkheid ontstijgt, wordt niet bedreigd door de technologie, meent Verbeek. Om hem heen zag hij dat ouders die een kind kregen dankzij IVF, de reageerbuisbevruchting, dezelfde verwondering ervoeren als ouders ervaren bij een gewone geboorte. “De dimensie die jou als mens overstijgt, is nog volop intact, ondanks deze technologieën. Want alles wat we kunnen, kunnen we alleen doordat de natuur kennelijk zo in elkaar zit. Je stuit altijd op een grens van wat je niet beheerst. De ervaring van wat transcendent is, schuift steeds weer op en krijgt opnieuw vorm door nieuwe technologieën. Er blijft altijd een horizon, waar we niet kunnen ingrijpen en geen macht hebben.”

Disciplinering Terwijl het Peter-Paul Verbeek lukt om het cyborg-zijn van de mens in te passen in het bijbelse beeld van de mens die een verantwoordelijkheid van God meekreeg, ziet Anneke Smelik het cyborg-zijn toch iets anders. Zij signaleert hoe mensen het menselijk lichaam onder de duim proberen te krijgen. In haar nieuwe boek Ik, cyborg toont ze hoe de 21e-eeuwse mens hoe langer hoe meer uiterlijk een cyborg wordt. “Bij de hardlopers op de laatste Olympische Spelen viel me op hoe cyborg-achtig die mensen eruit zien. Ik was gefascineerd door hoe groot de armen van Usain Bolt zijn. De atleten van twintig, dertig jaar geleden hadden vrij gewone lichamen. Nu zijn de lichamen buiten alle proporties.” Dat betekent, zegt ze, dat daar ook technologie aan te pas komt, doelend op de uitgekiende diëten, voedingssupplementen, spiertraining met fitnessmachines, video-opnamen voor bewegingsanalyse, hartslagmeters, etcetera.


Tekst: Jurgen Tiekstra Beeld: Corbis/HH

Die disciplinering van het lichaam bestaat ook buiten de topsport, met name in de populaire cultuur. Dat heeft merkwaardige anachronismen tot gevolg. “Angela Basset vind ik een prachtige actrice”, zegt Smelik. “Als veel andere moderne actrices tegenwoordig is zij erg gespierd. In What’s Love Got to Do with It uit 1993 speelt zij Tina Turner in de jaren zestig. Onmiddellijk zie je: dit is geen lichaam uit die jaren. Zo zag een vrouw er toen niet uit.” In het alledaagse leven is die trend van lichamelijke controle eveneens zichtbaar. Volgens Smelik willen mensen steeds nadrukkelijker de verantwoordelijkheid nemen voor hun gezondheid. “Ik denk dat als mensen darmkanker krijgen, iets wat zich onttrekt aan de controle, ze het daar veel moeilijker mee hebben dan vroeger. Er zit in onze cultuur een diep verlangen om controle te houden over het lichaam. Maar het hele punt is juist dat jouw lichaam daaraan ontsnapt. Ziekte en ouderdom: ze mogen er niet meer bij horen.” Mensen worden steeds minder dier, steeds meer machine. Smelik onderzoekt het schoonheidsideaal van haarloosheid, dat behalve onder vrouwen ook steeds meer onder mannen voorkomt. ‘De combinatie van fitness, haarloosheid en plastische chirurgie wijst op een verlangen om het falende en verouderende lichaam aan de greep van de tijd te ontrukken’, schrijft ze in haar boek. Niet alleen is lichaamsbeharing makkelijk te bedwingen, haarloosheid maakt het lichaam ook zichtbaarder. Geholpen door

de steeds blotere mode wordt het getemde lichaam zo in de etalage gezet.

Icarus Het groepsdenken is sinds de ontzuiling voor een belangrijk deel verleden tijd. Sindsdien is, mede dankzij de toegenomen welvaart, de individuele expressie en maakbaarheid van groot belang geworden. “Ik vind dat heel ideologisch geladen, het past goed in het neoliberale vertoog: je bent verantwoordelijk voor jezelf, je bent minder van God gegeven. En al ben je bijvoorbeeld gehandicapt, dan stelt de technologie jou in staat daar bovenuit te stijgen. Die maakbaarheid is een ongelovig idee. God heeft je misschien wel geschapen, maar vervolgens is het aan jou wat je ervan maakt. Dat is een van de psychische noden in deze tijd: de ideologie is die van de controle, maar in de praktijk van het leven overkomt je als mens van alles.” “Ik geloof niet in onsterfelijkheid als ideaal”, betoogt Smelik. “Ik verzet me tegen het juichende verhaal dat alles alleen maar beter wordt. Nee, elke technologie lost iets

‘ Het humanistische mensbeeld is onhoudbaar. We zijn niet autonoom, nooit geweest ook’

op en creëert een nieuw probleem. Daar zullen we ons toe moeten verhouden. Het gevaar van dat verlangen naar maakbaarheid is dat je het lot en het leven niet meer kunt aanvaarden. In bepaalde cyberkringen bestaat het ideaal dat we in die mate met de computer versmelten dat we onsterfelijk zullen worden. Dat vind ik waanzin, want dan ben je niet meer in staat om je klaar te maken voor de dood. Daar zie ik een te grote ontkenning in van het lichamelijke en biologische. We zijn geen dieren, maar we zijn ook niet alleen maar machine.” Ondanks haar scepsis zegt ze het PeterPaul Verbeek na: de mens is altijd cyborg geweest. En dat wordt in de nabije toekomst des te zichtbaarder. Beide wetenschappers delen bovendien een zeker technologisch optimisme, mits de mens zijn ware aard maar blijft kennen. “In ethisch opzicht kan ik veel inspiratie putten uit de oude Griekse ethiek”, zegt Verbeek. “Aristoteles zocht het goede midden. Dat betekent in dit geval dat je niet maar meedrijft op de golven van de technische ontwikkelingen, zoals de posthumanisten dat doen. Zij denken dat het afgelopen is met de mens. Maar je moet ook niet de kant op van sommige erg conservatieve mensen die zeggen: zoals het nu is, is het goed en blijft het goed. In plaats daarvan moeten we erkennen dat we technische wezens zijn en vervolgens onze verantwoordelijkheid nemen. Op de omslag van mijn boek staat de val van Icarus afgebeeld. Die Griekse mythe beeldt precies dat goede midden uit.”

.

23


Nieuwe tv-serie IKON!

De nieuwe LUX tv-serie Paradise reset is een zoektocht naar visies en visioenen die de wereld veranderen. Als een rode draad door de serie loopt de profetische oproep van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk: ‘Verander je leven’. Met hemelbestormers & oefenmeesters: Jan Fabre, Éric-Emmanuel Schmitt, Joke Hermsen, Alain de Botton, Claudy Jongstra, Margriet Smulders, Hans Boutellier, Nazmiye Oral, Koert van Mensvoort, Marleen Kaptein en Hiltrud Pötz.

Vanaf 2 december bij de IKON, 23.25 uur op Nederland 2 Laat je verleiden, omhels de toekomst: LUX Paradise reset!

www.luxmagazine.nl

3461012_Volzin_184x128.indd 1

19-10-12 14:32

Adverteren?

VolZin biedt ruimte...

VolZin schreeuwt niet, VolZin kijkt, luistert, overweegt

En gaat ongebaande wegen

BDU Vak- en Publieksmedia Arjan van den Bosch T: 0342 494 261 F: 0342 494 299 E: a.v.d.bosch@bdu.nl


Beeld: Christiaan Krouwels

met bijbelse ogen Ruben van Zwieten ✽

Onuitgesproken

helden

Ik struikelde in oktober over een rij mensen in het Vondelpark in Amsterdam. De rij liep helemaal door tot aan de Apple store op het Leidseplein. De nieuwe i-Phone 5 was uitgekomen. Het leek alsof de wachtenden de nieuwe telefoon persoonlijk uit handen van een uit de dood herrezen Steve Jobs zouden ontvangen.

V

oor velen is Steve Jobs een held. We willen allemaal wel iemand als lichtend voorbeeld. Het is zoals kinderen hun helden uitkiezen. Doorgaans voetballers die in het buitenland het meeste scoren of het meeste verdienen. Ook volwassenen zullen niet direct de eerste zwarte president van Amerika als hun grote voorbeeld noemen, laat staan de politieke gevangenen op Robben Island tijdens de apartheid in Zuid-Afrika. Vandaag de dag lijken helden niet meer op bevrijders van ellende en benauwdheid, maar op helden die winnaars zijn. We leven in 2012 in een opmerkelijk heroïsche cultuur. Achter die heldenverering gaat een

enorme competitie schuil. We moeten overal een wedstrijdje van maken: wie het beste zingt, wie het beste danst, wie het beste in het water springt. Zelfs onze politieke verkiezingen zijn helemaal door dit paradigma gekaapt. Het effect is dat we mensen indelen in winnaars en verliezers. Het is goud of niets. Winning silver, is losing gold. Er is er maar één de held en de rest heeft het niet gered. Die wordt weggestemd, uitgelachen of weggedrukt. De medemens wordt gezien als opponent. Het leven, op de keper beschouwd, is strijd. De Bijbel is verdraaid realistisch.

Strijd zit blijkbaar ingebakken in de mens. Rebekka voelt het in haar buik al klotsen. Al in de moederschoot botsen de twee broers Jakob en Ezau, vertelt het verhaal. Moeder Rebekka roept uit: ‘Als het zo gaat, waarom ben ik dan?’ Wat moet er van de broederschap terecht komen? De Heer spreekt tot Rebekka: ‘Twee volken zijn in jouw buik. Uit je schoot zullen zich twee groepen scheiden. De ene groep zal sterker zijn dan de andere.’ Ja, tot dusver niets vreemds – de natuurlijke gang der dingen. Maar de Heer voegt daar nog één zin aan toe: ‘De grootste zal de kleinste dienen’. Hè, de grootste zal de kleinste dienen? Het is toch altijd dat de kleinste de grootste zal dienen? Het verhaal lijkt te willen zeggen dat een held niet held is om gediend te worden, maar held is omdat hij zijn mensen dient.

Ruben van Zwieten is onze vaste commentator bij ons zinvolle magazine.

We maken overal een wedstrijdje van. We hebben winnaars en verliezers. Het is goud of niets.

Het gaat in dit Genesisverhaal om de verkiezing tot eersteling van het volk. Het volk dat zelf eersteling is onder de volkeren. Een eersteling is in de Bijbel niet zozeer de volgende leider die de eer te beurt valt om alle wereldleiders de hand te schudden of te prijken op alle magazinecovers. Nee, het gaat om iemand die het verschil zal maken ten bate van andere mensen. Niet een held om te vereren, maar één waar je het van moet hebben. Maar wie is dan die held in het verhaal? Is het die Ezau die het verschil zal maken, de oudste en de grootste, die zich volvreet aan wildbraad, altijd op jacht naar het vluchtige? Of is het Jakob, de jongste en de kleinste, wiens naam betekent hielenlichter? Het verhaal gaat voorbij aan een uitgesproken held. Strijd is het probleem niet. Strijd

met de ander heeft die mens al vanaf de moederschoot. Iemand die vecht voor broederschap is het gemis. De strijd voor broederschap is een andere dan een competitie met winnaars en verliezers, met helden en verslagen vijanden. Winnaars in de competitie en strijd van het leven hebben we genoeg, maar eerstelingen in broederschap? Want zo’n held is de mens niet, als hem niet wordt aangezegd: de grootste zal de kleinste dienen.

25


Volzin opinieprijs gewonnen door dominee Herman Koetsveld

Opvallend

Volzin opinieprijs Dit jaar deden 182 inzenders mee aan de Volzin-schrijfwedstrijd. Opvallend vond de jury o.l.v. Joep de Hart het ‘hoge gehalte aan ikgerichte beschouwingen’. Niettemin plukte de jury met genoegen verhalen uit de inzendingen die het naar binnen gekeerd zijn ruimschoots overstegen. De eerste prijs werd dit jaar gewonnen door Herman Koetsveld, werkzaam als dominee bij de Brongemeente in Hengelo-Noord. In de komende nummers van Volzin publiceren wij de runners-up.

JS! 1E PRI strijd wed schrijf het

k ‘Maauw!’ nie Jury

Joep de Hart (voorzitter) Socioloog Lisette Thooft Auteur Inger van Nes Theoloog, journalist Eduard van Holst Pellekaan Hoofdredacteur Jan van Hooydonk Redacteur Arjan Broers Journalist

26

NERGENS STAAT GESCHREVEN:

‘GIJ ZULT SANEREN’ Tekst: Herman Koetsveld


essay ✽ Dominee Koetsveld ontwaakt uit een koortsdroom. ‘Draai het om!’, herinnert hij zich. Leegloop, minder geld, ‘minder van hetzelfde’. Ja, ja. Maar waarom niet: ‘meer van anders’? Zo begint een ‘beweging van het verlangen die ik voor geen goud had willen missen’. Resultaat? Een huis van ontmoeting, elke dag open, drie maal daags een getijdengebed, een ontmoetingsruimte, een huispastor…

Zomer 2009, Thüringen. Ik zit voor de tent, slaapzak om me heen geslagen, koortsig. Ik kijk uit over het water van het stuwmeer. Daar in de heuvels moet mijn gezin lopen. ‘Gaan jullie maar, ik red me wel’. Tijd om na te denken. Mijn gedachten gaan richting het komende seizoen. Er ligt een rapport over onze gemeente met de bekende neerwaartse lijntjes in de statistieken. Zoals er overal in de kerken zulke rapporten liggen: minder leden, minder inkomsten, dan en dan onverantwoorde tekorten. Profetie die altijd uitkomt. Van koud schakelt mijn lijf naar warm. Ik zie het voor me: vergadering na vergadering, maar de uitkomst staat al vast: kerkgebouwen gesloten, fte’s geschrapt, begroting gezond. Voor zo lang het duurt. Ik begin te zweten. Netto resultaat? Staat ook vast: minder van hetzelfde. Ik laat de slaapzak een beetje zakken. Een koude rilling. ‘Minder van hetzelfde’. Deze drie woorden beginnen te spoken. Het licht van het water is fel. Ik moet mijn ogen dichtdoen. De woorden doen pijn. De herinnering doet pijn. Ik heb het eerder meegemaakt. De kerk die gelooft in de Geest die wervelt van creativiteit, saneert. Ik voel druppels langs mijn rug lopen. Tussen alle beelden, flitsen, verwarring, zie ik een vraagteken. Het wordt steeds groter. Waarom? Waarom altijd maar ‘minder van hetzelfde’? Kun je niks beters bedenken? Nee, geordende gedachten zijn nu niet mogelijk. Behalve dan de omkering. Dat lukt net: meer van anders. Het wordt een gevecht in m’n hoofd. ‘Minder van hetzelfde’ versus ‘meer van anders’. Mijn oogleden houden de felle schittering van de zon in het water slechts ten dele tegen. Ik moet liggen. Als ik wakker word voel ik me opmerkelijk rustig. En helder. Ik herinner me het gevecht. En de afloop. Natuurlijk, waarom niet ingezet op ‘meer van anders?’ Hoe is het mogelijk dat we niets beters weten te

bedenken dan het doortrekken van een concept van kerk-zijn dat overduidelijk niet meer aanspreekt? Waarom niet ingezet, op vernieuwing en creativiteit, op verbinding met de stad in plaats van terugtrekkend isolement? Ik neem een besluit: ik ga het mijn collega’s voorleggen dat we met open ogen afstevenen op ‘minder van hetzelfde’. Waarom niet kiezen – en met kiezen bedoel ik kiezen – voor een route van aanstekelijke vernieuwing? Hoe dat er precies uit moet zien? Ik heb geen idee. Nu nog niet. Ik voel dat de koorts is gedaald.

Kiezen Direct na thuiskomst zet ik de computer aan. Het moet op een A4tje. De gedachte aan dat meer in Thüringen is immers de eenvoud zelve. Eerst een paar regels als analyse, vaststelling ook: de tijden zijn veranderd. Het overgrote deel van onze leden doet nergens aan mee. De uitschrijvingen gaan gestaag door. Niks nieuws allemaal. Maar dan onder de streep die conclusie: zoals we nu kerk zijn, spreken we onze eigen leden niet eens meer aan. Laat staan ‘de stad’. Mooi. Dat staat. Ik ervaar merkwaardig genoeg een geweldige bevrijding. Al mijn gepreek met al mijn pogingen voor een verantwoorde en natuurlijk immer aansprekende liturgie op zondagmorgen: slecht concept. Eerlijk is eerlijk. En dus: dat kan beter. Ik bedoel: dat mag anders. Meer van anders. Verrukkelijke gedachte. Het staat midden op het A4 dat ik tot praatpapier heb gedoopt met de titel ‘Een zomerse gedachte’. Ik doe tenslotte een voorstel. Laten we de commissie die de gebruikelijke

Paspoort Herman Koetsveld 1959 Geboren in Naarden; groeit op in gereformeerd predikantengezin als een-na-jongste van vijf kinderen. 1973 Mavo en havo, waarna driejarige Reformatorische Bijbelschool. 1982 Na staatsexamen vwo, studie theologie in Kampen. 1992 Huisman. 1997 Predikant, Zaandam. 2003 Predikant, Rosmalen/Blaricum. 2007/ Predikant Bronheden gemeente (PKN, Hengelo-Noord). 2009 Mede-initiatiefnemer Manifest van Advent 2009 tegen verharding samenleving. 2010 oprichting interreligieuze stichting Koetsveld & Odaci

‘Het weldadige bruggetje tussen verlangen en concrete werkelijkheid wordt gebouwd’ 27


✽ essay sanering zal gaan voorstellen nog even niet aan het werk zetten. Laten we – los van alle cijfers en prognoses – de mensen gaan vragen naar hun verlangen. Alle vernieuwing begint immers met verlangen, met dromen, met uitzien. Zo, dat staat geschreven. Analyse, vaststelling, voorstel. Ik zie dat het goed is. Het moet van ‘ik’ naar ‘wij’. Eerste, maar belangrijkste stap. Is het de eenvoud van die omkering van sanering naar vernieuwing? Is het ons gezamenlijke, maar vaak onuitgesproken getob met de terugloop? Is het ons onvermogen om te ‘krimpen zonder kramp’? Is het de sluipende vermoeidheid die we allemaal voelen als we de negatieve prognoses op ons laten inwerken, terwijl we belachelijk lange en intensieve werkweken draaien? De analyse die met een paar grove penseelstreken staat getekend, wordt gedeeld. De conclusie zonder meer onderschreven. Het voorstel omarmd. Binnen de kortste keren vinden we elkaar. We besluiten het aangevulde praatpapier naar de kerkenraden te sturen. Ons voorstel: zullen we de route van het verlangen bewandelen en de gebruikelijke afslag richting vreugdeloze sanering laten voor wat die is?

Creatief nadenken De kerkenraden voeren hetzelfde gesprek als ons werkteam. Met precies dezelfde herkenning. Nee, die conclusie dat het huidige concept kerk geen sterk nummer is, wordt niet door iedereen onderschreven. Maar het geboden alternatief voor een volgende saneringsronde doet zijn werk. Ja, waarom niet eerst eens een tijdje creatief nadenken over nieuwe mogelijkheden? Nergens staat geschreven: ‘Gij zult saneren’. Of ‘Gij zult onder alle omstandigheden de begrotingswaarheid tot het eerste en laatste uitgangspunt nemen van uw handelen’. Er zijn voorzichtige reacties. En waarschuwende reacties. Maar ook enthousiaste reacties. Overal wordt er open en eerlijk over gesproken. Er ontstaat een breed draagvlak voor het voorstel om de weg naar vernieuwing te verkennen. Maar hoe doe je dat? Want het is een onbekende weg. Is hij wel begaanbaar? Wat kunnen we onderweg tegenkomen? En vooral: wil iedereen wel mee? Werk jullie voorstel zo concreet mogelijk uit, vragen de kerkenraden. We vragen iemand van buiten met ons mee te denken.

Tekst: Herman Koetsveld Beeld: Getty Images

Want hoe doe je dat eigenlijk, het verlangen aan het woord laten? En denken we daar wel hetzelfde bij? We nemen er de tijd voor. Huiswerk, hartwerk, hoofdwerk. We ontwikkelen een gespreksmodel met een open, associatieve eerste ronde en een tweede uitwerkende en verdiepende ronde. Prima plan, zeggen de kerkenraden.

Duifje met een troffel In het najaar van 2010 is het zover. Honderden mensen in allerlei samenstellingen komen groepsgewijs bij elkaar. We noemen dat ‘Het Gemeentegesprek’. Een duifje met een troffel in de snavel is het gelegenheidslogo. De Geest mag aan het werk. Maximaal veertien mensen, hebben we bedacht, want iedereen moet aan het woord kunnen komen. Jouw verlangen, jouw verbeelding, jouw behoefte: welke woorden horen daarbij als je over de kerk van de toekomst nadenkt? We spreken af: we praten vanavond niet over wat ‘haalbaar’ is. Dat is voor later. Er moet immers ruimte zijn om te durven dromen. De woorden waar we wel over gaan praten, staan op kleurige kaartjes: woorden die te maken hebben met zoeken naar God, met persoonlijke spirituele ontwikkeling, met de geloofsgemeenschap en de samenleving. Veel mensen kiezen voor het kaartje ‘Rust vinden, inspiratie opdoen’. We praten er over door. Wat heb jij daarvoor nodig? Een preek? Een stilteplek? Een groep mensen die mediteren? Hoe zie je het voor je? En zo gaat dat met alle inbreng. Het weldadige bruggetje tussen het verlangen en de concrete werkelijkheid wordt gebouwd. Er

is geen inventarisatie tot achter de komma nodig om onmiddellijk te zien: dit is een veelkleurig beeld. Maar dat wisten we al: onze kerk is een pluriforme club mensen. Ik geniet intens van de gesprekken. Mijn gebruikelijke getob heeft plaatsgemaakt voor een open blik naar wat komen gaat. Laat de Geest maar waaien, denk ik. En soms zeg ik het ook. Een collega met verstand van statistiek inventariseert en rapporteert. We hadden het niet kunnen bedenken, maar er zijn precies evenveel kaartjes gekozen die met zoeken naar God te maken hebben als kaartjes over de onderlinge verbondenheid. Het ontroert me. God liefhebben en je naaste als jezelf. Twee pijlers van formaat onder een vernieuwd bouwwerk van de kerk. Er volgen rondes van uitwerking, en natuurlijk telkens de terugkoppeling naar de gemeente. Er is immers geen plan dat ‘er door moet’; er is een beweging van binnenuit. Het vertrouwen groeit. Telkens is de conclusie: we kunnen weer een stap maken.

Elke dag open Al die inbreng, al dat verlangen, die veelkleurigheid: hoe verwerk je dat? Begin 2012 is het zo ver. ‘De Ontmoeting Verbeeld’ heet dat verhaal van de ‘kerk van de toekomst’. De ontmoeting met God, met elkaar, met de stad, met de wereld. Een nieuw te bouwen ‘huis’ in het centrum van de stad wordt dat ‘huis van ontmoeting’. Elke dag open. Met in de beste tradities van de kerk drie maal daags het getijdengebed als kloppend hart. Maar ook met een sfeervolle ontmoetingsruimte, een studiezaal, een 24-uurskamer voor rouwenden, wellicht zelfs retraitekamers, een ‘huispastor’, een plek voor de jeugd, met een keuken om al die gezamenlijke maaltijden mogelijk te maken, met uitstekende mogelijkheden voor muziekuitvoeringen en stadsdebatten. Nee, normaal gesproken is dit niet ‘haalbaar’. Maar intussen is de commissie die de voorstellen doet een eind op dreef. Meer van nieuw. Ik weet niet wat gaat komen, wel dat ik deze beweging van het verlangen voor geen goud had willen missen.

.

Opgedragen aan de Protestantse Gemeente van Hengelo Hoe is het nu met de gemeente van Herman Koetsveld? Voor de update: volzin.nu

28

Bose_N


Het perfecte cadeau voor de feestdagen

Getoond in titaniumzilver. Ook verkrijgbaar in grafietgrijs en platinawit.

WAVE MUSIC SYSTEM III EEN KAMER GEVULD MET GELUID. NIET MET KABELS ®

Het nieuwe Bose Wave music system III komt voort uit meer dan 30 jaar investering in innovatie en onderzoek en produceert kamervullend kwaliteitsgeluid uit een compact alles-in-een radio/cd-speler dat minder ruimte inneemt dan één conventionele luidspreker. ®

eenvoudig alle functies van het systeem. Voeg daar nog eens de dubbele alarmfunctie voor twee verschillende wektijden aan toe en het is duidelijk dat het Bose Wave music system III nog veelzijdiger is geworden.

®

®

®

Dubbele tapse waveguides voor rijk en levensecht geluid. Exclusief van Bose.

Muziek zoals muziek bedoeld is. Muziek op uw iPod, iPhone, computer of tablet. Het Wave music system III biedt de meest realistische Met de optioneel verkrijgbare accessoires luistert muziekweergave die we ooit hebben gerealiseerd voor u naar de muziek op uw iPhone of iPod of een dergelijk compact systeem. U hoort nieuwe Speciale geniet u draadloos van de muziek op uw tablet, nuances in nummers die u van binnen en buiten computer of ander Bluetooth - apparaat. kent, voelt de impact van krachtige bastonen en aanbieding: En dankzij het compacte formaat past het geniet van heldere weergave van de allerhoogWave music system III vrijwel overal zodat u ste frequenties. De exclusieve waveguideluidvrijblijvend uitproberen op veel verschillende plaatsen kunt genieten spreker-technologie van Bose zorgt ervoor van muziek. dat dit unieke compacte systeem niet onderen doet voor grote, complexe hifisystemen – met verzending Ervaar het zelf, geheel vrijblijvend. meerdere componenten. ®

®

90 dagen

®

GRATIS

We vinden dat u de kwaliteit van het nieuwe Wave music system III het beste thuis kunt beoordelen. Bel dus nu en luister 90 dagen zonder risico of verplichting en profiteer van gratis verzending. Bent u toch niet volledig overtuigd? Dan komen wij het systeem gewoon weer bij u ophalen, en ontvangt u het volledige aankoopbedrag terug. Waarom nog langer wachten? Ervaar zelf waarom Bose een van de meest gerespecteerde namen is op het gebied van geluid. ®

Nieuwe functies. Een volledig nieuwe digitale FM/AM/DAB-tuner zorgt voor betere radio ontvangst en de digitale display toont informatie over de artiest en zender waar u naar luistert. De nieuwe touchpad boven op het systeem gebruikt u om het systeem in en uit te schakelen en de snoozefunctie te regelen. En met de elegante afstandsbediening op creditcardformaat bedient u

Bel ons gratis op 0800 267 3333

Of bezoek www.boseinfo.nl

Telefonische openingstijden: ma - vr: 09.00 - 20.00 uur / za - zo: 10.00 - 14.00 uur. Referentie: 2AVOL44 Of ga langs in het Bose Experience Center in Amstelveen ®

Plaats nu uw bestelling GRATIS bij u thuisbezorgd

90 DAGEN

Vrijblijvende proefperiode van 90 dagen

Apple, iPhone en iPod zijn handelsmerken van Apple Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. Het Bluetooth -woordmerk en de Bluetooth-logo’s zijn geregistreerde handelsmerken in eigendom van Bluetooth SIG, Inc, en elk gebruik daarvan door Bose Corporation is onder licentie. Aanbiedingen gelden niet in combinatie met eerdere aanbiedingen en mogen niet worden gebruikt voor eerdere productaankopen die worden geretourneerd. Levering is onderhevig aan de beschikbaarheid van het product, de verwerking van de betaling en veiligheidscontroles en kan tot 10 dagen na ontvangst van de bestelling door Bose plaatsvinden. Prijzen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. De termen ‘vrijblijvend’ en ‘geen aankoopverplichting’ zijn alleen van toepassing op de proefperiode van 90 dagen en vereist aanschaf van het systeem. De vrijblijvende proefperiode van 90 dagen is geldig op iedere bestelling rechtstreeks bij Bose tot en met 31 december 2012. Alle citaten zijn met toestemming gereproduceerd. ©2012 Bose Corporation. Alle rechten voorbehouden. Geregistreerd kantoor: Bose B.V., Nijverheidstraat 8, 1135 GE Edam.

Toch niet volledig overtuigd? Gratis retourneren

Bose_NatAd_WMS_205x275_Volzin_nr22-2012_NL_v01.indd 1

23

NL.ADW

®

10/12/12 4:13 PM


‘ Theologen verdienen meer respect. Er wordt te gemakkelijk gezegd: dit snappen wij niet, dus weg ermee’

30


Opinieleider Erik Borgman durft met lege handen te staan

interview ✽

‘ De werkelijkheid wil ik vol in het gezicht zien’ Alle dingen nieuw heet het aanstaande opus magnum van Erik Borgman: een volledig nieuwe dogmatiek, een systematisch overzicht van het christelijke geloof. De uitgever heeft het al aangekondigd maar de “meest spraakmakende theoloog van Nederland” is nog niet zo ver, al blaakt hij wel van zelfvertrouwen. “Makkelijker kan ik het niet maken. Wel leuker.” Tekst: Arjan Broers Beeld: Hollandse Hoogte

A

an het einde van een gedreven woordenstroom van anderhalf uur vraag ik Erik Borgman of hij zich wel eens een roepende in de woestijn voelt. Zijn pleidooi om met lege handen te durven staan, door het lijden heen te gaan – het staat in contrast met het geloof als troost of geruststelling, zoals veel christenen het maar liever zien. Borgman: “Voor mij is het onbegrijpelijk dat mensen naar Jezus wijzen en zeggen: zo moet je leven. Zonder tegelijk te zien dat het om een mislukt leven gaat, veel te vroeg en op een gruwelijke manier geëindigd. Je kunt dat er niet los van zien.” De passie van Erik Borgman voor zijn werk is onmiskenbaar. De lekendominicaan, hoogleraar theologie in Tilburg en sinds juni ‘meest spraakmakende theoloog van Nederland’, is altijd theoloog, beaamt hij. “Ook als ik vergader of in de trein zit, de krant lees of mijn dochters spreek. Als dit alleen een vak voor me was, zou ik er mee ophouden.” Waar kijk je naar? Wat zie je dan? En wat wil je ermee?

“Ik denk dan aan een artikel van Dorothy Day, stichter van de Catholic Worker-be-

weging in het Amerika van de jaren dertig. Ze schrijft dat ze in de bus zit tegenover een zwarte zwerver, en opeens ziet ze het: de samenleving die armen creëert, haar eigen afkeer van de man en zijn volhouden, ondanks alles. Ze huilt, schrijft ze, omdat ze het allemaal tegelijk ziet: de zonde van de wereld, haar eigen zonde en de hoop op verlossing. Dat is wat ik ook graag wil.” Dat is ambitieus: alles tegelijk willen zien.

“Je kunt niet zeggen dat het christendom bescheiden is, als ze zegt dat die concrete man in Palestina van lang geleden iets laat zien van de grondslag van de kosmos, waar het om draait en waar het heen gaat. Ons wordt gevraagd groot te denken.” We moeten groot denken, maar we staan met lege handen en dat is goed zo. Tenminste, als ik de titel van jouw ‘Bergrede’ goed versta, die je op 30 oktober in Amersfoort uitsprak: ‘Zalig wie met lege handen staat’.

“Een van de meest knellende kwesties van onze cultuur vind ik het onvermogen om toe te geven dat we met lege handen staan. Dat heeft te maken met het onvermogen te geloven dat we iets krijgen, dat we het leven en de zin ervan niet zelf maken. We zijn ervan overtuigd dat er

niets is, tenzij we het zelf construeren. Dat is onze armoede.” Wat is het antwoord van het christendom dat je wilt formuleren?

“Het christendom gaat daar op een dubbele manier tegenin. Op de eerste plaats door te zeggen dat er wel iets te krijgen is: zin en betekenis, genade in overvloed. En op de tweede plaats dat we niet bang moeten zijn voor de mislukking, het lijden, de ondergang. Het christendom wil – en daarom blijf ik maar steeds bij die traditie – de werkelijkheid vol in het gezicht zien, ook als het pijn doet. Als er verlossing is, dan door het lijden heen.” En daar heb je een hele dogmatiek voor nodig?

“Dit punt past op de achterkant van een postzegel. Maar om het punt te maken, heb je heel veel nodig: verhalen, beelden, rituelen, gedachten, mensen. We hebben alle toeters en bellen nodig om dit geloof body te geven.” Ook letterlijk? Om het te belichamen?

“Ja. Vaak hoor ik dat de traditie te veel toeters en bellen zou hebben en dit zou afleiden van de kern. Dat vind ik niet. Som-

31


✽ interview migen menen bijvoorbeeld dat ze in de Bergrede de echte Jezus kunnen ontmoeten, en dan de Christus van de dogmatiek kunnen weglaten. Maar uit de omkeringen in de Bergrede – zalig de armen, de treurenden – spreekt nu juist de pretentie dat deze boodschap van God komt. Een christendom dat alleen een ethisch restje overeind houdt – goed zijn voor elkaar – moet uiteindelijk toch alles zelf doen. Dat geeft weinig perspectief, want zo goed brengen we het er niet vanaf in de wereld, zelfs met al onze goede wil.” Moet iedereen dan theoloog worden? De hele traditie overzien?

“Nee, alsjeblieft niet. Al vind ik wel dat theologen wat meer respect verdienen. Als een wiskundige er lang over doet om een som uit te leggen, wordt daar anders op gereageerd dan als een theoloog lang nodig heeft om zijn punt te maken. Er wordt te gemakkelijk gezegd: dit snappen wij niet meer, dus weg ermee. Terwijl ik denk dat we er dan juist nog harder op moeten studeren. Als onze voorouders hier eeuwenlang uit geleefd hebben, kunnen wij het niet zomaar opzij schuiven.” Maar jouw theologie is moeilijk. Het wemelt van de paradoxen en nuances en woorden als ‘te-gelijkertijd’, met nadruk op ‘te’.

Ook lachen doet Borgman met overgave. Dan: “Laat ik het zeggen met een knipoog naar de Belastingdienst: makkelijker kan ik het niet maken, wel leuker.” Nee?

“Het is niet gemakkelijk. Dat kan toch iedereen uit eigen ervaring zeggen? Het leven is ingewikkeld en weerbarstig.” En dus zien we zin in fragmenten, heb jij eerder betoogd.

“Ik wil laten zien dat het christendom iets te zeggen heeft.”

“Ja. Maar als je langer leeft met de fragmenten zie je dat het zinvol is ze te verbinden. En dat is van belang, juist in een cultuur die nauwelijks nog in samenhang gelooft.” Voor wie schrijf je het? Het is opvallend dat jij als gelovig denker ook door niet-gelovigen interessant wordt gevonden.

“Er is met betrekking tot geloof geen ‘binnen’ en ‘buiten’. In zekere zin zijn we tegenover de traditie allemaal buitenstaanders geworden, ook de mensen die wel geloven. Het gaat mij steeds om hetzelfde punt: ik wil laten zien dat het christendom en de bijbelse verhalen iets te zeggen hebben. Niet: dat ze in principe iets te zeggen kunnen hebben, maar dat ze iets zeggen.”

En ook de kerk staat met lege handen in deze tijd?

“Ja, en ook in de kerk kost het mensen grote moeite om dat toe te geven. En ook daar breekt er niets nieuws door als mensen niet tegen elkaar zeggen dat ze het niet goed weten. Ik snap het wel: het is pijnlijk te erkennen dat noch de orthodoxie, noch de vrijzinnigheid, antwoorden heeft die groepen mensen echt aanspreken. En wat ze ook verzinnen aan nieuwe vormen van communicatie: anderen hebben het al gedaan, en vaak beter.” Wat heeft de kerk dan te melden?

“Dat de plaats waar we staan heilige grond is. Dit is de werkelijkheid waar zich Gods toekomst aandient. Maar we moeten weer leren kijken.”

Meer weten? Must-reads! Alexamenos aanbidt zijn God

Metamorfosen

(1994): vroege essays, op zoek naar een persoonlijke en geëngageerde vorm van theologie.

(2006): bundeling waarin Borgman zijn stijl verder ontwikkelt en zoekt naar de kernvragen.

32

Want de plaats waarop je staat is heilige grond (2008): in zijn oratie kiest Borgman positie: hier en nu.

Overlopen naar de barbaren (2009): oefeningen in wat Borgman ‘publieke theologie’ noemt.


Tekst: Arjan Broers Beeld: Erik Kottier

Drie visies op Erik Borgman

‘ De troost in het leven is te merken dat je niet op jezelf bent aangewezen’

Wat begrijpen niet-gelovigen van de gelovige theoloog die jij bent?

“Dat het raar is dat politici en beleidsmakers steeds van een afstand naar de samenleving kijken en alles dichtplannen, terwijl de werkelijkheid steeds op al onze plannen inbreekt. Mijn pleidooi is dat er in die werkelijkheid van alles is wat toekomst heeft en geeft, en dat we dat veel beter moeten zien. Op persoonlijk niveau snappen we heel goed dat we leven van wat ons wordt gegeven, maar niet in ons collectieve leven.” Geef eens een voorbeeld?

“De toekomst van de zorg is een belangrijk vraagstuk. Nog altijd blijven politici en beleidsmakers boven de concrete situatie hangen, maken ze vanuit die positie plannen en willen die uitvoeren. Dat werkt niet goed. De zorg wordt een zorgenkind en we hebben het alsmaar over kostenbeheersing. Tegelijk komt de laatste jaren vooral van de mensen die in de zorg werken een steeds krachtiger tegengeluid: dat zorg geen handeling is of een product, maar een betekenisvolle relatie. Sterker nog: zorg is niet iets dat alleen bestaat bij een ziekte of aan het levenseinde. Als je goed kijkt, bestaan wij altijd al uit zorg: we leven van zorg van anderen voor ons, en van de zorg die wij anderen geven. Dat moeten we serieus nemen bij de organisatie van de zorgsector, bijvoorbeeld door zorg niet te organiseren als de oplossing van een probleem. Op klein niveau vinden mensen allerlei alternatieven uit.” Je moet groot denken, maar klein kijken en doen.

“Ja precies, dat is de kern van het christendom! Dat de kosmos op het spel staat in een pasgeboren kind in een stal. Zo speelt dat ook in ons leven, allemaal tegelijk.”

Te orthodox? Te passief? Of juist diepgaand relevant? Hoe denken collega’s over ‘de meest spraakmakende theoloog van Nederland anno 2012’?

Dat is de kern, maar die is weerbarstig.

“Het is een ingewikkeld punt om te maken. Maar als je het overslaat, dan ben je op jezelf aangewezen en is alles je eigen construct. Maar zeg nou zelf: de troost in het leven is toch te merken dat mensen niet op zichzelf aangewezen zijn? Op cruciale momenten in mijn leven word ik gezien door anderen, voel ik mij gedragen. En dat is geen zoethoudertje! Je kunt alleen zinvol handelen in de samenleving als je die samenleving ziet als een betekenisvolle plaats, met al zijn pijnlijke kanten. En als je je daaraan overgeeft, krijg je perspectief. Er is een onontkoombaar groter dan wij. Waar ons dat brengt, weet ik ook vaak niet, maar hier gaat het om. Christenen moeten dat niet uit de etalage halen omdat het zo weerbarstig is.” En in jouw dogmatiek – wanneer is dat voor het laatst gedaan eigenlijk? – zet jij de etalage vol?

“Grundkurs des Glaubens van Karl Rahner – om maar onbescheiden te zijn – is van 1976. En ja, het gaat over alles, vanaf de schepping, en hoe die een alternatief is voor de wij zijn ons brein-gedachte. Het gaat over Jezus als vleeswording van God, over openbaring en verlossing, over dood en na de dood.” En over zonde en schuld?

“Zeker. Ik vind dit een grote ketterij van de moderne tijd: de onmogelijke eis om steeds te veranderen om vlekkeloos goed te zijn. Dan heb ik liever de vergeving van de zonden, en hardop samen zeggen dat we het niet goed kunnen, maar dat we ons best blijven doen en hoop hebben. Zo begint terecht de christelijke liturgie. Dat is de realiteit onder ogen durven zien.”

.

1

Manuela Kalsky, theologe en directeur van het Dominicaans Studiecentrum voor Theologie en Samenleving in Amsterdam: “Ik wou dat er meer theologen waren die zich vol passie in het publieke debat mengen, zoals Erik Borgman dat doet. Een gedreven theoloog. Theologisch gezien heb ik de indruk dat hij het bevrijdingstheologische pad wat achter zich heeft gelaten en dichter tegen de orthodoxe kant van het geloof is aangekropen. Hij heeft het vaker over dé waarheid in de meer dogmatische zin van het woord. Maar waarheid is niet los van het ethisch handelen verkrijgbaar, zou ik zeggen.”

2

Henk Baars, manager bij het Haagse kerkelijke bureau Stek: “De werkelijkheid vol in het gezicht zien, zoals Borgman bepleit, dat lukt je niet, omdat de werkelijkheid te complex is, een opeenstapeling van constructies en interpretaties. Je kunt je vreselijk vergissen. Ik acht Borgman te passief. We moeten die werkelijkheid deels zelf scheppen en onszelf een doel stellen, anders lopen we het gevaar met liturgie aan de kant te staan. Als je de armoede wilt bestrijden, moet je wat doen, mensen bij elkaar brengen, als theoloog politieker zijn.”

3

Harry Kunneman, hoogleraar sociale en politieke theorie aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht: “Het denken van Erik Borgman laat zien dat vanuit de christelijke traditie nog steeds een diepgaande reflectie mogelijk is op de centrale morele vragen van onze tijd.”

33


E

C

E

N

T

V

E

R

S

C

H

E

N

E

N

Aan plaatsen gehecht

Katholieke herinneringscultuur in Nederland Aan plaatsen gehecht Katholieke herinneringscultuur in Nederland Onder redactie van Jan Jacobs, Lodewijk Winkeler en Albert van der Zeijden Beeldredactie Ellen Brok

valkho f pers

ra gemunte

kgeschiedenis, Documentatie medewerker materieel Erfgen als leidraad, orpen, en daaredt dit boek ingscultuur

Aan plaatsen gehecht

atsen voor het n ze naar? Welke s altijd hetzelfde

R Katholieke herinneringscultuur in Nederland

standbeeld biechtstoel atholieke hertsen te vinden sen, personen n gegeven aan e ene plaats de van de Sterre ent weer heruwen verwaartholieke cultuur erdam, op oties, zoals bij

Wat hebben de Titus Brandsmakapel in Nijmegen, de Amsterdamse Stadsschouwburg en het Marietje Kesselsmonument in Tilburg gemeen? Het zijn stuk voor stuk plaatsen waaraan de katholieke herinnering zich heeft gehecht. In Aan plaatsen gehecht worden ruim veertig katholieke ‘plaatsen van herinnering’ voor het voetlicht gebracht: van de Adelbertusakker bij Egmond tot het kerkje in Wahlwiller, en van het Malieveld in Den Haag tot de Maliebaan in Utrecht. Met bijna 900 rijk geïllustreerde pagina’s biedt Aan plaatsen gehecht een fascinerende en kleurrijke dwarsdoorsnede van het katholieke verleden én heden van Nederland.

nieuwe foto’s. isueel archivaris

ISBN 978 90 5625 370 7 • 868 blz. • geheel in kleur • € 49,50

Harm Knoop

Leef je eigen mythe Religie is mythologie. Zit boordevol mythen. Anders dan het alledaagse spraakgebruik ons wil doen geloven, zijn mythen geen flauwekul. Zij vertellen over de binnenkant van wie wij zijn. Over de ziel, de innerlijke werkelijkheid die ieder mens in zich draagt. Al zijn velen er zich niet van bewust dat zij een

Geïnspireerd door het werk van Carl Jung vertelt Harm Knoop in Leef je eigen mythe zijn weg door religie en leven. Het grootste mysterie van het bestaan – dat zijn we zelf! – kunnen we ontsluiten wanneer we onze eigen mythe opgraven. Wanneer we onze eigen mythe gaan leven. grote schat in zich meedragen. Die schat graaft de auteur van dit boek

op, uit religieuze verhalen, sprookjes, dromen, mythen. Luisterend naar de stem van de ziel.

Kunst, liefde en religie spreken de taal van de ziel. Dat is de taal van

mythen, dromen en sprookjes. Altijd in beelden. Die dieper reiken dan

de taal van feiten en cijfers. Door religieuze verhalen (weer) als mythen

te lezen, krijgen we zicht op de werkelijkheid waar religie over gaat: ons

leef je eigen mythe

Leef je eigen mythe – Over religie, mythen en ons zelf

eigen innerlijk, de ziel.

Geïnspireerd door het werk van Carl Jung en de mythologie van Joseph

Campbell vertelt Harm Knoop in Leef je eigen mythe zijn weg door religie

Leef je eigen mythe kost nu speciaal voor VolZin-lezers: € 15,– Stuur de advertentie, voorzien van uw gegevens, naar: Valkhof Pers, Postbus 1391, 6501 BJ Nijmegen

en leven. Voor hem vallen die twee - religie en leven - samen en ook in een bedding die het besef en de vreugde oproept dat wij het grootste mysterie van het bestaan in onszelf meedragen: wij zijn dat zélf, dat

leef je eigen

mythe

Over religie, mythen en ons zelf

mysterie. En we kunnen het ontsluiten en vruchtbaar maken voor het grote geheel. Wanneer we onze eigen mythe opgraven en gaan verstaan. En we onze eigen mythe gaan leven.

Harm Knoop

Harm Knoop (1954) is theoloog. Hij werkt met vrijmoedigheid als voorganger in de vrijzinnigheid (de NPB), als trainer, coach, inspirator, vertrouwenspersoon. En altijd als schatgraver. De schat in het binnenste van mensen helpen vinden, opgraven, ontsluiten. Dat is zijn mythe en missie. Daar krijgt hij geen genoeg van.

ISBN 978 90 5625 383 7 • 212 blz. • € 18,50

va l k h o f p e r s

www.valkhofpers.nl Verkrijgbaar in de boekhandel en rechtstreeks bij de uitgever harm knoop omslag def.indd 1

OPLEIDINGSINSTITUUT VOOR THEOLOGIE, LEVENSBESCHOUWING EN GEESTELIJKE BEGELEIDING IN VRIJZINNIG PERSPECTIEF biedt oriëntatiejaar, HBO-opleiding, en seminarie voorgangeropleiding in deeltijd op zaterdag Voorlichting: 6 februari 2013 www.instituutovp.nl

Harm Knoop

03-09-12 13:54

ONTWIKKELINGSSAMENWERKING 17 november voor Nepal In het Ghorkadistrict in Nepal staat een middelbare school die erg vervallen is. Wij helpen bij het bij de bouw en renovatie van in totaal 10 klaslokalen. Zo kunnen straks 700 kinderen beter onderwijs volgen. Helpt u ook mee? 24 november voor Uganda In Uganda is ontbossing een probleem doordat veel brandhout nodig is om te koken. Wij helpen bij de aanschaf van solar cookers. Zo kunnen mensen op een duurzame manier energie gebruiken. Draagt u ook bij?

Winter op de Veluwe Ga mee op een zwerftocht over de winterse Veluwe, met oude verhalen en nieuwe mogelijkheden voor een heerlijk dagje uit! In samenwerking met toprestaurant De Echoput (trotse bezitter van een Michelinster!). De chefkoks daarvan hebben 50 winterse recepten uitgezocht die allemaal te maken zijn met ingrediënten uit de eigen omgeving!

 34,95

ISBN 978-90-8788-155-9

Verkrijgbaar bij de bekende boekverkopers of rechtstreeks via

www.bduboeken.nl

Rekening 40.000 • Wilde Ganzen in Hilversum • o.v.v. Volzin

www.wildeganzen.nl


✽ boeken

Redactie: Cees Veltman Beeld: Shutterstock

Hé, die verhalen gaan over mij! ‘Mythen en metaforen worden door een niet onaanzienlijk deel van de mensheid voor feiten aangezien,” schrijft de auteur.

lezers actie!

Tekst: Lisette Thooft

De eerste tien inzenders van een kaartje met vermelding ‘Harm Knoop’ krijgen het boek gratis thuisgestuurd: Redactie Volzin, Postbus 9435, 3506 GK Utrecht

‘G

rofweg de ene helft houdt die feiten voor waar, dat zijn de gelovigen uit allerlei godsdienstige tradities. De andere helft beschouwt mythen ook als feiten, maar houdt ze voor onwaar. Mythen zijn voor hen leugens. Dat zijn de niet-gelovigen, de atheïsten.” Er is natuurlijk nog een andere manier om naar mythen te kijken: ze beschrijven de binnenkant van fundamentele ervaringen, de gevoelskwaliteit. Het zijn, schrijft Knoop, net als metaforen “woorden die enigszins passen bij de uitbrekende beelden van de impressie van innerlijke ervaringen.” Knoop is een theoloog “die in de loop van de jaren een forse MRI (meervoudige religieuze identiteit) heeft opgelopen”, schrijft hij. Lang heeft hij gedacht dat Jezus de weg, de waarheid en het leven was. Hij kijkt daar met mildheid op terug: “Godsdienst, in de vorm van mijn jeugdige, rechtzinnige geloof, heeft mij ooit beschermd tegen ervaringen die ik niet aankon. Tegen de angst, het angstige besef dat ik het niet

Harm Knoop Leef je eigen mythe. Over religie, mythen en ons zelf. Valkhof Pers, 212 blz., € 18,50

waard was bemind te worden en te beminnen.” Na zijn vijfentwintigste begon de ommekeer, een therapeut leerde hem om ‘Ik’ te zeggen. Vervolgens komt hij tot het inzicht dat al die prachtige verhalen, ook de bijbelse, juist wel over hem zelf gaan. Mag dat wel? Eeuwen exegetisch, literair en historisch onderzoek schuif je daarmee toch aan de kant? Ja, maar dit zijn subjectieve verhalen, over de realiteit van de ziel, de psychische werkelijkheid. Neem het verhaal van de uittocht van de Joden uit Egypte. Het water van de Nijl, waaruit Mozes komt, staat voor het onbewuste ‘dat als een zee in en onder ons woont.’ Mozes is dus de boodschapper van het onbewuste. De Joden beelden onze

subpersoonlijkheden uit en de farao symboliseert het opgeblazen ik, dat zijn plaats niet kent en denkt dat het goddelijk is. Plagen en pijn zijn nodig om te zorgen dat het volk eindelijk mag gaan, maar meteen krijgt het opgeblazen ik spijt en wint de honger naar macht en controle het weer van de overgave. Ik had wel graag gewild dat de verhoudingen tussen Ik, onbewuste en Zelf iets helderder en systematischer uitgelegd waren in het boek. Maar de talloze enthousiaste strepen, verrukte uitroeptekens en omgevouwen hoekjes in mijn exemplaar spreken boekdelen. Knoop heeft een prachtig en moedig boek geschreven, dat ik met de spreekwoordelijke rode oortjes heb gelezen.

.

De mens is ook natuur Koo van der Wal Nieuwe vensters op de werkelijkheid. 448 pag., € 24,95

Nieuwe inzichten in de natuurwetenschappen zoals de ontdekking van het zelforganiserend vermogen van de natuur hebben onze visie op de werkelijkheid nauwelijks veranderd.

In een lijvig boekwerk beschrijft de milieufilosoof Van der Wal de ontwikkeling van de wereldbeel-

den en de werkelijkheid van nu. Daarvan is leven de grondstructuur. En die werkelijkheid is open, complex georganiseerd, niet-lineair en niet in evenwicht. Datzelfde geldt voor onze sociale werkelijkheid. Die denken wij met regels en structuren te kunnen organiseren. Onszelf stellen wij

buiten de natuur. Maar onze samenleving is net zo open, complex en niet-lineair als de natuur en evenmin maakbaar of voorspelbaar. Onze verstoorde relatie met de natuur is een werkelijke bedreiging voor de toekomst. Boeiend voor doorzetters. (AG)

35


✽ mijn bijbel Het slot

Kort Recensies

‘ Elke keer ontdek ik weer wat nieuws in zijn boeken’ “Elke keer ontdek ik weer wat nieuws in Kafka’s boeken zoals ‘Het proces’ en ‘Het slot’ en die lees ik al vanaf de middelbare school”, zegt de Tsjechische schrijver en priester Tomás Halík (64).

De eerste druk van ‘Het slot’ in 1926 had 502 bladzijden.

‘K

afka is een van de grote zoekers. Zijn Het proces is een van de belangrijkste boeken van de twintigste eeuw. Beide boeken zitten zo vol raadsels en paradoxen dat ik me al lang niet meer de vraag stel wat hij precies bedoelde. Zijn boeken staan open voor alle denkbare interpretaties en associaties die ze geleidelijk bij ons oproepen op onze levensweg. Zijn Het proces en Het slot metaforen voor het lot van de mens die verloren, gevangen en angstig is tegenover de onbegrijpelijke, vervreemdende machinerie van de moderne bureaucratische samenleving? Of gaat het om nog iets veel diepers? Drukken zijn boeken de vertwijfeling uit van de mens over het ontoegankelijke zwijgen van God achter ondoordringbare muren en versperde deuren van de wet? Wilde Kafka Josef K. de hoofdpersoon in Het slot zijn boek, waarmee hij iedereen bedoelde, schuldig verklaren omdat hij een leeg en oppervlakkig leven leidde, in de anonimiteit van de massa onderdook en die schuld niet wilde erkennen? Het zijn intrigerende vragen die ik mezelf steeds stel.”

Ed van Thijn omarmt Duitsland “Ik denk niet dat een eenmanspartij als de PVV zonder leden en interne partijdemocratie in Duitsland zou worden geaccepteerd”, schrijft oud-minister Ed van Thijn.

Ed van Thijn Blessuretijd. Dilemma’s van een Joods politicus. Atlas/Contact, 224 blz., € 19,95

36

Hij stelt het land ten voorbeeld omdat het van alle Europese landen het minst vatbaar blijkt voor populistische stromingen en steevast een pro-Europese koers vaart. Hij had er ooit een angstaanval tijdens een verkeersopstopping: alle Duitsers om hem heen leken groene uniformen te dragen

en kwamen dreigend op hem af. Nu voelt hij zich er opmerkelijk goed op zijn gemak. Ook omdat het het meest fatsoenlijke vreemdelingenbeleid kent. Neemt niet weg dat de Tweede Wereldoorlog, die hij wonderbaarlijk overleefde, een steeds grotere rol in zijn leven speelt, samen met het jodendom waarin hij zich de laatste jaren verdiept en waarvan hij als kern ontdekte: de gastvrije behandeling van de vreemdeling. Nederland is de ‘malle Pietje’ van Europa, schrijft Van Thijn. (CV)

Antje van der Hoek Islam, populisme en kerkelijke respons. Vrijzinnigen aan het woord. Predikante geeft discussie weer binnen kerken in Duitsland en Nederland over de verhouding tussen moslims en christenen. Vrijzinnig alternatief voor antiislamitisch sentiment. Remonstranten, 96 blz., € 7,(excl. porto) Sjef van Bommel Ik ben niet kwijt. Wat er gebeurt als je de liefde van je leven langzaam kwijtraakt aan dementie. Relaas van een sterke liefde ondanks de sluipende ziekte van partner Thom en van een dappere poging om nog iets moois te maken van de toekomst. Aangrijpend. Prometheus, 320 blz., € 19,95 Laurence Rees Het charisma van Adolf Hitler. Hoe hij miljoenen naar de afgrond leidde. Historicus probeert de Hitler-verering van miljoenen Duitsers te begrijpen. Aan de hand van veel ooggetuigeverslagen. Verhelderend. Ambo, 368 blz., € 24,95 Bea Lalmahomed Eer. Leven met eergedrag en eerverlies. Eer levert in moslim- en hindoegezinnen vaak scheve gezagsverhoudingen op. De verleiding is dan groot om misbruik te maken van die macht. Ongekend openhartige verhalen van incestslachtoffers. Jan van Arkel, 496 blz., € 37,50 Tinneke Beeckman Door Spinoza’s lens. Macht, meditatie, manifestatie, evolutie, seksualiteit. Hoe sluit Spinoza’s filosofie van lichaam en geest aan bij ideeën over meditatie en ‘mindfulness’? En wat leert zijn theorie voor hedendaagse protestbewegingen? Vlaamse onderzoeker gaat het na. Pelckmans/Klement, 232 blz., € 21,50


Norbertijnen Priorij De Essenburgh/ Communiteit Mariëngaard Zuiderzeestraatweg 199/201 3849 AE Hierden

Gastvrijheid en bezinning bij de Norbertijner kloostergemeenschappen te Hierden op de Veluwe. Volgens de traditie van onze Orde staat gastvrijheid bij ons hoog in het vaandel. Individuele gasten vieren met ons mee en nemen deel aan onze gemeenschappelijke maaltijden en momenten van ontspanning. Zij verblijven in de Priorij van de broeders of in het huis van de zusters.

“De Boerderij” Voor bezinning en activiteiten voor groepen maken we gebruik van de Boerderij, ons Spiritualiteitscentrum. We beschikken over twee goed ingerichte zalen en 9 tweepersoons kamers. Ons aanbod is gevarieerd: van landgoedweken en schildercursussen tot themabijeenkomsten, zenmeditatie, korte retraites en bezinningsweekends. Naast een aanbod van onze kant kunnen wij ingaan op vragen naar cursussen en begeleiding, voor de parochie, de grotere regio, kerkgemeenschappen in brede zin, groepen en personen die spirituele verdieping, rust, stilte, kennis en dialoog zoeken. Sinds een paar jaar nodigen wij mensen uit voor “meeleefdagen” met de grote feesten en in een zomerweek. De dagen rond Kerstmis zijn volgeboekt. Informatie: www.norbertijnenhierden.nl • E: deboerderij@norbertijnenhierden.nl • E: cursus@norbertijnenhierden.nl Tel: 0341 451414, vragen naar Zr. Janny Verwijs o.praem • Zr. Mieke van den Hoven o.praem

In 2013 zal de Konferentie van Nederlandse Religieuzen (KNR) voor de derde keer een prijs uitreiken voor een bijzonder initiatief. De prijs bestaat uit een kunstwerk en een geldbedrag van 5.000 euro. Voor een prijs komen activiteiten in aanmerking, die nauw aansluiten bij de traditie en de spiritualiteit van waaruit actieve congregaties zijn ontstaan en zich hebben ontwikkeld. Activiteiten die zich richten op mensen in de Nederlandse samenleving. Meer specifiek gaat het om de traditie van inzet voor de allerarmsten, de ontrechten, de marginalen in onze samenleving en oog hebben voor hun menselijke waardigheid. De prijs is bedoeld ter bekroning van een project en/of persoon, gericht op het bestrijden van typisch eigentijdse noden. Een volledige versie van de criteria die gehanteerd worden in de beoordeling zijn te vinden op www.knr.nl. Nominaties kunt u voor 6 januari 2013 per brief of e-mail sturen aan: Jury RELIGIEUZEN-prijs, p/a Postbus 111, 5201 AC ’s-HERTOGENBOSCH. E: communicatie@knr.nl


✽ dichterbij Inger van Nes

Tekst: Bert van der Kruk Beeld: Shutterstock

Onder de tafel ‘D Een brief Ik ben nog iets vergeten, ik denk niet dat je dat weet of gelooft, maar als je bij mij binnenkomt, noem mij maar een huis, dan woon ik heel erg achteraf, ik weet zelf niet precies waar, het licht is eeuwig kapot, je moet een paar trappen op, enkele hoeken om en twee treden af. Het raam ziet uit op een binnenplaats waar mijn moeder meestal in de weer is met iets, en als zij er niet is komt zij er net aan, zij tikt bescheiden op het raam. Het bed kraakt ontzagwekkend en houdt de buren wakker. Zelfs als je me vinden kunt, wat zelden iemand lukt, dan nog ben ik meestal niet thuis, en zul je moeten afwachten of ik net die keer niet voorgoed vertrokken ben, wat onlangs is gebeurd. Als je desondanks toch bij mij wilt zijn, wat ik niet kan geloven en ik ben thuis, dan zit ik in die kamer in een hoek onder een tafel met een laag afhangend kleed, waar je me nooit zult kunnen vinden als je dit niet leest. Toon Tellegen (1941) uit de bloemlezing Daar zijn woorden voor (Rainbow Pockets, 2004)

38

it gedicht gaat over de onmacht om mensen dichtbij te laten komen. Je wilt de ander wel vertellen wie je bent, maar uiteindelijk kruip je liever weg onder de tafel. Je hoopt dat de ander de moeite neemt je te zoeken, maar weet dat dit vaak niet gebeurt. Toen ik dit gedicht vier jaar geleden voor het eerst las, herkende ik dat heel goed, het gevoel van eenzaamheid en opgesloten zitten in jezelf. Het was in het laatste jaar van mijn studie. Ik was altijd iemand die alles goed voor elkaar had en zeker naar buiten trad. Ik was snel en ambitieus. Op dat moment voelde ik opeens de grote druk: ik moet alles eruit halen wat erin zit, ik moet weten hoe ik verder wil. Ik kwam er niet uit, de twijfel sloeg toe. Welke plek moest ik innemen in de wereld? Wat ging ik doen met mijn capaciteiten? Voor twintigers ligt de hele wereld open; ik kon zoveel kanten op dat ik niet kon kiezen. Ik ben niet iemand die dan blijft ploeteren, dus halverwege dat jaar ben ik gestopt. De eerste tijd had ik echt de neiging om onder tafel te gaan zitten. Ik heb een warm kleed gekocht voor op de vloer en heb daar zo’n beetje een maand op gezeten. Later dat jaar ben ik gaan reizen. Toen ben ik ook weer druk geweest met van alles, maar heb ik ook geleerd dat dat kennelijk bij mij hoort, druk zijn. Ik ben wel veranderd. Eerst dacht ik: hallo geliefden, ouders, God, hier

ben ik. Zoek mij, vind mij, heb mij lief! Ik weet inmiddels dat het anders werkt. Ik moet daarvoor zelf het huis uit komen. Ik kan niet van de ander vragen om mij te zoeken, ergens ver weg onder het tafelkleed. Ik moet zelf de moed vinden om onder de tafel vandaan te komen. Om naar de ander toe te gaan, moet ik eerst lagen van angst, wantrouwen en verdriet eraf pellen. Ik heb daarvoor hulp gezocht; je kunt niet alles alleen oplossen. Ik heb gevraagd: help mij. Dat is iets anders dan: vind mij. Of: red mij – dat kan niet, de enige die jou kan redden, ben jijzelf. Dat klinkt misschien lekker individualistisch, echt iets van mijn generatie, maar uiteindelijk zal ook elke vijftiger zich daar wel in herkennen. Je moet je eigen lot dragen, dat is je levensopdracht. Maar anderen kunnen daarbij wel helpen. Het is nog steeds een beetje vallen en opstaan. Nog steeds ervaar ik op bepaalde momenten het onvermogen om me te laten kennen op een kwetsbaar niveau. Daarin heb ik ook geworsteld met God. Als er verder niemand is, dan moet jij er toch eigenlijk zijn, heb ik tegen hem gezegd. Dan is het wel heel eenzaam. In die lege en kale woestijn vind ik God niet en hij mij ook niet. Maar ook dan vind je kracht om weer op te staan – dat is het wonderlijke. Alsof die kracht in jezelf zit. En misschien is dat God dan wel, die levenskracht.”

.

Inger van Nes (Vreeland, 1986) studeerde psychologie en theologie. Zij heeft de afgelopen twee jaar samen met Karel Smouter als ‘kwartiermaker’ van de Protestantse Kerk Amsterdam onderzoek gedaan naar twintigers en hun relatie tot zingeving en de kerk. Dit najaar komen ze naar buiten met de uitkomst ervan: de Netkerk. Van Nes houdt een weblog bij op www.ingervannes.wordpress.com.


23 ELKE 2E EN 4E VRIJDAG VAN DE MAAND EEN NIEUWE EDITIE

Benh Zeitlin

Vooruitblik Interview Regisseur Benh Zeitlin, ✽ maker van Oscar-kandidaat ‘Beasts of the Southern Wild’

Hoe vernieuwend ✽ Reportage en inspirerend was de Volzin 10 jaardag?

‘Veel vernieuwing schept ✽ Essay slechts verwarring. Echt zijn is genoeg.’

Bijbel voor infantielen Guus Kuijer vindt de verhalen in de Bijbel prachtig en betreurt ‘t dat ongelovigen hiervan verstoken blijven. Dus dacht Guus: ik schrijf een Bijbel voor ongelovigen, dan zullen vast meer mensen hem lezen!

vo maglgend azin e

‘ Ik heb alles wat mensen verdeelt, verwijderd.’

Benzakour Column

Die goede, ouwe Guus. Met deze heidense Bijbel wil-ie het boek Genesis (Eva, Adam, slang, zondvloed, toren van Babel) navertellen voor niet-christenen, waarbij hij als rechtgeaarde kindervriend het perspectief van de underdog kiest: een zoon, een vrouw, een verschoppeling, een bastaard. Iemand als Adam, bijvoorbeeld, komt bij Guus zo aan het woord: “’Kom, ik breng je naar het paradijs’, zei God, en hij wandelde onzichtbaar voor me uit. Het was niet ver, want in het begin was het paradijs eigenlijk overal, vooral tussen de rivieren.” De uitgever meldt dat Guus over Genesis schrijft als een ‘familiegeschiedenis van een groep koppige mensen’, hiermee krijgen de verhalen een ‘nieuwe, verrassende wending’. Verrassende wending? Koppige familie? Ik geloof dat Guus - en diens uitgever - vermoeden dat ongelovigen een stelletje aan chronisch hersendefect lijdende infantielen zijn. Of zou Guus simpelweg niet weten dat ongelovigen juist ongelovig zijn omdat ze maar al te goed op de hoogte zijn van al die sprookjes die ze hoofdzakelijk beschouwen als groteske broodjes aap voor bange fantasten die niet durven in te zien dat na de dood enkel nog de verrotting in de aarde rest? Een Bijbel voor ongelovigen. Het zoveelste stakkerige probeersel om de Bijbel in een nieuw, trendy jasje te steken. Er bestond al een Bijbel voor de allerkleinsten, toen kwam er een voor tieners; een paar jaar geleden stuitte ik in een evangelisch centrum op een Bijbel voor allochtonen (simpel uitgelegd in ‘t Marokkaans en Turks); daarna verscheen een Bijbel ‘in gewone taal’. En sinds een week dus de versie voor infantielen, pardon, ongelovigen. Het wachten is op een Bijbel speciaal voor vrouwen, voor gepensioneerden, voor hiphoppers, homoseksuelen, uitkeringtrekkers, theaterliefhebbers, pedofielen, Roemeense straatmuzikanten. De Bijbel is een uniek boek vol magnifieke, tijdloze verhalen. Dat verdient bescherming, eerbied en gewijde omzichtigheid. Knoeiers als Guus & Co, die vanaf hun marktkraam ‘koffie!’ roepen maar cichorei inschenken, dienen minder de Schriftuurlijke tradities dan de eigen portemonnee.

39


Oppenhe im Travel

Winter/voorjaar 2012/2013

Incl. JordaniĂŤ

Cover-adres Eilat_winter 2.indd

1 03-09-12 09:33

Oppenheim 2012-09 [Israel Aktueel 256x384mm].indd 1

03-09-12 11:09


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.