VolZin
NUMMER 23 | € 4,30 25 NOVEMBER 2011 | JAARGANG 10 | WWW.VOLZIN.NU
tijdschrift voor zinvol leven
Theodore Dalrymple
‘Verwende mensen zijn wreed’ Kris & Tijn Touber
Stadsverlichting geeft je kippenvel
Arie Boomsma
‘Ik ben overal een einzelgänger’ Crisis of kans
De spirituele kant van Occupy
VOL023_01_cover_3.indd 1
17-11-11 09:53
INTERVIEW
Arie Boomsma schrijft boek over relihunk en glamourevangelist
‘Doorgaan! Meer! Groter! Beter! Die drang heb ik’ Programmamaker en fotomodel Arie Boomsma blijkt ook een goede schrijver. De hoofdpersoon van zijn romandebuut, evangelist Barnabas Holee, vertoont de nodige overeenkomsten met zijn bedenker. Holee betaalt een hoge prijs voor zijn zucht naar roem. Vergaat het Boomsma beter? “Barnabas Holee is een soort karikatuur van mezelf. Het boek is een vorm van zelfonderzoek.”
“De kern is voor mij dat roem en aandacht niet het doel van mijn doen en laten moeten zijn, maar het gevolg. Ik vraag me bij alles wat ik doe, voortdurend af: zou ik dit nu doen om aandacht te krijgen of omdat ik echt iets teweeg kan brengen in de samenleving? Ik vind het fijn als mensen me niet in één hok kunnen plaatsen, maar wat ik doe moet wel altijd kloppen, in overeenstemming zijn met mijn gevoel en de dingen die ik in het leven belangrijk vind.”
Door Jan van hooydonk foto’s hollandse hoogte
Heerlijk voelde hij zich. Overal waar je komt het middelpunt zijn. Net als Jezus. Het was een zinvol streven en omdat Jezus die dag verder weinig aandacht kreeg, besloot Barnabas na de shoot Zijn liefde te delen met Eva en Ruth. Een evangelisch hoogtepunt van een toch al creatieve dag. Barnabas Holee, ‘Nederlands eerste evangelist met een artiestennaam’, is de hoofdpersoon van het romandebuut van Arie Boomsma, Relishow. De veelbesproken auteur, bekend van radio en tv en eind vorige maand nog uitgeroepen tot ‘positiefste Nederlander’, kon voor zijn even hilarische als wrange boek rijkelijk stof uit zijn eigen leven putten. Wel heeft hij, zoals het een literator past, het nodige daaruit “lekker uitvergroot en aangedikt en zit er een fikse portie uit-deduim-gezogen in”. De hoofdpersoon uit Relishow, de 34-jarige glamourevangelist en relihunk Barnabas Holee, verkondigt niet zozeer het geloof als wel zichzelf. Hij lijdt onmiskenbaar aan een messiascomplex. “Daar lijd ik persoonlijk niet aan”, zegt Boomsma. “Een echte vriend zou Barnabas niet van me zijn. Maar in zijn kinderlijke naïviteit vind ik hem wel sympathiek. Hij is een soort karikatuur van mezelf. Ook ik ken de behoefte om ertoe te doen en kan daar best ver in gaan. In die zin is mijn boek niet alleen een onderzoek naar de celebritycultuur in het algemeen maar ook een vorm van zelfonderzoek.” Je hoofdpersoon gaat uiteindelijk ten onder aan zijn hang naar bewondering. Hoe ga jijzelf als Bekende Nederlander om met de celebritycultuur?
En dus baarde je twee jaar terug opzien door schaars gekleed te poseren in een homoglossy. “Dat was voor mij heel erg in evenwicht. Toen ik nog in Amerika studeerde, op een college in Indiana, in de Midwest – een heel Republikeins en conservatief gebied – had ik een vriend die seropositief was. Men keek naar hem alsof ie afval was. Met een groepje vrienden hebben we toen een debat over homoseksualiteit georganiseerd. Ik schaam me als christen al heel lang voor mensen die in de naam van dezelfde God in wie ook ik geloof, hel en verdoemenis over homoseksualiteit preken. Vanaf de tijd dat ik werk in de media, heb ik gezocht naar een manier om dit aan de orde te stellen. Ik probeerde er bij de EO bepaalde programma’s door te krijgen. Niet gelukt. Toen ik werd gevraagd om in L’Homo te poseren ben ik meteen akkoord gegaan. Op één voorwaarde: dat er bij de foto’s een tekst geplaatst zou worden waarin ik kon uitleggen waarom ik aan die fotoshoot meewerkte. Dat ik geloof dat God van alle mensen houdt en dus ook van homo’s. Homoseksualiteit is echt een thema van onze tijd, een splijtzwam. Het leent zich heel goed om er een mooi programma over te maken. Bij de KRO maak ik het programma Uit de Kast, waarin jonge homo’s hun coming-out beleven. Als je je een paar keer over homoseksualiteit geuit hebt, stromen de aanvragen daarna binnen. Je bent dan ineens ‘die homovoorvechter’ geworden of zelfs ‘die homo’. Dan kun je ervoor kiezen om het thema links te laten liggen om te voorkomen dat mensen dat van je roepen. Maar waarom zou ik? Ik wilde er toch juist aan bijdragen dat ‘homo’ geen scheldwoord meer zou zij? Dus laat ze maar roepen dat ik homo ben, ik vind het niet erg. Soms wel vermoeiend, maar niet erg.”
8 VolZin | 25 november 2011
344140.indd 2
21-11-2011 13:33:54
‘Ik wil dat in alles wat ik doe de liefde centraal staat, dat is mijn vertaling van het geloof’
25 november 2011 | VolZin 9
344140.indd 3
21-11-2011 13:34:03
Heb je wel eens iets gedaan voor de roem waarvan je later spijt had? “In het begin van mijn carrière wel. Als beginneling doe je alles om maar op tv te komen. Nu ben ik in de positie dat ik kan kiezen tussen waar ik wel en waar ik niet op inga. Nadat ik in L’Homo had gestaan, kreeg ik veel verzoeken voor herenondergoed. Met sommige reclamecampagnes waren forse bedragen gemoeid. Ik heb wel eens in dubio gestaan, maar ben er toch niet op ingegaan. Ik wil alleen campagnes doen voor merken die bij me passen. Nu ben ik in Hilversum in de bevoorrechte positie dat ik veel zelf kan creëren, ik mag mijn eigen thema’s kiezen. Maar natuurlijk denk ik wel eens na over de dag dat dat niet meer zo zou zijn. Veel schrik voor de toekomst heb ik nu nog niet. Voorzover ik die al heb, gebruik ik hem als motivatie voor mijn werk. Ik wil de onrust wakker houden, in beweging blijven. Geen genoegen nemen met de situatie, mezelf steeds weer poneren om te zeggen: ik ben er. Doorgaan! Meer! Groter! Beter! Die drang heb ik zeker in me.” Een journalist had hem ( = Barnabas Holee, JvH) eens gevraagd of de tegenstrijdigheid tussen het christendom en zijn uiterlijk de reden was dat hij zo vaak op tv werd uitgenodigd. Dat uiterlijk diende gekoesterd te worden. Bij de geringste onzekerheid over zijn kleur, een tegenslag in aantocht, trok hij daarom richting de zonnebank.” Dit citaat is ook op jezelf van toepassing? “In het begin van mijn carrière heeft dat zeker gespeeld: het feit dat ik een domineeszoon ben die er ook nog eens commercieel aantrekkelijk uitziet, kwam in bijna elk interview ter sprake.
Glamour, mode, media, christendom: mensen zien ze vaak als verschillende werelden. Ik verkeer in al die werelden, ben overal een einzelgänger: een christen in de modewereld, een fotomodel in de christelijke wereld. Ik ben steeds net anders omdat ál die werelden bij mij horen. Voor mezelf is het helemaal niet vreemd om me in alle werelden tegelijk te bewegen. Ik maak geen scheiding daarin. Voor mij is er maar één wereld. Ik mag daar in mijn uitingen graag mee spelen. Dat heeft soms het effect van een fragmentatiebom zoals je zag bij de fotoreportage in L’Homo.” Jij wilt geest en lichaam verenigen. Daar hebben sommige christenen het moeilijk mee. “Klopt. Men houdt niet van uiterlijk vertoon en associeert zorgen voor je lichaam met ijdeltuiterij. Ik ontken niet dat ik ijdele trekken heb. Anders werk je niet voor televisie. Maar verder is ook dit weer een kwestie van doel en gevolg. Ik sport heel veel. Sporten maakt mijn hoofd leeg, bezorgt me nieuwe ideeën en geeft me uithoudingsvermogen. Het gevolg is dat mijn lichaam er goed getraind uitziet. Vind ik ook fijn, maar het is niet mijn doel.” Je zet je lichaam ook in voor je geloof. Op je onderarm staat met grote letters Veritas getatoeëerd. “Ik vind het mooi dat ik dat woord altijd met me meedraag. Veritas is Latijn voor waarheid – de waarheid die ik mijn werk constant wil blijven zoeken – maar is voor mij ook heel erg waarachtigheid. Dat is een belangrijke toetssteen: De dingen die ik doe, moeten kloppen met de rest van mijn leven. Ik wil authentiek zijn. Op het moment dat ik van de ene scene overstap in de andere en ik zou me daar plotseling anders gedragen, ben ik niet meer waarachtig.”
Domineeszoon Arie Ate Boomsma (Marken, 1974), hier op een jeugdfoto, beleefde een kortstondige carrière als basketballer in de VS, waar hij ook psychologie en communicatie studeerde. Vanaf 2005 werkte hij als programmamaker voor de Evangelische Omroep. In 2009 werd hij drie maanden geschorst vanwege zijn medewerking als fotomodel aan de homoglossy L’Homo. In hetzelfde jaar kwam het tot een breuk met de EO, nadat de omroep besloot om het door Boomsma’ geplande religieus-satirische programma ‘Liep een man over het water’ niet uit te zenden. Sindsdien werkt Boomsma voor de KRO (o.a. ‘Uit de kast’, ‘Debat op 2’). Afgelopen maand debuteerde Boomsma met de roman Relishow (Prometheus, 239 blz., € 17,95). Arie Boomsma woont in Amsterdam. Vorig jaar kwam een einde aan de langdurige relatie met zijn vriendin.
10 VolZin | 25 november 2011
344140.indd 4
21-11-2011 13:34:08
‘Ik ben ervan overtuigd dat de ultieme troost, het eeuwig leven, voor alle mensen is weggelegd. God is liefde, Hij zal niemand buitensluiten. Hoe groot je lijden ook is, hoe ernstig je zonde… God is er voor je.’ ‘Hoor eens even,’ onderbrak Wisse hem opnieuw. ‘Dus ook voor niet-gelovigen?’ ‘Absoluut. Voor iedereen. God sluit niemand buiten. Je kunt hem vergelijken met de ANWB. Iedereen heeft recht op service.’ ‘Maar van de ANWB moet je wel lid zijn.’ ‘Het abonnement op God is gratis. Als een eeuwigdurende lezersactie.’ Wat betekent het christelijk geloof voor jou? “Het geloof is voor mij op de eerste plaats een zinvolle structuur om in te leven. God staat aan het begin van alles en kiest uit liefde voor de mens. Wanneer ik dat durf te erkennen, brengt dat met zich mee dat ook ik, zijn schepsel, voor de mens moet kiezen. Voor mij is de kern van het christendom: hoe ik me verhoud tot anderen in de samenleving. Ik zie het als een opdracht om zo te leven dat anderen kunnen zeggen ‘wat mooi, wat goed’. Het eeuwig leven en allerlei andere dingen in het geloof vind ik eerlijk gezegd zo abstract dat zij voor mij geen motivatie vormen om te geloven. Maar wel zijn geloof en hoop voor mij heel nauw met elkaar verbonden. Ik kan echt zwelgen in verdriet en teleurstelling, maar uiteindelijk kom ik altijd weer boven. Optimisme zal wel een karaktereigenschap van me zijn, maar hangt zeker ook heel sterk samen met mijn geloof. Geloof maakt dat ik altijd weer vertrouwen in het leven heb.” Hoe heeft je geloof zich ontwikkeld? “Ik ben steeds meer op zoek naar de kern van het christendom. Ik kan die niet vinden in een keiharde letterlijke bijbelinterpretatie. Daar vind ik de Bijbel als boek trouwens ook te intelligent voor. Maar ik ben ook niet voor een alleen maar symbolische uitleg. Soms hoor je mensen zeggen: ‘Jezus heeft natuurlijk niet echt de dood overwonnen. Hij leefde zo mooi dat wij het vandaag nog over hem hebben en daarom leeft hij ook nu nog.’ Daar ben ik het niet mee eens. Als een dominee zo de Opstanding uitlegt, hoeft dat voor mij niet. De laatste tijd denk ik, wanneer ik de Bijbel lees, veel na over de wonderen die Jezus deed. Zijn genezingen en opwekkingen bijvoorbeeld. Ik heb er geen moeite mee om te erkennen dat Jezus Lazarus werkelijk uit de dood heeft opgewekt. Dat is voor mij geloof: erkennen dat God zulke dingen kán doen als Hij dat wil. Wat weer niet wil zeggen dat Hij ze ook doet als wij daarom vragen. God is geen poppenspeler die
‘God en Jezus zijn voor mij waarheid. Maar de dingen er omheen, daar ben ik helemaal niet uit’ emoties en gebeurtenissen rondstrooit. Hij heeft aan de mensen vrijheid gegeven.” Waarom is het volgens jou belangrijk om in Gods wonderen te geloven? “Vind ik het verhaal over de wonderbare broodvermenigvuldiging prachtig omdat ik dat als kind al prachtig vond? Heb ik mijn kinderlijke naïviteit vastgehouden en geloof ik daarom in dit wonder? Of moet ik nu als volwassen denkend mensen erkennen dat God inderdaad wonderen doet? Ik ben vrij overmoedig. Ik heb altijd weer de neiging om te denken dat ik alles kan. Maar wanneer ik erken dat God zoveel groter is dan ikzelf – dat Hij dus werkelijk boven mij uitgaat – plaats ik mezelf automatisch in een nederige positie. Dat vind ik een heel zinvolle gedachte. Dingen kunnen goed gaan, ik kan successen beleven, mooie dingen teweeg brengen in de samenleving, maar het draait uiteindelijk niet om mij. Er is Iemand die groter is dan ik.” Hoe komt je geloof tot uiting in je werk? “Ik heb de bijna calvinistische aandrang dat mijn werk er voor andere mensen toe doet. Niets geeft me meer voldoening dan dat ik zie dat wat ik doe, anderen in beweging zet. Dat vind ik zó mooi! Ik wil dat in de dingen die ik doe, de liefde centraal staat. Begrip, dialoog, tolerantie, mensen bij elkaar brengen. Een ongelovig iemand zou dat ook kunnen doen, maar voor mij is dit een heel wezenlijke vertaling van mijn geloof. Ik wil een verbindende factor zijn en wil verder niet oordelen. Het is nooit mijn streven om mensen te bekeren.” Waarom eigenlijk niet? “Ik kan in mijn leven niet verder gaan dan getuigenis geven van wat mij bezielt. Misschien dat anderen dan tot de conclusie gekomen: ‘dat geloof ik ook’. Misschien! Ze moeten het niet om mij doen. Want ik kan dat niet waarmaken. Mensen zullen ook in mij teleurgesteld raken. Ik ben nu 37, jong volgens sommigen, oud volgens anderen. God en Jezus zijn voor mij waarheid, absoluut. Maar de dingen er omheen, daar ben ik helemaal niet uit. Hoe zit dat? Wat wordt er van mij verwacht? Allemaal vragen waar ik nog geen antwoord op heb. Ik sta nog aan het begin, ben in beweging, ga nog ergens naar toe. Antwoorden zijn te vaak stilstand.” ■
25 november 2011 | VolZin 11
344140.indd 5
21-11-2011 13:34:09