Jaap Smit, CNV-topman spreekt

Page 1

“Gouden tijden voor voedselbank” Nieuwe CNV-voorzitter Jaap Smit mist solidariteit bij kabinet Het is niet terecht dat de een niets van de bezuinigen zal voelen en de ander wel. De nieuwe voorzitter van het CNV, Jaap Smit, klimt op de barricaden tegen het kabinetsbeleid. “Het is niet slecht je huis eens goed te laten doortochten, alle ramen en deuren open te zetten en per kamer te bekijken wat er allemaal staat en wat er weg kan, maar nu wordt er alleen gekeken in kamers waar al heel weinig in staat.” Waarom dat gebeurt? “We zijn een beetje vergeten om samen te leven.” TEKST: CEES VELTMAN FOTO’S: CHRISTIAAN KROUWELS

Jaap Smit komt met zijn lunch op een plateau zijn kamer binnen op het CNV-hoofdkantoor in UtrechtOvervecht. Een paar bolletjes, een eitje. Een huiselijk tafereel, maar het vervolg is minder huiselijk. De nieuwe voorzitter van het Christelijk Nationaal Vakverbond (fulltime) en predikant (nog af en toe) zegt met scherp te willen schieten waar mensen door het kabinetsbeleid in het gedrang komen. “Ik kan heel boos worden.” Smit is kritisch op de koers van het CDA. Hij zal moeten onderhandelen met twee VVD-bewindslieden op Sociale zaken en Werkgelegenheid: minister Henk Kamp – niet bekend staand als polderaar – en Paul de Krom voor wie het dossier als staatssecretaris nieuw is. Het regeerakkoord stelt het poldermodel op de proef. Veel ambtenaren worden ontslagen of gaan op de nullijn, de bijstandsuitkeringen worden verlaagd, de wajong-regeling voor gehandicapte jongeren die geen werk kunnen vinden wordt uitgekleed evenals de arbeidsvoorziening voor mensen met een handicap (WSW), het aantal werklozen groeit met ruim honderdduizend. Werk aan de winkel voor de vakbonden. Maar Jaap Smit wil niet in het wilde weg op de kabinetsplannen schieten: “Ik schiet liever met scherp op de plekken waar de pijn zit.” De aantasting van de positie van mensen die zich het minst kunnen redden is geen demonstratie waard? “Ze zijn beslist een demonstratie waard, maar ik word een beetje flauw van de vraag: wanneer gaan jullie nou de straat op? Alsof het enige dat een vakbond kan doen is: de straat op gaan en boe roepen. We zitten aan de onderhandelingstafel. Daar zullen rake klappen worden uitgedeeld. Als sociale partners moeten we deze verantwoordelijkheid oppakken. Het CNV is überhaupt niet zo van de straat. Het is toch het laatste wat je doet. Je kunt het hele regeerakkoord lekschieten omdat er niks van deugt, maar laten we liever kijken wat we kunnen doen voor deze mensen. Het worden gouden tijden voor de voedselbank.”

6 VolZin | 12 november 2010

Het regeerakkoord heeft “geniepige kanten”, zei uw FNV-collega Agnes Jongerius. Wat is uw oordeel? ”Het akkoord ademt een gerichtheid op de zogeheten ‘hardwerkende Nederlander’ die beloond moet worden en die niet hecht aan cultuur en ontwikkelingshulp. Het regeerakkoord zegt tegen de mensen die aan de kant staan: eigen schuld dikke bult. Daar verzet ik me tegen. Het is niet slecht je huis eens goed te laten doortochten, alle ramen en deuren open te zetten en per kamer te bekijken wat er allemaal staat en wat er weg kan, maar nu wordt er alleen gekeken in kamers waar al heel weinig in staat.” Waarom kiest het kabinet daarvoor? Zit daar minachting voor die groepen mensen achter? “Dat weet ik niet. Het is een simpele en populistische manier van naar de samenleving kijken. Het is stoere praat, ronkende taal: aanpakken, geen gedoe, het kan best een beetje minder en: we hebben de mensen verwend. Vrijheid en verantwoordelijkheid is het motto van het kabinet. Het zijn mooie woorden, maar ik mis daar het woord solidariteit bij. Niet iedereen is in staat de eigen verantwoordelijkheid zodanig op te pakken dat ze in deze tamelijk harde samenleving op eigen benen kunnen staan. We zijn een beetje vergeten om samen te leven. Daar maak ik me druk om. Het is te simpel om te zeggen: problemen moet de markt maar oplossen. De markt kent geen genade, is spijkerhard. Dat is een veramerikanisering van de samenleving, gericht op het individu die zichzelf maar moet redden. Ik zou die samenleving toch liever aan de andere kant van de oceaan willen houden. Er wordt ook stoer geroepen dat de overheid moet bezuinigen en dat op de gemeenten moet worden gekort, maar we moeten juist een beetje zuinig zijn op die overheid. Over een paar jaar komt er een grote uitstroom van met pensioen gaande ambtenaren. Het moet juist aantrekkelijk zijn om bij de overheid te werken.”


Jaap Smit: “We lopen maar te twitteren en te twetteren. De samenleving heeft instituten nodig.�

Er komen door het kabinetsbeleid naar schatting honderdtienduizend werklozen bij, terwijl het kabinet zegt dat iedereen moet werken. “Ja, dat is een merkwaardig verhaal. Daar zitten we niet op te wachten. Het regeerakkoord is vreemd links en rechts door elkaar. Het is goed dat niet getornd wordt aan het ontslagrecht en aan de duur van de werkloosheidsuitkering, maar aan de andere kant gebeurt er verder niets terwijl de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt snel gaan. Dat is een schijnbare en betrekkelijke rust. Het gaat nu om de solidariteit tussen de generaties, om de mensen die noodgedwongen kleine zelfstandigen zijn geworden of moeten leven van korte contractjes, om ouderen die moeilijk een baan vinden. Dat los je

niet op door te zeggen dat voorlopig niet wordt nagedacht over de toekomst. Ik heb laatst een wetenschappelijk rapport van het CDA in ontvangst genomen met voorstellen voor de arbeidsmarkt. Dat is nou typisch een rapport dat door dit regeerakkoord helaas in de kast komt te liggen. Het ontslagrecht wordt opgeblazen tot een centraal thema, maar de bescherming die het biedt, is betrekkelijk. We kunnen beter nadenken over de vraag waarom we dat recht en de werkloosheidswet hebben. Dat is om de werknemer te beschermen tegen de grilligheid van de werkgever of tegen plotseling verlies van baan en daarmee inkomen. Dan kun je immers over de rand kukelen, je hypotheek niet meer betalen. We kunnen beter

12 november 2010 | VolZin 7


kijken naar de waarden achter de rechten. Kunnen we de werknemer niet op een andere manier beschermen? In plaats van mensen met een uitkering thuis te laten zitten met het risico dat ze niet meer aan de bak komen, kunnen we mensen beter garanderen dat ze van werk naar werk worden begeleid. Mensen hebben recht op werk. Daar ontwikkelen we nu een model voor.”

“Het kabinet zegt tegen mensen die aan de kant staan: eigen schuld, dikke bult”

U bent CDA-lid. Vult het CDA de c op dezelfde manier in als het CNV? “Beide hebben in ieder geval met dezelfde vraag te maken: wat betekent de c? Als je dat niet meer kunt duidelijk maken, moet je je afvragen waarom je je nog christelijk noemt. Het CDA worstelt er nu zeer mee. Bij het CNV ervaar ik dat niet zo. Wij zijn trots op de c. Ik heb mezelf de opdracht gegeven dat we er een meer hedendaagse betekenis voor vinden. Geen club voor christenen, maar voor iedereen. Ons gedachtegoed is gebaseerd op het christelijk-sociale denken. Dat kan in deze tijd weer erg belangrijk worden. In de richtingloze, verplattende samenleving waar we nu in leven kunnen wij op een aansprekende manier duidelijk maken welke bakens voor ons belangrijk zijn: solidariteit en verantwoordelijkheid voor elkaar. Daar ben ik in de kerk ook voortdurend mee bezig geweest, al werd ik er wel een beetje moe van, vooral van het samen op weg-proces naar de Protestantse Kerk. Wat een gedoe zeg en wat een naar binnen gekeerdheid en geëmmer over kerkgebouwen. Het gaat er uiteindelijk om wat je voor de wereld kunt betekenen! Dat geldt voor een politieke partij net zo: we moeten ons realiseren dat we een belangrijke opdracht hebben in de samenleving. Daar moeten we de blik op richten. Mijn leermeester F. O. van Gennep beschreef al in zijn prachtige boek De terugkeer van de verloren vader exact wat er nu aan de hand is. De vaders die we hadden, de ideologieën, hebben we met pensioen gestuurd, maar nu hebben we geen grote verhalen meer en denken we

Jaap Smit (’t Harde, 1959) is de oudste zoon uit een ‘prettig gereformeerd’ gezin. Zijn vader was beroepsmilitair en zijn moeder was actief in kerk- en schoolbesturen. Hij studeerde theologie in Leiden, was godsdienstleraar, hervormd predikant en legerpredikant in Duitsland, organisatieadviseur bij o.a. KPMG en directeur van Slachtofferhulp Nederland. Op 1 juni werd hij voorzitter van het CNV (350.000 leden). Jaap Smit is getrouwd en heeft een dochter en een zoon. In zijn vrije tijd zeilt hij en speelt hij tenorsax. Hij staat zo’n tienmaal per jaar op de kansel.

8

VolZin | 12 november 2010

alleen nog in korte termijnen. Het individu is tot het middelpunt van het universum verheven, maar dan loop je het risico achter je eigen staart aan te rennen. Wat bindt ons nu nog samen? Dat is een groot probleem. Dat individualisme creëert bange mensen zoals de Europese president Van Rompuy zegt.” Welke filosoof of theoloog vindt u nu belangrijk? ”Dat is een lastige vraag, want wie zijn nu nog de grote theologen en filosofen? Vroeger had je Ter Schegget, Berkhof en Van Gennep. Nu hebben we alleen nog Erik Borgman lijkt het wel. Theologische faculteiten worden gesloten. Nadenken over het leven is echter bepaald geen ‘linkse hobby’, het is een noodzakelijkheid om de samenleving een samenleving te laten blijven. We krijgen geen tijd meer om ons te ontwikkelen. Ook het onderwijs is een totaal rationele aangelegenheid geworden. Er wordt veel geschermd met de joods-christelijke-humanistische cultuur, maar die cultuur heeft kenmerken die we nu rap aan het weggooien zijn. Daar hoort cultuur bij, kunst, verbeelding, gastvrijheid, oog voor de ander, ook voor wie op de vlucht is of hier z’n geluk komt zoeken.” Als die vervlakking een trend is, hoe valt die dan nog te keren? “Waarom zou je je hoofd laten hangen? Het is niet tegen de bierkaai op vechten, hooguit een beetje tegen de wind in fietsen. Daar kun je nog ver mee komen.” En door soms heel boos te worden, zoals u zei. “Als dat nodig is, kan ik inderdaad heel boos worden. Als voor mij belangrijke waarden in het geding zijn, zoals solidariteit met mensen die het hard nodig hebben. Of als ik besodemieterd word of als er rare spelletjes worden gespeeld. Dat kan zo gebeuren tijdens onderhandelingen. Ik hou van politiek die recht voor z’n raap is. Ik zat op de publieke tribune van de Tweede Kamer bij het debat over de regeringsverklaring. Het zat er vol. De politiek leeft weer! Kijk naar het congres van het CDA! Dat is de mooie kant van de politieke ontwikkelingen. Nu hebben politici de kans vertrouwen te winnen van de kiezers. Veel te gemakkelijk is het vertrouwen ondermijnd in gevestigde instituten als de politiek (zakkenvullerij), politie, rechterlijke macht, burgemeesters, vakbonden en kerk. We lopen dat alsmaar te twitteren en te twetteren, maar de samenleving heeft die instituten nodig.” Is een politieke carrière iets voor u? U zei dat graag te willen. “Die heb ik nu toch al? Ik weet het nog niet. Ik voel me hier als een vis in het water. Voorlopig zit ik vier jaar


hier. Ik ervaar in deze baan dat alle dingen die ik tot nu toe heb gedaan hier bij elkaar komen. Ik ben ook hier weer voorganger, theoloog en dominee, organisatiedeskundige en belangenbehartiger.” Op 4 december viert het CDA in de Utrechtse Jacobikerk zijn dertigjarig bestaan en u gaat voor in de oecumenische viering. “Ja, dat vind ik een eer en ik zal een mooie preek voor ze maken.” U lacht een beetje grimmig. “Nou, er valt wel iets te zeggen! Ik ben op het afgelopen congres geweest en ik heb tegen samenwerking met de PVV gestemd. Daar zal ik het niet over hebben, maar wel over het punt: voor welke vragen staan we nu? De grens tussen voor en tegen op dat congres was dun. Ook de voorstemmers voor samenwerking met de PVV hebben veel bedenkingen. Ik vond dat het tegengeluid ook gehoord moest worden. Het was een discussie tussen hoofd en hart. Op het feest zal ik zeggen dat we in de partij nu geen winnaars en verliezers kennen en dat we het politieke debat op een grondige manier moeten voortzetten. Ik zal de partij op 4 december herinneren aan haar wortels. Zeg, weten we nog waar het over ging?” Kan het CNV nog nuttig zijn in de discussie met PVV’ers en moslims? “Wij hebben natuurlijk ook moslimleden, die zijn van harte welkom. Ongeveer vijf procent van onze leden stemde bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen PVV. Dat zijn geen verkeerde maar ongeruste mensen die volkomen terecht hun zorgen en teleurstelling uiten. Ik ben alleen bezorgd over de oplossingen van de PVV. Als ik hier uit het raam in deze wijk kijk (de Utrechtse wijk Overvecht, red.), lijkt het me niet altijd even gemakkelijk om hier te wonen.” Wat is volgens u het thema van deze tijd? “Grenzeloosheid. Onze vrijheid slaat om in gevangenschap en chaos omdat er geen bakens meer zijn waarlangs we die vrijheid kunnen invullen. Vrijheid van meningsuiting is een hot issue, je moet alles kunnen zeggen en schrijven. Ja dat moet ook, maar je moet gewoon niet alles zeggen en schrijven. Er zitten dus grenzen aan die vrijheid. Die grens aan de vrijheid van meningsuiting moeten we niet uitvinden bij de rechter, zoals nu gebeurt met het proces tegen Wilders, maar die moeten we zelf uitvinden in het debat, de grenzen van fatsoen. Die grenzen zijn gebaseerd op verhalen die ons verteld zijn, ideologieën, dingen waar je in gelooft.” ■

COLUMN

MARJOLEINE DE VOS

Alles onthouden Dat hij, als hij mee zou doen met een lsd-experiment, zich het misschien wel weer zou herinneren, denkt de hoofdpersoon van Harry Mulisch’ roman De Aanslag als hij ondanks iemands dringende verzoek, niets uit zijn geheugen te voorschijn weet te halen. Hij weet wel zeker dat de herinnering nog ergens moet zitten. Het is alleen de kunst om hem te vinden. Dat denken wel meer mensen. Het is een aantrekkelijke gedachte in een bepaald opzicht, om te veronderstellen dat je ‘eigenlijk’ helemaal niets vergeten bent, dat alles nog in je hoofd zit. Al is ‘alles’ als je er even over denkt, nogal veel. En dat bedoelen we ook niet als we dromen over het volmaakte geheugen. We bedoelen net als Mulisch’ hoofdpersoon, dat je iets belangrijks terug zult kunnen halen. Niet dat je je precies het patroon van het plaveisel onder je voeten op 30 juni 1964 zult kunnen herinneren. Het absolute geheugen bestaat niet. Douwe Draaisma, die onlangs Het vergeetboek publiceerde, een boek met (de geschiedenis van) allerlei theorieën over het vergeten, laat ons er geen hoop op. Het is, schrijft hij, evolutionair gezien helemaal niet in ons voordeel om alles te onthouden. Stel je voor dat je, als je de bioscoop uitkwam, nog precies even goed weet waar je je fiets alle vorige keren neergezet had, als waar je je fiets vanavond vastmaakte. Dat zou een hopeloze zoektocht opleveren. De laatste herinnering is prominent. Zoals je je ook niet goed voor de geest kunt halen hoe iemands gezicht er tien jaar geleden uit zag. Elke nieuwe ontmoeting wist in zekere zin de vorige versies, waardoor iemand min of meer onveranderd blijft. Pas als je iemand jaren niet gezien hebt, valt je op hoe anders hij of zij eruit is gaan zien. Herinneren is een mengsel van vergeten en herinneren. Toch blijft het een bijna onweerstaanbare gedachte dat ergens in je hoofd, compleet gave herinneringen verscholen zijn, als verkeerd weggelegde brieven die je op een dag weer vindt. Ik wil me die voorstelling van zaken niet helemaal af laten nemen. Het is immers wel zo dat je soms nog heel veel tevoorschijn kunt halen van waar je nooit meer aan gedacht had. Je broer zegt iets over oma’s woonkamer en hé daar is weer het trommeltje waarin oma altijd suikereitjes bewaarde en daar is ook, in het kielzog van dat trommeltje, ineens oma zelf weer. Ze zat nog ergens.

12 november 2010 | VolZin 9


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.