Hella van der Wijst: ‘Ik luister naar een zintuig dat we allemaal hebben, maar dat we lang niet altijd gebruiken’ 8 VolZin | 6 januari 2012
387826.indd 2
2-1-2012 13:39:05
Interview
Wandelen met Hella van der Wijst (De Wandeling)
‘Je kunt ook stoppen en luisteren’ Hella van der Wijst wandelt veel, niet alleen voor het KRO-programma waarin ze bekende en onbekende Nederlanders naar hun levensverhaal vraagt, maar ook in haar vrije tijd. Is wandelen spiritueel? Je zou het wel zeggen: het programma dat ze al acht jaar presenteert, is onlangs uitgeroepen tot beste spirituele programma van de Nederlandse televisie. Door Bert van der Kruk foto’s KRO/Sander van der Veen
We hebben geluk. De lucht is blauw, de ochtendzon weerkaatst op het water. De Gaasperplas ligt er vreedzaam bij. De stad is dichtbij; de flats van AmsterdamZuidoost kijken neer op het relatief jonge natuurgebiedje waar trimmers en hondenuitlaters al vroeg actief zijn. Ook de snelweg is niet ver; het geraas van verkeer op de A9 hangt in de lucht. Hella van der Wijst (47) wilde graag hier afspreken. We hadden elkaar natuurlijk ook kunnen treffen op het strand bij Schoorl of in het ruime en lege Haaksbergerveen, maar de Gaasperplas vond ze wel zo verrassend. “Dit is zo’n mooie, groene plek vlakbij de grote stad”, zegt ze met licht Brabantse tongval. “Dit soort plekken hebben we hard nodig. We zitten soms als haringen in de ton, we moeten af en toe kunnen ontsnappen. Dat kan hier, op een makkelijk bereikbare plek. Veel mensen slaan zo’n plek over; die zoeken het liever ver weg. Maar dat hoeft niet. Iedereen heeft behoefte aan natuur. Moet je eens zien hoe druk het hier is.” Een man met hond passeert ons. Hij heeft oordopjes in. Ze vraagt zich verwonderd af waarom iemand dat toch doet. En naar wat voor muziek hij zou luisteren. “Je ziet het steeds meer bij wandelaars.” Zelf heeft ze die behoefte helemaal niet. Muziek is geen behang, daar gaat ze gericht naar luisteren. In de natuur kijkt ze liever rond. Naar de beestjes, de vogels, de lucht. “In het najaar vind ik het licht altijd het mooiste.”
de seizoenen. “Volgend jaar komt het allemaal weer terug. Het gaat dood, maar nooit helemaal, het is niet echt dood. Alles ligt stil in de natuur, behalve wat sapjes die door de planten en de bomen gaan. Alleen het hoognodige leeft nog. Maar straks in de lente is het er allemaal weer.”
Spirituele ervaring Of wandelen daarmee voor haar ook een spirituele ervaring is? De vraag roept direct een tegenvraag op: Wat is dat dan, spiritualiteit? “Ik vind het een lastig woord. Ik ben al lang bezig om er een nieuw woord voor te vinden. Spiritueel – ik krijg het bijna niet uitgelegd. Te veel mensen denken meteen aan iets zweverigs, terwijl spiritualiteit voor mij heel aards is. Het is een kwestie van open staan voor mensen om je heen, dingen om je heen. Dat hoeft helemaal niet zweverig te zijn.” Ook aan de rituelen in de kerk kleeft niks zweverigs. “Een kaarsje aansteken, wat is daar zweverig aan? Iemand is ziek, ik kan niet veel voor hem of haar doen, maar ik kan wel een kaarsje aansteken en op die manier duidelijk maken: Ik denk aan je. Dat is een mooi ritueel. Je kan ook aan iemand denken zonder een kaarsje. Maar het gaat om de gedachte. Ik vind het een vorm van aardse spiritualiteit.” Om haar woorden kracht bij te zetten, stampt ze eens extra op de grond. In het Engels drukt misschien awareness uit wat ze bedoelt: openstaan voor wat er om je heen gebeurt. In het Nederlands komt ‘verwondering’ een beetje in de buurt. “Ik vind mij zelf spiritueel, wat dat dan ook moge betekenen, omdat ik open sta voor mensen en ontmoetingen, maar ook gebeurtenissen. Ik vertrouw daarbij op mijn gevoel. Ik luister naar een zintuig dat we allemaal hebben, maar dat we lang niet altijd gebruiken. Een zintuig dat nog niet ontdekt is. Er zit iets in ons wat we nog niet helemaal weten, wat we nog niet kunnen verklaren. Ik weet niet zo goed wat het is, maar ik luister er wel naar. Het levert vaak mooie dingen op.”
Kuifeenden We wandelen het rondje Gaasperplas, een kilometer of zes, met de klok mee. Op het kalme water drijven een paar kuifeenden. We horen het riet ruisen. “Het heeft zijn mooiste tijd gehad, maar staat er toch nog heel fier bij”, zegt ze, gefascineerd door de gang van
Jasje aan Een vrouw met vier honden nadert. Een van de honden heeft een jasje aan. “Dat is echt normaal aan het worden hè.” Ze vraagt aan de vrouw of de hond het jasje echt nodig heeft. Jawel, want hij is ziek geweest.
6 januari 2012 | VolZin 9
387826.indd 3
2-1-2012 13:39:10
Als hij even stil staat, zie je hem zelfs trillen. Het is een haarloos beestje, afkomstig uit een asiel in Twente. “Hij zat onder de korsten, de mensen dachten dat hij schurft had.” Een vriendin ontfermde zich over de hond, maar zij werd ziek en zo belandde Arie (voluit Arie Stoteles) in Amsterdam-Zuidoost. En het gaat goed. “Hij heeft vanochtend al een bruine boterham met 125 gram vlees gehad.” De verhalen liggen op straat, concluderen we verder wandelend. Je begint over een hondenjasje en krijgt een verhaal over het asiel en een zieke vriendin, met alle details erbij. “Je kunt eraan voorbij lopen, je kunt ook stoppen en luisteren. Bij mij staat die deur altijd open. Een aantal keren in mijn leven heeft het me ook echt iets moois gebracht door goed te luisteren naar de signalen die je dan kunt krijgen. Je kunt zo’n signaal negeren, je kunt er ook naar luisteren.” Het gaat dan om signalen van een andere orde dan de journalistieke impuls die opkomt als ze een hond met een jasje ziet lopen. Ze geeft meteen een extreem voorbeeld. “Ik ging op vakantie met mijn beste vriendin, op een moment dat het eigenlijk helemaal niet kon. Ik liep over in mijn werk. Mijn omgeving zei: doe het niet, je hebt de rust niet om helemaal naar Frankrijk te rijden, blijf thuis. Maar mijn vriendin had het nodig om op vakantie te gaan, er was veel te bespreken. Dat hebben we ook gedaan; het waren mooie, intensieve dagen. We kwamen op zondag terug en… op dinsdag liep ze onder een auto.”
Signaal Het gebeurde in 2007. “Je kan natuurlijk zeggen: Dat is toeval geweest. Maar ik denk alleen maar: Wat ben ik blij dat ik, tegen alle adviezen in, met Ellen op stap ben geweest. Ik weet niet precies wat het signaal was. Maar het was iets heel diep van binnen, iets wat op dat moment ook echt moest gebeuren. Je kunt dan gaan redeneren, je kunt zeggen: Het komt niet uit, ik ben te druk. Maar als ik nee had gezegd tegen dat
Hella van der Wijst (Veghel, 1964) presenteert sinds 2003 het KRO-programma De Wandeling (dat wekelijks wordt uitgezonden op vrijdagavond 19.52 uur en dinsdag 17.00 uur op Nederland 2. De foto is uit de aflevering met herder Hilde Groen op de Friese hei). Ze studeerde aan de Academie voor de Journalistiek in Tilburg en ging vervolgens verder met de studie geschiedenis. Voordat ze bij de KRO vaste verslaggever werd bij Kruispunt, werkte ze onder meer als radioverslaggeefster bij diverse omroepen. In 2006 verscheen haar eerste boek Hella’s Voetsporen. Wandelavonturen op 9 uitzonderlijke routes (met routebeschrijvingen), Archipel, € 17,95.
signaal had ik iets heel waardevols gemist, en zij ook.” Een kleiner voorbeeld, van een jaar later. “Ik speel elk jaar zwarte piet op de school van mijn broer in Veghel, het dorp waar ik vandaan kom. Normaal gesproken ging ik dan ook altijd even bij mijn ouders langs. Maar dat jaar zei iets in mij dat ik naar de moeder van Ellen moest gaan, waarom wist ik niet. Ik had het opnieuw erg druk en kon daardoor niet naar mijn eigen ouders. Ik belde mijn moeder, die leefde toen nog, en zij reageerde boos: ‘We zien je al haast nooit en nou heb je wel tijd voor mevrouw Van Weerd en niet voor ons!’ Ik kreeg, begrijpelijk, veel over me heen. Toch ben ik naar mevrouw Van Weerd gegaan. Toen ik daar zat, vroeg zij: ‘Als ik doodga, wil jij dan het gedicht voorlezen dat Ellen voor me geschreven heeft?’ Ik zei ja. Een week daarna overleed ze.”
Een vlucht ganzen We komen bij een laag muurtje aan de plas en gaan erop zitten, het gezicht in de zon. Een vlucht ganzen trekt over. Ze gaat verder: “Ellen was veel te jong, 42 jaar. We waren nog lang niet klaar met onze vriendschap. Er waren vrienden die het niet geloofden. Maar toen ik het bericht hoorde, wist ik meteen: Het is zo. En meteen was er ook de acceptatie. Op sommige dingen heb je gewoon geen invloed. Ik heb de waaromvraag nooit gesteld.” Het heeft bijna iets geruststellends, vervolgt ze, dat een mens op sommige zaken geen invloed kan hebben. En iets eerlijks. “Het eerlijke is dat niemand weet wanneer hij zal sterven. Het zou ook helemaal niet goed zijn om dat wel te weten. Er is sprake van een vreemd soort willekeur, net als in de natuur. De ene boom wordt omgezaagd, de andere niet. De een krijgt een rood kruis op zijn bast, de ander heeft mazzel. Het is moeilijk uit te leggen waarom, behalve dan dat er eentje weg moet: iene miene mutte.” Voor Hella dus geen benauwde ogenblikken als ze in een vliegtuig stapt. “Ik ben alleen maar bang in situaties waarin ik zelf invloed kan uitoefenen. Als ik zelf geen invloed heb, heeft angst geen zin. Mijn moeder zei altijd al dat ik eigenlijk een jongen had moeten zijn, omdat ik zo weinig angsten kende. Ik klom in alle bomen. Ook met sporten, motorrijden of vliegen met parachutes ben ik nooit bang.”
Zijpaden We staan op, het muurtje begint koud op te trekken. We hebben anderhalf uur tijd voor de wandeling. Voor de KRO-wandeling heeft ze altijd een hele dag beschikbaar. “Omdat er geen druk op de ketel zit, krijg je andere gesprekken. De mooiste momenten ontstaan vaak op de zijpaden, als we even denken af te wijken van de formule van het programma. Vaak zegt
10 VolZin | 6 januari 2012
387826.indd 4
2-1-2012 13:39:16
‘Het heeft iets geruststellends, dat een mens op sommige zaken geen invloed kan hebben’ de gast dan iets hardop wat hij zichzelf nog niet eerder heeft horen zeggen. Om daar vervolgens over na te gaan denken.” Ze hoopt altijd dat elke wandeling minstens één zo’n moment van inzicht biedt. Zo stelde ze aan Ahmed Marcouch, Tweede-Kamerlid voor de PvdA, de vraag waarin hij op zijn vroeg overleden moeder lijkt. Na een korte stilte antwoordde hij, een beetje ontzet haast: “Dat weet ik eigenlijk niet, en ik realiseer me nu dat ik die vraag nog nooit aan iemand gesteld heb.” Ze weet zeker dat Marcouch daar de komende tijd, als hij zijn familie weer ziet, alsnog werk van gaat maken. “Dat is bijzonder: hij geeft een mooi gesprek aan de kijker en door het gesprek met mij geef ik hem ook iets mee.” Even later zien we weer de man met de oordopjes, die het rondje Gaasperplas kennelijk in andere richting loopt. Kunnen we hem alsnog de vraag stellen: Waarom muziek, en welke muziek? Hij laat het horen, het is stevige rockmuziek. Hij doet de dopjes alleen ’s morgens in, “om het denken weg te stoppen”. Maar de geluiden van de omgeving en zijn hond Billie hoort hij er gewoon doorheen. “Het geeft me rust in de ochtend.”
Levensverhaal Van het een komt het ander: de komende 25 minuten vertelt de man zijn levensverhaal, in één ruk door. Te beginnen bij de aanschaf van de cockerspaniël, om zijn al te opdringerige hoogbejaarde ouders te ontlopen, via de depressiviteit en dood van zijn levenspartner tot aan zijn eigen ziekte, aids, waarmee hij al sinds begin jaren negentig rondloopt. “Ik ben in principe al dood geweest. Ik heb op de afgrond van 18 T-cellen geleefd. Maar ik ben er nog. Dat is een kwestie van een positieve levensinstelling.” Als er een camera bij had gestaan, had Hella de volgende aflevering van De Wandeling al klaar. Mensen willen graag praten, concluderen we, ook met wildvreemde mensen, zomaar op straat. “Ik vind dat niet zo vreemd”, zegt ze. “Mensen bevragen elkaar niet zo vaak. Ik schrik af en toe als ik merk hoe weinig we dat nog doen. Geen tijd? Ik heb dadelijk ook een afspraak en kom waarschijnlijk te laat. We hadden het ook kunnen afraffelen, maar dit was belangrijk: deze man wilde zijn verhaal vertellen.” We zijn rond, terug bij het begin. Tijd voor koffie is er niet meer. Vlak boven ons hoofd krijsen de meeuwen. ■
column
marjoleine de vos
Extreem eenzaam Je hebt seizoenseten en seizoensmode. Zulke mode en zulk eten verdwijnen weer als het seizoen voorbij is. Niemand heeft het in april meer over erwtensoep. Evenmin als over eenzame bejaarden. Zo rond de kerst hoor je allerlei opgewekte stemmen op de radio die vertellen wat voor geweldige dingen ze doen voor eenzame en zelfs voor ‘extreem eenzame’ bejaarden. De extreem eenzamen zijn degenen die niet meer dan één sociaal contact in de vier weken hebben. Dat klinkt inderdaad wel heel erg stilletjes. Als een plant die wacht op verdorring. Maar eenmaal per jaar worden er diners voor zulke mensen georganiseerd. Dat is buitengewoon aardig. Niets ten nadele dus van degenen die zulke diners organiseren, integendeel. Eerder ten nadele van de wereld zoals die is de rest van het jaar. Als kind zag ik ooit op de televisie hoe in een oorlog soldaten in de kerstnacht uit hun stellingen kwamen en met de vijand proostten en liederen zongen. Waarom dat dan niet op andere dagen ook kon, was mij volkomen onbegrijpelijk. Wist ik veel dat soldaten gewoon hun werk doen, ik dacht nog dat soldaten écht ruzie hadden. Eén keer peer jaar niet schieten kan, alle dagen nietschieten is onmogelijk. Op een bepaalde manier zal het ook wel zo zitten met diners voor eenzame bejaarden. Die kunnen alleen maar plaatsvinden omdat het om een speciale gelegenheid gaat, één keer per jaar. En nu is het geen Kerstmis meer, maar gewoon nuchter januari, en onze mooie warme kaarslicht-achtige gevoelens zijn weer opgeborgen en niemand weet meer de animo op te wekken in zichzelf om een diner te organiseren voor extreem eenzamen. En dus leven ze de hele rest van het jaar stilletjes tussen de meubelen, alleen maar leven, ademhalen, kopje thee. Verder niets. Iets van dat kinderlijke onbegrip voor het slechts eenmalig doorbreken van een ongewenste toestand zou toch wel weer terug mogen keren, al begrijp je met het ouder worden best dat uitzonderingen geen regel kunnen worden. Je begrijpt anderzijds ook steeds beter dat het kan gebeuren, vereenzamen. Je kunt je steeds beter voorstellen dat je het zelf bent of zou zijn, die wat dovige persoon die eenzelvig rondschuifelt, wat uit het raam kijkt, wacht tot er weer een dag voorbij is. Niemand meer om een briefje aan te richten.
6 januari 2012 | VolZin 11
387826.indd 5
2-1-2012 13:39:19