Magazine Toekomststrategie Nr. 2

Page 1

december 2013

Experts aan de slag met scenario’s universiteiten Verslag in woord & beeld Utrecht 15 november

In dit online magazine:  Denken in extreme toekomstscenario’s  Nederlandse universiteiten in internationale kennissamenleving  De toekomstige Playstationuniversiteit?

Toekomststrategie Nederlandse Universiteiten

Nr. 2


Pagina 2

Voorwoord Dubbelinterview Josephine Scholten en Barend van der Meulen Barend van der Meulen (hoofd science system assessment, Rathenau Instituut) en Josephine Scholten (directeur VSNU) kijken terug op een geslaagde novembermiddag. De viltstiften waarmee de experts hun gedachten over de toekomst op tafellakens en moodboards schreven, zijn weer opgeborgen. De zaal in de Utrechtse Facultyclub ‘Helios’ wordt aangeveegd en de initiatiefnemers blikken terug op “hun” expertsessie. Waarom dit traject Toekomststrategie Nederlandse universiteiten? Barend: Het universitaire bestel heeft lange tijd gewoon goed gefunctioneerd. Maar nu is het belangrijk dat de universiteiten het over de toekomst hebben, samen met hun stakeholders. Er zijn te veel signalen dat de omgeving waarin de universiteiten functioneren snel verandert. Dat geeft heel tegengestelde verwachtingen. Om er één te noemen: universiteiten moeten en internationaler en regionaler worden. Josephine: Universiteiten maken natuurlijk regelmatig plannen voor de toekomst. Nieuw is de landelijke schaal met veel mensen van buiten en de inzet van extreme wereldbeelden. Dat helpt om vrijer te denken, meer los van de huidige situatie. We leven in een tijd waarin veel veranderingen exponentieel zijn. Daarom is dit traject in gang gezet. Om met elkaar die veranderende omstandigheden te leren begrijpen. Enerzijds als studie, anderzijds als ontmoeting; je hebt elkaar nodig om voorbereid te zijn op de toekomst.

De volgende stap: de regiobijeenkomsten Begin 2014 volgen regiobijeenkomsten door het hele land. Dan staat de dialoog met de partners van universiteiten centraal: met bedrijven, gemeentelijke en provinciale bestuurders, kennisinstellingen, studenten en meer. Samen met mensen van de universiteiten gaan zij “in” de scenario’s staan en verkennen zij de strategische opties. Welk onderwijs is nodig? Hoe ziet de student er in de toekomst uit en waar komt hij of zij vandaan? Wie bepaalt onze onderzoeksagenda? Wat komt in ieder scenario terug als ‘no regret options’ en moet in ieder geval gebeuren om goed voorbereid te zijn?

Hoe verliep de expertsessie? Barend: Buitengemeen goed. Het is altijd spannend om je tussenresultaten aan een grote groep te presenteren. Daarbij komt dat ik in het hele traject al merk hoe emotioneel betrokken iedereen is. Mensen zoomen op basis van eigen ervaringen al snel in op één aspect van de universiteit en dan schiet het gesprek alle kanten uit. Vandaag zag je dat de scenario’s dit helpen voorkomen. De emotionele betrokkenheid blijft, maar in korte tijd gingen de discussies echt de diepte in. Mooi hoor. Josephine: Ja, het was heel intensief. Het gesprek verliep soms heftig, maar we hebben ook veel gelachen! Het bleek soms moeilijk om het extrapoleren los te laten. Uiteindelijk lukte het om daadwerkelijk in de toekomstbeelden te stappen, die vlees om de botten te geven. Ik ben blij met de grote opkomst en met de resultaten. Er is keihard gewerkt! We zetten nu de volgende stap: de regiobijeenkomsten.

Cor Katerberg (OCW):

Een blik op de toekomst is lastig. We kunnen geen voorspellingen doen. Deze aanpak, het denken in scenario’s, spreekt me aan.

Luut Kroes (RUG):

De overheid houdt de buitenwereld buiten fort Europa.


Pagina 3

Inhoudsopgave

Voorwoord, p. 2

juli december

Roadmap, p. 4 Deelrapport scenario’s, p. 5

2014

In gesprek met experts: inzichten en conclusies, p. 6 - 9 Vier scenario’s voor de toekomst, p. 10 - 11 Expertsessie in beeld, p. 12 - 15 Deelnemers, p. 16 Parallelle trajecten, p. 17 Projectorganisatie, p. 18

VSNU-voorzitter Karl Dittrich blikt terug

Indruk expertsessie

Harry de Boer (UT):

Het is verstandig om buiten de waan van de dag te denken, eens andere meningen te horen, out of the box te denken. Inspirerend en creatief vind ik het.


Pagina 4

Roadmap

2013

Fasering van traject Toekomststrategie Nederlandse universiteiten Deze bijeenkomst vormt de vierde fase van het gezamenlijke traject van de VSNU en het Rathenau Instituut. Tijdens dit traject worden kritische onzekerheden van de toekomst onderzocht en wordt verkend hoe universiteiten, bedrijven en instellingen, lokale en landelijke politici en bestuurders hierop kunnen anticiperen.

januari maart

april mei

De centrale vraag is hoe het universitair bestel in de toekomst er uit moet zien, wil het zijn wetenschappelijke kennis functie(s) (kunnen) vervullen. Het doel van de scenariostudie is dat er een breed gedragen visie komt op de ontwikkeling van het Nederlands universitair bestel. Dat wil zeggen dat niet alleen universiteitsbestuurders zich moeten kunnen vinden in de visie, maar ook de primaire stakeholders, politici van verschillende partijen en opinieleiders. De visie moet werken als referentie voor strategische keuzes van universiteiten, overheid, financiers en andere stakeholders. Het traject ‘Toekomststrategie Nederlandse universiteiten’ bestaat uit de zes fasen. Iedere fase sluit af met een go/no go beslissing voor de volgende fase. Bij iedere fase wordt nadrukkelijk gebruik gemaakt van de interne blik (wetenschappers, bestuurders universiteiten) en de externe blik (stakeholders, denktanks, opinieleiders, internationale spelers). Fase 1: Voorbereiding traject: raamwerk voor scenariostudie. Gereed Fase 2: Identificatie van de driving forces, interviews stakeholders. Gereed Fase 3: Retraite: conferentie met stakeholders. Gereed Fase 4: Deelrapport en expertsessie. Fase 5: Tweede deelrapport met scenario’s en regionale bijeenkomsten met universitaire sector en stakeholders. Resultaat: set van 3 tot 4 uitgewerkte scenario’s. Januari - april 2014 Fase 6: Duin & Kruidbergconferentie 2014. Uitkomst: breed gedragen visie op ontwikkeling Nederlandse universiteiten. Juni 2014

juni

juli december

2014 januari april

juni

Mieke Zaanen (UvA):

Je verkent allerlei ideeën, zoals de ‘Playstation-universiteit’ met MOOCs en SPOOCs. Zo’n scenario kent ook minder positieve kanten, ontdek je dan. Deze sessie werkt goed om uit je eigen groef te komen. Het is inspirerend om uit de waan van de dag te breken.


Pagina 5

Deelrapport scenario’s In het deelrapport van fase 4 van het traject Toekomststrategie is een werkdocument opgesteld, waarin vier uiteenlopende toekomstscenario’s zijn uitgewerkt voor het universitaire bestel. Deze scenario’s variëren van hoge tot lage concurrentie, van publieke tot private waarde. Met dit werkdocument worden (mogelijke) vragen en antwoorden verkend.

Vragen over de toekomst, maar het zoeken begint vandaag Wie zitten er over vijfentwintig jaar in de collegebanken? Zíjn er nog wel collegebanken – of consumeert de student van de toekomst haar kennis thuis, waar dan ook ter wereld? Als het klimaat of de vergrijzing geen acuut probleem meer vormen, waar richt de universitair onderzoeker haar aandacht dan op? En wie zal daarvoor betalen? Klik om het deelrapport te bekijken

Vragen over de toekomst, maar het zoeken naar antwoorden begint vandaag. De Vereniging van Universiteiten en het Rathenau Instituut verkennen de toekomst waarin de Nederlandse universiteiten een plek moeten vinden. Samen met bestuurders van de universiteiten, stakeholders, studenten en experts wordt onderzocht welke ontwikkelingen de meeste impact hebben, en welke de grootste uitdagingen zullen vormen. In dit deelrapport zijn de eerste bevindingen gepresenteerd: de belangrijkste trends, vragen en onzekerheden op weg naar toekomstscenario’s voor de Nederlandse universiteiten.

Bij het denken over de toekomst van de universiteiten zijn veel ontwikkelingen onzeker. Toch zijn er, rekening houdend met de voornaamste onzekerheden, vier scenario’s denkbaar die de uitersten van de onzekerheden verkennen. Tijdens de expertsessie zijn deze scenario’s uitgewerkt door experts uit de wereld van wetenschap, hoger onderwijs, innovatie en beleid. De verschillende kennisfuncties van de universiteiten komen terug in deze scenario’s. Tijdens regiobijeenkomsten worden dan uiteindelijk de strategische opties duidelijk voor de universiteiten.

Ruud Louw (voormalig UL):

Het blijkt interessant om mee te denken in gevoelsmatig volstrekt tegennatuurlijke scenario’s, waarbij bijvoorbeeld alleen publieke waarden gelden en sprake is hypercompetentie. Waar ga je je dan in onderscheiden als universiteit?


Pagina 6

In gesprek met experts: inzichten en conclusies De wereld is aan het veranderen en ook de universiteiten voelen deze ontwikkelingen. Nieuwe initiatieven worden opgezet om het onderwijs beter af te stemmen op de uiteenlopende studentenwensen, maar ook de wetenschap moet anders. De minister heeft een nieuwe visie beloofd op het wetenschapsbeleid en de AWT wil dit beleid optimaliseren. De roep om een transitie van de wetenschap is groot. Tijdens de expertsessie praten de experts eerst handenschuddend bij om zich vervolgens op de materie te storten: vier toekomstscenario’s voor de Nederlandse universiteiten. De tafels zijn bedekt met papier: ruimte genoeg om gedachten te ordenen, uit te wisselen en te toetsen. Met interessante inzichten en conclusies tot gevolg. Wie naar de veranderingen kijkt waarmee de universiteiten te maken hebben, begrijpt de onrust. Nieuwe onderwijstechnologieën, urbanisatie, de opkomst van Europese ruimtes voor onderzoek, innovatie en internationale circulatie van kennis bieden nieuwe mogelijkheden. Althans, zo zien de optimisten het. Maar met al deze veranderingen gaan ook doemscenario’s gepaard: dat de Nederlandse universiteiten ten onder gaan aan de internationale concurrentie, de opkomst van Azië en de financiële crises. Twee thema’s komen steeds terug tijdens de expertsessie. Het eerste discussiepunt hangt samen met de vraag “van en voor wie bestaat de universiteit?” Zien we de universiteit als een publiek goed, bedoeld om de samenleving vooruit te helpen? Of is het eigenlijk een onderneming, met contractpartners die in ruil voor investeringen eisen kunnen stellen aan onderwijs en onderzoek? Als het onderwijs niet goed is, is het dan de taak van de inspectie om publieke investering te waarborgen? Of gaan studenten naar de rechter om waar voor hun geld af te dwingen? Het tweede discussiepunt gaat over onderlinge competitie: de onderlinge competitie stijgt, zo is het sentiment, universiteiten en hun medewerkers moeten steeds meer concurreren om studenten te werven (en dan vooral de beste, graag), de competitie Josephine Scholten (VSNU):

Universiteiten zijn er voor studenten. We moeten deze studenten voorbereiden op vraagstukken, banen en technologieën die nu niet bestaan! Dat is een van de opgaven waar we ons vandaag over buigen.


Pagina 7

om onderzoeksgeld wordt harder en internationaler. Deelnemers van de expertsessie wijzen er daarentegen ook op dat de eerste geldstroom nog steeds de grootste is, en dat veel tieners nog steeds het liefst naar de dichtstbijzijnde universiteit gaan. Deze discussiepunten leiden tot vier perspectieven op de toekomst waarin de universiteiten mogelijk zullen opereren. Deze toekomstscenario’s werden onder de loep genomen tijdens de expertsessie. Wat is denkbaar, wat waarschijnlijk? Goede scenario’s zijn onderscheidend en plausibel. Het bleek een spannend gedachte-experiment. Aan vier gesprekstafels daagden deelnemers elkaar uit om per scenario - na de eerste indrukken en losse opmerkingen van hoop, vrees en verwachting - de toekomst van de universiteiten op scherp te zetten. Stel dat een situatie ontstaat waarin de publieke functie van de universiteiten dominant is en de competitie toeneemt. Meestal wordt er vanuit gegaan dat publieke functies ook direct gefinancierd worden – zonder competitie. De publieke onderzoeksfinanciering is echter al voor een deel competitief. Daarnaast worden publieke voorzieningen als telefonie, elektriciteit en ziekenverzekeringen, die vroeger als een taak van de overheid werden gezien, nu via marktmechanismes geregeld. Stel dat de kennisfunctie van de universiteiten niet meer als publiek goed gezien wordt. Dat onderwijs en onderzoek investeringen zijn en dat de investeerder vervolgens ook eisen mag stellen. Is er dan altijd sprake van competitie? Dat hoeft niet. Bij de expertsessie werd deze situatie aan één van de tafels uitgewerkt. Universiteiten met sterke regionale functies zullen enerzijds hun prestaties afstemmen op de wensen van regionale partners, anderzijds zijn zij daarmee vrij zeker van de investeringen van deze partners. De scenario’s in wording - zoals ze tijdens de expertsessie zijn gepresenteerd - vindt u op pagina 10 en 11 van dit magazine. Op basis hiervan voegden de experts kleur, geur en diepgang Vervolg op pagina 9 >>

Harry de Boer, CHEPS, over de invulling voor scenario 2: veel keuzevrijheid in een lokale setting.

Veronique Timmerhuis, SER, over vrijdenken en klaarstaan voor verschillende toekomsten.

Barend van der Meulen (Rathenau):

De Nederlandse universiteiten zijn schakels in een internationaal veld, dat is zeker – maar wat is hun positie precies?


Pagina 8

Barend van der Meulen, Rathenau, over nieuwe vergezichten en geen zolderkamerexercities!

Herm van Beek, ministerie EZ, over vervolg: praat vooral met bedrijven, buitenlandse studenten, scholieren en meer. Diversiteit is de toekomst!

Downloads

World Megatrends: The State of Tomorrow

Presentatie Barend van der Meulen

Pdf Online Magazine

Herm van der Beek (EZ):

“

Een fantastische middag. Heel zinvol. Het is belangrijk om uiteindelijk in dezelfde taal te denken. Voor een eventueel vervolg zou ik ook nog andere partijen uitnodigen, uit het bedrijfsleven bijvoorbeeld.

�


Pagina 9

toe om de scenario’s te verrijken. En brachten zij drie belangrijke inzichten voor de scenario’s. Ten eerste is in elk scenario de notie van “de overheid” verschoven. In het huidige systeem wordt bij deze term vrijwel automatisch gedacht aan de nationale overheid - voor de diehards aan het ministerie van OCW. Maar waarom niet aan de Europese overheid, het stadsbestuur of de provincie? Dit gebeurt al, en in sommige scenario’s wordt de rol van deze overheden alleen maar groter. Het tweede inzicht is dat we de toekomst niet via ‘beleid’ maken. De toekomst wordt vooral gevormd door vele veranderingen in, om en buiten de universiteiten. Door studenten van 2020, die we nog niet eens kennen. Door keuzen in andere landen. Door nieuwe technologische mogelijkheden. Als je die veranderingen centraal stelt, kom je op meer vernieuwende en toekomstbestendige concepten. In één van de sessies kwam bijvoorbeeld een hele nieuwe universiteit naar voren, als studentengedrag en vergaande combinaties van ICT, neurotechnologie en biotechnologie centraal worden gesteld.

Ron Mazier, Universiteit Twente over het vervolg: vooral veel externe gasten bij regiobijeenkomsten.

Het derde inzicht (en misschien wel de mooiste) was dat het mogelijk is om verder te denken dan de economische crisis van vandaag. Huidige discussies over bijvoorbeeld onderwijsbekostiging, de inrichting van de graduate opleiding, de relatie tussen universiteiten en industrie kregen een nieuw perspectief. De vraag was niet of er wel geld voor was in de huidige begroting; de vraag werd hoe, in een bepaald scenario, excellent hoger Annemieke Galema, Rijksuniversiteit Groningen, onderwijs en onderzoek mogelijk is. Een reactie van één van de over de nieuwe universiteit als samenwerkend cluster in een globaliserende wereld. experts was tekenend voor het enthousiasme over het denken in scenario’s: “en nu het land in!” Dat is de volgende stap, die gezet zal worden bij de regiobijeenkomsten begin 2014. Daar praten universiteiten en stakeholders verder over de scenario’s en mogelijke strategische opties voor de universiteiten. Daar krijgt het inspirerende gesprek van 15 november een vervolg door inzichten vanuit de praktijk. In januari 2014 brengt het Rathenau Insituut een tweede deelrapport uit met een verdere uitwerking van de scenario’s Peter Keet (EZ):

Annemieke Galema (RUG):

Wat wordt de positie van de universiteiten? Is het een fabriek of zelfs een ‘Albert Heijn-academie’, zoals iemand het noemde?

Bij scenario 4 zitten we midden in een revolutie. Net zoals de industriële revolutie.


Pagina 10

Vier scenario’s voor de toekomst: de eerste contouren Traditioneel Gemeenschap Lokaal Middenstand Voedzaam en gezond

Lage competitie

<

Publieke

Dankzij de sterke institutionele structuur is Europa de crisis te boven gekomen. Niet in de laatste plaats door de kracht van de Duitse economie en samenleving. Hoger onderwijs wordt in eigen land/regio gefinancierd. De meeste bachelor en masterstudenten kiezen nog steeds regionaal. Wetenschap en innovatie zijn de pilaren van de Europese Unie geworden en de nationale overheden hebben beleid en budget overgedragen. De onderzoeksfinanciering is sterk gericht op maatschappelijke doelen, waardoor veel regio’s en onderzoeksorganisaties kunnen profiteren van de Europese gelden. Excellentie wordt gewaardeerd, niet als individuele prestatie, maar als prestatie van de organisatie of de gemeenschap. Wetenschappelijke staf (carrièrekeuze) en bedrijfsleven (vestigingsplaats) laten zich daar door leiden. Universiteiten zijn sterk verankerd in de samenleving. Ze werken samen met scholen, met het lokale bedrijfsleven en overheden. In hun jaarverslag vermelden ze trots hoeveel ze bijdroegen aan de economie, de kwaliteit van leven en scholing in de regio.

Scenario 2 “De Indische Rijsttafel” De nadruk op de private waarden heeft geleid tot fragmentatie. Als Unie is Europa mislukt en de EU gedifferentieerd in regio’s met sterk verschillende economische ontwikkelingen. Noordwest Europa is zo’n sterke regio, met een mondiale functie. Er wordt veel belang gehecht aan hoger onderwijs en onderzoek. De private en regionale investeringen in Noordwest Europa zijn daarom hoog. Het onderwijs is gefragmenteerd in een breed aanbod van hoog, hoger en hoogst onderwijs. Het onderwijs wordt vooral modulair aangeboden, waarbij studenten zelf opleidingen in elkaar zetten. De mondiale groei van studenten heeft er toe geleid dat er voor elk aanbod, studenten zijn. Bedrijfstakken die een tekort vrezen aan studenten investeren zelf in opleidingen. Ook in het onderzoek staan de directe opbrengsten voor stakeholders centraal. Universiteiten zijn publieke ondernemingen geworden, die elk hun eigen strategie hebben en hun eigen netwerk van onderzoeksfinanciers. Dat creëert mogelijkheden voor middellange termijn onderzoek en specialisatie in bijvoorbeeld Private de technische levenswetenschappen.

>

Specialiteiten Aangepast aan Europese smaak Veel variatie Van simpel tot zeer luxe

Scenario 1: “De gutbürgeliche Küche”


Pagina 11

Scenario 4 “Michelin-ster”

>

waarde

Europa heeft zich ontwikkeld tot één ruimte voor hoger onderwijs, onderzoek en innovatie. Dit heeft geleidt tot een sterke mobiliteit van studenten en staf, waarbij de besten naar de beste universiteiten trekken. De mondiale onderwijsmarkt is gestratificeerd, de enorme groei heeft geleid tot nieuwe, gecertificeerde kwaliteitsverschillen. OECD spreekt daarom sinds 2018 ook van quartair onderwijs. In dit hoogste onderwijs staat Bildung centraal, van studenten wordt een maatschappelijke rol verwacht, met veel ruimte voor humaniora. In het tertiair onderwijs is het door de MOOC mogelijk tegen acceptabele kosten veel studenten op te leiden. Er zijn relatief veel fondsen en programma’s die de nadruk leggen op onderzoek en onderwijs voor publieke vraagstukken. Nieuwe rijken uit Azië en Zuid Amerika hebben hun Amerikaanse voorbeelden gevolgd in het oprichten van Foundations. Om kwaliteit te verzekeren, wordt het meeste onderzoek in competitie uitgezet. Voor fundamenteel onderzoek is er de United Nations Research Council.

Scenario 3 “Supermarkt” De Europese integratie is vooral economische integratie gebleven, en met name Noord-West Europa heeft zich ontwikkeld tot een sterke mondiale regio. De concurrentie met andere mondiale regio’s is groot. Het budget van Brussel is relatief klein gebleven. Het nieuwe programma Frontier 2028 richt zich alleen op fundamenteel onderzoek. De competitie is moordend. Door de snelle wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen is het voor universiteiten zeer moeilijk om bij te blijven. Investeringen in apparatuur en wetenschappelijke staf zijn duur en onzeker. Keuzes kunnen een gouden greep blijken, maar evenzogoed het onderzoek op een dood spoor brengen. Nieuwe onderwijstechnologieën hebben de traditionele relaties tussen overheid, student en universiteit verbroken. Studenten en bedrijven hebben een klantpositie in het nieuwe value network. Aan de top van de piramide is er een mondiale battle for the best brains. Aan de onderkant is er veel segmentering. Heineken heeft het Rijksmuseum gekocht en biedt nu samen met de Randwaarde stad-universiteit een opleiding kunstgeschiedenis aan.

Publieke kwaliteitsstandaard Sterren komen en gaan Topkwaliteit gericht op beleving Daaronder veel gewoon voldoend

>

Hoge competitie

Grootschalig Standaardisering Snelle opkomst van nieuwe producten Consumentenmacht


Pagina 12

Expertsessie in beeld

Ronald van den Bos (EUR):

“

Specialiseren op excellentie, dat vond ik het boeiendste onderwerp. Dat het vaak over de beste 10% gaat, maar wat gebeurt en met die andere 90%? We moeten zoeken naar andere vormen van specialisatie.

�


Pagina 13

Nicole van Ummelen (TUE):

Herm van Beek (EZ):

Dit is een erg nuttig traject. Als we nu geen actie ondernemen, komen we vermoedelijk terecht in scenario drie: een situatie van private waarden en hypercompetitie.

Lokale coöperatie: mensen gaan het zelf doen, zonder competitie.


Pagina 14

Ron Mazier (UT):

Jakob van der Waarden (SZW):

Vanmiddag zou ik mijn eigen ideeën willen toetsen en gedachten daaraan toevoegen.

In scenario vier zijn massale investeringen nodig om technologie te kunnen bemachtigen.


Pagina 15

Meer foto’s >>

Hendrik van Vuren (FOM):

Theo Wubbels (UU):

Een spel met een serieuze ondertoon: gezamenlijk de horizon verzetten, in een maatschappelijke context.

Spreekt iedereen dan Engels in dit scenario? Chinees?


Pagina 16

Deelnemers Annemieke Galema Babs van den Bergh Barend van der Meulen Bastiaan Verweij Bregje Mollee Carolien Bouma Charlotte van Hees Christiaan van den Berg Cor Katerberg Dominique de Vet Dorette Corbey Erik Drop Erik van der Linde Frank Bakema Gert Jan Scheurwater Gertine van der Vliet Hans de Groene Hans van Dommele Harry de Boer Hendrik Van Vuren Herm van der Beek Ine van den Heuvel Jakob van der Waarden Jan Smit Jan van Tartwijk Janco Bonnink Jelle Kaldewaij Josephine Scholten Jurgen Rienks Karl Dittrich Luc Rietveld Luuk Mur Luut Kroes Marc Douma Mieke Zaanen Nicole van Ummelen Patricia Faasse Patricia Heerekop Peter Keet Peter van Lieshout Rene Hageman Renée Westenbrink Renée-Andrée Koornstra Richard Ramakers Ron Mazier Ron Minnée Ronald van den Bos Ruud Louw Theo van Mullekom Véronique Timmerhuis Theo Wubbels

Rijksuniversiteit Groningen Universiteit van Amsterdam Rathenau Instituut VSNU VSNU NFU VSNU VSNU Ministerie van OCW Tilburg University AWT TNO KNAW Wageningen University & Research centre Technische Universiteit Delft VSNU NWO Universiteit Leiden Center for Higher Education Policy Studies FOM Ministerie Economische Zaken Radboud Universiteit Ministerie van SZW Boer Croon Universiteit Utrecht Vrije Universiteit NWO VSNU VSNU VSNU AWT Technische Universiteit Delft Rijksuniversiteit Groningen Boer Croon Universiteit van Amsterdam Technische Universiteit Eindhoven Rathenau Instituut VSNU Ministerie van Economische Zaken WRR VSNU Technische Universiteit Eindhoven FOM Universiteit Maastricht Universiteit Twente Ministerie van OCW Erasmus Universiteit Universiteit Leiden WODC Sociaal-Economische Raad Universiteit Utrecht

Ine van den Heuvel (RUN):

Hans de Groene (NWO):

Ik heb verkend hoe ik me tot andere werelden verhoud. Voor mij was het een erg interessant gedachtenexperiment.

Het is een grote uitdaging om te spreken over dit soort toekomstscenario’s. Het helpt ons om vooruit te denken.


Pagina 17

Parellelle trajecten Volop nadenken over de toekomst Het VSNU/Rathenau-traject over de toekomststrategie van de Nederlandse universiteiten staat niet alleen. In én buiten het academische veld wordt volop nagedacht over toekomst. Zo neemt het Interdepartementale Beleidsonderzoek (IBO) van de overheid de financiering van het wetenschapsstelsel onder de loep en bracht het AWT recentelijk het rapport Going Dutch uit. Erik Drop, TNO, over strategietraject TNO en over In november verscheen ook het WRR-rapport Naar een lerende posities: bewegen TNO en universiteiten van eleconomie en de Onderwijsraad-publicatie Een smalle kijk op onkaar weg of juist naar elkaar toe? derwijskwaliteit. Ook bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap wordt gewerkt aan een blik op de toekomst met onder andere een strategische agenda en een wetenschapsvisie. Tijdens de expertsessie gingen instellingen en hun stakeholders het gesprek aan. Deze sessie bracht experts uit het veld samen en levert, als onderdeel van het bredere traject Toekomststrategie, een bijdrage aan het maatschappelijk debat. Cor Katerberg, ministerie OCW, over de aansluiting van het visietraject OCW en traject Toekomststrategie.

Dorette Corbey, AWT, over de kruisbestuiving tussen AWT en VSNU/Rathenau en over prikkels om te investeren in kennis.

Peter van Lieshout, WRR, over de transitie van de traditionele universiteit naar een regionaal kenniscentrum met vele (inter)nationale verbindingen.

Peter van Lieshout (WRR): “De ontwikkeling van kennisinstituten is in een turbulente fase terechtgekomen. Er is behoefte aan veel structurele verbinding tussen de maatschappij en kennisinstituten. Kennis is immers cruciaal voor de ontwikkeling van ons verdienvermogen. Het is echter nog zoeken naar de manier waarop die verbinding goed vorm kan krijgen. Het risico bestaat dat universiteiten - of specifieker: wetenschappelijk onderzoek – steeds afhankelijker worden van belangen van anderen. Dat onderzoek alleen nog wordt afgerekend op haar betekenis voor externe partijen. Daar staat echter een positieve ontwikkeling tegenover: het groeiende besef dat universiteiten van een cruciaal belang zijn voor de samenleving. Bovendien is sprake van grote externe dynamiek rond kennisinstituten. Instellingen krijgen bijvoorbeeld de opkomst van MOOCs te verwerken. Dat zal grote consequenties hebben voor de universiteiten. Als we spreken over de toekomst van het universitaire bestel, voorzie ik vooral een grotere differentiatie aan kennisinstituten. Ik zet er vraagtekens bij of één instelling over de volle breedte zowel toponderzoek, toponderwijs als topvalorisatie kan leveren. Het is waarschijnlijker dat in toenemende mate sprake is van differentiatie, van universiteiten die zich specialiseren, zowel op het gebied van onderwijs als van onderzoek en valorisatie.”

Erik Drop (TNO):

Dit traject past goed bij andere initiatieven, zoals het NWO-strategie. TNO is zelf ook bezig met een strategietraject. Goed dat de VSNU een verkenning aan het lijstje toevoegt. Dat maakt het gesprek makkelijker. Ook voor in het gesprek met de individuele universiteiten.


Pagina 18

Projectorganisatie Begeleidingscommissie Pauline van der Meer Mohr (Erasmus Universiteit Rotterdam, voorzitter commissie) Louise Gunning (Universiteit van Amsterdam) Marijk van der Wende (Bestuur Rathenau) Jorrit van der Togt (Shell) Barend van der Meulen (Rathenau) Josephine Scholten (VSNU)

Projectteam VSNU: Josephine Scholten, Patricia Heerekop, Elisabeth Oosterling, Helian Ophorst Rathenau: Barend van der Meulen, Patricia Faasse

Colofon Dit is een uitgave van VSNU in samenwerking met Rathenau Instituut Redactie Patricia Heerekop Elisabeth Oosterling Vervaardiging RenĂŠ de Gilde (fotografie) Krista Schellevis (opmaak) Meer informatie kunt u vinden op www.rathenau.nl en www.vsnu.nl/toekomststrategie


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.