George Harrison met de Indiase sitar-virtuoos Ravi Shankar, de man die hem het meest beïnvloed heeft.
Mysterieuze Beatle George Harrison veroorzaakte spirituele revolutie
Mystieke schooier, omringd door mooie vrouwen Wie tegenwoordig fijn zit te mediteren op z’n designer-yogamat, heeft ongedacht veel te danken aan de ‘stille Beatle’ George Harrison. Dankzij hem kwam in de jaren zestig en zeventig een nieuw, jong westers publiek in contact met yoga, meditatie en dharma. Harrison toonde zich tot zijn dood een openlijke beoefenaar. Een nieuwe biografie werpt meer licht op zijn spirituele kanten. door Cees Veltman
20 VolZin | 13 april 2012
VOL008_20_Veltman Harrison.indd 20
06-04-12 11:47
cultuur
De jonge teenage-gitarist uit Liverpool zal niet gedacht hebben dat hij als begin twintiger zo fenomenaal wereldberoemd zou worden. En nog minder dat hij ooit een voorbeeld zou zijn voor miljoenen, door eenvoudigweg aan de voeten van een Indiase goeroe te gaan zitten. Een leidersfiguur is hij nooit geweest en hij was de eerste om toe te geven dat hij als spirituele zoeker maar een amateur bleef. Een mystieke schooier was George Harrison, zwaar aan de drank en de LSD. Met hoofd en hart in de hemel, maar met een garage vol dure auto’s. Er is meer in het leven dan vrijen, zegt hij nuchter, eind jaren zestig. Niettemin is het LSD die bij hem belangstelling voor spiritualiteit opwekt, naast de ontdekking van de klassieke Indiase muziek. Nadat hij in Londen Indiase sitar-spelers heeft ontmoet, gaat hij in de leer bij sitar-virtuoos Ravi Shankar, de man die waarschijnlijk de meeste invloed op hem heeft gehad. “Door hem ben ik Christus werkelijk gaan begrijpen.” De eerste keer dat hij Indiase muziek hoort, krijgt hij het gevoel alsof hij die al kent: “Het is alles wat ik wens, alle muziek die ik ooit gehoord heb, maar dan twintig keer zo goed. Het is zo sterk, zo overweldigend positief; het gonst zo in mijn hoofd dat ik er gek van word.” Het is een aangrijpende ervaring voor de jongste zoon van een buschauffeur en een winkelbediende uit Liverpool. Uiteindelijk ontpopt hij zich tot selfmade filosoof en filmmagnaat. En tot filantropische popster. Harry, zijn vader, herinnert zich dat de acht jaar oude George, onderweg naar de bioscoop, eist dat zijn moeder een zwerver geld geeft. Als het aan George ligt, zou iedere oude kerel die hij tegenkomt, recht hebben op tenminste een paar pence, zegt zijn vader. “Hij zat altijd vol medelijden.” In 1967, op 24-jarige leeftijd - als hij zich allang geen geldzorgen meer hoeft te maken - schrijft hij ergens onderweg op
‘Al het andere kan wachten maar de zoektocht naar God niet’ tournee een ontroerende brief aan zijn moeder: “Ik wil tot mezelf komen, ik wil God vinden, ik ben niet geïnteresseerd in materiële zaken, in deze wereld, in roem, ik ga voor het echte doel en ik hoop dat je je geen zorgen over me maakt”, zo vat zijn zoon Dhani later de brief samen.
Echt zien “Als er een God is, wil ik hem zien”, schrijft hij in 1970, want het heeft volgens hem geen zin in iets te geloven zonder bewijs. “Je kunt God echt zien en hem horen. Het klinkt misschien gek, maar hij is er werkelijk, echt bij jou.” Daarmee zet hij zich af tegen zijn katholieke achtergrond die hem leerde dat God onzichtbaar was, maar dat je toch in hem moest geloven. Als er een God is, had hij tijdens een van zijn eerste reizen naar India gelezen in een yogaboek, moeten we hem kunnen zien. Anders is het beter om niet te geloven. Liever een uitgesproken atheïst dan een hypocriet. Hij moest altijd lachen als de zanger Cliff Richard zich christen noemde, maar: “Ik weet nu dat godsdienst en God de enige dingen zijn die werkelijk bestaan. Sommigen vinden me daarom rijp voor het gekkenhuis, maar ik weet dat het echt en fijn is wanneer je gelooft. Niet geloven betekent verwarring en leegte” (uit De Beatles: Geautoriseerde Biografie). “I really want to see you” komt dan ook als mantra terug in zijn persoonlijke hit My Sweet Lord. De Indiase filosofie doet hem inzien dat het goddelijke van binnen zit, in het hart “en dan zie je hem ook daarbuiten”. Bizarre kanten heeft hij ook, zoals zijn fascinatie voor Adolf Hitler, waarschijnlijk gekweekt tijdens de jaren dat de Beatles nog veel in Duitsland optreden en hun fans voor de grap “vuile nazi’s!” of “Sieg Heil, klootzakken!” toeschreeuwen. Hij is geen nazisympathisant, maar vindt de Führer ontegenzeggelijk intrigerend, de meest idiote leider ooit, met een magische kracht, die zogenaamd verstandige mensen meesleepte in zijn wanhopige psychose. “De Beatles vinden hem interessant als gek, als komiek uit een of andere idiote film”, aldus een vriend.
India
George Harrison: “Het is echt en fijn wanneer je gelooft.”
Het is George die de andere Beatles meetroont naar India. Gefotografeerd op bezoek bij zijn goeroe Srila Prabhupada, kijken Paul en Ringo chagrijnig de camera in. John kijkt geamuseerd. Alleen George lijkt werkelijk geïnteresseerd te zijn. In het Indiase
13 april 2012 | VolZin 21
VOL008_20_Veltman Harrison.indd 21
06-04-12 11:48
Rishikesh maken ze ruim veertig liedjes, deels onder protest van George: “We zijn hier niet om over muziek te praten”, zegt hij tegen de andere Beatles, “we zijn hier om te mediteren.” Ze moeten hun tijd in India goed gebruiken, vindt hij, want dit is het land waar je yogi’s en heiligen hebt en mensen die zelfs al honderden jaren oud zijn. Er moest zelfs iemand bij zijn die al voor Christus is geboren… Vaak herhaalt hij: “Al het andere kan wachten maar de zoektocht naar God niet.” John Lennon heeft wel bewondering voor zijn spirituele ijver: “Zoals George bezig is, zal hij op z’n veertigste op een magisch tapijt vliegen.” Harrison wil “een spiritueel mens” worden, “omringd door vrouwen”. Hij begint alvast met dagelijks de Hare Krishna-mantra te zingen en de Bhagavad Gita (Lied van de Heer) te lezen. Dat boek legt uit hoe je God en de eeuwige ziel kunt vinden en is een van de belangrijkste bronnen van de yogafilosofie. Het zuivert hem van nerveuze energie en hebzucht, zegt hij. Voorlopig raakt hij echter vooral door deze zoektocht zijn vrouw Patty kwijt. En zijn fans krijgen een beetje genoeg van zijn voortdurende aansporingen vanaf het podium om hem na te roepen: ”Krishna! Jesus! Buddha!” Rock ’n roll willen ze! In de pers verschijnt snoeiharde kritiek op zijn soloplaten nadat de Beatles in 1970 uiteen zijn gegaan en van de weeromstuit verzinkt George in een depressie en in oude gewoonten: drank en drugs. Een mede yogabeoefenaar, Olivia Arias, brengt hem echter weer bij zijn positieven. Zij wordt later zijn vrouw en de moeder van zijn zoon Dhani, een jongen met muzikaal talent die precies op tijd Georges beste vriend wordt zodat hij overeind blijft.
De Beatles bij Maharishi Mahesh Yogi.
‘Ik word steeds gelukkiger door de ontdekking van wat in mij is, hetzelfde als wat in anderen en in alles zit’ Spirituele ziel Harrison heeft groot respect voor India’s heilige teksten, maar zijn onderzoek naar de ervaring in het verlengde van die teksten vindt hij belangrijker dan een diepgaande studie ervan. In zijn liedjes na de Beatles-tijd verwijst hij slechts af en toe naar filosofische begrippen en geeft hij de voorkeur aan eenvoudige, gemakkelijk in het gehoor liggende liedjes. Op zijn album Living in The Material World (1973) waarschuwt hij tegen het materialisme als gevolg van wellust, woede, waanideeën en verlies van intelligentie. Geïnspireerd door de opdracht in de Gita om de goddelijke energie achter al het leven geen naam te geven, noemt George zichzelf liever een spirituele ziel dan een hindoe. Misschien is het uit respect voor de goddelijke universaliteit dat hij niet voor één traditie kan kiezen. Als hij als Beatle iets geleerd heeft, is het wel het ter discussie stellen van autoriteiten. Daarom kan hij zich niet exclusief op één leermeester richten. Hij volgt er velen, waaronder Maharishi Mahesh Yogi, grondlegger van de TM-beweging. Maar soms, zo erkent hij, moet je als individu gewoon accepteren wat je geleerd wordt, zonder vragen te stellen. George laat zijn waardering voor zijn geestverwanten duidelijk merken. Zijn 24-kamers tellend landgoed Friar Park ten noordwesten van Londen, wordt geregeld bezocht door kleurrijke gasten. De lucht is er zoet van de wierook. Een klein altaar staat op de schoorsteenmantel. Foto’s van favoriete leraren en schilderijen van Indiase heiligen hangen aan de muren: godin Lakshmi, god Ganesh met zijn olifantenhoofd en Krishna, spelend met vrienden. George vindt de Indiase theologie opwindend en sensueel, vol meditatieve muziek, smakelijk voedsel, fantastische verhalen van eeuwige werelden, kortom alles waar een nieuwe spirituele reiziger maar op kan hopen. Toch wil hij meer. Hij is meer een doener dan een prater en zoekt manieren om zijn opvattingen te laten doorwerken. Platen maken met spirituele boodschappen is voor hem de ideale manier om zijn muzikale talent en zijn invloed in de platenbusiness te combineren. In 1970 brengt hij My Sweet Lord uit, geïnspireerd op Oh Happy Day van de Edwin Hawkins Singers. George gebruikt ‘halleluja’ als refrein dat overgaat in ‘Hare Krishna’. “Het Krishna-ding”, zoals hij het noemt, inspireert hem tot bhakti yoga waardoor hij zich realiseert dat God overal is: “Als je
22 VolZin | 13 april 2012
VOL008_20_Veltman Harrison.indd 22
06-04-12 11:48
bijvoorbeeld naar een boom of naar mensen kijkt, zie je een afspiegeling van God. Extreem gezegd, is Hij het voedsel dat je eet, de smaak op je tong, de muziek die je hoort.” My Sweet Lord wordt een groot succes. Veel kopers herkennen er hun eigen zoektocht naar het goddelijke in. Maar er moet ook iets gebeuren, vindt Harrison en dat moment komt als Oost-Pakistan zich onafhankelijk verklaart onder de naam Bangladesh en in oorlog raakt met West-Pakistan, in 1971. Die oorlog kost honderdduizenden burgers het leven en miljoenen vluchten naar India. Onder de vluchtelingen bevinden zich familieleden van zijn muziekleraar Shankar. Dan geeft hij het eerste grote benefietconcert van een popartiest dat verscheidene miljoenen oplevert voor de oorlogsslachtoffers. Het beste dat je kunt geven aan de mensen is een bewustzijn van het goddelijke, zegt hij later in 1986: “Maar eerst moet je je concentreren op je eigen spirituele vorderingen. Dus we moeten eerst egoïst zijn om altruïstisch te kunnen worden. Ik ben aan het groeien en leren. Door het hindoeïsme voel ik me een beter mens. Ik word steeds gelukkiger door de ontdekking van wat in mij is en dat is hetzelfde als wat in anderen en in alles zit.”
Tuinier “Ik voel nog steeds hetzelfde als in de jaren zestig”, zegt hij in 1988. Dan gaat hij het goddelijke steeds meer in de natuur ontdekken. Hij concentreert zich op zijn tuin, zijn gezin en meditatie. In zijn laatste levensjaar plant hij eigenhandig vierhonderd esdoorns aan. In de tuin wordt hij gesterkt door het idee dat het leven doorgaat. Het planten van jasmijnstruiken, het bevrijden van de magnolia van wilde doorntakken, daar gaat hij helemaal in op. Tuinieren wordt zijn manier “om Gods lichaam te strelen”, zo omschrijft Joshua Greene zijn eco-spiritualiteit in Hinduism Today. Als begin-vijftiger heeft hij de pech te worden aangevallen door een gestoorde man die ’s nachts zijn huis binnendringt en hem vele messteken toebrengt. Korte tijd later moet hij een operatie wegens keelkanker ondergaan. Lichamelijk takelt hij af, maar hij blijft helder dankzij zijn dagelijkse meditaties, zegt hij. Zijn leven begint en eindigt met muziek. In Los Angeles overlijdt hij op 29 november 2001, omringd door familie en vrienden en onder het zingen van Gods heilige namen, eindelijk verlost van de materialistische wereld. ■ Gary Tillery, Working Class Mystic, a spiritual biography of George Harrison (2011). Tevens verscheen vorig jaar de documentairefilm ‘Living In The Material World’, van regisseur Martin Scorsese.
column
Mohammed Benzakour
Huhn Passion Sommige dieren hebben alles tegen. Een ervan is de kip. Moeders mooiste is ie al niet. Plomp lijfje, eng nerveus kopje, behangen met potsierlijke kammetjes en lelletjes, spiedend door naakte, wenkbrauwloze ogen die nooit enig gevoel of gedachte verraden. Maar god, wat is de kip toch fundamenteel voor ons bestaan. Malse poten, dijen, borst, krokante vleugeltjes, z’n levertjes met ui zijn hemels. Geen dier dat zo spontaan doet watertanden als de druipende kip aan het spit. Niet voor niets drijft op z’n lijfje een daverend multinationaal firma: KFC. Miljoenen monden voedt het arme diertje, iedere dag. En wat te denken van de wonderdrol genaamd ei. Elke dag perst de kippenkont een mooi rond glad juweeltje. Een natuurkundig raadsel: kwetsbaar overdwars maar niet te breken in de lengte. Het ei is een universum. Diep van binnen zindert een zon van vloeibaar geel. Daaromheen het magma als een hemelgewelf van eiwit. Grondstof voor vrijwel al wat goed en smakelijk is; poffertjes, ijs, pannenkoeken, brood, koekjes, toetjes, noedels, foe yong hai, eindeloos is de lijst. Zelfs is het diertje inzet als bezuinigingsmaatregel in de economische crisis. Sinds kort krijgt in het Franse dorpje Pince elk huishouden twee kippen om het groente-, fruiten tuinafval op te peuzelen. Deze vuilniskippen ‘verminderen zo de afvalberg, zijn leerzaam voor kinderen en ze helpen de gezinnen geld te besparen, gezien de stijgende ei-prijzen’, zei burgemeester Lydie Pasteau. Het is waar, een kip kan jaarlijks 150 kilo vuil wegwerken en 200 eieren leggen. Zo considerabel is dus de kip. Maar wat is zijn provisie? Een handje maïs, verder niets. Slechts kommer en kwel. De kip staat onderaan de pikorde van ons vee, het leidt ‘n gruwelijk bestaan in de bio-industrie, altijd de lul als er geruimd moet worden. En dan was daar Pasen. Wat een feest, al die chocoladeeitjes die etalages en warenhuizen zo prachtig sieren. Maar waar bleef de kip, de rechtmatige eigenaar? In geen velden of wegen te bekennen. Nee, want wie mag er met de veren pronken: juist ja, die met die lange oren. Pasen is een feest van wederopstanding. Een zoenoffer. Maar als er één wezen is dat zichzelf continu opoffert en wegcijfert ter meerdere eer en glorie van de ander, dan is dat wel de kip. Wie componeert er volgend jaar de Huhn Passion?
13 april 2012 | VolZin 23
VOL008_20_Veltman Harrison.indd 23
06-04-12 11:58