spiritualiteit en wetenschap deel 2

Page 1

spiritualiteit en wetenschap II

Levensvragen bijven achterwege door marktdenken op universiteiten

‘De wetenschap moet het universum onderzoeken’ ‘Spiritualiteit’ en ‘exact’ horen bij elkaar, meent wetenschapper Coen Vermeeren. Hij wil weten hoe het universum in elkaar steekt. “We weten niet wie we zijn en wat we hier doen. Maar wetenschappers stellen die vraag niet meer.” Deel II van een tweeluik.

de christelijke natuurkundige Cees Dekker, eveneens verbonden aan de TU Delft, zou daarvan het slachtoffer zijn geworden. Dekker introduceerde in 2005 de uit de VS overgewaaide intelligent design-theorie, die suggereert dat er sporen van ontwerp zijn aan te treffen in de natuur. Volgens sommigen, zoals de Delftse astronoom Dap Hartmann, had en heeft dat niks met wetenschap te maken.

Door jurgen tiekstra illustratie Sander ten Napel

Oogkleppen ‘Wil de laatste de Verlichting uitdoen?’ Zo luidde de slotzin van het opinieartikel waarmee de Utrechtse hoogleraar Klaas van Egmond kortgeleden in de bres sprong voor Coen Vermeeren. Vermeeren, een Delftse wetenschapper, riep eerder dit jaar de hoon over zich af toen hij openlijk zijn geloof beleed in zowel het bestaan van ufo’s als de veronderstelde bestuurders van die unidentified flying objects: buitenaardse wezens. Dat velen in de academische wereld hun wenkbrauwen zouden fronsen bij het horen van de beweringen van Coen Vermeeren viel te voorspellen. De steun die de oud-docent Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek van de TU Delft wel degelijk ook kreeg was daarom des te opvallender. Zowel Klaas van Egmond als godsdienstfilosoof Taede Smedes van de Radboud Universiteit namen het voor hem op en poneerden en passant de stelling dat de exacte wetenschap aan ernstige tunnelvisie lijdt. Zij beweren dat de wetenschap door de jaren heen steeds ‘positivistischer’ geworden is: alleen dat wat meetbaar en zintuiglijk controleerbaar is, bestaat daadwerkelijk. Die houding leidt tot een materialistisch wereldbeeld, dat van spiritualiteit gespeend is. Metafyisch getinte ideeën worden bij voorbaat van tafel geveegd. Niet alleen Coen Vermeeren, maar ook

‘Ik zie een terugval: geloven in de schepping én werken aan een universiteit heet nu onfatsoenlijk’

Volgens Van Egmond zijn de academische oogkleppen ooit opgezet als een reactie op de negentiendeeeuwse Romantiek. In zijn boek Een vorm van beschaving, waarvan vorig jaar een geheel herziene druk verscheen, schrijft hij dat sindsdien de waarnemingen in de wetenschap opnieuw beperkt werden tot de ‘eerste vijf zintuigen’. Voor een hoogleraar die gelooft in parapsychische fenomenen en daarnaast onderzoek gedaan heeft naar het ontstaan van graancirkels is dat een erg beperkte opvatting van wat binnen de wetenschap mogelijk is. Maar is het ook zo erg dat je kunt zeggen dat de Nederlandse academische wereld aan stemmingswisselingen lijdt? Godsdienstwetenschapper Taede Smedes denkt van wel. Hij benadrukt dat in de twintigste en eenentwintigste eeuw een paar opmerkelijke verschuivingen hebben plaatsgevonden. “Je kunt zeggen dat de positivistische houding ontstaan is rond 1900, en dat dat ontstaan ongelooflijk bepalend is geweest”, stelt hij. “Maar uiteindelijk is die houding grotendeels losgelaten. Je ziet dat rond 1950. Dan wordt de wetenschapsfilosofie van Karl Popper heel prominent. Popper steekt heel sterk in op de falsificatie (elke wetenschappelijke theorie moet een hypothese blijven en eventueel weerlegd kunnen worden, red.). Wetenschapsfilosofisch was dat een hele sterke breuk. Daarna zie je mensen als Paul Feyerabend (een Oostenrijkse wetenschapsfilosoof, red.) opkomen. Feyerabend had een anarchistisch beeld: dé wetenschappelijke methode bestaat niet, maar elke wetenschappelijke discipline en subdiscipline heeft zijn eigen methode. Daardoor krijg je een soort anything goes: alles is wetenschap. Feyerabend deed zelfs uitspraken als: ook astrologie kan in zekere zin we-

14 VolZin | 11 mei 2012

412131.indd 2

7-5-2012 11:14:46


Hoogleraar Klaas van Egmond: wetenschappers beperken zich tot de eerste vijf zintuigen - te weinig om de hele werkelijkheid waar te nemen.

tenschap heten. Dat was iets wat bij veel wetenschappers in het verkeerde keelgat is geschoten. Maar die discussie woedt nog altijd.”

Positivisme Opvallend is dat Smedes “heel sterk de indruk” heeft dat de exacte wetenschap in Nederland “weer heel sterk richting het positivisme gaat”. Die wending plaatst hij, met een slag om de arm, op de tijdslijn rond het moment dat Cees Dekker met de intelligent design-theorie naar voren stapte. Dat is het jaar 2005. Smedes spreekt van een “ruk terug naar een sterk positivistische wetenschapsopvatting”. “Al sinds mijn studententijd probeer ik die discussie tussen geloof

en wetenschap te volgen. En ik merkte dat voor die tijd heel veel wetenschappers zeiden: het interesseert ons niks of wetenschappers wel of niet gelovig zijn. Dat moeten ze zelf weten. Maar je merkt dat dat verandert sinds de discussie rond Cees Dekker. Er zijn heel veel stemmen - Dap Hartmann is er één van – die zeggen dat we het onfatsoenlijk moeten vinden als iemand creationist is (en dus gelooft dat de aarde geschapen is, red.), maar ook aan de universiteit werkt. Op het moment dat dat boven tafel komt, moet zo iemand ontslagen worden. Die opvatting zag je voor 2005 niet zo gek veel.” De exacte wetenschap heeft sindsdien aan stelligheid gewonnen, zegt Smedes. “Ik denk dat het boek

11 mei 2012 | VolZin 15

412131.indd 3

7-5-2012 11:14:57


Wij zijn ons brein van Dick Swaab voor die tijd nooit zo’n bestseller zou zijn geworden, omdat het niet zo’n impact zou hebben. Al sinds de jaren zestig zeggen mensen op basis van de hersenwetenschap dat we geen vrije wil hebben. Daar lag niemand wakker van. Maar ineens is dat een hot topic. Natuurlijk omdat de ontwikkelingen in de hersenwetenschap zo snel gaan, maar ook door de stelligheid waarmee Dick Swaab dit verkondigt. En het is een wetenschapper die het zegt, dus moet het wel waar zijn. Dat is een heel positivistische instelling. Je merkt dat de maatschappij steeds positivistischer aan het denken is.” De Delftse astronoom Dap Hartmann heeft een diametraal tegenovergestelde beleving van de werkelijkheid. Hij wijst erop dat hersenwetenschapper Dick Swaab veel kritiek kreeg op de luidruchtigheid waarmee hij zijn kijk op de menselijke vrije wil naar voren bracht. Nee, de trend gaat eerder andersom. “Ik heb juist de indruk dat er steeds meer water bij de wijn van de harde wetenschap wordt gedaan om het voor een groter publiek aantrekkelijker te maken”, zegt Hartmann. Hij verwijst naar het boek Eindeloos bewustzijn uit 2007 van cardioloog Pim van Lommel, die onderzoek deed naar bijnadoodervaringen. Van Lommel beweert dat talloze mensen tijdens een hartstilstand geestelijke ervaringen hebben gehad, terwijl ze geen hersenactiviteit vertoonden. “Veel te vaag”, noemt Hartmann dat onderzoek. In zijn ogen wordt harde wetenschap dikwijls aangelengd met een beetje spiritualiteit om er de markt mee op te kunnen. “Harde wetenschap is moeilijk en wordt vaak als saai gezien. Dus als je er nou een scheutje mystiek overheen doet… Maar goed, dat was in jaren zeventig ook zo. Kijk maar naar een boek als The Dancing Wu Li Masters, waarin de kwantummechanica werd gekoppeld aan Oosterse wijsbegeerte.”

Volgens Van de Beukel is de intelligent design-theorie door “overpositivistische heren” neergesabeld. “Terwijl het in mijn ogen een serieuze wetenschappelijke propositie is, die het verdient om onderzocht te worden.” Datzelfde kan hij overigens niet zeggen over het bestaan van ufo’s. “Alles wat ik over ufo’s gelezen heb, lijkt mij onzin. Wil dat ooit serieuzer genomen worden, dan zullen er toch steviger bewijzen op tafel moeten komen.” Maar de strijd tussen spiritualiteit en de positivistische wetenschap is van alle tijden, zegt hij. Zelf ging hij met name in gevecht met de Britse evolutiebioloog Richard Dawkins, schrijver van een boek als God als misvatting. “Kijk, zo iemand als Dawkins is al tientallen jaren bezig. En zo’n Dick Swaab is een nieuwe loot aan diezelfde stam. Zo lang ik mij hiermee bemoei, al zo’n vijftig jaar, zie ik voortdurend dat dit soort boeken verschijnt. Tenzij Smedes op goede gronden beweert dat het is toegenomen de laatste jaren - wat mij zou verbazen, want veel erger kon het niet - zie ik die ontwikkeling zelf niet.” Opmerkelijk is dat Nederlandse wetenschappers, zo zegt Van den Beukel, zich vaak helemaal niet met deze discussie bemoeien. “Aan de TU Delft heb je overwegend techneuten, die zich niet met deze filosofische bespiegelingen bezighouden. Zelf werd ik juist geprikkeld vanuit de literatuur die ik las, zoals die boeken van Richard Dawkins. Maar je had in die tijd ook een beroemd boek van de natuurkundige Stephen Hawking, A brief history of time. Dat boek gaat over hoever we zijn met de ‘theorie van alles’. Alleen die term al. Hawking schreef: over tien jaar zouden we alles wel weten. De laatste zin van het boek luidt: ‘want dan kennen wij de geest van God’.

Arrogante aap Misschien is het goed om een second opinion te vragen aan Arie van den Beukel, de christelijke emeritus hoogleraar natuurkunde die jarenlang verbonden was aan opnieuw de TU Delft. Vanaf begin jaren negentig viel hij op met boeken waarin hij collegawetenschappers van arrogantie betichtte, omdat ze uitspraken deden die buiten hun bereik liggen. Zoals over het bestaan van God, maar ook over het wezen van de mens.

‘De trend is andersom: harde wetenschap wordt met spiritualiteit aangelengd uit marktoverwegingen’

16 VolZin | 11 mei 2012

412131.indd 4

7-5-2012 11:15:02


Dat was voor mij de prikkel om te zeggen: wat een arrogante aap, daar zullen we eens tegen in gaan.”

Economisch denken Ook Coen Vermeeren, de man die zijn geloof in ufo’s en buitenaards leven zonder schaamte verkondigt, benadrukt dat de discussie tussen spiritualiteit en de positivistische wetenschap aan de TU Delft nauwelijks gevoerd wordt. “Nou kijk, ik zit hier tussen ingenieurs. Ik ben zelf luchtruimtevaartingenieur, ik ben een vliegtuigbouwer. Wat wij doen moet werken. En natuurlijk moeten we daarom meten. Wij moeten dingen aantonen en bewijzen met experiment. Dit is een wereld van no-nonsense.” De vraag of de wetenschappers in zijn vakgebied te positivistisch zijn geworden vindt hij dus niet relevant. Nee, het pijnpunt zit elders: het werkelijke gevaar zit in het dominante economische denken. De afwijkende ideeën van zowel zijn collega Cees Dekker als van hemzelf komen daardoor onder druk te staan. “Er is absoluut overlap tussen ons als het erom gaat dat we hier op een technische universiteit zitten die onder de toenemende druk vanuit het bedrijfsleven en de overheid alleen maar efficiënt bezig wil zijn. Een universiteit moet vragen stellen over hoe de wereld en het universum in elkaar zitten. Maar de druk wordt nu steeds meer gelegd op het feit dat we nieuwe producten en systemen moeten bedenken om daar zo snel mogelijk geld mee te verdienen. Wij zijn op weg om steeds minder universiteit te zijn.” Coen Vermeeren is ervan overtuigd dat de Nederlandse wetenschap lijdt aan spirituele bloedarmoede. Academici moeten volgens hem eens in de spiegel kijken. “We weten niet wie we zijn en wat we hier doen. We stellen onszelf die vraag niet eens meer.” Levensbeschouwing en wetenschap moeten opnieuw van tweeën één worden, zegt hij. “In de Verlichting hebben we gezegd: alles wat met ‘God’ te maken heeft, is voor de kerk. En alles wat exact is, noemen we voortaan wetenschap. Maar nu klinkt er een oproep om ze weer bij elkaar te brengen. Wie daar echter een protagonist van is, wordt neergesabeld met het idee: jij bent een ketter en moet op de brandstapel. Dat is de link met Cees Dekker. Als je heel goed kijkt naar de ontwikkelingen in de wetenschap, maar ook hoe we met de planeet en met elkaar omgaan, dan is spiritualiteit een van de allereerste onderwerpen waarover je het met elkaar moet hebben. Belangrijk is dat onze economie een ziel mist. Dat betekent dat je dingen doet die buitengewoon schadelijk zijn. Dan heb ik het over vervuiling door fossiele brandstoffen en kernenergie, het bancaire en monetaire systeem dat enkelen verrijkt ten koste van de overige miljarden, het voeren van schandalige

‘Veel academici staan open voor levensbeschouwing maar zijn bang om hun baan te verliezen’ oorlogen om ten koste van anderen veel geld te verdienen.” Vermeeren noemt de energieproblematiek overigens met name. Want als de buitenaardse wezens bestaan, dan moeten zij beschikken over geavanceerde manieren van voortbewegen en bij ons onbekende vormen van brandstof. “Nou, tel uit je winst. Want het gaat in de wereld alleen maar over aardolie, gas, kolen en nucleaire energie. Dan weet je precies waar de basis ligt van al die weerstand. Je kunt uitrekenen dat een aantal mensen op deze planeet out of business zal zijn. En die vinden dat niet leuk.” Hij bezweert dat hij van veel wetenschappers bijval gekregen heeft als het gaat om zijn ideeën over buitenaards leven. Maar er heerst angst. “Mensen in de academische wereld zijn bang voor hun baan, bang voor hun hypotheek. Ze zitten inmiddels met heel veel werk, want het aantal studenten is toegenomen, maar het aantal stafleden niet. Bovendien zijn de eisen aan docenten en hoogleraren hoger geworden, net als in het management. Zij hebben geen energie om tijd te steken in ufo’s. De wetenschap is absoluut geen gesloten bolwerk. Het is een diffuus bolwerk, waarin mensen mogen doen en laten wat ze willen, maar waar ook de angst heerst om te praten over wat er werkelijk toe doet.”

Hele werkelijkheid Voorlopig blijven de meningen in de academische wereld ernstig verdeeld. Wel staat vast dat de inmiddels 79-jarige Arie van den Beukel er heilig van overtuigd blijft dat exacte wetenschappers afgeremd moeten worden als ze denken dat ze de hele werkelijkheid in hun broekzak hebben zitten. Want hoogmoed in de wetenschap is gevaarlijk. “Ik moet zeggen dat ik erg veel bijval kreeg in de tijd dat ik die boeken schreef, juist uit de kringen van de wetenschap. Mensen zeiden: goed dat je dat hebt gedaan, want het werd tijd dat iemand zijn stem daar eens tegen verhief. Van dat boek van Stephen Hawking zijn over de hele wereld vijf miljoen exemplaren verkocht. Voor Jan in de straat is de wetenschap iets enorm verhevens. De topfiguren in de wetenschap hebben een enorm prestige. Dus wat voor kwaad zo’n boek van hem aanricht, is met geen pen te beschrijven.” ■ Voor deel I van dit tweeluik zie: VolZin, 13 april of www.issuu.com/volzin/docs (Ufo-gekkies).

11 mei 2012 | VolZin 17

412131.indd 5

7-5-2012 11:15:06


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.