2 minute read

Column - De Indonesische spiegel

God maakt het goed!

De Indonesische spiegel

Advertisement

Reikhalzend keek ik ernaar uit, zo’n twee jaar geleden, naar ons eerste verlof. Onze eerste periode in Palopo vond ik pittig. Vooral het gevoel dat er voortdurend op mij werd gelet – omdat in deze stad van zo’n 180.000 inwoners wij de enige mensen zijn met een andere huidskleur en uit een andere cultuur – vond ik best zwaar. Ik voelde me minder vrij.

Lourina Vogelaar

Lourina en haar man ds. Laurens Jan Vogelaar zijn in 2018 door de GZB uitgezonden naar Indonesië om daar vormings- en toerustingswerk te doen binnen de Gereja Protestan Indonesia Luwu (GPIL). Zij wonen met hun drie kinderen (van wie de jongste tijdens hun eerste jaar in Indonesië geboren is) in Palopo, op het eiland Sulawesi Terwijl ik nog in Indonesië was, zag ik al op tegen het afscheid dat ik weer zou moeten nemen van alles en iedereen in Nederland. Dat afscheid viel me inderdaad ook zwaar. Vervolgens deed ook nog corona zijn intrede, enkele weken nadat we weer in Indonesië terug waren. Noodgedwongen kwamen we veel thuis te zitten.

Toen de scholen in maart 2020 hun deuren sloten om pas afgelopen oktober heel beperkt weer open te gaan, veranderde mijn daginvulling helemaal. Anderhalf jaar volledig online/ thuisonderwijs. Mijn wereldje werd nog kleiner. Ik heb nooit de ambitie gehad om in het onderwijs te gaan en nu moest ik anderhalf jaar twee kinderen begeleiden met hun schoolwerk. Terwijl ik vóór die tijd één lesje Nederlands per dag al meer dan genoeg vond. En wat te denken van de kinderen: anderhalf jaar geen contact met hun klasgenootjes (behalve dan via de Google Meet-sessies), elke dag met elkaar thuis, zouden zij na al die tijd nog steeds zo goed in hun vel zitten?

We kunnen nu volmondig zeggen: het gaat goed, met de kinderen én met mij. Ons tweede verlof zit eraan te komen. Ik zie ernaar uit mijn familie en vrienden weer te ontmoeten, maar ik weet nu al dat ik na een aantal maanden wel weer terug wil, omdat ik het leven in Indonesië zal missen. Het minder jachtige leven, het leven dat zich hier veelal buiten afspeelt en waarbij mensen zich veel minder ‘verschansen’ in hun eigen huis, het leven dat in zekere zin wat meer ongedwongen is. De ontmoetingen en gesprekjes, zoals met die vriendelijke (moslim)eigenaar van het winkeltje die me vraagt of ook de dominee (mijn man) voor haar zoon kan bidden en zo is er nog veel meer.

Voor mij is dit alles een Goddelijke les. Deze afgelopen intensieve periode heeft, tegen de verwachting in, een verrassende uitkomst. Ik voel me zelfs meer op mijn plek hier. Het is een kwestie van volhouden, maar het is overduidelijk: als God roept, dan baant Hij een pad. Dan maakt Hij het goed.

This article is from: