volzin 20

Page 1

VolZin

NUMMER 20 | € 4,30 14 OKTOBER 2011 | JAARGANG 10 | WWW.VOLZIN.NU

VOLZIN IS ! VERNIEUWD

tijdschrift voor zinvol leven

s meer Zinzoeker meer Boeken plus rbino of In de H van Co

Harry Kuitert

‘Geloven is alles behalve kennis’ Ruth Peetoom (CDA)

‘Ik voel me geliefd door God’

Annemarie Postma ‘Zoeken naar zin is zinloos’ Allochtone studenten

Tussen moedig en minderwaardig VOL020_01_cover.indd 1

10-10-11 08:45


inhoud En verder nummer 20 | 14 oktober 2011 | jaargang 10

8

‘Ik ben een tussendoorbidder’ De beginselen van Ruth Peetoom (CDA)

20 Nieuwe moskee: ‘Zelf betaald’ Serie Heilig Vuur (4)

Marieke van Willigen

Cees Veltman

12 Om niet minder dan de aarde Kleine omroepen moeten groter denken

24 Accepteer en stop met zoeken Dit is je laatste spirituele boek

Jan Greven

Redactioneel

2

ZinZoekers

3

Jan van Hooydonk

7

Marjoleine de Vos

11

Mohammed Benzakour 17 Willem van der Meiden 27 Boeken

34

Annemarie Postma

14 De angst om niet perfect te zijn 28 ‘Nee, nee, ik geloof niet in God’ Allochtone hbo-student ziet op tegen kaaskop Harry Kuitert weet het zeker

Nico Keuning

Jan van Hooydonk

18 De kerk als nieuwe underground 33 Hilarisch en ontroerend Geloof wordt spiritueler en minder arrogant Schrijfster Jannetje Koelewijn over Matthäus

Theo Brand

Bert van der Kruk

foto omslag Corbino

Vernieuwing We hebben VolZin vernieuwd. Niet radicaal, maar ingrijpend genoeg om er enkele woorden aan te wijden. Vanaf dit nummer treft u geen nieuwspagina’s achterin het blad meer aan. We vonden dat het nieuws in VolZin op het moment van publicatie te vaak achterhaald was. Nieuws vanuit VolZin-perspectief verdwijnt overigens niet; binnenkort starten we op www.volzin.nu met een nieuws- en actualiteitenblog. Voorin het blad hebben we de rubriek Zinzoekers uitgebreid en gepoogd die een wat persoonlijker karakter te geven. We stellen meer de mens en zijn motieven, en minder het evenement centraal, met de bedoeling de stukjes voor u even informatief te houden, maar wel herkenbaarder en interessanter te laten zijn. Als gevolg daarvan is ook de agenda van deze pagina’s verdwenen en verplaatst naar onze website. De boekenpagina’s zijn bijna verdubbeld. Hiermee willen we tegemoet komen aan de wens, een paar jaar geleden geuit in een lezersonderzoek, om meer aandacht te besteden aan het steeds verder uitdijende aanbod van levensbeschouwelijke literatuur. Boeken bevat nu het dubbele aantal recensies van voorheen, de signalementen zijn uitgebreider en we introduceren

2

275009.indd 2

het rubriekje ‘mijn bijbel’, waarin iemand met enige relevantie voor onze lezers vertelt wat zijn of haar lijfboek is, dat ene boek dat voor de ondervraagde telkens weer een steun en toeverlaat is. Met de excuses van ondergetekende voor de onbescheidenheid zichzelf als eerste op te voeren. Met ingang van dit nummer starten we ook, bij wijze van uitsmijter, met de serie ‘In de Hof van Corbino’ door Maarten Corbijn, de beste fotograaf en schrijver die ik ken. Maarten werkt nu al geruime tijd voor VolZin en portretteerde voor ons eerder rabbijn Rafael Evers en Annemiek Schrijver, en voor dit nummer, Annemarie Postma. Hij groeide op in een domineesgezin in Strijen waar Hervormd Nederland werd gelezen. “Ik spreek de tale Kanaäns”, zegt Maarten lachend. Voor VolZin trekt hij de komende tijd met camera en pen door het land om vast te leggen wat hem treft in onze schepping. Ten slotte hebben we het een en ander veranderd aan de kleurstelling van VolZin ten einde het blad meer warmte te geven. Wilt u reageren, graag! Maakt u dan gebruik van dit e-mailadres: eduard@volzin.nu

VolZin | 14 oktober 2011

10-10-2011 14:51:22


colofon

tijdschrift voor zinvol leven VolZin is de voortzetting van Hervormd Nederland en de Bazuin en verschijnt tweewekelijks Uitgave van Stichting VolZin Exploitatie Koninklijke BDU Uitgevers B.V. Redactie Eduard van Holst Pellekaan (hoofdredacteur) Cees Veltman (adjunct-hoofdredacteur) Theo van de Kerkhof (eindredacteur) Jan van Hooydonk (redacteur) Ineke Klinkhamer-van Bussel (secretariaat)

In Leiden is de ‘islamisering’ een succes. De Ittihad moskee groeit uit haar voegen. ‘Wilders is prima voor ons. Hij heeft ons wakker geschud.’ 20 foto Jorrit timmermans

redactioneel eduard van holst pellekaan

UITNODIGING: VolZin-lezing met Peter Nissen, ‘Weg van het midden’

“Ik spreek de tale Kanaäns”, zegt fotograaf en auteur Maarten Corbijn lachend

De achtste VolZin-lezing vindt zaterdag 5 november plaats in de Dominicuskerk in Amsterdam. Hoofdspreker is historicus en theoloog Peter Nissen. Spirituele tradities pleiten van oudsher voor de middenweg, een leven in balans. Is dat een aanlokkelijk perspectief of is de middenweg vooral saai? Velen zoeken naar een ‘groots en meeslepend leven’ en het was toch juist Jezus die opriep tot een radicale weg? Ook in de politiek hebben de middenpartijen het moeilijk. Peter Nissen krijgt weerwoord van Diana Vernooij en Mohammed Benzakour. Hebt u zich al aangemeld? Dat kan nog door terugzending van de kaart uit VolZin 18, via onze website volzin.nu of door te schrijven aan: VolZin, Antwoordnummer 21, 3770 AB Barneveld. Meer informatie vindt u op www.volzin.nu.

Redactieadres Postbus 9435 3506 GK Utrecht Telefoon: 030 - 263 10 90 E-mail: redactie@volzin.nu www.volzin.nu Stichting Vrienden van VolZin Rek.nr. 58.99.668, St. Vrienden van VolZin te Utrecht Abonnementen administratie BDU Vak- en Publieksmedia Postbus 67 3770 AB Barneveld Telefoon: 0342 - 494 844 Fax: 0342 - 494 299 E-mail: administratie@volzin.nu Tarieven 2011 Jaarabonnement automatische incasso � 90,85 (studenten � 72,60) Jaarabonnement via acceptgiro � 93,35 (studenten � 75,10) Jaarabonnement buitenland � 144,80 Halfjaarabonnement automatische incasso � 48,50 (studenten � 39,20) Kwartaalabonnement automatische incasso � 27,15 Opzegging van het abonnement kan uitsluitend schriftelijk en uiterlijk 2 maanden voor het verstrijken van de betalingsperiode. De genoemde prijzen zijn inclusief BTW. Advertentie-exploitatie BDU Vak- en Publieksmedia Hendrik Jan Joosten Telefoon: 0342 - 494 267 E-mail: h.joosten@bdu.nl Vormgeving Giesbers, Velp / Walter Bouwman Technische realisatie Koninklijke BDU Grafisch Bedrijf B.V. Verschijnt ook op geluidsdrager en in grote letter. Inlichtingen: FNB, tel. 0486 - 486 486; CBB, tel. 0341 - 565 477. © Stichting VolZin - ISSN: 1571-4004

14 oktober 2011 | VolZin 3

275009.indd 3

10-10-2011 14:51:27


zinzoekers ‘Brandstof’: Geestverruiming voor dertigers

Denkstation voor levensideeën Gerthe Lamers over alternatieve allerzielen :

‘Niet alleen troost, maar ook het leven vieren’ Allerzielen, 2 november, is vanouds de dag waarop rooms-katholieken jaarlijks de overledenen gedenken. Op die dag plaatst men bloemen op het graf van dierbaren, bij voorkeur witte chrysanten. Maar niet alleen katholieken vieren tegenwoordig Allerzielen. Op en rond 2 november vinden op vele plaatsen in het land ‘alternatieve Allerzielenvieringen’ plaats, georganiseerd door een plaatselijke werkgroep, een uitvaartondernemer of begraafplaats. Alle gezindten - religieus of niet - zijn welkom en de belangstelling neemt de laatste jaren toe. “Er is sprake van een trend”, zegt Gerthe Lamers (57), redacteur van de vrijzinnige website Zinweb. “Juist in een geseculariseerde samenleving hebben mensen plekken nodig om herinneringen op te halen. Samen gedenken, maakt sterker.” Eerder nam Lamers in haar woonplaats Lochem het initiatief voor een jaarlijks requiemconcert - dit jaar op 6 november (www.stichtingrequiemlochem.nl) . Nu is zij betrokken bij een nieuw Allerzielen-initiatief, Levende Namen. Ieder die wil kan op 1 november vanaf 18 uur naar de Algemene Begraafplaats in Lochem komen. Daar is een verlichte route van één kilometer uitgezet. Langs de route is er muziek en poëzie. Men kan er lichtjes branden en bollen planten. Moslims bieden bezoekers zoet ‘rouwgebak’ aan. Zangeressen zingen op verzoek van nabestaanden de namen van overledenen. “Maar het gaat niet alleen om troost”, zegt Lamers, “je mag ook vieren dat iemand na de dood voortleeft, in jou of hoe dan ook.” (www.levendenamen.nl) De agenda van zinzoekers is verplaatst naar www.volzin.nu

4

273549.indd 2

“Een denkstation voor levensideeën”, dat is Brandstof, een initiatief dat zich, om mede-oprichter Vincent Wensink (27) te citeren, richt op ‘de carrière- en artistiekgerichte man en vrouw in Amsterdam tussen de 25 en 45 jaar’- “en dus niet op de meer gevestigden van de Grachtengordel”. Brandstof is de Nederlandse variant van de Londense School of Life van filosoof Alain de Botton. “Ik ben zelf een ongeleid projectiel van het dertigersdilemma”, zegt Wensink. “Soms wil je wel eens even bijtanken, in je eigen sfeer.” Brandstof voorziet daarin. “Ons streven is dat mensen die deelnemen aan onze bijeenkomsten, binnenkomen met een vraag en weer naar buiten gaan met hun eigen praktisch toepasbare stelling”. De komende activiteit is aan hem goed besteed: filosofe Mirjam van Reijen spreekt op 20 oktober in De Nieuwe Liefde over keuzestress. (www.brandstof.eu)

Vincent Wensink (m.) met Brandstof-collega’s: “Bijtanken.”

oktober is de maand van het pelgrimeren

‘Ga de weg met jezelf’ De omroep RKK/KRO en het museum Catharijneconvent hebben de handen ineen geslagen voor een nieuw initiatief: de Maand van het Pelgrimeren. Die gaat 15 oktober in Utrecht van start wanneer in het Catharijneconvent een expositie over de tocht naar Santiago de Compostela wordt geopend. Op de site www.pelgrimsverhalen.nl blijkt: geen enkele reiziger gaat zo maar op pad. Of het nu gaat om een sportieve prestatie of vanwege een gebroken hart, voor velen wordt het gaandeweg een spirituele ontdekkingstocht. Niet in de laatste plaats naar zichzelf. ‘Thuiskomen bij jezelf’, zegt de site, is overigens ook voor niet-pelgrims weggelegd. “Geen Verweggistan, Santiago of Nepal. Om te pelgrimeren heb ik de weg met mijzelf te gaan.”

VolZin | 14 oktober 2011

10-10-2011 11:38:35


Interreligieuze liederen tijdens vOlzin-lezing

JongerenPrijs Kerk en wereld voor NIeuweMoskee Live

Jan Marten de Vries: ‘Foute noten bestaan niet’

‘Zelfspot helpt enorm’

Jan Marten de Vries (53), naamgever van het kwartet dat optreedt tijdens de VolZin-lezing op 5 november, is als musicus van vele markten thuis. Hij is dirigent, zanger, pianist, componist en tekstschrijver. Hij dirigeert het koor van de Willem de Zwijgerkerk in Amsterdam - op 5 november ook van de partij - maar tot zeer onlangs ook het zeemanskoor Rumor di Mare. Hij houdt van Bach, maar won zelf een prijs met zijn smartlap Durruk uit Urrek. Kerk- en straatmuzikant noemt hij zich. Een vruchtbare combinatie, zegt hij: “In de kerk kunnen ze wat van de spontaniteit van de straat gebruiken. Op straat vind je prachtige rituelen.” Vorig jaar stelde De Vries op verzoek van de Stichting Kunstfactor een bundel samen met liederen uit de boeddhistische, christelijke, hindoeïstische, islamitische en joodse traditie, te zingen bij interreligieuze gelegenheden en tijdens de VolZin-lezing. Hij stelde verrassende muzikale overeenkomsten tussen de wereldreligies vast. “Zou ik naar India moeten verhuizen, dan zou ik daar best hindoe met de hindoes kunnen zijn.”Voor een zoeker als de mens luidt de titel van deze interreligieuze liedbundel. Die titel past bij Jan Marten de Vries. “Ik heb met antwoorden helemaal niks”, zegt hij. Dissonanten vindt musicus Jan Marten de Vries eerder boeiend dan irriterend. “Foute noten bestaan eigenlijk niet. Alle noten hebben hun betekenis. Dus zit ik bij uitvoeringen altijd op het puntje van mijn stoel: er kan altijd iets gebeuren wat je niet verwacht.”

“Met de moslimgemeenschap bezig zijn is voor mij een manier om mijn geloof in praktijk te brengen. Superleuk dat wij dit jaar de Jongerenprijs van de stichting Kerk en Wereld hebben gekregen.” Domineesdochter Anne Dijk (25), student religiewetenschappen, werd vijf jaar terug moslim. Nu is ze voorzitter van Nieuwemoskee Live, die stem geeft aan de “brede kritische middenmoot onder de moslims”. Nieuwemoskee Live stelt op “een kritische, verfrissende en ludieke manier” maatschappelijke kwesties aan de orde. Dat hoeven niet altijd zware thema’s te zijn. Zo is er eind dit jaar een dag voor moslims en christenen, ‘Religieus moppen tappen’. “Humor en zelfspot helpen enorm bij het nadenken over jezelf”, zegt Dijk. (www.nieuwemoskee.nl)

Nieuwbouw voor diaconale gemeenschap ‘STEM IN DE STAD’

‘Hier ben je geen probleem’ “Bij ons zíjn mensen geen probleem, maar hébben ze hoogstens een probleem. Wij zijn dan ook geen welzijnsinstelling maar een diaconale gemeenschap.” Jurjen Beumer (64), directeur en pastor van het oecumenische diaconale centrum Stem in de Stad in Haarlem, ontvangt op 25 oktober prinses Máxima. Zij zal de nieuwe gebouwen van Stem in de Stad openen. De negen stafleden, tweehonderd vrijwilligers en duizenden bezoekers krijgen meer ruimte. “Er is ook weer ruimte voor nieuwe initiatieven”, zegt Beumer. “We krijgen een keuken die vijfhonderd mensen kan bedienen.” Maar ook komt er, in samenwerking met de GGD, een medisch spreekuur, waar mensen die elders nergens terecht kunnen - illegalen bijvoorbeeld of zwaarverslaafden - kunnen aankloppen. “Ons streven was altijd om hen dan door te verwijzen naar de reguliere hulpverlening”, zegt Beumer. “maar dat wordt door de bezuinigingen helaas steeds moeilijker.”

“We vormen een diaconale gemeenschap.” FOTO HEIDI BORGART

14 oktober 2011 | VolZin 5

273767.indd 3

10-10-2011 11:39:38


zinzoekers

De nieuwe dalai lama: Tibetaans of Chinees? De dalai lama (76), spiritueel leider van de Tibetaanse boeddhisten, wil rond zijn

Dalai lama op 4-jarige leeftijd.

90ste “de hoge lama’s, het Tibetaanse volk en andere betrokkenen” raadplegen over de vraag hoe zijn opvolger moet worden aangewezen. De huidige dalai lama Tenzin Gyatso is, evenals zijn voorgangers, herkend als een reïncarnatie. Hij was in 1937 twee jaar oud toen Tibetaanse monniken en notabelen hem herkenden als reïncarnatie van de in 1933 overleden dertiende dalai lama. Zij waren op het goede spoor gezet door het Tibetaanse staatsorakel. Tijdens de zoektocht deden

zich bijzondere tekenen en visioenen voor. Beslissend was dat de dreumes - hij heette toen nog Lhamo Döndup - aangaf dat hij de kralenketting wilde hebben die lama Kensang Rinpoche om zijn hals had. “Als je weet wie ik ben, mag je hem hebben”, zei de lama. Waarop het jongetje het correcte antwoord gaf. De dalai lama die sinds 1960 in ballingschap in India woont, heeft al eerder meegedeeld dat hij niet herboren zal worden in een land dat niet vrij is of geregeerd wordt door

de volksrepubliek China. De dalai lama houdt de mogelijkheid open dat er een einde komt aan de traditie van de wedergeboorte. Hij zou eventueel voor zijn dood zijn eigen opvolger kunnen aanwijzen. Of het Tibetaanse volk zou zelf zijn hoogste geestelijke leider kunnen kiezen. De Chinese bezetter van Tibet wil evenwel vasthouden aan de oude traditie om een reïncarnatie te zoeken. Gevolg zou wel eens kunnen zijn dat er straks twee dalai lama’s zijn: een Chinese en een Tibetaanse.

Anno Domini of ‘gebruikelijke jaartelling’ “Wat de BBC doet, vind ik beledigend voor christenen. Wat zal het volgende zijn? De hele tijdrekening de prullenbak in omdat die haar wortels heeft in het christendom?” Oud-minister Ann Widdecombe was afgelopen weken niet de enige die zich opwond over het intussen weer ingetrokken besluit van de Britse publieke omroep om de termen ‘voor

Christus’ en ‘Anno Domini’ (= ‘in het jaar des Heren’ = ‘na Christus’) te vervangen door ‘Before Common Era’ (BCE, ‘voor de gebruikelijke jaartelling’) en ‘Common Era’(CE). De BBC wilde daarmee haar neutraliteit benadrukken. Ongeveer zoals de mijter van Sinterklaas in Antwerpen geen kruis meer mag bevatten. Maar politiek-correct zijn, is

nog niet zo makkelijk uitvoerbaar: de tijdrekening volgens de ‘gebruikelijke jaartelling’ verwijst immers nog steeds naar de geboorte van Christus. De intussen overleden Spaans-Indiase theoloog Raimon Panikkar noemde BCE en CE daarom “hypocriete christelijk-koloniale termen”, die ‘gebruikelijk’ noemen wat dat allerminst is.

Ann Widdecombe: boos op BBC.

Franck Ploum: Nieuwe Liefde.

Milieuactiviste en politica Wangari Maathai, in 2004 winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede, is 71 jaar oud in Kenia gestorven. Zij richtte in 1977 de Green Belt Movement op. Deze milieubeweging plantte in Afrika bijna 30 miljoen bomen. Maathai was een belijdend roomskatholiek maar liet zich ook inspireren door de natuurreligie van het Kikuyu-volk.

Wangari Maathai (1940-2011).

mensen

Theoloog en journalist Franck Ploum (43) is aangesteld als directeur van De Nieuwe Liefde, centrum voor bezinning, debat en poëzie in Amsterdam. Ploum vormt samen met dichter en pastor Huub Oosterhuis (77) de directie. Ploum werkte eerder onder meer als diaken van het bisdom Breda. Sinds januari gaf hij leiding aan het project Nieuw Wij.

6 VolZin | 14 oktober 2011

273552.indd 4

10-10-2011 11:39:01


commentaar jan van hooydonk

De PvdA is zelf het probleem

Heel Nederland had afgelopen weken een mening over de vraag of Job Cohen leider van de Partij van de Arbeid moet blijven of niet. De discussie werd aangewakkerd door een interview met scheidend partijvoorzitter Lilianne Ploumen. Ze liet zich daarin op niet mis te verstane wijze uit over het leiderschap van Cohen. Het curieuze feit doet zich voor dat de PvdA zelf op haar site amper iets meldt over deze discussie. Het enige wat we aantreffen, is een column van journalist Marcel Duyvestijn. Op de site wordt hij voorgesteld als ‘onafhankelijk publicist’, elders noemt hij zich ‘liefdevol PvdAlid’. “Laat Cohen Cohen zijn”, heet zijn column. Klinkt allemaal heel ‘liefdevol’. Maar lees vooral ook de slotzinnen: “Er zijn twee dingen die je nu kunt doen, Job. Of je stopt er mee. Prima. Dan zeg je: het was niet mijn fokking ding. Of je zegt: Ik ben een Nederlander. Ik ben een Jood. En ik sta hier met een fokking visie.” Ik weet dat Duyvestein hier de toespraak van Gouden Kalfwinnaar Nasrdin Dchar ‘citeert’, maar toch. Een partijleider die op zo’n denigrerende toon wordt toegesproken, kan met goed fatsoen eigenlijk nog maar één ding doen: aftreden.

verkiezingen Cohen heet, gelooft niemand meer. Niettemin, niet Job Cohen is het eigenlijke probleem, maar de Partij van de Arbeid zelf is dat. Heeft de PvdA eigenlijk nog wel toekomst? De historische missie van de sociaaldemocratie als emancipatiebeweging van de arbeidersklasse is in ieder geval uitgespeeld. Die missie is namelijk geslaagd: door toedoen van de sociaaldemocratie bestaat de arbeidersklasse in haar oude vorm niet meer. De strijd van nu gaat niet langer om meer loon en welvaart maar om het behoud van verworven rechten binnen de verzorgingsstaat. Burgers stel-

De tragiek van Job Cohen is dat hij een goed bestuurder is maar daarmee nog geen goed politicus. Cohens probleem is dat hij te fatsoenlijk is, te vaderlijk en te bedachtzaam. Hij profileert zichzelf en zijn partij te weinig. Dat ligt overigens beslist niet alleen aan hem. Het feit dat zijn partij op belangrijke punten – Europa, de economische crisis, de pensioenen – het rechtse minderheidskabinet steunt, maakt het moeilijker om de PvdA als oppositiepartij krachtig neer te zetten. Dat de PvdA-lijsttrekker bij de volgende

len zich niet langer op als leden van een gemeenschap maar als kritische consumenten die door de overheid optimaal bediend willen worden. De Partij van de Arbeid heeft hierop geen antwoord. Geen wonder want zij heeft, met name in de ‘paarse periode’ van de jaren negentig, die consument zelf mee in het leven geroepen. De ‘derde weg’ die de partij onder Wim Kok en Wouter Bos insloeg, is een doodlopende weg gebleken. Job Cohen slaagt er onvoldoende in zijn partij te profileren, aldus Lilianne Plou-

PvdA en CDA moeten allebei op zoek naar hun ziel. Hun politiek zal spiritueel zijn of niet zijn

men en velen met haar. Maar was er wel ‘iets’ om te profileren? Nee, er was vooral ‘niets’, de partij mist een duidelijke langetermijnvisie op de samenleving en de toekomst. Wat dat betreft hebben PvdA en CDA – samen de grondleggers van de verzorgingsstaat – eenzelfde probleem. De leiderschapscrisis die beide partijen doormaken, maskeert dat daarachter een inhoudelijke crisis schuilgaat. Hoogste tijd voor deze partijen dus om aan achterstallig ideologisch onderhoud te doen. Herbronning pleegt men zoiets in christelijke kringen wel te noemen. Een terugkeer naar de oorspronkelijke waarden om vandaaruit opnieuw te bezien of en hoe deze waarden in de samenleving van vandaag opnieuw gestalte kunnen krijgen. Het aardige van zo’n onderneming zou wel eens kunnen zijn dat de twee partijen die elkaar min of meer haten, gaan ontdekken wat ze gemeenschappelijk hebben: niet een individualistisch maar een sociaal mensbeeld, geen eng nationalisme maar een brede internationale kijk, geen angst voor de toekomst maar vertrouwen in menselijke creativiteit, niet het eigenbelang vooropstellen maar de solidariteit. Midden in de paarse periode deelde PvdA-leider Wim Kok mee: “Het afschudden van ideologische veren is voor een politieke partij als de onze niet alleen een probleem, het is in bepaalde opzichten een bevrijdende ervaring”. (In feite waren deze woorden in Koks Den Uyl-lezing geschreven door Wouter Bos). Nu staat de PvdA voor de omgekeerde opdracht: zich opnieuw een ziel, een ideologie, te verwerven. En zo ook het CDA. Voor beide geldt immers: hun politiek zal spiritueel zijn of zij zullen niet zijn.

14 oktober 2011 | VolZin 7

274761.indd 7

10-10-2011 11:40:39


Ruth Peetoom: ‘Ik praat met God onder de douche, op de fiets en in de rij bij de supermarkt’

8 VolZin | 14 oktober 2011

274409.indd 2

10-10-2011 11:40:01


interview

‘Ik ben een tussendoorbidder’ CDA-voorzitter Ruth Peetoom over geloof, beginselen en doen wat je moet doen

Afgelopen zomer nam CDA-voorzitter Ruth Peetoom afscheid als predikant van de ‘Klaaskerk’ in Utrecht. Ze maakte de switch van geestelijk voorganger naar politiek leider. Een gesprek over God, spiritualiteit en politiek. “Op de kansel heb ik gewaarschuwd tegen de PVV, ik zou het nu zo weer doen.”

Door Marieke van Willigen foto’s Jasper van Bladel

Ze woont in een huis van bezige mensen. Een kinderxylofoon met het stokje er half op, in de hoek van de huiskamer een spinet. In de keuken slingeren kranten en een kindertijdschrift. En achter de keukendeur hangt een planbord waar alle vijf gezinsleden hun activiteiten invullen. Peetoom bestiert samen met haar partner René Paas een drukke minisamenleving. Uit wat voor nest komt u? “Mijn ouders zijn van huis uit gereformeerd. En ‘gereformeerd’ is veel praten, debatteren en discussiëren. Mijn vader en moeder zijn ruimgelovig en bewogen met de samenleving. Mijn nest was liefdevol en vrolijk. En dat is een mooie basis in het leven. Ik heb nog een jongere broer en een zus. Mijn broer werkt bij de NS en is raadslid voor de PvdA. Mijn zus is journalist. Die nieuwsgierigheid naar de wereld en de liefde voor mensen, hebben wij meegekregen van thuis. We geven dit alle drie op een eigen manier vorm. Dat verbindt ons enorm. We woonden in Veendam en Pekela. Je had er hele lange, rechte kanalen. Fietste ik de 16 kilometer naar school, hoefde ik maar twee keer de bocht om. OostGroningen is de schoonheid van de leegte. Ik heb er een waanzinnig mooie tijd gehad. Mijn schoonouders komen uit de Veenkoloniën. Als we elkaar weer zien, zeggen ze: ‘Bist du daor, mien laiverd?’Dat voelt heel warm en dichtbij. Mijn moeder is een domineesdochter. Maar ik had vroeger niet de intentie om dominee

te worden. Na mijn eindexamen heb ik een rondgang gemaakt langs alle studies die met talen en mensen te maken hadden. Ik heb zelfs nog Japans overwogen. Bij de studie theologie kwam alles samen. Bovendien vond ik toen al dat geloof belangrijk is in een mensenleven. De manier waarop je tegen dingen aankijkt, heeft alles te maken met je geloof. Bedoelt u dat ‘geloof’ in de brede zin belangrijk is, of specifiek het christelijk geloof? “Ik ben christen. Ik geloof in de God van Israël. Maar een overtuiging brengt niet met zich mee dat je intolerant en onverdraagzaam bent. Ik wil niemand veroordelen of buitensluiten. Bij het christelijk geloof hoort voor mij dat je er als mens niet toevallig bent. Je bent gewild en uniek. Het leven is bedoeld voor liefde en het goede. Dat is iets anders dan mensen buitensluiten of ombrengen. Aan het geloof kun je nooit gewelddadige consequenties verbinden. Dat is voor mij de waarheid. Daar wil ik voor gaan.” Zendelingen en missionarissen probeerden ook mensen tot de waarheid te bekeren. Het christendom is daarin van oudsher niet tolerant. “Het is als met de liefde, als je van iemand houdt, ga je ervoor. Als mensen me vragen wat me beweegt, dan zal ik ze dat antwoorden. Ik geloof in de kracht van het vertellen over je eigen drijfveren. Maar je mag nooit met dwang iemand tegemoet treden. Dat pas ik ook toe in mijn partijvoorzitterschap. Ik vind dat je vanuit je geloof verschillende politieke keuzes kunt maken. Voor mij leidde dat tot het CDA. Het CDA is geen getuigenispartij, maar een beginselpartij. Als je onze uitgangspunten deelt, ben je welkom. Moslims zijn dat dus ook. Godsdienstvrijheid is voor het CDA heel belangrijk. En het gaat om de intenties, niet om de pretenties. “Onze God is kampioen” is een desastreuze manier van denken. Het blokkeert de zoektocht naar wat waar is en echt. Dat geldt in de politiek, maar ook voor mij als gelovig mens. Het gaat erom om dat ik in het leven van hier en nu keuzes maak die aansluiten bij de richting die Jezus wijst. En dat is de richting van naastenliefde, gerechtigheid, streven naar vrede en stelling nemen.”

14 oktober 2011 | VolZin 9

274409.indd 3

10-10-2011 11:40:05


Ruth in de Bijbel. Het oudtestamentische bijbelboekje Ruth vertelt de geschiedenis van de niet-joodse overgrootmoeder van koning David. Nadat haar man was overleden, ging ze met haar schoonmoeder Naomi vanuit het eigen land Moab mee terug naar Israël. Daar trouwde ze met de landheer Boaz en verwierf ze zich zo als vreemdeling een plek in de Israëlische samenleving.

Op de kansel in de Nicolaikerk heeft u ooit gewaarschuwd voor de PVV. Waarom? “Klopt, dat was de preek net na de verkiezingen. Ik zou het nu zo weer doen, al ben ik wars van politiek op de preekstoel. Op dat moment vond ik het opportuun. Ik vond dat ik iets moest zeggen van het uitsluiten van de ander, van mensen met een andere herkomst. Nederland moet zijn historische gastvrijheid en openheid bewaren. Niet anderen verketteren om waar ze vandaan komen of om hun geloof. Ik vind dat predikanten best wat steviger stelling zouden kunnen nemen, als het gaat om maatschappelijke vraagstukken. Maar dat hoeft niet langs partijpolitieke lijnen. Kerken hebben een soort verlegenheid om met politieke issues om te gaan. Het riekt naar het wij-zij denken, en daar is de kerk bang voor. Maar de kerk mag opstandig zijn, dat zit in ons wezen ingebouwd. Nu hebben we een coalitie met de PVV. Het kabinet is een feit. Dat de PVV de islam een ideologie noemt in plaats van een religie en daarmee de islam als geloof

‘Predikanten mogen best steviger stelling nemen als het gaat om maatschappelijke vraagstukken’

diskwalificeert, was voor mij een reden om daar op de preekstoel iets over te zeggen.” Terug naar uw geloofsovertuiging. Lijkt u op Ruth? “Op ‘Ruth’ uit de Bijbel? ‘Ruth’ betekent ‘Vriendschap’. Dat was in Ruths leven heel belangrijk. Vooral de vriendschap met God. Voor mij is die vriendschap met God ook essentieel. Dus als je naam je opdracht is, vind ik dat een hele mooie. Het verhaal van Ruth spreekt me zeer aan. Het gaat over trouw en over je eigen grenzen heenstappen. Ik vind het mooi dat mijn ouders mij naar haar vernoemd hebben.” Wie is God voor u? “De grond van mijn bestaan. Liefde, geborgenheid en verbondenheid. Ik voel me geliefd door God. Die liefde is ons als mensen meegegeven. En daarom moeten we onze naasten liefhebben als onszelf. Je moet dus ook van jezelf houden. Ik denk niet over God als een persoon, maar wat ik bij God voel, is wel persoonlijk. Ik praat met God onder de douche, op de fiets en in de rij bij de supermarkt. Ik ben een tussendoorbidder. In een klooster heb je dat intensieve ritme van bidden. Heel waardevol en rijk, maar voor mij als tussendoorbidder werkt dat beklemmend. Die tussendoorgebeden zijn korte ontmoetingen met God. Ze zijn bepalend.” Hoe positioneert u zich tegenover God? “Dat heeft meerdere dimensies. Van vriendschap, diep respect en een intens samenzijn. Ik maak soms zelfs grappen met God. Ik voel diep respect. Ik ben een spiritueel mens. De werkelijkheid is meer dan het platte aardse hier en nu. Daar hoort ook bij dat ik ontvankelijk ben voor wat er in de wereld aan de hand is. Dat God er is, in mensen, op zoveel momenten, in de werkelijkheid van het hier en nu - wat er ook gebeurt. Toen ik predikant was in Groningen, overleed een

Ruth Peetoom (44) was van 2006 tot zomer 2011 predikant van de Nicolaïkerk (‘Klaaskerk’, in de volksmond), een middelgrote PKN-gemeente in het centrum van Utrecht. Vanaf april dit jaar is zij voorzitter van het CDA. Peetoom is getrouwd met René Paas, oud-voorzitter van CNV en voormalig CDA-wethouder in Groningen. Hij is momenteel voorzitter van managersvereniging Divosa. Peetoom en Paas hebben samen drie kinderen van 9, 8 en 6 jaar oud. Peetoom is geboren in Breda maar groeide op in Groningen. Ze studeerde Theologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Haar eerste baan was die van parttime-predikant in de stad Groningen, die ze combineerde met de functie van Statenlid.

10 VolZin | 14 oktober 2011

274409.indd 4

10-10-2011 11:40:14


‘Ik denk niet over God als een persoon, maar wat ik bij God voel, is wel persoonlijk’ meisje dat acht maanden zwanger was. Ze had een einde aan haar leven gemaakt. Ik was zelf net bevallen, en ik kende haar goed. Ik heb de uitvaart geleid, in een eeuwenoud kerkje in de provincie. Toen iedereen weg was, stond ik daar samen met haar man als een soort wachters bij het graf. Het was stil op het kerkhof. Hij knielde bij haar graf, ik ook, en samen schepten we met onze handen aarde op de kist. Ik merkte heel duidelijk: ‘God is hierbij’. Hij is er, altijd en eeuwig. Dat staat in zo’n contrast met de waan van de dag, die je ook in de politiek ziet. Ik wil die ontvankelijkheid voor God en de eeuwigheid niet verliezen.” Wat is de rol van Jezus in uw geloofsovertuiging? “God is voor mij een aanweziger persoon dan Jezus. Ik vind het mooi aan de drie-eenheid dat God op verschillende manieren de mensen tegemoet treedt. Jezus heeft het leven geleefd zoals God dat voor ogen had. Het ultieme mens-zijn wordt zichtbaar. Hij geeft gezicht aan God. De Heilige Geest is de inspiratie, het enthousiasme en de vonk. Toen ik predikant werd, heb ik stola’s gekregen. Die van Pinksteren is het mooiste. Tongen van vuur in allerlei kleuren. Zo is de mensheid ook, veelkleurig.” Pakt u ooit uw oude beroep van dominee weer op? “De rol van partijvoorzitter is een tijdelijke. Ik weet nog niet wat ik daarna ga doen, zover reikt mijn horizon niet. Maar ik ben altijd met hart en ziel dominee geweest, dus het zou maar zo kunnen dat ik het ambt later weer oppak. Ik preekte pas nog, in Kampen. Maar het preken is nu anders dan vroeger. De gemeenteleden luisteren anders naar je. Na afloop bij de deur hebben de mensen het alleen nog maar over het CDA, niet over de dienst. Dat voelt niet goed. Want ik sta daar niet als voorzitter van het CDA. Ik sta daar als voorganger. Die ervaring maakte me verdrietig, want mijn geloofwaardigheid wordt op een andere manier bekeken. Als ik preek, gaat het mij om de uitleg van de schrift. Maar dat is de prijs die ik betaal als voorzitter van het CDA. Niet de enige prijs, trouwens. Ook voor mijn privéleven kost het partijvoorzitterschap wat. Het komt geregeld voor dat ik niet thuis eet, en mijn kinderen zijn nog klein. Dus de maaltijd is juist het moment dat je ze ziet. Toch denk ik dat ik mijn werk als voorzitter van het CDA moet doen, nu, op deze plek. Dat het wat kost, hoort bij het leven. Het leven schuurt.” ■

column

marjoleine de vos

Oorzaak en gevolg Het is twijfelachtig of het waar is, dat neutrino’s sneller reizen dan het licht. Maar zolang het waar kan zijn, is het leuk om te denken over wat dat zou betekenen. Dan bedoel ik niet zoiets flauws als tijdreizen – dat lijkt op geen enkele manier mogelijk, want die neutrino’s hebben geen massa en dat kun je van mensen niet zeggen. Er is niets dat het denkbaar maakt dat wij sneller dan het licht kunnen reizen. ‘Sneller dan het licht’ betekent in het geval van die neutrino’s, dat een deeltje eerder aankomt dan het vertrokken is. Of eerder wordt waargenomen dan het ontstaan is. Dat betekent dus, dat oorzaak en gevolg niet langer de rol spelen die wij ze toekennen. Zelfs als de metingen echt kloppen en neutrino’s sneller zijn dan het licht, zullen wij onze manier van spreken en denken in oorzaken en gevolgen, die ons eeuwenlang vooruit heeft geholpen, waarschijnlijk niet loslaten, in ieder geval niet op korte termijn. Maar dat hoeft niemand ervan te weerhouden even een blik te werpen in de duizelingwekkende weidsheid die zich aandient als oorzaken niet meer vooraf hoefde te gaan aan gevolgen. Nu is het wel eens vaker zo dat je niet zo goed weet wat de oorzaak van iets is. Over onszelf en ons leven pratend, hebben we nogal de neiging om ook daar steeds oorzaken en gevolgen te zien, en om onszelf aan een stuk door te verklaren en uit te leggen in die termen. Wie eerlijk is ziet vaak genoeg dat hij een oorzaak verzint. Of verzint: dat hij een oorzaak aanwijst omdat er nu eenmaal een oorzaak moet zijn. Maar oorzaken komen zelden in hun eentje, er is meestal een complex van allerlei gebeurtenissen die bij elkaar van alles te weeg brengen en uiteindelijk gebeurt er dan heel veel. Veel oorzaken, veel gevolgen. Of: veel acties, veel reacties. En uit dat chaotische geheel scheppen we schijnbaar orde door over oorzaken en gevolgen te praten. Misschien is het grotendeels fictie, zij het niet in de natuurkunde. Althans dat dachten we tot voor kort. Maar je moet er niet aan denken hoe je met elkaar zou moeten praten of iets van de wereld zou moeten begrijpen zonder die fictie. Of zouden we dan ook gewoon ophouden met willen begrijpen, en eenvoudigweg gaan aanvaarden dat er dingen gebeuren? Nee. Zo zijn mensen niet. Wij eisen oorzaken! Dus die metingen: daar deugt niets van. Wat ik u brom.

14 oktober 2011 | VolZin 11

274409.indd 5

10-10-2011 11:40:19


opinie

Stel ‘ns wezenlijke vragen Ideële omroepen als IKON en RKK kunnen van de nood een deugd maken PVV’er Martin Bosma ziet ze liever helemaal verdwijnen, de kleine ideële zendgemachtigden. De grote bezuiniging van 13 miljoen bij deze 2.42-omroepen noodzaakt tot een fundamentele herbezinning. IKON cum suis moeten zich voortaan richten op niet minder dan de toekomst van de aarde. door JAn Greven

De Templetonprijs 2011 (laten we die voor het gemak de Nobelprijs voor de religie noemen), is toegekend aan Martin J. Rees uit het Engelse Cambridge. Rees is een astrofysicus en onderzoekt het gedrag van sterren. Alles is permanent in verandering. Niets eeuwig blijvend. Wat voor filosofische implicaties heeft dat? Wat betekent al dat opkomen, blinken en verzinken in het heelal voor onze planeet aarde? Voor onszelf, voorde mensheid? Rees is niet optimistisch. Hij acht de kans fifty-fifty dat de mensheid nog deze eeuw zal uitsterven als gevolg van moreel roekeloos wetenschappelijk gedrag.

Geestelijke dimensie De Templetonprijs, één miljoen Engelse ponden, is een jaarlijkse prijs die wordt toegekend aan mensen die zich hebben onderscheiden in het geestelijke domein en een dikke streep zetten onder de geestelijke dimensie van het leven. Entrepreneurs van de geest. Maar wel entrepreneurs die een religie aanhangen, die iets geloven. Rees is een uitzondering. De eerste in de geschiedenis van de prijs. Rees gelooft niet. Zij het zonder allergie voor religie. Zo komt hij nog graag in de anglicaanse kerk van zijn jeugd, als daar iets moois wordt opgevoerd of gezongen. Rees kreeg de prijs vanwege zijn intellectuele nieuwsgierigheid en vanwege zijn bescheidenheid: hij gelooft niet dat de wetenschap op alles een antwoord heeft. Rees stelt vragen en zijn vragen, aldus de president van de Templeton Foundation, zouden wel eens belangrijker kunnen zijn voor de geestelijke vooruitgang van de mensheid dan de antwoorden van de wetenschap.

IKON en RKK gaan ten onder aan kerkelijke verdeeldheid. Tijd om groter te denken

Dit zijn de vragen van Rees, waarvan hij vindt dat iedere wetenschapper deze zichzelf moet stellen: - Wat voor effect heeft jouw wetenschappelijk onderzoek gehad op jouw geloof? - Hoe groot en omvattend is fysieke werkelijkheid? - Zijn de menselijke hersenen in staat het hele grote, hele kleine en het complexe te begrijpen? - Voor welke uitdagingen staan wetenschap en menselijke beschaving in de 21e eeuw? - Kunnen genetisch gemanipuleerde oogsten de wereldbevolking voeden als die in 2050 uit 9 miljard mensen bestaat?

Pokerspel We leven in financieel zware tijden. Iedereen moet bezuinigingen. Ook de omroep. Dat begrijpt een kind. In het pokerspel tussen de Haagse politiek en de Hilversumse omroepen dat sinds jaar en dag als omroepbeleid wordt aangeduid, hebben de 2.42-omroepen voor 13 miljoen euro aan bezuinigingen opgelegd gekregen. Artikel 2.42 omroepen zijn omroepen van kerkgenootschappen die krachtens artikel 2.42 van de Mediawet van 2008 zendtijd kregen. De grootste van dezen is de IKON, de omroep van de meeste protestantse kerken. Het rooms-katholieke RKK is goede tweede. Eerder had de Boston Consulting Group (BCG), een daartoe ingehuurd adviesbureau, een bezuiniging van 6 miljoen euro voor de 2.42’ers redelijk gevonden. Minister Van Bijsterveldt (CDA), die behalve over onderwijs ook over de omroep gaat, heeft daar nog eens 7 miljoen aan toegevoegd. Een extra korting uit ongenoegen dat de 2.42’ers zich onvoldoende houdenaan hun opdracht, het maken van levensbeschouwelijke programma’s. Vijfentwintig procent van hun programma’s, zo vindt de minister, zijn zo ‘algemeen’ dat ze ook door ‘gewone’ omroep uitgezonden kunnen worden. Vijfentwintig procent komt qua budget neer op 7 miljoen. Pak dat de 2.42’ers af en geef ze aan omroepen als NCRV, KRO, EO of NTR, waarmee de kerkelijken in de toekomst sowieso moeten gaan samenwerken. De kijker zal er niets van merken. Dat zij daarmee een inhoudelijk oordeel uitspreekt over Hilversumse programmering en zich gedraagt als de baas van een staatsomroep, die ingrijpt wanneer iets inhoudelijks hem of haar niet zint, trekt ze zich niet aan. Gezegd wordt dat die extra zeven miljoen uit de koker komen van PVV-Kamerlid Martin Bosma die zo’n he-

12 VolZin | 14 oktober 2011

274746.indd 2

10-10-2011 12:01:06


Zwaar weer voor de zeven kleine 2.42-zendgemachtigden. De vragen van Templeton- Prijswinnaar Rees bieden inspiratie.

kel heeft aan de IKON, dat hij gezworen heeft er alles aan te doen deze omroep een kopje kleiner te maken. De IKON, en de andere 2.42 omroepen protesteren tegen de bezuiniging van 7 miljoen. Logisch. Samen met de door de BCG voorgestelde bezuiniging van 6 miljoen komt 13 miljoen neer op een halvering van het budget met gelijkblijvende zendtijd. Hoe het afloopt kan niemand nog zeggen, maar voorlopig zou ik, als ik 2.42-baas was, me maar voorbereiden op zwaar weer. Hoe de Nederlandse bisschoppen achter het RKK of de Boeddhistische Omroep zich daarop voorbereiden weet ik niet en gaat me als niet-katholiek, niet-boeddhist ook niet aan. Maar als lid van de Protestantse Kerk gaat de toekomst van de IKON me wel aan en daarmee kom ik terug op Rees.

Herbezinning Wie toe moet met de helft van zijn huidige budget, komt niet uit onder een fundamentele herbezinning op zijn taak. De IKON zou daarbij eens kunnen kijken naar de Templetonprijs, die toegekend wordt aan iemand die, door inzicht, praktisch leven of een ontdekking, een buitengewone bijdrage heeft geleverd aan de spirituele dimensie van het leven. Ook als zij, zoals Rees, liever vragen stellen dan antwoorden geven. Kijk in het bijzonder, zou ik zeggen met dank aan Rees, naar geestelijke leiders en wetenschappers die zich zorgen maken over de toekomst van de mensheid en de menselijke beschaving en die oplossingen niet alleen verwachten van de wetenschap maar ook van ‘de geestelijke dimensie’. Na de zondvloed beloofde God aan Noach de aarde niet opnieuw te zullen vernietigen. Het is de hoogste tijd dat de afstammelingen van Noach op hun beurt zo’n belofte doen. Tot nu toe is het daar niet van gekomen. Integendeel. Herinner ze daaraan! Daar komt nog iets bij. De twee grootste kerken in ons land, de katholieke kerk en de PKN zijn op het

ogenblik tot op het bot in zichzelf verdeelde huizen. Voor wat betreft de r.-k. kerk volstaat het noemen van de San Salvatorparochie in Den Bosch die weigert een van bisschopswege benoemde pastoor te aanvaarden, ook al is het de hulpbisschop van het bisdom. Bisschop en parochie strijden over katholieke identiteit. De San Salvatorparochie claimt deze te hebben, de bisschop ontkent dat en vice versa. Voor de PKN kun je verwijzen naar het in die kerk volledig vastgelopen Israëldebat. Met aan de ene kant de sympathisanten met de pro-Palestijnse ‘Vrienden van Sabeel’, die de staat Israël het liefst veroordeeld zien als abjecte bezetter, die de internationale rechtsorde aan zijn laars lapt. En aan de andere kant een groep predikanten uit de rechterflank die in een recente brochure iedere kritiek op de staat Israël af doen als een nieuwe vorm van het oude antisemitisme. In haast goddelijk licht zien zij de staat Israël als eerste stap op de weg naar de wederkomst van de Messias. Dialoog tussen gelovigen van verschillende godsdienst is moeilijk. Dialoog tussen mensen van dezelfde kerk is op het ogenblik zo goed als onmogelijk. De IKON identificeert zich met de Vrienden van Sabeel. Met als logisch gevolg dat de conservatieve, bevindelijke kant zich in het geheel niet gerepresenteerd voelt. Pogingen om beide zijden ter wille te zijn, zou de zaak niet oplossen. Er zou dan net zo min een gesprek ontstaan als nu. Het enige gevolg zou zijn een identiteitsverlies van de IKON. Met een Templeton aanpak wordt die tegenstelling overstegen. Aan iedereen die kan en wil meedenken wordt gevraagd naar de toekomst van de aarde, de mensheid. Voor gelovigen zowel als ongelovigen een cruciale vraag. En wie weet. Misschien komt er langs die band ook een gesprek op gang tussen kerkleden. Als zalig effect van een onzalige bezuiniging. ■ Theoloog Jan Greven (1941) was algemeen directeur van de IKON en hoofdredacteur van Trouw.

14 oktober 2011 | VolZin 13

274746.indd 3

10-10-2011 12:01:12


Vlot, intelligent, hoog opgeleid en in Nederland geboren, maar toch: allochtoon.

De angst niet perfect te zijn Hbo-student van niet-westerse komaf kijkt op tegen Nederlanders Selma is geboren in Nederland. Zij is vlot en spontaan, spreekt en schrijft goed Nederlands, maar toch. Vriendschap deelt ze met allochtone studenten. Wie als allochtoon geboren is, wordt niet makkelijk een kaaskop. Hbo-docent Nico Keuning schreef een boek over zijn “gemotiveerde, intelligente en moedige allochtone studenten”. Door Nico Keuning foto Hollandse Hoogte

Vier jaar geleden, tijdens een college, maakte ik een opmerking over allochtonen, de vooroordelen en de verkleuring van Amsterdam. Ik nam Nandini, een van mijn studenten, als voorbeeld: “Prinses in New Delhi, allochtoon in Amsterdam-Oost.” Die tegenstelling sprak mij aan. Zij glimlachte, bij wijze van ironisch commentaar. Na afloop van de les praatten we nog wat na. We maakten een afspraak voor een gesprek. Een klein voorval dat het begin werd van mijn boek Het land van verlangen, elf levensverhalen van allochtone hbo-studenten aan de Hogeschool van

Amsterdam. Ze vormen gezamenlijk een pars pro toto voor de niet-westerse hoger opgeleide allochtonen in Nederland. Tijdens de lessen vertelde ik over het boek dat ik over hen wilde schrijven, “om anderen te laten zien wie jullie zijn”. Een aantal van hen reageerde enthousiast. Zij wilden graag hun verhaal kwijt, vertellen over hun cultuur, taal, geloof, school, buurt, familie, muziek, verliefdheid. Door de gesprekken met hen belandde ik in een wereld van tegenstellingen: talenkennis en taalproblemen, cultuurverrijking en cultuurbotsingen, geloven en niet geloven.

Van Isfahan naar Luttelgeest Geloven vooral. Dat was het eerste wat mij in mijn onwetendheid verbaasde. Alle studenten, op twee na, die ik sprak zijn moslim. Hun identiteit hangt nauw samen met het geloof. Maar voor Farrokh, die in 1993 op negenjarige leeftijd met zijn ouders en jongere broertje Iran ontvluchtte, geldt dat juist niet: “Mijn identiteit wordt juist bepaald door het ongeloof.” Zijn lange weg voert van Isfahan naar Luttelgeest en

14 VolZin | 14 oktober 2011

273808.indd 2

10-10-2011 11:40:50


Beschouwing

van Emmen naar Amsterdam. Farrokh is een zelfstandige, wereldse, ondernemende jongen. Hij werkte enige tijd in Amerika. Het is een wonder dat hij zo goed Nederlands spreekt en schrijft, als je bedenkt dat hij op zijn negende slechts Farsi sprak, Perzisch. Hij leeft als elke andere student, zo lijkt het. Hij heeft vrienden, werkt naast zijn studie bij KPN, gaat om met Nederlandse meisjes. Maar toch, juist als het om de liefde gaat, kruipt het bloed waar het niet gaan kan: “Ik kom uit een moedercultuur”, verklaart hij. “Je moeder is je alles. De vrouw van mijn leven, mijn meisje moet qua karakter zo veel mogelijk op mijn moeder lijken. Dit betekent dat de kans dat zij een Iraanse is, groter is dan dat zij een Nederlandse is. Wat waarschijnlijk zal gaan botsen met mijn vrijzinnige ideeën over cultuur en geloof. Dus rationeel gezien zou mijn voorkeur uitgaan naar een westerse vrouw, maar emotioneel naar een Iraanse vrouw. Dat is misschien ook de verklaring waarom ik tot nu toe geen langdurige relaties heb gehad.” Onder meisjes in het boek speelt ‘een geheime liefde’ een belangrijke rol. Jarenlang hebben zij in stilte een vriend, die om zijn geloof door de ouders niet wordt geaccepteerd. Naast de cultuurbotsing tussen thuis en school, broeit thuis dan ook nog een geloofsconflict. Het is een eenzame strijd, waarbij de moeder het enige aanspreekpunt is, de enige hoop in bange dagen. De moeder, zo blijkt uit de gesprekken met alle studenten, is de begripvolle, liefdevolle, verbindende figuur in het gezin. Zij is altijd thuis. Zij leerde de kinderen, ook als ze in Nederland zijn geboren, de taal van het land van herkomst: Turks, Marokkaans, Hindi of Urdu.

Outcast in haar geboortestad Nandini werd geboren in de Dapperbuurt in Amsterdam. Ze leerde inderdaad van haar moeder Hindi. Elk jaar gingen ze op vakantie naar New Delhi. Op haar negende werd zij naar Delhi gestuurd om een paar jaar lessen te volgen aan de Blue Bells Model Senior Secondary School. Goed voor je Hindi en de Indiase cultuur, vonden haar ouders. In 2000, op 13-jarige leeftijd, keert ze terug naar Amsterdam. Daar begint haar queeste om op een middelbare school te komen. De derde poging lukt: het Berlage Lyceum in Amsterdam-Zuid. “In de eerste Internationale Schakelklas zat ik tussen politieke vluchtelingen die geen woord Nederlands spraken.” Zo zit zij als outcast in haar geboortestad op school. Nederlandse tussen buitenlanders die geen woord Nederlands spreken. De vierjarige HES-opleiding doet ze vervolgens in drie jaar. Inmiddels werkt ze bij de uitkeringsinstantie UWV. Ze heeft zich ontworsteld aan haar vader die haar jarenlang als een ware huwelijksmakelaar en

matchmaker achtervolgde met foto’s van jongens en mannen uit rijke en goede families in India. “Ik heb een jongen in mijn leven”, zegt ze, alsof ze een bekentenis aflegt. “Ik ken hem al tien jaar. Hij spreekt Hindi, Punjabi, Engels en Nederlands. Hij komt uit India, maar heeft een ander geloof. Hij is een sikh. Zonder tulband”, voegt ze er met een veelzeggende glimlach aan toe. De liefde is gegroeid, gerijpt. Het is de hoogste tijd voor de volgende stap. Een moeilijke klus: hoe vertelt zij het haar ouders. “Ze zullen het uiteindelijk accepteren”, weet Nandini, “anders zijn ze mij kwijt.”

Ambitieus meisje Tijdens een verblijf in Istanboel trek ik een dag op met Sema, die na het behalen van haar hbo-diploma is teruggekeerd naar haar land van herkomst, waar zij is getrouwd met de man die zij al kende van haar geboortedorp in Turkije. Een ambitieus meisje, zeer gelovig. Zij draagt een hoofddoek en woont inmiddels een jaar in Istanboel. Het valt niet mee om passend werk te vinden, op hboniveau. Maar als elke Turk is zij ondernemend: “Ik wil een eigen bedrijfje oprichten, in sieraden, en zaken doen met Nederlandse bedrijven.” Zij toont zich dankbaar voor het onderwijs in Nederland, de taal die zij hier na veel moeite en inspanning heeft geleerd. “Dan heb ik iets aan mijn tweetaligheid en kan ik iets terugdoen voor Nederland.” Ze voelt zich thuis in Istanboel, maar ook ontheemd: “Met één cultuur ben ik een halve appel”, zegt ze. “Als ik twee culturen heb, ben ik compleet.” Met Mohammed reisde ik naar Marrakech. Met een huurauto reden we over het Atlasgebergte naar het oosten, naar zijn geboortedorp Boumalne Dadès. Nu ik er geweest ben, begrijp ik iets van de cultuurschok die kinderen omgekeerd ervaren. Mohammed begrijpt niet dat sommige Marokkanen in Nederland hun kans niet pakken. Hij voelt zich juist uitverkoren. Met een enorme inzet en de omweg langs vele scholen die zo typerend is voor nieuwkomers, heeft hij zijn hbo-opleiding bijna afgerond. Wat niet meevalt is het vinden van een stageplek. “Ik heb wel vijftien sollicitatiebrieven geschreven.” Een enkele keer werd hij opgebeld. Eén keer vroegen ze hem op gesprek te komen. Maar dat werd later weer afgebeld, omdat ze

De onvermijdelijke eindbestemming van deze studenten lijkt dat ze trouw moeten blijven aan hun eigen taal, muziek en vrienden

14 oktober 2011 | VolZin 15

273808.indd 3

10-10-2011 11:40:55


al iemand ‘anders hadden’ gevonden. Discriminatie? Mohammed is het toonbeeld van integratie. Op school en op zijn werk. In de weekends is hij afdelingsmanager van C1000. Ik zie hem als de opvolger van Aboutaleb, maar dan wel als burgemeester van Amsterdam.

Uit het paradijs “Onze ouders zijn vrij westers”, vertelt Mavi, de helft van een Turkse tweeling, geboren in Leiden. “Zij hebben zich goed kunnen aansluiten bij de Nederlandse cultuur. Maar thuis praten we en eten we Turks. Dat vinden we prettiger. Buiten praten we wel gewoon Nederlands. Mijn moeder was vrij autoritair en van haar moesten we thuis altijd Turks praten. Zij was van mening dat we buiten en op school genoeg Nederlands leerden en dat als we thuis geen Turks zouden praten, we de taal zouden verleren.” Aamna, die geboren is in Pakistan en op haar zevende jaar uit het paradijs in Rawalpindi werd getild en neergezet in Amsterdam Bos en Lommer, waar

‘Ik wil de Koran in het Nederlands lezen om hem beter te kunnen begrijpen - het geloof is mijn enige steun’ zij zich een alien voelde, een kind in een vreemd land, leeft dagelijks tussen twee culturen. Ze spreekt accentloos Urdu en Punjabi, een dialect. “Schrijven kan ik het niet zo goed”, lacht ze, “maar ik kan het wel redelijk goed lezen.” Thuis spreekt ze Punjabi met haar ouders. Tijdens het leren en lezen denkt ze in het Pakistaans, om het beter te kunnen begrijpen. De Koran leest ze in het Arabisch. Dat komt overeen met de verhalen van andere moslim-studenten. “Ik versta het niet”, zegt ze, “maar kan het wel lezen. Als kind heb ik het alfabet in het Arabisch geleerd, thuis, van een imam, om de Koran te kunnen lezen. Het helpt dat er ook een vertaling in het Pakistaans bij staat. “Maar nu is Nederlands het belangrijkste”, zegt ze strijdlustig. “Ik ben van plan om de Koran in het Nederlands te

16 VolZin | 14 oktober 2011

273808.indd 4

10-10-2011 11:40:59


lezen om hem zo beter te kunnen begrijpen. Ik wil veel leren over mijn geloof, want het geloof is mijn enige steun in het leven. Een houvast om het leven makkelijker te maken.” De Nederlandse taal is voor haar een probleem. Ze schaamt zich ervoor dat ze nog steeds fouten maakt. Daarom stelt ze het schrijven van haar stageverslag uit. Ze durft de docent niet onder ogen te komen. “Je bent student”, houd ik haar voor, “Je bent nog aan het leren. Denk je dat Nederlandse studenten foutloos schrijven?”

Eindbestemming De angst niet perfect te zijn, zit er bij alle gemotiveerde, intelligente en moedige allochtone studenten diep in. Ze kijken op tegen de Nederlanders. Daarom zoeken allochtonen elkaar ook vaak op in subgroepjes tijdens lessen en projecten. “We begrijpen elkaar beter”, zegt Selma (geboren in Amsterdam-Noord, dochter van een Pakistaanse vader en een Surinaamse moeder). We zijn niet zo direct.” Inderdaad, subtiliteit in de omgang tussen Nederlandse studenten is niet hun sterkste kant. Maar iemand op nalatigheid wijzen, niet nagekomen afspraken, werkt wel effectief. “Wij zijn relaxter”, lacht Selma. Selma is een van de studenten die in Nederland is geboren. Zij is vlot, spontaan, spreekt en schrijft goed Nederlands. Zij groeide op tussen allochtonen, bezocht een zwarte basisschool en middelbare school en kwam op de Hogeschool voor Economische Studies voor het eerst op een witte school. Eindelijk tussen de kaaskoppen. Ze mengt heel makkelijk, maar toch. Vriendschap deelt ze met allochtone studenten. Dit laatste lijkt onvermijdelijk de eindbestemming van de weg die deze studenten afleggen. Ongeacht het land van geboorte, of de geboorteplaats in Nederland. Of ze nu opgroeien in een witte wijk of in een zwarte buurt. Tülay, die als aleviet liberaal is opgevoed, is geboren in Velsen-Noord in een gemengde buurt. Zij bezocht een witte lagere school en middelbare school. Dat geldt ook voor de Turkse tweeling Mavi en Asli, die nu in Oegstgeest wonen. Zij begonnen in Leiden op een witte Montessorischool. Maar alle drie blijven ze hun Turkse cultuur trouw in de taal, muziek en vrienden. ■

Nico Keuning is neerlandicus, docent, biograaf en publicist. Het land van verlangen (235 p., € 17,95) verscheen bij uitgeverij Aspekt. Sommige studenten wilden in het boek anoniem blijven. Zij kregen een pseudoniem. Zoals Nandini, Mavi en Asli, Aamna en Sema. De studenten Tülay, Selma, Farrokh en Mohammed komen onder hun eigen naam aan het woord.

column

mohammed benzakour

Jail or Job Job was intensief in het nieuws. De ene (met s) werd de hemel in geprezen omdat ie de mensheid ‘technologisch beschaafder’ had gemaakt, de ander (zonder s) werd aan de schandpaal genageld omdat ie ‘te beschaafd’ is, en weer een andere (de bijbelse) is van stal gehaald als strijdwapen tegen de onbeschaafdheid. Job is van alle markten. Maar deze laatste Job, de bijbelse, is boeiend. In het Amerikaanse Bay Minette (Alabama) zijn een aantal geestelijken de operatie ‘Restore Our Community’ gestart. De bedoeling is (tenzij de rechter roet in het eten gooit) dat boeven voortaan mogen kiezen tussen celstraf of één jaar kerkbezoek. Aardig idee leek me, jail or Job, bajes of Bijbel, maar het stuitte meteen op weerzin en hoongelach. Een laffe manier van zieltjeswinnerij! Hoezo scheiding van kerk en staat! Schande dat dit bolwerk van kinderverkrachters en bloedgieters zich over onze boefjes ontfermt! Gutgut, de kerk kan ook niks meer goed doen, terwijl het toch echt wel Jezus was die zei dat ‘tollenaars en hoeren’ zullen voorgaan in het koninkrijk Gods. Toch heb ik ook m’n bedenkingen. Want behalve dat de predikanten onbedoeld de indruk wekken dat kerkgang een vorm van boetedoening is, geloof ik niet dat je iemand in de Here krijgt door hem protocollair en bij decreet elke zondag braaf vooraan op de bankjes laat zitten met gekamde haartjes en een net pak. Vraag het aan Wolkers en ’t Hart. Niettemin, lijkt mij de klassikale halleluja zwaaien-metde-armen-liedjes, met gratis hostie en rode wijn toe, veruit verkiesbaar boven de eenzame indolentie van vier lege muren. Was ik een boefje uit Bay Minette, ik wist het wel. Toch zit ik met iets in de maag: de wijn. Dat gegiste druivendrankje schijnt in de conservatieve Alabamakerken een standaard ritueel. Als moslim kan ik Job (Ayub) onstuimig bezingen en bezwaaien, ook Jezus (Isa) can be really my Light, idem Abraham, David, Mozes, de hele eregalerij, prima. Maar dat mooie rooie sapje (‘drink my son, this is my blood’), daarvoor moet de muzelman (wel of geen autodief ) toch vriendelijk bedanken. En dat zit me niet lekker. Het is meedoen of niet meedoen, niet dat halve werk. Daarom roep ik alle moskeeën en synagogen in Alabama op: ‘Gooi óók uw deuren open, bandiet of geen bandiet, ieder zijn koosjere lied.’

14 oktober 2011 | VolZin 17

273808.indd 5

10-10-2011 11:41:05


Opinie

Wees origineel, ga naar de kerk Kerken nu: minder arrogant en spiritueler Kerken staan te boek als collectivistische dwanginstituten waaruit de echte zinzoeker zich dient te bevrijden. De ervaring van Theo Brand is een andere - individualisering ging allerminst aan kerkgangers voorbij. “In tegenstelling tot vroeger vind je maatschappijkritiek en non-conformisme vandaag de dag juist bínnen religieuze instituten.” door Theo Brand

De auteur laat zich op tropisch Mauritius inspireren door oprechtheid, rust en saamhorigheid .

In een huurauto reden we tijdens onze huwelijksreis over het subtropische eiland Mauritius. Na een scherpe bocht zagen we ineens honderden vrouwen met jurken en omslagdoeken in allerlei rode tinten. Langs het water en in het riet zaten ze stil, zongen en mediteerden ze. Het tafereel in de open lucht maakte indruk op ons. Misschien ook omdat het zondagmorgen was. Het confronteerde ons met onze eigen ervaringen van verstilling, gebed en deel uitmaken van een geloofsgemeenschap. Wat me bij nadere beschouwing opviel was een lectuurtafel met tientallen boekjes met titels als The True Path en The Way to Total Satisfaction. Ook cassettebandjes en cd’s werden te koop aangeboden. De vrouw achter de tafel vertelde mij graag over de weg naar God die ze praktiseerde in het voetspoor van de beweging Manav Utthan Sewa Samiti, een jonge geestelijke en sociaal-maatschappelijke stroming uit India. Met de migratie van tienduizenden hindoes uit India naar Mauritius was deze beweging op het eiland terecht gekomen. De vrouw achter de tafel kreeg assistentie. En al snel ontstond een gesprek. Uit welk land wij kwamen? Ik kreeg een boekje toegestopt met achterin adressen van vestigingen en contactpersonen, ook in Neder-

Het mooie van een kerk vind ik de gemeenschap: lief en leed worden er samen gevierd en gedragen

land. Als ik weer thuis was, kon ik daar prima mijn licht opsteken. Het gaf me een warm gevoel. Mensen die oprecht geloven, daar samen gestalte aan geven en ook mij als vreemdeling in geestelijk opzicht het beste gunnen. En dat terwijl ik in Nederland met een grote boog om vergelijkbare - vaak christelijke - lectuurtafels heen loop. Waarom eigenlijk? Want wat is – los van de exotische ambiance en het feit dat het om verschillende religies gaat – nu echt het verschil tussen de ene en de andere lectuurtafel? Vanwaar die weerstand tegen verkondiging als die uit christelijke hoek komt?

Dwang Inmiddels zijn we zes jaar verder. Religie, kerk en geloof zijn collectivistisch en leiden tot dwang. Spiritualiteit daarentegen is persoonlijk en bevrijdend. Althans, dat geluid hoor ik steeds vaker in Nederland. Ik kan me daar ook wel iets bij voorstellen. Maar tegelijkertijd ben ik ervan overtuigd dat geloofsgemeenschappen - kerken of moskeeën – een meer genuanceerde beoordeling verdienen dan deze populaire en dominante gedachtegang. Zeker in een tijd van ontkerkelijking wordt het horen bij een kerk of moskee steeds meer een bewuste keuze. En misschien is - in tegenstelling tot vroeger – maatschappijkritiek en non-conformisme vandaag de dag eerder binnen religieuze instituten te vinden dan daarbuiten. De ontkerkelijking maakt de kerk naar mijn idee minder arrogant, minder vanzelfsprekend en daarmee ook spiritueler. Zoals wij dat in 2005 ervoeren bij de honderden, in rode jurken en doeken gehulde vrouwen langs dat riviertje op het eiland Mauritius: geen dwang, maar rust en saamhorigheid.

18 VolZin | 14 oktober 2011

272939.indd 2

10-10-2011 12:00:15


Individualisering is niet aan de kerkleden in Nederland voorbijgegaan. En bij leden van andere godshuizen zal dat niet anders zijn. Dat maakt dat ook mensen in de kerk op zoek zijn naar echtheid, naar beleving en naar wat van waarde is. Ook zij – of juist zij - zoeken naar waar het in het persoonlijke leven én in de wereld echt op aan komt. Het mooie van een kerk vind ik de gemeenschap: samen maken de kerkbezoekers een kring, staan open voor wat genoemd wordt het mysterie van de Eeuwige, delen brood en wijn, zetten zich in voor mensen – dichtbij en veraf – die hulp nodig hebben. Lief en leed ontmoeten elkaar soms onverwacht. In de geloofsgemeenschap worden ze samen gevierd en gedragen.

Meegeven Nu we zes jaar getrouwd zijn, hebben mijn vrouw en ik samen drie jonge kinderen. Alle drie zijn ze gedoopt. Niet primair omdat ze bij ‘de kerk’ moeten horen, maar wel omdat we in onze kerk verhalen horen over hoop, liefde en vertrouwen. Over ‘de Levende’ die met je mee gaat. Die traditie willen we onze kinderen meegeven – terwijl we beseffen dat alle christelijke woorden en rituelen ook maar benaderingen zijn. Maar naar onze diepe overtuiging wel waardevolle en zinvolle benaderingen, die in de loop van vele eeuwen hun kracht hebben bewezen. De christelijke traditie moet zich niet opsluiten in orthodoxie en ze heeft alle mensen van goede wil als bondgenoot. Maar de kerk mag tegelijk zelfbewust haar eigen verhaal vertellen. En dat is naar mijn smaak een ander verhaal dan een puur geïndividuali-

seerde vorm van spiritualiteit. We mogen als mensen een boodschap voor en aan elkaar hebben. En ook een boodschap voor en aan de wereld. Waar blijf je als christen – maar ook als moslim of hindoe - zonder een wervende uitstraling, zonder missionair elan? Wat is je geloof en je geloofsgemeenschap waard als je niet getuigt van het geloof, de hoop en de liefde die in jou is? Je gunt de mens die op je pad komt – of het nu een vreemdeling is of niet – toch het beste? Ja, die gun je het beste. Maar moet die ander dan ook jouw godsdienst aanhangen? Dat lijkt mij niet de grootste zorg. Zending en missie gaan altijd hand in hand met dialoog en diaconaat. In beide begrippen zit wederkerigheid. Waar je God als de afzender van een gebeurtenis tussen mensen beschouwt, daar mogen alle betrokkenen samen, in verwondering en bescheidenheid, de ontvankelijke partij zijn.

Vrijzinnige vroomheid

Waar blijf je als christen zonder missionair elan? Maar moet die ander dan ook jouw godsdienst aanhangen?

Wat betekent dit inzicht voor de christelijke kerken in Nederland? ‘Orthodoxie zonder vrijzinnigheid verkrampt, vrijzinnigheid zonder orthodoxie verdampt’, zegt de protestantse theoloog en hoogleraar Ruard Ganzevoort. Christenen mogen bewust leven en werken vanuit de eigen geloofstraditie, maar niet zonder openheid naar de cultuur, de mensen en ook andere religies om hen heen. De rooms-katholieke bisschop Gerard de Korte brak onlangs tijdens een inspirerende toespraak voor de Protestantse Kerk een lans voor ‘open orthodoxie’. Voor hem is het de drie-eenheid van Vader, Zoon en Heilige Geest de kern van het christelijk geloof die in alle openheid beleden mag worden. Deze gedachte en de term ‘open orthodoxie’ spreken me aan. Maar we zouden het ook ‘vrijzinnige vroomheid’ kunnen noemen, die kort gezegd draait om de gedachte van God als de ‘Levende die kracht geeft’. Christenen geloven dat deze God nauw verbonden is met de radicale humaniteit van Jezus. Samen maakt dat de goede Geest in mensen wakker. Zo wordt de leer van de drie-eenheid geen christelijke afrastering in een multireligieuze samenleving, maar vooral een doorleefde kwalificatie van hoe menselijk samenleven - in samenhang met de rest van het geschapene - ten diepste bedoeld is. ■ Theo Brand (1972) is politicoloog, publicist en lid van de Protestantse Kerk in Nederland.

14 oktober 2011 | VolZin 19

272939.indd 3

10-10-2011 12:00:18


heilig vuur (4)

Het wonder van Leiden

Van taxigarage tot ­miljoenenpaleis In Rotterdam hebben ze geld uit Dubai nodig, in Leiden brengen ze het geld voor een nieuwe moskee in recordtijd zelf bijeen. Er was een kleine bestuurlijke revolutie voor nodig, maar nu met jongeren aan het roer raakte de bouw van de nieuwe Ittihad Moskee in een stroomversnelling. “We zijn gewoon nuchtere Hollanders.” DOOR Cees Veltman foto’s Jorrit Timmermans en Hielco Kuipers

20 VolZin | 14 oktober 2011

VOL020_20_veltman Heilig vuur.indd 20

04-10-11 14:09


Zelfs buiten wordt het gebedskleed uitgerold.

waar het niettemin tocht als de ziekte en waar de tapijtvloer plat is en hard. Zeker als je er een uur op moet zitten om de gebeden en de volledig in het Arabisch gehouden preek van de gast-imam te kunnen uitluisteren. In de gang, in het piepkleine kantoortje, in kamers boven, overal zit het vol mannen en zelfs buiten op straat wordt een tapijt uitgerold om te kunnen knielen. De vrijdagmiddagdienst is begonnen met een collecte voor de nieuwbouw, een man gaat rond met een grote witte zak. De preek in deze moskee kan over van alles gaan, ook maatschappelijke zaken komen aan de orde, vertelt broeder Rachid Oucharia (34). Maar deze keer gaat het over geduld, dankbaarheid, bescheidenheid, de waarde van relativeren en over hoe je als man het beste een partner kunt kiezen: als zij ‘religie’ heeft, dan is dat al genoeg, dat is meer waard dan haar status en vermogen.

Heimweemoskee Oude Ittihad Moskee: “Broeders kunnen jullie wat naar voren schuiven?”

Af en toe voel ik een hoofd tegen mijn rug of een knie in mijn zij. Het is propvol in de oude Ittihad (Eenheids) Moskee in Leiden-Noord. “Broeders, kunnen jullie wat naar voren schuiven?”, vraagt mijn stevige buurman, Jeroen Hendriks, een bekeerde moslim die dirigerend optreedt in de moskee. Kort voor de dienst had hij, in het piepkleine kantoortje van de uitgewoonde, voormalige taxigarage, nog andere wensen, zoals een Nederlandstalige samenvatting van de preek. Zijn medebroeders hebben er na enig aandringen mee ingestemd. Het is een en al vriendelijkheid en stevig handen schudden in de moskee,

‘Het gebed is straks geen ­core-business meer, want er zal nog veel meer te doen zijn’

Begin 2012 moet de nieuwe Ittihad Moskee worden geopend. Het is een van de circa tachtig moskeeën die in Nederland worden gebouwd, deels ter vervanging van de 450 bestaande. ‘Heimweemoskeeën’ noemde het KRO tv-programma Reporter ze ooit, onder onheilspellende muziek en scheldkanonnades van ongedefinieerde imams tegen ‘ongelovigen’. In werkelijkheid doen jonge enthousiaste moskeebouwers hun uiterste best om zo Nederlands mogelijk te zijn. “Het wordt tijd dat we beseffen dat we gewoon nuchtere Hollanders zijn”, zegt Oucharia. De Nederlandse moskeeën worden niet allemaal door rijke sjeiks gefinancierd zoals Reporter suggereerde. Dat is wel het geval bij de grootste moskee des lands in Rotterdam – door een sjeik uit Dubai – maar niet bij deze moskee. De zevenhonderd gezinnen die de moskee telt, hebben de drieëneenhalf miljoen euro die nodig was voor de bouw grotendeels zelf opgebracht, zo’n drieduizend euro per gezin. En dan gaan er ook nog geregeld mensen naar België en Frankrijk om op markten te collecteren. Dat levert jaarlijks ook nog eens duizenden euro’s op. De Leidse moskee geniet bekendheid als ‘die moderne, professionele moskee met dat jonge bestuur’.

14 oktober 2011 | VolZin 21

VOL020_20_veltman Heilig vuur.indd 21

04-10-11 14:09


Letterlijk alle onderdelen van de nieuwe moskee zijn bekostigd door de moslimgemeenschap. De zestig lampen, de zeventig deuren, de negentig heipalen viermaal zelfs - inclusief inscripties van de namen van de donateurs - tot aan de vierkante meters van de enorme gebedsruimte, ze konden allemaal voor bedragen van tussen tien en honderden euro’s worden gesponsord. Het resultaat is een hypermoderne moskee met aluminium stermotieven voor de ramen om de gemeenschappelijke band tussen islam, christendom en jodendom te symboliseren. De nieuwe moskee heeft zelfs een ondergrondse parkeergarage voor ruim vijftig auto’s. Welke kerk heeft dat? “Dit is een wonder, er zit een boek in”, was het commentaar van de Leidse arabist Maurits Berger.

Ook niet-moslims “Het gebed is straks geen core-business meer, want er zal nog veel meer te doen zijn”, voorspelt Abdelhaq Jermoumi (36) vice-voorzitter van het bestuur van de Nieuwe Moskee in Leiden-Noord. “We wilden geen groot gebouw van bijna vijfentwintighonderd vierkante meter bouwen voor zes mensen. De komende maanden ruimen we zalen in voor cursussen, huiswerkbegeleiding, hulp bij integratie, geestelijke zorg voor zieken en voor deelname aan festivals en evenementen.” De moskee staat open voor iedereen, dus ook voor niet-moslims en niet-gelovigen, zegt Jermoumi: “Iedere buurtbewoner kan straks trots op ons zijn.” Hij is er zelf trots op dat er geen bezwaarschriften zijn ingediend tegen de bouw van de moskee. Waren de coffeeshops, de opvang van daklozen en drugsverslaafden in de jaren tachtig en negentig altijd aanleiding voor bezwaren, nu is dat immers de moskeebouw: “We doen het hier in Leiden dus niet zo slecht met elkaar. Eerder dit jaar vroeg de PVV nog om stillegging van de bouw, maar er is geen reactie op gekomen en wij hebben er geen aandacht aan besteed. Kijk hoe het hier gaat, hoe we met z’n allen samenwerken - we hebben goud in handen. Wat er in politiek Den Haag soms wordt gezegd, wordt dan relatief.”

Rachid Oucharia: “Als moslim behoor je je eigen ­belangen niet te ­laten ­prevaleren boven het ­algemene belang.”

Abdelhaq ­Jermouni: “Iedere buurtbewoner kan straks trots op ons zijn.”

De moskee trekt al tamelijk veel jongeren, maar gaat proberen ook jongeren die voornamelijk op straat rondhangen binnen de muren te krijgen. Jermoumi: “Dat is hun enige kans. Premier Rutte zei dat nog tegen Wilders in de Tweede Kamer.” Tijdens de ramadan in augustus lukte het al aardig. Jongeren die normaal niet in de moskee komen, kwamen lezingen bijwonen over vragen als: ‘wie zijn je echte vrienden’, ‘hoe ga je om met je ouders?’ “In onze gemeenschap is de gezinssfeer heel anders dan in de Hollandse”, legt Jermoumi uit: “Je kunt bijvoorbeeld niet tegen je vader zeggen: ‘Ik ben begonnen met roken.’ Je kunt niet vragen: ‘Als ik niet met roken begin, krijg ik dan geld voor autorijles?’ Dat is taboe. En je vader kan zoiets ook niet betalen. Hij zegt gewoon: nee, je mag niet roken of: nee, je mag geen vriendinnetje hebben. Dus je krijgt stiekem gedoe. Een ander voorbeeld: je vader wil graag dat je naar de moskee gaat. Waarom? Dat kan hij niet uitleggen, maar onze generatie wil dat weten.”

“Wilders is prima” De negatieve sfeer die rond de islam kwam te hangen na 2001, heeft de sleutelstadmoslims dichter bij elkaar gebracht, zegt Jermoumi: “Voor ons is Geert Wilders prima, hij mag nog een tijdje doorgaan. Als over een jaar of tien de luchtbel van de PVV is doorgeprikt, zullen we in Nederland wel weer terugkeren naar juiste proporties met een terechte nadruk op eigen verantwoordelijkheid. De directe Hollandse manier van communiceren is niet slecht voor ons. Onze gemeenschap is wakker geworden.” De jongeren zijn beter opgeleid en doen steeds meer vrijwilligerswerk, op scholen bijvoorbeeld. Jermoumi heeft jongeren meegenomen naar een rooms-katholieke en een protestantse kerk in Katwijk: “Soms is er nog onwennigheid maar we eindigen altijd heel leuk en grappenmakend. Dan praten we ongedwongen over elkaars geloofsbeleving. Die blijkt in essentie niet te verschillen. We geloven immers in dezelfde God. Alleen de uitvoering van het geloof verschilt.” Abdelhaq was nooit zo’n moskeeganger, maar toen hij hoogte had gekregen van de bouwplannen, wilde hij wel iets doen. “Dat was in 2003. Het was een

22 VolZin | 14 oktober 2011

VOL020_20_veltman Heilig vuur.indd 22

04-10-11 14:10


Nieuwe Ittihad Moskee: 700 gezinnen brachten 3 miljoen euro op.

roerige tijd na de aanslagen van 11 september. Iedere keer moesten we ons verdedigen en zeggen wat we allemaal níet waren. We zijn bij nieuwe moskeeën gaan kijken. Onze conclusie was dat er altijd behoefte zal bestaan aan een moskee met meer dan alleen een gebedsfunctie. We hebben met de gemeente en welzijnsinstellingen vastgesteld dat er heel veel initiatieven worden ontwikkeld in Leiden. Taal-, inburgerings- en gezondheidscursussen, sportvoorzieningen - alles is er in principe. Maar onze mensen hebben drempelvrees. Voor een moskee is die vrees er niet, dus: verplaats die initiatieven hiernaartoe.” Het toenmalige moskeebestuur kon de bouwplannen niet uitvoeren, dus namen Abdelhaq en zijn vrienden uiteindelijk plaats in het bestuur: “Dat werkt perfect, dankzij een Hollandse manier van een vereniging runnen met vrijwilligers en door de gemeenschap erbij te betrekken, want het geld moet daar vandaan komen. We hopen begin 2012 de moskee in gebruik te nemen. Het tijdstip hangt af van de hoeveelheid donaties die nog binnen moeten vloeien.”

Sprong De moskee weet ook autochtone Nederlanders te trekken, zoals Jeroen Hendriks (40). “Het was een sprong om moslim te worden”, bekent hij. “Mijn leven veranderde totaal.” Dat moment was tweeëneenhalf jaar geleden. Rooms-katholiek van huis uit, weigerde hij op zijn twaalfde het vormsel omdat hij eerst meer wilde weten van andere religies. Op zijn achttiende

‘De directe Hollandse manier van ­communiceren is niet slecht voor ons, onze gemeenschap is wakker geworden’

‘Jongeren die normaal niet in de moskee komen, wonen lezingen bij over vragen als “Wie zijn je echte vrienden” en “Hoe ga je om met je ouders?”’ was hij “zo hedonistisch als wat”. Hij studeerde bedrijfskunde en flirtte met het boeddhisme. “Tekenen van God” brachten hem na een bezoek aan Marokko in contact met de islam: een Nederlands briefje van tien dat hij totaal onverwacht op het eiland Guadeloupe vond, een bijna fataal auto-ongeluk en een op hem slaande cijfercombinatie op een nummerbord van een zwarte BMW – zijn grote droom – zo pakte God hem bij zijn arm. Ter illustratie pakt Hendriks zijn arm beet. Hij brak daarna met de commerciële foefjes die hij als ondernemer uithaalde. En dit is het resultaat: “Ik heb nu rust en zingeving gevonden. Islam betekent vrede door overgave aan God en zo voel ik het ook. Alsof ik thuis ben gekomen na een lange zoektocht. En ik ben actiever dan ooit.” Hij laat zijn vorig jaar gestarte maandblad Moslim Vandaag zien, de eerste moslimkrant van Nederland (oplage 30.000). De imam van de Ittihad Moskee, Hamid Belkasmi, nu op bezoek in Marokko, schrijft in het nieuwste nummer dat moslimjongeren de wetten moeten respecteren: “Vaak zie je dat de criminele jongeren uit gezinnen komen waar de naleving van de geloofsregels te wensen overlaat.” Moskeeën en islamitische scholen moeten volgens hem veel actiever worden bij de begeleiding van jongeren. De imam beheerst het Nederlands zelf nog niet goed, maar werkt er hard aan. Op de minaret komt een bijzondere verrassing, vertelt Abdelhaq nog. Hij kan het toch niet voor zich houden: “We hopen dat daar een ooievaar op komt nestelen, het symbool van vruchtbaarheid en opstanding. Is dat niet mooi?” ■

14 oktober 2011 | VolZin 23

VOL020_20_veltman Heilig vuur.indd 23

04-10-11 14:11


Annemarie Postma: “Meer, beter, completer, spiritueler. Dat is de mantra van het ego die zo het eindeloze zoeken voedt.”

Zoekt en gij zult niet vinden Annemarie Postma over de tragiek van spiritueel shoppen

“Spiritueel zoeken werkt verslavend”, stelt bestsellerauteur Annemarie Postma. “Je blijft maar sleutelen aan je landingsgestel en hoeft nooit de echte landing in het nu te maken.” Voor wie het zoeken toch niet kan laten, schreef ze een boek: De helende kracht van acceptatie. “De grootste veranderingen ontstaan als je denkt dat er niets meer veranderd moet worden.” Door Annemarie Postma foto’s corbino

24 VolZin | 14 oktober 2011

273487.indd 2

10-10-2011 14:51:45


Voorpublicatie

Onlangs hoorde ik het volgende verhaal. Het ging over de oprichter van een bekende spirituele uitgeverij. Een spiritueel denker en pionier van het eerste uur. Een man die in zijn leven duizenden boeken over spiritualiteit had uitgegeven. Hij had honderden auteurs, goeroes en coaches ontmoet, ontelbare lezingen, symposia en workshops bijgewoond of zelf georganiseerd, alle denkbare zelfontwikkelingsmaterie doorwrocht en zelf ook het nodige op dit gebied gepubliceerd. Hij was inmiddels dik over de pensioengerechtigde leeftijd. Een gezamenlijke kennis vertelde mij dat hij een workshop had bezocht en na afloop verheugd vertelde over het opzienbarende nieuw inzicht dat hij daar had opgedaan. Wat was dat inzicht? Dat het belangrijk was om... te leven vanuit je hart. Aha... Onze gezamenlijke kennis was een tijdje stil en zei vervolgens voorzichtig: ‘Ehm... ja. Maar dat heb je in je ‘spirituele carrière’ van de afgelopen vijfenveertig (!) jaar toch wel vaker gehoord?’

Nog beter en completer Dit verhaal illustreert voor mij nou precies de tragiek van het zoeken. Zoeken is verslavend, een systeem dat zichzelf in stand houdt. Elke keer wordt er weer een nieuwe ‘waarheid’ door de zoeker aangenomen in de hoop dat die er dan voor zorgt dat het zoeken ophoudt. En als hij niet nieuw is, dan gewoon nog maar een keer dezelfde, maar dan in een ander jasje. Zolang je zoekt, geloof je dus dat er iets te vinden valt wat nog beter en completer is dan dit moment. Zo blijf je maar sleutelen aan je landingsgestel, en hoef je de echte landing in het nu nooit te maken. Het paradoxale is dat zolang je zoekt je het voor jezelf onmogelijk maakt iets te vinden. Het kan namelijk heel goed zijn dat je alleen maar oog hebt voor hetgeen je zoekt. Dat je zo gericht bent op wat je denkt te zullen vinden dat je heel waarschijnlijk veel over het hoofd ziet van wat zich dicht onder je ogen ophoudt. Zoeken leidt slechts tot meer zoeken. Werkelijk vinden is alleen maar mogelijk in vrijheid. En die vrijheid ontstaat alleen maar als je jezelf ontslaat als criticaster en recensent van wat er in de realiteit van het nu gebeurt. Het zoeken stopt als je je meningen en weerstand loslaat. Vinden ga je als je niet meer gelooft dat er iets ontbreekt. De grootste veranderingen ontstaan als je niet meer denkt dat er iets veranderd moet worden. Maar vaak moeten we eerst een hele weg afleggen, voordat we er achter te komen dat we eigenlijk nergens heen hadden hoeven gaan, omdat we er al waren. Een zoektocht is en blijft in de kern altijd het vermijden van dit moment. De tocht bevestigt je in de gedachte dat je er nu nog niet bent. Er is echter geen

De ‘bewustzijnsindustrie’ voedt het op hol geslagen denken en houdt die hele zoekbeweging juist in stand toekomst waar het beter zal zijn. Innerlijke vrede, ‘verlichting’, werkelijke bevrijding kunnen alleen maar hier, nu, op dit moment plaatsvinden. En zolang we denken dat we er nu nog niet zijn, leiden we onszelf om de tuin en draaien we rond in kringetjes. Zodra we dat doorzien, valt het zoeken vanzelf weg.

Kracht van het luisteren Een van de meest prachtige verhalen ooit blijft voor mij Siddharta van Herman Hesse. Dit verhaal speelt zich af in India en gaat over de zoon van een brahmaan die, heen en weer geslingerd tussen werelds verlangen en ontzegging van de wereldse geneugten, op zoek gaat naar De Waarheid en zijn ware Zelf. Hij begint zijn zoektocht en trekt daarvoor de wijde wereld in. Als asceet in de bergen mediteert en vast hij, maar vindt de waarheid niet. Zwervend als bedelmonnik hoort hij spreken over de Boeddha, maar ook de grote Meester kan hem de waarheid niet geven. Dan stort hij zich in het volledige mens-zijn en het wereldse. Siddharta wordt koopman, omdat hij bij de courtisane Kamala in de gunst wil komen. Maar ook in het koopmanschap en in de wereld van luxe en rijkdom vindt hij geen bezieling en rust. Hij neemt afscheid van de liefde, de drank en van al zijn bezittingen, wordt opnieuw bedelaar en vervolgt zijn zoektocht. Na vele jaren komt hij opnieuw uit bij de grote rivier waar hij zijn zoektocht aanvankelijk ooit startte. Ook ontmoet hij daar opnieuw de veerman Vaseduva. Hij blijft daar en leert van de Vaseduva de kracht van het luisteren. Luisteren naar de ander, naar zijn innerlijke stem en naar de stroom van de rivier en van het leven. Uiteindelijk vindt hij het geluk na jarenlange omzwervingen dus op een totaal onverwachte plek: in zichzelf, bij zichzelf, met zichzelf.

We naar binnen In het verhaal wordt zo mooi duidelijk dat we eerst op weg moeten gaan om er vervolgens achter te komen dat we om bij dat innerlijke gevoel van vreugde en harmonie te komen niet de weg naar buiten maar de weg naar bínnen moeten gaan. Dat we alles wat we zoeken in feite al zijn. We zijn liefde, we zijn spiritualiteit, we zijn geluk. En nog belangrijker: we hoeven onszelf niet te zoeken want we zijn onszelf toch immers al? Toch zijn we geneigd alles wat we zoeken altijd overal te zien - behalve in onszelf. Daarom zoeken we alles zo ver mogelijk bij onszelf vandaan en

14 oktober 2011 | VolZin 25

273487.indd 3

10-10-2011 14:51:47


projecteren we alles wat we denken nodig te hebben op anderen. We stellen vaak anderen verantwoordelijk voor ons geluk en welzijn. Of geven omstandigheden en gebeurtenissen de schuld van ons ongeluk en onvervuld zijn. Dat heeft in basis te maken met twee dingen. Het geluk van het heden is zó onder handbereik dat we het vaak nauwelijks als werkelijk ervaren. Want iets wat zo dichtbij is kan onmogelijk waar zijn of waarde hebben. We zijn vaak hermetisch afgesloten van de vervulling van het moment omdat we niet in het hieren-nu zijn. Het tweede is: gebrek aan verantwoordelijkheid. We hopen dat iets of iemand buiten onszelf ons op een dag zal geven wat we nodig hebben om echt gelukkig te kunnen zijn. We hopen op de magische verlossing (of oplossing) van buitenaf. Dat we op een goede dag op een wonder stuiten dat de eeuwigdurende verzadiging zal brengen. Als we niet oppassen verliezen we ons in die naïeve veronderstelling en houden we onszelf dus gevangen op een dwaalspoor. Want dat innerlijk gevoel van vreugde is gewoonweg niet van buitenaf te verkrijgen. Op die manier blijven we zoeken. Af en toe zullen we misschien dénken ‘het’ gevonden te hebben, om daarna toch steeds weer teleurgesteld te raken. In onszelf, het leven, God en de mensheid.

Zoals ik geloof in de liefde Geloof jij in God?” Wordt mij regelmatig gevraagd. Dan zeg ik: Ja, net zoals ik geloof in liefde. Maar God is - net als liefde, geluk en spiritualiteit - niet iets wat je buiten jezelf kunt ervaren. Je kunt namelijk niet iets herkennen wat geen weerklank vindt in jezelf. Hoe

Wil je liefde in je leven? Word dan eerst zélf liefdevoller kun je liefde en waarheid herkennen als deze nog ontbreken als fundamentele aspecten van jezelf? Daarbij: je kunt niets aantrekken wat je zelf niet bent. En je kunt niets ontvangen wat je niet eerst zelf in staat bent te géven. Dit is een belangrijke universele scheppingswet waarover oude spirituele tradities het al hadden. Wil je liefde in je leven? Word dan eerst zélf liefdevoller. Zoek niet naar die eeuwigdurende liefde maar besluit - ongeacht of iemand in je leven blijft of gaat - te blijven liefhebben. Heel veel mensen zoeken God - net als liefde, geluk en spiritualiteit - buiten zichzelf. Dit maakt ze niet alleen onmenselijk maar hiermee doen ze ook afstand van hun eigen macht, kracht en verantwoordelijkheid. Mijn Tibetaanse vriend Tulku Lama Lobsang zegt hierover: “Tegenwoordig is men op zoek naar goddelijkheid. Waarom zou het nodig zijn om te zoeken naar iets dat altijd en overal aanwezig is? Je zoekt naar God omdat je je er niet van bewust bent dat God altijd bij je en in je is. Goddelijkheid is de belichaming van eeuwig geluk en in ons allen aanwezig. Het is een teken van onwetendheid om naar God, die alles doordringt, op zoek te gaan.”

Denkbeeldige toekomst Hoe meer we het denken observeren, des te meer we gaan herkennen hoezeer het gericht is op een leven in een denkbeeldige toekomst waarin we wel tevreden

Maak kans op gratis boek Annemarie Postma (1969), schrijft al meer dan vijftien jaar spirituele boeken en is een van de best verkopende Nederlandstalige spirituele auteurs. Haar boeken worden ook buiten onze landsgrenzen gelezen. Postma studeerde rechten en was jarenlang professioneel fotomodel ondank haar zichtbare handicap: al meer dan dertig jaar zit ze in een rolstoel. “Problemen zie ik als een uitnodiging tot innerlijke groei”, zei ze vorig jaar in een interview in VolZin. Onlangs verscheen haar nieuwste boek: De helende kracht van Acceptatie. VolZin deel tien exemplaren van dit boek uit onder haar lezers. Wilt u kans maken op een gratis boek, stuur dan een kaartje met uw naam en adres naar Redactie VolZin, Postbus 9435, 3506 GK Utrecht.

26 VolZin | 14 oktober 2011

273487.indd 4

10-10-2011 14:51:51


met onszelf zijn, de rust en het echte geluk ervaren. Onze aandacht is daardoor nooit echt vrij voor het huidige moment. We zijn altijd druk en bezig met sleutelen aan het moment, of werken aan iets in de toekomst. Op dit concept draait inmiddels een hele ‘bewustzijnsindustrie’. Het is eigenlijk een industrie die het op hol geslagen denken voedt en de hele zoekbeweging in stand houdt. Het lastige van het zoeken is dat we niet zien dat we intussen nog steeds vertrekken vanuit het perspectief van het ego. Kijk maar: we willen iets verbeteren aan onszelf en in ons leven. We willen van iets af - of we willen iets wat er nog niet is. We willen ons ‘heler en completer voelen’. We willen verandering en ontwikkeling. Het ego haalt helemaal geen voldoening uit acceptatie van het hier en nu, het kijkt steeds naar de toekomst, het volgende moment, het moment daarna en dáárna. Ooit, op een dag, als ik dat heb bereikt, dan pas heb ik rust, dan ben ik gelukkig. Als ik die ideale partner heb die me helemaal ziet zoals ik ben, iets meer geld verdien, dat succes en die erkenning heb en eindelijk dat huis onder de Spaanse zon. Maar die dag komt natuurlijk niet. Meer, beter, completer, spiritueler; het is de mantra van het ego die zo het eindeloze zoeken voedt. Wie zoekt blijft zoeken, wie streeft blijft streven. Dat komt omdat de zoektocht nog steeds in dienst staat van de weerstand tegen dat wat is.

Extra waakzaam Zeker als we ons op het spirituele pad begeven, kan dit verzet, deze weerstand zich steeds geraffineerder en subtieler manifesteren. De weerstand is er net als bij ieder ander, maar iemand die zich op het spirituele pad begeeft kan hier vaak interessantere woorden aan geven en op die manier heel gewiekst rationaliseren en vergoelijken. Niet in het hier en nu zijn, maar mentaal ergens anders zijn dan waar je lichaam is, zoeken en streven naar een doel in de toekomst, dat is wat ego is. Het doel van spirituele mensen is niet een andere baan of groter huis maar ligt veel verder weg, zelfs voorbij al het aardse gebeuren: verlossing, verlichting, onsterfelijkheid, dat is hun doel. “Whatever you do to be free from the self also is a self-centered activity”, luidt een mooie uitspraak van Krishnamurti. Spirituele doelen vragen dus om extra waakzaamheid en oplettendheid. Want vaak is wat we doen onder de nobele noemer spiritualiteit niet veel meer dan een gemuteerde vorm van verzet en manipulatie, en daarmee een weg die ons eerder verder van huis brengt dan dichterbij. ■ Annemarie Postma, De helende kracht van acceptatie, Bruna LeV, 225 blz., € 16,95. Bovenstaand artikel is een licht bewerkte

column

willem van der meiden

Hoppen De Haagse Diaconie sprak er al in de achttiende eeuw schande van. Er bleken mensen te zijn die van bedeling afhankelijk waren, maar op slinkse wijze van verschillende walletjes aten. Sjoemelen met de broodverstrekking, onder de naam van overledenen turf of bier ophalen of bij verschillende uitdeelpunten van voedsel in vermomming meer porties inslaan – daar hadden de armenzorgers van toen geen goed woord voor over. Het is een verschijnsel van alle eeuwen. Wie het een beetje slim aanpakt, kan goed aan zijn eten komen door de verschillende maaltijdprojecten van Haagse kerken en kerkelijke organisaties af te lopen. En ondanks de hechte administratie van de Voedselbank lukt het een enkeling ook daar meer te krijgen dan een ander. Neem het ze maar eens kwalijk. Overleven in de grote stad vergt creativiteit en een elastieken ethiek. Iets eenders deed zich enkele jaren geleden voor bij een groot uitvaartcentrum. Het begon het personeel van deze instelling op te vallen dat één man wel erg regelmatig aanwezig was bij begrafenissen en crematies. Toen ze erop gingen letten, bleek hij vrijwel geen plechtigheid over te slaan. Hij ging na afloop ook netjes condoleren en deed zich dan tegoed aan de spijs en drank die werden aangeboden. De werknemers gingen met hem in gesprek – hij deed niets strafbaars – en vonden hem aardig en wellevend. Hij leefde mee met alle nabestaanden en zijn condoleances wekten nooit argwaan. Hij was een vurig pleitbezorger voor variatie in het horeca-aanbod, want de overdosis cake had zijn gebit geruïneerd. Of neem de Utrechtse promotiehopper. Altijd was hij present in de Utrechtse senaatszaal, of het nu ging om de geheimen van rechtsdraaiend melkzuur of om levensheiliging in de geloofsleer van Abraham Hellenbroek. Na afloop ging hij feliciteren om vervolgens in hoog tempo een bres te slaan in de versnaperingen. Ik kwam hem wel eens tegen en stond versteld van zowel zijn inneemvermogen als zijn ongekende eruditie. Ik begreep allengs waar die vandaan kwam. Want toen ik hem eens vroeg of hij zelf niet aan promoveren dacht, verschoot hij van kleur en vertelde schuchter dat hij zijn middelbare school nooit had afgemaakt. Hij had altijd van een uitkering, geleende kennis en receptiewijn geleefd. Hij is niet oud geworden.

passage uit het boek. 14 oktober 2011 | VolZin 27

273487.indd 5

10-10-2011 14:51:55


interview

Harry Kuitert schrijft zijn geestelijk testament:

‘Nee, nee, nee! Ik geloof niet in God’ “God is een gedachte van mensen.” Met dit inzicht bevrijdde Nederlands best verkopende en meest omstreden theoloog Harry Kuitert (86) zichzelf van “een hoop trammelant en gespletenheid”. Met de eindigheid van zijn leven heeft hij nu vrede gevonden. Maar nog altijd ervaart hij troost in ‘christelijke dingen’. “Poëzie! Poëzie! Daarin ontmoet je de kracht van de taal. “ Door jan van hooydonk foto’s stijn rademaker

“Of ik na dit boek nog aan een nieuw boek begin? Ik wil in ieder geval niet niets doen. Dat kan ik niet, daar word ik ziek van. Maar eerst heb ik nu een stapel Engelse gedichten klaarliggen om te vertalen. Ook dat vind ik prachtig werk! Het zou dus zo maar kunnen zijn dat dit boek mijn geestelijk testament is. In ieder geval plaats ik hiermee mijn handtekening onder alles wat ik tot nu toe geschreven heb. Hier sta ik voor. Hier ga ik niet voor uit de weg.” ‘Alles behalve kennis’ luidt de titel van het lijvige boek van theoloog Harry Kuitert dat deze week verscheen. Een boek zoals zijn lezers van hem gewend zijn: de ingewikkelde materie wordt glashelder uiteengezet, er is moeilijk een stok tussen te krijgen en wie anders denkt dan de auteur krijgt te horen dat hij ‘niet logisch’ denkt en wordt met milde spot terechtgewezen. ‘Afkicken van de Godgeleerdheid en opnieuw beginnen’, dat is wat de 86-jarige auteur – Nederlands best verkochte, maar ook meest omstreden theoloog – volgens de ondertitel met dit boek beoogt.

Niet van kennis Theologie levert kennis op over ‘een wezen genaamd God’. Zó hebben de godgeleerden het de eeuwen door gezien. En zo zien de meesten van hen het nog steeds. Maar die gedachte klopt niet, zegt Kuitert. “Alle spreken over Boven komt van Beneden, ook de uitspraak dat het van Boven komt”, aldus de beroemde oneliner waarmee hij reeds jaren terug de centrale idee achter zijn visie op de christelijke geloofsuitspraken verwoordde. Nu trekt hij de consequentie voor de theologie: die levert geen kennis op over God als ware God een realiteit buiten ons, maar informeert over

wat mensen over zichzelf denken en zeggen wanneer ze over God spreken. Nog zo’n stelling waarover de theologen het altijd eens zijn geweest: “Kennis gaat over wat bestaat, anders noemen we het fictie.” Dus meenden ze dat God bestond, want ze hadden er kennis van. Kuitert kwam een tijd geleden al tot precies de tegenovergestelde gevolgtrekking: ‘God is niet van kennis, maar van verbeelding.’ Hij weet nog precies wanneer. “Dat was in 2000, toen ik voor het boek Kennismaken met Kuitert een interview met mezelf schreef. Ik zette mijn gedachten nog eens op een rij en stootte daarbij op iets wat ik me van tevoren nooit gerealiseerd had: Van alle christelijke leerstellingen mocht je zeggen dat het tijdgebonden voorstellingen zijn die mensen van hun geloof maken. Maar waar ik tot dan toe geen vraag bij gesteld had, was het idee van God zelf. Dat is vandaag voor de meeste gelovigen nog zo: Schepping, zondeval, zoon van God, al die leerstukken mag je als christen met een korrel zout nemen, maar van de idee daarachter moet je afblijven. Toen, in 2000, dacht ik voor het eerst: maar waar komt God eigenlijk vandaan? Die is toch niet zo maar uit de hemel komen vallen? Ik ging steeds verder terug in de geschiedenis van de godsdiensten en kwam tot de conclusie: eerst waren er mensen, toen religies en goden, en toen was er God. Anders gezegd: God is een gedachte van mensen. Ik vind dat nog altijd een zeer bevrijdend inzicht. Dit inzicht verloste me van een hoop trammelant en gespletenheid. Het bezorgde me een onbevangen blik tegenover de werkelijkheid om ons heen. In mijn ogen is dat iets wat veel godsdienstige mensen missen. Ze moeten kijken met de bril die ze opgezet gekregen hebben.” Een onbevangen blik dus. Of is het wellicht zo dat Kuitert de christelijke bril simpelweg vervangen heeft door een andere? Met als resultaat een ander soort bevangenheid. Die suggestie wijst hij resoluut van de hand: “Zegt u me maar: welke dan? Nee, ik heb geen andere bril opgezet. Een mens beschikt over een veelheid van gezichtspunten waarmee hij naar de werkelijkheid kijkt, en die gezichtspunten veranderen ook nog eens naarmate je ouder wordt. Een mens denkt niet vanuit één centraal gezichtspunt. Bij mij is dat in ieder geval niet zo.”

28 VolZin | 14 oktober 2011

273403.indd 2

10-10-2011 11:20:11


Harry Kuitert: ‘Ik houd van het christendom de humanitaire cultuur over. Pas wanneer het absolute uit de godsdienst verdwijnt, is de oorlog afgelopen en zijn de mensen veilig’ 14 oktober 2011 | VolZin 29

273403.indd 3

10-10-2011 11:20:14


‘In de kerk moet je terecht kunnen als je in de knoop komt met het verlies van je waarheden’ Liever kappen Even resoluut is hij in de afwijzing van de kritiek dat hij God in het denken opgesloten heeft, dat er boven ons denken uit wel degelijk een werkelijkheid kan bestaan die de mensen God noemen. Al denkende stuiten we toch op de grenzen daarvan? Op die tegenwerping heeft hij ‘een simpel antwoord’: “Wat ons denken te boven gaat, denken we niet. Meer dan ‘denksels’ – dat woord is van de filosoof L.M. de Rijk – hebben we in onze kop niet tot onze beschikking. Ook de suggestie dat er voorbij of achter het denken ‘iets’ is, is dus een denksel. Het zijn altijd weer mensen die dat zeggen. Mensen mogen van mij ‘alles’ geloven, maar het is daarmee gesteld zoals ik met de titel van mijn boek aangeef: geloven is alles, maar wel: alles behalve kennis.” Klaas Hendrikse gaf zijn geruchtmakende boek de titel mee ‘Geloven in een God die niet bestaat’. De predikant werkt daarmee een misverstand in de hand, meent Kuitert. Hendrikse houdt ten onrechte aan God vast als een centraal oriëntatiepunt. Zelf gelooft hij niet in God, ook niet in eentje die niet bestaat. Stellig: “Nee, nee, nee, ik geloof niet in God. Als het gaat over ‘een wezen genaamd God’ met alle eigenschappen die daaraan toegedicht worden, zeg ik liever: kappen! Ik geloof niet in God, maar ‘ik geloof in ménsen’, heb ik ooit voor de NCRV gezegd. (Die zeggen dat nu zelf ook). Waarom? In mensen zit eigenlijk het enige grote raadsel dat ik mij kan bedenken: mensen kunnen

hun leven onder woorden brengen. In het bijbelse taalgebruik heet dat: scheppen. ‘In den beginne was het woord en het woord was bij God en het woord was God’, zegt het Johannesevangelie. Het zijn ménsen die dat woord spreken. Daarom zeg ik: niet God is het woord, maar het woord is God. Mensen scheppen met hun woorden zichzelf en hun wereld.” Geen gelovige dus, maar nog wel christen? “Een seculiere christen dan”, antwoordt hij. “Ik houd van het christendom het belangrijkste over, namelijk alles wat het christendom aan humanitaire cultuur gebracht heeft en nog brengt. Dat wil ik graag in stand houden en daar vecht ik voor. Maar ik vecht niet voor leerstellingen. Die hoeven niet. Al die zogeheten waarheden leiden alleen maar tot oorlog. Pas wanneer het absolute uit de godsdienst verdwijnt, is de oorlog afgelopen en zijn mensen veilig.”

Genadeklap Kuiterts marsrichting is en blijft: van beneden naar boven. Een godgeleerde die daar radicaal anders over denkt, is Karl Barth (1881-1968). Geen theoloog krijgt in Alles behalve kennis dan ook zoveel bladzijden toegemeten als Barth. Een derde van het boek handelt over hem. “Een uiterst interessante man”, oordeelt Kuitert over de Zwitser die door velen beschouwd wordt als de grootste theoloog van de twintigste eeuw – misschien nog wel van meer eeuwen, als we zijn volgelingen mogen geloven. “In Karl Barth bereikt de protestantse theologie haar culminatiepunt, maar slaat ze ook over de kop en krijgt ze de genadeklap.” ‘Genadeklap’, Kuitert permitteert zich hier een grapje. Want inderdaad: als geen ander voor hem beklemtoont Karl Barth de genade. Niet mensen zoeken God, zegt Barth, maar God zoekt mensen. God openbaart

MEEST GELEZEN EN OMSTREDEN THEOLOOG Harminus Martinus (Harry) Kuitert (Drachten, 1924) is Nederlands meest gelezen en omstreden theoloog. Als jong gereformeerd predikant in Zeeland maakte de Watersnoodramp (1953) een onuitwisbare indruk op hem. Van 1967 tot 1989 was hij hoogleraar ethiek aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en lid van de Gezondheidsraad. Na zijn pensionering keerde hij terug tot zijn oude liefde, de systematische theologie. Met toenemende radicaliteit ontwikkelde hij de stelling dat religie een menselijke constructie is. In zijn deze week verschenen boek Alles behalve kennis (Ten Have, 304 blz., € 19,95) trekt hij de consequenties voor de theologie. Harry Kuitert woont in Amstelveen. Hij is getrouwd, vader van vier kinderen, van wie er een overleden is. Hij heeft vier kleinkinderen en twee achterkleinkinderen.

30 VolZin | 14 oktober 2011

273403.indd 4

10-10-2011 11:20:17


zich in zijn Woord aan mensen als een genadige God; mensen zijn door God al gevonden, of ze Hem nu zoeken of niet. Kuitert: “Het eigenlijke verraad van de mens bestaat er voor Barth in dat je als mens zelf op pad gaat.” Zie daar waar de theologie-van-boven-naar beneden toe leidt: “Barth schakelt de mens uit, hij loopt de mens overhoop.” Barth schreef er een meter over vol. Kuitert heeft diens Kirchliche Dogmatik nog eens ‘met plezier’ gelezen. En bleef met de levensgrote vraag zitten: Hoe weet Barth dit allemaal zo precies? Het antwoord moet volgens hem wel zijn dat “Barths denken over God volgens Barth zelf kennelijk niet het denken van Barth is maar het denken van God in Barth”. Met als kwalijke consequentie: wie het oneens is met Barth, is ongehoorzaam aan het Evangelie.

Afkickcentrum Barth heeft grote invloed gehad binnen de protestantse kerken, ze zijn nog altijd niet van zijn erfenis af. De gevolgen zijn ernaar. “De kerk acht zich op grond van Barth ontslagen van de plicht om haar opvattingen en gedragingen tegenover de buitenwacht te verantwoorden. God hoeft en kan immers niet verantwoord worden, leert Barth. Maar wie zich niet meer verantwoordt, wordt een betweter eerste klas. Gelovigen die zo denken, worden arrogant. ‘De kerk heeft een woord voor de wereld’, zeggen ze. Wat ze niet zien dat de kerk zelf een deel van de wereld is, een historische grootheid en niet van bovenaf gedropt.” Betekent deze kritiek dat Kuitert de kerk geheel afschrijft? Dat toch niet. Maar het liefst ziet hij kerken omgevormd tot zingevingscentrum en afkickcentrum. “Ik bedoel daarmee dat mensen in de kerk hun toevlucht mogen zoeken als ze in de knoop komen met het verlies van waarheden. De kerk zou hen kunnen helpen om af te komen van de verslaving aan geloof als kennis. Heel pastoraal dus.” Het is al gezegd: zelf heeft Harry Kuitert het verlies van de oude zekerheden vooral als bevrijding ervaren. Niettemin kent hij heel wat mensen voor wie het afleggen van het oude geloof, om met de dichter Jan Eijkelboom te spreken, niet alleen neerkwam op het uitdoen van een jas, maar ook van hun huid. Zulke mensen gaan hem zeer ter harte. “Dat is iets dubbels in mij. Je wilt de mensen voor die pijnlijke ervaring bewaren en tegelijk haal ik ze onderuit. Ik kan daar weinig aan veranderen. Ik ben als wetenschappen niet ingehuurd om iedereen naar de mond te praten.” Hoe lang de kerk nog zal duren? Hij weet het niet. Reeds is er een generatie opgegroeid die van geloof en kerk weinig meer weet. En de volgende generatie zal nog minder weten. “Mijn dochter vraagt me dan: ‘vind je dat erg?’. Nee, dat vind ik helemaal niet erg. Ik

‘Poëzie schept een ander soort waarheid dan kennis. Geloven is ook: onder de indruk zijn van verbeelding’ wil weten waar mijn kinderen en kleinkinderen voor staan. Ik zie dat ze staan voor inspringen voor elkaar en voor rechtvaardigheid. Als ze dat in hun vaandel voeren, ben ik heel blij dat ze zo door het leven gaan.”

Grafschrift “Wij hebben als christenen verleerd met de dood in het reine te komen. We gokken immers op het eeuwige leven”, analyseert Kuitert. Het geloof in hemel en hiernamaals heeft hem verlaten. Der dagen zat is hij intussen nog allerminst. Hij zegt het de Prediker – zijn favoriete bijbelboek - na: “Ik ben er nog, ik kan niet alles hebben, ik ben verheugd dat ik de lucht opsnuif.” Van de dichteres Emily Dickinson heeft hij geleerd dat sterven maar even is. “De eigenlijke dood zijn eerder de angsten die je hebt voor je dood gaat. Ik probeer daar mee in het reine te komen. Vrede krijgen met mijn eindigheid: dat is wat ik op dit moment doe en ook kan. En tegen de tijd dat ik ga sterven, denk ik dat ik er ook wel aan toe zal zijn. Dan vecht je niet meer tegen de dood, maar je denkt: het is goed geweest, laat maar.” ‘Hij is een God van levenden, niet van doden.’ Bij een vorig gesprek, in 1999, vertrouwde Harry Kuitert me toe deze tekst wel op zijn grafsteen te willen hebben. Nu zegt hij: “Ash to ashes. Als ik op de brandstapel kom, blijft er een beetje as van me over, that’s all.” Op zijn graf hoeft geen grafschrift. Maar op het graf van zijn dochter – “zij werd ons in 1984 op 26-jarige leeftijd ontfutseld. Ik zie nog altijd die stralende jonge vrouw voor me” – heeft hij wél een tekst laten beitelen. Van de dichter Achterberg: ‘God werd van haar de gemakkelijke vinder en dat gezelschap zal voor eeuwig zijn’. Die woorden geven hem troost. Zoals zoveel ‘christelijke dingen’, de psalmen niet in de laatste plaats, hem troost geven. “Poëzie! Poëzie! Daarin ontmoet je de kracht van de taal. De kracht van de taal hoort bij het wonder van het mens-zijn. Het is de taal die het doet. Poëzie schept een ander soort waarheid dan kennis. Geloven is ook: onder de indruk zijn van verbeelding. What makes Sammy run? Dat zijn toch onze voorstellingen.” ■

14 oktober 2011 | VolZin 31

273403.indd 5

10-10-2011 11:20:18


274693.indd 32

10-10-2011 10:14:33


dichterbij Jannetje Koelewijn

Samengebalde heimwee door Bert van der kruk foto Merlijn Doomernik

Jannetje Koelewijn (Amsterdam, 1959) schreef De hemel bestaat niet, over het leven van mijn ouders (uitgeverij Atlas, 286 blz., € 19,95). Ze werkte twaalf jaar bij Vrij Nederland en is sinds 1997 redacteur van NRC Handelsblad.

O Haupt voll Blut und Wunden (fragment)

O hoofd vol bloed en wonden, bedekt met smaad en hoon, o hoofd zo wreed geschonden, uw kroon een doornenkroon, o hoofd eens schoon en heerlijk en stralend als de dag, hoe lijdt Gij nu zo deerlijk! Ik groet u vol ontzag.

Paul Gerhardt (1607-1676),

“Het is uit eerbetoon aan mijn vader dat ik dit gedicht kies. Ik heb hem dat verteld en hij vindt het geweldig. ‘Het is het enige gedicht dat je kunt kiezen’, zei hij. De tekst vind ik vrij hysterisch, sorry hoor. Het bejubelen en bezingen van het lijden in het christendom heeft iets heel raars. Het gedicht roept dus afkeer bij me op, maar de melodie van O Haupt voll Blut und Wunden ontroert me. Elke keer als ik het lied hoor, moet ik huilen. Het werd gezongen bij de begrafenis van mijn oma naar wie ik vernoemd ben, Jannetje van de Geest. Dat was in 1983. Mijn vader moest huilen, en dat terwijl hij nooit huilt. Heel dubbelhartig dacht ik meteen: stop daar alsjeblieft mee! Tegelijk vond ik het prachtig dat hij huilde. Zijn emotie emotioneert mij – daar komt het op neer. Een paar jaar later, ik was net journalist geworden bij Vrij Nederland, mocht ik met het Koninklijk Concertgebouworkest mee op reportage. In veertien dagen heb ik veertien keer de Matthäus Passion van Bach gehoord. Een van die keren heb ik mijn vader meegenomen. Hij zat zich blind te ergeren aan het applaus dat tussendoor klonk en zat mensen de les te lezen. En hij ging meezingen, waarop de anderen geërgerd naar hèm omkeken. Het was hilarisch, maar ook ontroerend. Als de Matthäus wordt uitgezonden, belt hij me meteen op, zet de radio keihard en vraagt: weet je wat je nu hoort? Mijn vader is een rare, paradoxale man. Een boer en visser in het diepst van zijn DNA. Hij is zoon van een gereformeerde politieman en kleinzoon van een Spakenburgse visser. Een heel wonderlijk mengsel: een ouderwets gereformeerde man die tegelijk heel modern was. Hij heeft zich enorm ontwikkeld en wilde vooruit komen in het leven. Alles proberen, altijd streven, maar ondertussen niet doorhebben hoe moeilijk hij daarmee voor zijn omgeving was. Dat is het tragische, het is typerend voor hem, maar ook voor de tijd waarin hij leefde. De tijd is zo snel verstreken: twee generaties geleden leefden mensen in het dorp nog in diepe, doffe armoede. Zo snel kan een mens niet mee evolueren.

vertaling J.W. Schulte Nordholt

Hij zal het zelf waarschijnlijk niet zo formuleren, maar ik denk dat dit lied de samenballing is van zijn heimwee. Heimwee naar het geloof en naar de veiligheid van het verleden. En naar het dorp. Tegelijk heeft hij van dat dorp een enorme afkeer. Hij is woedend op familieleden en kaffert ze uit waar ze bij zijn. Zij hem trouwens ook; ze houden in het dorp van ruzie. Die paradox is mijn vader ten voeten uit. Hij heeft altijd getwijfeld aan zijn geloof, al ben ik daar pas achter gekomen toen ik hem voor mijn boek ben gaan interviewen. Daardoor heeft zijn geschiedenis ook iets zieligs. Ik heb soms zó met hem te doen, dwars door alle irritatie heen. Hij kon er niet helemaal in meegaan, in dat geloof. Maar hij kon het ook niet achter zich laten, zoals ik heb gedaan.”

14 oktober 2011 | VolZin 33

274001.indd 33

10-10-2011 12:00:43


boeken DOOR PETER NISSEN

PHILIP JENKINS HET VERGETEN CHRISTENDOM. DE DUIZENDJARIGE BLOEITIJD VAN DE KERK IN HET MIDDEN OOSTEN, AZIË EN AFRIKA Nieuw Amsterdam, 320 blz., € 22,95

Verborgen bloei van het christendom

Coen Rood

In de gangbare westerse voorstelling van de geschiedenis van het christendom veroverde deze godsdienst, ontstaan in het MiddenOosten, eerst het Middellandse Zeegebied, vervolgens West- en Oost-Europa en van daaruit, door kolonisatie, missie en zending, de rest van de wereld. Dat wordt doorgaans als een doorgaande ontwikkeling gezien, met alleen maar groei. Hoe beperkt en misleidend dit beeld is, laat de religiewetenschapper Philip Jenkins zien in zijn boek over het vergeten christendom van het Oosten. Daarmee wordt niet het Byzantijnse of oosters-orthodoxe christendom bedoeld, dat de Slavische wereld veroverde, maar het christendom van de oriëntaalse kerken. Zij dragen namen als jakobieten en nestorianen, doorgaans door tegenstanders bedacht, maar toch zo ingeburgerd dat ook Jenkins ze maar gebruikt, al is hij zich bewust van hun ontoereikendheid. Naast de werelden van het Latijnse en het Byzantijnse christendom was er tot ver in de Middeleeuwen nog een derde christelijke wereld: die van de oriëntaalse kerken in het Midden-Oosten, Noord-Afrika (vooral Egypte) en Azië. In de elfde eeuw woonde waarschijnlijk een derde van alle christenen in Azië. Daar bloeide een christendom met een eigen theologie, spiritualiteit, liturgie, kunst, kloosterleven en bestuursvorm. De patriarch of katholikos van het Oosten was in de vroege Middeleeuwen machtiger dan de paus van Rome. Er waren nestoriaanse metropolieten tot bij de Kaspische Zee en in Turkestan, Tibet, India en China. Christenen gingen daar een vruchtbare dialoog aan met andere culturen en religies. Dit oriëntaalse christendom verdween niet, zoals in het Westen vaak wordt gedacht, met de opkomst van de islam. Integendeel, islamitische heersers tolereerden en respecteerden de oriëntaalse christenen en maakten dankbaar gebruik van hun kennis en ervaring. Toch ging het christendom aan het eind van de Middeleeuwen daar verloren, door een combinatie van factoren. Jenkins laat zien dat godsdiensten ook kunnen verdwijnen. Met zijn boek wil hij voorkomen dat het oriëntaalse christendom ook uit ons collectieve geheugen verdwijnt. En hij verbindt er een actuele boodschap aan: de Arabische lente zou er wel eens toe kunnen leiden dat christenen het binnenkort in het Midden-Oosten nog moeilijker krijgen dan nu en dat zij, net als andere religieuze minderheden, uit een land als Syrië verdreven worden. “De vernietiging van een belangrijke geloofstraditie (…) is een onvervangbaar verlies voor de menselijke ervaring en cultuur”, aldus Jenkins. De auteur, hoogleraar aan Pennsylvania State University, verstaat de kunst om zijn kennis van de geschiedenis van het christendom met een breed publiek te delen en er soms een verrassende wending aan te geven, zoals hij ook in eerdere boeken heeft getoond. Hij is duidelijk enthousiast over het christendom van het Oosten, dat wellicht ook voor hem lang een verborgen wereld was. Hij wil dat enthousiasme delen met zijn lezers. Dat gaat wel eens ten koste van de kritische lezing van de historische bronnen en ook valt hij regelmatig in herhaling. Maar dat doet weinig af aan de verdiensten van dit boek, dat voor velen een eerste kennismaking zal zijn met een vaak vergeten vorm van christendom.

Op 23 april 1942 kreeg de joodse Coen Rood (1917) een oproep om zich te laten keuren voor een werkkamp. “Hoewel ik als kleermaker behoorlijk werk had”, moest hij er wel gehoor aan geven. Drie jaar lang werd hij van kamp naar kamp gesleept. Hij overleefde op het nippertje.

ONZE DAGEN. HERINNERINGEN AAN DE JODENVERVOLGING

Boom, 408 blz., € 24,90

Annet Mooij DAG IN, DAG UIT. EEN JOURNALISTIEKE GESCHIEDENIS VAN DE VOLKSKRANT VANAF 1980

De Volkskrant, ooit het blad van de katholieke arbeidersbeweging, ontwikkelde zich de voorbije dertig jaar van links lijfblad tot brede nieuwskrant. Mooij schetst de achtergronden, de discussies binnen de redactie en de rol van de hoofdredacteuren Lockefeer en Broertjes. De Bezige Bij, 235 blz., € 19,90

Bertie Boersma e.a. SEE YOU IN THE BIBLE. INTERCULTUREEL BIJBELLEZEN IN DE PRAKTIJK

Dit boek laat zien wat er gebeurt wanneer christenen op zeer verschillende plekken in de wereld - of mensen in Nederland die uit verschillende culturen afkomstig zijn - dezelfde bijbeltekst lezen. Dat levert overeenkomsten en verschillen op die zowel verrassend als verhelderend zijn. Boekencentrum, 142 blz., € 14,90

Marianne Moyaert LEVEN IN BABELSE TIJDEN. DE NOOD ZAAK VAN EEN INTERRELIGIEUZE DIALOOG.

Is de veelheid van religies een vloek of een zegen? Is werkelijke dialoog wel mogelijk en wat is daarvoor nodig? De Vlaamse theologe Marianne Moyaert ontwerpt een ‘theologie van de interreligieuze gastvrijheid’. Klement, 125 blz., € 14,95

Rudi te Velde (red.) PASCAL ALS RELIGIEUS DENKER

Voltaire zei het reeds: “Niemand komt ongeschonden uit een ontmoeting met Pascal.” De katholieke filosofen Bert Blans, Ad Peperzak en Rudi te Velde, dito schrijver Willem Jan Otten en protestants theoloog Arjan Plaisier wijden elk een essay aan de grote Franse denker. Klement, 118 bl.z, € 17,9

34 VolZin | 14 oktober 2011

273595.indd 2

10-10-2011 14:23:14


mijn bijbel

BOEKEN

Katwijk en de kracht van het water A.TH. VAN DEURSEN IN KATWIJK IS ALLES ANDERS Bert Bakker, 352 blz., € 25,-

YOGA ALS LEVENSKUNST DOOR B.K.S. IYENGAR

“Dit is mijn gids voor weg, waarheid en leven“ “Ik heb dit boek nu vier keer helemaal gelezen maar ben er in feite nog maar net in begonnen”, zegt hoofdredacteur Eduard van Holst Pellekaan. Hij toont een beduimeld exemplaar van Yoga als levenskunst vol onderstreepte regels en aantekeningen. “Iyengar schreef dit boek toen hij ver in de tachtig was, als het sleutelwerk waarin alles samenkomt. Van Iyengar, tegenwoordig een van de meest toonaangevende yogi’s ter wereld, had ik in 2007 nog niet gehoord. De cover sprak me niet aan. Een oude, Indiase man met enorme wenkbrauwen, een slecht zittend kunstgebit, verf op zijn voorhoofd en kettingen om – het type goeroe waar ik huiverig voor ben. De ondertitel ‘De weg naar heelheid, innerlijke vrede en totale vrijheid’ leek me erg veel van het goede. Maar toch – ik probeer al jaren yoga te beoefenen – werd ik er door gepakt. Het bijzondere is de combinatie van Iyengars persoonlijke levensverhaal en zijn glasheldere uitleg van yoga als systeem. Geen dogma’s, geen schuld of boete, ook geen opsomming van lichaamshoudingen, maar een visionair boek dat bijna droog de weg beschrijft naar het integreren van lichaam, geest en ziel. Het is nuchter en praktisch terwijl het toch om niet minder gaat dan ‘het openbaren van een heilig visioen van het Ultieme, van onze Goddelijke Oorsprong en onze uiteindelijke Bestemming’. Grote woorden en wie ze in de mond neemt wordt vaak versleten voor zweverig. Maar Iyengar maakt duidelijk dat juist yoga het leven concreet en tastbaar maakt, er ‘de sluier’ vanaf haalt en leidt tot wat ik ervaar als de waarheid. Ik kan er de rest van mijn leven mee vooruit.”

De Duitse badgast die na een vloedgolf bij de gemeente Katwijk vergoeding voor stomerijkosten eiste, is legendarisch geworden in dit vissersdorp zonder haven dat heel veel aan de vroegere bezetters heeft verdiend. De Katwijkse historicus Arie Theodorus van Deursen beschrijft in In Katwijk is alles anders gedetailleerd de geschiedenis van dit vissersdorp vanaf 1940 tot 1964. Het andere zit vooral in de kerksheid van de Katwijkers en in de trage aanpassing aan de landelijke trend van ontkerkelijking. In de laatste oorlogswinter stalen de Katwijkers ondanks hun religieuze principes alles wat los en vast zat, van wortels en bonen tot koeien en paarden, van klompen en tegels tot fietsen en kachels. Ze hielden meer van de conservatief Maarten Schakel dan van de bevlogen Willem Aantjes. Ze dachten met hun vernieuwde schepen alle stormen te kunnen overleven, getuige de veelgeciteerde Katwijkse Post, totdat er in 1966 weer een schip verging. IJzeren staven worden krom gebogen. De brug wordt ingedeukt, er zit een kracht achter dat water, ongelooflijk, vertelt een Katwijkse reder. (CV)

Zachte wijsheid versus harde wetenschap KOOS NEUVEL TUSSEN DE OREN. HOE HET LICHAAM DE GEEST KRIJGT Scriptum, 248 blz., € 18,95

Hoe echt zijn bijna-doodervaringen? Kent een computer enig geestelijk leven? Kun je door positief denken kanker overwinnen? Aan de hand van deze en soortgelijke vragen behandelt freelance journalist Koos Neuvel uitvoerig de aloude lichaam-geest-problematiek. Overmijdelijk valt dan de naam van Descartes die een scherpe scheiding aanbracht tussen beide werelden. Om dit lichaam-geestdualisme te overwinnen kun je twee kanten op. De geest krijgt alle voorrang: het hele leven speelt zich af ‘tussen de oren’, zoals in de ‘zachte wijsheid’ van de new-age. Of je gaat mee met het ‘harde weten’ van de wetenschap en je beschouwt het geestelijke als niet meer dan een reflex van het lichaam. In zijn poging om het geestelijke leven stevig te verankeren in de aardse werkelijkheid heeft de auteur een duidelijke voorkeur voor de laatste positie en neigt hij naar een materialistisch reductionisme. Het boek is interessant vanwege de uitvoerig behandelde praktische voorbeelden, eerder dan vanwege de filosofische diepgang. (TvdK)

14 oktober 2011 | VolZin 35

273598.indd 3

10-10-2011 14:23:39


DOOR LEO OOSTERVEEN

ZYGMUNT

BAUMAN Vloeibare tijden LEVEN IN EEN EEUW VAN ONZEKERHEID

Klement / Pelckmans

ZYGMUNT BAUMAN VLOEIBARE TIJDEN. LEVEN IN EEN EEUW VAN ONZEKERHEID Klement/Pelckmans, 150 blz., € 22,50

Grote wereld vermaalt kleine man

Jan Keij

De Pools-Britse cultuursocioloog Zygmunt Bauman (1925) is bekend om zijn vele studies over de moderniteit en postmoderniteit. Wees hij in de jaren tachtig en negentig op de uitsluitingsmechanismen van de moderne nationale staat (culminerend in de Holocaust), sindsdien schrijft hij rake essays over het postmoderne leven. In de titels komt vaak het woord ‘vloeibaar’ voor. Identiteit verandert steeds, mensen spelen meerdere rollen en moeten telkens van levensperspectief veranderen. En sociale instituties veranderen nog sneller dan persoonlijke perspectieven. Wie meent dat Bauman het postmoderne spel van de vele identiteiten en levensontwerpen ziet als het definitieve einde van (moderne) uitsluitingen, heeft het mis. Steeds nadrukkelijker speurt hij in zijn laatste studies de uitsluitingsmechanismen op die ook de postmoderne, gemondialiseerde wereld kenmerken. Vloeibare tijden zet deze lijn voort. Baumans centrale stelling is dat door de mondialisering van de economie, het flitskapitaal, de onvoorspelbaarheid van de arbeidsmarkt en het ontmantelen van de verzorgingsstaat, de existentiële onzekerheid toeneemt. Nationale staten zijn op politiek niveau niet langer bij machte deze ontwikkelingen te keren. Maar ze proberen wel een surrogaat te bieden. Waar ze geen sociale zekerheid meer kunnen garanderen, proberen ze, zeker na ‘9/11’, met alle macht veiligheid te verschaffen – een schijnzekerheid. Na de deregulering en privatisering is de voornaamste taak van de staat om het ‘nationale politiebureau’ te zijn. In de gemondialiseerde wereld raken velen op drift, op zoek naar een beter bestaan. Vroeger vonden migranten zo’n bestaan vaak. Vandaag worden ze veelal gerekend tot de overbodige klasse, een lot dat ze delen met de laaggeschoolden en langdurige werkelozen. Vluchtelingen en vreemdelingen roepen een gevoel van ambivalentie en onveiligheid op. Ze zijn een gevaar dat moet worden ingeperkt en in quarantaine gezet. Door de excessieve aandacht voor veiligheid maakt de overheid hen tot zondebok. Zo dit streven al veiligheid geeft (Bauman betwijfelt dit: de steeds meer opgeschroefde veiligheidsmaatregelen verhogen eerder het gevoel van onveiligheid), maskeert deze politiek het echte probleem: de overheid is niet meer in staat iedereen bestaanszekerheid en gelijke kansen te bieden, zoals ze dat wel kon tijdens de opbouw van de verzorgingsstaat. Dit onvermogen wordt met name afgewenteld op de grote steden die op lokaal niveau de gevolgen van mondiale sociaaleconomische ontwikkelingen moeten zien op te vangen. Vaak weten ze niet meer te doen dan ‘veiligheidshalve’ de segregatie van rijken en armen ter hand te nemen. Sociale utopieën lijken verder weg dan ooit, behalve dan die van de individuele, onafgebroken competitie van de zelfredzame burger, wonend in zijn beveiligde getto in de metropool. Dit boek laat zien wat achter dit uitsluitingsmechanisme schuilgaat: het groeiende onvermogen van de politiek, nationaal en internationaal, om tegenover de moloch van de mondiale economie de sociale zekerheid en de gelijke kansen voor iedereen te behoeden.

Filosoof Jan Keij verwierf naam als uitlegger van het werk van Levinas. In zijn nieuwe boek stort hij zich op ‘de filosoof met de hamer’, Friedrich Nietzsche. De auteur nodigt zijn lezers uit om diens filosofie ook op zichzelf te betrekken, maar daarbij wel Nietzsches woord indachtig te zijn: “Wie niet denkt zoals ik, die volge mij.”

NIETZSCHE ALS OPVOEDER. OF: HOE EEN MENS WORDT WAT HIJ IS

Klement Pelckmans, 384 blz., € 24,95

Marli Huijer RITME. OP ZOEK NAAR EEN TERUGKE RENDE TIJD

In de 24-uurseconomie moeten mensen permanent paraat staan en flexibel zijn. Maar: laat ons lichaam zich wel zo makkelijk herprogrammeren? Arts en filosofe Huijer belicht het belang van gezamenlijke leefritmes, een inzicht dat trouwens ook aan de basis ligt van kerkelijke kalenders en de liturgie. Klement, 206 blz., € 19,95,

Thich Nhat Hanh ADEM IN, ADEM UIT. MEDITATIES VOOR EN DRUK BESTAAN

Mediteren kun je altijd. Een paar minuten volstaan. Boeddhistische leraar Thich Nhat Hanh biedt korte meditaties, anekdotes en adviezen: “Gevoelens komen en gaan,/ als wolken aan de hemel./ Aandachtig ademhalen/ is mijn anker.” Ten Have, 128 blz., € 14,95

Wonno Bleij OOK IN HET VUUR IS HIJ NABIJ. BIJBELSE LIEDEREN VOOR KINDEREN EN GROTE MENSEN

De lutherse predikant Wonno Bleij speelde de afgelopen drie decennia een grote rol in de vernieuwing van het (protestantse) kerklied. In deze postuum verschenen bundel zijn 104 nieuwe liederen samengebracht. Een aantal werden voor kinderen geschreven, maar ze zijn niet kinderachtig. Boekencentrum, 159 blz., € 17,50

Arthur S. Hartkamp (vert.) HOMERISCHE HYMNEN

De 33 Griekse gedichten die bekend staan onder de naam ‘Homerische hymnen’ maar in feite van jongere datum zijn, bezingen het leven van de goden. Hartkamp vertaalde ze in hexameters. Ta Grammata, 162 blz., € 19,50

36 VolZin |14 oktober 2011

273564.indd 2

10-10-2011 14:22:38


Taal van de straat trekt cultuur omlaag

Inburgeren tot wereldburgers

AUGUST HANS DEN BOEF HAAT ALS DEUGD

WILBERRY JAKOBS & IDA OVERDIJK RED. GROTE DENKERS OVER DE TOEKOMST

Van Gennep, 187 blz., € 17,90

Lemniscaat, 354 blz., € 29,50

De samenleving houdt zich nauwelijks meer bezig met taalgebruik, schrijft publicist August Hans den Boef in [Haat] als deugd, kritische noties over taal, politiek en religie. De rekkelijken hebben het gewonnen, deels onder verwijzing naar nieuwkomers met een andere talige achtergrond. Pseudostraatculturen strekken zich nu ook uit tot vwo, hbo en zelfs de universiteit. De gevolgen hiervan zijn groot, waarschuwt Den Boef. Zo worden vrouw- en homovijandige rituelen en rolpatronen uit de straatcultuur in de mainstream geaccepteerd. En zo worden getalenteerde kinderen uit allochtone milieus in onderwijs en werk belemmerd door een straatcultuur die om verkeerde redenen wordt getolereerd. (CV)

“Heb je naaste lief is niet het belangrijkste gebod, maar het op één na belangrijkste. Het belangrijkste en telkens herhaalde gebod luidt: Heb de vreemdeling lief”, aldus de Britse opperrabbijn Jonathan Sacks in Grote denkers over de toekomst. Het is maar een tip voor politici die zich zeggen te beroepen op de joods-christelijke traditie. Het boek is een inburgeringscursus tot wereldburger met een voorwoord van rabbijn Awraham Soetendorp en een slotbeschouwing van theologe Manuela Kalsky. De fraai geïllustreerde uitgave bevat de interviews met acht internationale denkers uit een bekroonde IKON-televisieserie, o.a.: Ian Buruma, Antjie Krog, Susan Neiman, Jonathan Sacks, Charles Taylor en Nasr Abu Zayd. (CV)

14 oktober 2011 | VolZin 37

273567.indd 3

10-10-2011 14:22:58


274697.indd 38

10-10-2011 10:20:37


In de Hof van

Corbino

De ezel Als kind van een bevlogen voorganger heeft het geloof mijn bestaan en daarmee mijn persoonlijke en professionele smaak in hoge mate gevormd. Veel van mijn werk is geïnspireerd door kinderbijbelillustraties en Isings, Jetses, Dürer en Rembrandt waren en zijn nooit ver weg in wat ik denk dat mijn beste beelden zijn. Naarmate ik ouder word, is deze ogenschijnlijke last een steeds grotere lust geworden, die richting en perspectief biedt aan een zoekende ziel en een bezielde zoeker. Want wat zie ik dan toch in zo’n ezel dat ik hem vaker dan tweemaal versteen. Lang voordat ik ooit zo’n lastdier bewust tegenkwam, was hij al eindeloos mijn zuigende oog en oor gepasseerd, in taal en teken. Her en der werd klaarblijkelijk ezelinnenmelk gedronken, Jezus zat uiteraard op een ezel en Kerst zonder zo’n beest was een incompleet verhaal. Maar als ik eerlijk ben, denk ik dat ik nog altijd op zoek ben naar de verpletterende ervaring van ‘Ezeltje’, van W.G van der Hulst, een vérstrekkend kerstcadeau van de zondagsschool in 1967. De herinnering aan het verhaal en de tekeningen kan mij hier al tikkend doen plengen, en ik schaam mij niet. De onweerlegbare zuiverheid van zo’n gloedvol verhaal is een brandend vat, dat steeds weer bluswater behoeft. Waar ik de mobiele nederigheid zelve tegenkom, is Bethlehem nog slechts een visuele inspanning verwijderd en laat ik mijzelf ontroerd stoppen.

14 oktober 2011 | VolZin 39

VOL020_39_Corbino.indd 39

07-10-11 10:48


274698.indd 40

10-10-2011 15:38:19


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.